Feel the dignity of a child; -...

40

Transcript of Feel the dignity of a child; -...

Page 1: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan
Page 2: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

2

Feel the dignity of a child; do not feel superior to him, for you are not.

Robert Henri (1865-1929, kunstschilder)

Datum:

Januari 2004 Adres:

Evangelische Omroep Afdeling Kinderprogramma’s - blinQ Oude Amersfoortseweg 79 1213 AC Hilversum

Bedrijfsmentor:

Mercy Kamermans Student:

Birgitta Roos 220485 3 MMB

Stagedocent:

Oeke van den Brink

Page 3: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

3

Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan het Grafisch Lyceum te Rotterdam groeide bij mij het verlangen om bij de EO te werken. Mijn voorkeur voor de EO is ontstaan vanuit mijn geloof. In de bijbel geeft God christenen de opdracht het woord te verkondigen. Ik ben niet iemand die de stad ingaat en mensen persoonlijk aanspreekt met foldertjes, muziek, mime of iets dergelijks. Wel heb ik het verlangen gehoor te geven aan deze opdracht. Voor mij is het werken bij de EO een kans om hieraan gehoor te geven op een manier die bij mij past. Tijdens mijn periode op het ‘Grafisch Lyceum’ dacht ik aan de Internet afdeling van de EO. Maar na mijn opleiding wilde ik toch liever verder studeren. Ik begon aan mijn studie communicatie. Tijdens deze studie kreeg ik steeds meer interesse voor de televisie. Het leek mij geweldig om als redactiestagiaire aan de slag te kunnen. Research doen naar onderwerpen en die uitwerken tot een voor uitzending geschikt item, leek me erg leuk werk. Tevens wilde ik graag zien wat er verder allemaal komt kijken bij televisie maken. Ik heb de mogelijkheid gekregen om een half jaar stage te lopen op de afdeling ‘Kinderprogramma’s, bij het programma ‘blinQ.’ Dit is een live-programma voor kinderen in de leeftijd van 9-14 jaar. Op pagina. 14 kunt u meer over de opzet van het programma lezen. Dankwoord Allereerst wil ik Floor Koomen bedanken. Floor, bedankt dat je me ondanks je twijfels toch hebt aangenomen. Ik weet nog dat je me vertelde dat je tegen Mercy had gezegd ‘Of het wordt niets of het wordt geweldig.’ Dank ook voor de aanwijzingen, je openheid over mijn presteren, je vertrouwen en je steun in de periode dat ik het moeilijk had met het overlijden van mijn oma. Verder dank ik ook Mercy voor je algemene begeleiding tijdens mijn stage en de aanwijzingen die je me gaf tijdens de stagegesprekken. Tevens dank ik je evenals Fleur voor de begeleiding bij de manier van aanpak van het ‘News.’ Dan wil ik ook Maurice bedanken voor zijn begeleiding bij talQ. Maurice ik heb heel veel van je geleerd en ik vond het erg prettig samenwerken met je. Tot slot dank ik InHolland Rotterdam met het bieden van hulp en de begeleiding bij het vinden van een geschikte stageplaats en de begeleiding gedurende mijn stage bij blinQ

Page 4: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

4

Inhoudsopgave Voorwoord _________________________________________________________________3

1. Inleiding ________________________________________________________________5 1.1 Stagedoelen _________________________________________________________________ 5

1.2 Verwachtingen van mijn stage___________________________________________________ 5

1.3 Kennismaking met de organisatie / weergave en ervaring van de introductie_______________ 6

2. Organisatie ______________________________________________________________7 2.1 Structuur____________________________________________________________________ 7

2.2 Cultuur _____________________________________________________________________ 8

2.3 Identiteit ____________________________________________________________________ 8

2.4 Imago ______________________________________________________________________ 9

2.5 Ethiek _____________________________________________________________________ 10

2.6 Producten & diensten _________________________________________________________ 11

2.7 Marktsituatie _______________________________________________________________ 11

2.8 Zicht op doelgroepen en communicatie ___________________________________________ 13

3. blinQ __________________________________________________________________14 3.1 Het ontstaan van blinQ________________________________________________________ 14

3.2 blinQ-format________________________________________________________________ 15

4. Reguliere werkzaamheden _________________________________________________20 4.1 Organisatie van blinQ ________________________________________________________ 20

4.2 Redactie en sfeer ____________________________________________________________ 20

4.3 Aard stagewerkzaamheden_____________________________________________________ 21

4.4 Beschrijving van de werkzaamheden_____________________________________________ 21

5. Reflectie ________________________________________________________________31 5.1 Ontwikkeling stagedoelen en competenties ________________________________________ 31

5.2 SWOT ____________________________________________________________________ 33

6. Conclusie _______________________________________________________________34 6.1 Conclusie over stagedoelen ____________________________________________________ 34

6.2 Conclusie over specifieke doelen________________________________________________ 34

6.3 Kennis en inzicht in beroep(svaardigheden) en beroepshouding________________________ 35

7. Eind conclusie___________________________________________________________36 7.2 Aanbevelingen voor het stageverlenende bedrijf ____________________________________ 38

7.3 Aanbevelingen voor de opleiding _______________________________________________ 38 Bijlage Literatuurlijst

Page 5: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

5

1. Inleiding

1.1 Stagedoelen Voordat ik bij de EO aan mijn stage begon had ik totaal geen ervaring met het werk bij de televisie. Het leek me echt geweldig, maar wat me er nu zo in aantrok kon ik nooit goed onder worden brengen. Ik kwam niet veel verder dan: televisie is een machtig medium, waarmee je heel veel mensen tegelijk kunt bereiken en waarbij heel veel komt kijken om het te produceren. Het leek me heel veelzijdig werk. Op het moment dat ik mijn stagedoelen moest gaan formuleren diende zich dus een probleem aan. Ik had geen enkel idee wat ik er over moest schijven. Het was niet zo dat ik niets van TV wist maar ik had geen duidelijk beeld van de werkzaamheden die bij televisie allemaal plaatsvinden. De onderstaande stagedoelen zijn daarom vrij breed opgesteld. Stagedoelen zoals opgesteld in mijn hoofdlijnenplan: � Kennismaking met de EO als organisatie. Haar structuur, werkklimaat en bedrijfscultuur

leren kennen. � Kennismaking met de omroepbranche, verscherping van het beroepsbeeld. � Netwerkontwikkeling � Theoretische kennis in praktijk brengen; � Zelfstandige werkhouding ontwikkelen; � Oefening in de schriftelijke rapportage van de verrichte werkzaamheden en in de

beschrijving van de structuur van de stageverlenende organisatie; � Kennismaken met en uitvoeren van de werkzaamheden die plaatsvinden op een redactie.

1.2 Verwachtingen van mijn stage Ik ben onbevangen mijn stage ingegaan. Ik had van te voren geen grote verwachtingen. Ik had een wens en ik wilde door middel van een stage een concreter beeld krijgen. Ik wilde weten of het redactiewerk wel bij mij zou passen. Nu aan het eind van mijn stage, kan ik zeggen dat ik het redactiewerk erg leuk vind en dat ik denk dat het ook wel bij mij past. Ik heb een heel brede belangstelling en wil alles onderzoeken. Verder heb ik altijd journalistieke interesse gehad. Ik denk dat dit noodzakelijke eigenschappen zijn om als redacteur te kunnen werken. De ontwikkelingen die ik heb doorgemaakt, vanaf het begin van mijn stage tot nu heb ik beschreven in het hoofdstuk ‘reflectie’ (zie: pagina 31).

Page 6: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

6

1.3 Kennismaking met de organisatie / weergave en ervaring van de introductie De afkorting ‘EO’ staat voor Evangelische Omroep. De EO is een omroep vereniging, die in 1967 officieel is opgericht. Zij is opgericht door vier evangelisten die zich afvroegen hoe ze via de media meer mensen met het evangelie konden bereiken. Vanaf de officiële oprichting is de EO gegroeid van een omroep met C-status (meer dan 100.000 leden) naar een omroep met A-status (meer dan 550.000 leden). De missie van de EO is: Mensen in contact brengen met Jezus. De EO is een omroepvereniging binnen het publieke bestel die mensen wil bereiken met het Evangelie van Jezus Christus en daarin dicht bij God en dicht bij mensen wil zijn. Zij gebruikt daarvoor televisie, radio, nieuwe media, bladen, activiteiten en andere passende middelen. De EO is dus een organisatie van Christenen die zich d.m.v. media richt op het Nederlandse publiek. Zowel Christen als niet-christenen. Niet-christenen wil zij bereiken met het evangelie en christenen wil zij ondersteunen in hun geloof. De programma’s van de EO vormen een heel belangrijke bijdrage in de realisatie van de missie. Elk programma is in te delen in een van de drie onderstaande categorieën:

� Verkondigende programma’s. Met deze programma’s worden de kijkers expliciet uitgenodigd Jezus Christus als Heiland aan te nemen. De EO zoekt hiervoor moderne vormen, toch spreken ze maar een beperkt publiek aan;

� Programma’s die de relevantie van het Christelijk geloof voor een breed publiek zichtbaar maken. In journalistieke programma’s gebeurt dit door Christelijke geloof in te brengen in het maatschappelijk debat. In human-interest programma’s, (medische) talkshows en drama gebeurt dit door te tonen dat de bijbelse principes waardevol zijn voor het persoonlijk leven;

� Tot slot maakt de EO ook programma’s vanuit de verantwoordelijkheid voor een gezond publiek bestel. Deze programma’s dragen bij aan het marktaandeel en de gewenste programmamix van de zender. Deze programma’s passen wel bij de identiteit en uitgangspunten van de EO.

Vanwege mijn christelijk geloof wil ik leven vanuit Gods woord en een bijdrage leveren aan het verspreiden van het evangelie. Daarom leek de EO mij een geschikte organisatie om dat ook in mijn opleiding te betrekken. Mijn eerste ervaring bij de EO was mijn sollicitatiegesprek. Dit gesprek was voor mij een heel nieuwe ervaring, omdat ik ook terplekke een test moest doen, terwijl ik daar niet op was voorbereid. Achteraf vond ik het erg leuk, maar toen was het even slikken. Nadat ik was aangenomen en bij de EO kwam werken ben ik me er steeds meer thuis gaan voelen. Aan verschillende dingen merkte ik echt dat ik in een Christelijke organisatie stage ben gaan lopen. Bijvoorbeeld een weekopening (binnen EO genoemd: wij-ding) –en sluiting, gebed voorafgaand aan belangrijke vergaderingen etc, zijn dingen die je niet in de doorsnee organisatie vind. Toch is het echt niet zo dat er continu over God gesproken wordt. Het is meer een houding, die blijkt uit de keuzes die door de organisatie gemaakt wordt. Bij mijn stages die ik voor mijn MBO opleiding gedaan heb, merkte ik dat er heel veel gevloekt werd op de werkvloer en heerste er vaak andere normen en waarden dan binnen de EO. Mijn eigen overtuiging en principes komen meer overeen met die van de EO dan met die van de andere organisaties waar ik stage gelopen heb, hierdoor voelde ik me bij de EO sneller op mijn gemak.

Page 7: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

7

2. Organisatie

2.1 Structuur

Fig. 1: Organogram EO

De EO heeft sinds 2000 drie directeuren: Ad de Boer, Henk Hagoort en Andries Knevel. Deze drie directeuren hebben de dagelijkse leiding en zijn verantwoordelijk voor een deel van de EO. Andries Knevel is als enige van de drie niet verantwoordelijk voor een bepaalde afdeling. Hij is namelijk presentator van de tv-programma's Het Elfde Uur en Knevel op zaterdag. Deze programma’s vergen een hoop tijd. Wel heeft hij met Ad de Boer en Henk Hagoort de dagelijkse leiding. De directie is dus verantwoordelijk voor de producten. Het beleid van de EO wordt bepaald door negen bestuursleden. De EO is bekend als omroep. Toch is zij dit eigenlijk niet. De EO is juridisch gezien een vereniging. Dit houdt dus in dat ze leden heeft. De leden worden vertegenwoordigd door de ledenraad. Daarnaast worden er regionale ontmoetingsavonden georganiseerd, waar de leden kunnen meedenken en praten over beleid en programma’s. Ook licht de directie op deze avonden het beleid toe en worden nieuwe ideeën getoetst bij de leden.

Page 8: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

8

2.2 Cultuur Bedrijfscultuur kan simpel omschreven worden als de manier van denken, voelen en doen van de leden van een organisatie. Het heeft alles te maken met de waarden en normen die de medewerkers samen hebben. Daardoor bepaalt de cultuur van een organisatie in grote mate de interne –en externe communicatie. De missie, zoals deze op pagina 6 staat beschreven, is naar buiten toe gericht. Toch voelen de medewerkers zich over het algemeen sterk verbonden met de missie van de EO. De EO is een christelijke organisatie. Dit houdt in dat de medewerkers christen zijn en geloven dat er één God is en dat Jezus Christus voor hun zonden gestorven is. De christelijke normen en waarden zijn daarmee de leidraad voor de manier waarop dingen gedaan worden en hoe men met elkaar omgaat binnen de EO en naar buiten toe. Verder heeft de EO een taakgerichte cultuur, er heerst een sterke mens –en productgerichtheid en (misschien door externe factoren als het overheidsbeleid gedwongen) een grote veranderingsbereidheid.

