Eye-Opener juli 2008

11
NIEUWS “Debatingavond vermogensbeheer” MET HET OOG OP SCHUITEMAN “Durf te kiezen” FEITEN EN CIJFERS “Specificeer uw kostenvergoeding vooraf” IN DE PRAKTIJK “Schuiteman biedt nieuwe mogelijkheden en kansen” NIEUWSBRIEF VAN SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS uitgave 8 - juli 2008 EYE - OPENER

description

NIEUWS IN DE PRAKTIJK FEITEN EN CIJFERS “S chuiteman biedt nieuwe mogelijkheden en kans en” “D ebatingavond ver mogen sbeheer” uitgave 8 - juli 2008 “D ur f te kiez en” N I E U WSB R I E F VA N S C H U I T E M A N AC C O U N TA N T S & A DV I SE U R S

Transcript of Eye-Opener juli 2008

N I E U W S

“Debatingavond vermogensbeheer”

M E T H E T O O g O P S C H U I T E M A N

“Dur f te kiezen”

F E I T E N E N C I J F E R S“Specif iceer uw kostenvergoeding vooraf ”

I N D E P R A K T I J K

“Schuiteman biedt nieuwe mogeli jkheden en kansen”

NIEUWSBRIEF VAN SCHUITEMAN AC C OUNTANT S & ADVISEURS uitgave 8 - juli 2008

E Y E-O P E N E R

2 3

N I E U W SN I E U W S

Uit de wereld van S chuiteman

Nog b eter van dienst do or SR A-lidmaats chapafgelopen zomer heeft Schuiteman

accountants & adviseurs zich aangesloten

bij SRa: een samenwerkingsverband van

bijna vierhonderd zelfstandige accountants-

kantoren. SRa biedt ons onder andere

diensten op het gebied van Ict, opleidin-

gen, vaktechniek, kwaliteitsstandaarden en

branche-informatie. Door middel van

periodieke reviews waarborgt de organisatie

verder de kwaliteit van de aangesloten

kantoren. het SRa-lidmaatschap kan op die

manier gezien worden als een kwaliteits-

keurmerk. hiermee kunnen wij onze relaties

in de toekomst nóg beter van dienst zijn.

JUbILEUmACtIEOudste Schuiteman-factuur? Geld terug!

gaat uw relatie met Schuiteman jaren en

jaren – misschien wel 40 jaar – terug?

Doe dan mee met onze speciale

jubileumactie en help ons zoeken naar de

oudste, nog bestaande door ons

verzonden factuur. Die moet ergens bij

een van onze klanten te vinden zijn.

Degene die in het bezit is van de

alleroudste factuur die boven water

komt, krijgt hem van ons terugbetaald

(tot een maximum van € 2000,-)! Dus

duik in uw archief, vind de oudste

originele Schuiteman-factuur en stuur

hem naar ons op. De uitslag van deze

actie wordt bekendgemaakt tijdens onze

Relatie avond in oktober. De gelukkige

winnaar ontvangt ter plekke het bedrag.

Stuur uw oudste Schuiteman-factuur

voor 1 september aanstaande naar:

Schuiteman accountants & adviseurs

t.a.v. Saskia Sol

Kerkstraat 29

3781 ga Voorthuizen

Deb atingbije enkomstMet enige regelmaat organiseren wij, vaak samen met

banken, notarissen, advocaten of andere dienstverleners,

informatieve bijeenkomsten voor relaties. Naast

grootschalige algemene informatieavonden houden wij

steeds vaker bijeenkomsten voor kleinere groepen

relaties waarin we ons richten op een specifiek

onderwerp. hiervoor nodigen we dan ook alleen relaties

uit voor wie dit onderwerp volgens ons relevant is. Doel

van deze zogenaamde debatingbijeenkomsten is

kennisoverdracht en het bevorderen van het onderlinge

gesprek tussen ondernemers rondom het gekozen thema.

onlangs hebben we in samenwerking met Van Lanschot

Bankiers een debatingavond belegd rond het thema

vermogensbeheer. ton tanghe, als fiscaal jurist en

partner verbonden aan onze organisatie, behandelde

S chuiteman Relatie Avond De Relatie avond kan in ons jubileumjaar

natuurlijk niet ontbreken. op dinsdag 7 oktober

bent u vanaf 19.00 uur van harte welkom voor

koffie en gebak in hart van holland te Nijkerk.

omstreeks 20.00 uur begint het gevarieerde

programma. U wordt op zowel serieuze als

ontspannen wijze op de hoogte gebracht van

diverse interessante ontwikkelingen. Rond

22.00 uur willen wij graag samen met u het glas

heffen op ons 40-jarig bestaan. aansluitend is er

een feestelijk buffet. U komt toch ook?

tijdens deze bijeenkomst onder andere de keuze

tussen beleggen van vermogen in privé dan wel in

de bv. ook is hij kort ingegaan op de Vrijgestelde

Beleggingsinstelling, kortweg VBI.

hebt u specifieke vragen over deze onderwerpen?

Neem dan contact op met uw contactpersoon of

één van onze fiscalisten op de verschillende

vestigingen.

“SR A waarborg t de kwalite it en kan op die manier gezien worden

al s een kwalite itskeur merk”

.a.v. Saskia Sol

Voorthuizen

3

Voorthuizen

4 5

m E t H E t O O G O P S C H U I t E m A N m E t H E t O O G O P S C H U I t E m A N

Reünie S chuiteman op donderdag 24 april vond in Edda huzid in

Voorthuizen een reünie plaats voor alle medewerkers en

oud-medewerkers van Schuiteman. Een bijzonder

sfeervolle en geslaagde avond waarin volop warme

herinneringen werden opgehaald aan lang vervlogen

tijden. Een groot aantal oud-medewerkers mengde zich

als vanouds met de in dienst zijnde medewerkers. onder

het genot van een hapje en drankje praatte iedereen

lekker bij.

Er gaat geen dag voorbij of ik spreek een

ondernemer die steen en been klaagt over

het aantrekken van personeel. ook onder u

zijn er vast velen die er graag wat extra

‘handjes’ bij willen hebben. Zeker in de

gemeente Barneveld, waar het werkloos-

heidscijfer het nulpunt ongeveer heeft bereikt,

valt het niet mee potentiële werknemers aan te

trekken. De Barneveldse Krant staat wekelijks

vol met personeelsadvertenties. En menig

bedrijfsbusje is tegenwoordig een rijdende

wervingscampagne voor nieuwe collega’s. De

Vierde Wandelfesti jn gro ot succeshet vierde Wandelfestijn van de Stichting

Schuiteman accountants Wandelactiviteiten

op zaterdag 24 mei was wederom een

groot succes. het mooie wandelweer en de

prachtige route in de bosrijke omgeving

van Nijkerk en putten brachten ruim 750

enthousiaste wandelaars op de been. om

ook de korteafstandlopers de kans te

bieden optimaal te genieten van de natuur,

werden zij naar een locatie midden in het

gebied gebracht. Zij startten vervolgens

van daaruit met de wandeling. De

Wandelbond en wandelaars zelf waren erg

over deze nieuwe opzet te spreken. Vroege

lopers zagen reeën, hazen en hagedissen.

