eindwerk huur

79
Departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Gegradueerde in Bedrijfsbeheer Optie rechtspraktijk CAMPUS Geel Kirsten Van Broekhoven Academiejaar 2005-2006 De houder van dit diploma is gerechtigd tot het voeren van de titel van Bachelor De huur moet je betalen of de deurwaarder komt je halen

Transcript of eindwerk huur

Page 1: eindwerk huur

Departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Gegradueerde in Bedrijfsbeheer Optie rechtspraktijk

CAMPUS Geel

Kirsten Van Broekhoven

Academiejaar 2005-2006

De houder van dit diploma is gerechtigd tot het voeren van de titel van Bachelor

De huur moet je betalen of de deurwaarder komt je halen

Page 2: eindwerk huur

1

VOORWOORD

Tijdens mijn stage heb ik al de kennis die ik reeds verworven had kunnen toetsen aan de praktijk. Zowel administratief als praktisch heb ik veel bijgeleerd wat tot dit eindwerk heeft geleid.

Hierbij zou ik dan ook enkele mensen willen bedanken voor de hulp en goede raad die zij mij te bieden hadden.

Vooraleerst mijn eindwerkbegeleidster Daisy Vanvelthoven en gechtsdeurwaarder Eric De Belder waar ik een enorm interessante stage gelopen heb.

Ook wil ik een dankwoordje richten tot Filip Van Dessel plaatsvervangend gerechtsdeurwaarder die mij vooral het praktische deel liet ontdekken en niet te vergeten Twiggy, Vanessa, Cindy en Dirk die op al mijn vragen steeds een antwoord konden geven in verband met dit eindwerk.

Aan iedereen die mij steun en tips kon leveren “bedankt”.

Page 3: eindwerk huur

2

SAMENVATTING

Het onderwerp van mijn eindwerk is ‘de gedwongen ontruiming toegepast op de woninghuurwet’.

Het eerste deel behandelt de theoretische kant van de uithuiszetting waarna het tweede deel de praktische gang van zaken onthult, uitgewerkt aan de hand van een praktijkvoorbeeld.

Omdat er verschillende soorten uitzettingen zijn heb ik mij beperkt tot de uithuiszetting uit de huurwoning.

In het theoretisch deel behandel ik eerst de wetgeving die van toepassing is op de uithuiszetting, vervolgens licht ik even toe wat er allemaal in de woninghuurwet staat vermits het essentieel is om het onderwerp helemaal te begrijpen.

Daarna geef ik de verschillende redenen of oorzaken weer hoe het kan komen tot een gedwongen ontruiming om dan te komen tot de procedure die gevolgd moet worden indien er een huurgeschil is tussen huurder en verhuurder.

En ik sluit het theoretisch deel af met de toch niet onbelangrijke gevolgen van deze dramatische ervaring voor de huurder.

Als tweede deel ga ik het theoretisch deel toetsen aan de praktijk.

Bij de gerechtsdeurwaarder heb ik een dossier mee kunnen volgen en de uitzetting gaan bijwonen. In dit deel overloop ik elke brief of akte die binnen kwam en wat er vervolgens gebeurde.

Page 4: eindwerk huur

3

INHOUDSTAFEL

VOORWOORD ................................................................................. 1

SAMENVATTING .............................................................................. 2

INHOUDSTAFEL ............................................................................... 3

ALFABETISCHE LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN................................. 7

