FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2...

12
Afh I. Fossielen verzamelen op de schelpenhoof) te Den Briel. Pieter A. M. Gaemers OVER FOSSIELEN UIT DE WESTERSCHELDE INLEIDING. Wanneer we fossielen verzamelen, die afkomstig zijn van de schelpenhopen bij de kalkovens te Den Briel of Yerseke, dan moeten we goed voor ogen houden, dat dit materiaal van zeer verschillende ouderdom is. Dit is niet verwonderlijk, als we bedenken dat dit afkomstig is uit de Westersehelde, die zich op verscheidene plaat- sen zo diep heeft ingesneden, dat deze zelfs Tertiaire lagen erodeert (wegslijpt), die hier op vrij geringe diepte in de ondergrond voorkomen. Deze Westersehelde heeft, evenals vele geulen die in het verleden bestaan hebben in Zeeland, heel wat materiaal dooreengemengd. Dit werpt grote problemen op, vooral voor de stratigraaf, die de juiste opeenvolging van de lagen, ieder met zijn eigen fauna, wil vinden. Het is hierdoor mogelijk om uit bijna alle delen van het Kenozoïcum fossielen te verzamelen, ofschoon het overgrote deel van de fossielen afkomstig is van het Plioceen en Onder-Pleistoceen. In tabel 1, een overzicht van het hele Kenozoïcum, kunt u zien, welke tijdvakken fossiel vertegenwoordigd zijn (deze zijn vetgedrukt). Buiten de fossiele zijn er ook veel subfossiele en recente schelpen te vinden. Veelal kan de kleur uitkomst brengen bij het onderscheiden van (sub)fossiel en recent materiaal. Fossielen zijn meestal wit van kleur door uitloging en missen de glans van vele recente schelpen. Bovendien komen de fossiele soorten voor het grootste deel niet meer in de tegenwoordige Nederlandse fauna voor. Subfossielen komen nog wel in onze fauna voor en zijn eveneens meestal wit van kleur. De onder- scheiding alleen door middel van kleur is niet erg betrouwbaar: er zijn nogal wat soorten fossielen die wel kleur hebben (onder andere Neptunea, Pecten, Chlamys, Ostrea, Terebratula) en recente schelpen kunnen door de zon gebleekt worden. VITA MARINA — Zeebiologische documentatie juni 1966 Fossielen 1

Transcript of FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2...

Page 1: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

Afh I .

Fossielen verzam elen op de schelpenhoof) te D en B riel.

P ie te r A. M.

Gaemers

O V E R F O S S I E L E N UIT DE

W E S T E R S C H E L D E

INLEIDIN G .

W anneer w e fossie len verzam elen , die afkom stig zijn van de schelpenhopen bij de k alk oven s te D en B rie l o f Y erseke, dan m oeten w e goed voor ogen houden, dat dit m ateriaal van zeer versch illen d e ouderdom is. D it is n iet verw onderlijk , a ls w e bedenk en dat d it afkom stig is uit de W estersehelde, d ie zich op verscheidene p laat­sen zo diep h eeft ingesneden, dat deze zelfs T ertiaire lagen erodeert (w egslijp t), die h ier op vrij geringe d iepte in de ondergrond voorkom en. D eze W estersehelde h eeft, even a ls v e le geu len die in h et verleden bestaan hebben in Z eeland, h eel w a t m ateriaal dooreengem engd. D it w erpt grote problem en op, vooral voor de stratigraaf, d ie de ju iste opeenvolging van de lagen, ieder m et zijn eigen fauna, w il vinden.H et is h ierdoor m ogelijk om u it bijna a lle delen van h et K enozoïcum fossie len te verzam elen , ofschoon h et overgrote d eel van de fossie len afkom stig is van h et P lioceen en O nder-P leistoceen . In tabel 1, een overzicht van h et h e le K enozoïcum , k u nt u zien, w e lk e tijdvakken fossiel vertegenw oordigd zijn (deze zijn vetged ru k t). B uiten de fossie le zijn er ook v ee l su bfossiele en recen te schelpen te v inden . V eela l kan de k leur u itkom st brengen bij h et onderscheiden van (su b )fo ss ie l en recent m ateriaal. F ossielen zijn m eestal w it van kleur door u itlog ing en m issen de g lans van v e le recen te schelpen . B ovendien kom en de fo ssie le soorten voor h et grootste d eel n ie t m eer in de tegenw oordige N ederlandse fauna voor. S u b fossielen kom en n og w e l in onze fauna voor en zijn eveneens m eestal w it van kleur. D e onder­scheid in g a lleen door m iddel van k leur is n iet erg betrouw baar: er zijn nogal w at soorten fossie len die w e l kleur hebben (onder andere N eptu n ea , P ecten , C hlam ys, O strea, T erebra tu la ) en recente schelpen kunnen door de zon geb leek t w orden.