2.3 Identiteit De identiteit van een organisatie is eigenlijk datgene wat door leden van de organisatie als kenmerkend voor de eigen organisatie wordt gezien. Een identiteit (volgens de corporate-identity-mix van Birkigt en Stadler, 1986) is opgebouwd uit verschillende onderdelen, namelijk: het gedrag, de communicatie en de symboliek. Deze drie vormen samen de persoonlijkheid ofwel de identiteit van de organisatie. De identiteit van de EO heeft sterke verbondenheid met de missie. De christelijke identiteit is bepalend voor de normen en waarden de worden gehandhaafd. De EO heeft hiervoor vier pilaren, welke eigenlijk overeenkomen met het corporate-identity model van Birkigt en Stadler, waarin het gedrag, de communicatie en de symboliek van de organisatie de basis van de identiteit vormen:

EO als omroep: Actueel & Betrokken (oftewel “gedrag”) De EO is een eigentijdse omroep, die betrokken is met de maatschappij en dat ook in haar benadering naar mensen (door middel van programma’s en activiteiten) laat zien.

EO als beweging: Actief & Communicatief (oftewel “communicatie”) De EO zet mediaproducten in om de leden toe te rusten, te bemoedigen, stimuleren en mobiliseren. De binding tussen de EO en haar leden is sterk, leden willen daarom graag op de hoogte gehouden worden over het beleid. Hiervoor wordt vooral ‘de visie’ ingezet, het omroepblad (RTV-gids), maar ook andere producten en activiteiten.

EO als merk: Herkenbaar & Eigentijds (oftewel “symboliek”) Sinds september 2003 heeft de EO een nieuwe huisstijl. Deze stijl is heel herkenbaar en eigentijds en is doorgevoerd in alle uitingen van de EO. De huisstijl sluit aan bij de identiteit van de EO. Kenmerkend voor het nieuwe logo is het symbool van licht dat in, om en door het logo terugkomt. Het symboliseert het licht dat de duisternis verdrijft. De kleur groen staat voor leven en groei, terwijl blauw de kracht van veiligheid en eeuwigheid weerspiegelt.

Page 9: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

9

Naast de nieuwe huisstijl is er ook een nieuwe slogan ontwikkeld, namelijk: Horen Zien Geloven. Dit is kort samengevat waar het bij de EO om gaat. Horen staat voor horen naar de nood van mensen. Zien drukt uit wat God in mensenlevens doet, zien wat er om ons heen gebeurt en zien wat er in Zijn Koninkrijk te doen is. Horen en zien moeten ten slotte leiden tot geloof in Jezus Christus als enige weg naar de Vader. De nieuwe huisstijl, inclusief logo en slogan symboliseren de identiteit en de verbondenheid met de missie van de EO. Het is dus meer dan alleen uiterlijk.

Figuur 2 t/m 4: Aantal voorbeelden van het gebruik van de huisstijl

EO als bedrijf: Creatief & Efficiënt In 2003 tekende het kabinet Balkenende II een Regeerakkoord. Hierdoor werd de publieke omroep geconfronteerd met bezuinigingen. Dit houdt in dat tot 2006 de inkomsten uit de Rijksomroepbijdrage teruglopen met circa 4,6 miljoen euro per jaar. Tegelijkertijd moet geïnvesteerd worden in de programmering op Nederland 1. Deze ‘spagaathouding’ was voor de EO alleen mogelijk door middel van een reorganisatie. De organisatiestructuur is flexibeler, duidelijker en transparanter geworden. De nadruk lag hierbij vooral op het bevorderen van effectieve besluitvormingsprocessen. De EO ontwikkelt zich nu tot een organisatie waarin de creativiteit van medewerkers zich kan ontwikkelen en men gebruik leert maken van elkanders capaciteiten. De vier pilaren van de EO vormen dus haar identiteit of eigenlijk de ‘gewenste identiteit,’ zoals de manager het graag zou zien. De identiteit zou door leden van organisatie best anders waargenomen of toegepast kunnen worden. Dit heeft dan weer invloed op de manier waarop de organisatie zich presenteert ‘geprojecteerde identiteit,’ welke zeer bepalend voor het imago van een organisatie is.

2.4 Imago Het imago is dat beeld dat relatiegroepen, omgeving en publieke opinie van de organisatie hebben. Het ontstaat uit directe en indirecte ervaringen die de ontvanger met de organisatie heeft. Het is dus een optelsom van subjectieve waarnemingen, die het beeld van de organisatie bij de ontvanger bepaalt. Het imago-onderzoek van 2003 was niet bruikbaar voor de EO, omdat de steekproef niet representatief bleek te zijn. Uit gesprekken met mensen, krijg ik regelmatig het idee dat mensen vinden dat de EO soft, ouderwets en drammerig is. Toch wordt er door het Nederlandse publiek steeds minder op deze manier over de EO gedacht. Steeds meer geven mensen aan de EO een omroep te vinden die in de maatschappij van nu staat.

Page 10: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

10

Die human-interest onderwerpen die in de taboesfeer liggen durft aan te pakken en zich duidelijk profileert. Het imago van de EO is in mijn idee dus aan aan het veranderen. Vanwege het feit dat het imago-onderzoek niet representatief was is het bovenstaande gebaseerd op het gevoel dat ik krijg als ik met mensen in gesprek ben over de EO.

2.5 Ethiek Ethiek is het geheel van waarden, normen en regels die een bepaalde sociale context het gedrag reguleren. Het gaat eigenlijk om de vraag: Welk handelen is in een bepaalde situatie het meest verantwoord?

Van Dale: ethiek (de ~ (v.)) 1 praktische wijsbegeerte die zich bezighoudt met wat goed en kwaad is => ethica, moraal, moraalfilosofie, moraaltheologie, zedenkunde, zedenleer

Handelen Bij media komt ethiek veel aan de orde. Media-ethiek houdt zich bezig met situaties van informatievoorziening door middel van massamedia. Binnen de EO worden bijbelse principes gehanteerd. Volgens communicatiewetenschapper Van der Meiden heeft ethiek drie niveau’s: � individuele ethiek: de persoonlijke waarden en normen; � bedrijfsethiek: waarden en normen waaraan de leden van de organisatie zich aanpassen; � sociale ethiek: waarden en normen van de samenleving. De EO houdt zich wat ethiek betreft vaak aan andere (strengere) maatstaven dan er in de samenleving en dus ook bij andere omroepen en zenders heersen. De cultuur en identiteit van de EO zijn hierbij zeer bepalend.

Personeel In 2003 werd vastgesteld dat vanwege de bezuinigingen 80 arbeidsplaatsen moesten verdwijnen. Dit wilde men doen door middel van het niet verlengen van tijdelijke contracten, natuurlijk verloop, een regeling voor vervroegd stoppen en ook gedwongen ontslag. Twaalf plaatsen moesten er via gedwongen ontslag verdwijnen, dit was voor de EO heel ingrijpend Om dit traject goed te doorlopen is in overleg tussen de werkgever en werknemersorganisaties een Sociale Begeleidingsregeling opgesteld. De medewerkers zijn het belangrijkste bedrijfskapitaal van de EO en daarom acht men een open en veilige sfeer binnen de EO als zeer belangrijk. Verder vindt ze het erg belangrijk dat de medewerkers zich optimaal kunnen ontwikkelen en van elkaar kunnen leren.

Externe relaties De EO heeft externe relaties met heel veel verschillende ondernemingen. Respect en betrouwbaarheid zijn in deze relaties erg belangrijk.

Page 11: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

11

2.6 Producten & diensten De EO is een grote organisatie met producten op de volgende gebieden: � Televisie;

o Verkondigende programma’s (bijv. zij gelooft, zij niet, HelpDesk live, Henny zoekt God);

o Journalistieke programma’s (bijv. Het elfde uur, Knevel op Zaterdag, Netwerk (met KRO en NCRV));

o Human Interest programma’s (bijv. familiediner, Jong, De Weddingplanner); o Medische programma’s (bijv. Ingang Oost, Na de diagnose);

� Radio (bijv. Radio 747 AM); � Bladen (bijv. Visie, EO-Extra, Zeggus, Eva, Ronduit Insite); � Internet; � Evenementen en activiteiten (bijv. EO-gezinsdag, Nederland zingt-dag, EO-

jongerendag, Wervelnites, huwelijksvoorbereiding, WinterWonderrock ); � Nazorg; � Charitatief (EO-Metterdaad).

Internet heeft vooral een ondersteunende functie voor de andere producten. ‘Nazorg’ is eigenlijk geen product, maar een dienst. Mensen kunnen de Nazorg van de EO bellen als zij, bijvoorbeeld, advies over hulpverlening nodig hebben, geloofsvragen hebben etc. Bij evenementen is Nazorg altijd aanwezig op het evenemententerrein. Het gaat te ver om alle producten apart te beschrijven. Op pagina 14 is een uitgebreide omschrijving van blinQ (televisie), het product waar ik aan meewerk te vinden.

2.7 Marktsituatie De publieke omroep is momenteel onderhevig aan een heleboel veranderingen. Zoals eerder vermeld is de publieke omroep, door het regeerakkoord dat in 2003 is getekend, geconfronteerd met bezuinigen. Verder heeft ze ook te maken met een dalende lijn in kijkeraantallen. De publieke omroep verliest dus marktaandeel. Sinds kort zijn de rechten om voetbal uit te zenden overgegaan naar John de Mol. Indien er niets gedaan wordt houdt dit in dat de publieke omroep nog meer kijkers en inkomsten zullen verliezen.

Kengetallen De volgende financiële berekeningen zijn gebaseerd op het jaarverslag van de EO uit 2003. Zie bijlage: jaarrekeningen pagina 16 en 17 Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in welke mate de EO aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Current ratio = vlottende activa/kort vreemd vermogen 2002 current ratio = 16.922.000 / 14.706.000 = 1,15 2003 current ratio = 17.550.000 / 17.672.000 = 0,99 Quick ratio = vlottende activa – voorraden/kort vreemd vermogen 2002 quick ratio = 16.922.000 – 11.915.000 / 14.706.000 = 0,34 2003 quick ratio = 17.550.000 – 12.184.000 / 17.672.000 = 0,30

Page 12: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

12

De liquiditeit is van 2002 naar 2003 verslechterd, dit is ook te zien uit de onderstaande berekening van het werkkapitaal Werkkapitaal = vlottende activa – vlottende passiva 2002 16.922.000 – 14.706.000 = 2.216.000 2003 17.550.000 – 17.672.000 = -122.000 Solvabiliteit Bij solvabiliteit gaat het om de verhouding vreemd vermogen tegenover eigen vermogen. Het gaat dus om de mate waarin de EO aan haar betalingsverplichtingen aan haar geldschieters kan voldoen. De activa moeten dus groter zijn dan de passiva. Solvabiliteit = totaal vermogen / vreemd vermogen (kortlopende schulden + voorzieningen) 2002 solvabiliteit = 35.272.000 / 14.706.000 (14.706.000 + 0) = 2,40 2003 solvabiliteit = 46.522.000 / 19.632.000 (17.672.000 + 1.960.000) = 2,37 Debt Ratio = vreemd vermogen / totaal vermogen 2002 debt ratio = 14.706.000/35.272.000 = 0,42 2003 debt ratio = 19.632.000/46.522.000 = 0,42 De solvabiliteit is van 2002 naar 2003 nagenoeg gelijk gebleven. Rentabiliteit De rentabiliteit van de EO geeft de winstgevendheid van de EO aan in verhouding tot het totaal vermogen en het eigen vermogen RTV = rentabiliteit v/h totaal vermogen ((bedrijfsresultaat/TV)*100%) 2002 RTV= (7.204.000/35.272.000)*100% = 20,4% 2003 RTV= (6.324.000/46.522.000)*100% = 13,6% REV = rentabiliteit v/h eigen vermogen ((bedrijfsresultaat/EV)*100%) 2002 REV= (7.204.000/20.566.000)*100% = 35,0% 2003 REV= (6.324.000/26.890.000)*100% = 23,5% Conclusie rentabiliteit De REV ligt in beide jaren hoger dan de RTV en ook de rentebaten (zie bijlage: pagina 17) zijn toegenomen. Dit betekend dat de EO meer aan het vreemd vermogen heeft verdient dan dat het heeft gekost.

Omzet In 2002 was de omzet € 72.620.000 en in 2003 € 72.979.000. De omzet is dus gestegen.

Winst Winst voor belasting. De winst is in het jaarverslag van de EO gelijk aan het bedrijfsresultaat (exploitatiesaldo). In 2002 was de winst € 7.204.000en in 2003 € 6.324.000. De winst is dus gedaald.

Page 13: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

13

Conclusie financiële situatie Deze gegevens zijn over het jaar 2002 en 2003, hierover kan men zeggen dat het regeerakkoord dat in 2003 getekend is zijn invloed heeft gehad op de resultaten van dat jaar. De liquiditeit is verslechterd, de solvabiliteit en rentabiliteit zijn goed, maar ondanks dat de omzet is toegenomen is er minder winst gemaakt. Dit komt voornamelijk door de toegenomen bedrijfslasten. Gegevens over 2004 zijn nog niet openbaar. Hierdoor kan ik geen conclusie trekken over de huidige financiële situatie. Het regeerakkoord zal naar alle waarschijnlijkheid ook zijn invloed hebben gehad op de resultaten van 2004. Ook 2005 zal financieel niet veel verbetering brengen, dit vooral in verband met het verdwijnen van de voetbalrechten en de verdere doorvoering van de bezuinigingen.