INLEIDING ..................................................................................... 8

DEEL 1: THEORIE ............................................................................. 9

HOOFDSTUK 1: DE WETGEVING.............................................................................. 10

1.1. DE HUURWET VAN 20 FEBRUARI 1991 .............................................................. 10

1.2. DE AANPASSING VAN DE WET OP 30 NOVEMBER 1998 IN OVERLEG MET HET OCMW .......... 10

1.2.1. DE PREVENTIEVE VERWITTIGING VAN HET OCMW ................................................... 10

1.2.2. DE TERMIJN TUSSEN HET VONNIS EN DE UITHUISZETTING......................................... 11

1.2.3. WAT MET DE INBOEDEL? ............................................................................... 11

1.3. DE PROGRAMMAWET VAN 24 DECEMBER 2002 ..................................................... 12

HOOFDSTUK 2: DE WONINGHUURWET ..................................................................... 14

2.1. WAT IS EEN HUUROVEREENKOMST? .................................................................. 14

2.2. DE HUUROVEREENKOMST BETREFFENDE DE WONING BESTEMD TOT HOOFDVERBLIJFPLAATS

VAN DE HUURDER ....................................................................................... 15

2.3. DE ESSENTIËLE ELEMENTEN VOOR HET SLUITEN VAN EEN HUUROVEREENKOMST................ 16

2.3.1. WAT? .................................................................................................... 16

2.3.2. WIE? ..................................................................................................... 16

2.3.3. DE STAAT VAN HET GOED .............................................................................. 16

2.3.4. DE PLAATSBESCHRIJVING .............................................................................. 16

2.3.5. DE WAARBORG .......................................................................................... 17

2.3.6. DE HUURPRIJS, KOSTEN EN LASTEN .................................................................. 17

2.4. DE DUUR VAN DE HUUROVENEENKOMST.............................................................. 18

2.4.1. DE HUUROVEREENKOMST MET KORTE DUUR ......................................................... 18

2.4.2. DE HUUROVEREENKOMST MET EEN DUUR VAN 9 JAAR .............................................. 18

Page 5: eindwerk huur

4

2.4.3. DE HUUROVEREENKOMST MET EEN LANGE DUUR .................................................... 19

2.4.4. DE HUUROVEREENKOMST MET EEN LEVENSLANGE DUUR ........................................... 19

HOOFDSTUK 3: HOE KOMT HET TOT EEN UITHUISZETTING?........................................... 21

3.1. DE HUURDER BOUWT HUURACHTERSTALLEN OP ..................................................... 21

3.1.1. HET TEKORT AAN BETAALBARE EN DEGELIJKE HUISVESTING OP DE VLAAMSE

HUURMARKT ............................................................................................. 21

3.1.2. HET FEIT DAT DE HUURDER DE UITGAVENPOSTEN HUUR EN ENERGIE AL EENS SNEL

OVERSLAAT .............................................................................................. 21

3.1.3. DE HUURDERS DIE UIT VORM VAN PROTEST HUN HUISHUUR NIMMER GAAN BETALEN .......... 21

3.1.4. MOGELIJKE OPLOSSINGEN ............................................................................. 22

3.2. DE HUURDER GEBRUIKT HET GOED NIET ALS EEN GOEDE HUISVADER ............................ 22

3.3. DE HUURWONING WORDT NIET VOORZIEN VAN VOLDOENDE HUISRAAD.......................... 22

3.4. DE HUURDER VOERT DE TOT ZIJNER LASTE KLEINE HERSTELLINGEN NIET UIT................... 22

3.5. DE VERHUURDER VOERT GROTE HERSTELLINGSWERKEN UIT GEDURENDE HET

HUURCONTRACT......................................................................................... 23

HOOFDSTUK 4: IN RECHTE OPTREDEN ..................................................................... 24

4.1. DE VERZOENINGSPROCEDURE ......................................................................... 24

4.2. DE GERECHTELIJKE PROCEDURE....................................................................... 25

4.2.1. DE INLEIDENDE AKTE ................................................................................... 26

4.2.1.1. DE VRIJWILLIGE VERSCHIJNING .................................................................. 26

4.2.1.2. HET VERZOEKSCHRIFT............................................................................. 26

4.2.1.3. DE DAGVAARDING.................................................................................. 27

4.2.2. HET PREVENTIEF VERWITTIGEN VAN HET OCMW..................................................... 27

4.2.3. DE UITHUISZETTING .................................................................................... 29

4.2.4. DE UITHUISZETTING SCHEMATISCH................................................................... 30

4.2.5. DE INLEIDENDE ZITTING ............................................................................... 32

4.2.5.1. DE ZAAK WORDT ONMIDDELLIJK BEHANDELD................................................... 32

4.2.5.2. DE ZAAK WORDT TOT EEN BEPAALDE DATUM UITGESTELD .................................... 32

4.2.5.3. DE ZAAK WORDT ONBEPAALD UITGESTELD...................................................... 32

Page 6: eindwerk huur

5

4.2.6. DE BEHANDELING TEN GRONDE ....................................................................... 33

4.2.6.1. EIS EN TEGENEIS................................................................................... 33

4.2.6.2. CONCLUSIES EN BESLUITEN ...................................................................... 33

4.2.6.3. HET PLEITEN ........................................................................................ 34

4.2.6.4. BEWIJSSTUKKEN ................................................................................... 35

4.2.6.5. HET GETUIGENVERHOOR .......................................................................... 35

4.2.6.6. DESKUNDIGENONDERZOEK ....................................................................... 35