Verder vond men vooral de vennen in

’t Woud bijzonder. De organisatie kijkt

tevreden terug op deze dag en ziet nu al

uit naar het vijfde Wandelfestijn in 2009.

vraag naar personeel overstijgt ruimschoots het aanbod en

voorlopig lijkt daar nog geen einde aan te komen. In deze

situatie schuilen naar mijn mening twee grote bedreigingen.

het eerste gevaar is dat uw huidige personeel te zwaar wordt

belast. Dat leidt vaak tot twee dingen. Uw goede trouwe

medewerkers komen volledig opgebrand thuis te zitten.

of uw medewerkers ‘vluchten’ naar elders, waar het beter lijkt.

Beide situaties hebben hetzelfde nadelige effect: u moet het

werk met nóg minder personeel uitvoeren. Daardoor neemt de

druk op uw mensen verder toe, met alle gevolgen van dien.

De tweede bedreiging is dat u minder kritisch wordt bij het

aannemen van nieuw personeel. Zo neemt u te snel genoegen

met iemand die eigenlijk niet geschikt is. Uw huidige personeel

heeft vervolgens de handen vol om de nieuwe medewerker

in te werken. Er ontstaan spanningen en irritaties. gevolg: een

nieuw personeelslid dat totaal opbrandt en een waarschijnlijk

nutteloze investering van de kostbare tijd van uw medewerkers.

Kortom: alleen maar verliezers, met uzelf als grootste verliezer,

want u mag uw eigen keuze oplossen. Kies er voor om

kritisch te blijven bij het aannemen van nieuw personeel.

“Makkelijker gezegd dan gedaan”, denkt u misschien. Want

bestaande klanten blijven bestellen. Nieuwe klanten blijven

zich melden. het werk ligt voor het oprapen. toch is mijn

oproep aan ieder van u: durf te kiezen. Durf te kiezen voor

klanten die u (tijdig) betalen; durf te kiezen voor opdrachten

waar een aanvaardbare marge op zit; durf ervoor te kiezen

nee te zeggen tegen een nieuwe klant wanneer u weet dat uw

medewerkers het niet meer trekken; durf er voor te kiezen

te investeren in verdergaande automatisering; durf te kiezen

delen van uw productie elders onder te brengen, durf te

kiezen… Maak in het belang van uw onderneming, uw

medewerkers én van uzelf strategische keuzes. Kies, nu u

nog een keuze heeft!

Evert Hein Schuiteman

“Potentiële werknemers aantrekken valt niet mee”

C olumn

De kunst van het k iez en

INKOmStEN- EN LO ONbEL AStING

1. E xcessie ve b eloningen

Bij de tweede Kamer is het eerder aangekondigde

wetsvoorstel met fiscale maatregelen tegen bepaalde

excessieve beloningsbestanddelen ingediend. het

voorstel bevat drie maatregelen:

1. Invoering van een werkgeversheffing van 30%

over vertrekvergoedingen voor zover deze hoger zijn dan

één jaarloon. De regeling geldt voor een jaarloon vanaf

€ 500.000.

2. Invoering van een werkgeversheffing van 15%

over aanpassingen van pensioenaanspraken uit het verle-

den als gevolg van salarisverhoging (de zogenaamde

backservice). ook hiervoor geldt een jaarloon van

tenminste € 500.000.

3. heffing van inkomstenbelasting in box 1 over

vermogensbestanddelen die als beloning voor werk-

zaamheden worden verstrekt en waaraan bijzondere

condities zijn verbonden.

De onder 1. en 2. genoemde maatregelen worden als een

pseudo-eindheffing vormgegeven. als gevolg van deze

nieuwe maatregelen komt de in het Belastingplan 2008

opgenomen aftopping van de omkeerregel bij pensioe-

nen te vervallen. De nieuwe maatregelen zullen

onderstaand nader worden toegelicht.

Ad 1. Werkgeversheffing vertrekvergoedingen

De beoordeling van een vertrekvergoeding wordt

gemaakt aan de hand van een toetsloon, dat is het

jaarloon van het tweede kalenderjaar voorafgaande aan

het kalenderjaar (het vergelijkingsjaar) waarin de

dienstbetrekking is beëindigd. De vertrekvergoeding

wordt gesteld op het verschil tussen het jaarloon van het

kalenderjaar waarin de dienstbetrekking wordt

beëindigd en het toetsloon plus het verschil tussen het

jaarloon van het aan het vertrek voorafgaande kalender-

jaar en het toetsloon. De vertrekvergoeding is excessief

als deze meer bedraagt dan het toetsloon. over het exces

moet de werkgever een heffing van 30% betalen. Deze

heffing komt niet in de plaats van loonheffing bij de

werknemer over de vertrekvergoeding. De maatregel

geldt niet voor vertrekvergoedingen van werknemers die

in het vergelijkingsjaar een jaarloon hebben dat lager is

dan € 500.000. De werkgeversheffing geldt als de

beëindiging van de dienstbetrekking op of na 1 januari

2009 plaatsvindt.

Ad 2. Werkgeversheffing bij backservice voor hoge inkomens

Eindloonregelingen, waarbij de hoogte van het pensioen

is gekoppeld aan het laatstgenoten salaris, zijn de

afgelopen jaren massaal omgezet in middelloonregelin-

gen. Voor pensioenregelingen geldt de omkeerregel in de

loonbelasting, dat wil zeggen de aanspraken zijn

vrijgesteld en de uitkeringen worden t.z.t. belast. De

verhoging van de pensioenaanspraken over de

verstreken dienstjaren naar een percentage van het

laatstverdiende salaris als gevolg van een salarisstijging

wordt aangeduid als backservice.

De werkgeversheffing geldt bij een pensioengevend loon

vanaf € 500.000, maar alleen als sprake is van een

salarisstijging en dus van backservice. Dat kan een

salarisstijging bij dezelfde werkgever zijn of een

salarissprong bij de overstap naar een nieuwe werkgever,

waarbij sprake is van inkoop van pensioen door de

nieuwe werkgever. grondslag voor de heffing is een

forfaitair berekende backservicepremie. ook deze

heffing komt niet in de plaats van de reguliere loonhef-

fing bij de werknemer. De pensioenmaatregel treedt in

werking op 1 januari 2010.

Ad 3. Met een werkzaamheid verband houdende

lucratieve belangen

Deze maatregel is gericht op de mogelijkheid om door

het inbouwen van een hefboommechanisme zeer hoge

rendementen of waardestijgingen mogelijk te maken bij

het behalen van bepaalde management- en/of aandeel-

houdersdoeleinden.

ook andere vormen van lucratieve vermogensbestand-

delen, zoals winstdelende schuldvorderingen, vallen

onder deze maatregel. het is niet de bedoeling dat aan

werknemers verstrekte normale aandelen onder de

nieuwe maatregel vallen.

Voorbeeld:

het aandelenkapitaal van een overnamevennootschap is

verdeeld in twee soorten aandelen. De eerste soort heeft

recht op 10% cumulatief preferent dividend per jaar. De

tweede soort deelt volledig in de overwinst van de

vennootschap. Van de eerste soort is € 99 miljoen

geplaatst en van de tweede soort € 1 miljoen. De

overnamevennootschap keert in het eerste jaar geen

dividend uit en in het tweede jaar € 40 miljoen. De

eerste soort aandelen heeft in totaal recht op € 19,8

miljoen. De tweede soort heeft recht op het restant van

€ 20,2 miljoen. als de managers die betrokken zijn bij de

overname gezamenlijk 20% van de aandelen van de

tweede soort hebben, betekent dit dat zij op een

gezamenlijke investering van € 200.000 na twee jaar een

dividend ontvangen van € 4 miljoen.

