Fatale beschieting brandweervoertuig bij Oegstgeest blijkt een … · 2020-01-09 · Die 'dolle...

4
34 Eén-Eén-Twee Als er op brandweermensen geschoten wordt, haalt dat tegenwoordig nog de krant. Er was echter een tijd dat het dagelijks voorkwam, maar dat was dan ook in oorlogssituaties. In de tweede helft van de Tweede Wereldoorlog werd al het verkeer in Duitsland en in bezette gebieden (dus ook Nederland) vaak vanuit de lucht aangevallen door geallieerde vliegtuigen, in de hoop het verzet tegen de oprukkende legers te verstoren. Bij zo’n beschieting in Oegstgeest zou een Haarlemse brandweerman zijn omgekomen. Maar was dat wel zo? G.P. Koppers, foto’s: archief NBDC Fatale beschieting brandweervoertuig bij Oegstgeest blijkt een gerucht De omvang van de schade in de wijk Bezuidenhout in Den Haag is pas goed zichtbaar op een luchtfoto, die een jaar later van het getroffen gebied werd gemaakt. Foto links: Het rollend materieel van de Haarlemse brandweer vlak voor de oorlog na de opening van de nieuwe kazerne aan de Gedempte Oudegracht: de oude Magirus met afrolbare ladder (nu nog aanwezig), de Magirus-autospuit uit 1931 en de Ford/Kronenburg-autospuit. Alle vormen van communicatie werden in die tijd moeilijker. In de laatste oorlogsmaanden was nieuws slecht te vinden, over te brengen en te controleren. De geruchtenstroom draaide - sinds 'dolle dinsdag' - op volle toeren. Die 'dolle dinsdag' was immers zelf al een product van ongecontroleerde berichtgeving en geruchten. Ook andere gebeurtenis- sen werden zo al snel vergezeld van allerlei wilde verhalen. Zoals bij- voorbeeld het bombardement op het Haagse Bezuidenhout en de fatale schietpartij bij Oegstgeest op 3 maart 1945: In de (illegale) pers: “Om de branden te beperken wer- den brandgangen aangelegd van de Heerenstraat tot het Station Staats- spoor. Ter assistentie werden opge- roepen de brandwacht van Amster- dam, Utrecht, Haarlem en Leiden. De Amsterdamsche brandwacht kon aan dit verzoek niet voldoen, daar zij geen benzine ter beschikking had. Op den weg van Haarlem naar den Haag werden enkele Haarlemsche brandweerauto's zodanig door En- gelsche piloten beschoten, dat zij totaal onbruikbaar werden en hun reis niet konden voortzetten. Onder de brandweerlieden dezer wagens vielen slachtoffers aan doden en gewonden.” (De Nieuwsbode, orgaan van de vrije pers, 3e jaargang no. 26, 8 maart 1945.) In brandweerkringen: “Circa vijfduizend huizen verbrand of verwoest. Ruim driehonderd per- sonen omgekomen. Vijf Hoofdbrand- wachts, van de Haagsche Brand- weer onder het puin bedolven en overleden. Een Haarlemsche Brand- wacht vanuit een vliegtuig doodge- schoten. Eenige plunderaars gefu- silleerd door de Politie en anderen door het publiek doodgeslagen. Ver- schillende Departementsgebouwen en Scholen verwoest en verbrand. Vier kerken met torens verwoest en uitgebrand, waaronder de groote R.K. Mariakerk aan de Be- zuidenhoutscheweg en een R.K. Kerk aan de Schenkweg. Eenige belangrijke gebouwen en tal van woonhuizen worden door de Zaankanters behouden.” …. Op de eerste dag van de blussching, op Zaterdag 3 Maart, zijn van de Haagsche Brandweer vijf Hoofd- brandwachts onder vallende muren bedolven. De ter hulp snellende

Transcript of Fatale beschieting brandweervoertuig bij Oegstgeest blijkt een … · 2020-01-09 · Die 'dolle...

