Gedenk de vrouw van Lot
-
Upload
kerk-noordwolde -
Category
Spiritual
-
view
456 -
download
2
description
Transcript of Gedenk de vrouw van Lot
‘Gedenk de vrouw van Lot’Voorganger: Ds. Poot
Organist: Johannes de Vries
Zouden wij ook éénmaal komen
Lied voor de dienst
GB 33
1
Zouden wij ook éénmaal komen,
waar de levensstrook ontspringt.
En aan d’altijd groene zomen
Christus’ kerk Zijn lof steeds zingt?
Laat ons streven eens te komen
aan de zilv’ren stromen,
Waar aan d ‘altijd groene zomen
Christus’ kerk ’t Hosanna zingt.
2
Zalig, heerlijk zal ’t ons wezen,
daar verlost van zonde^en pijn
Rein, van alle smet genezen,
meer dan d’eng’len Gods te zijn
Laat ons streven eens te komen
aan de zilv’ren stromen,
Waar aan d ‘altijd groene zomen
Christus’ kerk ’t Hosanna zingt.
3
Laat ons in die hope leven;
God, Die ons haar vreugde biedt,
Wil Zijn Geest als pand ons geven,
Dat genade^ons is geschied.
Laat ons streven eens te komen
aan de zilv’ren stromen,
Waar aan d ‘altijd groene zomen
Christus’ kerk ’t Hosanna zingt.
4
Haastig spoedt ons leven henen;
maar het uur breekt spoedig aan,
dat van hemelglans omschenen
saâm voor Jezus’ troon wij staan.
‘Gedenk de vrouw van Lot’Voorganger: Ds. Poot
Organist: Johannes de Vries
Zingt een nieuw lied voor God den HERE
Psalm 98 1 en 4
1
Zingt een nieuw lied voor God den HERE,
want Hij bracht wonderen tot stand.
Wij zien Hem heerlijk triomferen
met opgeheven rechterhand.
Zingt voor den HEER, Hij openbaarde
bevrijdend heil en bindend recht
voor alle volkeren op aarde.
Hij doet zoals Hij heeft gezegd.
4
Laat alle zeeën, alle landen
Hem prijzen met een blij geluid.
Rivieren klappen in de handen,
de bergen jubelen het uit.
Hij komt, Hij komt de aarde richten,
Hij komt, o volken weest verblijd,
Hij komt zijn koninkrijk hier stichten,
zijn heil en zijn gerechtigheid.
Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
als in de beginne,
nu en immer
en van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen
Laat ons nu vrolijk zingen!
Gezang 20 1,2 en 3
1
Laat ons nu vrolijk zingen!
Komt, heft uw liedren aan
voor Hem, wie alle dingen
altijd ten dienste staan.
Ik wil de Heer daarboven
lofprijzen hier op aard,
ja, Hem van harte loven,
die veilig mij bewaart.
2
Hoe goed is 't hun die bouwen
op Isrels vaste rots,
hun die zich toevertrouwen
de trouwe handen Gods.
Zij hebben 't heil verkregen,
de allerschoonste schat;
God leidt hen op zijn wegen,
hun voet wordt moe noch mat.
3
Hij is de Heer, de sterke,
in Hem is alle macht.
Dat zeggen ons zijn werken,
dat zeggen dag en nacht,
de aarde en de hemel,
de mensen en het vee,
en alles wat er wemelt
in 't water van de zee.
Wetslezing
Zoekt eerst het koninkrijk van God
Opwekking 40
Zoekt eerst het koninkrijk van God
en zijn gerechtigheid,
en dit alles krijgt u bovendien.
Hallelu, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja,
hallelu, halleluja.
Men kan niet leven van brood alleen,
maar van ieder woord
dat door de Heer gesproken wordt.
Hallelu, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja,
hallelu, halleluja.
Bidt en u zal gegeven zijn,
zoekt en gij zult het zien,
klopt en de deur zal voor u opengaan.
Hallelu, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja,
hallelu, halleluja.
Gebed
'k Stel mijn vertrouwen
Opwekking 42
Kinderlied
'k Stel mijn vertrouwen
op de Heer, mijn God.
Want in zijn hand
ligt heel mijn levenslot.
Hem heb ik lief,
zijn vrede woont in mij.
'k Zie naar Hem op en 'k weet:
Hij is mij steeds nabij.