V IT A M A R IN A — Zeebiologische docum entatie ju n i 1966 Fossielen 1

Page 2: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

Tabel 1. Stratigrafie van het Kenozoïcum voor Z-W-Nederland.

H oofd tijd vak Periode Tijdperk TijdO uderdom in m ilj.

jaren

m e t H oloeeen- 0,01

Jon g-P le istoceen E em ien - en H o lstein ien -

transgressie

£wwÜow

O ud-P leistoeeenIeen ienA m stelienP oederlien 2

£P lioceen Scald isien

10SPO:hho

M ioceenD eurnien ( — D iestien )A n versienH outhalien 25

NO£Ww

O ligoceenC hattienR upelienT ongrien 40

PA

LE

OG

EE

N

Eoceen

B arton ienL edienL utétienY présien

60

P aleoceenL andénienH eersienM ontien

70

MESOZOÏCUM KRIJT D anien

FO SSIE L E N OUDER D A N PLIOCEEN.

H et m ateriaal, dat ouder is dan het P lioeeen, n eem t m inder dan 0,1 % in van de totale h oevee lh e id fossielen.U it h et E oceen zijn o.a. bekend: Turri te l la so landeri, T. im brica taria , Mesalia tu rb in o id es (d rie slakken u it h et L utétien ) (van R egteren e.a .), O strea p licata

V IT A M A R IN A — Zeebiologische docum entatie ju n i 1966 — Fossielen 2

Page 3: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

A fb . 2. 1. T u rr i teü a solanderi (x Ah ) ; 2. Turri te l la im brica tar ia (x %.); 3. Mesalia tu rb in o ides (x V A ); 4. Ostreu plica ta (x % ); 5. Cardita p lanicosta ta (x % ).

(m ogelijk ook O ligoceen) en aan een gek itte num m ulietjes (foram in iferen ). B o v en ­dien w orden op het strand van Cadzand vaak h aa ie- en roggetanden aangetroffen , naast de altijd sterk verw eerd e tw eek lep p ige Cardita planicosta ta . U it h et O ligoceen is w ein ig bekend, daar de lagen h ier bestaan u it d ikke k leip aketten , w aarin m aar w ein ig fossie len voorkom en. Een slak u it deze periode is A quilo fu su s waeli . H et m eest voorkom ende fossiel, tevens g idsfossiel, is de tw eek lep p ige N uculana ( ■ - L eda) deshayesiana uit het R upelien . H et M ioceen is even a ls het E oceen w eer zandig ontw ikkeld .E n k ele slakken u it het A nversien zijn Conus du jardin i , C y m a t iu m ta rb e l l ian u m en Ficus condita (v . R egteren e.a .). P ycn o do n ta cochlear is een tw eek lep p ige u it h et M ioceen. Ook vondsten van haaietanden en w alv isb otten zijn m eesta l van M iocene ouderdom . Een in teressante bijzonderheid is, dat er afgerolde, O nder-M iocene haaietanden bekend zijn (o.a. ook u it A ntw erpen , in h et G rind van Burcht, vo lgen s m ed ed elin g geo logische w erk groep ), terw ijl er in N ederland en het aangrenzende deel van B elg ië nog nooit O nder-M ioceen is aangeboord. W aarschijnlijk zijn deze

2 3 4

A fb. 3. 1. Aquilofusus w ae li (x IV2 ) ; 2. Nuculana (L eda) desh ayen ian a (x 1); 3. Conus du jard in i (x 1); 4. C y m a t iu m tarbe ll ianum (x 1).

