Foppe de Haan - De VoetbalTrainer · Foppe de Haan Foppe aan het werk bij Ajax Cape Town Foppe...
Transcript of Foppe de Haan - De VoetbalTrainer · Foppe de Haan Foppe aan het werk bij Ajax Cape Town Foppe...
www.devoetbaltrainer.nl
Foppe de Haan
Foppe aan het werkbij Ajax Cape Town
Foppe blikt terugop WK<20
De snelletegenaanval
‘In ons land wordtte slordig getraind’
cover de Haan_01 18-09-13 14:01 Pagina 1
Volgens Foppe de Haan kunnen we de
hoogste voetbalcompetitie in Zuid-
Afrika vergelijken met de midden-
moot van de Nederlandse Eredivisie
tot en met de middenmoot van onze
Eerste Divisie.
Foppe de Haan: “Ik ben veel bezig ge-
weest met de trainingsinstelling van
onze spelers. Wáárom train je? Niet
omdat het moet, maar om beter te wor-
den. Daartoe heb ik na vorig seizoen
ook moeten dóórselecteren en nu gaan
we de goede kant op. Ik moet mijn spe-
lers duidelijk maken waarom we trai-
nen. Mijn idee tijdens de training moet
hun idee worden tijdens de wedstrijd.
De spelers waren helemaal niet ge-
wend om mee te denken. Ik vraag heel
veel dingen aan mijn spelers. Dat was
in het begin wel even schrikken. Ze wa-
ren gewend om te doen wat de trainer
opdroeg. Nu heb ik met iedere
speler apart een soort werk-
plan gemaakt, op het
gebied van techniek,
tactiek, fysiek, team en
mentaal. Ik wil dat de
spelers veel meer hun eigen verant-
woordelijkheid pakken. Het is hun le-
ven en voetbal geeft hen een enorme
kans. Dat moeten ze beseffen. Nu is
het leven hier ook wel een stuk ge-
moedelijker. Men is hier veel minder
Tekst/
Paul Geerars
Zuid-Afrikaans clubvoetbal: ‘Tijdens het WK gebruikte De Voetbaltrainer in Zuid-Afrika de tijd
tussen de wedstrijden om op zoek te gaan naar aanwezige trainers
met een missie. Zo zochten we bij Zuid-Korea uitgebreid Raymond
Verheijen op en kwamen we bij Foppe de Haan uit. Al snel ontdek-
ten we dat hij bij Ajax Cape Town weer op een heel eigen wijze met
een bijzondere missie bezig is. Een verslag vanuit Kaapstad.
A J A X C A P E T O W N
Foppe aan het werk bij Ajax Cape Town
68-71_Foppe:68-71 29-07-10 15:27 Pagina 68
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 7 1 2 0 1 068 69
gehaast, met alle voor- en nadelen van
dien. Dat geeft een heel relaxte sfeer.
De spelers zijn blij als ze een keer ex-
tra vrij krijgen, maar zeuren absoluut
niet als er een ingelaste training of an-
dere activiteit is.”
WerklustFoppe de Haan: “Ik moet zeggen dat
de trainingsmentaliteit qua werklust
uitstekend is. Ze werken en lopen kei-
hard. Ik moet mijn spelers juist leren
dat het niet gaat om zo veel of zo
hard mogelijk te rennen, maar dat je
ook met een paar passen opzij een si-
tuatie kunt oplossen. In Zuid-Afrika
voetballen ze ‘gejaagd door de wind’.
Ze gaan eerst rennen en dan pas kij-
ken ze. Maar dan is ‘het moment’
weg. Ze beginnen aan een actie en
zien wel waar ze uitkomen. Of ze ge-
ven ‘op gevoel’ een bal met het idee
dat daar wel ongeveer iemand moet
zijn. Doe je dat in Nederland, dan zou
de helft van het team in opstand ko-
men en zeggen dat je de bal even
moet vasthouden of dat je beter moet
kijken. Hier niet. Gechargeerd: de bal
wordt gespeeld, ze halen de schou-
ders op en rennen er achteraan.
Toen ik aanvankelijk ging rondkijken
hoe hier werd gevoetbald, zag ik een
enorm lang veld. Eigenlijk werd er op
twee helften aanval tegen verdediging
gespeeld. De achterhoede stond dan
dichtbij het eigen zestienmetergebied
en de voorhoede stond diep op de
aanvallende helft. Omdat ze werden
afgejaagd, werd uiteindelijk terugge-
speeld op de keeper die een lange bal
naar voren gaf. Als dan de tweede bal
werd gewonnen door de verdedigende
partij, dan herhaalde dit zich: bal te-
rug op de keeper en weer een lange
bal naar voren. Rond de middenlijn
werd dan een soort niemandsland.
Tijdens het WK was in de poule van
Nederland Denemarken-Kameroen
ook zo’n wedstrijd.
Een van mijn eerste accenten was dus
het bewaken van de afstand tussen
de linies. Ook wilde ik een opbouw
zien in plaats van steeds de lange bal
naar voren. We hebben bijna altijd
een (verdedigende) middenvelder vrij
in de opbouw, maar dan moet je daar
wel gebruik van maken. Op een gege-
ven moment begon dat aardig bij ons
te lopen. De volgende stap was om de
achterhoede aan te laten sluiten als
we gingen aanvallen. Ik ben momen-
teel bezig met de voorbereiding op
het komend seizoen en nu is één van
de accenten om van het middenveld
op een goede manier in de aanval te
komen. We spelen bij Cape Town
1:4:3:3 en dat betekent dat onze bui-
tenspelers een complexe rol hebben
in te vullen. Niet alleen tijdens het
aanvallen, maar ook zeker tijdens het
verdedigen. Ik maak gebruik van situ-
atieve stops op de training, van het
whiteboard en van videobeelden.
Op het moment van drukzetten of
verdedigen is het zaak om niet ge-
jaagd door de wind naar voren te ren-
nen, maar vanuit een organisatie en
met een plan de bal proberen te vero-
veren. Dus eerst inzakken en gegroe-
peerd te werk gaan. Ik ben bij Ajax
Cape Town duidelijk eerst met het
team aan de gang gegaan. Vervolgens
kreeg ik steeds meer aandacht voor
de linies. Ook binnen de trainingsvor-
men. Bijvoorbeeld coachploeg 1:4:2 te-
gen 3:2, 2:3 of 4:1 al dan niet met
keeper (zie tekening). Vier verdedigers
tegen één, twee of drie spits(en). Veel
: ‘gejaagd door de wind’
AA JJ AA XX CC AA PP EE TT OO WW NN
68-71_Foppe:68-71 29-07-10 15:27 Pagina 69
van onze tegenstanders spelen met
twee aanvallers en hangende vleu-
gels. Een belangrijk coachmoment is
dan het knijpen van de backs, in rela-
tie tot hun eigen verdedigende mid-
denvelders en de flankspelers bij de
tegenpartij.”
TrainingsweekFoppe de Haan: “Behalve de aandacht
voor de tactiek heb ik ook de trai-
ningsintensiteit geweldig opgevoerd.
We trainen nu veel vaker dan ze ge-
wend waren. Ook hebben we indivi-
duele krachtprogramma’s, individuele
techniektraining en individuele ‘vi-
deo-training’. De faciliteiten zijn mis-
schien minder professioneel dan op
het hoogste niveau in Nederland,
maar we zijn voor Zuid-Afrikaanse
begrippen enorm professioneel bezig.
Meestal voetballen we op zaterdag.
Zondag is de vrije dag, tenzij we op
zondag een wedstrijd hebben.
Op maandag trainen we twee keer. In
de ochtend is er een hersteltraining
met fitness. Dat gebeurt in twee groe-
pen. Spelers die heel veel energie
hebben, moet je een andere uitloop-
training geven dan de jongens die
minder energie hebben. Eerst fietst ie-
dereen 20 minuten uit. De ‘rustige’
jongens gaan dan bijvoorbeeld de
sauna of het zwembad in. De drukke
jongens daarentegen doen een fysie-
ke activiteit. Zij moeten het gevoel
krijgen dat ze echt wat gedaan heb-
ben. De spelers met minder energie
moeten juist het idee hebben dat ze
er voor de rest van de week weer lek-
ker tegenaan kunnen dankzij hun
rustgevende activiteit. In de middag
hebben we dan techniektraining.
Op dinsdag hebben we in de ochtend
ook twee groepen. De ene groep be-
gint met krachttraining en eindigt
met techniektraining op het veld.
Twee keer een uur. De andere groep
begint op het veld en eindigt in de fit-
nessruimte. Op dinsdagmiddag heb-
ben we een voetbaltraining, afhanke-
lijk van de planning is dat een kleine
partij, een grote partij of aanval tegen
verdediging.
Soms hebben de spelers op woensdag
vrij, maar meestal doe ik op woens-
dagochtend kleine partijtjes en zetten
we de krachttraining om op het veld.
Op donderdag en vrijdag trainen we
één keer, met name tactisch en ge-
richt op de volgende wedstrijd.”
Rare dingenFoppe de Haan: “De meeste be-
stuurs-of commissieleden van de
Zuid-Afrikaanse profvoetbalcompeti-
tie komen uit Johannesburg. Clubs
www.devoetbaltrainer.nl
als Ajax Cape Town hebben daar dus
wel eens nadeel van. Ik maak me er
echter niet druk om, want ik kan
daar toch niets aan veranderen. Ook
heb ik wel eens mijn twijfels over
sommige gele kaarten, als wij bij-
voorbeeld één of twee weken daarna
tegen een club uit Johannesburg of
omgeving moeten spelen. De
scheidsrechters hebben hier over het
algemeen niet zo veel verstand van
voetballen. Zij voelen niet goed aan
A J A X C A P E T O W N
68-71_Foppe:68-71 29-07-10 15:28 Pagina 70
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 7 1 2 0 1 070 71
wanneer iets met opzet gebeurt of
niet. Niet zelden regent het dan gele
kaarten. Het is mijn taak als trainer
om mijn spelers hierop te wijzen. Ik
heb een speler die enorm gedreven en
soms hard is. Nu wil ik zijn stijl niet
veranderen, maar ik kan hem wel le-
ren om af en toe wat slimmer te zijn.”
ToekomstFoppe de Haan: “Ik probeer tijdens
mijn verblijf bij Ajax Cape Town ook
trainers beter te maken. Ik geef gere-
geld trainingsonderdelen uit handen
aan mijn assistent-trainer. Zo is ook
hoofd opleiding Maarten Stekelenburg
intensief bezig met het beïnvloeden
van de jeugdtrainers van de club. Ajax
Amsterdam wil uiteindelijk goede spe-
lers zien. Ik denk dat we op de goede
weg zijn, maar dat er nog heel wat te
professionaliseren valt. Ik denk vooral
aan de uitbreiding van de scouting.
Dat is iets wat Henny Spijkerman mo-
menteel van Jan Pruyn aan het over-
nemen is. In de townships lopen on-
getwijfeld de grootste talenten. Ik kijk
nu al mijn ogen uit. Spelers die alles
kunnen aan de bal. Ze kunnen alleen
nog niet voetballen. Dat laatste is een
kwestie van goed opleiden. Daarnaast
zijn we afhankelijk van de competitie-
structuur, waarin de besten spelen te-
gen de besten. Als dat door de natio-
nale bond niet wordt gefaciliteerd, dan
is dat een reden te meer om het voor-
al zelf goed te regelen.”
Maarten Stekelenburg, Hoofd Opleiding Ajax Cape Town
Tijdens het WK kwamen we ook een andere
Maarten Stekelenburg tegen, zij het ook van
Ajax… In het verleden was hij o.a. trainer van
Jong Ajax en zeer nauw betrokken bij de dvd-
serie ‘Helden van de Toekomst’ over de Ajax-
opleiding. Tegenwoordig is hij Hoofd Opleiding
bij Ajax Cape Town.
Maarten Stekelenburg: “Het is mijn dagelijks
werk dat ik op het veld sta met de coaches van
Ajax Cape Town. Soms draai ik ook een week
mee met een bepaald team. Ik verzorg dan de
meeste onderdelen van de trainingen inclusief
besprekingen en de betreffende coaches lopen
dan met mij mee. Dat werkt eigenlijk het beste. Als ik alleen maar
toekijk, dan is het lastig om tijdens de training ‘in te grijpen’. Dan
kun je wel na de training met elkaar gaan zitten, maar dan is het
moment voorbij. Op het moment dat ik training geef of een bespre-
king hou, dan ziet de Cape Town trainer ook direct hoe ik mét spe-
lers praat, in plaats van tegen spelers praat. Ik praat met de coaches
ook niet zozeer over het wedstrijdresultaat, maar vooral over het re-
sultaat van acties die spelers maken.”
OpbouwMaarten Stekelenburg vergeleek in Zuid-Afrika de opbouw bij
Oranje met de visie van Ajax over dit hoofdmoment: “Ik hoor men-
sen wel eens klagen dat de centrale verdedigers van het Neder-
lands Elftal wéér terugspelen op elkaar, maar ik kan hun keuze
meestal wel begrijpen. Het inspelen van de back zou namelijk pro-
blemen kunnen opleveren. Als je een back aanspeelt, dan moet dat
niet alleen maar zijn omdat hij vrij staat. Er moet een idee achter
zitten. Hou de bal maar liever in het centrum en zoek de oplossing
in het middenveld.
Bij Ajax willen we graag opbouwen van achteruit. Het begint er dan
al mee dat we een verdediger proberen vrij te spelen. Dat kan dus
ook, via een driehoekje met een middenvelder, een centrale verde-
diger zijn. Het valt me op dat het Nederlands Elftal dat weinig doet.
Joris Mathijsen en John Heitinga schakelen zichzelf niet of nauwe-
lijks in als een middenvelder wordt aangespeeld met een man in
zijn rug. Over het algemeen beheersen de Spaanse verdedigers het
positiespel onder druk beter. Zij zijn dat ook gewend, bij FC Barce-
lona. Wesley Sneijder blijft juist relatief relaxed in zo’n situatie dat
hij onder druk staat. Hij vertrouwt ook op zijn techniek die nodig is
voor een goede aanname.
We willen bij Ajax graag middenvelders zien die niet eerst ruimte
maken om vervolgens ‘in de bal’ te sprinten. Ga gewoon in je posi-
tie staan en betrek jezelf in het positiespel wanneer dat nodig is.
Loop ook vooral van de bal af op het moment dat een medespeler
achter je ruimte heeft om in te dribbelen. Je helpt dan mee aan het
positiespel door je er (tijdelijk) aan te onttrekken. Wanneer het op-
bouwen overgaat in aanvallen, dan vind ik de diepgang van mid-
denvelders zonder bal enorm belangrijk. Dat is iets dat nooit ge-
noeg aandacht kan krijgen in een jeugdopleiding. De meeste jeugd-
spelers zijn van nature geneigd om naar de bal toe te spelen.”
AA JJ AA XX CC AA PP EE TT OO WW NN
68-71_Foppe:68-71 29-07-10 15:28 Pagina 71
www.devoetbaltrainer.nl
Foppe de Haan blikt terug op het WK Onder 20
Een WK-finaleplaats leek voor Oranje Onder 20 lange
tijd een reële optie. Door de langste strafschoppenserie
uit de interlandhistorie als verliezer af te sluiten, kon die droom niet
worden waargemaakt. Zoals u dat van dit vakblad gewend bent, eva-
lueren we ook dit WK op een exclusieve wijze met de verantwoorde-
lijke hoofdcoach. Samen met zijn staf en spelers zorgde Foppe de
Haan, ondanks een te vroege uitschakeling, voor pure promotie van
het Nederlandse jeugdvoetbal. Dat weerhoudt hem er niet van kri-
tisch naar de leermomenten van dit mondiale toernooi te kijken.
Zijn conclusies zullen elke (jeugd)trainer tot nadenken aanzetten.
