GIBO Journaal

20
Informatiebulletin voor relaties van de GIBO Groep 2agro oktober 2011 In dit nummer Boerderij Spa Nutter - ombouw van boerenbedrijf naar wellnessonderneming Grote buur, beste vriend - Jochen Möller namens Duitse ambassade over internationale samenwerking "In drie weken voor vijf jaar ervaring opgedaan" - Kiemgroenteteler Van der Plas Sprouts overleeft EHEC-crisis Tingieterij Het Oude Ambacht, het verhaal achter een bijzondere bedrijfsoverdracht En verder: Werken met buitenlandse uitzendkrachten Jos van den Berg, winnaar award Vakcentrum Levensmiddelen: "Als de klant mis grijpt, verkoop je niets." Uitkijken met BTW kan flinke strop voorkomen Etikettering, waar trekt u de grens tussen privé en ondernemingsvermogen? Over grenzen

description

Over grenzen (agro versie)

Transcript of GIBO Journaal

Page 1: GIBO Journaal

Informatiebulletin voor relaties van de GIBO Groep

2agro oktober 2011

In dit nummer

�� Boerderij Spa Nutter - ombouw

van boerenbedrijf naar

wellnessonderneming

�� Grote buur, beste vriend - Jochen

Möller namens Duitse ambassade

over internationale samenwerking

�� "In drie weken voor vijf

jaar ervaring opgedaan" -

Kiemgroenteteler Van der Plas

Sprouts overleeft EHEC-crisis

�� Tingieterij Het Oude Ambacht,

het verhaal achter een bijzondere

bedrijfsoverdracht

En verder:

�� Werken met buitenlandse

uitzendkrachten

�� Jos van den Berg, winnaar award

Vakcentrum Levensmiddelen: "Als

de klant mis grijpt, verkoop je

niets."

�� Uitkijken met BTW kan flinke

strop voorkomen

�� Etikettering, waar trekt u

de grens tussen privé en

ondernemingsvermogen?

Over grenzen

Page 2: GIBO Journaal

Ook wanneer een buitenlandse uitlener –

zoals een uitzendbureau – aan u personeel

uitleent voor werkzaamheden in Nederland,

kunt u aansprakelijk zijn voor de door de

buitenlandse uitlener niet afgedragen

Nederlandse loonheffingen (loonbelasting

en sociale verzekeringen). Wanneer het

buitenlandse uitzendbureau een vestiging

heeft in Nederland, moet u bovendien btw

afdragen.

Met buitenlandse uitzendkrachten

werken in Nederland?

them

a

over

gre

nzen

Productiekrachten

Een teler huurt via een uitzendbureau in het

buitenland een aantal productiekrachten in.

Ze zijn en blijven woonachtig in hun eigen land

en zullen onder toezicht van de Nederlandse

ondernemer vanaf 1 april tot en met 30

november 2011 aan het werk gaan. Alle kosten

die het uitzendbureau maakt, worden bij de

Nederlandse teler in rekening gebracht. Het

uitzendbureau is verplicht om loonbelasting

en premies af te dragen. In welk land dat

moet gebeuren, is bepaald in Nederlandse en

Europese regels over sociale zekerheid en in

internationale belastingverdragen.

Als de heffing van loonbelasting, omzetbelas-

ting en/of sociale premies is toegewezen aan

Nederland en het buitenlandse uitzendbureau

draagt die niet af, dan kan de Nederlandse

Belastingdienst de teler aansprakelijk stellen.

Om dit te voorkomen, kan de inlener – de teler

– een deel van de factuur niet aan de uitlener –

het uitzendbureau – betalen, maar rechtstreeks

aan de Belastingdienst overmaken of naar de

eventuele g-rekening van het uitzendbureau.

De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van

de loonsom die de productiemedewerkers

gedurende de tijd dat zij in Nederland werken

ontvangen.

Anoniementarief

In een aantal situaties hanteert de

Belastingdienst het zogenaamde anoniementa-

rief van 52%. Dat tarief is onder meer van toe-

passing wanneer de identiteit van de werknemer

niet op een juiste manier is vastgesteld. Wordt

u als inlener aansprakelijk gesteld, dan kunt u

ook met dat anoniementarief worden geconfron-

teerd. Daarom doet u er verstandig aan om altijd

zelf een administratie bij te houden waarin de

naam, adres, woonplaatsgegevens, de geboor-

tedatum, het BSN-nummer of sofinummer van

de werknemer, een specificatie van de gewerkte

uren en een kopie van het geldige identiteits-

bewijs zijn opgenomen.

Sociale premies

De inlenersaansprakelijkheid is niet alleen van

toepassing op loonbelasting, maar ook op de

sociale premies. Op grond van Europese regels

en Internationale verdragen is slechts het sociale

zekerheidsstelsel van één land van toepassing.

Dit is vaak het land waar de werkzaamheden

worden verricht. Maar er is bijzondere regelge-

ving (voor detachering) waaronder de premie-

plicht gehandhaafd blijft in het woonland van

de arbeidskrachten. Om er zeker van te zijn in

welk land de premieplicht valt, kunt u een A-1

verklaring (voorheen E-101 verklaring) vragen

aan de werknemers. Als u deze in uw loonadmi-

nistratie hebt, dan weet u of de arbeidskrachten

onder de Nederlandse sociale zekerheid vallen

of niet. Zo ja, dan moeten sociale premies in

Nederland worden afgedragen.

Er is verder geen afstemming van fiscale regel-

geving en regels op het gebied van de sociale

zekerheid. In het hiervoor gebruikte voorbeeld

kan het zijn dat de teler loonbelasting in het

buitenland moet betalen en de sociale premies

in Nederland.

Inperken inleenaansprakelijkheid

�� Check vooraf de betrouwbaarheid van

de uitlener, door bijvoorbeeld verkla-

ringen van goed betalingsgedrag op te

vragen en na te gaan of sprake is van

certificering volgens NEN Norm 4400-I

of 4400-II.

�� Maak de verschuldigde belastingen en

sociale premies over naar een geblok-

keerde rekening (g-rekening) van de

uitlener. U bent dan als inlener voor

het bedrag dat u heeft gestort op de

g-rekening gevrijwaard van het aan-

sprakelijkheidsrisico. Maar let op, deze

vrijwaring geldt weer niet als de uitlener

het bedrag toch niet gebruikt voor het

betalen van de loon- en omzetbelasting

en sociale verzekeringspremies en u

dit vooraf redelijkerwijs mocht vermoe-

den. De bewijslast daarvan ligt bij de

Belastingdienst.

�� Maak een deel van de factuur recht-

streeks over naar een speciale bank-

rekening van de Belastingdienst. U

moet daarvoor wel schriftelijke toe-

stemming hebben van de uitlener. De

Belastingdienst stelt als voorwaarde dat

deze rechtstreekse betaling voldoende

gespecificeerd moet zijn met de gege-

vens van de uitlener, diens loonbelas-

tingnummer en omzetbelastingnummer,

het betreffende factuurnummer en de

periode waarin het werk is verricht.

2

Page 3: GIBO Journaal

Grensoverschrijdend ondernemen Het thema van dit laatste GIBO Journaal is ‘Over grenzen’. Grenzen kunnen belemmerend

werken. Zeker als een grens door anderen wordt opgelegd. Maar veel vaker zijn we beperkt

door de grenzen die we onszelf opleggen. Het aardige is: aan dat laatste kun je het mak-

kelijkst iets doen, maar we steken vaak onze energie in het vechten tegen grenzen die

anderen ons opleggen.

Grenzen kunnen ook prikkelen, wanneer u eroverheen kunt kijken. Een kijkje nemen in

andere landen tijdens een studiereis of op vakantie kan nieuwe inzichten en ideeën opleve-

ren. Doordat u ziet hoe ondernemers in andere omstandigheden hun bedrijfsvoering aan-

pakken. In eerdere GIBO Journaals heeft u bijvoorbeeld kunnen lezen over het voercentrum

(uit Israël) en maïsteelt onder folie (uit Ierland).

Maar een kijkje over de grens kan ons ook doen inzien dat het in ons land soms toch echt

gewoon beter en professioneler geregeld is. Zaken die we misschien als vanzelfsprekend

beschouwen. Een treffend voorbeeld hiervan kwam ik in Rusland tegen. Ondernemers kun-

nen daar heel moeilijk financiering krijgen van banken voor investeringen. De termijn voor

financiering is maximaal drie jaar. En de bureaucratie is enorm. Gevolg is dat je alleen maar

relatief kleine investeringen kunt doen, tenzij je veel eigen geld hebt. Dan gaat financie-

ring in Nederland toch – nog steeds – een stuk makkelijker, ondanks recente aanscherping

van het beleid van banken. Campina had overigens een slimme oplossing bedacht voor

hun melkveehouders rond Moskou: zij ‘financierden’ de melkveehouders in natura, door er

een koeltank en melkinstallatie te plaatsen en de rente en afbetaling te verrekenen met de

geleverde melk.

Een ander voorbeeld van hoe het ook kan kwam ik tegen in Polen. Diefstalpreventie is daar

een must. Boerenbedrijven zijn veranderd in een soort vesting. Alle bedrijven zijn omgeven

door een hoog hek en op elke hoek van het erf en bij de ingang houden felle waakhonden

de wacht. Niet dat je in Nederland al je bezittingen onbeheerd moet laten, maar ons plat-

teland is gelukkig geen fort.

Voor ondernemers is het vaak de uitdaging om grenzen op te zoeken en er ook overheen te

gaan. En dan bedoel ik uiteraard niet de wettelijke grenzen, maar vooral de eigen grenzen.

Door jezelf uit te dagen, te prikkelen en regelmatig afstand te nemen van de dagelijkse

gang van zaken. Dat kan door in het buitenland te kijken, maar ook door te zien hoe ande-

re ondernemers in Nederland zaken aanpakken. Voor boeren en tuinders kan het leerzaam

zijn om eens bij ondernemers in het Midden- en Kleinbedrijf op bezoek te gaan. Dat levert

geheid nieuwe ideeën op en ook waardering voor dat wat wel goed geregeld is in de agrari-

sche sector. Veel MKB-ers zijn bijvoorbeeld jaloers op de organisatiegraad in de agrarische

sector en op de beschikbaarheid van bedrijfsinformatie.

Als gezegd is dit het laatste GIBO Journaal in de vorm en opzet zoals u die gewend bent.

Vanwege de fusie met Flynth wordt ons relatiemagazine onder een nieuwe naam en in een

nieuwe verschijningsvorm voortgezet. Want ook wijzelf verleggen onze grenzen en komen

door krachtenbundeling verder.

Jan Breembroek

Advies bij buitenlands personeel

Aan het werken met buitenlands personeel

kleven nogal wat aspecten waarmee u als

inlener rekening moet houden. Zelfs wan-

neer u daarvoor een groot en gerenommeerd

uitzendbureau in de arm neemt, blijven deze

risico’s bestaan. Dat heeft alles te maken

met de niet eenvoudige internationale

fiscale en sociale zekerheidsregelgeving.

Het blijft vaak onduidelijk bij welk land het

heffingsrecht of de premieplicht ligt. Neem

daarom voorzorgsmaatregelen. Uw adviseur

bij GIBO Groep /Flynth kan u hierbij verder

helpen. U kunt ook direct contact opnemen

met Jacques Raaijmakers, telefoon (0174)

63 71 00, mail [email protected].

Onderbetaling en vakantiegeld

Per 1 januari 2010 is een wetsbepaling over

inlenersaansprakelijkheid in werking getreden.

Daarin is bepaald dat inleners ook aansprakelijk

gesteld kunnen worden voor onderbetaling van

het geldende wettelijke minimumloon en mini-

mum vakantiebijslag. Maar: inleners die met een

gecertificeerd uitzendbureau werken, zijn van

deze aansprakelijkheid gevrijwaard.

G-rekeningenstelsel maakt plaats voor

depotstelsel

Naar verwachting maakt per 1 januari 2014

het g-rekeningenstelsel plaats voor een

depotstelsel. Het g-rekeningenstelsel blijft

dan nog één jaar in gebruik. Vanaf 1 januari

2015 is dan alleen nog het depotstelsel van

toepassing.

column Jan Breembroek

3

Page 4: GIBO Journaal

Bedrijfsopvolging zat er niet in voor het

traditionele melkveebedrijf van de familie

Steggink. De drie dochters deden nog liever de

afwas dan dat ze de koeien uit de wei haalden.