V IT A M A R IN A — Zeebiologische docum enta tie ju n i 1966 — Fossielen 3

Page 4: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

haaietanden de overb lijfselen van een geërodeerde O nder-M iocene m ariene laag. Bij de transgressie (u itbreid ing van de zee), d ie de lage landen w eer geh ee l onder w ater zette, zijn ze in het jongere, M iocene sed im ent (a fzettin g ) opgenom en. D e B rachiopoden d ie uit de W esterschelde afkom stig zijn, zijn grotendeels van B o v en - M iocene ouderdom . Lingula d u m ortier i , een inarticu late (zonder slo t) brachiopode, w aarvan alleen schelpfragm enten zijn te vinden, kom t voor in het D eurnien en in de zanden van K attendijke ( = basis Sca ld isien ). De m eest voorkom ende brach io­pode is T erebra tu la perfora ta ( = T. m a x im a = T .g ra n d is ) u it h et B oven M ioceen en P lioceen . Een andere soort T erebra tu la w ordt ook w e l gevonden even a ls de nog zeldzam ere Terebra tu lin a en een Rhynchonella .

A fb . 4. 1. Ficus condita (x % ); 2. P ycn odon ta cochlear (x V2 ); 3. L ingula du m o r tie r i (x IV2 ) ; 4. T erebra tu la p erfora ta (x %).

HET K LIM A A T V A N BOVEN-M IOCEEN TOT M ID DEN -PLEISTO CEEN.

In het D eurnien (B oven -M ioceen ), w aarvan in Z eeland zeker resten te v in d en zijn (o.a. ook de w orm D itru p a ) , had onze om geving een gem atigd m editerraan klim aat, w at af te leiden is u it de arm e foram iniferenfauna.H et Sca ld isien heeft een behoorlijk rijke fauna gehad aan foram in iferen (er zijn ± 90 soorten gevonden en het aantal ind ividuen is groot). H et is in deze tijd iets w arm er g ew eest dan tegenw oordig, aangezien arctische (noordp ool-) e lem en ten in de fauna ontbreken. In het P oed erlien beginnen de noordelijke in v loed en g e le id e ­lijk aan een k le in e rol te spelen. D e afzettingen) u it deze tijd, even a ls die u it A m stelien en Icenien, dragen een littoraal (strandzone) karakter, terw ijl in h e t S cald isien en D eurnien de zee iets dieper is gew eest, w at o.a. u it het voorkom en van brachiopoda is af te leiden . In de loop van het A m stelien w orden de arctische in v loed en gestad ig sterker, w at zich u it in een arm er w ordende fauna m et steeds m eer boreale (noordelijke) elem en ten . In het Icenien ten slo tte w ord t de fauna b eh eerst door echte arctische vorm en. H et aantal soorten foram in iferen is heel gerin g gew orden .In h et P re -T ig lien ( = A m stelien ) begon de ijstijd. D e zee trok zich steeds verder terug, zodat ons land en de zu idelijke N oordzee droogvielen . D it kw am doordat de zeesp iege l daalde (m axim aal on geveer 125 m ), van w ege h e t onttrekken van w ater aan de oceanen, dat zich rond de P oo lstrek en ophoopte in de vorm van sn eeu w en ijs. In d e Interglacialen , de w arm e tussentijden, steeg de zeesp iegel w eer sterk, zodat er vee l land overstroom d w erd.

V IT A M A R IN A — Zeebiologische docum enta tie ju n i 1966 -—- Fossielen 4

Page 5: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

Afb. 5. G renzen tussen zee en land: a. D eurnien; b. Sealdis ien - Poederlien; e. A m ste l ien ; d. Icenien. De pij len w ijzen in de r ichting van de zee.

