enterkrant maandag

12
EIGENWIJS & KRITISCH. VERSLAG DOOR HET REPORTERSLABO ENTERKRANT Vrijbus: Gent aankleden met poëzie (2) Poëzie poëzie kijk hier zie. Het standbeeld van vanartenveld. En daar het schrijverscentrum waar de dichtersboeken wonen. Ja die woorden lonen want u kunt er uw emoties en levens in laten verhoren. Freddy Zaterdag 11 februari 13u maandag 19 maart

description

muurkrant Enterfestival maandag 19 maart

Transcript of enterkrant maandag

Page 1: enterkrant maandag

EIGENWIJS & KRITISCH. VERSLAG DOOR HET REPORTERSLABOENTERKRANT

Vrijbus: Gent aankleden met poëzie (2)

Poëzie poëziekijk hier zie.

Het standbeeld van vanartenveld.

En daar het schrijverscentrumwaar de dichtersboeken wonen.

Ja die woorden lonen wantu kunt er uw emoties en levens

in laten verhoren.

FreddyZaterdag 11 februari 13u

maandag 19 maart

Page 2: enterkrant maandag

maandag 19 maart

Het sociaal-artistieke is een kleurrijk en divers veld waar de ondersteuning van beleid noodzakelijk is om dat veld te ondersteunen, te verrijken en te ver-sterken. Ik denk dat we het eens kun-nen zijn over de waarde en de betekenis van diverse sociaal-artistieke projec-ten. De waarde en betekenis verwijst

naar een visie: waar toe dienen die pro-jecten, welke rol nemen ze, wat is hun belang. Vanwaar komen we? Waar zijn we? Waar willen we naar toe?

Sociaal-artistieke initiatieven onder-vinden dagelijks de zin van hun werk en bouwen tegelijk een visie uit op sa-men zijn en samenleven. De visie van het beleid lijkt niet altijd even duidelijk en is afhankelijk van beleidscyclussen. Ministers verschillen van elkaar en bij elke wisseling verandert de visie ge-deeltelijk of volledig. Op die manier kan er geen werkelijke lange termijn visie worden opgebouwd die de sociaal-artis-tieke praktijken gedegen steunen. Het kan toch niet zijn dat een visie zo sterk persoonsgebonden is? Hoe kan men praktijken werkelijk laten groeien zon-der een visie op de toekomst of zeker-heid over de investering van middelen?

Het schoentje wringt evenzeer op de betrokkenheid of het engagement van een beleid/commissie op die dagelijkse praktijken. Hoe kan men nu beoordelen wanneer men niet ziet of ervaart wat dergelijke initiatieven teweeg brengen? Het gevoel van verschillende betrokke-

nen is dat beslissingen van de commis-sie vaak arbitrair overkomen. Het pre-advies is niet bindend en geeft nog geen uitsluitsel over het voortbestaan al dan niet. Maar wat bepaalt dan uiteindelijk de beslissing? Op basis van welke argu-menten? Sociaal-artistieke initiatieven worden tot verantwoording geroepen over hun werking en doelen. Wie roept het beleid en de commissie op tot ver-antwoording?

Een ander treffend voorbeeld dat in gaat op deze betrokkenheid, is de opstel-ling van een charter/akkoord tussen de kunstensector en de minister. Veel spe-lers uit de sociaal-artistieke praktijken, groot en klein, vernemen achteraf dat dergelijke akkoord is opgesteld. Het ge-tuigt van weinig betrokkenheid van het beleid op die sociaal-artistieke praktij-ken wanneer die stem niet wordt ge-hoord of genegeerd. Woorden van visie blijven slechts woorden wanneer deze niet worden vertaald naar de praktijk.