Met het oog op de toekomst gooiden Frans

en Marinka het over een totaal andere boeg.

Niet onverdienstelijk: in de twee jaar dat hun

Boerderij Spa in het Twentse Nutter nu draait,

stapelen de awards en prijzen zich op.

Traditioneel is in Twente de naam van de fami-

lie verbonden aan de naam van hoeve waar

zij woont. Hoeve Bölterink in het buurtschap

Nutter, net buiten Ootmarsum, stamt uit begin

1600. Maar Steggink is toch geen Bölterink? “Ik

heb de familielijn kunnen terughalen tot 1645.

De Bölterinks die toen de hoeve bewoonden,

kregen twee zonen en een dochter. De zoons

hebben kennelijk het bedrijf niet voortgezet.

De dochter wel en zij is getrouwd met een

Steggink,” verklaart Frans Steggink.

IJsboerderij ‘De Bölte’

De naam Bölterink komt nog wel terug in de

ijsmakerij, een neventak die Frans een jaar of

twaalf geleden begon. Frans: “Ik hou van koken

en toetjes maken was altijd al een hobby van

me. Met het zelfgemaakte ijs ben ik langs de

horecagelegenheden hier in de regio gegaan.

Verse, puur natuurlijke, streekgebonden ingre-

diënten en verrassende smaken zoals vlierbes-

bloesem, rabarber, asperge of lavendel, daar

was vraag naar. Restaurants konden hun gasten

daarmee exclusiviteit bieden. Daarna is ook

de ijsverkoop aan particulieren van de grond

gekomen.”

Vier eeuwen lang draaide alles in en om deze

hoeve om koeien en melk, maar net als in de

zeventiende eeuw dreigde er een kink te komen

in de opvolging. Het gezin telt naast Frans en

Marinka drie dochters: Cherralyn, Claudia en

Joyce. Zij delen één eigenschap en dat is dat

geen van de dochters zich elke dag in de melk-

put ziet staan. Marinka: “We stonden voor grote

investeringen; stalrenovatie, schaalvergroting.

Investeringen waar het bedrijf nog jaren mee

vooruit zou kunnen, maar die ook pas na jaren

zouden zijn terugverdiend. Daarom hebben

we ons de vraag gesteld: voor wie doen we het

eigenlijk?”

Ontdekkingsreis naar Oostenrijk

In het relatiemagazine van Rabobank Twente las

het echtpaar een artikel over het realiseren van

boerderijlodges in leegstaande sturen. Harold

Droste, eigenaar van een hotel-restaurant in

Tubbergen en een ijsklant van de Stegginks,

zocht locaties voor dit concept. Marinka: “Ik

sprak hem kort nadat ik het artikel gelezen had

en meer als grap zei ik dat wij ook nog wel een

lege schuur hadden. Van het één kwam het

ander. Uiteindelijk hebben we een serieus plan

gemaakt voor de realisatie van vier boerderijlod-

ges. Dat was nu een jaar of vijf geleden.”

Terwijl ze daarmee bezig waren, lazen ze in een

uitgave van Stimuland – de stichting die zich

inzet voor het leefbaar houden van het plat-

teland – over een ondernemingsconcept rond

‘kuren op de boerderij’. Een kleinschalige spa in

een boerderij, waarbij ‘dichtbij de natuur’ een

rode draad is. Het concept zelf is ontwikkeld

door de Oostenrijkse firma Haslauer. Eigenaar

Paul Haslauer heeft een kuurprogramma ontwik-

keld gebaseerd op de geneeskrachtige werking

van natuurproducten, warmte en water. Frans

en Marinka staken hun licht op in Ainring bij

Salzburg, waar Haslauer een wellness- annex

opleidingscentrum heeft. Ondernemers uit de

wellnesswereld komen daar naar toe om de laat-

ste vindingen op het gebied van ‘natuurkuurme-

thoden’ zelf te testen en ermee te leren werken.

Ook Marinka volgde hier de opleiding om kennis

op te doen van de verschillende producten en

hoe ermee te werken. Marinka glundert nog als

ze terugdenkt aan die ontdekkingsreis: “Het was

zalig. Toen ik weer thuis was in Nederland, was

het eerste dat ik tegen mijn moeder zei: Mam,

ruik eens in mijn koffer, al die heerlijke geuren!”

them

a

over

gre

nzen Grensverleggend

ondernemen in een eeuwen-oude hoeve

4

Page 5: GIBO Journaal

Verkoop quotum en subsidiepotten

Het teruggrijpen op de natuur sloot goed aan bij

wat het paar voor ogen had. Hun eigen hoeve

is immers ook middenin de natuur gelegen.

Niet minder belangrijk: het grensverleggende

plan om van boerenbedrijf te switchen naar een

onderneming in de gastvrijheidsector, sprak ook

Cherralyn en Claudia bijzonder aan. Al met al

voldoende redenen om de knoop door te hak-

ken. De plannen voor de bouw van de lodges

werden aangepast om ruimte te maken voor de

wellnessruimte.

Samen met de adviseurs van de GIBO-vestiging

in Ootmarsum werkte de familie Steggink de

financiële onderbouwing van de plannen ver-

der uit. Naast het verkopen van melkquotum

– besloten werd om te stoppen met melkvee

en alleen nog zoogkoeien en jongvee-opfok

aan te houden – waren diverse subsidiepotten

een belangrijke extra bron voor het benodigde

kapitaal.

Stephan Holsink, die op dit moment namens

de GIBO Groep de begeleiding en advisering

van de familie verzorgt: “Voor de lodges heb-

ben we samen met subsidieadviseur Gerjan

Slotboom van onze subsidiedesk, met succes

een beroep gedaan op de subsidieregeling in

het kader van de reconstructie Overijssel. En

voor de realisatie van de Boerderij Spa is een

bedrag binnengehaald via het Plattelands

Ontwikkelingsprogramma POP. Deze regeling

is gericht op het vergroten van de leefbaarheid

van het platteland en daar past het plan voor

de wellnessonderneming goed in. Een deel van

deze subsidie is een Europese bijdrage.”

Stroomversnelling

Met het aangepaste plan in de hand diende

het echtpaar een vergunningaanvraag in voor

een nieuwe onderneming. De gemeente was al

zelf ook al bezig met plannenmakerij voor het

gebied, inclusief een wellnessvoorziening. Ons

plan werd op het gemeentehuis met enthousi-

asme ontvangen. Frans: “Achteraf kwam alles

precies op het goede moment, daardoor kwam

alles in een stroomversnelling. In 2007 zijn we

begonnen met het bouwen van de lodges en in

2008 zijn we aan de Boerderij Spa begonnen.”

Uiteindelijk koos het echtpaar Steggink voor een

aantal onderdelen die goed aansluiten bij de

boerderij en de omgeving. Onder meer de brood-

oven, een hooioven, een kleibehandeling in com-

binatie met een stoombad, kruidenbaden, warm-

waterbedden waar bezoekers heerlijk kunnen

‘floaten’ en een natuurvijver in de tuin om in te

dompelen. Het was vooral een passen en meten

om alle apparatuur een plaats te geven tussen

de eeuwenoude gebinten en dakconstructie.

Telefonische nascholing

Medio 2008 was de Boerderij Spa klaar om

te gaan proefdraaien, om verbeterpunten op

te sporen en te verhelpen. Cherralyn, die net

geslaagd was voor de HAVO, vertrok voor een

half jaar naar Ainring voor een interne opleiding

waarmee ze bevoegd zou worden om zelf men-

sen op te leiden. Marinka: “Dat werd voor mij

een soort telefonische scholing. Bijna dagelijks

hadden we wel contact via Skype. Dan had ze in

haar opleiding een bepaald facet behandeld en

vertelde ze dat we het in Nederland net anders

aanpakten en dat we het zo-en-zo moesten

doen.” In maart 2009 kwam ze met de benodig-

de diploma’s op zak weer thuis en op 25 maart

volgde de officiële opening door gedeputeerde

van de provincie Overijssel Piet Jansen.

“De investeringsfase zijn we nu door. Nu moet

de focus liggen op het bedrijfsrendement.

Kosten maken, dat is niet moeilijk. Nu geldt het

aloude ondernemersadagium: uitgaven beper-

ken en inkomsten optimaliseren. Daarom gaat

Cherralyn ook zelf de basisadministratie voeren,

online via GIBOnet. Frans heeft zat ervaring

met de bedrijfsvoering en de boekhouding om

haar daarbij op weg te helpen. Dat scheelt toch

weer in de accountantskosten,” licht Stephan de

focuspunten voor de bedrijfsvoering toe.

Slimme klantenbinding

Dochter Cherralyn is net terug na een half

jaar werken en leren in Griekenland, vooral het

geven van massages. Nu is ze fulltime aan de

slag voor de Boerderij Spa en richt zich onder

meer op de acquisitie.

“Het draait allemaal om klantenbinding, als

je daar slim mee omgaat, kun je veel bereiken

tegen minimale kosten en tijd. Om een voor-

beeld te geven: bezoekers die nieuw zijn, vragen

we altijd hoe ze bij ons terecht zijn gekomen.

Is dat op advies van een eerdere gast, dan

vragen we naar de naam. Vervolgens ontvangt

de eerdere gast van ons een mailtje, met de

strekking: ‘Beste klant, u heeft ons aangeprezen

bij iemand uit uw familie- of kennissenkring.

Vandaag mochten we hem of haar als gast ont-

vangen. Als dank staat er voor u bij een volgend

bezoek een presentje klaar.’ Die eerdere gasten

weten dan óf direct om wie het gaat, óf ze zijn

nieuwsgierig en gaan bij familie en vrienden

vragen wie er naar de Boerderij Spa is geweest.”

In de prijzen

De Boerderij Spa heeft een aantal awards

in de wacht gesleept, zoals de Passie op

het Platteland (POP)-award en onlangs is

het bedrijf uitgeroepen tot winnaar van de

Nationale Wellness Verkiezing 2011. “Omdat

dat een prijs is die wordt toegekend door

bezoekers van wellness-centra, zijn wij daar

extra blij mee. Volgens de organisator scoor-

den wij heel hoog op de punten gastvrijheid

en persoonlijke benadering en dat is juist

waarop we onszelf willen onderscheiden,”

glundert Marinka.

Grensverleggend ondernemen in een eeuwen-oude hoeve

5

Page 6: GIBO Journaal

Duitsland: onze belangrijkste handelspartner, onze grote buur. Zo dichtbij en zo vanzelfsprekend.

De verwevenheid – taalkundig, historisch, cultureel – is groot, en toch is juist daar nog best winst

te boeken. “Duitsers en Nederlanders ‘verstaan’ elkaar tamelijk goed, vaak ook letterlijk. Maar

juist dan kun je het verschil maken door net dat beetje extra moeite te doen voor de ander.”

Jochen Möller, hoofd Economische afdeling

van de Ambassade van de Bondsrepubliek

Duitsland in Den Haag, kent Nederland goed.

Voor zijn huidige functie werkte hij een jaar op

het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den

Haag, waar hij onder andere beleidsstukken over

de Maghreblanden schreef. Inmiddels woont

hij twee jaar in Nederland. Möller is bedacht-

zaam, geen man van snelle conclusies. Hij laat

zich niet graag verleiden om de verschillen of

gelijkenissen tussen Duitsers en Nederlanders

in enkele makkelijke pennenstreken te schetsen.

Belangrijker volgens hem: hoe ga je met elkaar

om. En dan is het beter om niet uit te gaan van

wat je dénkt te weten.

Voor een klein land als Nederland is een grote

buur als Duitsland vanzelfsprekend heel belang-

rijk. Veel Nederlanders weten dat. Leeft dit ook

bij Duitsers, weten ze bijvoorbeeld dat Nederland

en Duitsland belangrijke handelspartners zijn?