OECOLOGISCHE OM STANDIG HEDEN IN HET PLIO -PLEISTO C EEN .H et P lio -P le isto ceen is dus een tijd gew eest, w aarin het k lim aat langzam erhand verslech terde. D at h et een m ilieu betreft m et over het a lgem een rustige sed im en ­tatie, z ien w e duidelijk aan de afgezette sed im enten . D eze bestaan m eesta l u it fijne tot m iddelkorrelige zanden, som s overgaande in k le ien en som s grovere banken bevattend. D eze laatste w ijzen op sterkere strom ingen. D e k leur variëert voornam e­lijk van donkergroen in h et D eurnien tot groen ig en lichtgroen ig in h et Seald isien en P oederlien , terw ijl in het A m stelien en Icenien een grijze k leur dom ineert. D e groene k leur w ordt veroorzaakt door g lau con iet (Fe-j | S ii0 m .2 0 H | - 2 K [O H ]), een m ineraal dat gem akkelijk w ordt geoxyd eerd en om gezet in roodbruine roest (2FeaO:i.3HüO), d ie het zand verk it en zo een flin k e resisten tie b iedt tegen erosie. D e aanw ezigheid van g lauconiet duidt aan dat er een rustige zee w as ten tijde van h et a fzetten van de groengek leurde sed im enten . A ndere argum enten voor de ru stige sed im entatie, d ie toch gestadig doorging, zijn:1° H et voorkom en van koralen, waaroncler C ryp tan g u la angulosa, die bijna altijd in sym b iose lee ft m et H eleporel la pu lm ata , een soort m osd iertjes. Som s echter overw oek eren de m osd iertjes het koraal.

V IT A M A R IN A Zeebiologische docum enta tie ju li 19G6 — Fossielen 5

Page 6: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

Tabel 2. Overzicht van de fossielen, voorkomende op de schelpenhopen.

T yp e-afb eeld in gD iergroepen A antal soorten

1. F oram inifera - G aatjesdragers

97(variëte iteninbegrepen)

2. P orifera - Sponzen

1

3 A nthozoa - K oralen

4

4. V erm es - W orm en

5. B ryozoa -M osdiertjes

126

6. Brachiopoda - A rm potigen

5

7. A m phineura - K everslakken

2

8. Gastropoda - B uikpotigen

± 230

9. P elecypoda -T w eek lep p igen

± 180

10. Scaphopoda - Stoottanden

5

11. O stracoda -M osselkreeftjes

12. O perculata - Z eepokken

13. B rachyura - K rabben

m in. 1

14. E chinoidea - Z eeëgels

4

15. P isces - V issen

16. C etaceaW alvissen

17. L andzoogdieren

V IT A M A R IN A — Zeebiologische docum entatie ju li 1966 — Fossielen 6

Page 7: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

V oorkom en Ouderdom F ossilisatie K leur

Z eer talrijk in verk itte zand

B oven M ioceen P lio -P le istoceen

M eestal gave exem plaren

W it, bruinig e.d. vaak w at glanzend

Z eldzaam E oceen Verk. nu m m ulietjesV ele naald jes in verk itte zand

P lio -P le istoceen A lleen k a lk - naaldjes

D oorzichtigk leurloos

Zeldz.; kolonies, so lita ire dieren

M io-P lioceen R edelijk goed W it, bruinig

A lgem een M io- P lio - P leistoceen

M eestal goed; kok ertjes van kalk

Wit, bruin

A lgem een; altijd kolon ies

P lioceenP leistoceen

V aak gave kolonies

G elig, roodbruin, grijsgroen

A lgem een; vnl. losse k leppen

B oven M ioceen P lioceen

R anden m eesta l beschadigd

D onkerbruin of groenig, b lauw

Z eldzaam M io-P lioceen L osseschelpstukken

W it tot bruin, som s glanzend

Z eer talrijk; k lein e soorten in het verk itte zand

Vooral P lioceen P leistoceen , ook M io-, O ligo- en Eoceen

V eel gave exem plaren

M eest w it of bruinig

Zeer talrijk; m eest losse kleppen

Vooral P lio -P le is- toceen, ook M io-, O ligo- en Eoceen

V eel gave exem plaren

M eest w it, ook gelig , bruin ig of groen ig

N iet erg algem een P lio -P le istoceen(M ioceen)

Bijna altijd fragm enten

W it, vaak w at paarsachtig

Talrijk; losse k lep jes in zand

P lio -P le istoceen M eestal gaaf W it, g e lig

A lgem een; vaak aan elkaar

P lio -P le istoceen V eel gave exem plaren

W it, bruin, olijfgroen

Vrij a lgem een schaardelen

P lioceen ? P leistoceen

A lleen fragm enten van de scharen

W it m et paarsig of bruin of grijs

Talrijk; stek eltjes in verk itte zand

P lio -P le istoceen S tek eltjes: som s gaaf; doosjes: m eest fragm enten

W it, bruin

W ervels, otolieten, tandschubben, tan ­den, k auw platen .