Drie punten van kritiek samengevat

Het beleid mag niet enkel scheidsrech-ter zijn maar moet een coachende rol opnemen. Een rol die het toelaat het so-ciaal-artistieke veld te laten groeien, te versterken en te verrijken. Daarvoor is visie nodig, een visie op samenleven en de rol van het sociaal-artistieke. Een vi-sie die niet werkelijk kan zijn wanneer er geen betrokkenheid/engagement is op de diversiteit en krachten van het sociaal-artistieke veld. Dit alles maakt duidelijk wat ontbreekt vanuit het be-leid en de commissie en wat tegelijk net zo noodzakelijk is: verantwoording van keuzes en investeringen die getuigen van een werkelijke lange termijn visie op een samenlevingsmodel waar het sociaal-artistieke in al zijn facetten een plaats krijgt.

Tijs

Mevrouw de minister van Cultuur, mag ik even een minuutje van u ?

Page 3: enterkrant maandag

maandag 19 maart

Zondagavond 18 maart zorgde De Figuranten sa-men met het muziektheatergezelschap uit Leuven Braakland/ZheBilding voor een rockende voorstel-ling. De muziek hebben ze zelf in elkaar gestoken en de teksten kwamen voort uit interviews die de spe-lers van zichzelf en elkaar hebben afgenomen over het leven in de Westkantons anno 2011. ”Luide Mu-ziek” klinkt helder, net zoals het stuk. Tina

Luide Muziek

Page 4: enterkrant maandag
Page 5: enterkrant maandag

maandag 19 maart

Vlastheater: Boeren, Vlassers, De FigurantenMong, heb jij een band met vlas?Mong Rosseel: Indirect wel, ik woon nu 100 m van het Schipdonkkanaal en aan het Schipdonkkanaal hangt een verhaal vast dat in verband staat met vlas. Het is ooit gegraven om de stank van het roten van het vlas uit Gent te houden. Het komt langs Zomergem, loopt van de Leie naar Heist, naar de zee, … Toen ze het kanaal Gent-Oostende gemaakt hebben, lieten ze het Schipdonkkanaal er in een duiker on-derdoor gaan, anders zou via dat kanaal de stank weer naar Gent gegaan zijn. Het moet dus wel een onwaarschijnlijke stank geweest zijn. Het vlas kennen we natuur-lijk ook van De Vlasschaert van Stijn Streuvels.Wat vond je van de voorstelling?Mong: Ik vind het prachtig gedaan, het is een ongelofelijke voorstelling, ontroerend schoon, en ook heel evenwichtig, zo ver-schillende kanten van die ‘industrie’.

Rona, waar jij vandaan komt, had je daar enige band met vlas?Rona Kennedy: Ik was net aan het denken wat het Engelse woord voor vlas is: flax. In de streek waar ik opgegroeid ben, in Oost-Engeland, werd er heel veel vlas ge-kweekt.Herken je de geur beschreven in het stuk ?Rona: Nee, dat kan ik mij niet herinneren, maar ik kom dan ook niet uit een boeren-familie. Die blauwe bloemen weet ik nog, heel veel velden met blauwe bloemen. Ik was vooral geïnteresseerd om iets te zien van De Figuranten, van de groep, want ik heb er veel over gehoord en ik wilde heel graag zien wat voor stukken zij maken.

Wim

Page 6: enterkrant maandag

maandag 19 maart

Wat vond u van deze opvoering?Twee ausTRalische bezoeKeRs: Het was interessant en leuk om bij te wonen, we hadden al enkele an-dere shows van het festival bekeken en het was leuk om eens een andere invulling te zien. Ik denk dat ik vooral hun kostuums en make-up waardeerde. Ik vond het goed, jij niet?- Het was vooral goed voor mijn Frans, dat ik niet zo goed beheers.Wat denkt u van de moraal van dit verhaal?Twee ausTRalische bezoeKeRs: Dit was voor ons waarschijnlijk een stuk moeilijker te volgen, aan-gezien we geen van de twee gebruikte talen machtig zijn, noch het frans van de acteurs, nog de vertalingen in de ondertitels. Het spreekt dus zeker voor hun uitvoering dat er toch nog een en ander doorgekomen is zonder begrip van de taal. Voor mij was het vrij duidelijk, de zombies en de eentonigheid van het alledaagse leven in vraag stellen. Het (ver)oordelen van en over de dood. Wie verdient het te sterven en wie niet? Wat gebeurt er en doen we voldoende ons best? Ik kan mij vergissen en een compleet foute boodschap ontvangen hebben, maar het feit dat ik er iets uit opgestoken heb, zelfs al is het fout, maakt het een boeiende ervaring.