“Op het gebied van zuivel en agrarische pro-

ducten wel. Ik denk dat iedere Duitser weet

dat zuivel, bloemen en groenten ontzettend

vaak uit Nederland komen. Dat zien ze ook, op

vrachtwagens, verpakkingen, en dankzij Frau

Antje natuurlijk. Andere terreinen zijn minder

zichtbaar. Denk je aan energie en grondstoffen,

dan is de band met Nederland niet zo goed

bekend bij een groot publiek. Bij havens denken

mensen meteen aan Hamburg en Bremerhaven,

daar zijn ze zelf vaak ook geweest. Rotterdam

hebben ze niet altijd zelf gezien. Maar dat er via

Rotterdam meer goederen naar Duitsland gaan

dan via de Duitse havens bij elkaar, zal minder

bekend zijn. De haven van Rotterdam heeft

zelfs een Duitslanddesk en daar hebben wij veel

contact mee.”

Nederlanders en Duitsers zijn buren, maar hoe

goed kennen ze elkaar eigenlijk?

“Een grote groep Duitsers vindt Nederland

interessant, en niet alleen als vakantieland.

Nederland heeft al lang het imago van een

modern land met open, weinig formele mensen,

er wordt veel gefietst, dat vindt men leuk. Veel

Duitse jongeren kiezen ervoor om Nederlands

te leren. Er hebben zelfs nog nooit zoveel Duitse

jongeren in Nederland gestudeerd als nu:

20.000 maar liefst. Banden tussen Nederland

en Duitsland zijn er altijd al geweest, cultuur en

economie zijn sterk met elkaar verweven. Met

name in de deelstaat Nordrhein-Westfalen vind

je makkelijk mensen die al een band hebben

met Nederland. Nederland en Duitsland hebben

over het algemeen dezelfde belangen in Brussel.

De internationale positie, onze doelstellingen

maar ook de instelling van mensen komt sterk

overeen. Er zijn ook belangrijke verschillen,

maar die hoeven denk ik niet in de weg te zit-

ten. Het is wel goed je ervan bewust te zijn dat

Nederlanders geen Duitsers zijn, en Duitsers

geen Nederlanders.”

Waar laat zich dat zien op het zakelijke vlak?

“In Duitsland bestaat van Nederlanders het

beeld van handelaren, mensen met een liberale

en flexibele, maar ook doelgerichte instelling.

Ook als het om de economie gaat. Dat zie je

bijvoorbeeld aan het eigen huis, hoe Duitsers

en Nederlanders daar tegenaan kijken. Er

zijn bedrijven die hebben geprobeerd het

Jochen Möller, hoofd Economische

afdeling van de Ambassade van

de Bondsrepubliek Duitsland

them

a

over

gre

nzen

6

Page 7: GIBO Journaal

Nederlandse hypotheekproduct in Duitsland

op de markt te zetten, maar dat bleek geen

succes. Duitsers willen hun huis gevoelsmatig

in eigendom hebben, waar Nederlanders het

eigen huis veel meer zien als een slimme inves-

tering. Financieel interessant als je het zakelijk

benadert. Een dat ik herken in de Nederlandse

politiek, bijvoorbeeld als het gaat om de libera-

lisering van de energiemarkt. Nederland hoeft

niet alles in eigendom te hebben en gaat daarin

veel verder dan Duitsland.”

Nederlandse ondernemers kijken al snel naar

Duitsland als ze nieuwe markten willen betreden.

Ziet u nog kansen voor nieuwe initiatieven?

“Ik denk dat ondernemers deskundig genoeg zijn

op hun eigen terrein om kansen te herkennen,

want die zijn er zeker. Er zijn al veel bedrijven die

een moeder of dochter in het andere land heb-

ben en ook direct investment vanuit Nederland

in Duitsland en vice versa is hoog. Maar daar-

mee blijven er genoeg mogelijkheden over. Ik

denk zelfs dat de band tussen Nederlanders

en Duitsers alleen maar sterker wordt, ook in

het ondernemerschap. Grensoverschrijdend

ondernemen neemt eigenlijk alleen maar toe.

Kijk maar naar de Deutsche Bank, die actiever is

geworden in Nederland omdat het de zakelijke

klanten heeft overgenomen van ABN AMRO.

Maar ook heel veel kleine bedrijven investeren

vanuit de grensstreek in Nederland, en omge-

keerd. De stap om over de grens te gaan is klein,

zeker in de grensstreek.”

Welke markten bieden nog kansen?

“De ondernemers die al actief zijn in Duitsland

weten dit natuurlijk al wel, maar bijvoorbeeld

op het gebied van energie staat Duitsland voor

grote uitdagingen. Op termijn gaan alle kern-

centrales in Duitsland dicht en daarom wordt nu

gewerkt aan alternatieven. Dat biedt natuurlijk

kansen aan bedrijven op het gebied van zonne-

energie en biobrandstof. Ik denk bijvoorbeeld

aan bedrijven die een oplossing hebben voor

de opslag van duurzame energie. Hoe kun je

energie die gedurende de dag wordt opgewekt,

vastleggen voor gebruik ’s nachts, zeker als het

grootschalig wordt? Duurzame energie is een

terrein dat zich voortdurend ontwikkelt en er zul-

len steeds nieuwe en betere oplossingen nodig

zijn. Daar kan de Nederlandse technologie

zeker ook aan bijdragen. Ik ben er zelf nog niet

geweest, maar heb gehoord over plannen voor

grootschalige algenteelt voor energieopwekking

in Wageningen. Dat klonk heel interessant.

Kunt u aangeven wat een sterk punt is van

Nederlands bedrijven?

“Nederland houdt van innovatie en organisa-

ties zijn daar goed op ingericht vind ik. Er is

wat ik zou willen noemen een open, weinig

formele bedrijfscultuur. Daardoor worden er

sneller nieuwe dingen geprobeerd. Dat zie je

in Duitsland ook wel, zeker bij grote internatio-

nale bedrijven. Het is een bedrijfscultuur waar

heldere doelstellingen worden geformuleerd en

vervolgens wordt daar stevig op ingezet. Ook de

manier waarop beslissingen worden genomen in

Nederland, waarbij je samen naar een beslissing

toewerkt, is een sterk punt. In Duitsland wordt

al lang met interesse naar het poldermodel

gekeken.”

En waar moeten ondernemers juist goed op let-

ten, wat is belangrijk als je succesvol wilt zijn?

“De verwevenheid tussen Nederland en

Duitsland is weliswaar groot en mensen ‘ver-

staan’ elkaar tamelijk goed, vaak ook letterlijk.

Bovendien spreken veel mensen Engels. Dat

helpt als je zaken wilt doen met elkaar. Maar

juist dan wordt het belangrijk ook de verschillen

goed in de gaten te houden. Elkaar begrijpen is

een begin, maar je hebt een voorsprong als je

de taal van de ander heel goed beheerst. Want

juist omdat men over en weer elkaar begrijpt,

kun je daarin te gemakkelijk worden. Door net

dat beetje extra moeite te doen voor de ander,

kun je het verschil maken.”

Grote buur, beste vriend

“De band tussen Nederlanders en Duitsers wordt alleen maar sterker”

Agrarisch product weer in de liftDuitsland en Nederland kunnen het uitste-kend met elkaar vinden, zeker als het gaat om de markt voor agrarische producten. Het tumult rondom de EHEC-uitbraak heeft wel-iswaar sporen nagelaten, maar “Nederlandse producten staan in Duitsland nog steeds goed aangeschreven,” zegt Sabine Raddatz, landbouw-attaché van de Duitse Ambassade in Den Haag. Volgens Raddatz staat de Nederlandse landbouw in Duitsland bekend als één van de meest innovatieve. “Duitse consumenten waarderen de kwalitatief hoogwaardige producten uit Nederland.” Om het consumentenvertrouwen terug te win-nen, werkt de Duitse overheid rechtstreeks samen met de Nederlandse, onder meer in voorlichtingscampagnes. Zo heeft het Duitse ministerie van Landbouw samen met het GroentenFruit Bureau groenten aangeprezen onder de Brandenburger Tor. Daarbij werd een nieuwe flyer gepresenteerd om het ver-trouwen van de consument in groenten te vergroten.

Ondersteuning voor Nederlandse onder-nemers die de grens over willenBij de Duits-Nederlandse Handelskamer (DNHK) in Den Haag kunnen ondernemers terecht met al hun vragen over ondernemen in Duitsland. De handelskamer biedt onder-steuning in de vorm van marktonderzoek, hulp bij de oprichting van een GmbH of personeelsbemiddeling. Ook organiseert de DNHK seminars, onder meer over cultuurver-schillen, juridische aspecten en het starten van een bedrijf over de grens. Jochen Möller: “Leden van de DNHK krijgen bijvoorbeeld korting op deze seminars en op de dienstverleningen. Het is een onafhanke-lijke organisatie met meer dan 900 leden in zowel Nederland als Duitsland. De cultuur is Nederlands-Duits en de organisatie is tweetalig. Heel leuk is de Nederlands-Duitse Prijs voor de Economie, voor uitblinkers in het grensoverschrijdende handelsverkeer. Vorig jaar waren onder meer Scheuten Solar uit Venlo, Van der Valk en Dura Vermeer geno-mineerd. De prijs werd toen gewonnen door Erfo Bekleidungswerk, een Duits bedrijf dat Nederland als belangrijkste afzetmarkt heeft.”

7

Page 8: GIBO Journaal

Franchisenemer Jos van den Berg is niet snel

zenuwachtig zegt hijzelf. “Maar ik dacht dat ik

gek werd” vertelt hij over de finaleavond in mei

dit jaar van Zelfstandig ondernemer onderscheidt

zich (ZO2Z), de tweejaarlijkse uitverkiezing

van de beste supermarktondernemer door het

Vakcentrum Levensmiddelen. Hij en zijn vrouw

Diana wonnen de eretitel vanwege hun door-

zettingsvermogen en hun grote lokale betrok-

kenheid. Ze sponsoren de D’tjes, de F’jes en

de E’tjes van de Uithoornse voetbalvereniging

de Legmeervogels. Alle voetballertjes tot 11

jaar sprinten rond op het veld in een compleet

tenue met ‘Albert Heijn Jos van den Berg’ op de

rug. 55 (!) teams in totaal. Ook de jeugdwiel-

renners, jeugdtennissers, de roeiers, stichting

Zonnebloem, ouderbond ANBO en verschillende

culturele goede doelen staan op de sponsorlijst

van de Albert Heijn-franchiser. “En ik probeer elke

zaterdagochtend op het voetbalveld te staan.”

Zwarte kratten

De ZO2Z-Award win je niet louter en alleen als

mecenas van het lokale verenigingsleven. Er

moet een visie achter zitten. Je supermarkt moet

helemaal top zijn en je klanten tevreden. “Om

kans te maken

moet je onder

meer klan-

ten bereid

vinden om

een enquête in te vullen, wat tien minuten van

hun tijd in beslag neemt. In de winkel zijn we op

klanten afgestapt met de vraag of ze mee wilden

doen. Ze konden de enquête ter plekke invullen

en dat heeft goed gewerkt. Voor de finale is de

vakjury in de winkel langs geweest. Nee, daar-

voor heb ik niets bijzonder gedaan. Mijn winkel

moet altijd top zijn, voor de klanten. Daar ga ik

heel ver in.”

De klant betaalt dus bepaalt, dat is kort maar

krachtig de visie van Van den Berg op onderne-

men. Een warm welkom, volle schappen en de

producten zo aantrekkelijk mogelijk presenteren.

Tijdens een rondgang door de winkel legt Van

den Berg de paprika’s nog even recht. “Het moet

er mooi en verzorgd uitzien, met rechte lijnen.

Toen ik in 2006 deze winkel voor het eerst inliep,

zag ik zwarte groentekratten. Leeg. De klant

grijpt mis en je verkoopt niks. Toen wist ik al dat

het op deze locatie veel beter kon.”

Drie potjes slagroom

In de jaren tachtig begon Van den Berg als

supermarktmedewerker bij de Albert Heijn in

Hilvarenbeek. Hij had alleen wat ervaring in

een campingwinkel, maar wist al dat hij wilde

ondernemen. Hij mocht van de eigenaar cursus-

sen volgen en kon enkele jaren later een Albert

Heijn-filiaal overnemen in Lith. “Daar heb ik

het ondernemerschap geleerd. Het was een

kleine winkel en we konden niet het hele assor-

timent voeren. Een doos slagroom kon je daar

grotendeels

weggooien,

er werd te

weinig van

verkocht.

Maar sommige klanten wilden wel slagroom.

Dan ging ik naar een grotere Albert Heijn in een

ander dorp, kocht daar drie potjes slagroom en

hoefde mijn klanten geen ‘nee’ te verkopen.”