Page 1: Fatale beschieting brandweervoertuig bij Oegstgeest blijkt een … · 2020-01-09 · Die 'dolle dinsdag' was immers zelf al een product van ongecontroleerde berichtgeving en geruchten.

34 Eén-Eén-Twee

Als er op brandweermensen geschoten wordt,

haalt dat tegenwoordig nog de krant. Er was

echter een tijd dat het dagelijks voorkwam, maar dat was dan

ook in oorlogssituaties. In de tweede helft van de Tweede

Wereldoorlog werd al het verkeer in Duitsland en in bezette

gebieden (dus ook Nederland) vaak vanuit de lucht aangevallen

door geallieerde vliegtuigen, in de hoop het verzet tegen

de oprukkende legers te verstoren. Bij zo’n beschieting

in Oegstgeest zou een Haarlemse brandweerman zijn

omgekomen. Maar was dat wel zo?

G.P. Koppers, foto’s: archief NBDC

Fatale beschieting brandweervoertuig bij Oegstgeest blijkt een gerucht

De omvang van de schade in de wijk Bezuidenhout in Den Haag is pas goed zichtbaar op een luchtfoto, die een jaar later van het getroffen gebied werd gemaakt.

Foto links: Het rollend materieel van de Haarlemse brandweer vlak voor de oorlog na de opening van de nieuwe kazerne aan de Gedempte Oudegracht: de oude Magirus met afrolbare ladder (nu nog aanwezig), de Magirus-autospuit uit 1931 en de Ford/Kronenburg-autospuit.

Alle vormen van communicatie werden in die tijd moeilijker. In de laatste oorlogsmaanden was nieuws slecht te vinden, over te brengen en te controleren. De geruchtenstroom draaide - sinds 'dolle dinsdag' - op volle toeren. Die 'dolle dinsdag' was immers zelf al een product van ongecontroleerde berichtgeving en geruchten. Ook andere gebeurtenis-sen werden zo al snel vergezeld van allerlei wilde verhalen. Zoals bij-voorbeeld het bombardement op het Haagse Bezuidenhout en de fatale schietpartij bij Oegstgeest op 3 maart 1945:

In de (illegale) pers:“Om de branden te beperken wer-den brandgangen aangelegd van de Heerenstraat tot het Station Staats-spoor. Ter assistentie werden opge-roepen de brandwacht van Amster-dam, Utrecht, Haarlem en Leiden. De Amsterdamsche brandwacht kon aan dit verzoek niet voldoen, daar zij geen benzine ter beschikking had. Op den weg van Haarlem naar den Haag werden enkele Haarlemsche brandweerauto's zodanig door En-gelsche piloten beschoten, dat zij totaal onbruikbaar werden en hun reis niet konden voortzetten. Onder de brandweerlieden dezer wagens vielen slachtoffers aan doden en gewonden.” (De Nieuwsbode, orgaan van de

vrije pers, 3e jaargang no. 26, 8 maart 1945.)

In brandweerkringen: “Circa vijfduizend huizen verbrand of verwoest. Ruim driehonderd per-sonen omgekomen. Vijf Hoofdbrand-wachts, van de Haagsche Brand-weer onder het puin bedolven en overleden. Een Haarlemsche Brand-wacht vanuit een vliegtuig doodge-schoten. Eenige plunderaars gefu-silleerd door de Politie en anderen door het publiek doodgeslagen. Ver-schillende Departementsgebouwen en Scholen verwoest en verbrand. Vier kerken met torens verwoest en uitgebrand, waaronder degroote R.K. Mariakerk aan de Be-zuidenhoutscheweg en een R.K. Kerk aan de Schenkweg.Eenige belangrijke gebouwen en tal van woonhuizen worden door de Zaankanters behouden.”….Op de eerste dag van de blussching, op Zaterdag 3 Maart, zijn van de Haagsche Brandweer vijf Hoofd-brandwachts onder vallende muren bedolven. De ter hulp snellende

Page 2: Fatale beschieting brandweervoertuig bij Oegstgeest blijkt een … · 2020-01-09 · Die 'dolle dinsdag' was immers zelf al een product van ongecontroleerde berichtgeving en geruchten.