Het WK van de ‘Ja, m
Tekst/
Henny Kormelink
Tjeu Seeverens
Perform as a team: Oranje voor de beslissende misser van Collins John
Perform as a team: Oranje voor de beslissende misser van Collins John
3.foppe 26-07-2005 09:38 Pagina 2
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 3 1 2 0 0 52 3
Foppe de Haan blikt met zijn typische
Friese nuchterheid terug op de uitschake-
ling. “Natuurlijk is het even heel verve-
lend, maar er gaat niemand dood, hoor.
Het leven gaat ook na deze iets te vroege
uitschakeling gewoon door.” Om vervol-
gens daar te beginnen waar het WK voor
Onder 20 eindigde: de 24 penalty’s.
Foppe de Haan: “Als staf kijken we op het
hele WK met een goed gevoel terug. De
laatste wedstrijd tegen Nigeria was niet
onze beste, maar we hebben het de uitein-
delijke smaakmakers van dit toernooi
toch knap lastig weten te maken. Echt ge-
baald hadden we als we het tegen Chili
niet hadden gered. Tja en dan zo’n penal-
tyserie… Er zal toch eentje een keer moe-
ten missen. Hoe langer zo’n serie duurt,
hoe groter de kans wordt dat het jouw
team treft. Zoals het bij het voetballen nu
eenmaal zo is dat hoe langer je ongesla-
gen bent, hoe dichterbij het moment komt
dat je een wedstrijd gaat verliezen.
Wat wel vaker door mijn hoofd speelt, is
dat wij als staf te weinig invloed heb-
ben kunnen uitoefenen bij de beslis-
sende penalty’s. Ik heb dat wel nog
geprobeerd door een van de fysiothe-
rapeuten naar doelman Kenneth Ver-
meer te sturen. Zo rond de zevende
penalty vroeg Kenneth om water. Ik
heb de fysiotherapeut toen gevraagd
Kenneth in te fluisteren dat hij langer
moest blijven staan. Dat had ik vooraf
ook al met hem besproken. In zo’n se-
rie is er altijd een aantal spelers dat
wacht op de reactie van de keeper.
Die worden onrustig als een doelman
tot op het laatste moment durft te
wachten. Dus moet je bij zo’n lange
serie niet gokken en al vroeg naar de
grond gaan, maar het lef hebben om
zo lang mogelijk te blijven staan.
Blijkbaar was Kenneth onze gesprek-
ken hierover op het moment zelf ver-
geten, was de spanning toch te groot
voor hem.
We hadden de volgorde van de eerste vijf
bepaald. Daarna moet je het uit handen
geven. De jongens hebben dat onderling
op een fantastische manier opgelost. Ze
hebben zelf vragen gesteld als: ‘Wie durft,
wie heeft de meeste lef en wie wil liever
niet aan de beurt komen?’ Dat laatste gaf
alleen Dwight Tiendalli aan. Zegt toch iets
van de mentale veerkracht van deze
groep. Bij penalty nummer twaalf dacht ik
langs de lijn: ‘Had ik nu maar een post-
duif...’ Als ik toen invloed had kunnen uit-
oefenen, had ik Babel die strafschop laten
nemen. Hij had in de eerste serie met af-
stand de beste pingel genomen, boven-
dien had Collins John al de druk van de
eerste penalty gehad. Als die zit, dan ben
je daarna heel blij en toch ook een beetje
leeg. Dat kan ten koste van de concentra-
tie gaan. Goed, het heeft zo moeten zijn.
We hebben er in de voorbereiding als
technische staf alles aan gedaan om de
groep op die serie voor te bereiden. We
, maar…-generatie’
Perform as a team: samen de uitschakeling verwerken
3.foppe 26-07-2005 09:38 Pagina 3
hebben ons afgevraagd hoe we ook
tijdens trainingen de druk bij de pe-
naltynemers konden opschroeven. Je
kunt nooit dat ene moment van de
beslissende penalty in zo’n belangrij-
ke wedstrijd nabootsen. Maar als je
de druk tijdens trainingen weet te
verhogen, zie je wel meteen wie je in
elk geval niet een van de eerste vijf
penalty’s moet laten nemen.Wim van
Zwam kwam toen met een uitstekend
idee. Bij het voetvolley – een onder-
deel dat voetballers altijd winnend
willen afsluiten – verloor je als win-
nend team alsnog je punten als na af-
loop één van dat drietal een penalty
miste. We speelden ook nog eens om
een geldbedrag, dus dat leefde heel
erg bij die jongens. Daardoor nam de
druk op de penaltynemer automa-
tisch toe, het was nooit meer vrijblij-
vend.
Ook hebben we een Noorse weten-
schapper voor de groep gezet, die zich
helemaal in het nemen van straf-
schoppen heeft verdiept. Hij heeft in-
terviews gehouden met spelers die
tijdens het EK in Portugal belangrijke
strafschoppen moesten nemen. Daar-
naast heeft hij alle belangrijke straf-
schoppenseries vanaf 1974 statistisch
in kaart gebracht en daaruit conclu-
sies getrokken. Een van de belangrijk-
ste conclusies uit die interviews was
volgens hem dat je positief moet den-
ken. Daarnaast moet je streven naar
vastigheid en precies weten wat je
wilt: ‘Ik schiet die bal in die hoek en
op die hoogte’. Een vaste aanloop met
steeds hetzelfde aantal aanlooppas-
sen, zoals een verspringer, biedt ook
meer houvast. Dat zijn zaken die
trainbaar zijn. Belangrijk is ook de on-
derlinge support. Het is waarschijnlijk
geen toeval dat Van der Sar, die abso-
luut geen penaltykiller is, tijdens dat
laatste EK wel die penalty van de
Zweed Melberg stopte en daarmee
Oranje toegang tot de halve finale
verschafte. Even daarvoor was Van
Nistelrooij na het benutten van zijn
strafschop in de armen van Van der
Sar gesprongen. Ik denk dat die spon-
tane reactie van Ruud bij Van der Sar
een gevoel heeft opgeroepen van: ‘En
nu pak ik de volgende!’ Ik geloof dat
het zo werkt.
Uit die statistische gegevens blijkt ook
dat het bijna altijd de derde of vierde
strafschop is die wordt gemist. Bij het
aanwijzen van spelers kun je daar-
mee rekening houden. Dan nog kan
het mis gaan: ik kan me niet herinne-
ren dat Rick Kruys in de voorberei-
ding een strafschop heeft gemist,
maar tegen Nigeria ging het wel fout.
Zoiets kan altijd, maar je moet als
coach er wel alles aan doen om die
kans te minimaliseren. Ik heb het ge-
voel dat we dat door onze aanpak
hebben gedaan. Je moet van de ande-
re kant accepteren dat zich altijd on-
verwachte dingen voordoen. Zoals de
vertragingstechniek van de Nigeria-
nen. Onacceptabel en zwaar in het
nadeel van onze keeper. Er moet een
regel komen dat alle elf spelers bij het
penaltyschieten klaar moeten staan
alsof ze aan een wedstrijd gaan be-
ginnen. Met precies dezelfde eisen als
het om de kleding gaat.”
MaduroTijdens dit WK stonden spelers als
Messi en John Obi Mikel er toen ze er
moesten staan. In het duel tegen Ni-
geria zakte bij Oranje een speler als
Hedwiges Maduro door het ijs. Hoe is
dat te verklaren?
Foppe de Haan: “Hij was niet de eni-
ge in die wedstrijd. Ik denk dat dit
toch vooral te maken heeft met de
mentale druk. We hebben geprobeerd
die druk na de euforie over de groeps-
wedstrijden weg te nemen. Ik heb bij-
voorbeeld in de media nadrukkelijk
gesteld dat het onzin is om iemand
als Maduro nu al te vergelijken met
een Beckenbauer. Die knul is pas 19
en ga eens na wat hij in een paar
maanden tijd allemaal heeft moeten
meemaken. Het ene moment speelt
hij op een koude maandagavond met
Ajax 2 nog ergens in een leeg stadion
in een competitie die relatief weinig
voorstelt. Twee maanden later roept
Van Basten hem op voor het Neder-
lands Elftal. Maduro is nu in zijn ont-
wikkeling zo ver dat hij heel aardig
kan voetballen in een goed draaiend
team waarin oudere, ervaren spelers
hem aan de hand nemen. Je mag van
hem nog niet verwachten dat hij in
elke wedstrijd de leider is en dat hij
nu al het wedstrijdritme bepaalt. Dat
kan nog niet. Voor Babel en hem heeft
dit seizoen net iets te lang geduurd.
Ryan heeft tijdens het WK voortdu-
rend op de rand van geblesseerd ra-
ken gebalanceerd. We hebben heel ge-
doseerd met hem moeten trainen. De
motor was nagenoeg leeg.”
EvaluatieIn augustus gaat u met Marco van
Basten dit WK evalueren. Wat gaat u
vertellen als hij vraagt wat in die
vier weken de belangrijkste leermo-
menten zijn geweest?
Foppe de Haan: “Ik zal eerst de posi-
tieve zaken melden. De hele organisa-
tie rondom het elftal, zoals de accom-
modatie, de trainingsvelden en de
medische verzorging, waren perfect.
Ook de bewuste keuze voor een open
relatie met de pers is goed bevallen.
Het is belangrijk dat je aan het begin
van het traject heel duidelijk maakt
wat je wel en per se niet zult accepte-
ren. Aan die afspraken hebben alle
media zich keurig gehouden. Ze wis-
ten dat ze daar op andere momenten
www.devoetbaltrainer.nl
Leermoment voor de coach: relaxer in het leven staan
3.foppe 26-07-2005 09:39 Pagina 4
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 3 1 2 0 0 54 5
ook meer bewegingsvrijheid voor te-
rug zouden krijgen. De Nederlandse
media hebben tijdens zo’n groot toer-
nooi nog nooit zo dicht op een team
kunnen zitten. Dat heeft tot een ge-
weldige promotie van de top van ons
jeugdvoetbal geleid. We hebben door
onze open benadering als staf ook op
een positieve manier invloed kunnen
uitoefenen op de wijze waarop het
team in de media werd neergezet. Dat
heb ik vooraf met onze persvoorlich-
ter Rob de Leede goed doorgesproken.
Ik wilde geen doorsnee-persconferen-
ties. Je kent die wel: de coach en drie
spelers achter een tafel die voorspel-
bare antwoorden geven. Nee, geef de
pers de ruimte om binnen een be-
paald tijdsbestek na een training met
die gasten aan de slag te gaan. Ieder-
een is toch gebaat bij leuke items,
passend bij deze leeftijdsgroep? Ik
vond daarom de combinatie
BNN/NOS prima. Het resultaat: elke
avond uitstekende kijkcijfers en dus
weer promotie voor het jeugdvoetbal.
De presentatie van Jan-Joost van Gan-
gelen en de onorthodoxe bijdragen
van Sophie Hilbrand en Filemon Wes-
selink werden door het publiek hoog
gewaardeerd. Ik vond de vorm waarin
de nabeschouwing elke dag werd ge-
goten, heel goed passen bij deze leef-
tijdsgroep. Ook de spelers zijn met die
vrijheid naar de media toe uitstekend
omgegaan.
Waar ik ook positief door werd ver-
rast, is de uiteindelijke trainingsbelas-
ting die deze groep aankon. Vooraf
had ik daar grote twijfels over. De eer-
ste keer dat ik met deze groep op stap
ging, dat was in Turkije, schrok ik me
rot. Acht van de tien spelers konden
niet de trainingsbelasting aan die je
op dit niveau van zulke knullen toch
echt mag verwachten. We hebben hen
vanaf dat moment steeds hun trai-
ningsarbeid laten opschrijven. Daaruit
bleek dat nogal wat spelers van deze
selectie bij hun club conditioneel tus-
sen wal en schip dreigden te raken.
Ze zaten bij het eerste elftal op de
bank, speelden hun wedstrijdjes in
het beloftenteam en kregen daardoor
wekelijks te weinig fysieke arbeid
aangeboden. Dat kan dus eigenlijk ab-
soluut niet bij zo’n belangrijke leef-
tijdsgcategorie.
We hebben hun vervolgens onder an-
dere een trainingsprogramma voor
het gebied rondom het bekken aange-
boden. We vonden de meeste spelers
namelijk onvoorstelbaar slap. Als je
tegen hen aanliep, donderden ze zo
ondersteboven. Alle bewegingen die
voor een voetballer van belang zijn,
komen van het bekkengebied van-
daan. Het is eigenlijk heel simpel: ben
je daar stabieler, kun je beter starten,
springen, spinten, maar ook beter
trappen en ben je minder blessurege-
voelig. Die stabiliteit bevorder je door
een aantal oefeningen die de gasten
van Oranje Onder 20 elke dag moes-
ten doen (zie fotoreeks op bladzijde
14-15). Ruud Wielaart biedt deze oefe-
ningen ook aan de D-jeugd van HFC
Haarlem aan en doet onderzoek naar
de effecten. Ik ben ervan overtuigd
dat zal blijken dat die groot zijn. Ook
bij Jong Oranje zijn zeker vijf spelers
die voor deze oefeningen hebben ge-
vraagd en ze nu dagelijks doen.
In de jeugdopleiding in Nederland
moet aan dat facet absoluut meer
aandacht worden geschonken. Je kunt
de opleiders in ons land geen verwijt
maken dat ze op voetbaltechnisch en
–tactisch gebied niet specifiek genoeg
werken. Dat is prima verzorgd. Maar
hoe voetbalspecifieker je traint, hoe
groter de kans is
dat je het fysieke
fundament net
iets te veel ver-
waarloost. Daar-
door loop je veel
sneller tegen je
grenzen aan en
zul je eerder geblesseerd raken. Ik
vind dat je vanaf de B-jeugd en mis-
schien nog wel eerder aan dat gebied
rondom het bekken structureel aan-
dacht moet besteden. We hebben op
dat gebied een achterstand weg te
werken, zeker nadat op de basisscho-
len de gymnastieklessen zijn afge-
schaft. Ik lees wel eens de stelling dat
bijvoorbeeld jeugdspelers van Brazilië
en Argentinië al door Moeder Natuur
gezegend zijn met veel meer kracht.
Dat is een sprookje. Je wilt niet weten
hoeveel fysieke arbeid de jeugdspe-
lers bij Boca Juniors moeten verrich-
ten. Dat zou in Nederland ondenkbaar
BNN/NOS zorgden voor promotie jeugdvoetbal
Veel aandacht voor stabiliteit romp
3.foppe 26-07-2005 09:39 Pagina 5
zijn. Ik ben daar geen voorstander
van, maar pleit wel voor wat meer
evenwicht tussen voetbalspecifieke
en fysieke arbeid en dan vooral in de
vorm van ‘huiswerk’. Het gaat om de
combinatie. Als je het fysieke vergeet,
kun je aan de top het voetballen ook
vergeten. Topvoetbal is een kwestie
van de survival of the fittest, zeker in
Argentinië bij al die jongetjes die van
de straat worden geplukt, maar ook in
ons land!”
Teamtact ischFoppe de Haan: “Voetbal-
technisch bleven we als Ne-
derland tijdens het WK heel
aardig overeind. Teamtac-
tisch kom ik niet verder dan
de beoordeling ‘redelijk’. Dat
heeft alles te maken met de
te korte voorbereiding. Daar-
door was er bijvoorbeeld een
gebrekkige samenhang tus-
sen het middenveld en de
aanval. We hebben simpel te
weinig tijd gehad om daar
voldoende aandacht aan te
kunnen besteden. Was dat
wel gebeurd, dan hadden we
zeker de finale gespeeld. Die
samenhang is namelijk heel
goed te trainen. Tegen Nige-
ria heeft ons dat opgebro-
ken. Het gebrekkige positie-
en combinatiespel in die
wedstrijd werd veroorzaakt
doordat de middenvelders en
de aanvallers onvoldoende van elkaar
wisten wat ze gingen doen. Dan kun
je de betere individuele kwaliteiten
van een tegenstander als Nigeria on-
voldoende compenseren. Kun je er
meer trainingstijd insteken, is die
kans wel groot. Dan kun je er voor
zorgen dat je middenveld dominanter
wordt en iedereen precies weet wat
de oplossingen zijn als een speler als
Maduro door de tegenstander op slot
wordt gezet. Bijvoorbeeld door een
andere middenvelder als Kruys dur-
ven aan te spelen als hij in de dek-
king staat, omdat die weet dat hij ver-
volgens de bal kwijt kan aan bijvoor-
beeld een inschuivende Vlaar. Dat
soort oplossingen krijg je onvoldoen-
de ingeslepen als diezelfde Maduro
pas vlak voor de eerste WK-wedstrijd
bij de selectie komt. Dat gold ook voor
de onderlinge afstanden. We zagen
middenvelders die soms op één lijn
speelden en het andere moment weer
veel te dicht in de buurt van de vleu-
gelspitsen kwamen. Om dat te veran-
deren heb je meer tijd nodig en die
hadden we nu eenmaal niet.