Bij zijn volgende supermarkt, in het dorps-

centrum van Zoetermeer, kreeg hij te maken

met klanten die je liever kwijt dan rijk bent.

Winkeldieven en junkies zorgden voor 5 procent

balansverschil. “We zaten op 200 meter van de

halte van de trein naar Den Haag. De onder-

nemers in de winkelstraat belden elkaar als ze

de eerste junks zagen uitstappen. Als er in Den

Haag ‘geveegd’ was, merkten wij dat meteen.

Want dan kwamen ze allemaal naar Zoetermeer.

En de politie waarschuwde ons vooraf niet. Daar

heb ik wel om gevraagd, maar ze deden dat niet.

En vervolgens zaten wij met het probleem.”

Vechtersmentaliteit

Van den Berg liet het er niet bij zitten. Hij hield

dieven aan, belde de politie en zorgde in zes jaar

tijd voor 736 geregistreerde aanhoudingen. “Dan

zaten er op een donderdagmiddag 16 winkel-

dieven op mijn kantoor. De politie kwam langs

en nam er één mee, meer mocht niet. Moest ik

de anderen weer laten gaan.” Hij vocht de junks

zijn winkel uit als dat nodig was. Dit moest hij

zelfs bekopen met tbc-besmetting, toen hij door

één van hen gebeten werd. Zijn vrouw, die tot

dat moment zelf een drukke baan elders had,

kon niet anders dan zijn werk overnemen in de

supermarkt. Toen het filiaal in Zoetermeer dicht

moest – Konmar werd overgenomen door Albert

Heijn en daardoor kwamen er te veel Albert

Heijn-filialen bij elkaar in de buurt – was Van den

Berg daar niet erg rouwig om.

Uithoorn is heel anders, maar ook hier blijft Van

den Berg alert op zakkenrollers en mensen die

pincodes van anderen proberen te achterhalen.

“Dat laatste is nu actueel. Het valt mij meteen

op als iemand zich verdacht gedraagt, dat heb

ik in Zoetermeer wel geleerd.” Boven zijn bureau

hangen drie televisieschermen met tientallen

Hij mag zich twee jaar lang ‘de beste

zelfstandige supermarktondernemer

van Nederland noemen. Met zijn lokale

betrokkenheid en zijn doorzettingsvermogen

is hij een voorbeeld voor anderen, meent de

jury van de ZO2Z Award van het Vakcentrum

Levensmiddelen. Jos van den Berg zoekt

graag de grenzen op voor de groei van zijn

onderneming. In enkele jaren tijd verdubbelde

hij de omzet van ‘zijn’ Albert Heijn aan het

Amstelplein in Uithoorn.

Jos van den Berg, franchisenemer Albert Heijn en ZO2Z-award winnaar:

‘Als de klant mis grijpt, verkoop je niks’ th

ema

ov

er g

renz

en

‘Ik zweer bij klantvriendelijkheid, service en de kwaliteit van het product en de medewerker.’

8

Page 9: GIBO Journaal

beelden van camera’s die op en in de winkel

hangen. Geen groezelig zwart-wit. Zelfs op klein

formaat is het beeld haarscherp. “Zeven komma

twee megapixels, het nieuwste van het nieuwste.

Er wordt continu opgenomen. We doen er alles

aan zodat onze klanten veilig kunnen winkelen.”

Huiskamergevoel

Toen de overname van het filiaal in Uithoorn

eenmaal rond was, was Van den Berg binnen een

week verhuisd. “Je moet je klanten leren kennen,

vind ik. Dat is een stukje van het succes. Ook al

wonen hier 30.000 mensen, Uithoorn is en blijft

een dorp. Daarin moet je opgenomen worden en

herkenbaar zijn. Mensen moeten het je gunnen.”

De sponsoring van sportclubs en goede doelen

heeft daar ongetwijfeld aan bijgedragen, want

via de jeugd bereik je de ouders. Maar het blijft

niet bij sponsoring. Van den Berg zoekt steeds

nieuwe manieren om mensen te binden en te

prikkelen. “Ik wil een goede gastheer zijn en

in de winkel een huiskamergevoel creëren. We

hebben enkele creatievelingen in dienst, die we

speciaal hiervoor vrij roosteren. Zij organiseren

knutselmiddagen voor kinderen en ze koken

bijzondere gerechten in de winkel. Daar kunnen

klanten verse kruiden proeven en zien hoe je ze

gebruikt. Sindsdien verkopen we veel meer verse

kruiden. Door het aantrekkelijke van producten

visueel te maken, verkoop je veel meer.”

Van den Berg heeft nu 149 mensen in dienst en

hoeft niet meer zelf in de vroege ochtenduren

brood, vlees en kaas te snijden. “Bedrijfsleider

Patrick doet de winkel en assistent bedrijfsleider

Ina helpt hem daarbij. Mensen op wie ik kan

vertrouwen. Mijn vrouw werkt meer achter de

schermen en is verantwoordelijk voor bijvoor-

beeld personeelszaken. Zij doet bijvoorbeeld de

personeelsadministratie met Hélène Damen van

GIBO Groep. Zo houd ik de handen vrij om alles

eromheen te doen.”

Problemen aanpakken

Grensverleggend zijn ook enkele, meer prak-

tische ingrepen. Bijvoorbeeld de hulp voor

medewerkers met overgewicht, die het lukte om

met ondersteuning

flink af te vallen,

waardoor ze zich

nu veel beter voe-

len. Van den Berg

heeft een ziektebonus voor medewerkers die

jaarlijks minder dan een week verzuimen (“je

merkt dat mensen niet meer thuis blijven om

een paar dagen uit te zieken”). Hij organiseert

twee keer per jaar een uitstapje of feestje voor

medewerkers en geeft ze rond de kerst een

cheque, waarvan de hoogte afhankelijk is van

het aantal gewerkte uren. Die cheque mogen ze

op een feestelijk aangeklede avond besteden in

de winkel. “Jongeren hebben vaak niets aan een

gewoon kerstpakket, nu kunnen ze zelf kiezen.

Een ze mogen die avond hun ouders en broers of

zussen meenemen, zo zien die meteen ook hoe ze

hier werken.”

Opvallend is het besluit om Poolse uitzendkrach-

ten in te zetten in de vulploegen. Van den Berg:

“Ik geloof erin dat de schappen altijd vol moeten

liggen. Ook als de winkel ’s morgens opengaat.

Tijdens groepsgesprekken die we met klanten

houden, blijkt dat overdag vakkenvullen in de

ergernis-top5 staat. Dat moest dus anders. Veel

mensen hebben geen zin om vakken te vullen om

half vier ’s ochtends, deze Poolse medewerkers

wel. De winkel is nu helemaal klaar als we ’s mor-

gens opengaan.”

Tijdens de feestdagen zet Van den Berg hele-

maal groots in. Producten die geliefd zijn rond

de kerst - en dus altijd òp - koopt hij ruim in en

houdt ze op voorraad in gehuurde kelderboxen

en koel- en vriescontainers. “Rosbief, afbakstok-

brood, je zult altijd zien dat deze producten vlak

voor de kerst niet meer bij te bestellen zijn. Heel

slecht vind ik dat. Daarom leg ik ruim van tevo-

ren een voorraad aan - overigens tegen de regels

van het hoofdkantoor in. Maar als Albert Heijn

niet kan leveren, heeft de klant daar last van. En

dat kan ik niet accepteren.”

Altijd groei

Hard werken, continu zoeken naar vernieuwing en

verbetering, het is de handtekening van Jos van

den Berg onder zijn werk. De omzet van zijn super-

markt is sinds de overname in 2007 verdubbeld.

Zit er nog groei in? “Jazeker, we gaan verbouwen

en dan gaan we van 1.100 naar 1.850 m2 vloer-

oppervlak. Er is altijd groei mogelijk. Hier in de

buurt ligt een bussluis en die gaat weg. Dan kun-

nen we meer klanten trekken uit de wijken die

daarachter liggen. Zelfs in deze tijd zitten we op

plus zes procent en dat is goed voor een super-

markt. Maar er blijven nog genoeg kansen lig-

gen… Als je vlees

of kaas snijdt,

denk ik altijd:

biedt mensen

een plakje aan

om te proeven. Dat soort dingen is zo belangrijk.

Het kan altijd beter.”

Voor acties en naamsbekendheid gaat hij in de

toekomst veel meer gebruik maken van social

media zoals Facebook en Twitter. “Op maandag

posten we de beste bonusacties van die week

op Facebook en op dinsdag een lekker makkelijk

recept. Op donderdag posten we de beste bonus-

aanbieding voor het weekend en op vrijdag een

recept – en dat wordt die dag in de winkel klaar-

gemaakt door Birgit, onze medewerker die toeval-

lig ook nog ‘ns heel goed kan koken. De mensen

bij je producten betrekken met behulp van social

media, dat heeft volgens mij de toekomst.”

‘Mijn winkel moet altijd top zijn voor de klanten. Daar ga ik heel ver in.’

9

Page 10: GIBO Journaal

Het overkwam kiemgroenteteler Van der Plas

Sprouts uit Broek op Langedijk. Als gevolg van

de EHEC-uitbraak in Duitsland kwam het familie-

bedrijf in woelige wateren terecht. Dochter Eva

van der Plas, verantwoordelijk voor marketing en

pr, kreeg een spoedcursus bedrijfscommunicatie

in de praktijk. “Het kwam heel onverwacht, maar

we begrepen onmiddellijk de ernst van de zaak.

Wat we goed hebben gedaan? We zijn heel open

geweest, vanaf het begin.”

Donker schuurtje

“Het ging heel snel. Toen eind mei de eerste

mensen ziek werden en komkommers en toma-

ten verdacht waren, had mijn vader al het voor-

gevoel dat de volgende groente wel eens taugé

zou kunnen zijn. We hadden onze producten

daarom al in die eerste weken laten testen maar

er was niets gevonden. Op zondag 5 juni hoor-

den we de eerste geruchten dat taugé de bron

van de EHEC-uitbraak zou kunnen zijn. We begre-

pen onmiddellijk de ernst van de zaak. Diezelfde

dag werd er al gebeld: afnemers die hun bestel-

lingen cancelden.” Eva van der Plas blikt terug

op de periode waarin het bedrijf bijna lam werd

gelegd. “Er kwam meteen veel pers op af. Dat

ben je niet gewend in deze sector. We hebben

heel snel gehandeld om de crisis zo goed moge-

lijk het hoofd te bieden. Er is maar een handvol

kiemgroentetelers in Nederland en die zijn alle-

maal hier naar het bedrijf gekomen. We hebben

een gezamenlijke woordvoerder aangewezen en

zijn samen naar buiten getreden. Op televisie

was een donker schuurtje te zien geweest waar

in Duitsland taugé werd gekweekt. Hier is dat

heel anders, hygiëne is enorm belangrijk en we

hebben alle certificaten. Daarom hebben we de

pers een rondleiding gegeven zodat iedereen

met eigen ogen kon zien dat dit een heel schone

sector is.”

Geruchten en onwaarheden

Je hebt alle hygiënecertificaten en een onberis-

pelijke staat van dienst. En toch word je meege-

zogen in een drama waar je onderneming eigen-

lijk geen partij in is. Vooral geruchten en onwaar-

heden zijn lastig te bestrijden. Het nieuws neemt

dan een loopje met je, vindt Eva van der Plas.

“Op dinsdag stond er een bericht in de regionale

krant dat we mogelijk failliet waren. Dat was

natuurlijk helemaal niet zo, maar de verslaggever

had ons op Pinkstermaandag gebeld en er was

niet opgenomen. Het gerucht was niet juist dus,

maar zorgde wel weer voor een nieuwe stroom

onrust. Heel vervelend, onder meer voor onze

medewerkers die toch al bang waren hun baan

te verliezen. Als ondernemer moet je achteraf

steeds weer van alles uitleggen. Op een gegeven

moment werd er een variant van de EHEC-

bacterie gevonden op de rosabikiemen (roze bie-

tenspruiten). Dat komt in het nieuws, maar veel

mensen weten niet dat het hier om een andere,

niet-schadelijke variant gaat. Er wordt ook niet

bij verteld dat iedereen allerlei bacteriën bij

zich draagt, ook van dezelfde familie als de

EHEC-bacterie, maar dat die vaak helemaal geen

kwaad kunnen. De slechte informatievoorziening

is ons tegengevallen, daar kun je als ondernemer

heel weinig tegenin brengen.”