Eén-Eén-Twee 35

De Werkgroep Brandweer Historie (WBH) is onderdeel van de stichting NBDC (Nationaal Brandweer Documentatie-centrum). De werkgroep heeft tot doel het verzamelen en ordenen van gegevens en het doen van onderzoek naar onderdelen van de geschiedenis van de brand- en rampen-bestrijding in Nederland.De WBH bestaat uit enthousiaste vrijwilligers. Zij worden bijgestaan door een netwerk van brandweerkenners, die hun kennis en contacten desgevraagd beschikbaar stellen en die regelmatig meewerken aan publicaties.Sedert de oprichting in 2004 heeft de WBH een groot aantal artikelen gepubliceerd en zijn er brochures gemaakt over:

• Nederlandsebrandspuitfabrikanten• Brandweerhelmenenanderehoofddeksels• Beschermheiligenvandebrandweer• Nederlandsebrandweerauto's

De WBH heeft graag contact met mensen die deel willen uitmaken van het netwerk brandweer historie. U kunt daarover de secretaris benaderen:[email protected] informatie op: www.nbdc.nl

De Magirus-autospuit die waarschijnlijk in 1944 aan het toen nieuwe beroepskorps werd toegevoegd, misschien in plaats van de gevorderde Magirus-autospuit uit 1931. Deze autospuit zou wel de ‘Alarmspuit 3’ kun-nen zijn, waarover gerapporteerd werd. Ook dit voertuig heeft de oorlog overleefd en is nog bij een bedrijfsbrandweer terechtgekomen.

Plattegrond van Oegstgeest uit 1944 met links het Rijnzicht-viaduct en in het midden onder de kliniek aan de Meezenstraat.

Onderluitenant Van den Gaag, die als bevel-voerder optrad. De rang stond gelijk aan die van brandmees-ter. De stip op de uniformkraag, die de rang aan-gaf, keerde later ook terug op mi-litaire uniformen en het brand-weeruniform.

spuiten uit Haarlem en Gouda zijn op den heenweg naar Den Haag door vliegtuigen beschoten, waar-door één man is gedood en een vier-tal gewond." (Verslag van de hulp door de Brand-weeren van Zaandam en Wormer-veer verleend aan de gemeente ’s-Gravenhage op zondag 4 Maart 1945, Samengesteld op order van de den Weledelen heer Kommandant der Brandweer te Zaandam C. Kakes door H.L.M. van Heijnsbergen – Onderkommandant van de Vrijwil-lige Brandweer te Zaandam.)

In de lokale geschiedschrijving:"….Het bombardement van Den Haag? Tragisch en heel verschrik-kelijk. Ik was er gelukkig niet. J.l. Zaterdag een week geleden 's morgens voor 9 uur al. Een aan-tal zware bommenwerpers. Enige ladingen brisant- en brandbommen. Waarschijnlijk alles op de verkeerde plaats terecht gekomen. Het grootste deel van het Bezuidenhoutkwartier is afgebrand. Ik ben er een paar dagen later even geweest, 's mor-gens heel vroeg. Ook ons bureau is afgebrand en heeft 2 voltreffers gehad. Niets gered. Er is trouwens ook niet veel moeite gedaan om iets te redden. De blusorganisatie was erg slecht. Als je rekent dat ons bureau 's middags pas om 5 uur is gaan branden. Er zijn verder veel slachtoffers gevallen, omdat ieder-een tijdens het bombardement op drift raakte, met als gevolg dat de 2e

lading bommen, die toevallig in de buurt van het Rijswijkse viaduct vie-len, midden tussen drommen mensen vielen. Verder was het die dag ook heel onrustig bij de weg. Veel jacht-vliegtuigen.'s Míddags om 5 uur werd de brand-weerauto uit Haarlem nog even in de prak geschoten. Dìdí was daar net in de buurt. Akelig gezicht. En dan te bedenken dat die kerels op-geroepen waren om te trachten een fout van het bom-eskader zo klein mogelijk te houden. Practísch alle brandweerwagens die opgeroepen waren, moesten het ontgelden. Alles wat blussen kon in Leiden, Oegst-geest, Voorschoten etc. moest er naar toe."

