Gemengde oefeningen, een Lachertje!

4
DEEL 4 : GEMENGDE OEFENINGEN Frank Pollet . Abimo Uitgeverij 1 Jullie hebben met de vorige deeltjes van deze reeks boekjes gewerkt? Dan schrijven jullie dus nu de werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd én de voltooide deelwoorden gewoonweg foutloos? Mooi zo! Bovendien is jullie moppenvoorraad aanmerkelijk vergroot, en da’s toch ook mooi meegenomen, niet? In dit deeltje van de reeks Werkwoorden Vervoegen? Een Lachertje! maken we het niet nog wat moeilijker. We herhalen gewoon datgene wat je eigenlijk allemaal al kent. De enige moeilijkheid – nou ja, moeilijkheid – is dat een en ander gemengd gebruikt wordt. Wanneer naast een werkwoord staat: tt, dan betekent dit dat je het werkwoord in de tegenwoordige tijd vervoegt. Staat er vt, dan maak je er de correcte vorm van in de verleden tijd. Dat vd nooit vermeld wordt, heeft te maken met het feit dat je dit meteen zult merken wanneer je aan zo’n zin bezig bent. Het blijkt telkens de enige mogelijkheid te zijn. Let op: soms staat naast een werkwoord géén aanduiding of het werkwoord in tt of vt moet. De reden is dan dat je zélf in de zin of situatie naar aanwijzingen moet zoeken. Een voorbeeldje maakt dit meteen duidelijk: Frieda (hebben) ______ vorig jaar nog rood haar; nu (zijn) _____ het echter groen. Dat het eerste stuk van deze zin om verleden tijd gaat, is meteen duidelijk. De aanduiding is hier ‘vorig jaar’, en dus schrijven we: Frieda had vorig jaar nog rood haar. In het tweede deel van de zin hebben we echter te maken met de tegenwoordige tijd. Ook dát staat er niet bij vermeld, maar aangezien we het woord ‘nu’ zien, weten we genoeg. En dus schrijven we: ... nu is het echter groen. (Of Frieda’s moeder daar zo tevreden over is, laten we hier wel in het midden!) Voilà. En dan aan het werk: op jou wachten maar liefst 28 prettige oefeningen. Begin er maar snel aan, ze worden ongeduldig! Duidelijk? Aan de lach!

description

Enkele voorbeelden uit Gemengde oefeningen, een Lachertje!

Transcript of Gemengde oefeningen, een Lachertje!

Page 1: Gemengde oefeningen, een Lachertje!

DEEL 4 : GEMENGDE OEFENINGEN

Frank Pollet . Abimo Uitgeverij

DEEL 4 : GEMENGDE OEFENINGEN

1

Jullie hebben met de vorige deeltjes van deze reeks boekjes gewerkt? Dan schrijven

jullie dus nu de werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd én de voltooide

deelwoorden gewoonweg foutloos? Mooi zo! Bovendien is jullie moppenvoorraad

aanmerkelijk vergroot, en da’s toch ook mooi meegenomen, niet?

In dit deeltje van de reeks Werkwoorden Vervoegen? Een Lachertje! maken we

het niet nog wat moeilijker. We herhalen gewoon datgene wat je eigenlijk allemaal

al kent. De enige moeilijkheid – nou ja, moeilijkheid – is dat een en ander gemengd

gebruikt wordt.

Wanneer naast een werkwoord staat: tt, dan betekent dit dat je het werkwoord in

de tegenwoordige tijd vervoegt.

Staat er vt, dan maak je er de correcte vorm van in de verleden tijd.

Dat vd nooit vermeld wordt, heeft te maken met het feit dat je dit meteen zult

merken wanneer je aan zo’n zin bezig bent. Het blijkt telkens de enige mogelijkheid

te zijn.

Let op: soms staat naast een werkwoord géén aanduiding of het werkwoord in tt

of vt moet. De reden is dan dat je zélf in de zin of situatie naar aanwijzingen moet

zoeken. Een voorbeeldje maakt dit meteen duidelijk:

Frieda (hebben) ______ vorig jaar nog rood haar; nu (zijn) _____ het echter groen.

Dat het eerste stuk van deze zin om verleden tijd gaat, is meteen duidelijk. De

aanduiding is hier ‘vorig jaar’, en dus schrijven we: Frieda had vorig jaar nog rood haar.

In het tweede deel van de zin hebben we echter te maken met de tegenwoordige

tijd. Ook dát staat er niet bij vermeld, maar aangezien we het woord ‘nu’ zien,

weten we genoeg. En dus schrijven we: ... nu is het echter groen. (Of Frieda’s

moeder daar zo tevreden over is, laten we hier wel in het midden!)

Voilà. En dan aan het werk: op jou wachten maar liefst 28 prettige oefeningen.

Begin er maar snel aan, ze worden ongeduldig!

Duidelijk? Aan de lach!

4 GEM werkboekje.indd 1 13/06/12 13:02

Page 2: Gemengde oefeningen, een Lachertje!

WERKWOORDEN VERVOEGEN? EEN LACHERTJE!

Frank Pollet . Abimo Uitgeverij

WERKWOORDEN VERVOEGEN? EEN LACHERTJE!

2

1.

Omer Oplinter (zijn - tt) ___________ een man die graag (reizen - tt) __________ .