INHOUDSOPGAVE JULI 2008

Inkomsten- en lo onb elasting1. Excessieve beloningen 6

2. Rendementsgrondslag box 3 8

3. afschrijving onroerende zaken 8

4. Lijfrenteclausule 9

5. Lijfrente bij buitenlandse verzekeraar 9

6. Voorziening voor naheffing 10

7. Inlenersaansprakelijkheid 10

8. Uitgaven voor overlijden 10

9. Bodemwaarderegeling gebouwen

recreatiebedrijf 11

10. Loonbelasting directeur-

grootaandeelhouder 11

Venno ots chapsb elasting11. privé-uitgaven 12

12. Rekening-courant directeur-

grootaandeelhouder 12

13. Vrijgestelde beleggingsinstelling 13

14. Beperking renteaftrek te veel

vreemd vermogen 13

Omz etb elasting15. BtW op factuur 14

S o ciale verz ekeringen16. VaR 14

Arb eidsre cht17. concurrentiebeding 15

18. goed werkgeverschap 16

Varia19. Leges 16

20. Successiewet 17

6 7

F E I t E N E N C I J F E R S F E I t E N E N C I J F E R S

8 9

omdat bijzondere beloningsbestanddelen ook buiten de

sfeer van de dienstbetrekking voorkomen, wordt deze

maatregel opgenomen in het resultaatregime van de

inkomstenbelasting (box 1). hierdoor ontstaat een

aanvullende heffingsmogelijkheid voor voordelen die

niet als loon in de belastingheffing zijn betrokken.

Uiteraard mag dit niet tot dubbele belastingheffing leiden.

De maatregel geldt zowel voor rechten die rechtstreeks

worden gehouden, als voor rechten die via een

vennootschap worden gehouden.

tenslotte wordt onbedoeld gebruik van de stamrechtvrij-

stelling uit de loonbelasting bij afkoop van een

aandelenoptierecht onmogelijk gemaakt en wordt

oneigenlijk gebruik van de normrenteregeling voor

personeelsleningen bestreden door aanpassing van de

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001.

2. Rendementsgrondslag b ox 3

De bezittingen en schulden van een particulier worden

belast in box 3 van de inkomstenbelasting. Dat gebeurt

door een forfaitair rendement van 4% te berekenen over

de gemiddelde rendementsgrondslag aan het begin en

aan het einde van het kalenderjaar. alle bezittingen op

een van de peildata worden meegenomen. Dat gold ook

voor een erfenis die iemand op 24 december 2002

verkreeg. De volle waarde hiervan per 31 december 2002

werd meegenomen bij de berekening van de rende-

mentsgrondslag aan het einde van het kalenderjaar 2002,

zonder rekening te houden met de omstandigheid dat de

belanghebbende in 2002 maar één week gerechtigd is

geweest tot de erfenis en zonder rekening te houden met

de daarop drukkende (materiële) belastingschuld.

Volgens hof amsterdam en de hoge Raad is de

wettelijke regeling niet in strijd met de discriminatie-

verboden van het IVBpR en het EVRM. De wetgever

heeft gekozen voor een forfaitair systeem waarbij wordt

uitgegaan van het gemiddelde van de rendementsgrond-

slag aan het begin en aan het einde van het kalenderjaar.

De wetgever heeft geen rekening willen houden met

waardeveranderingen van bezittingen en schulden in de

loop van het jaar, met het moment van verkrijgen of

verliezen van bezittingen of het vervallen van schulden.

De rechter moet die keuzes van de wetgever respecteren.

3. Afs chrijv ing onro erende zaken

Bij de afschrijving op bedrijfsmiddelen moet rekening

gehouden worden met de restwaarde van de bedrijfs-

middelen. Vooral bij gebouwen is door de lange

gebruiksduur de restwaarde geen vast gegeven. De hoge

Raad heeft door de jaren heen in meerdere arresten

regels gegeven voor de bepaling van de afschrijving en

hoe met de restwaarde rekening gehouden moet worden.

In een arrest uit 2007 heeft de hoge Raad een overzicht

gegeven. Belangrijk is dat geen rekening hoeft te worden

gehouden met waarschijnlijke, maar niet zekere

toekomstige waardestijgingen van het bedrijfsmiddel.

ook hoeven de afschrijvingen niet doorlopend te

worden aangepast aan een verandering van de restwaar-

de. aanpassing van de afschrijvingen is alleen verplicht

bij een blijvende aanmerkelijke verandering van de

restwaarde. Voor gebouwen geldt op deze verplichting

een uitzondering wanneer de grond in waarde is

gestegen maar deze waardestijging bij het einde van het

gebruik van het gebouw niet door verkoop gerealiseerd

zal worden.

In een door ons gevoerde procedure voor hof arnhem

diende de inspecteur te bewijzen dat de restwaarde van

een aantal verhuurde onroerende zaken aanmerkelijk

was gestegen en dat deze stijging blijvend was.

Volgens de inspecteur was de ondergrond van een aantal

panden ten opzichte van de aanschaffingsprijs met 159%,

51% respectievelijk 27% gestegen. het hof was van

oordeel dat een waardestijging van 51% of minder niet

aanmerkelijk was. Vanwege de korte tijd die was verstreken

sinds de aankoop van de grond was het nog maar de

vraag in hoeverre de door de inspecteur geconstateerde

verandering van de restwaarde blijvend was. De

constatering dat de waarde van de ondergrond sinds enige

jaren stijgt wil niet zeggen dat die stijging blijvend is.

Een stijging van 159% vond het hof wel aanmerkelijk.

omdat deze stijging zich had voorgedaan in een

aanzienlijk langere periode vond het hof deze stijging

wel blijvend.

het hof vond het onwaarschijnlijk dat de grond na

afloop van de gebruiksperiode van de panden niet zou

worden verkocht. Slopen van oude panden aan het einde

van de gebruiksperioden en vervanging door nieuwe

panden te bouwen is geen normale activiteit van

beleggers, aldus het hof.

4. L ij frente clausu le

In 1998 sloot iemand een kapitaalverzekering met

lijfrenteclausule. De premie daarvoor was aftrekbaar

vanwege de lijfrenteclausule, die de verplichting inhield

om met het op de einddatum vrijkomende kapitaal een

lijfrente aan te kopen. De einddatum van deze verzeke-

ring was 1 december 2001. op 12 september 2001 deelde

de verzekeringsmaatschappij mee dat de polis op 1

december 2001 tot uitkering zou komen. De belang-

hebbende wilde de lijfrente pas in 2005, vanaf zijn 65e

jaar, laten ingaan. De toegestuurde offerte accepteerde

hij niet. In 2005 informeerde de belanghebbende bij zijn

tussenpersoon naar de uitkering die hij na het bereiken

van de 65-jarige leeftijd maandelijks zou krijgen. De

tussenpersoon deelde mee dat de kapitaalverzekering

nog steeds niet was omgezet in een lijfrenteovereen-

komst. op advies van de tussenpersoon verzocht de

belanghebbende de inspecteur goed te keuren dat de

lijfrenteclausule alsnog zou worden uitgevoerd. Dat

verzoek had tot gevolg dat de inspecteur een navorde-

ringsaanslag inkomstenbelasting oplegde over 2001

wegens het niet uitvoeren van de lijfrenteclausule. Naar

het oordeel van hof arnhem was dat terecht omdat de

belanghebbende niet had voldaan aan de voorwaarde dat

de lijfrenteclausule binnen een redelijke termijn moet

worden uitgevoerd.