P lio -P le istoceenM ioceen

W ervels: altijd beschadigd; tanden: vaak a fgesleten

D onkerblauw tot zw art o f bruin

Vrij zeldzaam ; w erv els o.a.

(P lio -P le isto ceen ) M ioceen

W ervels altijd beschadigd

D onkerblauw tot zw art

Vrij a lgem een; tanden, kiezen, a ller le i botten

P leistoceen M eestalbeschadigdesk eletd elen

D onkerbruin tot lichtbruin , ook d.b lauw to t zw art

V IT A M A R IN A — Zeebiologische docui nen ta tic ju li 1966 — Fossielen 7

Page 8: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

2° H et talrijke voorkom en van zeer vee l soorten m osdiertjes a ls op zich ze lf staande kolon ies, d ie tak -, w aa ier-, en knolvorm ig kunnen zijn, naast v e le soorten die overk orstingen vorm en over schelpen e.d.3° H et voorkom en van zeer vee l soorten slakken die, even a ls koralen en v e le m osdiertjes, m eesta l geen troeb el w ater en een zich steeds verp laatsen d e zand­bodem kunnen verdragen.4° T enslotte h et talrijke voorkom en van verscheid en e soorten zeepokken, die zeer groot kunnen w orden (w e l 7,5 cm ), ook een aanw ijzing voor een rustige zee d ie voedselrijk w as.O verigens h eeft d it rustige m ilieu a lleen geh eerst in D eurnien , S cald isien en een d eel van h et P oederlien , w an t bovenstaande argum enten geld en a lleen voor deze perioden. In h et A m stelien en Icenien w orden er m eer grovere banken a fgezet dan in het P lioceen en ging de sed im entatie w aarschijnlijk sn eller (door h et verlagen van de zeesp iegel in de g lacia len (ijstijden) konden de r iv ieren een grotere erode­rende w erk in g u itoefenen en brachten dus ook m eer zand en k le i naar de zee ). H et re la tie f k leinere p ercentage organisch m ateriaal in A m ste lien en Icen ien in vergelijk ing m et P lioceen (en P oederlien ) w ijst in d ie richting, even a ls de m ollu s- kenfauna d ie goed aan troebel en onrustig w ater is aangepast en h et ontbreken van glauconiet.

ONDERZOEK V A N HET SEDIM ENT N AA R ZIJN FO SSIELIN H O UD .

A lleen dat zand, w aarvan w e m et zekerheid kunnen zeggen, dat het geen com po­nenten (sam en stellen d e d elen ) bevat uit versch illende geo log ische tijdperken, kom t hiervoor in aanm erking. Los gruis en zand, gezeefd uit de schelpenhopen, kom t in d it h oofdstukje dus n iet ter sprake, om dat de ouderdom van de afzonderlijke fo s­sie len op deze m anier n iet of nauw elijks is vast te stellen .H et onverm engde zand, dat vaak enorm vee l organisch m ateriaal bevat, is in D en B riel en Y erseke te v inden in de grcte gastropoda (zoals N ep tu n ea , Scaphella., Nassarius, B u cc in u m ). Ook kunt u het v inden als sterk verk itte brokken m et een w isselen d g laucon ietgeh alte en een even een s w isse len d kalkgehalte . D eze brok­stukk en bevatten vaak m osdiertjes of w orm gangen. A ndere organism en die v e e l­vu ld ig zijn aan te treffen , zijn Foram iniferen, M ollusca en Ostracoda. Sterk k alk ige brokken lichtgroengrijze g lauconitische zandsteen zitten som s vol m et gangen van boorm ossels. D eze gangen bevatten som s w eer ander sed im ent dat nog n ie t sterk verk it is. D it zand bevat ve le foram iniferen en schelpen, w aardoor de ouderdom ervan te bepalen is. D ergelijke stukken steen zijn n iet zelden te v inden tussen de schelpen . W aarschijnlijk zijn h et resten van een oudere geërodeerde laag, resten, die in h et Scald isien (d it is, zoals zal blijken, de ouderdom van het sed im en t dat de boorgangen vu ld e) m et een zeestrom ing zijn m eegevoerd en in h et sed im ent van d ieze lfd e tijd zijn opgenom en. D e opvu lling is zandiger, en en igszins bruin van kleur. M et behulp van de foram in iferenassociatie (-sa m en lev in g ) kunnen w e de ouderdom bepalen . D eze associatie bestaat u it en ige karaktersoorten — die vee l voorkom en in een bepaalde laag of lagen, daarboven en daaronder n ie t of m eestal v ee l m inder — , een aantal accessorische (b egele id en d e) vorm en — die w ein ig voorkom en in de laag die w e beschouw en — , en som s w at loca le soorten —