2.8 Zicht op doelgroepen en communicatie De EO kent zowel intern als extern verschillende doelgroepen. Met de verschillende programma’s en activiteiten wordt er op de behoefte van de verschillende doelgroepen ingespeeld. Enkele voorbeelden zijn het kinderprogramma blinQ en het tijdschrift Zeggus voor kinderen, dan zijn er programma’s als Ronduit.nl, activiteiten als de EO-jongerendag etc. voor jongeren en een heel scala aan programma’s voor volwassenen. Daarnaast kent de EO ook het gezin als geheel als doelgroep, op deze groep wordt ingespeeld met bijvoorbeeld een activiteit als de EO-gezinsdag. De leden van de EO zijn ook een erg belangrijke doelgroep. Zij kunnen als het ware gezien worden als de stakeholders (aandeelhouders) van de EO. De EO versterkt de binding met haar leden voor met behulp van ‘Visie’ en ‘EO-extra.’ Deze bladen worden ingezet om de achterban op de hoogte te houden van het reilen en zeilen van de organisatie. Daarnaast worden er ook regionale ontmoetingsavonden georganiseerd. Naast deze doelgroepen zijn er ook andere ondernemingen en contacten die de EO heeft om te kunnen bestaan, externe relaties. Deze doelgroepen vragen weer een heel andere benadering. Daarnaast bestaan er natuurlijk ook interne doelgroepen, zoals de medewerkers op de verschillende afdelingen, maar ook het management, het bestuur, stagiairs, uitzendkrachten, gepensioneerden etc. De verschillende groepen hebben andere informatiebehoeften en communiceren ook op andere wijze. De EO speelt met verschillende interne en externe communicatie-uitingen in op de behoeftes van de verschillende doelgroepen. Zo wordt er intern bijvoorbeeld veel via e-mail, intranet en het wekelijkse wij-ding gecommuniceerd wanneer het om informatie voor de gehele organisatie gaat. Gaat het om informatie voor een specifieke afdeling dan zal er eerder sprake zijn van een overleg tussen onderdelen in de organisatie.

Page 14: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

14

3. blinQ Gedurende mijn stageperiode ben ik werkzaam op de afdeling KP (kinderprogramma’s). Ik werk voor het programma blinQ. blinQ is een live-kinderprogramma voor kinderen in de leeftijd van 9-14 jaar. Het wordt iedere werkdag van 16.40 tot 17.05 uur op Nederland 3 (Z@ppelin) uitgezonden.

3.1 Het ontstaan van blinQ Sinds het ontstaan van de EO is voor alle leeftijden TV gemaakt. De EO had zichzelf opgelegd ook voor kinderen leuke TV te maken. In september 2000 werd Z@ppelin gelanceerd als overkoepelend kinderkanaal van de publieke omroepen. In eerste instantie leverde elke omroep Z@ppelin tv-programma’s aan voor alle leeftijdsgroepen. Dit bleek een lastige structuur te zijn en de noodzaak tot een andere verdeling van de Z@ppelin-zendtijd liet zich steeds duidelijker voelen. Voor de herstructurering richtte de EO zich met het interactieve tv-programma Mir@kel op 9- tot 13-jarigen. Voor de jongere doelgroep was het programma Prinsen & Prinsessen (later PeP). Toen begin 2004 op directieniveau besloten werd dat omroepen in Z@ppelin zich moesten specialiseren op maar één leeftijdscategorie, zette de EO in de categorie 9- tot 13-jarigen. Binnen de EO ontstond toen de discussie of de EO die doelgroep in de toekomst moest gaan bedienen met Mir@kel of met een geheel ander programma. Mir@kel liet kinderen aan het woord die een zeer persoonlijk verhaal hadden. Meestal betrof dat niet zulke plezierige zaken. Het programma had een interactief karakter. Dit maakte dat het via honderden mailtjes veel gevoelens opriep bij jeugdige kijkers, terwijl de kijkcijfers formeel tegenvielen. Vanwege de tegenvallende kijkcijfers werd er gekozen voor een andere koers. Er moest een programma voor 9- tot 13-jarigen komen dat breder binnen de doelgroep bekeken werd, met een aantrekkelijker format. Deze keuze is niet zonder slag of stoot gegaan. Het hoofd van de afdeling KP vreesde daarmee concessies te moeten doen aan de inhoud. Hij wilde daarvoor niet verantwoordelijk zijn en heeft daarom zijn ontslag ingediend. Daarna is alles heel snel gegaan. Vanaf het voorjaar 2004 is door een werkgroep van deskundigen gewerkt aan de ontwikkeling van het format van blinQ. In augustus 2004 is de redactie gevormd die eind van diezelfde maand het eerste blinQ-programma maakte. Ik ben 17 augustus bij blinQ aan de slag gegaan. De hierboven beschreven ontwikkeling heb ik dus niet persoonlijk meegemaakt. Ik ben ca. 2 weken voor de allereerste uitzending van blinQ bij de EO begonnen. Het leuke hieraan vind ik dat voor alle medewerkers alles nog nieuw was en dat iedereen z’n plekje nog moest vinden. Er was nog geen vaste groep, waardoor je snel opgenomen werd in het geheel. Het lastige was dat iedereen nog ‘zoekend’ was en veel dingen nog niet duidelijk waren. Hierdoor kwam ik een beetje in het ‘diepe’ terecht en moest ik heel veel zelf uitzoeken. Erg vind ik dit niet, want je wordt er wel snel zelfstandig van en je leert snel je weg in het bedrijf te vinden.

Page 15: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

15

3.2 blinQ-format

Titel: BlinQ Programma voor kinderen in de leeftijd 9-14. Werkdagen 5x per week ca. 16:40 tot 17:05 Duur: 25 minuten. Kaders: Kindertalkshow, actualiteiten, uitdagingen en media- en shownieuws

Doelgroep De doelgroep van blinQ was in eerste instantie: kinderen tussen de 9 en 12 jaar oud. Dit is in de loop van de tijd bijgesteld naar: kinderen tussen de 9 en 14 jaar. Toch merken we dat ook veel jongere en oudere jongens en meiden zich aangesproken voelen door het programma. Het programma moet goed te begrijpen zijn door de jonge kinderen en tegelijkertijd genoeg inhoud hebben voor de kinderen van ca. 14 jaar. Afkomst, religie, opleidingsniveau, woonplaats etc. zijn niet echt van belang.

Doelstelling BlinQ wil een laagdrempelige, veilige plek op TV zijn waar het karakter van Jezus in de presentatoren, in de benadering van de gasten en onderwerpen zichtbaar wordt.

Kern blinQ. Lekker uitdagend, lekker belangrijk Hiermee wordt bedoeld dat alles wat voor kinderen belangrijk is, belangrijk is voor blinQ.

Prioriteit Voor blinQ ligt de prioriteit bij kinderen. De items in het programma komen van kinderen. Kinderen kunnen via de interactieve kanalen (mail, chat, bellen), onderwerpen aandragen. Bij onderwerpen die door de redactie worden aangedragen, wordt eerst bij kinderen om hun mening, gevoel en beleving gevraagd.

Verkondiging en strategie BlinQ wordt geproduceerd vanuit het besef dat God Zich in Jezus openbaart en betrokken wil zijn bij het leven van ieder kind. In het programma wordt dit op natuurlijke wijze getoond en op bepaalde momenten (persoonseigen of kalendereigen momenten) ter sprake gebracht. BlinQ wordt geproduceerd vanuit de gedachte dat iedereen belangrijk is en geen kind zal om zijn/haar gevoel, mening of beleving veroordeeld worden. In deze gedachtegang ligt een grote mate van impliciete verkondiging. Concreet betekend dit het volgende: het geloof wordt vanuit de presentatoren, sfeer en gasten op een natuurlijke manier gebracht. BlinQ bevat per uitzending verschillende items die afwisselend voor een (educatieve, voorlichtende, verkondigende) boodschap (push) en dan weer voor primaire interesse (pull) ingezet kunnen worden. Tussen push en pull is een balans aangebracht, push momenten zullen gepresenteerd worden in een omgeving van Pull elementen. Zo hopen we het doorkijken naar de Pushitems te stimuleren.

Page 16: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

16

BlinQ als Tv-programma is onderdeel van een multimediaal product. TV, Radio, Internet, evenementen en muziekuitgaven spelen een eigen rol en kunnen bij dag, week en maand thema’s verdiepend worden ingezet.

Verhaal centraal: regie en scripts BlinQ is een verhalend programma, waarin ernstig en luchtig worden afgewisseld. Het programma is opgebouwd aan de hand van een strak minutenschema, maar de aard en sfeer van items wisselt sterk. De verhaallijnen van de verschillende items worden zoveel mogelijk tot in detail uitgedacht en zijn geschreven op spanningsbogen, verwachtingen en het inlossen daarvan. BlinQ is een snel programma, items worden aan de hand van bumpers aangekondigd en/of gescheiden en het programma bevat veel ‘cliff hangers’ en snelle beeldwisselingen. Het programma speelt zich ‘live’ af in de studio, vanwaar uitstapjes worden gemaakt naar de wereld daarbuiten (zie: Onderdelen, pagina 16 en 17). De presentatoren dragen zowel impliciet als expliciet de boodschap van het programma. Elke aflevering wordt door 2 presentatoren gepresenteerd en zij hebben elk hun eigen rol. Ze zijn elkanders tegenovergestelde, bijv. de pastorale dominee en de ironische journalist.

Onderdelen Het programma bestaat uit 5 items. Deze worden op cruciale momenten afgebroken, verderop in de uitzending wordt er dan op teruggekomen. De items voldoen steeds aan dezelfde omschrijving, maar kunnen qua sfeer en inhoud iedere dag een totaal andere lading kunnen hebben. De vijf onderdelen zijn: 1. Opening en BlinQ nieuwsoverzicht Aan het begin van het programma nemen de presentatoren opvallende berichten uit het nieuws door. Er wordt altijd gestreefd verschillende soorten nieuws te belichten: opmerkelijk (raar), sport, entertainment, groter (zeer belangrijk landelijk tot wereld), dieren en/of kindgerelateerd-nieuws. Op vrijdag wordt het nieuws vervangen door een weekendagenda. 2. Mission-Q Een kind of een aantal kinderen uit de doelgroep neemt een bijna onmogelijke opdracht aan. Deze is of door zichzelf, vrienden of de redactie verzonnen. Mission-Q wordt op locatie gedraaid en in drie delen in het programma verwerkt. a. De proloog. De uitleg en aanvang van de opdracht; b. Het proces; c. De uitkomst. Deze wordt in of tegen de aftiteling geprogrammeerd.

Opdrachten kunnen zijn: � Probeer door de beveiliging van de Amsterdam Arena heen te komen ten einde Marco

Borsato in de kleedkamer een zoen te geven namens je vriendinnetje; � Vestig een record voor het Guiness Book of Records; � Etc. Uiteindelijk wordt er gestreden om de weekprijs. Deze wordt in de vrijdaguitzending bekendgemaakt.

Page 17: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

17

3. Q&A (Questions and Answers) Q&A speelt zich af in de studio. Twee kinderen voeren een opdracht uit. De opdrachten kunnen afkomstig zijn van de kijkers, maar ook van de redactie. De opdrachten zijn meestal wetenschappelijke vraagstukken. De vragen komen bijv. uit ontwikkelingspsychologie, biologie, seksualiteit, theologie en techniek. Een vraag kan bijvoorbeeld zijn: waarom rennen jongens sneller dan meisjes? Tegen het einde van het programma wordt het antwoord gegeven, getoond of taak verwezenlijkt. Het maken van een constructie, tonen van een filmpje of foto’s welke het antwoord uitlegt kan deel zijn van de opdracht. 4. talQ Ook talQ speelt zich af in de studio. talQ is een vast onderdeel van het programma. Alle, voor kinderen, relevante onderwerpen worden hier in een zo vertrouwelijk mogelijke sfeer besproken. Onderwerpen worden gekozen uit de reacties en vragen van kijkers, uit de actualiteit en op basis van redactionele research. De onderwerpen en dus ook het gesprek kan serieus van aard zijn, maar ook luchtig en informatief. Afhankelijk van het onderwerp wordt het gesprek geleid door één of beide presentatoren. Ook wordt er gekeken of het gesprek het best tot zijn recht komt in de pastorale of journalistieke benadering. Een combinatie is ook mogelijk. 5. Buiten Dit onderdeel wordt altijd op locatie gedraaid. Items die aanbod komen kunnen zowel journalistieke-, human interest-, showbizz-items zijn. Buiten kan worden ingezet als tegenhanger van TalQ. Als TalQ een zwaar en serieus onderwerp bevat kan Buiten luchtig zijn en vice versa. Vaste onderdelen van Buiten zijn: De Plee-Boois: Twee poppen (Plee en Booi) gemaakt van WC-borstels en tot leven geroepen door Aad Peters schuimen de wereld van Media, Showbizz en politiek af naar onrecht dat volgens Plee recht gezet zou moeten worden. Booi is eigenlijk alleen geïnteresseerd in het ontmoeten en spreken van bekende mensen. Ben van blinQ: Ben Ketting brengt hoop/hulp/oplossing aan kinderen. Ben schrijft hier ook altijd een persoonlijk lied voor het kind dat dan in de studio opgenomen wordt.

Repo: Repo staat voor reportage. De reportages spelen in op de actualiteiten van dat moment. De items kunnen zijn: achtergrond informatie bij het nieuws, belevenissen van een kind, voorlichting, algemenen interesse (leuke, informatieve, spannende onderwerpen welke door belangrijke groepen (bijvoorbeeld jongens) boeiend worden gevonden) en Human interest.