5. L ij frente bij buitenlands e verz ekeraar

De premie die iemand betaalt voor een lijfrente is onder

zekere voorwaarden aftrekbaar van het inkomen. Een

van de voorwaarden voor aftrekbaarheid is dat de

premie wordt betaald aan een in Nederland gevestigde

verzekeringsmaatschappij. De premie voor een lijfrente

die wordt betaald aan een buitenlandse verzekeraar is

alleen aftrekbaar als de verzekering meer dan drie jaar

voor het ontstaan van binnenlandse belastingplicht in

Nederland is gesloten. het moet dus gaan om een

verzekering die is gesloten tijdens langdurig verblijf in

het buitenland en die wordt voortgezet na verhuizing

naar Nederland. Deze beperking van de aftrekbaarheid

geldt ook voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.

Volgens de rechtbank Breda vormt deze wettelijke

F E I t E N E N C I J F E R S F E I t E N E N C I J F E R S

10 11

bepaling een inbreuk op de in het EU-verdrag opgenomen

vrijheid van dienstverlening. Een dergelijke inbreuk is

alleen toegestaan als daarvoor een objectieve rechtvaar-

diging bestaat. op grond van vaste rechtspraak van het

hof van Justitie Eg is de doeltreffendheid van fiscale

controle geen rechtvaardiging voor de belemmering van

een van de vrijheden van het Eg-verdrag. Volgens de

rechtbank bestond er voor deze inbreuk op het

Eg-verdrag geen objectieve rechtvaardigingsgrond. Dat

betekende dat de aan een in Duitsland gevestigde

verzekeringsmaatschappij betaalde premie voor een

arbeidsongeschiktheidsverzekering aftrekbaar was.

Naar aanleiding van deze uitspraak zijn Kamervragen

gesteld. In zijn antwoord wijst de staatssecretaris van

Financiën op de mogelijkheid voor buitenlandse

pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen om

door de minister van Financiën te worden erkend als

toegelaten aanbieder. omdat de inspecteur hoger beroep

heeft ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank gaat

de staatssecretaris niet in op de uitspraak, maar wacht

hij de uitkomst van de verdere procedure af.

6. Vo orziening vo or naheff ing

De winst van een ondernemer wordt vastgesteld met

behulp van de regels van goed koopmansgebruik. op

grond van deze regels mag een ondernemer bij de

bepaling van zijn winst rekening houden met een

naheffing loonbelasting over het betreffende jaar door

het vormen van een voorziening. De voorziening mag

niet hoger zijn dan de materiële, uit de wet voortvloeiende,

belastingschuld, ook al heeft de inspecteur aanvankelijk

een hogere naheffingsaanslag opgelegd.

Volgens de hoge Raad was hof arnhem er terecht van

uitgegaan dat bij de bepaling van een voorziening

rekening moet worden gehouden met alle feiten en

omstandigheden die een licht werpen op die materieel

verschuldigde loonbelasting. Dat geldt ook voor feiten

en omstandigheden die na het opmaken van de fiscale

balans over het jaar maar vóór het definitief vaststaan

van de aanslag vennootschapsbelasting over dat jaar

bekend worden.

7. Inlenersaansprakel i jk heid

als een werknemer ter beschikking is gesteld aan een

derde (inlener) om onder diens toezicht of leiding

werkzaam te zijn, is de inlener hoofdelijk aansprakelijk

voor de loonheffingen die de uitlener verschuldigd is in

verband met het verrichten van die werkzaamheden

door die werknemer.

De aansprakelijkheid geldt niet alleen als wordt

ingeleend van een uitzendbureau, maar ook als tijdelijk

overtollig personeel van andere inhoudingsplichtigen

wordt ingeleend. ook binnen concernverband kan de

inlenersaansprakelijkheid zich voordoen.

als men personeel inleent, moet men zelf de identiteit

van de werknemer (inclusief burgerservicenummer)

controleren en een kopie van het paspoort of geldig

legitimatiebewijs maken. het is niet voldoende dat de

identiteit op andere wijze bij de inlener bekend is. Zonder

de formeel juiste identificatie is de Belastingdienst - zo

bleek recentelijk maar weer eens - onverbiddelijk. De

door de uitlener niet betaalde loonheffingen worden bij

de inlener nageheven tegen het anoniementarief. In de

praktijk wordt maar zelden een matiging toegestaan.Voor-

kom inlenersaansprakelijkheid door van een ieder die onder

uw toezicht of leiding werkzaam is een kopie van een

geldig legitimatiebewijs bij de loonadministratie te bewaren.

8. Uitgaven vo or overl i jden

De Wet IB 2001 bepaalt dat zogenaamde buitengewone

uitgaven aftrekbaar zijn. Daartoe behoren uitgaven

wegens overlijden van de belastingplichtige, van zijn

partner en van zijn kinderen mits ze jonger zijn dan 27 jaar.

Volgens hof Den Bosch leidt deze bepaling er niet toe

dat iemands begrafeniskosten in aftrek komen op zijn

inkomen omdat ze niet op hem drukten. Bepalend

daarvoor vond het hof dat de kosten pas na zijn

overlijden waren ontstaan en betaald. het hof verwierp

het standpunt van de erfgenamen dat het recht op

persoonsgebonden aftrek het gehele kalenderjaar omvat

en niet beperkt wordt door het tijdstip van overlijden

van de erflater. alleen de door de belastingplichtige zelf

bij zijn leven vooruitbetaalde overlijdenskosten komen

aldus voor aftrek in aanmerking. Kosten gemaakt na het

overlijden zijn uitsluitend aftrekbaar voor de fiscale

partner of voor de ouders als hun kind bij overlijden nog

geen 27 jaar oud is. Met ingang van 2009 zijn de uitgaven

terzake van ziekte en overlijden overigens niet meer

aftrekbaar. chronisch zieken ontvangen een tegemoet-

koming in de vorm van een toeslag.

9. b o demwaarderegel ing geb ouwen re creatieb e drij f

Met ingang van 2007 is de fiscaal toegestane afschrijving

beperkt. Zo geldt voor gebouwen de zogenoemde

bodemwaarde. al naar gelang het gebruik bedraagt deze

waarde 50% (eigen gebruik) of 100% (gebruik door

derden) van de WoZ-waarde. De boekwaarde mag niet

minder bedragen dan de bodemwaarde.

Wat een gebouw is, dient te worden uitgelegd naar het

spraakgebruik. tijdens de parlementaire behandeling

van deze (nadelige) maatregel heeft de staatssecretaris

aangegeven dat de invloed op de recreatiesector wel

meevalt. In veel gevallen is namelijk geen sprake van een

gebouw. Dit moet worden uitgelegd naar de jurispruden-

tie van de WIR en de investeringsaftrek.

Blijkens deze jurisprudentie hangt het sterk van de feiten

af of en in hoeverre erfverhardingen, parkeerterreinen

en energie-/wateraansluitingen als een gebouw of een

onzelfstandig onderdeel daarvan kwalificeren. Met name

in het recreatiebedrijf zal goed moeten worden

onderzocht wat op het terrein als gebouw kwalificeert en

wat niet. ook in andere sectoren dan het recreatiebedrijf

kan deze vraag zich in voorkomende gevallen voordoen.