2 Petrus 2:4-10
Schriftlezing
4 Immers, God heeft zelfs engelen die gezondigd hadden niet gespaard maar hen in de Tartarus geworpen. Daar, in de diepste duisternis, blijven ze opgesloten om hun vonnis af te wachten. 5 Evenmin heeft hij de wereld uit de voortijd gespaard; alleen Noach, de heraut van de rechtvaardigheid, liet hij met zeven anderen in leven toen hij de watervloed over die wereld vol zondaars liet komen.
6 Ook Sodom en Gomorra heeft hij tot de vernietiging veroordeeld, hij heeft die steden in de as gelegd en ze daarmee ten voorbeeld gesteld aan alle zondaars van latere tijden. 7 Maar Lot, die rechtvaardig was en zwaar leed onder de losbandige levenswandel van die wettelozen, redde hij. 8 Deze rechtvaardige woonde te midden van hen, en dag in dag uit werd zijn rechtschapen ziel gekweld wanneer hij hoorde en zag hoe ze zich aan God noch gebod stoorden.
9 De Heer blijkt dus vromen uit de beproeving te kunnen redden en onrechtvaardigen gevangen te kunnen houden tot de dag van het oordeel, om hen dan te straffen. 10 Hij straft vooral diegenen die zich, door onreine verlangens gedreven, overgeven aan schaamteloze losbandigheid en het gezag van de Heer verachten.
Overmoedig en arrogant als ze zijn, schrikken ze er niet voor terug hemelse machten te lasteren,
Genesis 19:12-29
Schriftlezing
12 Daarna vroegen ze aan Lot: ‘Hebt u hier nog meer familie? Zonen, dochters, een schoonzoon, ga met iedereen die bij u hoort weg uit deze stad. 13 Wij staan namelijk op het punt deze stad te verwoesten: er zijn zulke ernstige beschuldigingen tegen haar ingebracht dat de HEER ons hierheen heeft gestuurd om haar te verwoesten.’ 14 Lot ging naar zijn schoonzoons, de mannen die met zijn dochters zouden trouwen, en zei tegen hen: ‘Vlug, weg uit deze stad, want de HEER gaat haar verwoesten.’ Maar zijn schoonzoons namen hem niet serieus.
15 Zodra het licht begon te worden zetten de engelen Lot aan tot spoed: ‘Vlug, ga hier weg met uw vrouw en uw twee dochters, anders komt u om en wordt u het slachtoffer van de misdrijven die in deze stad zijn begaan.’ 16 Toen Lot aarzelde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand, omdat de HEER hem wilde sparen, en ze trokken hem mee de stad uit. Pas buiten de stad bleven ze staan.
17 Toen zei een van hen: ‘Vlucht, uw leven is in gevaar! Kijk niet om en sta nergens in de vallei stil. Vlucht de bergen in, anders komt u om.’ 18 Maar Lot antwoordde: ‘Nee, dat niet, mijn heer! 19 U hebt het beste met uw dienaar voor, u bewijst mij een grote weldaad door mij in leven te laten. Maar ik kan onmogelijk naar de bergen ontkomen, het onheil zou mij inhalen en ik zou alsnog sterven.
20 Dat stadje daar is dichtbij, dat zou ik kunnen halen. Geef mij de kans om daarheen te vluchten, dat zou mijn redding kunnen zijn; het is maar een onbeduidend stadje.’ 21 Hij kreeg ten antwoord: ‘Ook in dit opzicht zal ik u ter wille zijn: het stadje dat u bedoelt zal ik niet wegvagen. 22 Vlucht daarheen en haast u, want tot u daar aangekomen bent kan ik niets doen.’ Zo kreeg die stad de naam Soar.
23 De zon was al opgegaan toen Lot in Soar aankwam. 24 Toen liet de HEER uit de hemel zwavel en vuur neerkomen op Sodom en Gomorra25 en hij vernietigde die steden en de hele vallei, met de inwoners van al de steden en met alles wat er op het land groeide. 26 De vrouw van Lot, die achter hem liep, keek om en veranderde in een zuil van zout.
27 ’s Morgens vroeg ging Abraham naar de plaats waar hij bij de HEER had gestaan. 28 Toen hij uitkeek over Sodom en Gomorraen over de hele vallei, zag hij dikke rookwolken van het land opstijgen als uit een smeltoven.
29 Toen God de steden wegvaagde waar Lot had gewoond, liet hij Lot aan de ondergang ontkomen. Zo hield God, toen hij de steden in de vallei verwoestte, rekening met Abraham.