4.2.7. HET VONNIS ............................................................................................. 36

4.2.8. DE TERMIJN TUSSEN BETEKENING VONNIS EN DE UITHUISZETTING .............................. 37

4.2.9. VERWITTINGING DOOR DE GERECHTSDEURWAARDER .............................................. 37

4.2.10.DE UITVOERING VAN HET VONNIS..................................................................... 37

4.3. DE TOTALE DUUR VAN DE PROCEDURE................................................................ 38

4.3.1. UITSTEL .................................................................................................. 38

4.3.2. DE PARTIJEN BEPALEN DE DUUR....................................................................... 38

4.4. HET TIJDSTIP VAN UITVOERING ....................................................................... 38

HOOFDSTUK 5: DE GEVOLGEN................................................................................ 39

5.1. DE MORELE GEVOLGEN ................................................................................. 39

5.2. DE FINANCIËLE GEVOLGEN............................................................................. 39

5.2.1. OVERZICHT VAN DE KOSTEN........................................................................... 40

5.2.1.1. DE ACHTERSTALLIGE HUUR ....................................................................... 40

5.2.1.2. DE GERECHTSKOSTEN ............................................................................. 40

5.2.1.3. KOSTEN DEURWAARDER........................................................................... 40

5.2.1.4. DE UITHUISZETTING ZELF......................................................................... 41

DEEL 2: PRAKTISCH........................................................................ 42

1. INLEIDING.................................................................................................... 43

2. PRAKTISCH VOORBEELD ................................................................................... 44

2.1. DOCUMENT 1:BRIEF ADVOCAAT + VONNIS .......................................................... 44

2.2. DOCUMENT 2:BETEKENING MET BEVEL TOT ONTRUIMING.......................................... 52

2.3. DOCUMENT 3:BRIEF AAN VERWEERDER .............................................................. 56

Page 7: eindwerk huur

6

2.4. DOCUMENT 4:BRIEF AAN DE TECHNISCHE DIENST.................................................. 58

2.5. DOCUMENT 5:OPVRAGING RIJKSREGISTER .......................................................... 60

2.6. DOCUMENT 6:PROCES VERBAAL VAN UITDRIJVING ................................................. 62

2.7. DOCUMENT 7:AANZEGGING ........................................................................... 67

BESLUIT ...................................................................................... 70

BIBLIOGRAFIE .............................................................................. 71

BIJLAGEN .................................................................................... 72

Page 8: eindwerk huur

7

ALFABETISCHE LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN

- OCMW: Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn

- BW: Burgerlijk Wetboek

- Art.: Artikel

- vb.: Bijvoorbeeld

- d.w.z.: Dat wil zeggen

- K.B.: Koninklijk Besluit

- enz.: En zoverder

- B.V.B.A.: Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid

- N.V.: Naamloze Vennootschap

- V.Z.W.: Vereniging Zonder Winstoogmerk

- pos.: positief

- neg.: negatief

Page 9: eindwerk huur

8

INLEIDING

Tijdens mijn vakantiewerk in de zomer van 2005 bij gerechtsdeurwaarder Eric De Belder wist ik al zeker dat mijn eindwerk ging handelen over “de gedwongen ontruiming”. En ja dat is het dan ook geworden.

Op de eerste dag van mijn 3 maanden durende stage kon ik het al direct in levende lijve meemaken. Ik had er vooraf al een beeld van gevormd hoe het zou gaan verlopen. Toch was mijn inbeelding niet hetzelfde als de realiteit. Zoals vele mensen dacht ik ook dat het er allemaal veel spectaculairder aan toe ging gaan dan het in werkelijkheid is.

In de media zie je enkel de schrijnende beelden van een gezin met kinderen die medogenloos “op straat” worden gezet zonder enige vorm van medelijden. Maar in werkelijkheid komt er veel meer bij kijken dan de uitzetting zelf. Er is al een hele weg aan vooraf gegaan.

Ik ga mij voornamelijk beperken tot de ontruiming met betrekking tot de woninghuurwet.

Met dit eindwerk wil ik graag de procedure doorlopen van het verzoekschrift tot de eigenlijke uitzetting zelf.

Na het theoretische deel volgt het praktische deel waarin ik een dossier behandel dat ik zelf op mijn stageplaats heb kunnen volgen.

Page 10: eindwerk huur

9

DEEL 1: THEORIE

Page 11: eindwerk huur

10

Hoofdstuk 1: De wetgeving

1.1. De huurwet van 20 februari 1991

De grondwet is klaar en duidelijk: iedereen heeft het recht op een behoorlijke huisvesting.1

De wetgeving met betrekking tot de huurovereenkomst zoals hieronder gedeeltelijk zal besproken worden is geregeld in de woninghuurwet van 20 februari 1991. Tot dan werden de huuraangelegenheden in tijdelijke wetten geregeld met de daaraan verbonden onzekerheid.

Met de wet van 20 februari 19912 werden een aantal fundamentele beginselen ingevoerd die betrekking hebben op de staat van het gehuurde goed, de mogelijke duur, de opzeggingsmogelijkheden, huurprijzen enz. Deze wet onderging sindsdien ook al een paar wijzigingen die van kracht werden op 31 mei 1997.

Op 30 november 1998 is tevens een wet uitgevaardigd om op humane en realistische wijze in overleg met het OCMW indien nodig, de steeds dramatische uithuiszetting te regelen. Hierop zal ik later terugkomen.

De huurwet is bedoeld ervoor te zorgen dat de rechten en belangen van elke partij evenwichtig zijn. Deze wet wil enerzijds de rechten van de economisch gezien zwakkere partij (de huurder) beschermen en anderzijds waarborgt zij de verhuurder een redelijke tegenprestatie voor de terbeschikkingstelling van zijn goed.