Ontwikkelingen in de loop der tijd blinQ is pas in augustus 2004 gaan uitzenden. Het is een heel nieuw programma, een programma dat zich nog moet bewijzen. Daarom wordt er door de eindredactie regelmatig een evaluatie gehouden, waarna dan in overleg met productie en vertegenwoordigers van de redacties overleg wordt gehouden, om te bepalen of het format bijgesteld moet worden. blinQ is dus continu aan verandering onderhevig.

Page 18: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

18

Voor ‘News’ betekende dit bijvoorbeeld dat het beeldmateriaal niet alleen bij ANP en andere omroepen meer gehaald werd, maar dat het zelf op locatie gedraaid werd. Hierdoor werd ‘News’ actueler en hadden we steeds vaker zelfs de primeur, omdat we eerder uitzenden dan het jeugdjournaal. Voor talQ hield dit bijvoorbeeld in dan we onderwerpen geëmancipeerd gingen benaderen in plaats van een houding van empathie. Hierdoor werd kwam de gast in talQ meer tot zijn/haar recht en werd het item ook leuker. Een voorbeeld hierbij is een kind dat arm is dat wordt gevraagd te vertellen over hoe hij/zij daar mee omgaat. Wat zijn zijn/haar creatieve oplossing, reacties etc. Of bijvoorbeeld kinderen met Gilles de la Tourette een spel laten spelen waar ze veel moeite mee hebben en dan vandaar uit het kind zelf laten vertellen waarom het lastig is. Belangrijk is dat er over moeilijkere dingen ook met de kinderen geintjes werden gemaakt in de uitzendingen. Het talQ onderdeel werd daarmee uit de ‘push’ sfeer gehaald. Waardoor de nadruk minder op de ‘push’ en ‘pull’ verhoudingen in het programma kwamen te liggen. Ook zijn we met talQ steeds meer onderwerpen in de taboesfeer gaan aanpakken.

Onafhankelijkheid van het medium In eerste instantie lijkt blinQ een onafhankelijk medium. Alles wat voor kinderen belangrijk is, is voor blinQ belangrijk. Toch wordt de onafhankelijkheid van het programma blinQ door allerlei ‘machten’ aan banden gelegd. Dit gebeurt op verschillende gebieden. De inhoud van het programma is afhankelijk van de inbreng van haar redacteuren met hun verschillende achtergronden (sociaal, religieus etc.). Verder is blinQ een programma van de EO, wat inhoudt dat het binnen de identiteit van de EO moet passen. Dit houdt overigens niet in dat het alleen Christelijke onderwerpen behandeld. Alles wat voor kinderen belangrijk is, wordt in blinQ gebracht. Zo zijn dus ook onderwerpen als de ramadan en nudisme aan de orde gekomen. Daarnaast zijn natuurlijk ook de kijkcijfers van belang. Als de kijkcijfers niet goed zijn, houdt dat in dat het programma aangepast moet worden. Ook heeft blinQ af en toe samenwerkingsbanden met organisaties als 3VO en kidzwise. Dit houdt dan in dat er in een bepaalde periode een bepaald aantal keren op verschillende manieren aandacht besteed moet worden aan de actie(s) van 3VO of kidzwise. Ook het geld is een sturende factor. Geld bepaalt vaak of iets wel of niet geproduceerd kan worden.

Redactioneel beleid, inhoud en vorm Mijn mening over het redactioneel beleid van blinQ is dat ik het niet heel duidelijk vind. Het programma heeft geen redactiestatuut en ook geen protocol. Het enige wat houvast geeft is het programma format. Het gevolg voor de inhoud van het programma is dat in blinQ niet echt één lijn getrokken word. De inhoud van de aflevering is daardoor sterk afhankelijk van de redacteur van het onderwerp. Ik denk dat blinQ met haar onderwerpen, benadering van de kinderen en vorm een programma is met veel potentie. De mogelijkheid om een grote doelgroep te bereiken. Wat ik jammer vind is dat er vrij snel gekozen wordt om onderdelen van oudere aflevering te herhalen. Kinderen hebben een zeer goed geheugen voor beelden en verhalen, daarom is het erg jammer als je ze dan niets nieuws te brengen hebt. Een voorbeeld is dat op de maandag de beste reportage van de week daarvoor herhaald wordt. Ook worden er regelmatig missionQ’s herhaald. Van een collega heb ik vernomen dat de kinderen in de chat dit herhalen erg saai vinden. Ik vind dit erg jammer, zeker omdat het programma zich nog moet bewijzen.

Page 19: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

19

Kijkcijfers en marktaandeel van het programma BlinQ heeft vanaf de start een behoorlijke progressie gemaakt. De primaire doelgroep waar blinQ zich op richt zijn 9 tot 12-jarige. Toch leveren ook andere leeftijdsgroepen een behoorlijk aandeel in de kijkdichtheid. Het onderstaande voorbeeld maakt dit duidelijk. Op 11 januari 2004 had blinQ in de groep van 3-12 jaar een Kdh000* van 81.000, maar in het reguliere onderzoek (KLO onderzoek onder 6+) was het Kdh000 160.000 kijkers. Deze uitzending was ook de uitzending met het hoogste kijkcijfer in het reguliere kijkcijfer onderzoek. In het onderzoek onder de groep 3-12 jaar was de uitzending op 31 januari de top met 84.000 kijkers. *Kijkdichtheid in absolute aantalen

De progressie die blinQ heeft doorgemaakt wordt in de onderstaande grafiek erg duidelijk (zie ook bijlage: kijkcijferonderzoek).

Grafiek 1: Progressie kijkcijfers blinQ

Kijktijdaandeel ten overstaande van andere kinderzenders blinQ is een onderdeel van Z@ppelin. Uit onderzoek van de publieke omroep en KLO blijkt dat Z@ppelin wel een lager kijktijdaandeel heeft dan Nickelodeon en Foxkids. Een medewerker van blinQ heeft over de periode week 49 t/m 51 een onderzoek gedaan naar het kijkcijferverloop per uitzending, hieronder zijn voorzichtige conclusies, (afgechekt met KLO-NOS): Alle uitzendingen laten een grote toestroom van kijkers zien. Een dramatische terugval tijdens de uitzending komt eigenlijk niet voor. Elk onderdeel van blinQ trekt soms aan en zakt soms in. Het kijkersgemiddelde van blinQ komt vaak uit boven dat van het programma ervoor en dat erna. I.v.m. de aftiteling loopt iedereen in de laatste minuut weg. Het programma voor blinQ laat geen toename zien in de laatste minuten; er wordt dus niet al vooraf afgestemd op blinQ. Het programma na blinQ moet regelmatig opnieuw opbouwen; daar wordt dus eveneens niet tevoren (in de laatste minuten van blinQ) op afgestemd tot slot de opbouw van blinQ heeft kennelijk de goedkeuring van de kijker?

21,364

1,1

7

1,0

6,7

24,600

1,3

8

1,5

9,8

36,318

1,9

10

1,7

9,9

44,087

2,3

11

2

10,8

0,000

5,000

10,000

15,000

20,000

25,000

30,000

35,000

40,000

45,000

sept okt nov decmaand

progressie kijkcijfers blinQ

gem Kdh000gem 3-12 jr Kdh%gem 3-12 jr Kta%gem 9-12 jr Kdh%gem 9-12 jr Kta%

Page 20: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

20

4. Reguliere werkzaamheden

4.1 Organisatie van blinQ

Fig. 5: Organogram blinQ

blinQ is een programma van de EO dat in samenwerking met een uitvoerende producent (Dirk-Jan Bijkerprodukties, DJB) wordt geproduceerd.

4.2 Redactie en sfeer Ik heb me verbaasd over het aantal mensen dat nodig is om een programma als blinQ te maken. Van tevoren had ik me dit nooit gerealiseerd. Ik wist echt wel dat een programma niet alleen door de presentatoren gemaakt wordt, maar dit ging toch mijn verwachting te boven. Zoals in elke organisatie heb je niet met iedereen evenveel te maken. Zoals uit het bovenstaande organogram valt af te lezen was ik redactie-stagiair voor ‘News’ en voor ‘talQ’. Hierdoor had ik vooral veel te maken met Fleur en Mercy, die beide op verschillende dagen mijn aanspreekpunt voor ‘News’ waren. Voor ‘talQ’ werkte ik vooral samen met Leo, Maurice, Leontine, Esther, Simone en Annemarie. Tevens had ik regelmatig contact met de samenstellers (Adjunct - eindredacteur) Stella en Anneke en Floor (Eindredacteur). Voor zowel ‘News’ als ‘talQ’ was ook het contact met de presentatoren van groot belang. De sfeer op de redactie was heel open en ongedwongen. We werkten regelmatig onder hoge druk, vooral in de beginfase van het programma was de druk erg hoog. Toch was er oog voor elkaar en regelmatig tijd voor een geintje (bijv. een danskwartiertje in het kantoor van de eindredacteur) of een uitje/feestje. Deze ruimte zorgde ervoor dat het werk, ondanks de soms hoge werkdruk leuk bleef en de contacten onderling open. Ik voelde me op deze redactie erg prettig en gewaardeerd voor mijn inzet.

Page 21: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

21

4.3 Aard stagewerkzaamheden Het betreft een redactie-meeloopstage, afdeling kindertelevisie, werkzaamheden zijn o.a.: � Meedenken, selecteren en onderzoek doen naar onderwerpen die in programma’s aanbod

komen (dit onderzoek kan zijn, telefonisch, in archief, in kranten en tijdschriften etc.); � Contacten onderhouden met informatiebronnen; � Onderwerp uitwerken tot een item voor de uitzending; � Voorgesprekken en interviews houden met eventuele gasten (soms op locatie); � Inplannen, ontvangen en begeleiden van gasten die in programma’s komen; � Verzorgen van attributen/beeldmateriaal die nodig zijn bij het uitgewerkte onderwerp; � Meewerken in de voorbereiding van en hand –en spandiensten verrichten tijdens

opnames; � Vergaderen/overleg; � Administratieve nevendiensten en stukje archief bijhouden.

4.4 Beschrijving van de werkzaamheden

News Op maandag tot en met donderdag is het eerste item in de uitzending de nieuwsrubriek en op vrijdag is dat de weekendagenda. Voor de nieuwsrubriek, zocht ik per dag ca. 10 opvallende nieuwsitems uit. Na overleg met de presentatie en de redactievergadering werden er dan meestal 5 items gekozen om uit te werken. Twee items werden uitgebreid uitgewerkt en 3 items als oneliner. Uitwerking hield in dat ik beeldmateriaal verzorgde en geschikt maakte (of liet maken) voor vertoning op het plasmascherm in de studio. Hiervoor stond een productiestagiair ter beschikking, die ik dan aanstuurde. Het beeldmateriaal kon videomateriaal zijn van andere omroepen of van de EO zelf. Als het materiaal van een andere omroep was moest ik een licentie regelen en een uitleenkopie laten maken. Het beeldmateriaal kon ook foto’s zijn die ik zocht op Internet, aankocht bij het ANP of bij persfotografen. Verder kwam het regelmatig voor dat ik mensen, die iets met het nieuwsbericht te maken hadden, belde om te vragen of zij het bericht live in de uitzending wilde toelichten. Hiervoor was vaak research nodig. Soms had de presentatie meer achtergrondinformatie over een item nodig en ook dat verzorgde ik dan. Voor de weekendagenda ging ik eigenlijk hetzelfde te werk. Vanaf 22 november is het onderdeel ‘News’ onder ‘Repo’ gekomen. Vanaf die tijd heb ik me alleen nog met de weekendagenda bezig gehouden.

talQ talQ is het ‘talkshow’ onderdeel van blinQ. Mijn werkzaamheden voor dit programmaonderdeel waren: research naar onderwerpen, zoeken van kinderen en deze uitnodigen en begeleiden, verkrijgen van ondersteunend beeldmateriaal en dit (laten) bewerken, regelen van attributen die noodzakelijk zijn ter ondersteuning van het onderwerp, het schrijven van een briefing voor de samenstellers en presentatoren en deelnemen en meedenken tijdens werkoverleg. Op de dag van de uitzending van het onderwerp was ik aanwezig tijdens het overleg tussen de samenstellers en de presentatie, om het een en ander toe te lichten en mee te denken. Tijdens de eerste doorloop (voorbereiding van de opname), zat ik daadwerkelijk in de talQ-bank en speelde ik de kinderen. Op deze manier werd het de presentatie duidelijker wat ze konden verwachten. Zodra de kinderen arriveerden ving ik deze op, nam ik het interview nog eens met ze door en begeleide ik hun in alles wat ze te wachten stond.

Page 22: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

22

Het (op pagina 21) beschreven proces zal ik nu aan de hand van een voorbeeld toelichten.

Idee Een aantal jaar terug had ik op VRT 1 eens een documentaire gezien over capoeira (een Braziliaanse dans en vechtsport). Ik vond dit toen erg interessant, waardoor ik veel van deze documentaire onthouden heb. Daardoor kwam ik tijdens een brainstormsessie op het idee om de talQ van een van de uitzending aan capoeira te wijden. (Zie bijlage: Idee)

Onderzoek en contact leggen met organisaties Voordat ik van het idee ‘capoeira’ iets kon gaan maken heb ik eerst een klein onderzoekje verricht. Dit onderzoek bestond uit het verzamelen van informatie over capoeira. Dit deed ik met behulp van Internet en het bellen van een organisatie die capoeirales geeft en evenementen organiseert. Het doel van het kleine onderzoekje was te achterhalen of het idee uitvoerbaar was. Hierbij lette ik dan onder andere op het volgende: � past het onderwerp binnen de visie van de EO; � past het onderwerp binnen de visie van blinQ; � zijn de organisaties die nodig zijn in een samenwerking welwillend; � zijn er kinderen voor te vinden in de juiste leeftijdscategorie.