('Hier is alles rustig, alleen...', Een briefwis-seling in het laatste oorlogsjaar. Bewerkt door W.H. de Jong, IJs-selakademie, ISBN 9066970855, Uit een brief van Henk de Jong aan zijn familie in Zwol-le d.d. Oegstgeest, 14 Maart 1945, pag. 95-96.)

Historisch onderzoek

Wat was er nu werkelijk gebeurd? Het raadsel van de gesneuvelde brandweerman(nen), waarover in Haarlem maar geen bevestiging te

Page 3: Fatale beschieting brandweervoertuig bij Oegstgeest blijkt een … · 2020-01-09 · Die 'dolle dinsdag' was immers zelf al een product van ongecontroleerde berichtgeving en geruchten.

36 Eén-Eén-Twee

Wachtmeester (brandwacht) Ipenburg, die bij de beschieting ernstig gewond raakte, maar later gewoon terugkeerde bij de brandweer.

De ‘Seinzaal’ , tegenwoordig zouden we dat de alarmcentrale noemen, van de Haarlemse brandweer in de oorlogsjaren. Links staat de wachtmeester Tanis in een uniform van de Staatsbrand-weerpolitie en in het midden zit wachtmeester Ipenburg.

vinden was, hield het Nationaal Brandweer-documentatiecentrum wel bezig, maar tot nog toe zonder resultaat. Informatie in Haarlem was slecht terug te vin-den, vooral omdat het speelde in de tijd dat daar een staatsbrand-weerpolitie opereerde,

een beroepsbrandweer door het Rijk geïnstalleerd, die - voor het gevoel - de trotse vrijwillige brandweer had verdrongen. Meteen vanaf de bevrijding probeerde men de vrijwil-lige brandweer in ere te herstellen, maar daar werkte de minister van Binnenlandse Zaken niet aan mee. Na een paar jaar moeizame bemid-deling kwam er in Haarlem weer een vrijwillige brandweer, die boven de beroepskern werd gesteld. Een paar leidinggevenden van de op 21 au-gustus 1943 ingestelde staatsbrand-weerpolitie van Haarlem waren NSB'ers of werden daarvoor uitge-maakt om de beroepsbrandweer van toen in een kwade reuk te brengen. Maar om terug te keren naar het incident in Oegstgeest: tijdens het onderzoek naar de Rijksbrandweer/staatsbrandweerpolitie-afdelingen stuitte de Werkgroep Brandweerhis-torie op een verslag van de bevel-voerder van de beschoten autospuit. Daar zocht men niet naar, maar men vond het wel. ‘Bijvangst’ heet zoiets bij historische onderzoekers.

Uit het verslag van deze bevelvoer-der was de werkelijke gang van za-ken aardig te distilleren.

Wat is er precies gebeurd?Op zaterdag 3 maart 1945 werd de wijk Bezuidenhout in Den Haag getroffen door een zwaar bombar-dement, waarbij grote schade werd aangericht en vele personen het leven verloren. Tien mensen van de Haagse brandweer werden tijdens de blussing dodelijk getroffen door een Duitse raket.Naar aanleiding van de ontstane branden werd assistentie gevraagd aan vele brandweerkorpsen in de omgeving en vooral aan korpsen met Staatsbrandweerpolitie. Am-sterdam gaf aan door benzinegebrek niet te kunnen uitrukken. Vanuit Haarlem werd wel assistentie gebo-den. Om 15.15 uur werd daar groot alarm gegeven en rukten twee groe-pen (bluseenheden) uit. De tweede groep strandde wegens motorpech in Heemstede en ging terug naar de kazerne en reed om 16.00 uur nogmaals uit, maar dan met een andere wagen. De eerste groep had wel hulp kunnen bieden in Den Haag en kwam pas rond 09.30 uur de volgende dag terug in Haarlem. Van buiten Den Haag was uitein-delijk assistentie gekomen uit (in volgorde van aankomst): Voorburg, Rijswijk, Wassenaar, Leiden, Delft, Gouda, Rotterdam, Voorschoten, Vlaardingen, Wateringen, Utrecht,