1.2. De aanpassing van de wet op 30 november 1998 in overleg met het OCMW

De woonproblematiek vraagt steeds meer aandacht van de OCMW’s. Slecht wonen, onbetaalbaar wonen of zelfs niet meer wonen vormt een hedendaags probleem voor heel wat mensen die met een beperkt inkomen moeten rondkomen.

De OCMW’s worden in hun dagelijkse werking regelmatig geconfronteerd met dreigende al dan niet effectieve gerechtelijke uitzettingen. Daarom is er de wet van 30 november 1998 in overleg met het OCMW.

Deze wet is van toepassing op de gerechtelijke uithuiszetting ingeleid vanaf 1 januari 1999 en is neergeschreven in Art. 1344 in het Gerechtelijk Wetboek.

1.2.1. de preventieve verwittiging van het OCMW

Gerechtelijk Wetboek Art. 1344ter.

Tenzij de betrokken huurder bezwaar maakt, wordt iedere inleiding van een vordering tot uithuiszetting (in toepassing van de handelshuurwet of woninghuurwet) gemeld aan het OCMW.

1 Grondwet Art. 23 recht op een behoorlijke huisvesting

2 B.W. Boek III titel VIII Hoofdstuk II afdeling 2 regels betreffende de huurovereenkomst met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder

Page 12: eindwerk huur

11

Art 1344ter van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt hoe het OCMW moet tussenkomen. Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn biedt op de meest aangewezen wijze aan om, binnen zijn wettelijke opdracht, hulp te verstrekken.

De vordering wordt gemeld via:

• De griffie van de rechtbank wanneer de procedure wordt ingeleid via een vrijwillige verschijning of een verzoekschrift. De melding gebeurt binnen de 4 dagen na inschrijving op de rol tenzij de huurder zich binnen de 2 dagen na de oproeping via de gerechtsbrief verzet tegen deze melding aan het OCMW;

• De gerechtsdeurwaarder wanneer de procedure wordt ingeleid via een dagvaarding. De gerechtsdeurwaarder zendt binnen de 4 dagen na betekening van het exploot een afschrift naar het OCMW tenzij de huurder binnen de 2 dagen na de betekening verzet aantekent tegen de melding bij het OCMW.

Deze mogelijkheid van verzet moet vermeld worden in het verzoekschrift of de dagvaarding door opname van de tekst van Art 1344ter, §4,eerste lid, Gerechtelijk Wetboek.

“De huurder kan in het proces-verbaal van vrijwillige verschijning of bij de griffie

binnen de termijn van 2 dagen na de oproeping bij gerechtsbrief, of bij de

gerechtsdeurwaarder binnen een termijn van 2 dagen na de betekening, zijn

verzet kenbaar maken tegen de melding aan het Openbaar Centrum Voor

Maatschappelijk Welzijn van het afschrift van de inleidende akte.”

1.2.2. De termijn tussen het vonnis en de uithuiszetting

Gerechtelijk Wetboek Art. 1344quater.

De uithuiszetting kan in ieder geval niet ten uitvoer worden gelegd voor het verloop van een termijn van 1 maand na de betekening van het vonnis door de gerechtsdeurwaarder. Op deze regel staan echter 3 uitzonderingen:

• de verhuurder bewijst dat de huurder het goed reeds verlaten heeft;

• de verhuurder en de huurder zijn een andere termijn overeengekomen die in het vonnis wordt opgenomen;

• de rechter verlengt of verkort de termijn op verzoek van de huurder of verhuurder. Dit kan enkel in uitzonderlijk ernstige omstandigheden die door de verzoeker dienen bewezen te worden.

De gerechtsdeurwaarder is verplicht de huurders of bewoners van het gehuurde goed minstens 5 werkdagen van tevoren op de hoogte te brengen op welke datum de effectieve uitzetting zal plaats vinden.

1.2.3. Wat met de inboedel?

Gerechtelijk Wetboek Art. 1344quinquies.

Volgens Art 1344quinquies moet de gerechtsdeurwaarder de personen meedelen dat de goederen die zich na verloop van de wettelijke of door de rechter bepaalde termijn nog in de woning zouden bevinden, op zijn kosten op de

Page 13: eindwerk huur

12

openbare weg worden gezet. Wanneer zij de openbare weg zouden belemmeren en de eigenaar van de goederen of zijn rechtverkrijgenden die daar achterlaat zullen zij door het gemeentebestuur eveneens op zijn kosten worden weggehaald en gedurende een termijn van 6 maanden worden bewaard tenzij het gaat om goederen die aan snel bederf onderhevig zijn of die schadelijke zijn voor de openbare hygiëne, veiligheid of gezondheid.

Dit artikel wordt eveneens nog eens bevestigd en opgenomen door de gerechtsdeurwaarder in het exploot.

De gemeenten zijn aansprakelijk voor de bewaring van de goederen die zij hebben ontvangen of weggehaald overeenkomstig de bepalingen van de bewaargeving uit noodzaak. De gemeenten mogen de kosten die zij gemaakt hebben aanrekenen aan de eigenaar en de teruggave afhankelijk stellen van het betalen van deze kosten. Dit retentierecht geldt niet voor de goederen die volgens Art 1408,§1,Gerechtelijk Wetboek niet voor beslag vatbaar zijn. Voor de volledige lijst van deze goederen verwijs ik naar de bijlagen.