Ook bij de hoekschoppen hebben we
flink moeten aanpoten. Zo moest
Dwight Tiendalli op het vijfmeterlijn-
tje de zone voor de eerste paal verde-
digen, maar hij had steeds de neiging
om weg te lopen. Ik heb hem diverse
keren moeten uitleggen dat je dan de
tegenstander de mogelijkheid biedt
om een snoeiharde corner te nemen,
die heel moeilijk te verdedigen is.
Door als verdediger gewoon op die
vijfmeterlijn te blijven staan, wordt
het al een heel andere soort hoek-
schop. Die bal moet eerst over jou
heen, is daardoor altijd trager en dus
beter te verdedigen. Zo hebben we
ook één van de twee doelpunten te-
gen gekregen. Bij de vrije trap van Ja-
pan stond niemand op zo’n zeven
meter van de bal. Had die speler er
wel gestaan, was het een heel andere
vrije trap geworden en waren we
waarschijnlijk in de slotfase niet zo in
de problemen gekomen. Daarom mag
je in de top nooit verzaken als het om
zulke basisafspraken gaat. Deze spe-
lers moeten nog leren daarin veel
scherper te zijn.”
www.devoetbaltrainer.nl
Quincy Owusu moet soms andere keuzes maken
3.foppe 26-07-2005 09:39 Pagina 6
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 3 1 2 0 0 56 7
Harder opstel len?Had u zich niet harder moeten opstel-
len en die jongens eerder moeten op-
eisen?
Foppe de Haan: “Ik heb er geen moei-
te mee om met de vuist op de tafel te
slaan als dat moet, maar ik vond dat
in deze situatie niet reëel. Op de eer-
ste plaats was ik gebonden aan de in-
ternationale voetbalkalender. Ik
mocht daardoor de spelers pas tien
dagen voor het WK officieel claimen.
Maar ook toen moest de bekerfinale
PSV – Willem II nog worden gespeeld.
Ik had op mijn strepen kunnen gaan
staan door de Willem II-spelers Kemy
Agustien en Frank van der Struijk en
de PSV’er Ibrahim Afellay op te eisen.
De kans dat Ibrahim met PSV zo’n fi-
nale nog eens speelt, is vrij reëel, voor
Kemy en Frank kan het de enige keer
in hun loopbaan zijn geweest. Moet je
die knullen dan zoiets afnemen? Ze
leren ook van die ervaring. Als je twee
spelers om die reden toestemming
voor de finale geeft, kun je daar bij
nummer drie niet van afwijken. Voor
Vlaar, Maduro en Babel waren de er-
varingen bij het grote Oranje fysiek
zwaar, maar ook weer heel leerzaam.
Het is in ons land steeds een afwe-
ging van belangen. In Zuid-Ameri-
kaanse landen is de bond de baas en
die bepaalt wanneer spelers kunnen
worden geclaimd. Elke discussie is
daar kansloos. Zo werkt dat hier niet.
Ik wil nog even op het teamtactische
verhaal terugkomen. Vooraf hadden
we ingeschat dat we verdedigend wat
vaker in de problemen zouden ko-
men. Dat is niet het geval geweest.
We hebben maar twee doelpunten te-
gen gekregen en dat waren ook nog
eens ‘slaapmomenten’. Nee, de pro-
blemen lagen duidelijk voorin. Tim
Vincken heeft zich tijdens het WK pri-
ma ontwikkeld, maar is geen speler
die anderen stuurt. Tim moet ge-
stuurd worden. Hij wil ook nog te
vaak langs die tegenstander. Ik heb
hem geadviseerd die passeerbeweging
wel in te zetten, maar vervolgens niet
af te maken. Geef die voorzet maar
wat eerder, want anders is het mo-
ment voor de goal weg.
Collins John heeft kwaliteiten in het
zestienmetergebied: dan is hij een kil-
ler. Maar in de voorfase moet hij nog
veel leren, zoals meevoetballen. Van
een moderne topspits wordt verwacht
dat hij spijker- en spijkerhard werkt
in het belang van het team. Geen en-
kele spits kan het zich meer permitte-
ren om op die twee kansen te wach-
ten en voor de rest weinig bij te dra-
gen aan de teamprestatie. Collins
John beseft dat nog te weinig. Zo is
ook Quincy Owusu nog veel te balge-
richt, waardoor hij alle andere dingen
vergeet. Dan wordt het moeilijk om
voor een goede bezetting bij de beide
palen te zorgen. Bij Babel is dat gevoel
beter ontwikkeld. Owusu en Collins
John willen nog te veel de bal vooral
daar hebben waar zij er leuke dingen
mee kunnen doen en niet waar dat
voor het team het beste is. Quincy is
in aanleg natuurlijk een geweldige
voetballer, technisch en fysiek heel
sterk. Maar hij moet echt, echt leren
wat hij toch voor het team kan bete-
kenen als het met hem tijdens een
wedstrijd wat minder loopt. Dat moet
hij vooral bij Arsenal leren, want dat
lukt je niet in een paar weken.”
Verbeterpunten Zijn er nog andere verbeterpunten
dan alleen de teamtactische?
Foppe de Haan: “De volgende keer
zou ik eerder met zo’n project willen
beginnen. We zijn nu in januari ge-
start. Ik vind dat je voor zo’n WK-pro-
ject minimaal een jaar moet uittrek-
ken. Het is te laat bij deze groep gaan
leven. Bij de start in januari konden
ze nog niet vertellen in welke sta-
dions ze zouden spelen. Zo weinig
leefde bij Onder 20 het WK in eigen
land. We hebben toen meteen beelden
laten zien van het WK in Argentinië
met 60.000 fanatieke toeschouwers op
de tribune. In februari heb ik heel be-
wust aan Marco van Basten gevraagd
zijn ervaringen tijdens een soortgelijk
WK in Mexico te vertellen. Dat maak-
te indruk. Toen is het voor de eerste
keer echt gaan leven. Dat vind ik te
laat. Je hebt dan bijvoorbeeld al een
herfstvakantie laten schieten waarin
we een week met de hele groep had-
den kunnen werken.
Van Basten had deze groep nog meer
interessante dingen te vertellen. Zo
zei hij bijvoorbeeld: ‘Nu je 18 of 19
jaar bent, moet je weten op welke
twee posities je dominant kunt spe-
len. Bijvoorbeeld aanvaller en aanval-
lende middenvelder, rechtshalf en
rechtsbuiten. Over twee jaar moet je
weten wat je beste plek in een elftal
is en daar dan ook voor gaan.” Ook
beklemtoonde hij hoe belangrijk hij
het sociale gedrag van een speler bin-
nen het team vindt. Dat is ook zo. Als
je als selectieteam een langere tijd bij
elkaar bent, bijvoorbeeld bij zo’n WK,
dan vallen bijna nooit spelers af om-
dat ze niet zo goed kunnen voetbal-
len. Nee, ze vallen bijna altijd af om-
dat ze niet goed binnen het team
kunnen functioneren. Bijvoorbeeld
omdat ze te veel aan de kantlijn blij-
ven staan of omdat ze hun eigen per-
soontje belangrijker vinden dan het
teambelang. Om een kans van slagen
te hebben moet je je volgens Van Bas-
ten heel coöperatief ten opzichte van
de andere teamleden opstellen, sa-
men willen spelen en keihard voor
het team willen werken.
Op dat gebied kon deze groep nog wat
leren, zeker onze spitsen. Ik heb hun
bijvoorbeeld gevraagd om goed naar
Dirk Kuyt te kijken, omdat hij het
hardst van alle Oranje-spelers werkt
en wat daarvan het effect op het mid-
denveld en de verdediging is. Crespo
en vroeger Batistuta en tijdens dit WK
een spits als Messi zijn ook zulke type
spitsen. Het is ongelooflijk welke ar-
beid zij voor hun team bereid zijn te
verrichten. In Nederland hebben we
nog te weinig van dit soort spitsen. Ik
zie dat in alle leeftijdsgroepen terug:
veel van onze talentvolle spitsen zijn
te weinig bereid om heel hard voor
Rick Kruys scoort 3-0 tegen Australië
3.foppe 26-07-2005 09:39 Pagina 7
het team te werken als we de bal niet
hebben.Voetballen evolueert steeds
meer in een richting waarbij ook van
de meer individualistisch ingestelde
speler wordt verwacht dat hij een
flinke bijdrage aan het collectief le-
vert. Die stap hebben de spitsen van
Onder 20 absoluut nog niet gemaakt.”
Doorselecteren Foppe de Haan: “Een andere les van
dit WK is ook dat we voor de KNVB-
selecties nog heftiger moeten selecte-
ren. De talenten die aardig kunnen
voetballen hebben we in Nederland al
bij de selecties Onder 14 in kaart ge-
bracht. Maar er is ook een categorie
‘stille groeiers’ die pas op 18- of 19-ja-
rige leeftijd hun echte kwaliteiten to-
nen. De contacten met de clubs over
dat type spelers moeten geïntensi-
veerd worden. Daarvoor wil ik over
heel Nederland verspreid scouts aan
het werk zetten die niet clubgebon-
den zijn. Deze oud-trainers en –voet-
ballers moeten elke maandagavond
de beloftenteams in hun regio aan
het werk zien en op zaterdagmiddag
de A-junioren. Types die ook gemak-
kelijk contacten kunnen leggen met
de trainers bij de betreffende clubs. Er
moet toch zeker ergens in Nederland
ook in deze leeftijdscategorie een so-
ber spelende controlerende midden-
velder te vinden zijn? Deze selectie
kende dat type speler niet. Had ik die
wel gehad, dan had ik Maduro naast
Vlaar in het hart van de verdediging
laten spelen. Volgens mij komt Madu-
ro nog beter tot zijn recht als hij het
hele veld voor zich heeft. Ik had dan
Vlaar en Maduro bij balbezit afwisse-
lend kunnen laten doorschuiven naar
het middenveld. Nu verliep onze op-
bouw vaak te voorspelbaar via Maduro.
Een ander verbeterpunt is het aantal
testmomenten. We moeten eerder de
fysieke toestand van spelers in kaart
brengen. Vervolgens ontwikkel je in-
dividuele trainingsprogramma’s,
waarbij je een beroep doet op hun
zelfwerkzaamheid. De huidige talen-
ten stellen zich te afhankelijk op rich-
ting de trainers bij hun club. Je kunt
ook zelf invloed uitoefenen op de weg
die je wilt afleggen naar de top. Dat
houdt bijvoorbeeld in dat je ‘bijtraint’
in een week dat je door omstandighe-
den bij de club minder hebt kunnen
doen. We moeten jeugdspelers daarin
veel zelfbewuster maken.”
CoachingDeze verbeterpunten zijn afgeleid
van het werken met Onder 20. Zijn er
volgens u ook nog andere, algemene
aandachtspunten voor de Nederland-
se jeugdopleiding?
Foppe de Haan: “Misschien moeten
de jeugdtrainers in ons land hun stijl
van coachen veranderen. Jeugdtrai-
ners kauwen te veel dingen voor. Op-
leiden van jeugdvoetballers is te ver-
gelijken met het moderne onderwijs.
Het gaat om het beïnvloeden van het
denkproces bij de talenten. Dus niet
alles voorzeggen, maar steeds open
vragen stellen. ‘Waarom doe je dat
zo? Wat is een andere oplossing?’ Zo
moet je naar mijn idee jeugdspelers
oplossingen leren zien, situaties leren
herkennen. Je moet het probleem bij
de talenten zelf neerleggen en niet al-
les van bovenaf willen dicteren. Zet
als trainer van de D- of C-jeugd nu
eens wat vaker een veldje uit waar de
pupillen zonder jouw inbreng 4:4 of
5:5 kunnen spelen. Ga langs de lijn
staan, hou je mond en kijk alleen
goed wat er gebeurt. Zo bevorder je
het natuurlijk leren ook op het voet-
balveld. Binnen elke jeugdopleiding
zou die discussie opgestart moeten
worden.
Weet je wat een ideale situatie zou
zijn? Je brengt bij je club eerst die
paar echte talenten in kaart. Vervol-
gens leg je met een aantal deskundige
mensen vast wat je van zo’n talent
verwacht. Daarover overleggen bij-
voorbeeld de techniektrainer, de con-
ditietrainer, andere begeleiders en de
trainer van die groep. De uitkomst
van dat overleg moet je opschrijven
en als trainer niet alleen in je hoofd
hebben. Daarna gaat alleen de eigen
trainer met die jongen aan tafel zit-
ten. Dat voorkomt dat er onduidelijk-
heid ontstaat. Die trainer stelt open
vragen om erachter te komen hoe
zo’n speler tegen zichzelf aankijkt.
Dan zet je de dvd-recorder aan en be-
kijkt samen met dat talent acties van
een aansprekende topspeler op zijn
favoriete positie. Je vraagt hem: ‘Wat
zou je hiervan kunnen leren?’ Nadat
de speler erover heeft nagedacht,
maak je samen een plan. Dat is geba-
seerd op vragen als: ‘Wat wil ik pre-
cies bereiken, wie kan me daarbij hel-
pen en wat heb ik daarvoor nodig?’
Dat leidt weer tot een soort Persoon-
lijk Ontwikkelings Plan, waarmee ook
volwassenen in bedrijven werken. De
trainer moet vervolgens in staat zijn
om dat plan te vertalen in een indivi-
dueel trainingsprogramma. Ik vind
namelijk dat je een talentvolle rech-
terspits anders moet trainen dan een
talentvolle linksback. Je kunt bij de
jeugd niet specifiek genoeg trainen.
Bij SC Heerenveen is er voor elke spe-
ler naast de groepstraining ook een
individueel programma. Voor een
spits als Klaas Jan Huntelaar gaat het
dan bijvoorbeeld om extra trainingen
voor explosiviteit, duelkracht en het
verbeteren van sprongkracht.
Helemaal perfect is het als een vol-
wassen voetballer met veel kwalitei-
ten als een soort voetbalbuddy voor
zo’n talent optreedt. Een goed voor-
beeld is PSV. Daar is Cocu een soort
persoonlijke coach voor Ibrahim Afel-
lay. Dat is ideaal. Een ander voorbeeld
is de invloed die Ruud Gullit heeft ge-
www.devoetbaltrainer.nl
Natuurlijke leiders, zoals Ron Vlaar, dienen zich vanzelf aan
3.foppe 26-07-2005 09:39 Pagina 8
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 3 1 2 0 0 58 9
had op de ontwikkeling van Ruud van
Nistelrooy. Ruud had de neiging om
bij het afwerken op goal altijd te kie-
zen voor een stift of een lob. Ook al
had ik hem al 25.000 keer verteld dat
het gaat om het scoren, niet om de
fraaie actie. Toch drong dat maar niet
tot hem door. Totdat Ruud Gullit als
stagiaire bij SC Heerenveen hem ver-
telde dat hij het net moest laten bol-
len. De volgende dag zag ik een ande-
re Ruud van Nistelrooy op de training.
Hij had erover nagedacht en begon in-
eens te scoren!”
Wedstr i jdenWat hebben de vijf WK-wedstrijden
aan leermomenten opgeleverd?