Haarlem, Waddinxveen, Hilversum, Zaandam, Wormerveer, Oegstgeest en Boskoop.Die tweede groep uit Haarlem was dus voor de tweede keer uitgerukt, nu met 'alarmspuit 3', hoogstwaar-schijnlijk de nieuwe Magirus-autospuit, die in 1944 was gekomen, gelijk met een paar man van de deels ontbonden staatsbrandweerpolitie-afdelingen. Op de wagen zaten de onderluitenant Van den Gaag1 als bevelvoerder en negen manschap-pen, waarvan wachtmeester Jordaan de chauffeur was. Om 16.55 uur was men op de verkeersweg van Amsterdam naar Den Haag (tegen-woordig de A-44), ter hoogte van de Rijnzichtbrug2 in Oegstgeest. De rookwolken van het brandende Den Haag waren al goed te zien en men keek vast reikhalzend uit naar het moment dat men zich eindelijk kon bewijzen. Plotseling werd het voertuig aange-vallen door drie geallieerde jacht-vliegtuigen. De autospuit werd ge-stopt en ijlings zocht men een goed heenkomen in greppels en tuinen. Evengoed werden de wachtmeesters Ipenburg, Van Dalen en De Lugt door de kogelregen gewond, de twee eerstgenoemden zelfs ernstig. Na eerste hulp van de Rode Kruispost kwam dokter Jelgersma van het Academisch Ziekenhuis te Leiden en die adviseerde overbrenging naar de vlakbij gelegen Annakliniek aan de Meezenstraat 2 te Oegstgeest3, Ipenburg en Van Daalen bleven daar en De Lugt kon na behande-ling mee terug naar Haarlem. Via de seinzaal werd de opperluitenant Hei4 in Haarlem in kennis gesteld en om 19.00 uur kon men de terugtocht naar de thuisstad aanvaarden. Blijk-baar was de aangeschoten autospuit nog prima te gebruiken, want al om 19.45 uur arriveerde men weer op de Haarlemse kazerne .

VerificatieDe gewonde beroepsbrandweerman-nen, over het algemeen jonge Haar-lemmers, bleven na de bevrijding nog in dienst, zolang de beroeps-brandweer in stand werd gehou-den. Na een paar jaar werd - zoals opgemerkt - dat deel van het korps verkleind en verlieten de meesten de brandweer. Ook de zwaarst ge-wonde, Ipenburg, bleek na de oorlog

Page 4: Fatale beschieting brandweervoertuig bij Oegstgeest blijkt een … · 2020-01-09 · Die 'dolle dinsdag' was immers zelf al een product van ongecontroleerde berichtgeving en geruchten.

Eén-Eén-Twee 37

nog bij de brandweer te werken en was er dus niet zo slecht aan toe als de geruchten suggereerden. Ook hij verliet de brandweer in 1948.In Oegstgeest is door Sylvia Braat5 en gemeentearchivaris Carla de Glopper gezocht naar de bevestiging van de gegevens, maar in rapporten van de Luchtbeschermingsdienst of politie - voor zover aanwezig - en de burgerlijke stand is niets terug te vinden over het schietincident. Hiermee lijkt het raadsel van het (gelukkig niet fa-

tale) schietincident in Oegstgeest te zijn opgelost, met dank aan de me-dewerkers van de Werkgroep Brand-weerhistorie, het Nationaal Archief, de Vereniging Oud Oegstgeest en het gemeente-archief Oegstgeest.