Het gemeentebestuur legt van alle in bewaring genomen goederen een register aan.

1.3. De programmawet van 24 december 2002

Gerechtelijk Wetboek Art. 1344septies (programmawet 24 december 2002 Art. 375 en Art. 376).

Via de programmawet van 24 december 2002 werd de verplichte poging tot minnelijke schikking voor het Vredegerecht ingevoerd. Zowel huurder als verhuurder hebben ten allen tijde de mogelijkheid om zich kosteloos tot het Vredegerecht te wenden om een minnelijke schikking te vragen. Dit moment zal aanbreken wanneer huurder en verhuurder niet onderling tot een oplossing komen. Dit kan zonder tussenkomst van een advocaat of raadsman. Men wendt zich gewoon tot de griffie van het Vredegerecht en kan daar mondeling een aanvraag indienen. Daarna worden de partijen allebei per brief op de hoogte gebracht op welke dag de zaak zal behandeld worden.

Tijdens de minnelijke schikking zal de Vrederechter trachten beide partijen te verzoenen. Hij zal hier geen uitspraak doen, maar wil enkel de partijen begeleiden om tot een redelijke oplossing te komen.

De verplichte oproeping tot minnelijke schikking werd door de programmawet van 24 december 2002 ingevoerd wanneer:

• de verhuurder een aanpassing van de huurprijs (indexering) vordert;

• de verhuurder achterstallige huurgelden vordert;

• de verhuurder de uithuiszetting vordert.

De bedoeling van de verplichte minnelijke schikking is het voorkomen van uitzichtloze gerechtelijke procedures en de toegankelijkheid tot rechtsbedeling te vergemakkelijken voor zowel de huurder als verhuurder.

Pas wanneer deze minnelijke schikking tot geen resultaat leidt of dit resultaat niet nageleefd wordt kan een procedure gestart worden voor de Vrederechter. Dan is de

Page 14: eindwerk huur

13

fase van bemiddeling voorbij en zal de Vrederechter zelf een oordeel vellen en een vonnis uitspreken op basis van argumenten en bewijsmiddelen.

Page 15: eindwerk huur

14

HOOFDSTUK 2: DE WONINGHUURWET3

2.1. Wat is een huurovereenkomst?

Het begrip huurovereenkomst wordt beschreven in het Burgerlijk Wetboek in Art. 1709 als:

“De huur van goederen is een contract waarbij de ene partij (de verhuurder) zich

verbindt om de andere partij (de huurder) het genot van een zaak te doen hebben

gedurende een zekere tijd en tegen een bepaalde prijs, die de laatstgenoemde zich

verbindt te betalen.”

De verhuurder moet dus het gebruik of het genot van een onroerend goed (vb. huis, garage, appartement, magazijn,…) of een deel ervan verschaffen en dit voor een bepaalde of onbepaalde tijd waarvoor de huurder dan verplicht een vooraf afgesproken huurprijs moet betalen.

Indien deze elementen niet samen voorkomen in het contract kan men niet spreken van een huurovereenkomst.

De huurovereenkomst kan mondeling of schriftelijk tot stand komen.

Indien de overeenkomst niet schriftelijk werd vastgelegd, spreekt men van een mondelinge huurovereenkomst. Indien de overeenkomst het voorwerp uitmaakt van een schriftelijk akkoord, heeft men een schriftelijke huurovereenkomst.

Om aan deze laatste benaming te voldoen moet de overeenkomst opgesteld worden in evenveel exemplaren als er partijen zijn in de overeenkomst en ieder exemplaar dient het aantal originelen te vermelden die opgesteld en ondertekend werden.

Let op! Het veiligste is nog steeds om een schriftelijke huurovereenkomst op te stellen want een mondelinge huurovereenkomst heeft bepaalde nadelen in verband met:

• de relatie tussen huurder en verhuurder:

Indien de partijen een huurovereenkomst, met een korte duur voor drie jaar of voor minder dan drie jaar willen sluiten, of indien zij een huurovereenkomst willen sluiten voor meer dan 9 jaar, kan dit enkel met een geschreven overeenkomst;

• de indexering van de huurprijs;

Voor huurcontracten die worden gesloten of vernieuwd vanaf 31 mei 1997 moet het gaan over een schriftelijke overeenkomst. Enkel deze huurprijzen kunnen geïndexeerd worden. Bij een mondeling contract mag dus geen indexatie gebeuren;

• ten opzichte van derden.

De mondelinge huurovereenkomst is geen authentieke akte en is niet overgeschreven op het Kantoor der Hypotheekbewaring dus is deze niet tegenstelbaar aan derden en moeten andere personen dan de huurder of verhuurder geen rekening houden met het huurcontract.

