Gedichtenbundel, Vita aqua

15
Jace van de Ven

description

Dit is een modern vormgegeven gedichtenbundel wat als relatiegeschenk voor klanten van Branbant Water is bedankt. Om het simpel te houden is er gekozen voor het lettertype Helvetica.

Transcript of Gedichtenbundel, Vita aqua

Page 1: Gedichtenbundel, Vita aqua

Jace van de Ven

Page 2: Gedichtenbundel, Vita aqua

Vita Aqua

Page 3: Gedichtenbundel, Vita aqua
Page 4: Gedichtenbundel, Vita aqua

Vita aquaBakenWatermonsterOphaalbrugBrasemPhantasmeStuifzwamReunieBinnenvarenDies aquae

Page 5: Gedichtenbundel, Vita aqua

Opduikend uit het waterSchudt hij zijn natte snuitEen nieuw gezicht ontstaat erUit druppels, bot en huid

Die er niet was bestaat weerHij wrijft zijn ogen uitHij ruikt, hij hoort en maakt erZijn eigen stemgeluid

Vanaf het strand springt hijHoog in een golf en lachtOm de geslaagde landing

En tegenstrooms dwingt hijHet water terug met kracht:Hij zwemt dwars door de branding

Page 6: Gedichtenbundel, Vita aqua

De eerste zonnestralenBeschenen een fantoomDe visser met zijn dobberAls baken in de stroom

Dat was toen heel de oeverNog vol met eenden stondEn onder water zwom erDe snoek van honderd pond

Maar hatweejo bleek waterO darm der industrieWaar alleen boten kwaken

De zon schijnt maar voor wieDe visser met zijn bakenVerzon een alibi

Page 7: Gedichtenbundel, Vita aqua

Hij is in water en mijn bootScheert rakelings zijn duister levenHij grijpt mij maar ternauwernoodRuk ik me los en wend mijn steven

Kompas en kaart slaan overboordIk vlucht gehaast naar om het evenWaar hij gezien wordt noch gehoordWaar godweetwat mij rust kan geven

Ik vind die in het lamplicht maarRiskeer niet te gaan slapen daarHij zich verstopt in alle hoeken

Dus peins ik wakend jaar na jaarWat kwam hij in het water zoekenAls hemeldier volgens de boeken?

Page 8: Gedichtenbundel, Vita aqua

De brug spert traag haar tandeloze muilEen rijnaak komt behoedzaam ingevarenEen meeuw zeilt weg met trage vlieggebarenEn spiedt naar lekkers tussen kadevuil

De bruggeman knikt groetend naar de bootEn schrijft haar naam op voor de goede ordeHij laat de brug weer langzaam wegdek wordenEn stelt de scheepvaartlichten in op rood

Quo vadis stond er op de boeg als klachtAan alle bruggemannen die hem groetenDe schipper weet best wat hij zal ontmoetenHij vaart om grint van Tilburg naar Maasbracht

Page 9: Gedichtenbundel, Vita aqua

Een brasem aan de lijn van doodsangst roodEn voor het leefnet ook net iets te groot

Hij ligt nu op de kade en verroert geen vinEen kapmeeuw duikt, vliegt verder zonder zin

Wat vliegen vliegen zoemend om hem heenDe zon verdroogt zijn schubben een voor een

Een jongen met een hengel in zijn handenBukt en vist maden uit zijn ingewanden

Page 10: Gedichtenbundel, Vita aqua

Waarom regent het op zee wanneerWolken stijgen om het land te drenkenWater mitrailleert zich vooraleerAchter strand en duin zich uit te schenken

Zie die oorlogsdans om het bestaanEn hoe het aan land komt om te vechtenOm het vuur te doven, ons te slaanEn om berg na berg langzaam te slechten

En na eeuwen springt het tij zo hoogDat de zeeënchaos komt gestegenNieuw begin of eind met regenboogAls corona rond een bol van regen

Maar er wacht wellicht een Noah in zijn bootOp zijn duif met twijg of is die duif al dood?

Page 11: Gedichtenbundel, Vita aqua

Nu het zomeravondweerlichtDagjesmensen huiswaarts drijftEn alom de stilte neerligtRust hij maar zijn onrust blijft.

Onrust die door hoge dradenNaar de horizonten zoemtRadars loerend op de kadeSchreeuwen hun silentium

Eens zal hier de stuifzwam blinkenOogverblindend blitst zijn lichtStralend zal hij hem verminkenDie daar aan het water ligt

Nu nog schikt die zijn kledijWant het bliksemt al dichtbij

Page 12: Gedichtenbundel, Vita aqua

Dit is het water dat buiten mij wastZwemmend heb ik me er schoon in gewassenSchaatsend heb ik er mijn naam ingekrastDit zijn de zee en het ijs op de plassen

Zo smaakt het water dat binnen mij wastZout als aluinsteen en zoet als melasseKlein universum met als enig houvastBloed rond te jagen en tranen te brassen

Eens zal het een in het ander verdrinkenZo vanzelfsprekend als kenterend tijWat zal het goed zijn om mee weg te zinken

Dan zal ik weten wat nu ruist in mijWater dat ik dronk en dat mij komt drinkenTotdat het fluistert: herenigd is hij

Page 13: Gedichtenbundel, Vita aqua

‘s Avonds binnenvaren, zoeken op de tastWaar is kustlicht, waar een richtinggevend bakenWie geen loods wil zal die aan de grond gerakenHeeft de havenmeester plaats voor nog een gast

Waarom dooft het zoeklicht aan de voorste mastWaarom weet het anker zich niet vast te hakenOnnut roer waaronder bak- en stuurboord krakenHoe vindt het een dukdalf, waar klampt het zich vast

Man-te-roer die goede raad met voeten treedtDaar vergaat jouw schip met man en muis of ligt erToch een loodsboot voor je klaar wat niemand weet

Daar voorbij de laatste stad daar zwijgt de dichterWant wat wil hij dichten als zijn reis compleetWordt. Het is dan zwarte nacht of blijvend lichter

Page 14: Gedichtenbundel, Vita aqua

Een dagje aan het waterWat is het helemaal?Wat inhoudsloos gesnaterVan eendenvolk that's all

Elk droomgezicht vergaat erAl deinend, maar finaalJe zuipt jezelf een katerNog voor het avondmaal

Wat kan je anders danBraaf op de golfslag drijvenJe kroost een kaartje schrijven

Wat werd er van die manDie door de branding heenzwomEn die maar steeds niet weerkomt?

Page 15: Gedichtenbundel, Vita aqua

Gedichten van Jace van de VenGezet uit HelveticaOmslagontwerp en typografie Tom van LieshoutOplage 1 exemplaar