Werktijdverkorting

Als ondernemer moet je meteen handelen, tijd

voor bezinning is er nauwelijks. Vader Theo,

dochter Eva en zoons Pepijn en Sven, allen werk-

zaam in het familiebedrijf, krijgen amper tijd om

them

a

over

gre

nzen

De nachtmerrie van iedere ondernemer:

ergens in Europa gaat er iets mis.

Er wordt al snel met een beschuldigende

vinger gewezen naar een sector, toevallig

de sector waarin uw bedrijf actief is. De

kwestie loopt gierend uit de bocht en

ook al heeft u er part noch deel aan, uw

onderneming komt van de ene op de

andere dag in een crisis terecht.

EHEC-uitbraak treft Van der Plas Sprouts ook zonder

bacterie

10

Page 11: GIBO Journaal

bij te komen van de schrik. Omdat de afzetmarkt

van de ene op de ander dag wegvalt, is er geen

werk meer voor alle medewerkers van Van der

Plas Sprouts. Eva: “We hebben hier in een gewo-

ne week 100 mensen aan het werk, waarvan 53

in vaste dienst. In de eerste week hebben we alle

oproepkrachten en scholieren meteen moeten

afbellen. Gelukkig begrepen ze het wel maar je

voelt je toch schuldig. Omdat we wisten dat het

lang kon duren hebben we de tijdelijke contrac-

ten niet verlengd.”

Voor de vaste krachten besluit het bedrijf werk-

tijdverkorting aan te vragen, maar dat blijkt niet

zo eenvoudig. “Kijk,” zegt Eva en ze laat een

dikke map vol papier zien, “dit is de aanvraag

voor de eerste periode van zes weken. Daarna

moet je weer een nieuwe aanvraag voor werk-

tijdverkorting indienen.” Via LTO Noord wordt

de hulp ingeroepen van Pauline Bouwmeister,

adviseur Personeel & Organisatie van MKB

Adviseurs, het adviesbureau van de GIBO Groep.

“Dat was heel fijn, want Pauline is heel deskun-

dig. Ze weet precies wat er moet gebeuren; wie

er in de aanvraag kan worden meegenomen

en wie niet. Ze kent de contactpersonen bij het

ministerie van Sociale Zaken zodat je snel infor-

matie kunt inwinnen als dat nodig is. Zo hebben

we de aanvraag in korte tijd kunnen regelen.

Heel belangrijk als je bedrijf van de ene op de

andere dag geen inkomsten meer heeft.”

De regeling voor werktijdverkorting houdt in dat

medewerkers in vaste dienst een WW-uitkering

kunnen aanvragen bij het UWV voor de niet-

gewerkte uren. Maar dat kan pas vanaf het

moment dat de aanvraag bij Sociale Zaken is bin-

nengekomen. De looptijd is zes weken, daarna

kun je opnieuw een aanvraag indienen, ook

weer voor een termijn van zes weken. “De eerste

termijn eindigde op 21 juli, de tweede loopt tot

en met 2 september. Van de eerste aanvraag

met Pauline hebben we veel geleerd en nu kun-

nen we het zelf, samen met de accountant. Ik

verwacht dat we nog een derde termijn nodig

hebben, een vierde hopelijk niet meer.”

Geen EU-steun

Steun is er gelukkig ook voor de getroffen onder-

nemers, veel steun zelfs. “Vanaf de eerste dag

komen er e-mails en telefoontjes binnen. We heb-

ben nu, twee maanden later, zeven A-4’tjes vol

e-mails met steunbetuigingen ontvangen. Ook

bieden mensen hulp aan en is er veel begrip voor

onze situatie. Bovendien hebben we het geluk

dat je kiemgroenten in twee weken tijd kunt

oogsten, wij kunnen dus in korte tijd omschake-

len als dat moet. Daardoor hebben we niet veel

hoeven weggooien.” Ondanks de morele steun

is er voor de kiemgroentetelers geen financiële

steun vanuit de EU. “Andere productgroepen,

zoals die van tomaten en aubergines, krijgen wel

steun. Maar wij zijn te klein en hebben daardoor

geen stem in Brussel.”

Dat het weer goed komt, daar heeft Eva alle

vertrouwen in. Al zal het nog lang duren voordat

de markt helemaal hersteld is. “We hebben een

heel betrouwbaar product dat goed te contro-

leren is, vanaf het moment van zaaien tot in

de winkel. We oogsten elke dag, kiemgroenten

zijn dus altijd vers. Ook midden in de winter. De

Nederlandse markt is nu weliswaar afgenomen,

maar we horen van klanten dat ze er wel in

blijven geloven. Vandaag kregen we toevallig

de eerste order weer binnen uit Duitsland – die

markt heeft zes weken helemaal platgelegen.

Frankrijk en Spanje beginnen ook net weer een

beetje te komen, maar in Italië en Denemarken

ligt het nog steeds helemaal stil. Ik verwacht dat

het herstel twee jaar zal duren, maar dat we met

de kerst wel weer een opleving zullen zien.”

‘Weer een leermomentje’

De familieband is alleen maar sterker geworden

vertelt Eva, ondanks de tegenslag en de spannin-

gen. “Mijn vader, broers en ik vormen een hecht

team, heel eensgezind en dat is onze kracht

geweest. Een situatie als dit overkomt je, je bent

hier niet op voorbereid en je weet dus niet altijd

wat het beste voor je bedrijf is. In drie weken

tijd heb ik voor vijf jaar werkervaring opgedaan.

Hoe vaak we niet tegen elkaar hebben gezegd:

‘weer een leermomentje’. Dat de media er ook

nog eens bovenop zaten was heel vervelend,

maar we hebben veel gehad aan de samenwer-

king met andere kiemgroentetelers. En het was

een goede beslissing om openheid van zaken

te geven, te laten zien dat je niets te verbergen

hebt. Dat is nodig om het vertrouwen in ons pro-

duct terug te krijgen.”

Dat een familiebedrijf ook een nadeel kan zijn,

omdat nu de héle familie Van der Plas getroffen

is, daar is Eva het niet helemaal mee eens. “We

zijn weliswaar allemaal getroffen, maar juist

omdat we een hechte familie zijn stonden we er

tenminste niet alleen voor.”

Werktijdverkorting: wanneer en hoeEen Nederlands bedrijf dat te maken krijgt met vraaguitval zoals in de EHEC-crisis, kan werktijdverkorting aanvragen voor haar medewerkers. De overheid heeft hiervoor een regeling ingevoerd om werkgevers te beschermen tegen buitengewone omstan-digheden die niet onder de normale onderne-merschaprisico’s vallen. Om in aanmerking te komen moet het bedrijf voldoen aan enkele voorwaarden:

�� De werkvoorraadvermindering moet ten-minste twintig procent zijn.

�� De werktijdverkorting moet minimaal twee tot maximaal 24 weken duren.

Een bedrijf dat aan deze voorwaarden vol-doet, krijgt voor de betreffende werknemers een WW-uitkering voor de niet-gewerkte uren, vanaf de datum waarop de aanvraag is ontvangen. De aanvraag voor werktijdver-korting moet worden ingediend bij het minis-terie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Eva van der Plas: “In drie weken heb ik voor vijf jaar werkervaring opgedaan”

11

Page 12: GIBO Journaal

Btw: het lijkt een zo’n voor de hand liggende belasting van 19, 6, een vrijstelling en soms 0 procent.

Dat is een misvatting, want het ligt vaak veel complexer. Wie niet uitkijkt, loopt tegen een flinke

strop of een boete aan. Vaak uit onwetendheid. De btw-experts Emile Zijlstra van de GIBO Groep in

Assen en Michel Toet van Flynth in Naaldwijk illustreren dat met enkele voorbeelden uit hun eigen

praktijk.

Eerst maar een misverstand wegwerken. Van

het betalen van btw is in beginsel niemand

vrijgesteld. In tegenstelling tot wat menigeen

denkt, blijven stichtingen, verenigingen, instel-

lingen, scholen, ziekenhuizen, boeren en tuin-

ders niet buiten schot. De btw-wetgeving kijkt

niet naar de rechtsvorm. In principe valt iedere

ondernemer onder de regeling. Zodra er een

betaalde dienst wordt verleend (waarde wordt

toegevoegd) is het betalen van btw aan de orde.

Iedereen moet deze omzetbelasting in rekening

brengen wanneer een dienst verricht is of een

product geleverd, waar een betaling tegenover

staat. Omgekeerd kan hij of zij btw terugvorde-

ren. Een btw-nummer is vereist.

Als uitzondering op de regel zijn prestaties

binnen het onderwijs, de gezondheidszorg of

het verenigingswerk in beginsel vrijgesteld van

btw-heffing. Deze instellingen mogen geen btw

in rekening brengen voor prestaties, maar zij

kunnen ook geen btw terugvorderen. Om die

reden voeren die instellingen vaak geen btw-

administratie. Ook boeren en tuinders kunnen

(onder voorwaarden) ervoor kiezen om buiten de

btw te blijven. Dat wil niet zeggen dat er geen

situaties zijn waarbij ze toch met deze omzetbe-

lasting te maken hebben.

Cavia’s en konijnen

Het luistert allemaal heel precies, want de regels

zijn heel subtiel. Bijvoorbeeld: op voer voor

konijnen zit 6 procent btw. Voor cavia’s is dat 19

procent. Waarom? De wetgeving ziet konijnen

als onderdeel van de voedselketen. Ze worden

gegeten. Voor cavia’s geldt dat niet. Weliswaar

staan ze in Zuid-Amerika op het menu, maar in

Nederland is dat niet het geval. Dus de wet ziet

ze niet als voedsel, maar als huisdier. Dat is een

kleine kwestie. Maar het kan ook om groot geld

gaan, zoals een ondernemer die zijn bedrijf ver-

koopt, daarbij ervan uitgaat dat hij van de koop-

som 19 procent btw mag aftrekken en dit ook zo

met de koper afspreekt. Een misrekening, want

wie een heel bedrijf verkoopt, mag geen btw in

rekening brengen. Vervelend is dat de koper de

ten onrechte in rekening gebrachte btw niet in

aftrek mag brengen. Dit betekent dat de prijs

van het bedrijf 19 procent duurder uitvalt.

Narigheid

De fiscalisten Emile Zijlstra en Michel Toet wer-

ken sinds het samengaan van Flynth en de GIBO

Groep intensief aan dit soort kwesties. “We

versterken elkaar op het vlak van btw-expertise:

meer kennis, meer uitwisseling, nog beter de

zaak tegen het licht houden.” Ze zien in de prak-

tijk regelmatig voorbeelden, waarbij door onder-

nemers te licht naar de btw is gekeken. Met alle

narigheid van dien. “Het komt veel meer voor

dan gedacht.”

Zo vierde een 100 jaar oude school in

Amsterdam feestelijk de opening van een

nieuwe sporthal. De hal was op eigen terrein

gebouwd. Een flinke tijd later kwam de domper:

er viel een aanslag van de fiscus op de mat voor

19 procent btw over de actuele waarde van de

ondergrond plus een boete. De school met de

fonkelnieuwe sporthal was overdonderd. Ze

werkten nooit met btw en ze vroeg ook nooit

iets terug, dus hoezo een aanslag en een boete?

En de hal stond nota bene op eigen grond! De

Belastingdienst was echter van mening dat hier

sprake was van verkoop van de sterk in waarde

gestegen ondergrond aan de school annex

Wie niet uitkijkt met btw, loopt kans op flinke strop

them

a

over

gre

nzen

Op voer voor konijnen zit 6 procent btw; op voer voor cavia's zit 19 procent btw.

12

Page 13: GIBO Journaal

sporthal zelf: 300 vierkante meter à 250 euro

per vierkante meter: oftewel 14.250 euro btw

plus boete. Uiteindelijk lukte het om een streep

door de aanslag te krijgen. Veel narigheid dus,

wat de school had kunnen voorkomen door van

tevoren zaken anders op papier te regelen en

goed te formuleren.