Foppe de Haan: “In de wedstrijd te-
gen Japan kwamen wij de tweede
helft in de problemen omdat de beide
vleugelverdedigers te veel naar bin-
nen knepen. De backpositie is eigen-
lijk een hele moeilijke positie, mis-
schien wel de moeilijkste in een elf-
tal. Je moet voortdurend kiezen tus-
sen het naar binnen knijpen en het
geven van rugdekking en het in de
gaten houden van je eigen tegenstan-
der. Het volgende moment moet je als
vierde of vijfde middenvelder kunnen
fungeren. Ook in de opbouw wordt de
back vaak ingespeeld terwijl die al-
leen maar de bal kan afkappen en te-
rug kan spelen op de keeper. Tegen Ja-
pan waren we voorin onvoldoende in
staat een bal vast te houden. Door het
voortdurende balverlies kwamen we
onder druk te staan.
In de rust van de
wedstrijd tegen
Australië ben ik
kwaad geworden,
omdat ik vond dat
de spelers de eer-
ste helft veel te
veel voor zichzelf
liepen te voetbal-
len.
Tegen Chili was ik
na afloop kwaad op Quincy Owusu en
Haris Medunjanin. Zo’n Haris is een
hele beste jongen en kan goed voet-
ballen. Hij is ook nog een groot voet-
balliefhebber. Als je hem inbrengt,
kan hij beslissende acties hebben. Te-
gen Chili maakte hij een fantastische
kapbeweging aan de zijlijn en stuurde
in één beweging drie Chilenen het bos
in. Maar vervolgens gaf hij niet die
voorzet, terwijl er voor het doel drie
spelers vrij stonden. Op dat moment
gun ik hem zo dat hij die voorzet wel
geeft, want dat zou betekenen dat hij
een stap voorwaarts had gemaakt.
Maar hij verviel in de oude fout en
maakte een nieuwe kapbeweging.
Toen ben ik behoorlijk boos gewor-
den. Achteraf begreep hij waarom,
want hij weet dat ik op zo’n moment
geen toneel speel.
De wedstrijd tegen
Nigeria was een
hele moeilijke
wedstrijd. We had-
den de spelers zo
ingepeperd dat ze
moesten voetbal-
len. In de voorbe-
reiding op de wed-
strijd hebben we
een vorm ge-
speeld (6:6 in de as van het veld)
waarin het spel tegen Nigeria centraal
stond. Dat ging heel aardig, maar ook
nu kon ik achteraf alleen maar con-
cluderen dat ik meer tijd had moeten
hebben om dat in te slijpen. Dat is
toch wel de belangrijkste conclusie na
afloop van dit WK.”
LevenshoudingWat heeft u van deze groep geleerd?
Foppe de Haan: “Ik heb veel opgesto-
ken van de levenshouding van vooral
de donkere jongens. Die hebben
zoiets van: op het moment dat je er
Urby Emanuelson: talentvol, maar niet kritisch genoeg op zichzelf
Tiendalli: taakbewust
Maduro: te lang seizoen?
3.foppe 26-07-2005 09:39 Pagina 9
moet staan, moet je er ook staan.
Maar als de klus gedaan is, is het ook
klaar. Ik heb, net als veel andere men-
sen, de neiging om na afloop te blij-
ven zeuren over iets wat is gebeurd.
Deze jongens genieten veel meer van
het moment zelf en lijden achteraf
veel minder. Hun gedrag heeft ervoor
gezorgd dat ik ook na vier weken trai-
ningskamp nog heel relaxed was en
van meer momenten echt heb geno-
ten. Ik was in staat om de tevreden-
heid de boventoon te laten voeren bo-
ven de ontevredenheid. Dat heeft na-
tuurlijk ook met mijn leeftijd te ma-
ken, want 20 jaar geleden zou dat on-
mogelijk zijn geweest, had ik me veel
meer geërgerd.”
Ja , maar. . . -generat ie Hoe zou u na al die weken deze gene-
ratie jonge voetballers willen om-
schrijven?
Foppe de Haan: ‘Als de ja, maar-gene-
ratie. Als je hen aanspreekt op per-
soonlijke aandachtspunten, is de re-
actie altijd ‘ja, maar…’ Wat meer zelf-
kritiek zou een goede zaak zijn. Zeker
de spelers van de wat grotere clubs
hebben al snel iets van: ‘Trainer, dat
weet ik toch al, dit heb ik al een keer
gehoord’. Het duurt wel even voordat
je ze echt bij de kloten hebt. Je moet
er de nodige energie insteken, maar
uiteindelijk lukt het wel en dan staan
ze opeens veel meer open voor aan-
wijzingen. Dat is me zelfs niet tegen-
gevallen. De berichten over deze
groep waren hartstikke slecht. Tijdens
het WK en ook de voorbereiding bleek
de groep wel degelijk aanspreekbaar
en was de werkhouding goed.
Ik heb wel ervaren dat je als coach
eerst geweldig je best moet doen om
contact met deze knullen te krijgen.
Coachen op afstand heeft nauwelijks
effect. Ik heb heel wat uren gestoken
in persoonlijke gesprekken. Ontstaat
er dan een band, dan zijn ze ook be-
reid om heel snel iets van je aan te
nemen, maar die houding is geen
vanzelfsprekendheid. Daar moet je
als trainer hard voor werken.
Kenmerkend in de dagelijkse omgang
was ook wel het wijzen naar elkaar.
Als iemand bijvoorbeeld niet goed be-
grepen of gelezen had wat precies het
dagprogramma was, was het al snel:
‘Ja, maar hij zei…’ Daar heb ik in het
begin nogal fors op gereageerd in de
trant van: ‘Zo werkt het hier dus niet,
we communiceren niet via de trom.
Zolang iemand van de trainers niet
aangeeft dat er iets is veranderd, is
het zoals het is en dat kun je duide-
lijk op het publicatiebord lezen. Punt.’
Veel aandacht heb ik besteed aan de
groep die niet speelde. Na een gewon-
nen wedstrijd ging mijn aandacht
vooral naar die spelers uit. Ik trainde
dan altijd zelf die groep en ook nog
eens behoorlijk stevig. Ik wilde bij
hen een gevoel kweken van: ‘Die trai-
ner heeft er blijkbaar belang bij dat
we fit zijn, hij heeft ons dus echt no-
dig.’ Dat was ook zo.”
Ali BFoppe de Haan: “Van Riemer van der
Velde heb ik geleerd dat je als begelei-
ders tijdens zo’n toernooi, waarin je
een aantal weken zeer intensief met
elkaar optrekt, de boog niet altijd ge-
spannen moet houden. Je moet soms
ook eens buiten de dagelijkse afspra-
ken durven te treden. Hoeveel ruimte
je daarin een groep gunt, hangt hele-
maal van de samenstelling af. Dat is
per keer verschillend. Hoe langer ze
met een groep onderweg zijn, hoe
meer sommige trainers de neiging
hebben steeds meer aan de touwtjes
te trekken. Dat is niet verstandig. Ik
heb bijvoorbeeld heel bewust Ali B
uitgenodigd. Er zullen ongetwijfeld
trainers zijn die gruwelen bij de ge-
dachte dat je zo’n artiest bij je team
haalt en ook nog laat meetrainen. Ik
had hem al eens eerder ontmoet en
wist wat zijn capaciteiten waren. Hij
zorgt bij zo’n jonge groep niet alleen
voor ontspanning, maar had ook een
andere rol. Ali B is namelijk geweldig
goed in het prikkelen van die gasten,
daagt ze voortdurend uit met vragen
als: ‘Wie ben je nou echt, wat wil je
precies, waar ga je voor?’ Of met een
opmerking als: ‘Stelletje dooie pieren,
kom nu eens tevoorschijn!’ Hij heeft
een boodschap voor die jongens en
die kwam heel goed over.”
Peter Murphy In de voorbereiding op het WK heeft
u ook Peter Murphy ingeschakeld.
Wat was zijn bijdrage?
Foppe de Haan: “In de internationale
sportwereld geldt Murphy als expert
op het gebied van talentontwikkeling,
braintyping (typologie), communica-
tie, mental coaching en teambuilding.
Via zijn programma ‘Action Type’
kreeg ik een beter inzicht in de ge-
dragsmatige voorkeuren van de spe-
lers van dit WK-team. Wat bleek? De
meeste spelers in deze groep hadden
erg veel behoefte aan structuur en
houvast. Voor mij was het vervolgens
een vanzelfsprekendheid dat ik vanaf
het begin heel duidelijk moest zijn in
wat ik van hen verlangde. Dat type
spelers wil precies weten waar ze aan
toe zijn. Op basis van die informatie
heb ik al in een vroeg stadium verteld
wat het basisteam was en wie de wis-
www.devoetbaltrainer.nl
Staande de technische staf: Winter, Van Zwam en De Haan Ron Vlaar scoort de gelijkmake
3.foppe 26-07-2005 09:39 Pagina 10
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 3 1 2 0 0 510 11
sels waren. Iedereen kende daardoor
vanaf het begin zijn plek en rol. Elke
wisselspeler wist dat ik bij blessures
of schorsingen het elftal niet op z’n
kop zou zetten. Nee, ik gaf meteen
duidelijkheid: als speler X niet kon
spelen, wist speler Y dat hij de inval-
ler zou zijn.
Die structuur bood ik bijvoorbeeld
ook aan door een steeds terugkerend
ritme in de wedstrijdbesprekingen.
Zeker bij jeugdvoetballers hou ik niet
van lange besprekingen, maar je moet
wel je informatie kwijt kunnen. Die
boden we op vaste momenten voor
een wedstrijd aan. Wim van Zwam
selecteerde allereerst een aantal vi-
deobeelden die heel kenmerkend wa-
ren voor de komende tegenstander.
Echt alleen de dominante spelfases.
Op het bord ernaast schreef hij dan
de belangrijkste kenmerken. Die eer-
ste informatieronde duurde nooit lan-
ger dan 10 minuten. Daar begonnen
we twee dagen voor een wedstrijd
mee. Een dag later kwam ik er dan na
de training bij de tweede wedstrijdbe-
spreking op terug. Beknopt en helder
gaf ik aan, weer ondersteund met en-
kele videobeelden, wat de sterke pun-
ten van de tegenstander waren, waar
dat nu precies aan lag en welke op-
lossingen wij daar tegenover konden
stellen. Ook weer tien minuten. Later
op die dag volgden nog twee sessies
van 10 minuten met beelden van on-
ze eigen wedstrijden en een sessie
over de corners en vrij trappen. Die
vier blokjes van 10 minuten kwamen
voor elke wedstrijd terug en werden
afgerond met een soort motivatie-
preekje.
De individuele aandachtspunten be-
waarde ik vooral voor de persoonlijke
Statistiek
Nederlands elftal
Japan Austra. Benin Chili Nigeria Totaaldoelpunten (voor) 2 3 1 3 1 10doelpunten (tegen) 1 0 0 0 1 2schoten (doel) 7 11 4 11 10 43schoten (naast) 2 7 9 6 2 26corners 4 7 8 4 11 34corners (tegen) 2 1 2 5 6 16strafschoppen (voor) 0 0 0 0 0 0buitenspel 0 2 1 5 0 8overtredingen 13 10 25 19 17 84overtredingen (tegenst.) 20 11 23 14 22 90geel 2 0 3 4 2 11rood 0 0 0 0 0 0
balbezit 65% 54% 65% 53% 53% 58%
Nederland
Keepers Lft Kg Jap Aus Ben Chi Nig Totaal Goals1 Kenneth Vermeer 19 79 90 90 90 90 120 480
16 Theo Brack 20 74 - - - - - -
21 Job Bulters 19 78 - - - - - -
Verdedigers2 Dwight Tiendalli 19 69 90 90 90 90 120 480
3 Ron Vlaar 20 80 90 90 90 90 120 480 1
4 Frank van der Struijk 20 69 90 90 - 90 106 376
5 Jeroen Drost 18 74 90 90 - 90 120 390
12 Gianni Zuiverloon 19 70 - - 90 3 46 139
13 Mark Otten 19 77 - - - - 14 14
Middenvelders6 Hedwiges Maduro 20 72 90 90 90 87 120 477 2
8 Rick Kruys 20 71 67 90 90 90 120 457 1
10 Ibrahim Afellay 19 65 90 - 27 - - 117 1
14 Haris Medunjanin 20 78 - 23 - 11 - 34
15 Urby Emanuelson 19 68 - 77 90 79 74 320 1
17 Kemy Agustien 18 70 23 - 73 - - 96
Aanvallers7 Quincy Owusu Abeyie 19 74 90 90 90 77 74 421 1
9 Collins John 19 80 16 45 - 13 46 120 1
11 Ryan Babel 19 74 74 72 - 90 120 356 2
18 Tim Vincken 18 65 90 45 45 90 120 390
19 Prince Rajcomar 20 77 - 28 90 - - 118
20 Arjan Wisse 20 81 - - 45 - - 45
de gelijkmaker tegen Nigeria
Ali B sprak de taal van de spelers
3.foppe 26-07-2005 09:39 Pagina 11
www.devoetbaltrainer.nl
gesprekken. Dan legde ik bijvoorbeeld
Jeroen Drost uit waarom hij tien me-
ter meer naar binnen moest gaan
staan voordat hij Quincy Owusu aan-
speelde. Staat een back in het ver-
lengde van een vleugelspits, dan voelt
die steeds de hete adem van de man-
dekker in zijn nek als hij de bal krijgt
aangespeeld. Ga je als back eerst 10
meter naar binnen en speel je dan
met een diagonale pass je vleugel-
spits aan de zijlijn aan, dan staat die
meestal opengedraaid, kan desge-
wenst uitwijken en heeft veel meer
overzicht. Zulke specifieke details pikt
een speler sneller op als je hem die
persoonlijk uitlegt.
Ook tijdens de trainingen gaf ik zo
duidelijk mogelijk aan wat ik precies
wilde. Het was elke keer weer een
kwestie van: ‘Dit wil ik, zo doen we
het en hier ligt het accent op’. Steeds
weer houvast bieden en dat allemaal
in een vast, voor de spelers heel her-
kenbaar patroon.
De testen van Peter Murphy geven je
op meer fronten belangrijke informa-
tie. Een goed voorbeeld is Gianni Zui-
verloon. Uit die test bleek dat Gianni
als sporter veel kwaliteiten heeft die
belangrijk zijn als je ver wilt komen.
In het begin vond ik Gianni heel erg
op slot zitten. In de groep was hij af-
wachtend, manoeuvreerde hij te be-
hoedzaam. Maar na het gesprek met
Peter Murphy zagen we een andere
Zuiverloon: hij bloeide helemaal op.
Uit die test bleek ook dat hij meer de
eigenschappen van een middenvelder
dan een verdediger heeft. Ik heb daar
toen bij de 3:3-partijtjes extra opgelet.
Die zijn daar uitermate geschikt voor.
Probeer het maar uit: er is altijd een
speler die vanzelf de rol van de verde-
diger op zich neemt of van de mid-
denvelder of van de aanvaller. Gianni
koos bij 3:3 zelden voor de rol van
verdediger, maar bijna automatisch
voor die van middenvelder met veel
dynamiek naar voren. Daarom heb ik
hem ook als middenvelder laten in-
vallen en ik vond dat hij het goed
deed. Bij Feyenoord moeten ze maar
bekijken wat ze met die informatie
doen, maar ik denk dat het voor zijn
ontwikkeling het beste zou zijn als hij
als middenvelder zou worden opge-
leid. Posteer je hem toch in het hart
van de verdediging, laat hem dan re-
gelmatig doorschuiven naar het mid-
denveld.
Als je een groep maar voor zo’n korte
tijd bij elkaar hebt als dit team, dan is
de informatie van Peter Murphy extra
belangrijk. Bij een club ontdek je het
waarschijnlijk op den duur ook op an-
dere manieren, maar die tijd hadden
we met dit team niet.
Ook als staf hebben we ons door Peter
Murphy laten testen. We bleken als
type coach behoorlijk te verschillen.
Bij de ene trainer speelde het gevoel
een grotere rol, de ander handelde
meer intuïtief en weer een ander had
vooral behoefte aan vaste stramienen.