Shirin, Wim

Zombies van THEATRE CROQUEMITAINE

Page 7: enterkrant maandag

maandag 19 maart

Page 8: enterkrant maandag
Page 9: enterkrant maandag

maandag 19 maart

In de inleiding maakt de spreker een merkwaardige bedenking en die luidt: ‘als er een derde wereldoorlog komt dan zal die sociaal zijn’. Deze quote wordt in de verhaallijn geplaatst omdat ze de opvoering ‘complète’ (en dat is even ko-misch doen van mijn kant). Explosief grappig is het niet.

Het is volgens mij heel waarschijnlijk een verwijzing die nogal realistisch lijkt. Het kan een wegwijzer zijn naar waar we heen gaan met ons haastig eco-nomisch drijven die onze liefhebbende workingclasses in een manipulerende tang willen houden. Ja, daar komen al-leen maar brokken van.

Nu iets over de inhoud van het acterend gezelschap, een machtige vertolking.

Hun bewegingen zijn heel gestileerd. Ze tonen vooral de neurotische kant van het concurrerend leven in de economie. Het is heel toepasselijk: het spastische uithalen van hun armen, is alsof ze de hemel hulp willen vragen. In den begin-ne staan ze slapend te knorren. Het lijkt alsof ze bereidwillig zijn om wakker te worden. Maar ze wiegelen nog. Ze sta-melen onhebbelijke beestgeluiden. En dan verder wiegel de waggel, waggel de wiegel.

Luid en hevig gesnurk en wat voor ge-snurk. De clowneske neuzen maken hen nog belachelijker. Ze worden letter-lijk bij hun rode neus genomen. Je hoort nog wat zwijnengebrabbel. Ze strompe-len langzaam zigzag de morgen binnen en het brengt hen de wereld binnen van de harde business van het werken, wer-ken en nog eens werken. Nog even il-lustreren de spastische en neurotische bewegingen waarschijnlijk hun over-spannen overwerken.

De korte verhaallijn

In de vrije tijd en het kwartiertje pauze worden ze met zichzelf geconfronteerd en het verloopt zoals het hoort. Ze wor-den geloodst in een soort labyrint waar-in er een metamorfose plaatsvindt. Er wordt in een baarmoeder vacuüm ge-composteerd waarin er explosief ge-brainstormd wordt. Het lijkt mij de weergave van de tegenstrijdige consumptiemaatschappij waarin men

elkaar de loef wil afsteken. Bedrijven en fabriekarbeiders onderling doen dat vaak uit angst om weggeconcurreerd te worden. Ze hebben de dromen maar ze vrezen niet te kunnen slagen. Daarom wordt de onderdanigheid een vorm van overleven.

‘Ik ben bang van de dromen omdat ze nooit zullen uitkomen’, zegt de ene. De andere verklaart dat mogen dromen hem gek zal maken. Weer een andere wil alleen maar slapen. Door angst durft men wel eens de andere gaan intimide-ren. Ze beroven elkaar van het geloof in het eigen zijn en men wil de ander graag gebruiken om er beter van te worden.Men imponeert en zo vallen er slachtof-fers. De ene zijn brood is de ander zijn dood. Het wordt elleboogstoten om zijn plaats te kennen. En dat ten nadele van een ander.