10. L o onb elastingplicht dire cteur-gro otaande el houder

op 6 november 2007 heeft staatssecretaris De Jager met

de tweede Kamer overlegd over het beëindigen van de

inhoudingsplicht voor de loonbelasting voor directeu-

ren-grootaandeelhouders (dga’s) per 1 januari 2008. De

leden van de vaste commissie voor Financiën uit de

tweede Kamer hebben in dat overleg hun zorgen over-

gebracht over deze wijziging. Eén van de belangrijkste

problemen was dat ongeveer 1.600 dga’s door de

wijziging geen recht meer hebben op afdrachtverminde-

ring voor speur- en ontwikkelingswerk. De commissie

heeft De Jager toen gevraagd om in overleg met de

werkgeversorganisaties en de koepelorganisaties van

belastingconsulenten en accountants te onderzoeken

welke oplossingen er mogelijk zouden zijn. Dat overleg

heeft inmiddels plaatsgevonden en daaruit zijn de

volgende voorstellen voortgevloeid: 1) het introduceren

F E I t E N E N C I J F E R S F E I t E N E N C I J F E R S

12 13

van een vereenvoudigde loonaangifte voor dga’s; 2) het

introduceren van een systeem waarbij maandaangiften

met ongewijzigde gegevens (bijvoorbeeld bij de dga die

elke maand hetzelfde loon opneemt) eerder kunnen

worden ingediend dan nu het geval is; 3) het introdu-

ceren van een eenvoudiger systeem van betaling, waarbij

niet steeds een ander betalingskenmerk moet worden

ingevuld; 4) het verhogen van de grens voor het doen

van kwartaalaangifte voor de btw van 7000 euro tot

15.000 euro per 1 januari 2009; hierdoor zal een grotere

groep bedrijven (ruw geschat circa 45.000 extra) per

kwartaal in plaats van per maand aangifte btw gaan

doen. De inzet is om de aanpassingen in de loonaan-

gifteketen per 1 januari 2010 te realiseren.

VENNO Ot SCHAPSbEL AStING

11. Privé-uitgaven

De uitgaven die een vennootschap doet zijn zakelijk,

tenzij deze worden gedaan om te voorzien in de

persoonlijke behoeften van de aandeelhouder. Wanneer

een procedure in geschil is of een uitgave de zakelijke

belangen van de onderneming dient of de persoonlijke

behoeften van de aandeelhouder, heeft de rechter de

bevoegdheid om de werkelijke aard van de uitgaven te

beoordelen.

hof amsterdam maakte gebruik van deze bevoegdheid

en oordeelde dat de inspecteur voldoende aannemelijk

had gemaakt dat een bv uitgaven voor auto’s uitsluitend

had gedaan ten behoeve van haar aandeelhouder. De

aandeelhouder was een liefhebber van exclusieve auto’s.

De aandeelhouder besliste over de aan- en verkoop van

de auto’s en was de enige persoon die de auto’s mocht

gebruiken. het hof hield rekening met de omvang van

de totale uitgaven, met het aantal auto’s en met het feit

dat het om zeer luxe en dure auto’s ging. De hoge Raad

heeft dit oordeel bevestigd.

12. Rekening-courant dire cteur-gro otaande el houder

Rekening-courantverhoudingen tussen een dga en zijn

bv zijn zeer gebruikelijk. omvangrijke en voortdurende

debetstanden van de dga bij zijn bv hebben de aandacht

van de belastingdienst en worden vaak aangemerkt als

uitdeling van winst. gevolg is de heffing van dividendbe-

lasting bij de bv en van inkomstenbelasting bij de dga

over het bedrag van de uitdeling.

ter voorkoming van een uitdeling sloten een dga, zijn bv

en de belastingdienst een vaststellingsovereenkomst. op

grond van deze overeenkomst diende de dga zijn

debetstand van € 341.347 op 31 december 2001 in 10

jaar tijd af te lossen. De jaarlijkse aflossing diende

minimaal € 20.000 te bedragen, terwijl over het

uitstaande saldo rente moest worden betaald. hogere

debetstanden dan volgens deze overeenkomst zouden als

een winstuitdeling worden aangemerkt.

In het jaar 2004 liep de schuld van de dga op van

€ 283.951 tot € 290.268. De belastingdienst merkte het

verschil tussen deze bedragen en de minimale jaarlijkse

aflossing aan als een netto winstuitdeling. De bv bestreed

de opgelegde naheffingsaanslag dividendbelasting.

Volgens de bv was de winstuitdeling gelijk aan het

verschil tussen de som van de jaarlijkse minimumaflos-

singen voor de jaren 2002 tot en met 2004 en de

werkelijke afname van de schuld in die jaren. De

rechtbank volgde dit betoog niet. het paste niet in de

vaststellingsovereenkomst om de aflossing in een jaar

voor zover deze meer bedroeg dan het minimum van

€ 20.000 toe te rekenen aan een ander jaar. De rechtbank

hechtte vooral belang aan de afspraak dat de gehele

schuld van € 341.347 in maximaal 10 jaar moest worden

afgelost. Met een jaarlijkse aflossing van € 20.000 zou dat

niet lukken.

Naar het oordeel van de rechtbank was de naheffings-

aanslag terecht opgelegd. De rechtbank vernietigde wel

de opgelegde boete wegens het ontbreken van opzet of

grove schuld. De bv had niet zondermeer van de

juistheid van haar standpunt mogen uitgaan zonder de

mening van de belastingdienst te vragen. Er was wel

sprake van enige schuld, maar niet van grove schuld.

13. Vrijgestelde b eleggingsinstel l ing

Met ingang van 1 augustus 2007 kent de vennootschaps-

belasting, naast de bijzondere regeling voor de beleggings-

instelling die verplicht is de winst uit te delen aan de

aandeelhouders, de vrijgestelde beleggingsinstelling.

Beleggingsinstellingen die aan de voorwaarden voldoen,

kunnen op verzoek worden vrijgesteld van vennoot-

schapsbelasting. De vrijstelling geldt slechts bij collectief

beleggen door een instelling met een open-endkarakter;

niet bij individueel vermogensbeheer. Zo moet ten

minste 10% van de aandelen in handen zijn van een

derde. Deze derde mag naar de mening van de

staatssecretaris De Jager geen familielid zijn. of dit juist

is, valt nog te bezien.

De vrijstelling geldt alleen als het doel en de feitelijke

werkzaamheid van de instelling uitsluitend bestaan uit

beleggen in financiële instrumenten met toepassing van

risicospreiding. het verstrekken van leningen is in strijd

met de beleggingseisen.

Splitsing van bestaande vennootschappen met als doel

het verkrijgen van de vrijstelling voor de beleggings-

activiteiten, is volgens een goedkeuring van de

staatssecretaris niet gericht op het ontgaan of uitstellen

van belastingheffing en kan dus fiscaal vrijgesteld

plaatsvinden.

houders van een aanmerkelijk belang in vrijgestelde

beleggingsinstellingen en buitenlandse beleggings-

lichamen moeten een forfaitair bedrag bij hun inkomen

in box 2 tellen. Dit geldt ook voor een indirect belang in

een buitenlands beleggingslichaam via een in Nederland

gevestigde vennootschap. het jaarlijks forfaitaire

rendement bedraagt 4%. Voorzover het werkelijke

rendement lager is, wordt de verkrijgingsprijs van de

aandelen verhoogd. Bij de toekomstige verkoop wordt

als gevolg daarvan minder belaste verkoopwinst behaald.

Voor de andere particuliere aandeelhouders vormt het

bezit een box 3 belegging.