Voorstel Met een idee alleen kan men niets. Het idee heb ik daarom uitgewerkt in een voorstel. In het voorstel beschrijf je de insteek en werk je het idee schetsend uit. De insteek en de schetsende uitwerking baseerde ik op gegevens uit mijn onderzoekje. Zodra het voorstel af was mailde ik deze naar de eindredacteur en naar de coördinator van talQ. (Zie bijlage: Voorstel)

Externe organisatie Zodra ik een ‘go’ had voor het onderwerp, legde ik wederom contact met de betreffende organisatie. Met de contactpersoon (Bjorn) van die organisatie maakte ik afspraken over de kinderen die gevonden moesten worden, de attributen die nodig waren en de tijdlijn die ik wilde volgen. Voor het onderwerp capoeira betekende dit dat ik maandagavond een ‘go’ kreeg en dat het woensdagavond al opgenomen moest worden. Ik had dus één dag om alles rond te krijgen. Gelukkig was Bjorn erg behulpzaam en heeft hij kinderen gezocht. Hij kende de jongens persoonlijk dus dat was erg gemakkelijk. Verder had ik met Bjorn ook afgesproken dat hij meteen beeldmateriaal zou opsturen en dat hij de benodigde muziekinstrumenten en een CD zou meegeven aan één van de jongens.

Kinderen Nadat ik van Bjorn te horen had gekregen welke kinderen ik kon bellen, heb ik deze gebeld. Er zouden totaal vier jongens komen voor een gesprek en een demonstratie en twee jongens die alleen muziek zouden maken en mee zouden doen met het optreden. De eerste vier jongens heb ik telefonisch geïnterviewd. Hiervoor had ik van te voren een vragenlijstje opgesteld. Vaak kwamen er in de gesprekken ook nog andere dingen aan de orde, waar ik dan op door vroeg. Het doel van de interviews is om, voor de presentatie, een zo compleet mogelijk beeld van een kind te krijgen.

Page 23: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

23

Met de twee jongens die alleen voor de muziek en het optreden kwamen heb ik een wat korter gesprek gehad. Het was overbodig om daar ook een heel interview mee te houden.

Profielschetsen Nadat ik de gesprekken met de jongens gedaan had werkte ik deze uit in een profielschets. Deze profielschets is een handvat voor de presentatie. De presentatie weet dan welke jongen wat heeft gezegd en wat hij weet. (Zie bijlage: Profiel ‘Chuck Benton’)

Kinderen uitnodigen en aanmelden Zodra je weet welke kinderen je kiest, nodig je ze ook uit. Heel belangrijk hierbij is de toestemming van de ouders. Het gaat om minderjarige mensen, waardoor toestemming van een ouder altijd moet. Tevens moest ik de jongens aanmelden bij de arbeidsinspectie, hiervoor moest ik hun geboortedatum, naam en adres weten en ook moest ik weten of ze al eerder op tv waren geweest. Kinderen die je niet kiest bel je weer netjes af, anders blijven ze hopen.

Briefing schrijven voor presentatie en samenstellers De briefing voor de presentatie en samenstellers heb ik geschreven nadat ik het voorstel geschreven had en wist welke kinderen ik ging uitnodigen en welke attributen er nodig waren. In de briefing beschreef ik het verloop van elk onderdeel dat in talQ voorkomt en tevens welke attributen en visualisatie er nodig zijn. Nadat de briefing geschreven was heb ik deze doorgenomen met de samensteller voor die uitzending. Aan de hand van dat gesprek heb ik nog wat wijzigingen doorgevoerd. (Zie bijlage: Briefing)

Ondertussen - ondersteunend beeldmateriaal Gedurende het hierboven beschreven traject ben ik ook bezig geweest met het regelen van ondersteunend beeldmateriaal. Bjorn had mij een DVD met daarop capoeira toegestuurd. Deze heb ik van DVD over laten zetten naar Digibeta. Daarna heb ik die band gespot en de fragmenten voor het intro van de uitzending en een van de blokjes uitgekozen. Hiervoor moest ik de begin –en eindcode noteren, zodat de regie precies wist op welk frame de band moet starten en stoppen. Tevens heb ik foto’s gedownload. Deze foto’s werden ook getoond tijdens de blokjes van talQ. De foto’s heb ik laten bewerken door een productieassistent, zodat ze geschikt werden voor vertoning op het plasmascherm. Een foto moet hiervoor namelijk aan speciale eisen voldoen (jpg, letterbox formaat). Omwille van de tijd besteedde ik dit uit. Ik kan het zelf ook, maar dat is niet zo praktisch.

Op de uitzenddag Op de uitzenddag krijgt iedere redacteur die een onderwerp voor die dag heeft een callsheet. Hierin staat precies wat wanneer plaatsvindt.

Draaiboek doornemen tijdens redactievergadering De redactievergadering vindt plaats op de uitzenddag. Tijdens deze vergadering kreeg ik de laatste vragen over het onderwerp en werden eventuele ideeën nog doorgesproken. Hier komt het erop aan dat je je onderwerp goed kan toelichten en verdedigen.

Page 24: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

24

Draaiboek doornemen tijdens presentatie- en samenstellersoverleg Na de redactievergadering volgde een overleg met de presentatie en samenstellers. Dit overleg heeft als doel de presentatie zo goed mogelijk de insteek van je onderwerp en de eigenschappen van de kinderen duidelijk te maken. De presentatie heeft dan ook de mogelijkheid zijn/haar ideeën te toetsen, zodat ze weten wat ze de jongens wel en niet kan vragen. Bij het onderwerp capoeira was dit niet zo’n heet hang ijzer, maar bij een onderwerp als bijvoorbeeld ‘adoptie’ kon de presentatie bepaalde vragen niet aan de kinderen stellen, omdat ze dat om privacy redenen echt niet wilde. (Zie bijlage: draaiboek)

Eerste doorloop Normaal wordt op de dag van de opname ook een doorloop gehouden, waarbij ik dan de kinderen speel. Het doel van de doorloop is dat de presentatie weet hoe de verschillende blokjes van onderwerpen elkaar opvolgen en waar de camera’s en kinderen zich op dat moment bevinden. Aangezien dit een opname was voor de semi-live uitzending voor vrijdag, werd deze doorloop omwille van de tijd geschrapt. Bij het overleg werd daarom wel wat meer tijd genomen. De semi-live uitzending wordt altijd woensdagavond, na de live-uitzending opgenomen.

Kinderen opvangen en de vragen met hen doornemen Zodra de jongens met hun familie gearriveerd waren ving ik deze in de kantine op. Ik voorzag ze daar van wat drinken en eten. Na een korte uitleg over het verloop van de avond heb ik de jongens meegenomen naar een andere ruimte. Daar heb ik ze uitgelegd hoe de uitzending in elkaar zit, wat er gaat gebeuren, welke vragen ze kunnen verwachten etc. Ik bereidde ze voor op de opname.

Kinderen begeleiden door de make-up en tweede doorloop Na het gesprek met de jongens begeleidde ik ze naar de make-up en dan naar de tweede doorloop (in dit geval dus de eerste). Tijdens deze doorloop wordt de hele opname geoefend en worden verschillende dingen een aantal keer overgedaan om ze te perfectioneren. Vaak worden er ook nog wijzigingen gemaakt in het draaiboek. Ook nu was dat zo. Hierdoor is de uitzending niet hetzelfde als de briefing en het draaiboek. In de uitzending is de presentatie een gesprek aangegaan met de twee jongens die alleen voor de muziek en de demonstratie kwamen. Dit was erg leuk en in overleg gedaan. Het proces van het idee tot aan de opname/uitzending is er een van continu bijschijven, aanpassen en veranderen. Soms is dit wel een beetje frustrerend en soms is het gewoon erg nodig. In dit geval was het leuk. Tijdens de doorloop was ik aanwezig in de studio, voor het geval er vragen van de presentatie of van de jongens zelf zouden komen. Zodra alle onderdelen zijn doorgenomen volgt de daadwerkelijke opname (zie: DVD). De familie kan deze in een aparte ruimte bekijken.

Na de uitzending Na de opname praatte ik nog even met de familie na en bedankte ik alle jongens en hun ouders. Tevens vertelde ik hen dat ze nog een DVD of VHS van de opname toegezonden zouden krijgen. Verder heb ik ook met Bjorn de samenwerking afgerond.

Page 25: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

25

Problemen Zoals de opname van het onderdeel capoeira hierboven beschreven staat leek het allemaal erg gemakkelijk te gaan. Toch was dat niet het geval. Bjorn had namelijk gezegd dat hij de instrumenten en een CD mee zou geven. De instrumenten had hij meegegeven, de CD was hij vergeten. In het draaiboek was de CD wel opgenomen en de jongens gingen er vanuit dat zij een demonstratie op CD muziek zouden geven. Daardoor heb ik gelijktijdig met het begeleiden van de jongens ook CD’s moeten regelen. Dit zorgde voor de nodige stress, maar gaf een immense kick achteraf. Het was namelijk zo dat ik om half vijf wist dat er geen CD was. Maurice (collega redacteur) heeft toen met de fonotheek (een bibliotheek, maar dan voor audio) gebeld om te vragen of ze daar capoeira CD’s hadden. Ze hadden er vijf. Het probleem was dat we een pasje nodig hadden en die hadden we niet. Een medewerkster van een radioprogramma over klassieke muziek had er wel een. Ik wist van haar alleen een naam en verder niets. Ik heb haar toen gebeld. Eerst wilde zij helemaal niet meewerken, omdat ze heel slechte ervaring had met het faxen van een kopie van haar pasje. Het gebeurde dat mensen de daarop geleende CD’s te laat inleverde en zij een boete toegestuurd kreeg. Zij wilde dat aan mij gaan uitleggen, maar daar had ik geen tijd voor. De fonotheek sluit namelijk om half zes en tevens moesten de CD’s ook half zes bij de geluidsregie liggen. Daarnaast was er ook al een koerier geregeld om de CD’s om kwart over vijf op te halen. Ik zei daarom ‘..maar het is spoed en ik moet die CD’s gewoon nu hebben.’ Gelukkig begreep ze mijn stress waarop ze me uitlegde waar zij in het gebouw zat en ze een kopie van haar pas faxte. Ik ging er daarna vanuit dat alles geregeld was. Niet dus, ik werd gebeld, de fax was blanco. Nadat het kopietje nog eens was gefaxt was het in orde. Er werden vijf CD’s bij de receptie afgeleverd en binnen drie minuten was ik er met de jongens uit welk nummer ze wilde hebben. Om 2 over half 6 lag de CD bij de geluidsregie, waarna de doorloop kon beginnen. De volgende dag heb ik de CD’s meteen (persoonlijk) terug gebracht naar de fonotheek en de betreffende collega bedankt met een verpakking ‘Merci.’ Dit had zeker zijn uitwerking. Ze vond het heel erg leuk. De dag ervoor zei ze nog ‘ik doe dit echt maar een keer,’ en nu zei ‘als er weer eens wat is kom je maar langs hoor. € 2,35 kostte het om een collega blij te maken en een goede verstandhouding te onderhouden.

Korte evaluatie Het uitwerken van het onderwerp capoeira vond ik erg leerzaam. De korte tijd die ik ervoor had om het onderwerp rond te krijgen, de andere werkzaamheden die gewoon doorliepen, de problemen die ik tegen kwam vroeger veel van mijn creativiteit, vermogen om te plannen, contacten te onderhouden, improvisatie vermogen en mijn manier om met druk om te gaan.