Minstens driemaal per jaar (worden - tt) ______________ dit landje hem te klein

en (instappen - tt) ______________ hij het vliegtuig ______________ om in het

buitenland allerlei fraais te gaan bezoeken.

Bovendien (doorbrengen - tt) ______________ Omer met zijn vrouw graag enkele

weekends ______________ in de Ardennen.

Tijdens één van deze prettige weekends (gebeuren - vt) ______________ het

volgende…

Omer (verblijven - vt) ______________ in een klein hotelletje in La Broche. De man

die het hotelletje (uitbaten - vt) ______________ , (beweren - vt) ______________

dat hij feilloos het weer (kunnen - vt) ______________ voorspellen.

‘Als ik (willen – tt) ____________ weten welk weer het (worden) ____________ ,

dan (kijken) ______________ ik op buienradar.be, maar u dus niet. U (kijken)

______________ naar eh… de natuur’, (besluiten - vt) ______________ Omer na

zijn gesprek met de man, ‘dus wanneer men het bosje bomen daar op de heuvel

(kunnen - tt) ______________ zien, (betekenen - tt) ______________ het dat er

regen op komst (zijn - tt) ______________, nietwaar? Ha, ja, dat (hebben - tt)

______________ u mij daarnet toch (vertellen) ______________ , niet?’

De ontzettend vriendelijke pensionhouder (beamen - vt) ______________ de

bewering met een hoofdknik.

‘Maar,’ (vervolgen - vt) ____________ Omer, ‘wat voor weer (zijn - tt) __________

het als men dat bosje daar helemaal NIET (zien - tt) ______________?’

‘O,’ (antwoorden - vt) ______________ de man, ‘dan (zijn - tt) ______________ het

aan het regenen!’

4 GEM werkboekje.indd 2 13/06/12 13:02

Page 3: Gemengde oefeningen, een Lachertje!

DEEL 4 : GEMENGDE OEFENINGEN

Frank Pollet . Abimo Uitgeverij

DEEL 4 : GEMENGDE OEFENINGEN

3

2.

Zuinige Jef (komen - vt) ___________ te laat op zijn werk.

Natuurlijk (reageren - vt) ______________ zijn baas niet al te vriendelijk:

‘En, wat (zijn - tt) ______________ er nu weer (gebeuren) ______________ , Jef?

Ik (vinden - tt) ______________ dat je me wel een verklaring verschuldigd (zijn - tt)

______________ ; voor de derde keer deze week (zijn - tt) ______________ je te

laat...’

‘Wel, meneer de directeur,’ (antwoorden - vt) ______________ Jef, ‘in de

Muizenlaan (zijn - vt) ______________ iemand een munt van één euro (verliezen)

______________ .’

‘Hm,’ (brommen - vt) ______________ de directeur, ‘(doorgaan) ______________ ,

man, we (gaan - tt) ______________ hier niet de hele dag staan!’

‘Er (zijn - vt) ______________ zeker vijfentwintig, nee, misschien wel dertig mensen

die (helpen - vt) ______________ zoeken.’

‘Als er al zoveel hulp (bieden) ______________ (worden - vt) ______________ ,

waarom (moeten - vt) ______________ jij

daar dan kost wat kost blijven staan?’

‘Tja, meneer de directeur,’ (zeggen - vt)

______________ Jef ten slotte, ‘tja, eh, dat

muntstuk… Ik (staan - vt) ______________

er met mijn voet bovenop!’

4 GEM werkboekje.indd 3 13/06/12 13:02

Page 4: Gemengde oefeningen, een Lachertje!

WERKWOORDEN VERVOEGEN? EEN LACHERTJE!

Frank Pollet . Abimo Uitgeverij

WERKWOORDEN VERVOEGEN? EEN LACHERTJE!

4

3.

Pepijn Everzwijn, de stroper waarover we het in vorige boekjes al (hebben)

______________ (hebben - tt) _____________ , (zich bevinden - tt) ____________

zich nu helemaal op het verkeerde pad. Gisteren (worden) ______________

hij door de politie (oppakken) ______________ en vandaag (worden - tt)

______________ hij door een advocaat (ondervragen) __________________ .

‘Jaja, Pepijn, beken maar dat je daar (hebben - tt) ______________

(inbreken) ______________ . Ik (hebben - tt) ______________ je daarnet zélf

(uitleggen) ______________ hoe je te werk (gaan) ______________ (zijn - tt)

______________’, (beweren - tt) ______________ de advocaat.

Maar Pepijn, die niet van gisteren (zijn) ______________ , (antwoorden - tt)

______________ : ‘Maar nee, meester Fripon, ik (bekennen - tt) ______________.

niets, ik (hebben - tt) ______________ helemaal niet (inbreken) ______________.

Maar, meneer de advocaat, ik (willen - tt) ______________ u wél bedanken

voor het plan dat u me daarnet (hebben - tt) ______________ (uitleggen)

______________ . Het (kunnen) ______________ me later misschien nog wel eens

van pas komen.’

4.

(Zijn - tt) ______________ je gek op vreemde verhalen? Ja?!

Dan (moeten - tt) ______________ je zeker dit hier eens lezen.

Het (zijn - tt) ______________ echt (gebeuren) ______________ !

(En als het niet echt (gebeuren) ______________ (zijn - tt) ______________ , dan

(zullen - tt) ______________ het vast en zeker nog wel eens gebeuren!)

4 GEM werkboekje.indd 4 13/06/12 13:02