Nadeel van de faciliteit is dat de ingehouden binnen- en

buitenlandse bronbelasting (dividendbelasting) niet

verrekenbaar is met de terzake van het forfaitaire

rendement c.q. de waarde verschuldigde inkomsten-

belasting. De faciliteit is daarom met name geschikt voor

obligaties en indirecte vastgoedbeleggingen en niet

zozeer voor aandelen.

14. b ep erk ing renteaftrek te ve el v re emd vermogen

De Wet op de Vennootschapsbelasting bevat een

bepaling die de aftrek van rente verhindert bij een

vennootschap met een overschot aan vreemd vermogen.

Deze bepaling geldt alleen voor vennootschappen die

met andere vennootschappen een groep vormen. Een

groep is een economische eenheid waarin vennoot-

schappen organisatorisch zijn verbonden. In de

Richtlijnen voor de jaarverslaggeving is het groepsbegrip

nader uitgewerkt. Zo is sprake van een groepsrelatie als

een vennootschap een andere vennootschap feitelijk

beheerst of feitelijk beleidsbepalend is in die andere

vennootschap. De verhouding tussen het teveel aan

vreemd vermogen en het gemiddeld vreemd vermogen

bepaalt welk deel van de betaalde rente over het vreemde

F E I t E N E N C I J F E R S F E I t E N E N C I J F E R S

vermogen niet aftrekbaar is. het is voor toepassing van

de aftrekbeperking niet van belang aan wie de rente

betaald wordt, met andere woorden: dat hoeft niet aan

een andere groepsmaatschappij te zijn. Wel moet sprake

zijn van een verbonden lichaam. Dat is bijvoorbeeld aan

de orde bij een meerderheidsbelang. Dat werd bevestigd

in een uitspraak van de rechtbank haarlem.

De procedure had betrekking op een vennootschap met

twee aandeelhouders. Volgens de rechtbank vormde de

vennootschap een groep met de minderheidsaandeel-

houder omdat deze alle activiteiten van de vennootschap

uitvoerde. Deze aandeelhouder oefende ook feitelijk de

zeggenschap uit. De andere aandeelhouder had een

belang van 93% in de vennootschap. Deze aandeelhou-

der leende een zeer groot bedrag aan de vennootschap.

De aan deze aandeelhouder verschuldigde rente viel

onder de aftrekbeperking omdat er door het meerder-

heidsbelang was voldaan aan de vereiste verbondenheid.

het ontbreken van een groepsverband tussen de

rentebetaler en de renteontvanger was niet relevant.

OmZEtbEL AStING

15. bt W op factuur

Wie op een document dat als een factuur kan worden

aangemerkt omzetbelasting vermeldt die niet verschul-

digd is wegens het verrichten van een dienst of een

14 15

levering, moet deze belasting afdragen aan de belasting-

dienst. Dat volgt uit de Wet op de omzetbelasting. het

document waarop de omzetbelasting wordt vermeld,

hoeft niet te voldoen aan de eisen die aan een normale

factuur worden gesteld in de wet. ook is niet van belang

wat de aard van het document is.

Een tuinder verkocht en leverde in 2004 de grond

waarop hij zijn bedrijf uitoefende aan de gemeente ter

voorkoming van onteigening. In de transportakte werd

naast de koopsom voor de grond ook een bedrag aan

schadeloosstelling genoemd. over de schadeloosstelling

werd omzetbelasting berekend, die door de tuinder niet

werd afgedragen. De vraag was of de transportakte als

factuur kon worden aangemerkt.

De rechtbank Den haag vond van wel. om te beoorde-

len of sprake is van een document dat als factuur kan

worden aangemerkt, speelt de aard van de vermelde

prestatie geen rol. Evenmin speelt een rol dat het

document, in dit geval de transportakte, niet voldoet aan

alle voorwaarden die de wet stelt aan een factuur.

SO CIALE VERZEKERINGEN

16. VAR

Wie zekerheid wil over de fiscale beoordeling van zijn

arbeidsrelatie kan bij de belastingdienst een Verklaring

arbeidsrelatie (VaR) aanvragen. Dat is een schriftelijk

traject. De staatssecretaris van Financiën heeft

aangekondigd dat dit in de nabije toekomst ook via

internet kan gebeuren, mogelijk al met ingang van het

kalenderjaar 2009. als dat lukt kunnen de aanvragen

voor dat jaar vanaf september 2008 digitaal worden

ingediend.

Voor mensen die al drie jaar aaneen dezelfde VaR

hebben gekregen, komt er in 2010 een stilzwijgende

verlenging van de VaR. Uiteraard zijn deze mensen dan

wel verplicht om wijzigingen door te geven.

ARbEIDSRECHt

17. C oncurrentieb e ding

Vooral bij zogenaamde sleutelfunctionarissen is het

opnemen van een concurrentiebeding in de arbeidsover-

eenkomst zeer gebruikelijk. Volgens de wet moet een

concurrentiebeding schriftelijk zijn overeengekomen om

rechtsgeldig te zijn. Een concurrentiebeding verbiedt in

zijn gebruikelijke vorm de werknemer gedurende een

zekere periode na het beëindigen van de dienstbetrek-

king voor een concurrent van de huidige werkgever te

werken. Voor beide partijen kan het aangaan van een

concurrentiebeding c.q. het houden van een voormalige

werkgever aan het concurrentiebeding verstrekkende

gevolgen hebben.

Een bedrijf dat actief was op het terrein van de werving

en selectie, uitzenden en detachering van middelbaar en

hoger opgeleid personeel had een ruim geformuleerd

concurrentiebeding opgelegd aan een van zijn werkne-

mers. De werknemer wilde aan de slag bij een gelijksoor-

tig bedrijf in een meer uitdagende functie. De dienstbe-

trekking bij de nieuwe werkgever begon op 1 februari

2008. Volgens het concurrentiebeding was het de

werknemer verboden om binnen één jaar na 1 februari

2008 binnen heel Nederland werkzaam te zijn voor een

gelijksoortig bedrijf, ongeacht de aard van de werkzaam-

heden. De oude werkgever eiste in kort geding dat de

werknemer verboden zou worden bij de concurrent in

dienst te treden. De rechter vond voldoende aannemelijk

dat de oude werkgever mogelijk nadeel zou ondervinden

van de indiensttreding van de werknemer bij een

concurrent en dus een zwaarwegend belang had bij

handhaving van het concurrentiebeding. De werknemer

had volgens de rechter een zwaarwegend belang bij

schorsing van het concurrentiebeding. het vinden van

een andere baan die niet onder het concurrentiebeding

viel, was vanwege het ruime concurrentiebeding niet zo

gemakkelijk als de oude werkgever wilde doen geloven.

De rechter beperkte de duur van het concurrentiebeding

tot een periode van 8 maanden na het einde van het

dienstverband. In deze tijd mag de werknemer niet in

dienst treden van de (beoogde) nieuwe werkgever. De

oude werkgever moet gedurende deze periode het salaris

doorbetalen omdat de werknemer door de handhaving

van dit beding wordt belemmerd in het vinden van een

gelijkwaardige of betere functie. conclusie: maak een

concurrentiebeding niet (onnodig) te ruim omdat u

anders met voornoemd risico kunt worden geconfron-

teerd.

Volgens vaste rechtspraak handelt de nieuwe werkgever

behoudens bijzondere omstandigheden overigens niet

onrechtmatig jegens de oude werkgever door het

aannemen van een werknemer die aan een concurrentie-

beding gebonden is. Er is dan ook geen reden om de

nieuwe werkgever te veroordelen tot het betalen van een

schadevergoeding aan de oude werkgever.