Dit schetst in grote lijnen wat de uitvoe-ring vertelt: dromen die men wil laten uitkomen, de manipulatieve manier om mensen te vangen in een stramien. Dit omwille van de macht en het gezag om alles naar de hand te zetten. Mijn wens en eigen mening is om elkaar niet meer te bestrijden maar elkaar aan te vullen. Zo kan er een evenwichtige economie ontstaan die vrijheid beoogt voor allen.

Freddy

TROISIEME GUERRE

Page 10: enterkrant maandag

maandag 19 maart

Page 11: enterkrant maandag

maandag 19 maart

I am my brother’s keeper. Burger ben ik nooit alleen.

Vanmiddag loop ik even binnen in het Hof van Ryhove, kijken naar buitenge-wone werken, luisteren naar nieuwe stemmen over één thema: burgerschap. De werken kwamen tot stand met veel vrijwillige vrije tijd van de KNEPH vzw.

Een raadselachtige naam. Theodoor De Roey, de kunstenaar die samen met Ilse Wijnen van de VGC de opdracht kreeg deze werken hier samen te bren-gen, legt het kort uit: “Kunst heeft een transformerende kracht, voor het indi-vidu en voor de samenleving, KNEPH is het begrip voor deze bezielende adem uit de kabbalah-filosofie.”

Een paar van de exposanten zijn al langer artistiek actief, voor de meeste andere is het een nieuwe weg, nu de communicatie met taal momenteel ge-reduceerd is tot het aanleren van een nieuwe taal, om met ceramiek en pa-pier, wol en glas, hout en acryl te tonen waar zij hun plaats en plichten zien in hun nieuwe omgeving en wat zij van de stad verwachten.

De fijne catalogus van deze tentoon-stelling kwam er op ‘initiatief van het Cultureel Erfgoedforum Brussel van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, in samenwerking met tal van organi-saties’. Genoeg volk zou ik denken, een stevige sociale hangmat met dichte ma-zen, waar niemand doorheen valt. En toch. Ik sta naast Theodoor De Roey. Wij kij-ken naar een soort maquette, voor een decor van zwartgrijze stadshuizen spe-

len twee jongens voetbal op een grasta-pijt. Een papieren auto komt gevaarlijk om de hoek. Gelukkig zweeft daarbo-ven een zeemeermin-engelbewaarder in de blauwe hemel om het gevaar af te wenden. Mehamed Bekkay heeft zijn dromen vorm gegeven: iedereen is ver-antwoordelijk voor de leefbaarheid van een stad, hou het netjes, proper, veilig. “Nu is hij verdwenen”, zegt Theo. Ver-dwenen? Wie? “De man die dit gemaakt heeft. Wij weten niet waar hij is.” Ik ken wel mensen die uit mijn leven verdwij-nen, ze nemen vaderschapsverlof of ze trekken zich voor een paar weken terug in een klooster of ze veranderen gewoon van werk en je hoort er niets meer van. Toch zou ik ze met een beetje recherche moeiteloos kunnen opspo-ren. Maar deze man is spoorloos. “Of hij zelfmoord gepleegd heeft? Of hij België verlaten heeft? Wij weten het niet.”

Plots krijgen al deze werken over bur-gerschap een vierde dimensie, alsof ze mij uitnodigen erin te springen, deel te zijn van hun dromen, vooral naar hen te luisteren en ze zichtbaar te ma-ken, ze niet te laten verdwijnen. Zeker heeft een gemeenschap een stadhuis nodig als een huis voor de burger, een centrum met documenten en registers. Even zeker weet ik nu dat ik er als bur-ger nodig ben. Zeemeerminnen kunnen niet altijd en overal waken.

Lieva

Kicking and Alive – KNEPH vz w.

Page 12: enterkrant maandag

maandag 19 maart

Redactie: Agnes, Marijke, Tjhoi, Sammy, Koen, BartFoto’s: Tina, Paul, Markass, Wim, Sammy, Anne, Stephanie, Ann