Wim van Zwam, Aron Winter,
keeperstrainer Jan Willem van Ede en
ik steken blijkbaar heel anders in el-
kaar. Dat vond Murphy uitstekend,
want daardoor vulden we elkaar goed
aan. Zo heb ik dat tijdens het WK ook
gevoeld. Je moet geen begeleidings-
staf hebben met allemaal hetzelfde
soort trainers. Er kan er maar één de
baas zijn, maar elke trainer binnen de
staf moet wel de gelegenheid krijgen
om in een stijl die bij hem past met
de spelers bezig te zijn.
Elke avond om tien uur veegden we
dan onze ervaringen van zo’n dag bij
elkaar. Dat duurde maximaal een half
uurtje, want ik ben absoluut geen ver-
gaderbeest. Eerst kwam dan de dokter
aan het woord met een prognose over
de geblesseerde spelers. Daarna lie-
pen we kort het programma van de
volgende dag door. Tot slot maakten
we een korte ronde langs alle trainers
en dan sloot ik het af met wat ik nog
graag kwijt wilde. Naar buiten toe is
de hoofdcoach nu eenmaal het uit-
hangbord. Daar moet je in zo’n inten-
sieve periode heel duidelijk over zijn.
Bij mijn eindspeech na de uitschake-
ling tegen Nigeria heb ik benadrukt
dat de hele staf die rol op een fantas-
tische manier heeft ingevuld. Zij heb-
ben mijn hoofd soms wel drie keer op
een dag op de tv gezien. Ik kan me
heel goed voorstellen dat je dan zelf
ook graag eens je verhaal kwijt zou
willen, maar dat gebeurt dus niet.
Ook daar moet je duidelijk in zijn: het
grootste deel van de begeleidings-
groep moet op de achtergrond wer-
ken. De twee fysiotherapeuten Jürgen
Perform as a team: samen het doelpunt vieren
3.foppe 26-07-2005 09:39 Pagina 12
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 3 1 2 0 0 512 13
en Michel hebben bijvoorbeeld onge-
looflijk knap werk verricht. Ze hadden
zo’n goed contact met de boys, onder-
steunden ons heel deskundig bij het
samenstellen van de trainingspro-
gramma’s. Zo’n duo moet daar ook de
arbeidsvreugde uithalen en niet uit
een groot verhaal in een of ander tijd-
schrift of voor de tv. Die rolverdeling
moet heel helder zijn als je samen
een paar weken onder weg bent en de
media zo dicht op de groep zitten.”
Brief U heeft aangekondigd alle spelers
nog een brief te schrijven. Wat wilt u
daarmee bereiken?
Foppe de Haan: “Dat heb ik in de
winterstop ook bij Jong Oranje ge-
daan. Daarin kijk ik terug op mijn er-
varingen met zo’n speler. Wat heb ik
als prettig ervaren en waaraan zou
nog gesleuteld kunnen worden? Het
eerste gedeelte gaat meer over het ge-
drag van de speler in de groep, maar
ook over de zorg voor zichzelf en an-
dere spelers van het team. Het twee-
de gedeelte gaat dan puur over het
voetballen. Wat zijn de sterke pun-
ten? Aan welke facetten moet de spe-
ler in de toekomst gaan werken? Dat
mondt dan uit in een beschrijving van
een soort persoonlijke doelstelling. Ik
heb de indruk dat nogal wat spelers
van Jong Oranje die brief hebben ge-
waardeerd. Ook van ouders heb ik re-
acties gehad dat ik hun zoon aardig
had neergezet in die brief.
Ik ben overigens niet alleen aardig in
die brief. Sommige jongens hebben
geen goed zelfbeeld, al is dat aantal
bij de selectie van Onder 20 beperkt.
Maar ook in die groep zijn er die zich
nu al veel beter vinden dan dat ze in
werkelijkheid zijn. Die hebben onvol-
doende in de gaten wat er in het top-
voetbal echt van een speler wordt ge-
vraagd. Kijk, deze jongens kunnen al-
lemaal heel aardig voetballen. Het
gaat veel meer om de keuzes die je
buiten het veld maakt, je persoonlijke
ontwikkeling. Welke weg moet ik
gaan om me echt aan de top te kun-
nen manifesteren? Die vraag stellen
enkele spelers zichzelf nog te weinig.”
Welke feedback zou u als trainer zelf
graag van de spelers willen krijgen?
Foppe de Haan: “Je hoopt zeker bij de-
ze leeftijdsgroep dat ze je als een trai-
ner zien die maar één doel heeft: van
hen nog betere, completere voetbal-
lers te maken. Dat was namelijk tij-
dens dit WK mijn belangrijkste doel-
stelling!”
Een goede voorbereiding is nog geen garantie dat je een strafschoppenserie winnend afsluit
De berusting na de uitschakeling
3.foppe 26-07-2005 09:39 Pagina 13
www.devoetbaltrainer.nl
Op rug liggend
� handen op borst
� benen gestrekt tegen elkaar
� iets boven de grond even vasthouden en
weer omhoog brengen
Variatie: met de handen zijwaarts en de benen
van links naar rechts
Halve lig/zit
� steunen op twee onderarmen (ellebo-
gen)
� één been gebogen op de grond
� één been gestrekt vóór je komt van de
grond en steeds iets omhoog komen
Op buik liggend
� beide voeten en armen van de grond af
� 5 seconden vasthouden
Op buik liggend
� buik richting grond
� steunen op twee paar tenen en beide onderarmen
� ‘Als een plank zo recht’.
� ‘Geen holle of bolle rug.’
Zwaarder maken: ellebogen meer naar voren brengen
Op buik liggend
� linkerarm en rechterbeen uitzwaaien (en ander-
soms)
� balans houden
1
3
6
8
2
DE 10 STABILITEITSOEFENINGEN
Foppe de Haan: “Alle bewegingen beginnen vanuit
je heupgewricht. Jongens die uit de groei komen,
hebben bijna allemaal verwaarloosde buik- en lage-
rugspieren. Omdat je in positie- en partijspelen
veelvuldig dezelfde beweging maakt, met vaak al-
leen je sterke been, word je heel eenzijdig belast.
Daardoor wordt een speler blessuregevoelig. Verder
is het zo dat je een grote rompstabiliteit nodig hebt
om de trainingsintensiteit op te kunnen voeren.
Dan kun je aan explosieve kracht gaan werken. ”
4. stabiliteit 25-07-2005 20:38 Pagina 2
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 3 1 2 0 0 514 15
Op rug liggend
� steunen op twee ellebogen en twee hakken
� duw jezelf omhoog
Op één been staand
� op één been staan, met het ande-
re been alle kanten op zwaaien
� balans houden
� ‘Voet moet op de grond blijven
staan, niet huppen’.
Op zij liggend
� bovenste been en arm ge-
strekt naar boven brengen
� heup van de grond af hou-
den, leunen op één arm (elle-
boog)
Op handen en voeten staand� met handen naar voren ‘stappen maken’ totdat je
denkt dat je op je mond valt, en in die positie 5 se-
conden vasthouden
� idem, maar dan met de handen zijwaarts, naar
buiten.
Op knieën zittend
� rechterarm en linkerbeen uitzwaaien
(en andersoms)
� balans houden
� ‘in elkaar en uitstrekken’
Variatie: op je buik liggen (5 seconden
vasthouden)
7
4
5
10
9
N
4. stabiliteit 25-07-2005 20:38 Pagina 3
Foppe de Haan countert mVeranderingenU moest op het laatste moment de
demonstratie overnemen van Huub
Stevens. Zijn er zaken die u in de
trainingsopzet van Stevens heeft ver-
anderd?
Foppe de Haan: “Ik heb deze training
op het laatste moment van Huub Ste-
vens overgenomen. Huub is nogal
Duits georiënteerd, dus die begon met
acht minuten lopen. Ich nicht. Ik ben
een klein beetje anders. Dat is ook he-
lemaal niet erg. Ik heb gekozen voor
vormen met de bal. Gewoon om lek-
ker warm te worden. Ik geef graag
wat loopvormen die energie kosten,
dat betekent dat je hartstikke warm
blijft. Ik houd van pass - en trapvor-
men, waarbij ook aandacht is voor de
diepte in het spel en de eerste bal-
aanname. Als je goed wilt counteren,
is de eerste balaanname natuurlijk
van wereldbelang. Neem je de eerste
bal goed aan, kun je ook diep inspe-
len. Pak je zo’n bal verkeerd dan kun
je vaak alleen maar op de keeper te-
rugspelen en moet je opnieuw begin-
nen.
Daarna heb ik een vorm gegeven met
een crosspass en een voorzet. Ik ben
geëindigd met een partij, waarbij het
accent lag op de overtalsituatie. Het
was een beetje een vervolg op wat Co
Adriaanse deed. Ik zette daar de
counter tegenover. Je kunt eigenlijk
alleen maar een counter spelen als de
andere partij druk zet. Het was best
een lastige klus, want ik kende deze
groep spelers van Nuenen totaal niet.
Ik had ze nog nooit gezien, maar we
maakten er toch wat moois van.”
Doelstel l ingFoppe de Haan: “De doelstelling van
deze demonstratie was countervoet-
bal. Huub Stevens had deze demon-
stratie dus voorbereid. Hij wilde be-
ginnen met een positiespel 4:4 +2. Dat
heb ik niet gedaan, omdat ik vind dat
als je de counter wilt trainen - en ze-
ker als je dat met je groep voor de
eerste keer doet - je in de voorberei-
dende vorm iets moet doen dat te
maken heeft met de eindvorm. Het
positiespel van Huub is op zichzelf
hartstikke zinnig, waarbij het accent
ligt op het snel schakelen van balbezit
naar balverlies. Maar dat accent wou
ik in mijn partijtje minder terug laten
komen, daarom heb ik dat eruit ge-
haald. Daarnaast speelde hij achterin
met vier man op rij, zoals de Duitsers
dat doen en dan de beide ‘Außen-
bahnlaufers’ laten komen. Als je
speelt met een spits zoals de Duitse
teams die meestal hebben, moet je er
volgens mij een speler achter hebben
die de spits ondersteunt. Eentje die de
pass geeft en er een keertje overheen
gaat. Dus heb ik het systeem een
beetje veranderd, omdat ik vind dat er
iemand achter de spits moet lopen.”
CounterFoppe de Haan:“Het doel van deze
training was het verbeteren van het
spelen op de counter of op de snelle
tegenaanval. Belangrijk daarbij is dat
spelers in staat zijn een snelle scha-
keling naar voren te maken. Ook
moet het team in staat zijn de ruimte
naar voren of aan de buitenkant van
het veld goed te benutten. Een andere
mogelijkheid tot een snelle tegenaan-
val is het aanspelen van de diepe
spits. Deze moet dan wel balvast zijn
of goed in de ruimte kunnen spelen
om door zinvolle, slimme loopacties
ruimte voor opkomende spelers te
creëren. Is hij balvast, dan kan hij
door middel van een 1-2 combinatie,
een individuele actie of een wisselbal
snel richting het doel van de tegen-
partij spelen. Natuurlijk is zo’n speel-
wijze afhankelijk van het beschikbare
spelersarsenaal, de stand van de wed-
strijd en de kwaliteiten van de tegen-
stander. Ook belangrijk is dat de spe-
lers die de counter uitvoeren, in staat
zijn de buitenspelval van de tegen-
stander te ontlopen. Ze moeten dus
ook beschikken over het nodige tacti-
sche inzicht.”
www.devoetbaltrainer.nl
Het spelen op de counter
De nestor van het Nederlandse trainersgilde zorgde
voor een humoristisch en leerzaam slot van het trai-
nerscongres. Het jeugdige elan waarmee Foppe de
Haan doceerde, vormde een prachtige afsluiting van
een lange instructieve voetbaldag. Als vervanger van
de naar China afgereisde Huub Stevens behandelde
De Haan op geheel eigen wijze het thema counteren.
Tekst/
Hans Nijboer
9. de Haan/b 03-06-2004 17:40 Pagina 2
met jeugdig elan
TT RR AA II NN EE RR SS CC OO NN GG RR EE SS
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 2 2 2 0 0 436 37
Passen en trappenFoppe de Haan: “De eerste oefening
was een stroomvorm met passen en
trappen (zie tekening 2). Wat betreft
het conditionele aspect train je met
deze vorm het snelheiduithoudings-
vermogen. Deze vorm moet natuurlijk
uitgevoerd worden afhankelijk van de
kwaliteiten van de groep. Het liefst
speel ik deze vorm in een hoog tem-
po, waarbij het accent ligt op de diep-
te in het spel en een nauwkeurige
passing. Maar dat is niet voor iedere
groep weggelegd. Eventueel kun je de-
ze vorm spelen door spelers eerst de
bal aan te laten nemen, maar ik pre-
fereer direct spel. Heel zinvol is om
deze vorm zowel linksom als rechts-
om aan te bieden. De bedoeling is dat
speler 1 de bal speelt naar de zich
aanbiedende speler 2, deze legt de bal
breed op de inmiddels doorgelopen
speler 1 die de bal direct doorspeelt
naar de in de bal komende speler 3,
die vervolgens goed indraait en de bal
na aanname de diepte inspeelt naar
de aanbiedende speler 4. Vervolgens
begint de oefening aan de andere
kant opnieuw. Alle spelers schuiven
steeds een positie op.
Bij trainingsvorm 2 (zie tekening 3)
begint de oefening met een crosspass
naar de spits. Deze legt de bal terug
op een bijsluitende middenvelder of
hangende spits, die de bal opent naar
een opkomende verdediger, die op die
manier de buitenspelval van de te-
genpartij omzeilt en daarna met een
voorzet de spits in stelling brengt.”
Part i jvormFoppe de Haan: “Bij de partijvorm 6:6
(zie tekening 4) wilde ik de getrainde
vormen terugzien. De oranje partij
moest op de counter spelen en de
groene partij kreeg de opdracht om
snel druk naar voren te zetten. De
groene partij speelde in een 1:1:2:2-
opstelling en de oranje partij speelde
met een keeper, drie verdedigers, een
diepe spits en een speler die om de
diepe spits heen moest spelen.Tijdens
deze partijvorm coachte ik heel na-
drukkelijk op de zaken die ik in de
voorbereidende oefeningen had aan-
gereikt. De spits van de oranje partij
moest zich tussen de buitenspellijn
en de middenlijn aanbieden. Als een
bal onderschept wordt, wil ik dat di-
rect de spits wordt aangespeeld. De
balbezittende speler moet goed om
zich heen kijken en snel handelen.
Het grote gevaar voor de counterploeg
is dat er te snel veel mensen voor de
bal komen. Verlies je de bal, is dat do-
delijk. Spelers moeten goed in de ga-
ten houden wat ze achterlaten als ze
mee naar voren gaan.
Bij deze vorm hanteer ik een speciale
puntentelling. Een doelpunt op de
grote goal telt dubbel en een dribbel
van een opkomende middenvelder of
verdediger door de aan de beide zij-
kanten opgestelde pylonen telt één-
maal. Ik ben eerlijk gezegd niet zo
sterk in het bijhouden van de punten-
telling. Ook tijdens deze oefening heb
9. de Haan/b 03-06-2004 17:40 Pagina 3
ik daar aan geen aandacht besteed.
Daar ging het me eigenlijk ook niet
om. Het gaat om de uitvoering en in-
tentie waarmee een oefening wordt
uitgevoerd. Het was uiteindelijk wel
zo dat de counterpartij begon te win-
nen. Dat was voor mij het belangrijk-
ste. Deze oefening heb ik eerst zeven
minuten laten lopen om de spelers te
laten wennen, daarna speelden we
twee keer zeven minuten vol gas.”
LopersWelke specifieke kwaliteiten heeft
een elftal nodig om countervoetbal te
kunnen spelen? Kan ieder team een
goede counter spelen?
Foppe de Haan: “Nee, je moet lopers
op het middenveld hebben of lopers
van achteruit. Als je nu naar Heeren-
veen kijkt, kunnen we heel moeizaam
op de counter spelen. Met een spits
als Sibon zou het heel goed kunnen,
omdat hij zo balvast is. Maar we heb-
ben op het middenveld te weinig lo-
pers, te weinig diepgang. We willen
allemaal de bal in de voeten hebben.