Page 26: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

26

Andere uitzending/opnames Het hierboven beschreven proces van het idee tot na de uitzending geeft een indruk van het pad dat gevolg wordt. In grote lijnen wordt steeds hetzelfde schema gevolgd. Natuurlijk zijn er per onderwerp altijd dingen die anders zijn en anders lopen, maar de grote lijnen blijven hetzelfde. Bij het onderwerp capoeira heb ik beeldmateriaal laten opsturen, maar het kwam ook voor dat we zelf beeldmateriaal draaiden. Zo heb ik samen met Maurice voor een uitzending over kinderrechten, interviews gehouden met kinderen op een school in Amersfoort. Maurice was de cameraman en ik de interviewster. Na de opname hebben we het bandje over laten zetten op Digibeta, gespot, een monteerschema geschreven en uiteindelijk met een editor gemonteerd. Van dit soort werkzaamheden heb ik ook veel geleerd. Het heeft me vooral een goed beeld gegeven van het traject van werkzaamheden dat vooraf gaat aan een uitzending. Daarnaast heeft het me inzicht gegeven in de manier waarop je televisie kan maken, hiermee bedoel ik bijvoorbeeld dat je een kind echt zijn/haar verhaal laat doen, of dat je het heel erg voorproduceert. Vanwege het feit dat we weinig tijd en geld hadden om het item te kunnen draaien en monteren, moest het zeer snel. We hebben daarom van te voren precies vastgesteld over welke kinderrechten het moest gaan en wat voor soort antwoorden we wilden. Daarna hebben een school in Amersfoort gebeld voor een groep 8. Met die groep 8 zijn we naar buiten gegaan en daar hebben we steeds een sturend gesprekje gehad zonder dat de camera liep. Dan lieten we de camera draaien en vertelde het kind wat hij/zij te melden had over kinderrechten. Het was niet zo dat wij de kinderen vertelde wat ze moesten zeggen, maar we luisterde naar ze en pikte er dan één á twee dingen uit waar ze iets over konden zeggen. Dit namen we dan op. Uiteindelijk lieten we het door middel van de montage voorkomen alsof we quotes lieten zien uit straatinterviews. Is dit ethisch verantwoord, mag dit? In dit geval had ik er geen problemen mee. Er is niemand mee in diskrediet gebracht en wij hadden mooie quotes als inleiding voor het kinderrechtendebat bij ons in de studio. Naast de uitzending over capoeira en het kinderrechtendebat heb ik ook nog gewerkt aan andere uitzendingen: � Werelddierendag: enge huisdieren. Dit item was het eerste item en heb ik samen met een

redacteur geproduceerd; � Adoptie: was mijn eerste item dat ik zelf produceerde, maar waarbij ik nog wel veel

begeleiding had. Dit was best een lastig item. De kinderen wilde namelijk niet dat er bepaalde vragen over hun biologische familie werden gesteld. De samenstellers en de presentatie van het programma wilde deze vragen eigenlijk wel stellen. Hier heb ik dus heel erg moeten verdedigen waarom de vragen niet gesteld konden worden en heb ik de kinderen in bescherming genomen. Ik vond dit best lastig, ik merkte namelijk dat ik me echt verantwoordelijk voelde voor de kinderen. Ik was namelijk degene die ze gevraagd had en die ze op de landelijke TV zette. Natuurlijk hadden ze zichzelf eerst aangemeld en wilde ze graag hun verhaal vertellen. Toch neemt dat niet weg dat ik de kinderen in bescherming neem als ik denk dat er vragen gesteld (gaan) worden die niet kunnen. Aan de andere kant wil je natuurlijk aantrekkelijke en verassende televisie maken. De scheidslijn van wat nog wel ethisch –of maatschappelijk verantwoord is en wat niet meer is bij sommige items erg lastig en bij andere geen enkel probleem;

� 3VO: deze uitzending was er een die, vanwege de actualiteit, op zeer korte termijn gerealiseerd moest worden en heb ik samen met een andere redacteur geproduceerd;

� Kidzwise: kinderrechtendebat, dit was eigenlijk een onderwerp van Maurice, waarbij ik veel geholpen heb;

Page 27: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

27

� Capoeira: zie beschrijving vanaf pagina 22; � Klassieke en moderne muziek: de AVRO had een kinderprogramma van 6 afleveringen

voor kinderen met klassieke muziek als onderwerp. Iedere aflevering stond er een andere componist centraal. De setting van dit programma vond ik echt beneden maats en ik vond dat het de componisten en de muziek eigenlijk belachelijk maakte. Al was dit zeker niet de bedoeling van de AVRO. Na aanleiding hiervan wilde ik graag een uitzending over moderne en klassieke muziek maken, maar wel in de periode dat Classic TV van de AVRO ook nog draaide. Nadat een datum was geprikt voor de uitzending heb ik Maurice geraagd om samen met mij aan dit onderwerp te werken. We hadden een lijstje van een aantal bekende Nederlanders en Belgen die we konden vragen om mee te werken opgesteld. Uiteindelijk hadden we Wibi Soerjadi bereidt gevonden mee te werken. Na zijn toezegging hadden we nog 2 dagen om het item te produceren. In die twee dagen moesten onder andere 8 tot 10 kinderen geregeld worden en een vleugel, maar natuurlijk moesten we ook het idee uitwerken en een briefing maken. Contact onderhouden met Wibi over de vorm van het programma en zijn ideeën er in meenemen. De boodschap in de uitzending was eigenlijk dat moderne en klassieke muziek elkaar er beïnvloeden. Wibi kon dit erg goed laten zien, hij heeft namelijk stukken van Marco Borsato gebruikt en die klassiek gemaakt. Dit heeft hij tijdens het concert van Marco Borsato in de Kuip laten horen en nu gaf hij daar in de studio enkele voorbeelden van. Verder konden de presentatie en de kinderen vragen aan hem stellen die hij dan beantwoorden met voorbeelden op de vleugel.

Fig. 6 Van links naar rechts: Rebecca Bijker, Wibi Soerjadi, Birgitta Roos en Manuel Venderbos

� Gilles de la Tourette: deze uitzending heb ik heel snel moeten produceren. Donderdag

wisten we dat voor de woensdagavond opname een onderwerp zou uitvallen. Ik had die dag ook de uitzending over graffiti. De graffiti opname heb ik toen naar de avondopname verplaatst en ‘ik ben getict’ in korte tijd geproduceerd voor de live-uitzending;

� Graffiti: Voor dit onderwerp werkte ik samen met Maurice. Deze uitzending was bijzonder wat betreft de productie. Overdag maakte we opname in een aparte studio waar vier jongens bezig waren met het spuiten van hun graffiti’s. Na die opname moesten de beelden nog gemonteerd worden en dan aan de regie aangeleverd worden voor de opname;

Page 28: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

28

� Wij leven op de boerderij: ook dit was weer een ‘ laatste moment opdracht.’ Doordat een ander onderwerp niet door kon gaan, moest er snel een ander onderwerp bedacht worden. Er was net de dag ervoor een mailtje binnen gekomen van een meisje dat boerinnetje is. Samen met een nieuwe stagiair (Sanne Hekman) heb ik dit onderwerp uitgewerkt. Erg leuk was dat we uiteindelijk 4 kinderen in de studio hadden die op de boerderij leven en ook allemaal werktuigen, hooi, voer en echte dieren. Voor de schapen en het kalf heeft Casper van Dirk Jan Bijkerprodukties ons geholpen, hij heeft connecties met een boer.

� Kerstweek: de week van kerst was een week met allemaal bijzondere afleveringen. In deze week heb ik niet echt aan een uitzending gewerkt, maar deed ik allerlei losse dingen die gewoon gedaan moesten worden. Zo heb ik kinderen geregeld, 2 circusacts van het wintercircus van Wim Zomer, informatie gezocht voor verschillende onderdelen etc;

� Nieuwjaarsuitzending; aan deze uitzending heb ik in de voorbereiding niet veel gedaan, maar op de dag zelf was ik samen met 3 andere redacteuren verantwoordelijk voor een groep van 80 kinderen. Deze kinderen zouden de opname waarbij ook de popgroepen Chipz en Men2b aanwezig waren bijwonen. Dit was een heel aparte ervaring. Ik was verantwoordelijk voor de groep kinderen die alleen publiek mochten zijn en dus niets mochten doen, dit i.v.m. deze kinderen waren niet bij de arbeidsinspectie aangemeld.

� Meiden op kickboksen: in de begin periode van mijn stage ben ik met dit onderwerp begonnen. Het bleek een onderwerp dat niet snel uit te voeren was. Dit lag voornamelijk aan twee dingen: o er zijn niet veel meiden in de juiste leeftijdscategorie die kickboksen. o ik wilde graag Esther Schouten (wereldtitel boksen bij vrouwen) uitnodigen. Zij moest

halverwege mijn stageperiode haar wereldtitel verdedigen en ik moest rekening houden met haar werkrooster. Uiteindelijk is dit onderwerp 11 januari uitgezonden.

� Radio DJ: deze uitzending was een aparte uitzending. Een deel van de opnames vond namelijk plaats in een radiostudio en niet in de blinQ-studio. Tijdens de uitzending kregen 2 kinderen een masterclass radio maken. Erg leuk was dat Wouter van der Goes, DJ bij 3 FM, bekend van de acties voor Darfur en radio 555 hier graag aan mee wilde werken.

Andere werkzaamheden Naast de werkzaamheden die hierboven in het voorbeeld beschreven staan, kwamen regelmatig ook andere werkzaamheden aan de orde. Het kwam namelijk ook voor dat we het ondersteunend beeldmateriaal zelf moesten draaien. Voor een talQ over kinderrechten heb ik samen met Maurice (talQ-redacteur) interviews op locatie gehouden. Ik had dit nog nooit eerder gedaan. Maurice was de cameraman en geluidsman en ik de interviewster. We interviewden kinderen van een groep 8 van een basisschool. Ik vond het erg leuk om te doen en ik heb daarmee voor een deel ontdekt hoe televisie wordt gemaakt, maar ook dat je kinderen als je wilt alles kunt laten zeggen en doen. Jij bent namelijk van de TV en dat geeft je heel veel ‘macht.’ In de laatste weken van mijn stage ben ik zelf met een camera op stap gegaan. Ik heb blinQ achter de schermen gefilmd en daar ook zelf een filmpje van gemonteerd. Ik wilde namelijk ondervinden wat de verschillende disciplines in het programma maken inhielden en wat de voorwaarden, mogelijkheden en beperkingen zijn. (Zie: DVD ‘een korte impressie’)

Page 29: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

29

TalQ-overleg Met de talQ-groep hebben we een maal per week een overleg. Tijdens het overleg worden de verschillende onderwerpen waar de talQ-redacteuren mee bezig zijn, in de groep besproken. Het doel hiervan is met elkaar tot betere ideeën te komen en elkaar te helpen als je ergens vast loopt. Verder worden er nieuwe onderwerpen verdeeld en uitzending geëvalueerd. Bij de evaluatie werd niet alleen de talQ van de uitzending besproken, maar regelmatig ook andere programmaonderdelen. Ethiek was in deze gesprekken vaak het onderliggende motief van de evaluatie. Persoonlijk vond in de ethische discussies altijd heel interessant. Vaak gingen de discussies over wat nog wel ethisch verantwoord was en wat niet meer en wat is de scheidslijn. Daarnaast hadden we ook veel discussies, omdat niet iedere redacteur dezelfde (christelijke) normen en waarden had en er daardoor vaak grote verschillen in wat wel en niet kon ontstonden. De verschillende leden van de redactie van talQ zijn dus gebonden aan de sociale en religieuze achtergronden die ze hebben. Wat me gedurende mijn stage ook duidelijk werd is dat je als televisiemaker heel veel macht hebt. Daarbij zijn kinderen ook nog eens extreem loyaal naar mensen die het vertrouwen hebben van bekenden (meestal de ouders) van het kind. Ouders zeggen dan vaak ook nog eens ‘Wel goed luisteren en doen wat ze zeggen hé.’ Ik vind dat je hierin als redacteur de taak hebt het kind te beschermen en ook moet je voor jezelf heel duidelijk hebben wat je aan een kind kan vragen en met een kind kan doen en wat niet meer.

Productie Ondanks dat ik een redactiestagiaire ben, werk ik ook vaak productioneel. Productionele taken die niet direct met de nieuwsrubriek en talQ te maken hebben zijn: het laten digitaliseren van beeldmateriaal, het bewerken van fotomateriaal, het regelen van attributen, beeldmateriaal, audio etc. Deze functie heb ik aan het begin van mijn stage op me genomen. Waarschijnlijk, omdat ik de opleiding communicatie doe en niet zoals de andere redactiestagiairs ‘journalistiek.’ Een andere oorzaak was ook dat ik voor mijn opleiding communicatie, de opleiding Multimedia Vormgeven heb gedaan. Hierdoor wist ik vaak de basis van productionele taken en deze ook snel leerde. Na een aantal weken stage werden mijn productietaken minder, omdat er een stagiair specifiek als productieassistent werd aangenomen. Echter als hij er niet was of het erg druk had, nam ik deze taken over.

Koppeling van werkzaamheden aan beroepsvaardigheden De opleiding communicatie is een zeer brede opleiding. Ik heb les gekregen in vakken als statistiek tot creatief denken en van productontwikkeling tot Nederlands. Toch heb ik met mijn stage een heel specialistische keuze gemaakt. Mijn rol gedurende mijn stage is die van een redacteur. Dit is een zeer uitvoerende rol. Als redacteur ben je heel veel met communicatie bezig, maar niet zoals ik op de opleiding heb gehad. Ik heb me niet bezig gehouden met communicatiebeleid, het opstellen van communicatieplannen, het ontwerpen van campagnes en het realiseren daarvan. Hierdoor heb ik wat moeite met de koppeling van mijn werkzaamheden aan de beroepsvaardigheden en competenties.

Page 30: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

30

Toch heb ik gedurende mijn stage veel met communicatie te maken gehad. Om een item voor talQ te kunnen maken had ik contacten met heel veel verschillende partijen. Zo had ik contact met de talQ-coördinator, de samenstellers, de presentatie, de kinderen, de productie, externe meewerkende organisaties en andere redacteuren van blinQ. Met iedere partij communiceerde ik op een andere manier. Zo was het taalgebruik tijdens de interviews met de kinderen anders dan als ik met een externe organisatie afspraken maakte. Als talQ-redacteur moest ik me kunnen verplaatsen in het kind dat ik uitnodigde, in de presentatie die het interview ging houden, in de eindredactie die het onderwerp beoordeelde en in de andere partijen die met het onderwerp in aanraking kwamen. Met al deze verschillende partijen moest ik in een overeenkomstig referentiekader communiceren om misverstanden te voorkomen. Beroepsvaardigheden die erg van belang zijn bij redactiewerk zijn, o.a.: � Luisteren: welke informatie krijg ik en wat moet ik er mee doen; � Adviseren: hoe denk ik dat mijn onderwerp het beste geproduceerd kan worden en dat zo

duidelijk mogelijk uitleggen; � Plannen en organiseren: welke stappen moet ik op welk moment nemen om het onderwerp

op tijd af te krijgen; � Samenwerken met verschillende partijen: noodzakelijk om tot een eindproduct te kunnen

komen; � Inlevingsvermogen in de verschillende partijen: noodzakelijk om goed te kunnen

communiceren en misstanden te voorkomen; � Evalueren: om na te gaan of er ergens in het proces verbeteringen nodig zijn.

