Evaluatiecriteria XL Grafische Vormgeving

7
EVALUATIECRITERIA XL GRAFISCHE VORMGEVING Deze lijst bevat de alle evaluatiepunten + verklaring bij grafisch ontwerp. B= Basis. Met deze aandachtspunten moet je verplicht rekening houden. U= Uitbreiding. Belangrijke, maar voor de tweede graad nog niet verplichte aandachtspunten. TYPOGRAFIE B Keuze lettertype(s) in functie van de doelgroep (leesbaarheid primeert !) Gebruik steeds een goed leesbaar lettertype dat aangepast is aan uw doelgroep (kinderen, jongeren, volwassenen, ouderen, ...). Speciale, creatieve lettertypes gebruik je beste enkel voor (kort) hoofdtitels. B Twee tot max. drie lettertypes per (deel)opdracht Standaard gebruik je 2 lettertypes: één voor de titels, één voor de broodtekst. Je blijft consequent steeds dezelfde lettertypes gebruiken doorheen uw ganse opmaak. B Corpsgrootte in functie van doelgroep en type drukwerk De corpsgrootte (of lettergrootte) is aangepast aan het soort drukwerk en het drukformaat. Gebruik corpsgrotes die aangepast zijn aan uw doelgroep. Kleine kinderen en ouderen hebben, bijvoorbeeld, nood aan een iets groter corps. B Corpsgrootte in functie van hierarchie binnen het drukwerk Een duidelijk onderscheid in corpsgrote tussen titel, tussentitel/ondertitel, broodtekst, fotolegende, enz.. B Regelafstand (of interlinie) minstens 100% van de corpsgrootte De afstand tussen twee tekstregels mag niet kleiner zijn dan de corpsgrootte. Als uw tekst c.10 is, dan is uw regelafstand minstens 10pt. Standaard staat de regelafstand op "auto" = 120% van uw corps. Deze regelafstand wordt aangeraden. Uitzondering: wanneer uw tekst volledig in hoofdletters (kapitalen) staat of je maakt in titels gebruik van speciale lettertypes, dan mag uw regelafstand kleiner zijn dan uw corpsgrootte. B Tekstversmalling overal gelijk en zonder in te boeten aan leeskwaliteit Wanneer tekst versmald/verbreed wordt, dient dit overal gelijk te zijn. Het behoud van de leeskwaliteit is prioritair. Een minimale tekstversmalling van 75% wordt aanbevolen. B Tekstgroepen bij elkaar (straat+nr, tel.nrs, postcode+woonplaats, …)

description

Evaluatiecriteria Grafische Vormgeving 2e Graad TSO/BSO

Transcript of Evaluatiecriteria XL Grafische Vormgeving

Page 1: Evaluatiecriteria XL Grafische Vormgeving

EVALUATIECRITERIA  XL  -­‐  GRAFISCHE  VORMGEVING    Deze  lijst  bevat  de  alle  evaluatiepunten  +  verklaring  bij  grafisch  ontwerp.  B  =     Basis.  Met  deze  aandachtspunten  moet  je  verplicht  rekening  houden.  U  =     Uitbreiding.  Belangrijke,  maar  voor  de  tweede  graad  nog  niet  verplichte  aandachtspunten.      TYPOGRAFIE  

B   Keuze  lettertype(s)  in  functie  van  de  doelgroep  (leesbaarheid  primeert  !)    Gebruik  steeds  een  goed  leesbaar  lettertype  dat  aangepast  is  aan  uw  doelgroep  (kinderen,  jongeren,  volwassenen,  ouderen,  ...).  Speciale,  creatieve  lettertypes  gebruik  je  beste  enkel  voor  (kort)  hoofdtitels.  

B   Twee  tot  max.  drie  lettertypes  per  (deel)opdracht    Standaard  gebruik  je  2  lettertypes:  één  voor  de  titels,  één  voor  de  broodtekst.  Je  blijft  consequent  steeds  dezelfde  lettertypes  gebruiken  doorheen  uw  ganse  opmaak.  