Mijn spelers willen allemaal iets aan
de bal doen. Dat kunnen ze ook goed.
Maar voorin aan de buitenkant heb-
ben we te weinig snelheid om dat te
ondersteunen. We moeten, willen we
goed spelen, bijna op de helft van te-
genstander spelen.
Dus je moet voor de counter voorin
een balvaste spits hebben. Je moet
middenvelders hebben, één of twee,
die geweldig er overheen kunnen lo-
pen. En je moet een achterhoede heb-
ben die staat als een huis. Een achter-
hoede die ook de rust moet hebben
om op de tegenpartij te wachten. Het
niveau van de demonstratiegroep was
niet geweldig, maar ik vond wel en
dat is ook van belang, dat de beleving
goed was. Je zag ze al doende beter
worden. De grondhouding van deze
groep is gewoon goed. Dan wordt het
een kwestie van vaker dan twee keer
in de week trainen. Je moet heel vaak
trainen. Je moet bijvoorbeeld de tech-
niek verbeteren. Ik weet niet wat je
allemaal nog meer moet verbeteren.
Wat ik op het trainerscongres wou,
daar was deze groep duidelijk nog
niet aan toe. Ieder team kan in princi-
pe op de counter spelen, als je het
maar aanpast aan de mogelijkheden
van de groep, dan kan het op ieder ni-
veau prima.”
Tijdsinvester ingHoeveel uren zou je erin moeten ste-
ken om het countervoetbal perfect te
kunnen beheersen?
Foppe de Haan:“Ja, het is gewoon een
waterweb. De pass- en trapvormen,
het positiespel en het moment van
komen. Het is een kwestie van lang-
zaam opbouwen. Je zou kunnen zeg-
gen: het is als de dauwregen, het
komt heel langzaam, niet als een
plensbui, maar steeds meer en meer
en dan kun je het heel goed voor el-
kaar krijgen. Met countervoetbal heb-
ben we in Nederland nogal wat moei-
te, omdat we eigenlijk vinden dat we
altijd aan de bal moeten zijn en dat
we de bal combinerend naar voren
moeten brengen. Maar als je de coun-
ter goed speelt, mankeert er niks aan
en de kans om te winnen is redelijk
groot.”
SturingU wilde countervoetbal trainen.
Waarom liet u de groene partij niet
altijd in balbezit starten? Uw assis-
tent legde nu elke bal altijd bij de
oranje, counterende partij neer.
Foppe de Haan: “Dat lijkt onlogisch,
maar is een bewuste keuze. Ik wilde
de counter oefenen. Dan zijn de bal-
aanname en de eerste pass essen-
tieel. Op momenten dat ik van balbe-
zit van de groene partij als vertrek-
punt uitga, is de kans op dit niveau
www.devoetbaltrainer.nl
9. de Haan/b 03-06-2004 17:40 Pagina 4
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 2 2 2 0 0 438 39
niet zo groot dat oranje de bal onder-
schept daar waar ze hem wil hebben
om te kunnen counteren. Mijn bedoe-
ling (de counter) komt dan in gevaar.
Beheerst een groep de principes al re-
delijk goed, kun je zeggen: een partij
speelt met pressie en op het moment
dat de te coachen ploeg de bal vero-
vert, speelt die de counter uit. Maar
dat kan niet van het ene op het ande-
re moment en zeker niet met een on-
bekende groep. Dat proces vergt een
aantal trainingen. Zoals ik het nu ge-
daan heb, kan ik het sturen. Op een
andere manier kan ik het niet sturen.
Nu ga ik er vanuit dat er een slechte
pass was, de trainer rolt de bal in en
dan moet de tegenpartij druk zetten.
Onder druk van de tegenstander moet
de ploeg er dan snel uitkomen. Dus ik
heb het ze bewust wat makkelijker
gemaakt.”
DiepteBent u zelf een liefhebber van coun-
tervoetbal?
Foppe de Haan: “Ik houd meer van
een goed positiespel. Ik ben een groot
liefhebber van snel combinatievoet-
bal. Graag zie ik dat mijn spelers de
bal via de buitenkanten met mooi
combinatievoetbal voor het doel bren-
gen. Maar ik vind ook dat we vanaf
het middenveld heel snel de spits
moeten kunnen zoeken. Van een snel-
le omschakeling houd ik ook. Dit jaar
hebben we dat wat minder gedaan,
maar we hebben bij Heerenveen een
tijd gehad met Jeffrey Talan en Mikka
Nurmela. Als we destijds de bal rond
de middellijn hadden, dan ging het
van tak, tak, tak, en dan waren wij al
bij de goal. Dat zie ik het liefst, dus
niet helemaal terug zoals we dat dit
seizoen een beetje deden. Onze Ne-
derlandse spelers willen allemaal
graag de bal in de voeten. Er is bijna
niemand die de bal diep vraagt. Dat
betekent dus ook dat er in de diepte
vaak veel te weinig dreiging is. Kaat-
sen kunnen we ook heel goed, maar
het in de diepte duiken zoals Tomas-
sen het eerst bij Heerenveen en later
bij Feyenoord deed, beheersen we in
ons land niet.”
� In een voorwaarts bewegend twee-
tal de bal over korte afstand over-
spelen.
� In tweetallen voorwaarts lopend de
bal met de binnenkant van de voet
(volley) na aangooi in de handen
van de aangooier terugspelen.
� In tweetallen tegenover elkaar de
bal onderhands naar elkaar gooien,
waarbij de bal eerst tussen de be-
nen achter het lichaam gehouden
dient te worden (dynamisch rekken
van de rugspieren).
� Idem, de bal met een krachtige
stuit naar elkaar overgooien. Bal in
eerste instantie ver achter het
hoofd, waardoor de buikspieren ge-
rekt worden.
� Vanuit zijwaartse loop de bal met
een volley naar de aangooier terug-
spelen.
� Vanuit zijwaartse loop bal met de
borst opvangen en dan zonder stuit
met boog naar aangooier terugspe-
len.
� Idem, nu strak gooien en met meer
spanning op de borst.
� In tweetallen in ligsteun, met rech-
te rug tegenover elkaar. Op één
hand steunend de bal met de ande-
re hand diagonaal naar medespeler
gooien. Uitvoeren van links naar
rechts en van rechts naar links
� In tweetallen. De ene speler loopt
vooruit en de andere achteruit. Bal
met binnenkant voet naar elkaar
overspelen.
� Idem de afstand wat groter maken.
Voorwaartse bal wat harder inspe-
len. De bal terug niet hard kaatsen,
maar met gevoel neerleggen.
� De meeste van deze vormen zowel
met het linker- als het rechterbeen
laten uitvoeren.
� De loopvormen pittig en fel uitvoe-
ren.
TT RR AA II NN EE RR SS CC OO NN GG RR EE SS
Warming-up
9. de Haan/b 03-06-2004 17:40 Pagina 5
Doel� het verbeteren van het passen/ trappen
Organisatie� afstand tussen de spelers ongeveer 10 meter
� 6 markers � 4 ballen
� minimum aantal spelers 8
Inhoud� gelijk starten aan beide kanten
� iedere speler loopt de bal achterna
� alles indien mogelijk direct spel, alleen speler op positie
3 mag de bal aannemen
Methodiek� op lager niveau: aannemen-dribbel-spelen
� aanname, spelen � direct spel
� linksom en rechtsom spelen
Coaching� bal met de juiste snelheid spelen
� bal op het goede been (buitenste been) inspelen
� bal voor de man spelen
� korte bal met de binnenkant voet spelen
� lange bal met de wreef spelen
� oogcontact maken
� hoofd omhoog
� geconcentreerd uitvoeren
Tactiek� op het goede moment in de bal komen van spelers
� speler 3 moet ballijn loslaten
Variaties� eventueel de lange bal door de lucht spelen
� afstanden vergroten
� na pass 3 laat speler 3 de bal vallen op speler 2, die on-
der de bal komt, speler 2 speelt vervolgens opnieuw spe-
ler 3 aan op zijn buitenste been, zodat deze direct de bal
naar speler 4 kan spelen
Doel� het verbeteren van het aanspelen van de spits, het om-
zeilen van de buitenspelval en het geven van de voorzet
Organisatie� speelveld tussen de beide zestienmeterlijnen
� 2 markers � groot verplaatsbaar doel
Inhoud� het goed en snel inspelen van de diepe spits
� vervolgens een goede kaats op de bijsluitende medespeler
� daarna openen op opkomende buitenspeler om de bui-
tenspelval van de tegenpartij te omzeilen
� vervolgens voorzet op keeper
Methodiek:
� starten op lage snelheid � daarna in hoog tempo
� eerst met aanname � daarna direct spel
Coaching� speler 3 moet voldoende ruimte scheppen voor zichzelf
� oogcontact tussen spelers bij passing
� bal spelen met juiste snelheid
� bal aan goede kant spelen
� uitvoeren niet sjokkend, maar flitsend
� standbeen bij voorzet goed neerzetten (juiste richting en
voldoende afstand)
� niet te kort op de bal zitten
Tactiek� spits in breedte laten aanbieden, om buitenspelval te ontlopen
� spits moet schijnacties maken om los te komen van de
verdediger
Variaties� voorzet op inkomende spits
� voorzet op inkomende spitsen bij eerste en tweede paal
� uitvoeren ook vanaf de andere kant
� invoeren buitenspellijn voor de spits
� speler vanuit de dribbel in laten spelen
www.devoetbaltrainer.nl
Pass- en trapvorm Counter
12 3
4
567
8
1
2 3
4
5
6
1
2
3
4
5
1
2
3
4
9. de Haan/b 03-06-2004 17:41 Pagina 6
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 2 2 2 0 0 440 41
Doel� partijspel 6:6 met drukzetten en
snelle tegenaanval
Organisatie� speelveld van zestienmeterlijn tot
zestienmeterlijn
� 2 verplaatsbare doelen
� voldoende ballen
� tweemaal 6 hesjes van verschillen-
de kleuren
� 12 markers
Inhoud� wedstrijdvorm
� één partij die countervoetbal speelt
en in balbezit begint
� tegenpartij speelt pressievoetbal
Methodiek� onbeperkt raken
� aantal balcontacten limiteren
� invoeren buitenspel
Coaching� goed kijken
� overzicht houden
� diepte in spel houden
� keeper moet medespelers coachen
Tactiek� counterploeg moet niet te veel spe-
lers voor de bal hebben
� counterploeg moet snel in de aan-
val komen
� counterploeg moet na een aanval
snel inzakken en in de organisatie
terugkomen
� bij de counterploeg moet de plaats
van de diepgaande speler snel
overgenomen worden
� bij pressiespelende ploeg moeten
alle spelers druk zetten, niemand
mag verzaken
� indien nodig de keeper aanspelen
Variaties� 2 markers op de achterlijn waar-
door de opkomende spelers al drib-
belend kunnen scoren
� spelen met buitenspellijn
TT RR AA II NN EE RR SS CC OO NN GG RR EE SS
Part i jspel 6 :6
buitenspellijn
buitenspellijn
9. de Haan/b 03-06-2004 17:41 Pagina 7
Foppe de Haan is aan zijn achttiende (!) sei-
zoen bij SC Heerenveen begonnen.
Zijn laatste als hoofdtrainer, zo kondigde hij
zelf tijdens de jaarlijkse persdag aan. “Dan
kan iedereen alvast aan dat idee wennen.”
In al die jaren heeft hij regelmatig via dit
vakblad zijn vooruitstrevende aanpak op het
gebied van trainingsleer uitgelegd.
De Voetbaltrainer vroeg hem aan de voor-
avond van zijn laatste seizoen nog één keer
naar nieuwe ontwikkelingen. Het antwoord
op die vraag bleek opnieuw goed voor een
boeiende monoloog van een pure vakman.
Tekst/
Tjeu Seeverens
Het laatste seizoen van Foppe de Haan
‘In ons landwordt
te slordig getraind’
3. deHaan 28-08-2003 11:25 Pagina 2
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 1 5 2 0 0 32 3
PP RR OO FF VVOO EE TT BB AA LL
Foppe de Haan: “Topsport is altijd in
ontwikkeling. Je raakt als coach nooit
uitgeleerd. Mijn belangrijkste taak is
van spelers betere voetballers te ma-
ken. Dus ben je heel alert op nieuwe
mogelijkheden die kunnen bijdragen
om dat doel te bereiken. Op basis van
die nieuwe inzichten pas je de inhoud
en frequentie van trainingen aan.
Dat betekent niet dat we bij SC Heer-
enveen klakkeloos kopiëren wat op
het gebied van trainingsleer elders
wordt ontwikkeld en aanbevolen.
Henk Heising, assistent-trainer en
hoofd opleidingen, is altijd bezig zich
in die trainingsleer te verdiepen, leest
alles wat over dat onderwerp ook
maar te vinden is en weet er dus ont-
zettend veel van. Als dan bijvoorbeeld
in jullie blad Raymond Verheijen van-
uit Zeist zijn nieuwe inzichten pre-
senteert, leest hij dat met zijn brede
achtergrond kritisch door. We bespre-
ken dat grondig binnen de technische
staf en kijken wat bruikbaar is. Deze
keer zijn we tot de conclusie geko-
men dat we toch de nodige vraagte-
kens bij de aangepaste visie van Ver-
heijen plaatsen. Daarom is het zo be-
langrijk dat we de afgelopen jaren op
alle fronten in kennis en specialisme
hebben geïnvesteerd. Als je open wilt
staan voor veranderingen en aanpas-
singen, moet je op basis van deskun-
digheid in staat zijn bij alles kritische
vragen te stellen, die als een filter
werken. Anders zou je blunders kun-
nen maken en dat kun je je op ons ni-
veau niet permitteren.”
Extra techniektrainingFoppe de Haan: “Laten we maar eens
een trainingsweek doornemen. Dan
komen we vanzelf nieuwe ontwikke-
lingen tegen.
Als we op zaterdag spelen, lopen we
op zondag eerst uit. Even de boel
‘masseren’, fris maken. Vroeger duur-
de dat ongeveer driekwartier. Dit sei-
zoen verlengen we het uitlopen met
een techniektraining. Heel gericht in
kleine groepen: de spitsen bij elkaar
of een bepaalde linie en een andere
keer scheiden we de links- en rechts-
poten. Elk groepje krijgt specifieke oe-
fenstof aangeboden.”
VideoanalyseFoppe de Haan: “Op maandag hebben
de spelers vrij. Dat geldt niet voor de
technische staf. De maandagochtend
staat helemaal in het teken van de vi-
deoanalyses. Op dat gebied hebben
we de afgelopen tijd grote stappen
gezet. We hebben als club een eigen
videobedrijf, Heerenveen Media BV,
aangestuurd door Jan Slump. Die
mensen maken opnames van onze
wedstrijden.
Het selecteren van de juiste wed-
strijdbeelden is jarenlang heel ar-
beidsintensief geweest. We hebben
daarom naar software gezocht die
minder tijdrovend is en we komen in-
middels aardig in de buurt. Vooraf
programmeren we wat we willen
zien: het menu van de te selecteren
beelden kan per wedstrijd verschillen.
De ene keer kies je bijvoorbeeld voor
de opbouw van achteruit, het storen
of de omschakeling na balverlies, de
andere keer voor de samenwerking
tussen de spitsen en het pressie spe-
len. Uiteraard is er ook elke keer een
map ‘spelhervattingen’. Naast me op
de bank zit assistent-trainer Jan de
Jonge. Die heeft een apparaatje waar-
mee hij rechtstreeks wedstrijdmo-
menten kan selecteren die we later
aan de groep willen laten zien. Dat ta-
pen vanaf de bank levert heel wat
tijdwinst op.