3 B.W. Afdeling II Art. 1

Page 16: eindwerk huur

15

2.2. De huurovereenkomst betreffende de woning bestemd tot

hoofdverblijfplaats van de huurder

De hoofdverblijfplaats is de plaats waar een gezin of een alleenstaande gedurende het grootste deel van het jaar effectief verblijft met toestemming van de verhuurder.

Deze bepaling is gebaseerd op een feitelijke situatie waarvan de vaststelling gebeurt volgens volgende elementen:

• waarheen gaat men na zijn beroepswerkzaamheden?

• Waar verblijven de andere leden van het gezin?

• Waar gaan de kinderen naar school?

• Hoeveel bedragen de energiekosten en wat is het verbruik ervan?

• Waar bevindt zich de arbeidsplaats?

• Brieven, facturen, getuigen,…

De vaststelling van de hoofdverblijfplaats wordt bepaald door het gemeentebestuur en gebeurt meestal door de wijkagent die ter plaatse komt kijken of men er effectief woont.

Indien de huurder zijn hoofdverblijfplaats vestigt in het verhuurde goed onmiddellijk na de inwerkingtreding van de huurovereenkomst, is het niet noodzakelijk te bewijzen dat de verhuurder zijn formele toestemming gegeven heeft. Deze toestemming kan uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn.

Nieuw! De programmawet van 24 december 2002 heeft de woninghuurwet aangevuld met een bepaling volgens welke onder een woning in de zin van de huurwet zowel een roerend als een onroerend goed, of een deel ervan, dient te worden verstaan.4

BV. caravans en boten kunnen nu ook als hoofdverblijfplaats gezien worden. Deze wettelijke bepaling is van toepassing op de overeenkomsten die gesloten zijn vanaf 1 januari 2003.

Op de lopende overeenkomsten werd de nieuwe bepaling pas van toepassing vanaf 1 januari 2004.

4 Programmawet van 24/12/2002. Art. 337 en 378.

Page 17: eindwerk huur

16

2.3. De essentiële elementen voor het sluiten van een

huurovereenkomst

2.3.1. Wat?

De huurovereenkomst bestaat vanaf het moment dat de verhuurder en huurder een akkoord bereikt hebben over:

• het onroerend goed of het gedeelte ervan dat verhuurd wordt;

• de prijs die ervoor betaald moet worden.

2.3.2. Wie?

Elke meerderjarige persoon (d.w.z. elke persoon die ouder is dan 18 jaar) en elke ontvoogde minderjarige kunnen een geldige huurovereenkomst sluiten.

2.3.3. De staat van het goed

Het verhuurde goed moet voldoen aan de algemene vereisten van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid.5

Het K.B. van 8 juli 1997 heeft deze begrippen omschreven.

De absolute minimumvereisten waaraan een gehuurde woning moet beantwoorden hebben voornamelijk betrekking op:

• de functies van de woning;

• de structurele en stabiliteitsvereisten;

• de vochtigheid van de woning;

• de natuurlijke verlichting en verluchting;

• de uitrusting van de woning;

• de toegang tot de woning en verkeer binnen het gebouw.

Indien de voorgeschreven voorwaarden niet vervuld zijn, heeft de huurder de keuze ofwel de uitvoering te eisen van de werken die noodzakelijk zijn om het gehuurde goed in overeenstemming te brengen met de vereisten, ofwel de ontbinding van de huurovereenkomst te vragen met schadevergoeding.

2.3.4. De plaatsbeschrijving

De verhuurder en de huurder kunnen samen een plaatsbeschrijving opmaken, maar ze mogen ook samen beslissen een beroep te doen op een deskundige.6

5 B.W. Afdeling II Art. 2

6 B.W. Art. 1730 en 1731

Page 18: eindwerk huur

17

De plaatsbeschrijving is een document met een gedetailleerde beschrijving van de staat waarin de woning zich bevindt bij het afsluiten van de huurovereenkomst.

Indien geen omstandige plaatsbeschrijving is opgemaakt, wordt vermoed dat de huurder het goed ontvangen heeft in dezelfde staat als waarin het zich bevindt op het einde van de huurovereenkomst. De verhuurder kan wel steeds het tegenbewijs leveren.

2.3.5. De waarborg

De huurwaarborg is niet bij wet bepaald, maar toch nemen heel wat verhuurders deze op in de huurovereenkomst om een stok achter de deur te hebben. De waarborg beschermt de verhuurder in geval de huurder gedeeltelijk of geheel zijn verplichtingen niet nakomt.

Deze waarborg kan bestaan uit een som geld, effecten of een bankwaarborg.

Indien men een geldsom als waarborg geeft moet deze volgens de wet:7

• bij een financiële instelling worden geplaatst op een geblokkeerde rekening op naam van de huurder;

• mag niet meer bedragen dan 3 maanden huur.