V IT A M A R IN A Zeebiologische docum enta tie ju li I9(i(» Fossielen 8

Page 9: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

die a lleen op bepaalde plaatsen, som s in grote h oeveelh ed en , voorkom en (ten D am ). D e ouderdom blijkt Scald isien te zijn, als w e gaan vergelijken m et de foram in i- ferenassociaties, d ie u it boringen bekend zijn (ten D am ).V ele fossie le resten kan m en praktisch alleen in h et ingesp oeld e en la ter enigszins verk itte zand terug'vinden (tabel 2): k leine P elecypoda, Gastropoda, Ostracoda, ve le Foram inifera, sponsnaaldjes en stek eltjes en schaaldelen van zeeëg e ls (vooral stek eltjes, d ie sterk overeenkom en m et die van de zeek lit, Ë chinocard ium cardatum , en af en toe het zeeboontje, Echinocyam us pusillus).A ls w e nu tabel 3 bekijken, dan zien w e a llereerst dat de F oram in iferen verrew eg in de m eerderheid zijn. H iervan zijn de Cibieidae, de R otaliae, de L agen idae en D iscorbis pcirisiensis de karaktersoorten. A lle andere zijn accessorische vorm en, w aarvan T ex tu la r ia trochus a lleen voorkom t in het Scald isien . H et percentage dat ik gevonden heb voor de C ibieidae is te hoog en dat van Discorbis paris iensis te laag, w at m ogelijk te w ijten is aan gedeeltelijk verkeerde determ inatie, w ant zij lijken erg vee l op elkaar. A lle andere percentages k loppen zeer goed m et de uit boringen verkregen resultaten . D at slechts tw eeën tw in tig soorten foram in iferen vertegenw oord igd zijn van de ruim tachtig d ie in h et Scald isien van Z eeland voor­kom en, kom t ten eerste doordat mijn m onster n iet erg groot w as ( ± l c m :l). B ovendien w orden alle soorten nooit tegelijk in één m onster gevonden.Er is zeker geen sprake van dat het zand in de boorgangen van versch illen d e ouder­dom is, w an t dan zou de foram iniferenassneiatie een m engeling m oeten zijn van Sca ld isien - en jonger of ouder m ateriaal, w aardoor de percentages volkom en anders zouden w orden. Ook zouden er andere soorten bijkom en, d ie n ie t u it het Scald isien bekend zijn.Van de andere in het m onster voorkom ende fossielen is h ierm ee de ouderdom ook op Scald isien bapaald.Ook m et behulp van m ollu sk en -associaties is de re la tieve ouderdom te bepalen, maar deze m ethode is a lleen toe te passen op m onsters van boringen of m ateriaal dat in situ (ter p laatse) en stratigrafisch (laagsgew ijs) is verzam eld . A ndere m e­thoden om de ouderdom te bepalen, zijn o.a. de flu or-, de O ll;-O ls m ethode en de radiom etrische ouderdom sbepaling, in dit geval m et g lauconiet. D eze laatste m ethode lever t de absolute ouderdom op.

RESTEN V A N GEW ERVELDE DIEREN.