Een concurrentiebeding beperkt een werknemer na de

beëindiging van zijn dienstbetrekking in zijn mogelijk-

heden om elders te werken. Daarom moet een concur-

rentiebeding, wil het rechtsgeldig zijn, schriftelijk zijn

vastgelegd en door de werknemer zijn geaccepteerd. De

schriftelijke vastlegging van het concurrentiebeding kan

gedaan worden in de arbeidsovereenkomst of in een

afzonderlijk stuk, waarnaar in de arbeidsovereenkomst

of een begeleidende brief wordt verwezen. het is dan

voor de geldigheid van het concurrentiebeding niet

F E I t E N E N C I J F E R S F E I t E N E N C I J F E R S

nodig dat dit afzonderlijke stuk door de werknemer

wordt ondertekend, zolang maar blijkt dat de werkne-

mer heeft ingestemd met het concurrentiebeding. Dat

kan blijken uit de ondertekening van de arbeidsovereen-

komst of uit de ondertekening voor akkoord van de

begeleidende brief.

aan de vereiste schriftelijke vastlegging is niet voldaan

als de werknemer zich schriftelijk akkoord verklaart met

de inhoud van een document waarin een concurrentie-

beding voorkomt als het niet als bijlage aan de werkne-

mer is toegestuurd, tenzij de werknemer uitdrukkelijk

verklaart dat hij met het concurrentiebeding instemt.

18. G o e d werkge vers chap

Werkgevers zijn gebonden aan de regels van goed

werkgeverschap. Een werkgever die een werknemer,

nadat deze de arbeidsovereenkomst had opgezegd en

een contract met een andere werkgever had gesloten,

overhaalde om zijn dienstverband toch voort te zetten

en daarbij een concurrentiebeding oplegde, hield zich

niet aan deze regels. De opzegging van de arbeidsover-

eenkomst was tijdig gedaan. ten tijde van de opzegging

gold geen concurrentiebeding voor de werknemer. De

oude werkgever wist dat de werknemer een arbeidscon-

tract met de nieuwe werkgever had gesloten, maar

haalde zijn werknemer over met een salarisverhoging

om nog minstens 2 jaar te blijven, terwijl hij na zijn

uitdiensttreding gedurende een periode van 1 jaar niet

in dienst mocht treden bij de nieuwe werkgever.

De rechter in kort geding vond dat het niet getuigde van

goed werkgeverschap om de werknemer over te halen in

dienst te blijven en zijn verplichtingen uit een rechtsgel-

dige nieuwe overeenkomst niet na te komen. De rechter

oordeelde dat de werknemer daarom niet was gebonden

aan het concurrentiebeding, mede omdat de werkgever

de werknemer niet in de gelegenheid had gesteld om na

te gaan of de nieuwe werkgever bereid was hem niet aan

zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst te houden.

VARIA

19. L eges

gemeenten hebben de bevoegdheid om een aantal

belastingen in te stellen. De gemeentelijke leges voor de

aanvraag van een bouwvergunning is een van deze

belastingen. De hoogte van deze belasting is vaak

afhankelijk van de geschatte bouwkosten van het pand

waarvoor de vergunning wordt aangevraagd. Uitgangs-

punt moet zijn, dat de te betalen belasting in een

redelijke verhouding staat tot de door de gemeente te

maken kosten voor het behandelen van de aanvraag.

Wanneer de bouwkosten (zeer) hoog zijn, bestaat de

mogelijkheid dat de tariefstelling onredelijk is indien er

niet in enige vorm van matiging in het tarief is voorzien.

onredelijke belastingheffing is een reden voor vernieti-

ging van een opgelegde aanslag.

hof Den Bosch heeft om die reden onlangs een aanslag

gemeentelijke leges voor een bouwvergunning

vernietigd. De vastgestelde tarieftabel was niet degressief

en kende geen maximum. Voor de aanvraag van een

bouwvergunning voor een ziekenhuis bracht de

gemeente ruim € 1,5 miljoen in rekening. Volgens het

hof was dat zowel absoluut als relatief een zeer hoog

bedrag. Een dergelijk bedrag vraagt om een andere

onderbouwing dan alleen maar de opmerking dat de

tarieftabel is toegepast. toepassing van de tarieftabel

leidde in dit geval tot een onredelijke en willekeurige

heffing van belasting die de wetgever bij de toekenning

van de bevoegdheid tot het heffen van leges niet bedoeld

kan hebben.

20. Successie wet

Nadat de staatssecretaris van Financiën eerder al had

aangekondigd dat de Successiewet op de schop gaat heeft

hij in een gastcollege op de Universiteit tilburg de

contouren geschetst van de nieuwe Wet Schenk- en

Erfbelasting. Waar de huidige wet nog uitgaat van de

persoon van de schenker respectievelijk de persoon van

de erflater, wil de staatssecretaris straks de verkrijger

centraal stellen. Desondanks zal, om heffingslekken te

voorkomen, de persoon van de schenker respectievelijk

erflater niet geheel losgelaten worden als uitgangpunt

voor de belastingheffing. anders dan de huidige wet wil

de staatssecretaris meer aansluiting zoeken bij de

economische realiteit en belasting heffen van personen

die er door een schenking of door overlijden van een

ander op vooruit gaan. op die manier wordt een aantal

bestaande constructies bestreden. De basis van die

constructies is namelijk het voorkomen van juridische

eigendom bij de begunstigden. Voorbeelden zijn het

onderbrengen van het vermogen in een trust die in een

belastingparadijs is gevestigd, keuzetestamenten waarbij

de nabestaanden de keuze hebben uit een reeks aan

mogelijkheden om de belasting zo laag mogelijk te

houden en testamenten waarbij generaties worden

overgeslagen (ik-opatestament).

De staatssecretaris overweegt ook om de vorderingen uit

een langstlevendentestament te defiscaliseren. Bij de

heffing van successierecht wordt dan geen rekening

gehouden met de vordering die kinderen hebben op de

langstlevende ouder wegens overbedeling. Nu worden de

kinderen nog belast voor hun aandeel in de nalatenschap,

terwijl ze slechts een niet opeisbare vordering op de

langstlevende ouder krijgen. Deze vordering is pas

opeisbaar bij overlijden van de langstlevende ouder. Bij

toepassing van de wettelijke verdeling is deze vordering

op dit moment al gedefiscaliseerd voor de inkomsten-

belasting. Voor de kinderen vormt deze vordering geen

bezitting in box 3. Daar staat tegenover dat de ouder de

schuld niet in mindering kan brengen in box 3.

Door verbreding van de heffingsgrondslag moet het

mogelijk zijn om de tarieven te verlagen zonder dat de

belastingopbrengst daardoor daalt. De opzet is dat er

slechts twee groepen verkrijgers over blijven, namelijk

partners en kinderen enerzijds en overige verkrijgers

anderzijds. De voorkeur van de staatssecretaris gaat uit

naar één belastingtarief per groep. Voor partners en

kinderen zou dat niet hoger mogen zijn dan 20%; voor

overige verkrijgers zou dat onder de 50% moeten blijven.

progressie in de belastingheffing kan dan worden

verkregen door het verlenen van een vrijstelling voor

een deel van de verkrijging. Naarmate de verkrijging

groter is, wordt de invloed van de vrijstelling op het

gemiddelde tarief kleiner.