Nieuw is dat we in de studio van het
stadion Henk Herder, de trainer van
de A-jeugd, inschakelen om de came-
ramensen te coachen. Die hebben na-
melijk heel logisch de neiging om
vooral de bal te volgen. Voor ons kan
het veel interessanter zijn te laten
zien wat er op dat moment elders op
het veld gebeurt. Sluit bijvoorbeeld
het middenveld wel goed aan als de
spitsen druk gaan uitoefenen? En hoe
bewegen de spitsen als bij ons de op-
bouw van achteruit begint?
Op maandagmorgen bestuderen
Dwight Lodeweges en Jan de Jonge die
eerste, ruwe selectie en kiezen daar-
uit wat we echt interessant vinden
om aan de groep te laten zien. Hun
keuze bekijk ik maandagmiddag.
Soms kan nog iets worden weggela-
ten of voeg ik iets toe en de uiteinde-
lijke band bespreek ik op dinsdag met
de selectie.”
SpelervolgsysteemFoppe de Haan: “Het is ons streven
om binnenkort videobeelden ook te
gebruiken voor het spelervolgsy-
steem. Met een aparte camera gaan
we individuele spelers volgen. We
kunnen op die manier niet alleen de
ontwikkeling van een speler in beeld
brengen, maar bijvoorbeeld ook wat
zijn technische tekortkomingen zijn
en waar hij dus tijdens trainingen aan
moet werken. Waarschijnlijk gaan we
daarbij gebruik maken van een nog
beter computergestuurd systeem uit
de hockeywereld, ontwikkeld in Aus-
tralië.
Het opzetten van zo’n spelervolgsy-
steem is een van de opdrachten die ik
me voor dit seizoen heb gesteld. Dat
moet af zijn voordat ik vertrek. Naast
die videobeelden bevat zo’n speler-
volgsysteem testgegevens, individuele
trainingsprogramma, medische gege-
vens, nabesprekingen, korte verslagen
van beoordelingsgesprekken… Dus al-
les wat er rondom zo’n speler ge-
beurt, hoort erin te zitten. Vervolgens
wordt nauwkeurig vastgelegd wie toe-
gang tot bepaalde gegevens heeft. De
dokter en de fysiotherapeuten krijgen
een code voor de medische gegevens,
de trainers voor de voetbalonderde-
len. En hoogstens een of twee perso-
nen, onder wie ik als technisch direc-
teur, hebben straks de mogelijkheid
Door videoanalyse worden spelers betere voetballers
3. deHaan 28-08-2003 11:25 Pagina 3
om alles te bekijken.
Dat spelervolgsysteem wordt niet al-
leen opgezet voor de selectie van het
eerste elftal, maar dat doen we voor
elke speler vanaf de B-jeugd. De hele
ontwikkeling van onze talenten wordt
op die manier vastgelegd. Straks moet
het zo worden dat een speler een cd-
rom meekrijgt met daarop zijn speler-
volgsysteem als hij naar een andere
club gaat. Een trainer trapt bij een
nieuwe speler namelijk heel makke-
lijk in dezelfde valkuil en dat kun je
voorkomen als je van die speler een
dergelijk spelervolgsysteem door-
neemt. Het zou uiteraard een goede
zaak zijn als daar uiteindelijk lande-
lijk afspraken over worden gemaakt.
In het kader van het Masterplan heeft
de KNVB al wat initiatieven onderno-
men, maar er kan nog veel meer op
dat gebied worden ontwikkeld.
Een ander voorbeeld van het nut van
het uitwisselen van gegevens is het
wetenschappelijk onderzoek van TNO
in opdracht van de KNVB naar het
ontstaan van blessures. Heel wat
clubs werken aan dit onderzoek mee.
Per blessure wordt in een systeem op-
geslagen hoe die blessure is ontstaan,
de behandeling en de duur. Na een
aantal jaren levert dat kostbare gege-
vens op, vooral ook voor het voorko-
men van blessures. Ik weet zeker dat
het opslaan van al die gegevens in
een spelervolgsysteem straks ook
voor waardevolle informatie zal zor-
gen.”
KrachttrainingFoppe de Haan: “De dinsdagochtend
staan bij ons in het teken van speci-
fieke krachttraining. Dat onderdeel is
de laatste jaren sterk veranderd. Het
zijn nu ondersteunende oefeningen
voor buik-, rug- en rompspieren. Spe-
cifieke halteroefeningen voor de
spiergroepen die gebruikt worden bij
het starten, sprinten, springen, lan-
den en weer starten en dan vooral ge-
richt op snelheid en explosiviteit. De
omvang is de laatste jaren door nieu-
we inzichten verhoudingsgewijs min-
der geworden, maar de intensiteit is
enorm toegenomen.
Die andere aanpak heeft consequen-
ties voor je jeugdopleiding. Als je van-
af de jeugd doorstroomt naar het be-
loftenteam of de selectie van het eer-
ste elftal moet de basis gelegd zijn
om die specifieke krachttraining zo
optimaal mogelijk te kunnen volgen.
Dat kan alleen maar als er een hart-
stikke goed spierfundament is. Daar-
om krijgen bij ons de junioren vanaf
de B-jeugd aangepaste krachttraining.
Henk Heising ontwikkelt voor elke
jeugdspeler een individueel kracht-
programma. Geen speler volgt in een
week hetzelfde krachtprogramma als
een teamgenoot. Onderverdeeld in
periodes van vier tot zes weken volgt
elke speler zijn eigen krachttraining-
programma.
Na de lunch staat op dinsdagmiddag
de nabespreking aan de hand van de
videoanalyse centraal. Het is geen
hapsnapwerk met wat beelden van de
afgelopen wedstrijd. Meestal werken
we thematisch. In de voorbereiding
hebben we bijvoorbeeld veel tijd be-
steed aan de veldbezetting. Hoe is de
organisatie bij balbezit en balverlies,
hoe sluiten de linies aan, hoe zit het
met de omschakeling? De veldbezet-
ting hebben we aan de hand van beel-
den steeds weer laten terugkomen.
Tijdens het seizoen pikken we er ook
regelmatig zaken uit die symptoma-
tisch voor ons spel zijn, bijvoorbeeld
als je in een bepaalde periode op een
vrij identieke wijze tegengoals om je
oren krijgt. We laten dan niet alleen
de eindfase zien, maar vooral waar op
het veld het probleem meestal ont-
staat.
Op dinsdagmiddag staat de training
weer in het teken van de techniek.
Heel rustig, in groepen.
De samenstelling van de groepen
koppelen we aan specifieke kwalitei-
ten of juist aan de onderdelen die ze
onvoldoende beheersen. We staan
dan met veel trainers op het veld.”
Individuele trainingFoppe de Haan: “Die dinsdagmiddag-
training krijgt op woensdagochtend
een vervolg. Het eerste half uur na de
warming-up werkt elke speler aan
zijn eigen techniek. Pure zelfwerk-
zaamheid, want ze vullen vaak zelf in
wat ze in die tijd doen. Voor sommige
spelers, zoals Väyrynen, is dat geen
probleem. Die jongen staat het liefst
een hele dag op het trainingsveld.
Maar niet iedereen is zo’n trainings-
beest. Dus moet je voor hen tijdens
trainingen voorwaarden creëren
waardoor ze toch heel bewust aan
hun tekortkomingen werken. Daar is
dat halfuurtje op woensdagochtend
ook voor bedoeld.
Hoe dat er in de praktijk uitziet? Dan
zie je ergens op het veld Selakovic
aan zijn voorzet werken na een pas-
seeractie. En in een doel hangt een
hoepel waar Denneboom bij het af-
www.devoetbaltrainer.nl
Kuyt wordt geconfronteerd met drie Heerenveen verdedigers
3. deHaan 28-08-2003 11:25 Pagina 4
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 1 5 2 0 0 34 5
PP RR OO FF VVOO EE TT BB AA LL
ronden de bal in moet schieten. Dat is
iets anders dan 30 minuten op een
doel rammen. Soms delen Dwight Lo-
deweges, Henk Heising, Jan de Jonge
en ik briefjes uit. Daar staan dan en-
kele aandachtspunten op, maar vaak
weten spelers waar ze aan willen
werken. Met ons vieren volgen we
wat overal op het veld gebeurt, geven
ook wel commentaar als we dat nodig
vinden, maar van intensieve coaching
is uiteraard geen sprake. Op woens-
dag- en donderdagochtend werkt Jac-
ques Storm tegelijkertijd individueel
met de keepers.”
Prakti jkgerichte theorieFoppe de Haan: “Na dat half uur kom
ik in beeld om de teamtraining te ge-
ven. Het gaat dan vooral om tactische
doelstellingen, vertaald in onderdelen
als aanval tegen verdediging, de op-
bouw van achteruit, het verbeteren
van het positiespel, het storen of de
zoneverdediging.
Zo’n onderdeel komt vanaf dit sei-
zoen op de woensdagmiddag terug in
het theorielokaal. Ook daarin onder-
scheiden we ons bij SC Heerenveen,
denk ik, van andere clubs. Ons eigen
mediabedrijf is heel intensief bezig
met het aanleggen van een eigen
voetbalbibliotheek aan de hand van
wedstrijdbeelden uit binnen- en bui-
tenland.
We hebben in het stadion een appa-
raat staan, dat in staat is in het week-
end de sportprogramma’s van alle tv-
zenders op te nemen. Als trainers
spreken we vooraf af wie naar welk
programma kijkt. De een kijkt naar de
BBC en de Belgische zenders, de an-
der volgt de Bundesliga en de Franse
competitie en weer iemand anders
stemt bijvoorbeeld af op de zenders
met beelden van de Italiaanse en
Spaanse wedstrijden. Onder het kij-
ken noteren we opmerkelijke frag-
menten, die we op maandag doorge-
ven aan onze mediamensen. Zij rubri-
ceren alle gewenste beelden. Als ik
het dan bijvoorbeeld over ‘pressie
spelen’ wil hebben, heb ik zo een
bandje van 20 minuten over dat the-
ma ter beschikking om aan de spelers
te laten zien.
In het voorjaar was Arsenal in zijn
goede periode in staat om steeds op-
nieuw in drie passes de spitsen te be-
reiken. Ook dat hebben we in onze vi-
deotheek vastgelegd. Hoe deden ze
dat? Wat gebeurde er elders op het
veld? Hoe bewogen de spitsen? Zo
hebben we van talloze onderwerpen
beelden geselecteerd. Staat tijdens de
ochtendtraining onze eigen zonever-
dediging centraal, dan kan ik ’s mid-
dags beelden laten zien van hoe Club
Brugge vorig seizoen die zoneverdedi-
ging toepaste. Dat was toen van een
heel hoog niveau. Die fragmenten
koppel ik dan aan mijn coachings-
punten tijdens de ochtendtraining. Op
die manier kun je heel gericht laten
zien waarom we voetballen zoals we
voetballen en hoe anderen bepaalde
voetbalproblemen oplossen.
Elke week komen er nieuwe thema’s
bij of kunnen reeds eerder geselec-
teerde beelden worden aangevuld
met nieuwe voorbeelden.”
“Het voordeel van deze aanpak is in
een andere vorm in het verleden vaak
genoeg bewezen. Aan het einde van
hun loopbaan schreven profs zich re-
gelmatig in voor een trainersoplei-
ding. En steevast maakten ze na af-
loop de opmerking dat ze dat eerder
hadden moeten doen, omdat ze dan
door de opgedane kennis een betere
voetballer zouden zijn geweest. In fei-
te komt het bewustwordingsproces op
woensdagmiddag aan de hand van
die videobeelden, het commentaar en
de discussie op hetzelfde neer. Daar-
om wil ik die voetbalvideotheek aan
het einde van dit seizoen ook hele-
maal in kannen en kruiken hebben.
Het past bij het imago dat we als SC
Heerenveen willen uitstralen: als je
als jonge speler een betere voetballer
wilt worden, moet je bewust voor de-
ze club kiezen. Door onze manier van
trainen maar ook alles eromheen zor-
gen we er daadwerkelijk voor dat je
als betere voetballer weer bij ons ver-
trekt. Daarom willen we die videobi-
bliotheek ook binnenkort gebruiken
voor het beloftenteam en de A-jeugd.”
BlessureFoppe de Haan: “Op donderdagoch-
tend wijkt het programma niet veel af
van dat van de woensdagochtend: na
de warming-up individueel of in klei-
ne groepen aan de slag en dan de
teamtraining. Daarbij schakel ik het
beloftenteam in, dat in het afronden-
de partijspel 11:11 volgens het spel-
concept van de komende tegenstan-
der speelt.
De training op donderdagmiddag heb-
ben we dit seizoen in principe ge-
schrapt, omdat bleek dat het wat veel
van het goede was. Ook dat is een
kwestie van steeds kritisch naar jezelf
blijven kijken en openstaan voor be-
paalde signalen uit de groep. We slui-
ten overigens niet uit dat we op die
Antonio Correira, een van de aanstormende talenten
3. deHaan 28-08-2003 11:25 Pagina 5
donderdagmiddag nog met een klei-
nere, specifieke groep aan de slag
gaan. Niet met de gevestigde orde,
maar met jonge knapen die dat ge-
zien hun ontwikkeling nog nodig heb-
ben of die trainingslast wel aankun-
nen. Daarnaast hebben wij nog een
extra krachtprogramma voor spelers
die geblesseerd zijn geweest en dat
wij op elk gewenst moment kunnen
inzetten. Als ze dan bijvoorbeeld na
een hamstring- of knieblessure weer
met de groep meetrainen, kan het
heel goed zijn om toch nog een extra,
individueel krachtprogramma te vol-
gen. Vaak wordt die nazorg wat ver-
waarloosd als je niet meer apart met
de hersteltrainer traint en dan zie je
de blessure na verloop van tijd weer
terugkeren.”
Omegawave Foppe de Haan: “De vrijdagochtend
staat helemaal in het teken van de
voorbereiding op de komende wed-
strijd. Daarbij maken we dit seizoen
gebruik van de Omegawave. Dat is
een apparaat dat in ons land is geïn-
troduceerd door atletiektrainer Henk
Kraaijenhof. Met behulp van een lap-
top met snoertjes, een kastje en spe-
cifieke software kun je in twee minu-
ten heel precies de fysieke gesteld-
heid van spelers meten. Updates van
de software zijn via internet te down-
loaden en in Amerika is een help-
desklijn die bijzonder goed functio-
neert.
Het gaat hier om een nieuwe techno-
logie die afkomstig is uit de voormali-
ge Sovjet-Unie, maar pas via Amerika
een commercieel succes in de top-
sport is geworden. Het Omegawave-
systeem is ontworpen door een team
van trainers, artsen, fysiologen,
neuro-wetenschappers en wiskundi-
gen. Russische onderzoekers hebben
in twintig jaar onderzoek een databa-
se aangelegd van meer dan tiendui-
zend topsporters, maar ook van astro-
nauten. Die kennis gebruikten Vladi-
mir Larionov en Leonid Masakov voor
het ontwikkelen van dit gebruiks-
vriendelijk systeem om de fysieke ge-
steldheid van spelers te testen. Dat
geldt zowel voor het verzamelen van
gegevens over het eerste stukje van je
stofwisseling (daarbij gaat het om ATP
en creatine fosfaat (CP): de energie
die in je lichaam ligt opgeslagen en
die je gebruikt tijdens korte, explosie-
ve acties- redactie) als de aërobe en
anaërobe status van een speler. Vooral
dat laatste is voor voetballers belang-
rijk, want bij voetballers gaat het om
korte, felle inspanningen.
NOC*NSF doet inmiddels nader on-
derzoek naar de Omegawave en dat
geldt ook voor de faculteit Bewegings-
wetenschappen van de Universiteit
van Maastricht. Wij zijn er in elk geval
enthousiast over. Het apparaat geeft
precies aan in welke trainingstoe-
stand een speler is: wat hoeft fysiek
alleen maar onderhouden te worden
en welke gebieden moeten meer aan-
dacht krijgen? Als we twijfels hebben
over de gewenste belasting voor een
bepaalde speler, dan geeft dit appa-
raat in een paar minuten uitsluitsel.