Tot slot nog iets over de gew erveld e dieren.V an vissen zijn regelm atig ru ggew ervels te vinden, w aarvan de m eeste sterk v er- kiezeld zijn en een donkerblauw e tot zw arte, of bruine k leur hebben (voornam elijk M ioceen). S tu kken van de „sleu telbeenderen” van de kabeljauw , G adu s spec. (Icen ien ), d ie zw aar verk iezeld en donkerblauw van k leur zijn, zijn zeker n iet zeldzaam . Van roggen zijn tandjes en tandplaatfragm enten te v inden (zw art, v er ­k ieze ld ). Inp lantingen van rugstekels zijn afkom stig van de rog M iliobatis; heel zelden zit de stek el er nog in. R esten van roggen zijn vrij a lgem een aan te treffen . H aaietanden zijn de m eestvoorkom ende visresten . H ier is som s een groot versch il in de fossilisatiegraad . D e m eerderheid is donkerblauw en verk iezeld en vaak a fg e ­rold (Eoceen?; M ioceen; P lioceen ?). D aarnaast zijn er d ie w ein ig of n ie t verk iezeld zijn, een vee l lich tere k leur hebben en m eesta l u itstek en d bew aard zijn (M ioceen ).

VI I A M AR IN A Zeebiologische docum entatie augustus 1966 Fossielen 9

Page 10: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

T abel 3. F ossielinhoud van een m onster van 1 cm :; uit een boorm osselgang.

FORAM INIFEREN:

1. T e x tularia trochus

2. C ibicides lobatulus

3. C ibicides scaldisiensis

4. Cibicidespseudo-ungerianus

5. Discorbis parisiensis

6. Eponides repandus

7. Eponides kars teni

8. Quinqueloculinaundosa

9. Lagena eostata

10. Lagena globosa

11. Lagena m arginata

12. Lagena orbignyana

13. Rotalia beccarii

14. Rotalia serrata

15. N onion e longatum

16. N onionella graciosa

17. E lph id iu m m a ce l lu m

18. E lphidie l la hannai

19. Globulina gibba

20. Pulyrnorphinacharlo ttensis

21. G uttn l ina lactea

22. Cassidulina laeviga ta

Totaal:

aan­tal

2

62

28

3

1

6

2

4

1

1

16

5

3

2

1

2

5

5

1

1

167

°// 0

1.2

37,1

16,7

4.8

4.8

1.8

0,6

3.6

1,2

2,4

0,6

0,6

9.6

3.0

1,8

1,2

0,6

1,2

3.0

3.0

0,6

0,6

100

G A STRO PO DA(B u ik p o tig en ):

S pira te l la sp.C aecum im p er fo ra tu m n iet determ ineerbaar

Totaal:

PELECYPODA(T w eek lep p ig en ):

Hiatella arctica * G astrochoena dubia *

( d e f . )

Lucina sp.A n om ia sp.C ard ita scalaris (def.) Corbula g ibba (d ef). K ell ia suborb icu lar is *

(def.)n iet determ ineerbaar

Totaal:

S tek e ltjes v.e. irregulaire zeeëgel

K alksp icu lae (naald jes)v.e. spons

BRYOZOA (m osd iertjes): Crisia dentieu la ta R estjes van kolon ies

(ongedet.)

aan­tal

22

12111

919

37

min.22

15

OSTRACODA (m o sse lk ree ftje s ): 4 soorten, vertegenw oord igd m et resp. 9, 5, 1 en 1 ex .

*) M ogelijk ouder dan Sealdisien. Deze soorten bew onen vaak verlaten boorinüsselgangcn.

A fb . 6'. De in deze tabel genoem de n u m m e rs bij de tek en in gen s tem m en

foram in iferen zijn h iernaast a fgebeeld . De o vereen m e t die van de tabel.

(N aar ten D am en R einho ld)

V IT A M A R IN A - Zeebiologische d ocum en ta tie augustus 1966 — Fossielen 10

Page 11: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

V IT A M A R IN A — Zeebiologische docum enta tie sep tem ber 1966 — Fossielen 11

Page 12: FOSSIELEN UIT DE - strandvondsten.nl...6. Brachiopoda - Armpotigen 5 7. Amphineura - Keverslakken 2 8. Gastropoda - Buikpotigen ± 230 9. Pelecypoda - Tweekleppigen ± 180 10. Scaphopoda