De huidige wet bevat verschillende soorten vrijstellin-

gen. Er zijn zowel voet- als drempelvrijstellingen.

Drempelvrijstellingen vervallen wanneer de verkrijging

hoger is dan de drempel. De staatssecretaris wil in de

nieuwe wet uitsluitend nog voetvrijstellingen opnemen.

Voor bedrijfsopvolging in de familiesfeer bestaat een

ruime faciliteit. Deze faciliteit zal in de kern blijven

bestaan, maar wordt vereenvoudigd. De bedoeling is dat

de conserverende aanslag die in dit kader wordt

opgelegd komt te vervallen.

op dit moment is nog niet voorzien in overgangsrecht.

Met name de aangekondigde defiscalisering van de

vorderingen uit een langstlevendentestament zou

langdurig overgangsrecht tot gevolg kunnen hebben.

Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud kan geen aansprakelijk-

heid worden aanvaard voor juistheid en volledigheid van de verstrekte

gegevens. In deze uitgave is rekening gehouden met wet, regelgeving en

gepubliceerd beleid tot eind mei 2008. Voor toepassing in individuele

gevallen raden wij u aan contact op te nemen met uw adviseur.

16 17

F E I t E N E N C I J F E R S F E I t E N E N C I J F E R S

parkeergelegenheid. “We hebben in dit pand drie

keer zoveel ruimte om onze producten te tonen”,

vertelt Esther den herder. “op 1.500 m2 kunnen

klanten echt ervaren wat de mogelijkheden zijn.

Zo kunnen ze sneller en gemakkelijker kiezen.”

46 procent van de klanten van Den herder komt

binnen via mond-tot-mondreclame. Esther den

herder: “We zijn trots op onze goede naam. En

doen erg ons best om dat zo te houden.

onze medewerkers zijn ervaren en geven

deskundig advies. Samen met de klant gaan ze op

zoek naar het product dat het beste bij de klant

past. persoonlijke begeleiding is kenmerkend

voor onze onderneming. Daarin onderscheiden

we ons van veel andere beddenspeciaalzaken.”

19

I N D E P R A K t I J K

Den herder Bedden is een allround beddenspeciaalzaak met

showrooms in harderwijk en apeldoorn. het bedrijf heeft

ruim tien mensen in dienst die gespecialiseerd zijn in slapen.

Naast bedden verkopen zij losse bodems en matrassen,

complete slaapsystemen, kinder- en tienerbedden, linnen-

kasten, inbouwkasten en inloopkasten. Kijk voor meer

informatie, openingstijden en adressen op www.denherder.nl

Den Herder bedden

Progressiever

De relatie met Schuiteman gaat nog niet zo lang terug. “We

waren eerst klant bij een ander kantoor en hadden daar goede

contacten met Everhard van pijkeren. Een jaar geleden kwam

hij in dienst bij Schuiteman. Wij zijn als het ware met hem

meeverhuisd.” Schuiteman verzorgt voor Den herder onder

meer de jaarcontroles, personeelsadministratie en belasting-

aangiftes. Verder heeft het kantoor een adviserende rol bij

grote aankopen, zoals een nieuwe auto. albert den herder

denkt bij Schuiteman ‘vooruit’ te gaan. “Qua inzichten is dit

kantoor progressiever”, vertelt hij. We hopen dat Schuiteman

ons op financieel gebied nieuwe mogelijkheden biedt. En dat

we nieuwe kansen zullen benutten.” Esther den herder is

absoluut te spreken over de samenwerking met Schuiteman.

“op de een of andere manier zoek je dat wat je in je eigen

bedrijf belangrijk vindt, ook in je eigen zakenrelaties. Bij ons is

dat persoonlijk contact en dat vinden we bij Schuiteman. als

wij iets aangeven, hebben we het idee dat er echt naar ons

geluisterd wordt en dat er echt iets mee gedaan wordt.”

“bij Schuiteman wordt echt naar ons geluisterd”

Al 80 jaar is Den Herder bedden in

Harderwijk en Apeldoorn een bekende

naam in de regio. broer en zus Albert en

Esther den Herder namen het bedrijf

twaalf jaar geleden samen over van hun

ouders. “Klanten komen van alle

uithoeken om kennis te maken met ons

grote assortiment bedden, matrassen,

slaapsystemen, linnenkasten en

bedtextiel.”

Enorme groei

Drie generaties lang is het bedrijf nu in de

familie. “onze opa en oma zijn kleinschalig

begonnen met een meubelfabriek”,

vertellen albert en Esther den herder.

“Klanten konden de meubels direct bij de

fabriek kopen. Later openden ze een

winkel. Rond 1970 namen onze ouders en

oom en tante het bedrijf over. De zaak

splitste zich. onze oom en tante richtten

zich op wooninrichting. En onze ouders

specialiseerden zich in bedden.”

Er kwam steeds meer aandacht voor goed

en gezond slapen. Zeker de laatste tien tot

vijftien jaar steeg het aantal consumenten.

“het bedrijf maakte een enorme groei

door”, zegt Esther den herder. “Mijn

ouders begonnen in een pand in het centrum van harderwijk

waar we 300 m2 showroomruimte hadden. Later bouwden we

een stuk bij tot 500 m2. Maar we groeiden uit onze voegen.

Bovendien was parkeren in de binnenstad een probleem.”

mogelijkheden ervaren

Vijf jaar geleden verhuisde de zaak naar een locatie iets buiten

het centrum, aan een plein met meer dan voldoende

I N D E P R A K t I J K

18

“Op 1.500 m 2 kunnen klanten echt er varen wat de mogeli jkheden zi jn. Z o kunnen z e

snel ler en gemakkeli jker kiez en”

C O L O F O N

Eye-Opener is een uitgave vanS chuiteman Accountants & Adviseurs en verschijnt v ier keer per jaar in een oplage van 1850 stuks

Redact ie S chuiteman Accountants & AdviseursReclamebureau DplusM

Redact ie-adresS chuiteman Accountants & AdviseursT.a .v. Saskia S olPostbus 146 - 3780 B C VoorthuizenT: (0342) 473444 - F: (0342) 474841E: [email protected]

C oncept , vormgeving en product ieReclamebureau DplusM

©2008 Schuiteman Accountants & Adviseurs

VO ORTHUIZEN

Kerkstraat 29 - VoorthuizenPostbus 146 - 3780 BC VoorthuizenT: (0342) 473444 - F: (0342) 474841E: [email protected]

BARNEVELD

Thorbeckelaan 95 - BarneveldPostbus 480 - 3770 AL BarneveldT: (0342) 411200 - F: (0342) 420022E: [email protected]

HUIZEN

Huizermaatweg 360 - HuizenPostbus 391 - 1270 AJ HuizenT: (035) 6473471 - F: (035) 6473472E: [email protected]

VEENENDAAL

Vendelier 4 IV - VeenendaalPostbus 622 - 3900 AP VeenendaalT: (0318) 618666 - F: (0318) 610147E: [email protected]

HARDERWIJK

Stephensonstraat 29-A - HarderwijkPostbus 1164 - 3840 BD HarderwijkT: (0341) 455597 - F: (0341) 495090E: [email protected]

3130

7 -

08/0

7 ©

Sch

uite

man

/ R

ecla

meb

urea

u D

plus

M B

V

w w w . s c h u i t e m a n . c o mw w w . w e r k e n b i j s c h u i t e m a n . c o m

“Nothing escapes his eagle eye...”