B   Corpsgrootte  in  functie  van  doelgroep  en  type  drukwerk    De  corpsgrootte  (of  lettergrootte)  is  aangepast  aan  het  soort  drukwerk  en  het  drukformaat.  Gebruik  corpsgrotes  die  aangepast  zijn  aan  uw  doelgroep.  Kleine  kinderen  en  ouderen  hebben,  bijvoorbeeld,  nood  aan  een  iets  groter  corps.  

B   Corpsgrootte  in  functie  van  hierarchie  binnen  het  drukwerk    Een  duidelijk  onderscheid  in  corpsgrote  tussen  titel,  tussentitel/ondertitel,  broodtekst,  foto-­‐legende,  enz..  

B   Regelafstand  (of  interlinie)  minstens  100%  van  de  corpsgrootte    De  afstand  tussen  twee  tekstregels  mag  niet  kleiner  zijn  dan  de  corpsgrootte.  Als  uw  tekst  c.10  is,  dan  is  uw  regelafstand  minstens  10pt.  Standaard  staat  de  regelafstand  op  "auto"  =  120%  van  uw  corps.  Deze  regelafstand  wordt  aangeraden.    Uitzondering:  wanneer  uw  tekst  volledig  in  hoofdletters  (kapitalen)  staat  of  je  maakt  in  titels  gebruik  van  speciale  lettertypes,  dan  mag  uw  regelafstand  kleiner  zijn  dan  uw  corpsgrootte.  

B   Tekstversmalling  overal  gelijk  en  zonder  in  te  boeten  aan  leeskwaliteit    Wanneer  tekst  versmald/verbreed  wordt,  dient  dit  overal  gelijk  te  zijn.  Het  behoud  van  de  leeskwaliteit  is  prioritair.  Een  minimale  tekstversmalling  van  75%  wordt  aanbevolen.    

B   Tekstgroepen  bij  elkaar  (straat+nr,  tel.nrs,  postcode+woonplaats,  …)  

Page 2: Evaluatiecriteria XL Grafische Vormgeving

B   Logische  en  taaltechnisch  correcte  woordsplitsingen    Vertrouw  niet  voor  100%  op  het  splitsingsprogramma  van  uw  software.  Voer  steeds  een  controle  uit  van  de  gemaakte  splitsingen  en  grijp  in  waar  nodig.  

B   Juist  gebruik  leestekens  (!?,:;)  en  hoofdletters  (personen,  landen,  steden,  ...)  

B   Uniform  gebruik  van  zelfde  tekstspecificaties  doorheen  het  drukwerk    Tussentitels,  broodtekst,  fotolegendes,  paginacijfers,  footers/headers,  enz...  dienen  op  elke  pagina  van  het  drukwerk  identiek  te  zijn.  Titels  kunnen  evenwel  in  grootte  variëren.  

U   Logisch  splitsen  van  titels  in  tekstregels    Probeer  titels  in  logische  stukken  te  splitsen,  zodat  deze  gemakkelijk  en  gestructureerd  kunnen  gelezen  en  begrepen  worden.  

   

Page 3: Evaluatiecriteria XL Grafische Vormgeving

KLEUR  

B   Kleuren  in  CMYK    Staan  alle  gebruikte  kleuren  in  CMYK  ?  Geen  RGB-­‐  of  PANTONE-­‐kleuren  ?  Let  op  bij  het  gebruik  van  vectorbeelden  via  brandsoftheworld,  vecteezy,  enz...  

B   Kleurcontrast  tussen  achtergrond  en  tekst    Is  er  voldoende  kleurcontrast  tussen  uw  tekst  en  de  achtergrond?  Geen  zwart  op  blauw,  geel  op  groen,  enz...  De  tekst  moet  vlot  en  zonder  enige  extra  inspanning  gemakkelijk  leesbaar  zijn.  

B   Uniform  kleurgebruik  doorheen  het  drukwerk    Eens  gekozen  voor  een  bepaald  (steun)kleur  dient  deze  overal  op  dezelfde  wijze  en  in  dezelfde  kleurtint  doorheen  het  drukwerk  gebruikt  te  worden.  Uniform  =  overal  hetzelfde  

U   PANTONE  niet  mixen  met  CMYK    Ofwel  zet  je  PANTONE-­‐kleuren  om  naar  CMYK  ofwel  is  het  gebruik  van  PANTONE-­‐kleuren  in  combinatie  met  CMYK  écht  bewust.  In  dat  geval  laat  men  natuurlijk  alles  zoals  het  is.  