Uitlenen van personeel

In het onderwijs en de zorgsector is het over en

weer uitlenen van personeel een veelvoorko-

mend fenomeen. Op de ene school is de leraar

aardrijkskunde langdurig ziek, een docent van

een andere school valt in. Zijn school stuurt

daarvoor een rekening. De belastingdienst ziet

de betreffende school dan als een soort uitzend-

bureau, dat btw verschuldigd is. “In de zorgsec-

tor komt dat uitlenen veelvuldig voor. Op jaar-

basis gaat het dan al snel om tonnen, soms zelfs

miljoenen euro’s aan btw,” geeft Emile Zijlstra

de ernst van de zaak aan. “Door vooraf zaken

goed te regelen conform de voorschriften, zijn

problemen met de btw te voorkomen. Gaat het

mis, dan is het dubbel vervelend, want de ene

school of instelling moet btw betalen, maar de

ander kan dat bedrag niet terugvorderen. Het is

allemaal te voorkomen door vooraf de zaken te

regelen met een adviseur.”

Bij overheidssubsidies is het eveneens oppas-

sen geblazen, want ook hier ligt btw op de loer.

Heel onschuldig organiseert een stichting met

een dikke subsidie van de gemeente een groot

eenmalig popconcert. Het is zo’n succes dat de

stichting het jaar daarop opnieuw een soort-

gelijk concert op touw zet. Dan komt de fiscus

plots met een btw-aanslag. Is het evenement

eenmalig, dan is er geen btw aan de orde. Maar

is het terugkerend, dan is wel omzetbelasting

verschuldigd. “Het zangkoor dat jaarlijks een

concert geeft en daarvoor entree heft, zou fei-

telijk ook omzetbelasting moeten betalen. Het

gebeurt niet, maar eigenlijk moet het wel,” licht

Michel Toet toe. “Het komt hier heel sterk aan

op de juiste formulering, zowel bij de subsidiege-

ver als bij de ontvanger.”

Villa in Frankrijk

Het buitenland is ook een valkuil. Een

Nederlander met grond in Frankrijk liet een

bevriende Nederlandse architect een mooie villa

ontwerpen, te bouwen in Frankrijk. De architect

schetste een fraai geheel en diende daarvoor

een rekening met btw in, die hij netjes in

Nederland opgaf en betaalde. Fout. Aangezien

het om een villa in Frankrijk ging, had hij in

Frankrijk volgens de Franse regels btw moeten

opgeven. Om het nog even erger te maken, de

in Nederland betaalde omzetbelasting kreeg hij

aanvankelijk niet terug. Ook al was de factuur

onjuist, de btw moest hij toch afdragen. Daarna

crediteren was buitengewoon lastig, omdat dat

aan allerlei regels moet voldoen.

Webshops

En dan internet. Wie daarop activiteiten en

handel ontplooit, gaat al heel snel over grenzen

heen. Webshops hebben binnen de kortste

keren overal klanten. Ze melden zich vanzelf.

Strikt genomen moet (bij veel verkopen) in elk

land de btw volgens de regel van dat land wor-

den afgedragen en moet dat alles ook worden

geregistreerd. In de praktijk gebeurt het niet.

“Webshops zijn zich daarvan vaak niet eens

bewust, maar het gaat onderhand wel om mil-

jarden, die de overheden mislopen,” constateren

de beide deskundigen. In feite is er sprake van

fraude. De vraag is hoe lang overheden dit nog

toelaten.

Toets vooraf

Zo kunnen Emile Zijlstra en Michel Toet nog

meer voorbeelden geven, waarbij btw voor

verrassingen zorgt. Er zit een duidelijke bood-

schap in: wees alert, want iedere handeling kan

verstrekkende btw-gevolgen hebben. Een toets

vooraf is raadzaam. Dat is beter dan repareren

achteraf, als dat al mogelijk is.

Bij een eenmalig concert is geen btw verschuldigd, wel bij terugkerende evenementen.

Links Emile Zijlstra van de GIBO Groep in Assen en rechts Michel Toet van Flynth in Naaldwijk.

13

Page 14: GIBO Journaal

Mr. drs. Emile Zijlstra FB van de

GIBO Groep in Assen, notaris mr.

Hugo Brouwer van Trip Advocaten en

Notarissen in Groningen en Michel

Toet FB van Flynth in Naaldwijk

zitten gebroederlijk aan tafel. Straks

hebben ze overleg met een cliënt.

Hun samenzijn is tekenend voor een

werkwijze die meer en meer ingang

vindt. Verschillende specialisten

– fiscaal, notarieel, accountancy,

advocatuur – buigen zich gezamenlijk

over een meer complexe zaak, om

deze tot een goed einde te brengen.

Specialisten samen aan tafel bij complexe zaak

“Twee weten meer dan één,” geeft notaris Brouwer kernachtig het voordeel

weer. “Er zitten tegenwoordig zoveel aspecten aan een zaak, dat voor een

brede en juiste advisering meerdere specialisten nodig zijn. Het is in het

belang van de klant, dat hij het beste advies krijgt. Je moet dan ook over

de grenzen van je eigen vakgebied kunnen én durven kijken.” Situaties

waarin de specialisten met elkaar rond de tafel gaan zitten doen zich bij-

voorbeeld voor bij het verdelen van een onderneming en de boedel bij een

echtscheiding of een sterfgeval, of bij de verkoop van een bedrijf. Dikwijls

staan er miljoenen euro’s op het spel.

Vanzelf gegroeid

Het is eigenlijk vanzelf gegroeid. Een cliënt klopte bij het accountantskan-

toor aan, maar er zat ook een notariële kant aan de zaak. Al snel gingen

accountant en notaris samen aan tafel zitten. Het omgekeerde gebeurde

ook. Er is een zeer geregeld overleg uitgegroeid. De klant vindt dit prima,

want hij is gebaat bij zoveel mogelijk expertise. “Er is nog nooit een klant

geweest, die aangaf dat hij die samenwerking niet wilde. Onze klant wil

gewoon dat de zaak op de beste manier wordt opgelost,” stelt fiscalist

Emile Zijlstra van de GIBO Groep vast.

“Het heeft alleen maar voordelen als je gemakkelijk kennis uitwisselt,”

meent notaris Brouwer van Trip Advocaten & Notarissen in Groningen. Zijn

kantoor brengt de expertise in rond het notariaat en de advocatuur, de

accountantsbureaus Flynth en de GIBO Groep de expertise op het gebied

van accountancy en fiscaliteit (met name btw), specifiek voor de land- en

tuinbouwsector en het MKB. Daarin is de combinatie GIBO Groep / Flynth

toonaangevend.

Gezamenlijk wordt er in zo’n overleg de zaak besproken, maar ook afgewik-

keld. Wat speelt er? Wat moet er gebeuren? Zien we niets over het hoofd?’

Het zijn de vragen die in het overleg op tafel komen. “De basis is wel dat

je elkaar volledig kunt vertrouwen. Anders werkt het niet,” geeft notaris

Brouwer als belangrijke randvoorwaarde aan.

Complexe vraagstukken

Binnen het accountantskantoor gebeurt in feite hetzelfde, stelt fiscalist

Michel Toet, die zich gespecialiseerd heeft in complexe btw-vraagstukken.

“Als zich iemand meldt die een pluimveebedrijf wil verkopen, haal ik er

direct een adviseur van ons bij die alles afweet van pluimveehouderij.

Hoe het zit met pluimveerechten en de korting daarop bij verkoop, of met

them

a

over

gre

nzen

14

Page 15: GIBO Journaal

Accountant, fiscalist, btw-expert, notaris en advocaat vormen team

ammoniak.” Dat intern uitwisselen heeft een extra push gekregen dankzij

het samengaan van Flynth en de GIBO Groep (zie kader).

Een stap verder gaat de samenwerking ‘over de grenzen heen’ met andere

gespecialiseerde bedrijven. In het verleden gebeurde dat ook, maar dan

bleef het vaak beperkt tot één of meer specifieke vragen. Nu buigen alle

partijen zich gezamenlijk over de zaak. “Het werkt heel praktisch,” con-

stateert Emile Zijlstra. “Als ik met de klant aan tafel zit en er is een acute

vraag over een notariële kwestie, pak ik de telefoon en krijg ik meteen ant-

woord. Vroeger moest je de vraag noteren en vervolgens maar zien dat je

de notaris te pakken kreeg. En het is voordeliger. Wij kunnen wel een akte

op papier zetten, maar dan moet die vervolgens ter controle naar een nota-

ris. Het is veel beter dat de notaris in een keer die akte zelf opmaakt. ” Over

en weer maken ze zo gebruik van elkaars specialismen. “Je kunt niet alles

weten. Ik haak af als het om btw-zaken gaat. Dat is me te specialistisch.

Wij zijn als notarissen weer heel sterk als het over overdrachtsbelasting

gaat,” betoogt notaris Brouwer.

Specialistische kennis

Het is een logisch gevolg van de meer ingewikkelde regelgeving. Daarvoor

is specialistische kennis nodig. Kon vroeger een accountant, een notaris

of een advocaat het hele terrein overzien, nu is dat niet meer mogelijk.

Samen bepalen ze de marsroute. “We overleggen zelfs wie er het beste

met de inspecteur van de belastingen kan overleggen. De ene keer is dat

de fiscalist, maar het kan ook zo zijn dat het beter is dat de notaris contact

heeft of zelfs dat de klant erbij zit. Het gaat om het bereiken van het beste

resultaat.”

Geen garantie

Dat diverse specialisten samen naar een zaak kijken, is geen garantie

dat elke zaak ook tot een goed einde wordt gebracht. “Dat moet je goed

communiceren,” vindt notaris Brouwer. “Ik kom vaak genoeg tegen dat

een klant bij het weggaan zegt ‘succes notaris met het afwikkelen van uw

probleem’ in de veronderstelling dat het goed kom. Dan zeg ik ‘ho,ho, het

is úw probleem. Ik doe mijn best om het op te lossen’.” Door klanten voort-

durend op de hoogte te houden, krijgen ze een indruk van de kans van

slagen. “Dan nog worden wij weleens verrast door een uitspraak van de

belastinginspecteur. En er zijn nu eenmaal ook problemen die niet zijn op

te lossen. Maar onze intentie is dat we binnen de wettelijke mogelijkheden

tot het uiterste gaan.”

Klant plukt vruchten samengaan Flynth en GIBO Groep

Klanten profiteren niet alleen van de gezamenlijke aanpak van hun

vraagstuk door accountants, fiscalisten, notarissen, advocaten en

specialisten. Ze plukken ook de vruchten van het samengaan van

Flynth en de GIBO Groep, stellen Emile Zijlstra en Michel Toet. De

twee accountantsbureaus versterken elkaar.

Zo is er een btw-groep gevormd onder leiding van Rob Zevenbergen,

waarin de specialisten van beide accountantsbureaus samen zitten

met enkele medewerkers van het bureau Vaktechniek van de GIBO

Groep. Zo wordt elk vraagstuk van alle kanten nadrukkelijk belicht

en wordt er over en weer geklankbord. De opzet is om ingrijpende

trajecten van cliënten tot een goed einde te brengen.

In dat licht past ook het serviceplan dat Flynth en de GIBO Groep

nu hanteren. Dat plan is erop gericht om goed in ogenschouw te

nemen wat er precies bij een klant speelt en welke specialisten

nodig zijn om oplossingen te bieden.

Emile Zijlstra geeft een voorbeeld van een klant die bij de GIBO

Groep binnenkwam met een plan voor nieuwbouw. Er zaten juridi-

sche haken en ogen aan, maar ook heel specifieke btw-aspecten.

Juist aspecten waarmee btw-specialist Michel Toet van Flynth

Naaldwijk veel ervaring had. “Intern kijken wij dus ook over onze

grenzen heen. Zo zorgt samengaan voor snelheid en voor het beste

advies.”

15

Page 16: GIBO Journaal

Het leven is wat je overkomt, terwijl je bezig bent andere plannen te maken. Dit citaat van John Lennon

is voor veel mensen herkenbaar. Zeker voor de familie Van Zon van Tingieterij Het Oude Ambacht. Het

plan was om stapsgewijs het bedrijf over te dragen van oom Ties op neef Martijn. Eerst het ambacht en in

verloop van tijd de rest van het bedrijf. Het leven nam een andere wending. De oom overlijdt onverwacht.

Aan de nabestaanden de moeilijke keuze: beëindigen we het bedrijf of kunnen we het voortzetten?