Page 31: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

31

5. Reflectie

5.1 Ontwikkeling stagedoelen en competenties Zoals aangegeven in de inleiding op pagina 5 heb ik de stagedoelen voorafgaand aan mijn stage vrij breed geformuleerd. Ik had namelijk geen duidelijk beeld van de werkzaamheden op een redactie. Gedurende mijn stage heb ik hier gelukkig een veel beter beeld van gekregen. Dit stelde mij in staat om tijdens mijn stage ook een aantal specifiekere doelen aan mezelf te stellen, namelijk: � over de drempel heen stappen om mensen/bedrijven meerdere malen te bellen; � ideeën sneller inbrengen in werkoverleg/vergaderingen; � creatief en adequaat omgaan met problemen/hindernissen; � het vinden van de juiste manier om met hoge druk om te gaan; � meekijken met een editor bij het monteren, om beter te weten waar beeld -en

geluidsmateriaal aan moet voldoen; � een beeld vormen van de werkzaamheden die buiten de redactie plaats vinden, zoals het

maken van opname op locatie; � actualiteiten omzetten in concrete ideeën voor een uitzending. Uit mijn algemene doelen, maar ook de specifiekere blijkt dat ik vooral uitvoerend bezig ben geweest. Toch zijn behalve uitvoerende competenties ook competenties op andere niveaus aan de orde gekomen. Hieronder een overzicht Probleemsignalering/probleemformulering Aan de hand van journalistieke berichtgeving hield ik de actualiteiten bij. Ik ging dagelijks na wat ‘hot issues’ waren. Vooral in de periode dat ik ook aan het onderdeel ‘News’ werkte was dit erg belangrijk. De issues die voor blinQ relevant waren werkte ik dan uit tot een nieuwsitem, talQ onderdeel of gaf ik door aan andere redacteuren voor bijvoorbeeld een reportage. De issues moesten dus vertaald worden van een issue uit de journalistieke media, naar een item geschikt voor kinderen, passend binnen het format van blinQ. Het is niet zo dat ik hiervoor ook echt trendanalyses e.d. moest maken. Ieder issue werd op zichzelf staand behandeld. Het is dus niet zo dat ik het traject van issues tot doorvertaling in het communicatiebeleid zelf heb uitgewerkt. Ik heb tijdens mijn stage geleerd issues op relevantie te beoordelen en te vertalen naar een programma-item. Beleidsontwikkeling Als redactiestagiaire ben ik niet echt bezig geweest met beleidsontwikkeling. Keuze op het beleidsniveau werden hoger in de organisatiestructuur genomen. Redacteurs en ook de stagiairs mochten wel adviseren over bepaalde beslissingen die genomen moesten worden. Tijdens het wekelijks talQ-overleg was hier ruimte voor. Het ging dan met name om beleid ten aanzien van programma-items die we als blinQ wel of niet kunnen doen en als we ze doen in welke vorm. Hierbij werd dan rekening gehouden met de primaire doelgroep, maar ook met andere groepen, zoals: EO-medewerkers, ouders van kinderen etc. Advies dat uit het talQ-overleg kwam werd via tussenpersonen hoger in de organisatie ingebracht. Ik ben dus niet echt beleidsbepalend actief geweest. Ik heb wel de gevolgen van beleidskeuze meegemaakt en gemerkt dat wijziging in beleid de ene keer meer gevolgen heeft op de werkvloer dan de andere keer.

Page 32: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

32

Wat ik wel aan beleidsontwikkeling gedaan heb, kan een beetje vergeleken worden met het ontwerpen van een campagne. Voor ieder talQ-item volg je een soort stappenplan. Je maakt een voorstel waarin je je doel beschrijft. Verder maak je keuzes betreffende organisaties die je belt voor een eventuele samenwerking of advisering, keuzes betreffende te gebruiken attributen, het te volgen tijdschema en de kosten. Hierdoor heb ik geleerd zelfstandig in te schatten of een idee haalbaar is, of het idee aantrekkelijk is voor het programma/de doelgroep en hoe ik naar het gestelde doel toe moet werken.

Uitvoering De uitvoering is het niveau waarop ik vooral actief ben geweest. Het realiseren van een (communicatie)project – News/talQ-item Ieder talQ-item begint met een idee, waarna ik een voorstel schrijf. In het voorstel beschrijf ik de aanleiding, het doel en de insteek van het item. Dan volgt de briefing, waarin ik beschrijf hoe het item weergegeven moet worden, welke kinderen er komen en welke attributen er gebruikt moeten gaan worden. Dan wordt door de samenstellers een draaiboek geschreven met alle programmaonderdelen erin. Mijn talQ-item wordt daar dan ook in verwerkt. Hierin staat precies beschreven wat wanneer tijdens de uitzending plaats zal vinden. Het draaiboek wordt op de dag van de uitzending nog doorgesproken. Dat geeft mij dan nog de mogelijkheid bepaalde keuzes toe te lichten, te verdedigen en de presentatie/samenstellers te adviseren over een mogelijke aanpak. Door dit traject en vooral ook door mijn werkzaamheden voor ‘News’ heb ik geleerd heel doel –en resultaatgericht te werken. Realiseren van communicatiemiddelen in vorm en inhoud - attributen Bij ieder uit te voeren item voor ‘News’ of ‘talQ’moesten bepaalde communicatiemiddelen, zoals: video, foto’s, afbeeldingen, muziek, personen die iets toelichten etc. geregeld worden. Vaak moesten er ook nog attributen geregeld worden, deze konden verschillen van een boksring tot een vleugel tot ballonen. Voor al deze middelen was een bepaald budget beschikbaar, hier moest ik rekening mee houden. Dit betekende soms dat ik een ander alternatief moest vinden en soms dat er onderhandeld moest worden. Het materiaal moest vaak nog bewerkt worden, soms deed ik dat zelf, maar vaak gaf ik daar een productieassistent de opdracht toe. Dit hield in dat ik in de gaten moest houden hoe de opdracht uitgevoerd werd, de voortgang die gemaakt werd en of er eventueel sturing nodig was. Representeren van de organisatie Voor de uitwerking van een item heb ik veel contact met externe organisaties. Ik heb daardoor echt gezien dat het belangrijk is om zorgvuldig met je contacten om te gaan en je bedrijf goed te vertegenwoordigen. In het contact met externe organisaties geef je toch een soort visitekaartje van je organisatie af. De organisaties waarmee ik contact had liepen uit een van vleugelverhuurbedrijven, sportscholen tot andere omroepen, persvoorlichters en PR-medewerkers. Een contact moet je altijd zorgvuldig behandelen, wellicht heb je hem/haar nog eens nodig. Wat ik erg geleerd heb is dat je met ieder persoon anders communiceert. Je past je aan, aan zijn of haar referentiekader. Met een andere doelgroep communiceer je dus anders. Zo communiceer je met iemand van een sportschool op een heel ander niveau en in een heel ander kader dan met bijvoorbeeld een persvoorlichter. Verder heb ik gemerkt dat je eigen instelling, waarmee je een gesprek ingaat van grote invloed is op het resultaat. In het begin van mijn stage had ik vaak moeite mensen/organisaties meerdere keren te bellen. Hierdoor verliepen gesprekken dan soms moeizaam. Naderhand ging dit een stuk beter en verliepen de gesprekken veel plezieriger.

Page 33: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

33

5.2 SWOT

Situatie begin stage In de beginperiode van mijn stage waren mijn zwaktes en sterktes als volgt: Zwaktes Sterktes � Onbekend in de mediawereld; � Zeer weinig journalistieke kennis en

ervaring; � Vind het moeilijk om mensen vaker lastig

te vallen voor informatie/afspraken; � Kom verlegen en ‘broos’ over; � Onzeker over mijn presteren; � Ken de organisatiestructuur –en cultuur

niet; � Geen goed inzicht hoe ik om zal gaan met

de druk; � Denk niet programmatisch.

� Doorzetter, blijf doorgaan tot ik mijn doel heb bereikt;

� Doelbewust; � Betrouwbaar; � Perfectionist; � Werk georganiseerd; � Sterke wil.

Werken naar eindsituatie Gedurende mijn stage heb ik aan mijn zwaktes kunnen werken en heb ook mijn stagedoelen wat bij gesteld. Tijdens mijn stage heb ik de kans gekregen aan mijn zwakke punten en naar mijn stagedoelen toe te werken.

Situatie eind stage Aan het eind van mijn stage kan ik zeggen dat ik een veel beter beeld heb gekregen van de mediawereld. Door praktische ervaring heb ik een stukje van de media wereld leren kennen. Nu is de mediawereld veel groter dan alleen de EO en publieke omroepen en heb ik op dit gebied nog steeds veel te leren. Mijn journalistieke kennis en ervaring heb ik vergroot, maar ook hier heb ik nog veel te leren. Gelukkig ga ik aankomend jaar vakken volgen op het terrein van de journalistiek en voorlichting. Ik heb er geen moeite meer mee om mensen vaak ‘lastig te vallen.’ Vooral telefonisch vond ik dit erg lastig, door het gewoon te doen, is dat helemaal verdwenen. Ik kom nog steeds verlegen en ‘broos’ over, maar zie het zelf niet meer als een zwakte. Het hoort bij mij en als mensen daar door heen kijken, zien ze wat ik in huis heb. Onzekerheid over mijn presteren heb ik altijd. Tijdens deze stage vond ik het erg prettig dat er meteen gecommuniceerd werd wat men van mijn inzet vond. Dit gaf me wat meer vertrouwen. Het is wel een punt waar ik aan moet blijven werken. De organisatiestructuur –en cultuur heb ik in de praktijk leren kennen en ook door het schrijven van dit verslag. Binnen de EO hebben de verschillende afdelingen ook een ‘subcultuur.’ Vooral de subcultuur van blinQ heb ik in de praktijk leren kennen. De werkdruk die er op de medewerkers van blinQ lag was hoog. Ik denk dat ik goed geleerd heb daarmee om te gaan. In het begin van mijn stage vond ik dit erg lastig, er werkte ik te gedisciplineerd door. Gaandeweg heb ik meer ruimte voor mezelf gecreëerd en ging dit beter. Programmatisch denken heb ik echt geleerd tijdens mijn stage periode. Door de opbouw van het programma werd ik daar toe ‘gedwongen.’ Ik wil me hier nog wel veel verder in ontwikkelen.

Page 34: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

34

6. Conclusie

6.1 Conclusie over stagedoelen De organisatiestructuur heb ik vooral leren kennen door het uitwerken van opdrachten en het werken aan dit stageverslag. Het werkklimaat en de cultuur heb ik leren kennen door te werken binnen de EO. Ik heb de EO leren kennen als een organisatie met heel eigen identiteit. De informele bedrijfscultuur en het werkklimaat heb ik als prettig ervaren. Door het werk bij de EO heb ik de omroepbranche ook wat meer leren kennen. Hoe de omroepen zijn ontstaan en waar ze voor staan e.d. heb ik tijdens mijn studie geleerd en ik heb er veel op Internet over gelezen. Nu heb ik de branche ook in de praktijk leren kennen. Netwerkontwikkeling is vooral aan de orde gekomen doordat ik tijdens het uitvoeren van mijn werkzaamheden contacten moest onderhouden met mensen binnen de EO en ook verschillende organisaties. Mijn opleiding sluit niet helemaal aan op redactiewerk, een oordeel geven over de mate waarin ik theoretische kennis in de praktijk heb kunnen brengen is dus erg moeilijk. Ik heb hier wel veel geleerd en daar heb ik zeker de vaardigheden die ik tijdens mijn opleiding ontwikkeld heb in nodig gehad. Hiermee doel ik op o.a. gespreksvaardigheden, interviewtechnieken, vaardigheden op gebied van onderzoek en uitwerkingen van ideeën, vaardigheden op gebied van samenwerking etc. Doordat blinQ helemaal nieuw was voor iedereen moest ik dus veel zelf uitzoeken, hierdoor was ik vanaf heb begin ‘gedwongen’ heel zelfstandig te werken.

6.2 Conclusie over specifieke doelen Door het redacteren van verschillende onderwerpen en het regelen van attributen moest ik veel telefoneren en mensen interviewen. Dit ging me steeds gemakkelijker af. Nu kan ik zeggen dat ik er totaal geen problemen meer mee heb om mensen te bellen. Mijn manier van interviewen is goed, maar kan uiteraard nog wat aangescherpt worden. In de beginperiode van mijn stage stond ik onder vrij grote druk. Ik deed de nieuwsredactie, maar niemand had nog echt een idee hoe dit moest en waar ik materiaal vandaan moest halen. Ik moest dus alles zelf uitzoeken. Ik vond dit echt lastig, maar achteraf gezien heb ik er veel van geleerd. Ik leerde de manier waarop er bij televisie gewerkt word erg snel kennen en ik leerde ook snel waar de mensen/contacten zaten die ik nodig had. Ik heb toen ook geleerd hoe ik met de druk om moest gaan. Ook met items voor talQ werkte ik regelmatig onder druk. Van Maurice heb ik geleerd problemen als hindernissen te zien en niet van te voren hele doemscenario’s te bedenken en van daaruit te werken, maar er losser en creatief mee om te gaan. Ik heb tijdens het werk voor ‘News’ en talQ ook geleerd actuele gebeurtenissen als verhalen te zien en zo geschikt te maken voor items in blinQ. Door het werk voor talQ ben ik ook meer programmatisch en in verhalen gaan denken. Al vind ik wel dat hier nog veel aan te verbeteren valt. Erg blij was ik met de directe opmerking over mijn presteren, hierdoor voelde ik me al snel niet meer onzeker. Om me een beeld te vormen van werkzaamheden die buiten de redactie plaatsvinden ben ik mee geweest met een straatinterview en heb ik meegekeken bij het monteren en bij het on-line monteren met een editor.