Het duurt niet lang meer tot de tijd
Gezang 279:1,2,3 en 4
1
Het duurt niet lang meer tot de tijd
van Christus aan zal breken,
en Hij in grote heerlijkheid
het oordeel uit zal spreken.
Het lachen is dat uur gedaan,
als alles zal in vuur vergaan,
naar Petrus heeft geschreven.
2
Dan klinken de bazuinen luid
tot aan de verste kimmen.
Dan zullen alle doden uit
hun smalle graven klimmen.
Maar die nog op de aarde gaan,
die zal de Heer van stond af aan
tot nieuwe mensen maken.
3
Als Hij het boek geheven houdt
en leest wat staat geschreven,
wat ieder mens zo jong als oud
op aarde heeft bedreven,
hoort ieder mens Hem bevend aan,
hoort ieder wat hij heeft gedaan
de dagen van zijn leven.
4
Wee dan de mens die enkel heeft
het aardse goed verkoren,
niet bij des Heren woord geleefd,
de hemel heeft verloren.
Hij zal voorgoed ter zijde staan,
met satan mede moeten gaan,
van Christus af, in 't duister.
Lucas 17:22-33 (32)
Schriftlezing
22 Tegen de leerlingen zei hij: ‘Er komt een tijd dat jullie ernaar zullen verlangen een van de dagen van de Mensenzoon te zien, maar jullie zullen die dag niet meemaken. 23 Dan zullen de mensen tegen jullie zeggen: “Kijk daar!” of: “Kijk hier!” Maar doe dat niet en schenk er geen aandacht aan. 24 Want zoals de bliksem licht geeft wanneer hij van de ene naar de andere kant van de hemel flitst, zo zal de Mensenzoon verschijnen.
25 Maar eerst moet hij veel lijden en door deze generatie verworpen worden. 26 En zoals het eraantoe ging in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon: 27 ze aten, ze dronken, ze huwden, ze werden uitgehuwelijkt, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam die iedereen verzwolg.
28 Of zoals het eraantoe ging in de dagen van Lot: ze aten, ze dronken, ze kochten, ze verkochten, ze plantten, ze bouwden; 29 maar op de dag waarop Lot wegtrok uit Sodom, regende het vuur en zwavel uit de hemel en kwamen allen om. 30 Zo zal het ook gaan op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard.
31 Wie op die dag op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om zijn bezittingen te gaan halen, en wie op het land is moet niet naar huis terug willen gaan. 32 Denk aan de vrouw van Lot! 33 Wie probeert zijn leven veilig te stellen zal het verliezen, maar wie het verliest zal het behouden.
Het duurt niet lang meer tot de tijd
Gezang 279:5
5
O Jezus, help mij dan ter tijd
terwille van uw wonden,
dat in het boek der zaligheid
ook mijn naam wordt gevonden.
Ik koester ook geen twijfel meer,
ik weet ook wel, getrouwe Heer,
dat Gij hebt overwonnen.
"Gedenk de vrouw van Lot"
Verkondiging
God richt zich op, de vijand vlucht
Psalm 68: 1 en 7
1
God richt zich op, de vijand vlucht;
zijn haters voor zijn aangezicht,
als rook zijn zij verdreven.
Zij zijn als was in deze vlam,
zijn woede heeft hen, waar Hij kwam,
ten dode opgeschreven.
Maar de getrouwen zijn verblijd,
zij staan voor Hem in vrolijkheid,
zij zijn verrukt van vreugde.
Zingt God en speelt zijn naam ten prijs,
zingt Hem op een verhoogde wijs
om wat uw hart verheugde.
2
Draagt op een lied, aan Hem gewijd
die spoorslags op de wolken rijdt;
hoog is de Naam verheven!
Hij, vader van 't verweesde kind,
bij wie een vrouw bescherming vindt
in haar vereenzaamd leven.
Hij, HERE in zijn heiligdom,
doet wie verlaten was, weerom
het samenzijn ervaren.
Wie was gevangen wordt bevrijd,
maar Hij verbant in eenzaamheid
al wie weerspannig waren.
Dankgebed en voorbeden
Collecte
Jezus zal heersen waar de zon
Gezang 281: 1 en 4
1
Jezus zal heersen waar de zon
gaat om de grote aarde om,
de maan zijn lichte banen trekt,
zover het verste land zich strekt.
4
Laat loven al wat adem heeft
de koning die ons alles geeft.
O aarde om dit nieuw begin
stem met het lied der englen in.
Zegen
Vanavond 19:00Dhr. Pasterkamp
‘Het Laatste Woord’