   

Page 4: Evaluatiecriteria XL Grafische Vormgeving

COMPOSITIE  

B   Compositie  in  functie  van  natuurlijke  leesvorm  (Lboven  naar  Ronder)    Tekst  lezen  we  van  Links  naar  Rechts  en  een  pagina/affiche  van  Links  Boven  naar  Rechts  Onder.  Hou  hier  rekening  mee  bij  het  vormgeven  van  uw  drukwerk.    

B   Hierarchische  opbouw  bij  het  plaatsen  van  tekst  en  beeld    Plaats  "first  things,  first".  Wat  belangrijk  is,  komt  bovenaan.  Wat  slechts  in  laatste  instantie  belangrijk  is  of  van  onderschikt  belang  is  komt  bvb  "kleiner"  of  "onderaan"  te  staan.  

B   Groeperen  van  tekst-­‐  &  beeldelementen  die  samen  horen  (Structuur  !)    Breng  structuur  in  uw  opmaak.  Zorg  ervoor  dat  elementen  die  samen  horen  ook  op  zo'n  manier  gepositioneerd  staan  dat  gemakkelijk  aan  elkaar  gelinkt  kunnen  worden.  Maak  desnoods  gebruik  van  horizontale  en/of  vertikale  afscheidings-­‐lijnen,  kleurvlakken,  kaders,  enz...  om  onderdelen  van  elkaar  te  scheiden  of  bij  elkaar  te  houden.  

B   Respecteren  van  de  huisstijl  (Indien  van  toepassing)    Als  een  bedrijf  of  organisatie  een  bepaalde  communicatiestijl  hanteert  dan  moet  deze  consequent  doorheen  alle  drukwerk  worden  toegepast.  Zowel  qua  stijl,  lettertype(s),  kleur,  vormgeving,  enz...  

B   Creëer  ruimte  in  uw  drukwerk    (Openheid,  rust)    Ruimte  in  uw  drukwerk    zorgt  voor  rust  en  overzicht.  Wees  dus  niet  bang  om  (kleine)  open  ruimtes  in  uw  drukwerk  te  steken.  

   

Page 5: Evaluatiecriteria XL Grafische Vormgeving

BEELD  

B   Afbeeldingen  in  CMYK    Staan  al  uw  afbeeldingen  in  CMYK  ?  Zo  niet  >  in  PhotoShop  kleurmodus  omzetten.  

B   Vectors  in  CMYK    (Zie  ook  bij  "kleur").  Alle  vector-­‐illustraties  moeten  in  CMYK-­‐kleuren  gedefinieerd  staan.  

B   Functioneel  kadreren  van  afbeeldingen    Zorg  ervoor  dat  uw  afbeelding/foto  bij  uw  tekst  hoort.  Uw  volledige  afbeelding  hoeft  niet.  Een  detailbeeld  kan  soms  veel  sterker  zijn  dan  een  overzichtsbeeld.  

B   Originele  afbeelding  minstens  1:1    Geïmporteerde  afbeeldingen  mogen  nooit  kleiner  zijn  dan  het  formaat  waarop  ze  in  het  drukwerk  gebruikt  worden.  Een  grote  afbeelding  verkleinen  is  meestal  geen  probleem.  Een  kleine  afbeelding  vergroten  geeft  kwaliteitsverlies.  

B   Proportioneel  vergroten/verkleinen  van  afbeeldingen  en  logo's    Gebruik  ALTIJD  de  Shift-­‐toets  om  afbeeldingen  te  verkleinen  of  vergroten.  

B   Logo’s  vectorieel  (Zo  veel  als  mogelijk)    Logo's  dienen  steeds  vectorieel  te  zijn.  Voordeel  >  altijd  hoogste  kwaliteit,  ongeacht  de  grootte  waarop  deze  gebruikt  wordt.  

B   Achtergrond  van  logo’s  transparant  

B   Kaders/kleurvlakken/lijnen  staan  recht    Gebruik  de  Shift-­‐toets  om  uw  horizontale  en  vertikale  lijnen  te  tekenen.  