2.3.6. De huurprijs, kosten en lasten

De huurprijs wordt bij elke nieuwe huurovereenkomst vrij bepaald tussen de partijen. Tenzij het gaat om opeenvolgende overeenkomsten van korte duur met verschillende huurders, die door de verhuurder beëindigd werden.

Ook kan de huurprijs niet veranderen indien de overeenkomst tussen dezelfde partijen verlengd wordt.

De huurprijzen zijn niet gereglementeerd.

De wet bepaalt dat kosten en lasten steeds los van de huur op een afzonderlijke rekening moeten worden opgegeven. Deze regel is verplichtend.

De onroerende voorheffing met betrekking tot het onroerend goed mag niet ten laste vallen van de huurder.

Indien de kosten en lasten niet forfaitair werden vastgesteld, voorziet de wet dat zij moeten overeenstemmen met de werkelijke uitgaven.

De verhuurder kan om reden van niet betalen van de huurprijs of lasten de huurder niet eenzijdig uit de woning zetten.

Eerst moet men de huurder aanmanen om de achterstallige huur te vereffenen of een verzoeningspoging ondernemen alvorens hem voor de vrederechter te dagvaarden of te laten oproepen met een verzoekschrift en de betaling op te eisen of een ontbinding van het contract te vragen. Daarenboven kan men in beide gevallen een schadevergoeding en intresten eisen.

7 Wet van 13 april 1997 Art. 12 en 15

Page 19: eindwerk huur

18

De rechter kan rekening houden met bepaalde omstandigheden van de huurder en hem uitstel van betaling geven.

Later kan eventueel de gedwongen ontruiming plaatsvinden.

2.4. De duur van de huurovereenkomst

Er zijn 4 mogelijkheden voor de bepaling van de duur in een huurovereenkomst:

• ofwel de huurovereenkomst met korte duur;

• ofwel de huurovereenkomst met een duur van 9 jaar;

• ofwel de huurovereenkomst met een lange duur;

• ofwel de levenslange huurovereenkomst.

Hieronder worden even kort de verschillende mogelijkheden toegelicht.

2.4.1. De huurovereenkomst met korte duur8

De huurwet bepaalt dat de partijen een overeenkomst kunnen sluiten of verschillende opeenvolgende overeenkomsten kunnen aangaan voor een totale duur die niet meer mag bedragen dan 3 jaar.

Deze contracten moeten wel schriftelijk worden afgesloten, want anders wordt het contract automatisch als 9 jarig beschouwd.

Zowel de huurder als verhuurder kunnen onmogelijk vroegtijdig een einde maken aan hun huurcontract, tenzij contractueel anders overeengekomen is. De overeenkomst kan beëindigd worden mits een opzeggingstermijn van 3 maanden te betekenen voor het verstrijken van de overeengekomen termijn. Als er geen opzegging gebeurd is 3 maanden voor de vervaldag of als de huurder gewoon in het goed is blijven wonen na de overeengekomen duur zonder verzet van de verhuurder, dan wordt de oorspronkelijke huurovereenkomst voortgezet onder dezelfde voorwaarden (zoals huurprijs) maar wordt deze verondersteld al van in het begin voor een periode van 9 jaar te zijn afgesloten.

2.4.2. De huurovereenkomst met een duur van 9 jaar9

Deze overeenkomsten zijn automatisch 9 jaar:

• een geschreven huurovereenkomst met een bepaalde duur gaande van 3 tot 9 jaar;

• een geschreven huurovereenkomst die geen duur bepaalt;

• een mondelinge huurovereenkomst.

8 B.W. Afdeling II Art. 3,§6

9 B.W. Afdeling II Art. 3,§1

Page 20: eindwerk huur

19

De 9 jarige periode begint te lopen op de datum die in de geschreven overeenkomst is opgenomen. In geval van een mondelinge overeenkomst is dit de datum waarop de huurder de woning kan betrekken.

Na afloop van de 9 jarige periode kunnen zowel de huurder als de verhuurder elk het contract beëindigen zonder enige reden te moeten opgeven of zonder de tegenpartij een vergoeding te moeten betalen. Hier is wel één voorwaarde aan verbonden namelijk een opzegging geven van tenminste 6 maanden voor de vervaldag.

Indien geen van de partijen een einde maakt aan het contract, dan wordt de huurovereenkomst telkens verlengd met een duur van 3 jaar tegen dezelfde voorwaarden.

De verhuurder kan de huurovereenkomst van 9 jaar enkel beëindigen tijdens deze periode voor:

• het persoonlijk betrekken van het goed (of bloed- of aanverwanten);

• het uitvoeren van werken;

• het ontbinden van het contract zonder reden, maar wel met een schadevergoeding te betalen.

De huurder kan op elk ogenblik het goed verlaten mits een opzeg van 3 maand, zonder een reden op te geven.

Let wel op! De eerste 3 jaar moet hij wel aan de verhuurder een vergoeding betalen die overeenkomt met:

• 1 maand huur als hij het derde jaar vertrekt;

• 2 maand huur als hij het tweede jaar vertrekt;

• 3 maand huur als hij het eerste jaar vertrekt.