T anden van b een vissen zijn talrijk m aar om dat ze zo k le in zijn ( 1 - 2 m m ) w orden ze over het hoofd gezien, tenzij u een flin k e zak fijn m ateriaal m eeneem t en dit thuis gaat u itzoeken. U w geduld zal zeker beloond w orden, w an t er zitten ook v e le andere k lein e fo ssie len in h et gruis, van ve ler le i ouderdom .De zoogdierresten zijn te verd elen in die van zee - en landdieren . V an de eerste groep zijn de overb lijfselen van w alv issen het m eest algem een. V ooral w erve ls kan m en nog w el eens v inden. Zij zijn altijd donkerblauw en verk iezeld . R esten van zeehonden zijn vee l zeldzam er. D e k leur is zw art m et w at bruin of b lauw . Ze zijn zeer zw aar verk iezeld (d it is te zien aan de u itgesproken v e tg la n s). Z ow el de w a lv is - als zeehondenresten zijn w aarschijnlijk a lle afkom stig u it het M ioceen.D e resten van landzoogdieren zijn bijna a lle van P le istocen e ouderdom . D e v er - kiezelingsgraad w isse lt nogal, m aar is m eesta l n iet groot. D e k leur is sterk variabel: donker paarsig bruin, donker- o f lichtbruin of w it. D e ouderdom van al deze botten is dus zeker n iet dezelfde (de lichtgek leurde en m inst verk iezelde zijn w aarschijn­lijk de jon gste). D ieren d ie h ier vertegenw oordigd zijn, zijn o.a. m am m oet, w olharige neushoorn, hert, paard, rund, schaap en geit.O verigens is de kans u iterst gering dat u grote botten zult v in den op de sch elp en - hopen, aangezien bijna al h et grote m ateriaal tegenw oord ig autom atisch u itg e ­sorteerd w ordt op de schelpenzu iger en ongezien w eer overboord gaat.R esten van V ogels zijn u iterst zeldzaam . In D en B riel heb ik eenm aal een zw arte verk iezelde w erve l gevonden van een eend. O fschoon de u itsteek sels goeddeels ver­dw enen zijn, is het toch een goed bew aard exem plaar. De ouderdom is verm oedelijk O nder-P leistoceen . M et een andere rest van een eend is dit de en ige mij bekende vogelrest u it de W esterschelde.A lles bij elkaar m aken de gew erveld e dieren, ondanks hun grote verscheidenheid , k w an tita tief een zeer gering deel u it van het m ateriaal van de schelpenhopen.V eel dank ben ik ten slo tte verschuldigd aan de heer A. W. Jansen , verbonden aan h et N atuurhistorisch M useum in Schiebroek (R otterdam ), d ie de tijd gevonden h eeft om dit artikel m et een kritisch oog door te nem en, en d ie mij opm erkzaam heeft gem aakt op versch illende fouten en en k ele aanvullingen h eeft gegeven.

L IT E R A T U U R

M ededelingen van de w erkgroep voor T e rtia ire en K w arta ire G eologie, V ol. 2. no. 3. N atuurh isto rischM useum , Schiebroek (R o tte rd am ).H EETS, C!. 1946. T h e Pliocene and low er P leistocene G astropods in the collections of the G eological F oundation

in the N etherlands. M ededelingen van de Geologische S tich ting , Serie C - IV - 1 - no. 6.D AM , A. ten , en R E IN H O L D , T h . 1941. Die stratig rafische G liederung des N iederländ ischen P lio-Plistozäns

nach F oram in iferen . M ededelingen van de Geologische S tich ting , Serie C - V - no. 1.D E IN S E , A. B. van. 1953. Fishes in U p p er M iocene and Low er P leistocene deposits in the N etherlands.

M ededelingen van de G eologische S tich ting , N ieuw e Serie , no. 7.H E E R IN G , J . 1950. Pelecypoda (and Scaphopoda) of the Pliocene and O lder-P le istocene deposits of the

N etherlands. M ededelingen van de Geologische S tich ting , S erie C - IV - 1 - no. 9LAGAAY, R. 1952. T he P liocene Bryozoa of the Low C ountries. M ededelingen van de Geologische S tich ting ,

Serie C - V - no. 5.R E G T E R E N A L T E N A . C. O . van , e .a . 1965. Fossiele Schelpen I. U itgave N ederlandse M alacologische V er­

eniging.R E G T E R E N A L T E N A , C . O . van. 1937. Bijdrage to t de kennis d e r fossiele, subfossiele en recente m ollusken,

die op de N ederlandse s tranden aanspoelen en h u n n er verspreiding.

V IT A M A R IN A Zeebiologische docum enta tie sep tem ber 1966 — Fossielen 12