B   Afbeeldingen  passend  bij  het  drukwerk/onderwerp    Een  afbeelding  verduidelijkt  en  versterkt  uw  boodschap.  Zorg  er  dan  ook  voor  dat  de  afbeelding  bij  de  begeleidende  tekst  past.  

U   Afbeeldingen  minimum  in  150  ppi  (300ppi  is  de  standaard  voor  drukwerk)    Afbeeldingen  die  van  het  internet  geplukt  zijn  (72ppi)  kunnen  niet  gebruikt  worden  voor  drukwerk.  De  minimumresolutie  voor  drukwerk  is  150  ppi,  de  standaard  resolutie  (zoals  die  zou  moeten  zijn  !!!)  is  300  ppi.  Gebruik  PhotoShop  om  de  resolutie  van  uw  afbeelding  bij  te  werken.  Van  een  72ppi  kan  je  géén  150  of  300  ppi  maken.  Omgekeerd  kan  dat  wel.  

Page 6: Evaluatiecriteria XL Grafische Vormgeving

OPMAAK  

B   Gebruik  van  marges  rond  pagina’s,  lijn-­‐  en  kleurkaders,  …    Bladspiegel  ≠  zetspiegel.  Er  zijn  ALTIJD  marges  L,  R,  B,  O  bij  elke  drukwerkruimte.  Zowel  bij  pagina's,  tekstruimtes  met  kleurachtergrond  als  tekst  met  een  kaderrand.  

B   Bij  aflopend  beeld  op  een  pagina,  3mm  afloop  (of  bleed)    Bij  aflopende  kleurvlakken  of  afbeeldingen  op  een  pagina  gebruiken  we  3mm  afloop.  

B   Registeren  en  aligneren  van  tekst  en  afbeeldingen    Tekst  en  afbeeldingen  staan  steeds  gealigneerd  tegenover  elkaar.  Zeker  bij  kolommenwerk.  Vertikaal  lijnen  teksten  en  afbeeldingen  eveneens.  

B   Afbeeldingen,  kleurvlakken  en  kaders  op  kolombreedte    Afbeeldingen,  kleurvlakken,  kaders,  enz...  worden  steeds  op  kolombreedte  opgemaakt.  Ook  wanneer  tekst  op  een  andere  zetbreedte  wordt  gebruikt  is  dit  steeds  op  een  breedte  van  1,  2,  3  of....  kolommen.  

B   Gespiegelde  pagina's  bij  flyers,  magazines  en  boekwerk    De  marges  aan  de  rugzijde  spiegelen.  Bij  linker  pagina  =  rugmarge  Rechts.  Bij  rechter  pagina  =  rugmarge  Links.  

B   Alinea-­‐  en  tekenstijlen  bij  repetitieve  opmaak  

U   Rekening  houden  met  druk  en  afwerkingsvereisten    Hou  rekening  met  paginavolgorde  bij  vouwen,  aflopend  drukwerk,  breedte  van  uw  flyer-­‐luiken  bij  soort  vouw,  ...  

 

Page 7: Evaluatiecriteria XL Grafische Vormgeving

AFWERKING  

B   Origineel  document  altijd  behouden    Zie  ook  "Uniforme  bestandsnaam".  Behoud  altijd  uw  origineel  bestand,  inclusief  lagen,  filters,  enz...  Gebruik  ook  de  juiste  extensie  (ai  of  indd  of  aep  of  psd  of  ....)    

B   Eindresultaat  als  origineel  +  als  PDF  1a:2001  document    Zie  ook  "Uniforme  bestandsnaam".  Indien  oefening  in  AI  of  INDD,  gebruik  bij  export  of  "opslaan  als"  voor  een  1a:2001  pdf-­‐formaat.  

B   Alle  opdrachtonderdelen  in  één  (1)  map    Hou  alle  bestanden  (doc's,  afbeeldingen,  logo's,  ...)  van  elke  oefening  in  1  map  bij  elkaar.  Hou  het  overzicht  over  uw  opdrachten.  Zowel  qua  naamgeving  als  qua  ordening.  

B   Uniforme  bestandsnaam:  KLAS_VOORNAAM_OEF  NAAM_VERSIE.(extensie)    Bvb:  3TG_WIM_PROXIMUS_v1.ai