In het Gelderse Alphen, aan de oever van de

Maas, ligt tingieterij Het Oude Ambacht. Het

ambachtelijke bedrijf is door Ties van Zon in

1988 opgericht. Corry van Zon vertelt: “Mijn

man werkte bij een metaalwarenfabriek in Tiel

op de tinafdeling. Daar heeft hij het vak in de

praktijk geleerd. Ook in zijn vrije tijd was hij

bezig met tin bewerken voor vrienden en kennis-

sen. In de garage had hij een eigen werkplaatsje

ingericht. Ties had het wel eens over een eigen

bedrijf en toen de afdeling onverwacht werd

opgeheven en hij op straat kwam te staan, was

het alles of niets.” Met de slimheid en handig-

heid, die een echte ondernemer kenmerken, wist

hij de inventaris van de opgedoekte afdeling

voor schrootprijs te bemachtigen. Ondanks dat

voordeel betekende de bedrijfsstart voor het

echtpaar een duik in het ongewisse. Corry: “We

moesten ons huis verkopen. Daar hebben we het

perceel met de werkplaats voor teruggekocht.

Later hebben we er zelf een woonhuis en show-

room bijgebouwd,” vertelt ze trots.

Huisleverancier van KNVB

Tingieterij Het Oude Ambacht kreeg bij de

opstart hulp van de heer Wolthoorn, oud-direc-

teur van een grote papierfabriek in de regio.

De familie Van Zon was met hem in contact

gekomen via het Ondernemersklankbord: een

netwerk van gepensioneerde ondernemers, die

belangeloos actieve ondernemers adviseren.

Corry: “Hij adviseerde ons onder meer om de

focus te richten op relatiegeschenken voor

bedrijven en instellingen en directe verkoop aan

particulieren. De zaken namen een vlucht en in

het startjaar haalde Ties bijvoorbeeld de KNVB

als klant binnen.”

Inkomsten kwamen ook deels uit toerisme. Mensen

waren geïnteresseerd in het ambachtelijke proces,

het gieten en het forceren. Bij het forceren wordt

van een platte schijf tin op de draaibank een vaas-

je of ander gebruiksvoorwerp gebogen. Dankzij de

bijna rampzalige hoogwaterstand in de Maas in

1993 en 1995 nam het bezoek een vlucht. Corry:

“Bussen vol toeristen kwamen op het hoge water

af. Bij ons konden ze een tussenstop maken voor

een kopje koffie, om op de dijk te kijken, maar ook

in de werkplaats. Ties vertelde over het ambacht

en dat sprak de mensen aan. Toen het water

gezakt was, bleven de gasten komen. We ontvin-

gen ze eerst in onze woonkamer. In 1995 hebben

we een aparte ontvangstruimte gebouwd.”

Onverwachte wending

Martijn van Zon was van kleins af aan al vaak

te vinden in de werkplaats van zijn oom, eerst

tijdens zijn schoolperiode om een zakcentje bij

te verdienen. Na enige tijd ging hij het werk

echt leuk vinden en waarderen, en ging hij ging

er werken. Ties en Corry hadden zelf geen kin-

deren en Martijn werd hij de beoogde opvolger.

Hij volgde de opleiding werktuigbouwkunde en

leerde het gieten en forceren van zijn oom. In

2008 overleed Ties van Zon op 60-jarige leeftijd

totaal onverwacht. Corry was 61, Martijn was

net 27. Corry stond er ineens alleen voor, terwijl

het persoonlijke verdriet geen ruimte overliet

voor alle zakelijke details die geregeld moesten

worden. Corry: “Mijn eerste impuls was: laten

we de stekker er maar uittrekken.” “We moesten

de geplande demonstraties afzeggen; het was

juist de drukste tijd van het jaar,” vult Martijn

van Zon aan. “Daarna heb ik de taken van mijn

oom wel op me genomen, maar daar moest ik

mijn eigen draai in vinden. We kwamen er op

de harde manier achter hoe bepalend mijn oom

was voor het bedrijf.”

them

a

over

gre

nzen

Nieuw perspectief voor Het Oude Ambacht

16

Page 17: GIBO Journaal

Praten en vertrouwen

Corry: “Daarna kreeg ik de rust om goed na te

denken. Hoe moet het nu verder? Het zakelijke

en het privé is in een familiebedrijf zeer verwe-

ven. Alle opties moesten helder worden voor me.

Dat deed ik ook door veel te praten met mensen

die ik kan vertrouwen.” Eén van die mensen is

cliëntadviseur Wijnte Hol van de GIBO-vestiging

in Geldermalsen. “Sinds begin 2008 ben ik

betrokken bij de onderneming,” licht Wijnte toe.

“Ik heb Ties van Zon maar kort gekend. Hij was

een zeer innemende man. Ik ben hier een paar

keer geweest, het voelde als een warm bad en

het was al donker als ik weer wegging.” Corry:

“Martijn en ik konden op Wijnte terugvallen.

We hebben veel gesproken. Ikzelf moest ‘het’

gewoon kwijt. Ik noem Wijnte ook wel eens onze

maatschappelijk werker. Het hielp enorm. Toen ik

wat meer rust kreeg, kwam ook de vastberaden-

heid om door te gaan met het bedrijf. Uit respect

voor Ties en voor de toekomst van Martijn.”

“We gaan de goede kant op.”

“Na zo’n verlies voelt het alsof je er helemaal

alleen voor staat,” belicht Wijnte de situatie

waarin Corry zich bevond. “Dat maakt onzeker.

Ik heb vaak genoeg tegen Corry gezegd dat

haar gevoelens, twijfels en gedachten niet

vreemd zijn. Dat overkomt een ieder die in zo’n

situatie komt te staan.” Corry: “Wijnte gaf me de

bevestiging die ik nodig had. Het gaat goed, we

gaan de goede kant op, zei hij dan.”

De situatie van ‘hoe nu verder?’ duurde onge-

veer een jaar. Martijn: “We hebben ons erdoor

geslagen. Het ambacht zelf had ik dan wel

onder de knie, maar ik kwam erachter wat ik nog

niet wist. Ik wist wel wat er moest gebeuren,

maar niet precies hoe ik dat moest aanpakken.

Er ligt zoveel werk dat opgepakt moet worden,

dat je van alles tegelijk wilt gaan doen. Zonder

je focus echt op één aspect te leggen. Dat vreet

energie. Ook op advies van Wijnte heb ik toen

keuzes gemaakt. Maximaal twee bussen met

gasten per dag. Ook het idee dat ik de boek-

houding er wel bij kon doen, heb ik al snel laten

varen. Dat laten we nu doen bij de GIBO Groep.”

Nieuwe stappen

Het verdriet en de twijfel bij Corry hebben plaats-

gemaakt voor vastberadenheid. Wijnte: “Nu moe-

ten we wel verder en stappen gaan zetten, heb ik

toen tegen Corry en Martijn gezegd. Ze moesten

hun wensenlijstje voor de toekomst opmaken.

Dat was ook het moment dat we wederom een

adviseur via het Ondernemersklankbord, de heer

Buur, in de arm hebben genomen. Om de belan-

gen zuiver te houden, heeft hij Corry in dit deel

van het traject bijgestaan. Ikzelf heb Martijn ver-

der geholpen bij het vaststellen wat er nodig was

voor een verantwoorde overname. Daarna heb-

ben we de wensen op tafel gelegd en heb ik de

denktank bij de GIBO Groep, in de persoon van

fiscalist Ed Schregardus die zeer gespecialiseerd

is in de belastingtechnische kant van dit soort

overdrachten, aan het werk gezet om een plan te

maken voor een gefaseerde overdracht.”

De eerste fase van de overdracht was de oprich-

ting van een commanditaire vennootschap, nu

zo’n anderhalf jaar geleden. Corry wil wel betrok-

ken zijn, maar niet té. “Alles voelt nog zo ‘van

Ties en mij’. Martijn moet zelf zijn weg vinden,”

lacht Corry. Voor Martijn is de hoofddoelstelling

voor de komende jaren helder: “Er moet winst

gemaakt worden. Corry behoort te krijgen wat

haar toekomt en ik wil verder investeren in het

bedrijf. De recente media-aandacht is in elk geval

een extra boost geweest voor ons, waar we op

ingespeeld hebben met miniatuur kampioens-

schalen voor supporters. Wat dat betreft ben ik

Ajax natuurlijk erg dankbaar.”

Bekend van radio en tvEven stond Martijn van Zon volop in de schijnwerpers. De aanleiding was een onge-lukje. Een speler van Ajax had de kampioens-schaal laten vallen tijdens de triomftocht in een open bus. Toeval wilde dat Real Madrid hetzelfde was overkomen. Martijn was – als maker van de prestigieuze schaal – daarna te gast in verschillende radio- en televisie-programma’s. Meest gestelde vraag was of hij de schaal heeft moeten oplappen. “De schaal heeft een plek gekregen zoals die nu is, beschadigd en wel. Hij verbeeldt het roe-rige seizoen 2010-2011 en de hectische ont-knoping van de competitie,” lacht Martijn.

De hand van de meesterMartijn heeft het ambacht geleerd van een ware meester. In de ontvangstruimte staat een elegant vaasje. Corry pakt het op: “Ties maakte deze vaasjes uit één plaatje tin.” “Dat is mij nog nooit gelukt,” reageert Martijn. “En dat is geen schande. Enige tijd geleden hadden we hier een paar gepensi-oneerde heren die ook als forceur hadden gewerkt. Zij zeiden unaniem dat zo’n vaasje alleen uit twee plaatjes gemaakt kon wor-den. Maar Ties maakte ze écht uit één stuk,” benadrukt Corry. “Voor mij is dat dus ook nog een doelstelling – naast het verder uit-bouwen van het bedrijf – voor de toekomst: de laatste kneepjes van dit ambachtelijke vak boven water halen,” besluit Martijn.

17

Page 18: GIBO Journaal

Maar dat is niet altijd het geval. Iedere etikettering kent zijn fiscale gevol-

gen, terwijl u ook niet zomaar kunt terugkomen op een eenmaal gemaakte

keuze. Reden te meer om de mogelijke opties goed op een rijtje te zetten.

We beperken ons in dit artikel tot aandachtspunten voor de inkomstenbe-

lasting. Voor de btw gelden weer andere regels waarop we in dit artikel

niet ingaan.

Algemene regels van vermogensetikettering

In de inkomstenbelasting zijn er drie verschillende situaties denkbaar.

Hoofdregel is dat u vrij bent in uw keuze om een vermogensbestanddeel

tot uw ondernemings- of privévermogen te rekenen. Er is dan sprake van

keuzevermogen. Máár u mag daarbij niet de grenzen van de redelijkheid

overschrijden. Is de relatie met één van beide sferen (privé of zakelijk) te

overheersend, dan zult u het vermogensbestanddeel moeten toerekenen

aan die sfeer.

In het algemeen gaat de belastingdienst ervan uit dat, wanneer u het

vermogensbestanddeel voor meer dan 90 procent privé gebruikt, u ver-

plicht bent het tot uw privévermogen te rekenen. U kunt dus niet een

privéwoning die u niet gebruikt voor uw onderneming aanmerken als

ondernemingsvermogen. Andersom kan natuurlijk ook, gebruikt u het

vermogensbestanddeel voor meer dan 90 procent zakelijk, dan is dat ver-

plicht ondernemingsvermogen. Uw bedrijfspand zal dus in het algemeen

Privé- of ondernemingsvermogen: een wereld van verschil

Grenzen aan etikettering van uw pandKoopt u als ondernemer een pand, dan moet u nagaan of dat pand al dan niet op uw balans

moet of mag komen: de zogenaamde vermogensetikettering. Vaak heeft u een keuze om een

vermogensbestanddeel als ondernemingsvermogen te ‘labelen’ of als privévermogen.

18

Page 19: GIBO Journaal

verplicht ondernemingsvermogen zijn. Gaat het om een auto, dan wordt

niet gekeken naar een percentage maar of u meer dan 500 km privé rijdt

met die auto. Doet u dat niet, dan kunt u die auto niet tot uw privévermo-

gen rekenen. Vooral rond de etikettering van panden gelden bijzondere

aandachtspunten.