En vervolgens kunnen we dan meteen
bepalen of die speler wat extra rust
voor de wedstrijd moet hebben of
juist nog extra trainingsprikkels moet
krijgen. In de voorbereiding hadden
we op een bepaald moment het idee
dat Mika Väyrynen wat minder belast
zou mogen worden, maar de Omega-
wave toonde aan dat dit absoluut niet
nodig was en dat hij conditioneel ze-
ker niet aan overbelasting werd bloot-
gesteld.
En zo kunnen we elke donderdagmid-
dag of vrijdagochtend voor de training
gegevens verzamelen over hoe spelers
hersteld zijn van de trainingsarbeid
van die week. Afhankelijk daarvan
kun je spelers op vrijdagochtend weer
in groepen indelen. Bijvoorbeeld een
groep die wat meer moet herstellen
en bij wie je alleen voor de juiste
spierspanning zorgt door wat kort, fel
werk: de bekende loopjes tussen stok-
ken of in fietsbanden, korte sprintjes
en vormen uit de plyometrische trai-
ning (springen, landen, meestal ge-
volgd door een korte sprint- redactie)
en op basis van actie/reactie. En voor
de groep die wat meer aankan, be-
denk je dan na afloop van die spier-
spanningsoefeningen nog een partij-
vorm. Op die manier kun je alle spe-
lers zo optimaal mogelijk aan een
wedstrijd laten beginnen. Tot vorig
seizoen worstelde je toch vaak met de
vraag of je in de loop van de week te
hard of te weinig getraind had. Door
de Omegavewave krijg je daar op elk
gewenst moment en snel uitsluitsel
over.
Bij Juventus gebruiken ze het systeem
nog op een andere manier. Daar laten
ze na een training de spelers die test
ondergaan en wie dan niet hard ge-
noeg heeft getraind, moet alsnog de
‘schade’ inhalen. Dat vind ik wat
overdreven.
Het hele systeem kost tussen de
25.000 en 35.000 euro, afhankelijk van
de wensen. Dat is niet niks, maar
daardoor is wel een preciezere trai-
ningssturing mogelijk.” (meer infor-
matie over de Omegawave treft u aan
op www.devoetbaltrainer.nl - redactie)
BesprekingFoppe de Haan: “Op vrijdagmiddag is
de wedstrijdbespreking. Ik vertel eerst
kort de opstelling, maar daar hoef ik
niet geheimzinnig over te doen. Vanaf
donderdagochtend is in de partijvor-
men al duidelijk geworden wie speelt.
Dan praat ik over de accenten bij bal-
bezit en daarna laat ik in een kort
tijdsbestek de tegenstander de revue
passeren. Ook hierbij maken we ge-
bruik van videobeelden. De spelers
krijgen een selectie te zien uit de op-
genomen beelden van de afgelopen
drie weken over die tegenstander.
www.devoetbaltrainer.nl
3. deHaan 28-08-2003 11:25 Pagina 6
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 1 5 2 0 0 36 7
PP RR OO FF VVOO EE TT BB AA LL
Vooral voor de buitenlandse jongens
is dat van belang, omdat zij meestal
de tegenstander weinig of niet heb-
ben zien voetballen. Die band heb ik
een dag eerder al gezien, zodat ik ge-
richt commentaar kan geven. Na af-
loop wordt ook deze tape weer naar
onze bibliotheek gebracht, gerubri-
ceerd en bewaard.”
NiveauFoppe de Haan: “Je leest regelmatig
dat het voetballen steeds slechter
wordt. Daar ben ik het absoluut niet
mee eens. We hebben jarenlang op fy-
siek gebied tegen een achterstand
aangekeken, maar we maken inmid-
dels ook op dat gebied een hele rede-
lijke inhaalslag. Dat komt bijvoor-
beeld tot uiting in de Champions
League en andere internationale wed-
strijden waarbij Nederlandse teams
betrokken zijn. We zijn nog zelden fy-
siek echt de mindere en dat was een
aantal jaren geleden wel nog het ge-
val. Het verkleinen van die achter-
stand was ook beslist noodzakelijk,
want de andere toplanden hebben op
hun beurt een inhaalslag op tactisch
gebied gemaakt. Wij hebben jarenlang
gedomineerd als het gaat om goed
verzorgd positiespel, maar dat zie je
nu bij de Engelsen en de Spanjaarden
ook terug. Alleen de Italiaanse clubs
blijven op dat gebied achter. Bij hen
zie je toch nog vaak een systeem
waarbij de verdedigende accenten het
vertrekpunt zijn. Eenmaal in balbezit
volgt een lange bal richting spitsen,
die het vervolgens maar moeten uit-
zoeken. Terwijl je bij de clubs uit die
andere landen wel ziet dat de spitsen
van wat dichterbij worden aange-
speeld en dat er veel bewogen wordt
in de buurt van die spitsen. Wat dat
laatste betreft, kunnen de Nederland-
se clubs internationaal nog veel leren.
Alleen Ajax heeft op dat gebied het
afgelopen seizoen progressie getoond.
Een inhaalslag kunnen en moeten we
zeker ook op technisch gebied maken.
Dan heb ik het niet over trucjes, maar
vooral over de functionele techniek:
bijvoorbeeld de bal bij de aanname
meteen zo klaarleggen dat je er direct
wat mee kunt. Dat heeft iets te ma-
ken met de instelling waarmee je
komt trainen. Nederlandse voetbal-
lers trainen vaak te slordig. In een
wedstrijd streven onze voetballers
wel naar perfectie, maar op trainin-
gen moeten we hen te vaak achter de
broek zitten. Ook op de training moet
je een bal die je krijgt aangespeeld zo
perfect mogelijk willen klaarleggen.
Alleen dan lukt dat in de wedstrijd
ook. Datzelfde geldt bijvoorbeeld voor
het collectief verdedigen: nooit verza-
ken en altijd je verantwoordelijkheid
nemen. Daar schieten we in een in-
ternationale wedstrijd vaak in tekort
en dat heeft alles te maken met de
wijze waarop we daarmee tijdens
trainingen omgaan. Dat verschil in
professionaliteit heeft ons bijvoor-
beeld in de thuiswedstrijd tegen Villa-
real genekt. Dat vond ik teleurstel-
lend, want ik dacht dat we daarin ver-
der waren. Als een buitenspeler van
ons de bal kreeg, werd hij door hun
gedisciplineerde manier van verdedi-
gen, en dat is ook een kunst!, altijd
met drie tegenstanders geconfron-
teerd. Bij Nederlandse clubs zie je dan
vaak meteen een 1:1-situatie ont-
staan, omdat de rest te veel toekijkt,
niet alert genoeg is.
Voetballers moeten gewoon elke dag
hun werk steengoed doen, elke trai-
ning opnieuw. In ons land denken
voetballers te vaak: ‘Ach, als ik er
maar in de wedstrijd sta…’ Dat kan
niet, zo werkt het niet. Ik heb eens
een verhaal van een Nederlandse vol-
leyballer gelezen uit het team dat in
Atlanta Olympisch goud behaalde. In
de beginfase van de jarenlange voor-
bereiding had hij zich vreselijk geër-
gerd aan medespelers die niet hard
genoeg trainden, maar wel voor de
wedstrijd met de armen om elkaar
heen schreeuwden: ‘Kom op, we gaan
ervoor!’ Dat was in zijn belevingswe-
reld onmogelijk: wie niet elke dag zijn
stinkende best deed, kon in een wed-
strijd niet optimaal presteren. Die
spelers hebben het uiteindelijk ook
niet gered. Ik herken me helemaal in
dat verhaal. Je moet op een training
èlke bal hard genoeg willen inspelen
of perfect aannemen, dan pas lukt het
in een wedstrijd onder druk ook. Zo-
als bij volleybal de smasher alleen
maar sterker wordt als hij elke dag
met een geweldig blok wordt gecon-
fronteerd, zo word je als aanvaller al-
leen maar sterker als je op trainingen
dagelijks een gevecht moet leveren
met uiterst gemotiveerde verdedigers.
En de verdediger wordt sterker en be-
Voor de wedstrijd juiste spierspanning door kort, fel werk
3. deHaan 28-08-2003 11:25 Pagina 7
ter als hij het elke dag moet opnemen
tegen aanvallers die op scherp staan.
Het niveau van je omgeving bepaalt
uiteindelijk je eigen niveau en dus of
je het in de top redt of niet.
Bij het scouten letten we heel goed op
die winnaarsmentaliteit: je ziet in on-
ze jeugdopleiding tegenwoordig ande-
re types rondlopen dan een aantal ja-
ren geleden. Alleen een aardig potje
kunnen voetballen is niet meer vol-
doende om bij ons te mogen voetbal-
len.”
SpelconceptFoppe de Haan: “Tactische ontwikke-
lingen in de afgelopen tijd? De keuze
voor zoneverdediging zet definitief
door. Op het middenveld zie je steeds
meer een verdedigend ingestelde
middenvelder, die de centrale verde-
digers ondersteunt en voor wat meer
zekerheid in het centrum zorgt. En
een aanvallend ingestelde middenvel-
der voor de ondersteuning van de
spitsen. Daarom kwam het experi-
ment van Dick Advocaat tegen België
ook niet uit de lucht vallen. Cocu en
Kluivert hadden die rol.
Het is vooral de verdienste van Ro-
nald Koeman geweest dat er nu in
ons land gelukkig wat minder spas-
tisch wordt gedaan over het variëren
in systemen. Morten Olsen werd met
Ajax kampioen van Nederland en
won de beker, maar werd in de pers
afgebrand omdat hij voor een sy-
steem zonder specifieke vleugelspit-
sen koos. Op dat gebied is er dus in
ons land het afgelopen seizoen echt
iets veranderd. En meteen zie je dat
spelers er ook wat flexibeler mee om-
gaan en in beleidsplannen worden
spelconcepten minder dwingend
voorgeschreven. Dat vind ik een voor-
uitgang, want de keuze voor een be-
paald spelconcept is helemaal afhan-
kelijk van de kwaliteit van de be-
schikbare spelers en hoe je je tegen-
stander het meest pijn kunt doen.
Kijk naar NEC. Die ploeg heeft onder
Johan Neeskens vorig seizoen opti-
maal gepresteerd omdat ze in Nijme-
gen durfden uit te gaan van hun
kracht (goed verdedigen) en altijd op
zoek gingen naar een zo hoog moge-
lijk rendement. Daar is toch niks mis
mee? Dat hoort bij topsport.”
JeugdopleidingFoppe de Haan: “We hebben nogal
wat kritiek gekregen over het rende-
ment van onze jeugdopleiding. Wie
voor de jeugd kiest, weet dat je aan
een proces van vele jaren begint,
maar het oogsten is bij SC Heeren-
veen puur een kwestie van tijd. Het
afgelopen seizoen werden we kam-
pioen van Nederland met het belof-
tenteam, de A-jeugd is kampioen van
Nederland en heeft de Supercup ge-
wonnen, de B-jeugd heeft de Super-
www.devoetbaltrainer.nl
3. deHaan 28-08-2003 11:25 Pagina 8
D e V o e t b a l t r a i n e r n r . 1 1 5 2 0 0 38 9
PP RR OO FF VVOO EE TT BB AA LL
cup gewonnen en is gepromoveerd
en de D1 is kampioen. Onvoorstelbaar
voor een club uit een stadje met
28.000 inwoners. Bij Ajax zeiden ze:
’Wij gaan die Afsluitdijk afsluiten,
want jullie pakken alle prijzen voor
onze neus weg.’ Het is echt ongelofe-
lijk. We hebben zestien jeugdinterna-
tionals in onze opleiding. Georgios Sa-
maras speelde vorig jaar nog in de A-
jeugd en zit nu dicht tegen een basis-
plaats aan. Op de bank heb ik vier
jongens van 19 jaar uit het beloften-
team zitten: Boy Waterman, Jos Hooi-
veld, Mark Jan Fledderus en Antonio
Correia (Quito). Van de tweeling Drost
uit Kampen verwacht ik op termijn
ook heel wat en zo kan ik nog wel
even doorgaan. We hebben er nog
nooit zo goed voorgestaan.
Hoe dat komt? Drie jaar geleden heb-
ben we bij de jeugd een omslag in
denken gekend. Zonder de basis te
willen verwaarlozen, gaat onze aan-
dacht sindsdien toch vooral uit naar
de oudste groepen, zeg maar vanaf de
tweedejaars B-jeugd. Daar richten we
onze scouting op, zowel nationaal als
internationaal. Bovendien zijn we
vanaf dat moment meer op zoek naar
specifieke kwaliteiten: een echte
stopper of vleugelspits bijvoorbeeld.
Ook het aantal trainingsuren is sterk
uitgebreid. De B-junioren trainen nu
zes keer per week en de A-jeugd soms
wel acht keer. We zijn daarnaast veel
meer individueel gaan trainen en het
effect is gigantisch geweest. Maar we
hebben toen ook gezegd: vanaf nu
gaan we alleen voor de allerbesten,
want we hebben nieuwe talenten echt
iets te bieden. Zo kun je ook het aan-
trekken van Spencer Verbiest van AA
Gent zien. Een geweldig talent. Het
zou me niet verbazen als die in de
loop van het seizoen een basisplaats
in onze verdediging weet te verover-
en. Dus over het uiteindelijk rende-
ment van onze jeugdopleiding hoeft
niemand zich zorgen te maken, dat
komt er heus wel aan. Henk Heising
is de drijvende kracht achter de
jeugdopleiding. Als hoofd opleidingen
stuurt hij ook de trainers aan.”
Schol ing jeugdtrainersFoppe de Haan: “Die trainers zijn een
drietal jaren begeleid door MSA. Ons
idee was namelijk dat je ook trainers
beter moet maken en dus scholen als
je hogere eisen aan je jeugdopleiding
stelt. We wilden bereiken dat ze gin-
gen inzien wat de invloed van hun
gedrag op de jeugdspelers is. Zij moe-
ten namelijk elke dag met onze talen-
ten werken.
Daarom hebben we samen met MSA
voor onze trainersgroep een program-
ma gemaakt. Heel praktijkgericht. We
hebben bijvoorbeeld een onderzoek
gedaan na de stressfactoren bij onze
jeugdtrainers voor een training en
vooral ook wedstrijd. Datzelfde onder-
zoek heeft bij FC Utrecht plaatsgevon-
den en daar kwam bijvoorbeeld uit
dat die jeugdspelers van nature beter
konden omgaan met de echte stress-
momenten. Onze jongens waren wat
gemoedelijker, onze trainers mis-
schien iets te pedagogisch bezig. Daar
hebben we vervolgens aan gewerkt.
Ook hebben we geoefend in het voe-
ren van slechtnieuws- en beoorde-
lingsgesprekken, het vastleggen van
allerlei gegevens en het verbeteren
van aandacht en concentratie in de
trainingspraktijk. Waar we ook aan
gewerkt hebben is het leren naar je-
zelf te kijken, de ontwikkeling van
een groep en de rol die je daar als
jeugdtrainer in kunt spelen. Maar bij-
voorbeeld ook hoe je een laptop of
een video kunt inzetten bij een wed-
strijdbespreking. Dat hebben we alle-
maal in werkboeken vastgelegd en die
kunnen de trainers op elk gewenst
moment nog eens openslaan. Na drie
jaar vonden we dat we nu maar eens
een tijdje met al die opgedane kennis
en vaardigheden aan de slag moesten
gaan. Daarom werkt MSA op dit mo-
ment niet meer structureel voor ons.
Ik ben geen voorstander van een per-
manente sportpsycholoog in de bege-
leidingsstaf. Dat staat te ver van de
wereld van de gemiddelde voetballer
af. Bovendien vind ik het beter dat de
trainer zich verdiept in de mentale
begeleiding. Uiteraard sluit ik niet uit
dat zo’n psycholoog voor sommige
voetballers iets kan betekenen. Net
zoals voor een individuele onderwij-
zer, ambtenaar, bouwvakker of direc-
teur. Maar structureel, elke dag bij de
groep? Nee, dat vind ik niet nodig,
zelfs niet gewenst.”
3. deHaan 28-08-2003 11:25 Pagina 9