Page 35: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

35

6.3 Kennis en inzicht in beroep(svaardigheden) en beroepshouding Voorafgaand aan mijn stage had ik niet zo’n goed beeld van wat het beroep ‘redacteur’ nu inhield. Ik had me er wel in verdiept, maar het zelf doen is toch anders. Door mijn stage bij blinQ heb ik een duidelijk beeld gekregen van de werkzaamheden die op een Tv-redactie plaatsvinden. Specifieke vaardigheden, passend in de algemenere vaardigheden op pagina 30, die je bij deze werkzaamheden moet bezitten/ontwikkelen zijn: � Snel en goed research kunnen doen, met behulp van:

o Kranten; o Tv-programma’s, films en documentaires; o Externe organisaties (vooral telefonisch); o Archieven; o Internet;

� De informatie moet je dan goed kunnen beoordelen en controleren op waarheid; � Onderwerpen selecteren en bedenken (vanuit meerdere invalshoeken) en kunnen

verwerken tot programma-items; � Creatief, maar ook geordend kunnen werken; � Samen kunnen werken; � Ideeën goed kunnen verwoorden; � Mensen (gasten) begeleiden; � Goed om kunnen gaan met deadlines en hoge werkdruk. De houding in het werk is erg belangrijk. Het is bij het werk als redacteur op een redactie van een live (kinder)programma erg belangrijk dat: � Je veel doorzettingsvermogen hebt; � Graag in een team werkt; � Een zeer brede interesse hebt, leergierig; � Je niet persoonlijk aangesproken voelt als jouw onderwerp op het laatste moment

veranderd wordt of niet door kan gaan; � Flexibel; � Problemen die zich voordoen (zoals bijv. een band die niet op tijd is voor de uitzending)

niet ziet als onoverkomelijke problemen, maar als een uitdaging om creatief mee om te gaan.

Page 36: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

36

7. Eind conclusie 7.1 Samenvatting

Het bedrijf In de periode van half augustus t/m half januari heb ik stage gelopen bij EO. Ik werkte daar bij de afdeling kinderprogramma’s, blinQ. De afkorting ‘EO’ staat voor Evangelische Omroep. De EO is een omroep vereniging binnen het publieke bestel, die in 1967 officieel is opgericht. Zij is opgericht door vier evangelisten die zich afvroegen hoe ze via de media meer mensen met het evangelie konden bereiken. De missie van de EO is: Mensen in contact brengen met Jezus. Zij gebruikt daarvoor televisie, radio, nieuwe media, bladen, activiteiten en andere passende middelen. De EO is dus een organisatie van Christenen die zich d.m.v. media richt op het Nederlandse publiek. Zowel Christen als niet-christenen.

blinQ blinQ is een live-kinderprogramma voor kinderen in de leeftijd van 9-14 jaar. Het wordt iedere werkdag van 16.40 tot 17.05 uur op Nederland 3 (Z@ppelin) uitgezonden. Nieuws, showbizz, sport, dieren, games en gebeurtenissen uit het leven van kinderen, het komt allemaal aan bod. Van luchtig tot ernstig. Is het belangrijk voor kinderen, dan is het belangrijk voor blinQ. Kinderen zijn de prioriteit. blinQ bestaat uit 5 onderdelen, namelijk: News, talQ (talkshow), MissionQ (onmogelijke opdracht), Q&A (wetenschappelijk lab) en Buiten (hieronder vallen o.a. reportages). Ik werkte mee aan de onderdelen talQ en News. BlinQ is een snel programma, items worden aan de hand van bumpers aangekondigd en/of gescheiden en het programma bevat veel ‘cliff hangers’ en snelle beeldwisselingen. Het programma speelt zich ‘live’ af in de studio, vanwaar uitstapjes worden gemaakt naar de wereld daarbuiten. De redactie van blinQ is jong en er heerst een informele sfeer. Ondanks de hoge werkdruk is er vaak plaats voor een geintje. Bijv. een danskwartiertje in het kantoor van de eindredacteur.

Werkzaamheden Gedurende mijn stageperiode ben ik bij blinQ als stagiair-redacteur werkzaam geweest. Mijn werkzaamheden bestonden uit: � Meedenken, selecteren en onderzoek doen naar onderwerpen die in programma’s aanbod

komen (dit onderzoek kan zijn, telefonisch, in archief, in kranten en tijdschriften etc.); � Contacten onderhouden met informatiebronnen; � Onderwerp uitwerken tot een item voor de uitzending; � Voorgesprekken en interviews houden met eventuele gasten (soms op locatie); � Inplannen, ontvangen en begeleiden van gasten die in programma’s komen; � Verzorgen van attributen/beeldmateriaal die nodig zijn bij het uitgewerkte onderwerp; � Meewerken in de voorbereiding van en hand –en spandiensten verrichten tijdens

opnames; � Vergaderen/overleg en � Administratieve nevendiensten en stukje archief bijhouden.

Page 37: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

37

Profiel gewenste stagiaire De gewenste stagiair moet snel en goed research kunnen doen en de daaruit verkregen informatie kunnen beoordelen en controleren op waarheid. Verder is het erg belangrijk creatief te zijn in het bedenken en uitwerken van onderwerpen en het omgaan met problemen. Goed kunnen samen werken, in een team kunnen en willen werken, doorzettingsvermogen en een brede interesse zijn ook vereisten. De werkdruk is vaak heel hoog en de werkdagen lang, een zekere stressbestendigheid en flexibiliteit is dus ook noodzakelijk. Realisatie stagedoelen Mijn stagedoelen, zoals opgesteld in mijn hoofdlijnenplan, waren: � Kennismaking met de EO als organisatie. Haar structuur, werkklimaat en bedrijfscultuur

leren kennen De organisatiestructuur heb ik vooral leren kennen door het uitwerken van opdrachten en het werken aan dit stageverslag. Ik heb de EO leren kennen als een organisatie met heel eigen identiteit. De informele bedrijfscultuur en het werkklimaat heb ik als prettig ervaren.

� Kennismaking met de omroepbranche, verscherping van het beroepsbeeld Door het werk bij de EO heb ik de omroepbranche ook wat meer leren kennen. Hoe de omroepen zijn ontstaan en waar ze voor staan e.d. heb ik tijdens mijn studie geleerd en ik heb er veel op Internet over gelezen. Nu heb ik de branche ook in de praktijk leren kennen.

� Netwerkontwikkeling Netwerkontwikkeling is vooral aan de orde gekomen doordat ik tijdens het uitvoeren van mijn werkzaamheden contacten moest onderhouden met mensen binnen de EO en ook verschillende organisaties.

� Theoretische kennis in praktijk brengen Mijn opleiding sluit niet helemaal aan op redactiewerk, een oordeel geven over de mate waarin ik theoretische kennis in de praktijk heb kunnen brengen is dus erg moeilijk. Ik heb hier wel veel geleerd en daar heb ik zeker de vaardigheden die ik tijdens mijn opleiding ontwikkeld heb in nodig gehad. Hiermee doel ik op o.a. gespreksvaardigheden, interviewtechnieken, vaardigheden op gebied van onderzoek en uitwerkingen van ideeën, vaardigheden op gebied van samenwerking etc.

� Zelfstandige werkhouding ontwikkelen Doordat blinQ helemaal nieuw was voor iedereen moest ik dus veel zelf uitzoeken, hierdoor was ik vanaf het begin ‘gedwongen’ heel zelfstandig te werken.

� Oefening in de schriftelijke rapportage van de verrichte werkzaamheden en in de beschrijving van de structuur van de stageverlenende organisatie

Hierin heb ik me vooral ontwikkeld door het schrijven van het stageverslag. � Kennismaken met en uitvoeren van de werkzaamheden die plaatsvinden op een redactie

Dit is eigenlijk vanzelf gegaan door de te werken op de redactie van blinQ.

Tijdens mijn stage heb ik mezelf ook een aantal specifiekere doelen, die direct op mijn stage van toepassing waren gesteld. Van zowel de algemene als deze specifieke doelstelling kan ik zeggen dat ik vind dat ik ze met deze stage heb kunnen realiseren.

Page 38: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

38

7.2 Aanbevelingen voor het stageverlenende bedrijf Allereerst wil ik blinQ als geheel complimenteren voor de gastvrijheid waarmee ze mij heeft ontvangen en het vertrouwen dat ze in me hadden. Ik voelde me heel snel thuis en opgenomen in het team. Verder vond ik het prettig dat er vanuit de redactie, in de periode dat mijn oma overleed en ik een week ziek was, er meeleven en zorg was. Ook erg goed vond ik het dat Floor, in de hectische beginperiode van mijn stage, in de gaten hield of ik me niet overwerkte en werkt maakte van de aanvragen voor materiaal die ik deed, om de werkdruk te verminderen. Tijdens de periode dat ik stage liep bij blinQ ben ik natuurlijk ook een aantal dingen tegengekomen waarvan ik denk dat deze verbeterd zouden kunnen worden. Doordat ik in de begin periode van blinQ aan mijn stage ben begonnen, waren er bij de vaste werknemers nog veel onduidelijkheden en was iedereen nog opzoek naar zijn plek. Hierdoor ben ik in die periode ‘in het diepe gegooid.’ Ik heb daar veel van geleerd en zie het ook niet echt als een probleem. Toch is mijn advies om nieuwe stagiairs de eerste week van hun stage vooral mee te laten lopen met anderen op de blinQ redactie. Zodat ze eerst wegwijs gemaakt worden en dan beter de weg weten te vinden als ze echt aan het werk zijn. Wat betreft de begeleiding van de stagiairs denk ik dat beter afgesproken moet worden met wie de gespreken worden gehouden. Zo had Annemarie haar gesprekken met Mercy en Leo erbij en ik alleen met Mercy. Ik vond dit niet erg, maar misschien is het beter hier een lijn in te trekken. Wellicht is het ook een idee om een vaste medewerker waar een stagiair veel mee samenwerkt een keer in een stagegesprek te betrekken. Zij maken de stagiair namelijk mee in het hele traject van zijn/haar stage. Wat betreft het programma denk ik dat er naar buiten toe meer gecommuniceerd moet worden over wie en wat blinQ is. Binnen de EO en de achterban van de EO is er vaak kritiek op blinQ, omdat het denk ik niet zo duidelijk is wie blinQ nu is en wat het doel van blinQ is. Het artikel in de ‘visie’ (bijlage: Hoop, liefde en soms geloof bij blinQ) is een goede start. Een ander advies is om voor speciale uitzending reclame te maken via kanalen waar de doelgroep veel mee in aanraking komt. Zodat de naamsbekendheid en daarmee wellicht ook de kijkcijfers verder zullen stijgen. Tevens denk ik dat er wat voorzichtiger moet worden omgesprongen met de keus om onderdelen of hele aflevering te herhalen. Kinderen onthouden goed, waardoor het een negatief effect op de kijkcijfers zou kunnen hebben.

7.3 Aanbevelingen voor de opleiding Mijn aanbeveling aan de opleiding is in het aanbod van de lessen in de eerste 2 jaar wat meer aandacht te besteden aan journalistiek en voorlichting. Ik vind de opleiding wat te veel geconcentreerd op de reclamemakende media en organisaties, externe communicatie en organisatiestructuren en communicatie, interne communicatie. Ik denk dat de opleiding communicatie een geschikte basis zou kunnen zijn voor werk in de (journalistieke)media. Zeker doordat een opleiding communicatie zoveel meer te bieden heeft en breder is dan een opleiding journalistiek. Verder denk ik dat er een duidelijkere lijn getrokken moet worden omtrent de stage. Uit gespreken met andere stagiairs, merkte ik dat bij hun de begeleiding en de gesprekken met hun stagedocenten vanaf het begin heel anders verliepen. Verder vond ik de begeleiding vanuit school goed, mijn dank!

Page 39: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

39

Bijlage

Page 40: Feel the dignity of a child; - home.planet.nlhome.planet.nl/~roos7106/hbo/downloads/jaar3_stage/stageverslag.pdf · 3 Voorwoord Tijdens mijn opleiding ‘Multimedia vormgeven’ aan

40

Literatuurlijst Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management Drs. N.H.M van Dam Drs. J.A. Marcus Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten, the Netherlands, 2002 Elementaire communicatie Dr. A.C.J.M Olsthoorn Drs. J.H. van der Velden ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2002 Format-blinQ Gebaseerd op: ‘Format blinQ’ geschreven door eindredacteur Floor Koomen juli 2004 Het mijnen veld - Over Journalistiek en Moraal onder redactie van Jacqueline Wesselius Nijgh & van Ditmar – Amsterdam 1994 ISBN: 90-388-8393-5 Het ontstaan van blinQ, Gebaseerd op ‘ De wordingsgeschiedenis van blinQ’ door: Arie Verhoef, coördinator afdeling reportage blinQ Identiteit en imago 3e geheel herziene druk Recente inzichten in corporate communication Theorie & praktijk Cees B.M. van Riel Academic Service, Schoonhoven ISBN: 90-5261-33-97 Jaarverslag Evangelische Omroep, 2003 Media-ethiek, Morele dilemma’s in journalistiek, voorlichting en reclame Huub Evers Wolters-Noordhoff – Groningen 1994 ISBN: 90-01-30980-1