Noten1. Onderluitenant K. van den Gaag, geb. 10-11-1916 was op 21-2-1945 in Haarlem gekomen, afkomstig uit Beeskow en oorspronkelijk van de 3e compagnie van de Staatsbrandweerpoli-tie-afdeeling Holland. Op 08-05-1945 werd hij

als ex-NSB'er onder arrest gesteld, nadat hij

zichzelf bij de politie gemeld had.2. Eigenlijk Rijnzicht-viaduct (tegenwoordig afslag 7).3. Eigenlijk net over de grens in de gemeente Leiden. Eigenlijk was het de kliniek voor Or-thopaedie. Het pand bestaat niet meer.4. Opperluitenant W. Hei, geb. 23-5-1911 was op 21-2-1944 in Haarlem gekomen, afkomstig van de Staatsbrandweerpolitie te Amsterdam (en was op 26-10-1936 begonnen bij Brand-weer Amsterdam). Op 29-6-1945 werd hij als NSB'er ontslagen.5. Van de Vereniging Oud Oegstgeest.

Mannen van water en vuur terug in de brandhaard

Op donderdag 27 oktober

werd de roman ‘Mannen van water en

vuur’ ten doop gehouden in de boekhandel

Selexyz-Verwijs in de Haagse Passage. Deze

plek was niet zomaar gekozen, want daar

woedde in april 1990 een grote en gevaarlijke

brand, die met grote moeite, dapperheid én

ongehoorzaamheid tot staan werd gebracht.

Dat laatste weten we nu pas, dankzij het

hoofdstuk over deze brand in het boek.

Schrijver Hermann Molenkamp kwam tijdens het uitla-ten van de hond in contact met een andere hondenbezit-ter, Arie Frauenfelder, een gepensioneerd brandweer-man die vol zat met verhalen. Arie’s verhalen werden geverifieerd en aangevuld met die van zijn collega’s en ‘als kralen’ werden ze aan elkaar geregen. Door gefin-geerde personages te laten optreden in werkelijke situ-aties en daar een paar verhaallijnen in te verwerken, is het geheel een dramatische én komische roman gewor-den. Er zit namelijk volop typische brandweerhumor in, maar ook volop drama. Alle bijzondere branden uit de jaren tachtig en negentig in Den Haag komen voorbij, zoals die in de Passage, maar ook de brand in het cel-

lencomplex van het politiebureau, waarbij twee brandweercollega’s omkwamen en de vuurzee in pen-sion Vogel, die aan elf mensen het leven kostte.Bij de lancering van het boek kwa-men veel van die verhalen voorbij en een bevelvoerder bij de brand in de Passage deelde zijn ervaringen nog eens met het rijkelijk opgeko-men publiek. Meer dan vijftig ge-nodigden zagen de auteur, de (echte Haagsche) uitgever, de oud-voorzit-ter van de winkeliersvereniging van de Passage, brandweercommandant Esther Lieben en voormalig woord-voerder en nu spreekstalmeester Fred Lek voor de microfoon schui-ven. Een bijzonder moment creëerde commandant Lieben door het eerste

exemplaar meteen door te geven aan de – ook aanwezige – weduwen van de in 1989 bij het politiebureau om-gekomen brandweerlieden.Zowel uit het boek als uit de spee-ches en de gesprekken na afloop bleek dat er veel gelachen wordt bij de Haagse brandweer, maar dat er ook vele diep dramatische momen-ten zijn. Het boek ‘Mannen van water en vuur’ is uitgegeven door De Nieuwe Haagsche, kost € 17,95 en is ver-krijgbaar bij de boekhandel en Eén-Eén-Twee Boekenservice. Auteur, fotografen en uitgever hebben be-sloten dat de opbrengst van het boek naar goede doelen gaat.

Gerard Koppers

Een paar tikje grijze, maar stoere kerels in het brandweerpak van de vorige eeuw stonden voor de boekwinkel om passanten in de Passage te attenderen op wat er binnen gebeurde. Commandant Esther Lieben had zelf ook genoeg leuke herinneringen op te halen en deed dat met zichtbaar plezier. Ze voelde zich naar eigen zeggen 'helemaal thuis'.