Fiscale gevolgen van etikettering

Hoort een vermogensbestanddeel al dan niet verplicht tot uw onderne-

mingsvermogen, dan heeft u daarvoor (mogelijk) een aantal speciale tege-

moetkomingen. Zo kunt u de afschrijving ten laste van uw fiscale resultaat

brengen en heeft u mogelijk ook recht op investeringsaftrek. Daarnaast

heeft u in bepaalde situaties zelfs recht op specifieke faciliteiten, zoals

energie-investeringsaftrek, milieu-investeringsaftrek of willekeurige

afschrijving op het vermogensbestanddeel. Keerzijde is dat u belasting

verschuldigd bent over de boekwinst, wanneer u het bestanddeel verkoopt

of overbrengt naar uw privévermogen.

Maakt het vermogensbestanddeel deel uit van uw privévermogen, dan

hoeft u bij verkoop geen inkomstenbelasting te betalen over de eventuele

winst. Maar u heeft dan ‘tijdens de rit’ ook geen recht op de fiscale facili-

teiten en u kunt ook niet de jaarlijkse afschrijving ten laste brengen van

uw resultaat. U kunt hoogstens bepaalde kosten ten laste van uw resultaat

brengen. Schoolvoorbeeld zijn de zakelijke reiskosten met uw privéauto,

die u voor 0,19 euro per kilometer kunt ‘doorbelasten’ bij uw eigen onder-

neming.

Bijzondere regels bij panden

De etiketteringsregels gelden ook bij panden, zij het dat juist daar ook nog

een aantal bijzondere aandachtspunten geldt:

�� Afzonderlijke etikettering bij splitsbare panden

Het komt vaak voor dat een pand gesplitst is of gesplitst of gemengd wordt

gebruikt, denk bijvoorbeeld aan een woonwinkelpand. In dat geval zult

u eerst moeten nagaan of het pand splitsbaar is, of de delen zelfstandig

rendabel te maken zijn. Oftewel: kunt u de delen zelfstandig verhuren? Is

dat het geval, dan moet u de verschillende zelfstandige delen afzonderlijk

etiketteren volgens de hiervoor geschetste hoofdregels.

�� Niet splitsbaar, maar wel gesplitst gebruikt

Het is mogelijk dat het pand niet splitsbaar is, maar dat een deel van het

pand wordt gebruikt voor ondernemingsdoeleinden en het andere deel

voor privédoeleinden. In dat geval heeft u een keuze. U kunt de hoofdre-

gels op het geheel toepassen of per onderdeel.

�� Niet splitsbaar, maar wel gemengd gebruikt

Is het pand niet splitsbaar en niet gesplitst in gebruik, dan is er wel moge-

lijk sprake van gemengd gebruik. Dan geldt de hoofdregel voor het geheel.

In dat geval is er sprake van keuzevermogen, tenzij de grenzen der redelijk-

heid zouden worden overschreden met een bepaalde keuze.

�� Koppelaankopen

Het kan zijn dat een ondernemer een winkelpand wil kopen, maar dat part

of the deal is dat hij dan ook een ander pand erbij koopt. Of dat hij een

winkel wil kopen, maar dat hij dan ook de bovenwoning(en) moet kopen.

Het andere pand of de bovenwoning(en) worden dan vaak niet binnen de

onderneming gebruikt. Ook dan gelden de regels zoals ze hiervoor zijn

geschetst. Aangezien beide delen gesplitst of minimaal splitsbaar zullen

zijn, zullen beide delen afzonderlijk geëtiketteerd moeten worden. Gaat

de ondernemer er zelf in wonen en niet gebruiken voor zijn onderneming,

dan is dat verplicht privévermogen. De rechter heeft beslist dat wanneer

het bij de koppelaankoop gekochte deel wordt verhuurd, dat niet tot het

verplichte privévermogen behoort, maar sprake is van keuzevermogen, ook

al wordt het niet feitelijk gebruikt binnen de onderneming.

Niet zo maar terug te komen op keuze

De etikettering in de aangifte over het jaar van aanschaf is in beginsel defi-

nitief. Zodra de aanslag definitief is geworden, kunt u daar in de toekomst

niet zomaar op terugkomen. Er zijn wel een aantal uitzonderingssituaties:

�� Gewijzigd gebruik of wijziging in de aard van het pand

Het spreekt voor zich dat een wijziging in het gebruik kan leiden tot een

herziening van de etikettering. Denkt u bijvoorbeeld aan de situatie waarin

u een deel van uw woning die u in het verleden helemaal tot uw privéver-

mogen heeft gerekend gaat inrichten voor uw onderneming. Zo kon ook

een ondernemer die zijn garage tot praktijkruimte had omgebouwd, zijn

hele pand, dus ook het woondeel, als ondernemingsvermogen bestempe-

len. Het praktijkdeel was in totaal 14,5 % van het hele pand.

�� Bijzondere omstandigheid bij keuzevermogen

Is sprake van keuzevermogen, dan kunt u alleen op een eenmaal gemaakte

keuze terugkomen wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden.

Buiten een gewijzigd gebruik of een wijziging van de aard van het pand,

valt daarbij te denken aan een wetswijziging. Als u kunt hardmaken dat u

de oorspronkelijke keuze niet had gemaakt als de nieuwe wet toen al van

kracht was geweest, kunt u mogelijk op uw keuze terugkomen.

�� Foute etikettering

Heeft u een vermogensbestanddeel aangemerkt als ondernemingsvermo-

gen, terwijl het verplicht tot het privévermogen hoort, dan moet dat op

grond van de zogenaamde foutenleer in het oudste nog openstaande jaar

worden gecorrigeerd.

Zou u het pand vanaf het begin af aan onterecht als ondernemingsvermo-

gen hebben aangemerkt en zou u daar pas bij staking van uw onderne-

mingsvermogen achterkomen, dan wordt het pand alsnog in het laatste

nog openstaande jaar onbelast naar privé overgebracht.

Was het pand in eerste instantie wel terecht als ondernemingsvermogen

geëtiketteerd, maar is die etikettering door een latere verandering van

omstandigheden onjuist geworden, dan leidt dat ook tot een aanpassing

in het laatste nog openstaande jaar. In dat geval moet u alsnog afrekenen

over het verschil van de boekwaarde en de werkelijke waarde in dat laatste

nog openstaande jaar.

De te betalen belasting wordt verminderd als u kunt aantonen dat u dan

meer belasting moet betalen dan wanneer het pand wel op het juiste

moment naar uw privévermogen zou zijn overgebracht.

Tot slot

Zoals zo vaak in het belastingrecht zijn de grenzen vaak niet al te scherp.

Dat geldt ook voor de vermogensetikettering. Vaak heeft u een keuze.

Aangezien u niet zomaar op die keuze terug kunt komen, is het van belang

om in uw aangifte een weloverwogen beslissing te nemen. Uw GIBO advi-

seur geeft u daarbij graag raad.

19

Page 20: GIBO Journaal

© 2011 GIBO Groep

redactie Meander 261

Postbus 9221

6800 KB Arnhem

telefoon (026) 354 26 00

[email protected]

www.gibogroep.nl

redactie Gert ten Have, Martin Kuiter

auteurs Jan Breembroek, Peter Furer,

Martin Kuiter, Robert Rutgers, Hans Siemes

ontwerp bhgo, ontwerp voor web en druk, Arnhem

fotografie Jan Sibon, Anita Pantus, GIBO Groep,

Nationale Beeldbank

De redactie heeft dit GIBO Journaal met uiterste zorg samengesteld. Desondanks kan de GIBO

Groep geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden of onvolkomenheden.

Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de GIBO Groep worden overgenomen. Het

GIBO Journaal editie Agro verschijnt driemaal per jaar in een oplage van 22.000 exemplaren.

Flynth en GIBO Groep hebben vestigingen inAalsmeer, Alkmaar, Almelo, Almere, Alphen

aan den Rijn, Amersfoort, Amsterdam, Arnhem,

Assen, Bergen, Bleiswijk, Boskoop, Breda,

Brunssum, Dalfsen, Den Haag, Deurne, Deventer,

Diessen, Doetinchem, Drachten, Dronten, Ede,

Eindhoven, Elst, Emmeloord, Emmen, Etten-Leur,

Geldermalsen, Groenlo, Groningen, Haaksbergen,

Haarlem, Hardenberg, Harderwijk, Harlingen,

Heerhugowaard, ’s-Hertogenbosch, Hoofddorp,

Houten, Joure, Katwijk, Lichtenvoorde, Lisse,

Lochem, Maastricht, Mijdrecht, Naaldwijk,

Nijmegen, Oldenzaal, Ootmarsum, Raalte,

Ridderkerk, Roelofarendsveen, Roermond, Schagen,

Sneek, Spakenburg, Stadskanaal, Ter Aar, Uden,

Ulft, Urk, Valkenswaard, Velsen-Noord, Venlo,

Winterswijk, Woerden, Wolvega, Zeewolde, Zeist,

Zevenaar, Zoetermeer, Zwaagdijk-Oost en Zwolle.

Van GIBO Groep naar Flynth

GIBO Groep wordt Flynth. Daarmee begint een nieuw tijdperk en verdwijnt ook het GIBO Journaal. Wat voor het GIBO Journaal in de plaats komt, houden we nog even geheim. Onze organisatie gaat vanaf 1 januari 2012 verder onder de naam Flynth. Dat lijkt een onlogische keuze, aangezien de GIBO Groep de grootste fusiepartner is qua omzet, omvang en ook een grotere naamsbekendheid geniet. Maar er zijn meer feiten en argumenten die aan de keuze voor de naam Flynth ten grondslag liggen.

Bij onze fusiepartner Flynth (voormalig LTB)

is ruim drie jaar geleden een nieuwe, frisse

naam en huisstijl doorgevoerd. Daarin is fors

geïnvesteerd. Het nieuwe merk Flynth, dat in

de markt is gezet, spreekt aan. Dat blijkt uit

verschillende evaluaties. Flynth wordt gezien

als dynamisch en vooruitstrevend, terwijl van-

uit historische gronden aan GIBO Groep een

degelijk en bescheiden imago kleeft.

Veel overeenkomsten

Blauw Research heeft in opdracht van Flynth

en de GIBO Groep een merkbelevingsonderzoek

uitgevoerd. Onderzoekers hebben klanten, inter-

mediairs en medewerkers van Flynth en de GIBO

Groep gevraagd naar de associaties die beide

merken oproepen. Unaniem komt naar voren

dat iedereen veel overeenkomsten ziet tussen de

beide organisaties en weinig verschillen.

U geeft bijvoorbeeld aan dat het een logische

keuze is van Flynth en GIBO Groep om te

fuseren. Ze zijn beiden sterk in het MKB, GIBO

Groep is daarnaast nog altijd een toonaan-

gevende dienstverlener voor de agrarische

sector en datzelfde geldt voor Flynth voor de

tuinbouwsector. Beide organisaties zijn goed

lokaal vertegenwoordigd en spreken de taal

van de klant. Verder noemen de respondenten

de laagdrempeligheid en het hoge niveau aan

vak- en branchekennis. Kritiek is er ook. Zo

zijn beide organisaties onvoldoende proactief

richting hun klanten. Klanten hebben bij de

GIBO Groep het gevoel dat ze zich vooral richt

op de agrarische sector. Dat terwijl meer dan

tweederde van alle klanten ondernemers zijn in

het MKB. Klanten zien Flynth vooral een op het

MKB-gerichte dienstverlener.

Vooruitzichten

Respondenten geven aan dat de fusieorgani-

satie zich moet blijven positioneren in de MKB

markt, maar niet als concurrent van de ‘big

four’, de multinationale accountantsorganisa-

ties. Deze zijn veel duurder, maar hebben wel

een sterker kwaliteitsimago als het gaat om

dienstverlening aan de grootzakelijke markt en

internationaal opererende organisaties.

Flynth als naam voor de nieuwe organisatie

is prima, belangrijker is dat de organisatie

zelf maar niet verandert. De lokale aanwezig-

heid en betrokkenheid moeten blijven. En ook

geeft u aan dat u uw vaste contactpersoon

wilt behouden. Het onderzoek geeft aan dat

er voldoende redenen zijn om voor de naam

Flynth te kiezen. Het logo en uitstraling van

Flynth is moderner en dynamischer dan dat van

de GIBO Groep. Maar de boodschap houdt het

klantgerichte van de GIBO Groep: wij delen uw

gedrevenheid als het gaat om het eigen bedrijf

en het ondernemen. Het nieuwe Flynth positi-

oneert zich op vooruitstrevendheid, betrokken-

heid en ondernemerschap.