2.4.3. De huurovereenkomst met een lange duur10

Men kan een huurovereenkomst afsluiten voor een langere periode dan 9 jaar, maar deze moet dan wel schriftelijk zijn. Voor deze vorm gelden dezelfde regels als voor een gewone overeenkomst van 9 jaar.

2.4.4. De huurovereenkomst met een levenslange duur11

Het is ook mogelijk een huurovereenkomst te sluiten voor het leven van de huurder, op voorwaarde dat het schriftelijk gebeurt.

Deze huurovereenkomst eindigt dan automatisch wanneer de huurder komt te overlijden. De verhuurder kan dergelijke levenslange huur niet vroegtijdig beëindigen, tenzij contractueel anders werd overeengekomen. De huurder kan de overeenkomst wel op ieder tijdstip opzeggen, met een termijn van 3 maand.

10 B.W. Afdeling II Art. 3,§7

11 Wet van 13 april 1997 Art. 6, 9°, Art. 9,2°, Art. 13 en Art. 15

Page 21: eindwerk huur

20

De partijen kunnen in het contract ook bepalen dat zij afzien van de mogelijkheid om de huurprijs te herzien.

Deze nieuwe bepalingen gelden voor de levenslange huurovereenkomsten gesloten of vernieuwd vanaf 31 mei 1997.

Page 22: eindwerk huur

21

Hoofdstuk 3: Hoe komt het tot een

uithuiszetting?

3.1. De huurder bouwt huurachterstallen op

Het betalen van de huur is een belangrijke huurdersverplichting. Zij raakt immers de essentie van de huurovereenkomst.

Toch merken we dat er behoorlijk wat huurachterstallen worden opgebouwd. Dit kan door meerdere oorzaken komen namelijk door:

3.1.1. Het tekort aan betaalbare en degelijke huisvesting op de Vlaamse huurmarkt

Het is algemeen geweten dat de huurprijzen op de private huurmarkt zeer hoog liggen en het feit is dat voor een gedeelte van de bevolking de huur objectief gezien niet betaalbaar is. De huisvestingskost neemt in het budget van financieel zwakke bevolkingsgroepen onaanvaardbaar veel ruimte in.

3.1.2. Het feit dat de huurder de uitgavenposten huur en energie als eens snel overslaan.

Financieel zwakke huurders kunnen niet de minste reserve opbouwen. Een extra kost of het wegvallen van een inkomensbron heeft als gevolg dat men sterk moet inbinden in andere uitgaven en ze in het slechtste geval zelfs laat liggen. Wanneer er op een eerste maand achterstallige betaling van de huur bovendien geen reactie komt, is de verleiding groot om op de goodwill van de verhuurder te rekenen en de volgende keer nog een keertje niet te betalen.

Dit is echter wel een zeer gevaarlijke piste omdat men deze wijze maar enkele keren moet toepassen om behoorlijk in de problemen te komen. Heel wat burgers en dan heb ik het ook over de meer gegoeden schijnen nog steeds overtuigd te zijn van het feit dat men in Vlaanderen niet op straat wordt gezet. Men leeft soms met de misvatting dat het OCMW verplicht onderdak moet geven.

Verder kunnen we stellen dat huurders zich vaak niet willen of kunnen realiseren wat de gevolgen kunnen zijn van het niet betalen van de huishuur.

Te lang wachten om hulp in te schakelen leidt echter versneld tot het verlies van de woonst en de huurder geraakt dan in een vicieuze cirkel.

3.1.3.De huurders die uit vorm van protest hun huishuur nimmer gaan betalen

Natuurlijk zijn er ook de huurders die niet betalen uit protest tegen hun verhuurder omdat de verhuurder het nalaat om herstellingen uit te voeren, maar dit is slechts een zeer beperkte groep.

Page 23: eindwerk huur

22

3.1.4. Mogelijke oplossingen

• meer betaalbare huurwoningen voorzien;

• mensen bewuster maken van de belangrijkheid van het betalen van de huishuur;

• betaalproblemen tijdig bespreekbaar maken;

• begeleiding voorzien voor financieel zwakkere huurders.

3.2. De huurder gebruikt het goed niet als een goede huisvader

Art. 1729 BW bepaald dat de huurder het gehuurde goed moet gebruiken zoals het in het contract beschreven staat. Dit wil zeggen dat men het goed de afgesproken bestemming moet geven en het niet voor andere doeleinden mag aanwerven.

Bv: men mag in een woonhuis niet zomaar gaan handel drijven als dit niet in het contract is overeengekomen, want dan is de wet op de handelshuur van toepassing. De bestemming van een goed moet dus strikt geïnterpreteerd worden en men mag hier niet zomaar vanaf wijken.

Wanneer de huurder deze regel niet naleeft is dit een grond waarop de verhuurder de uithuiszetting kan eisen, zelfs indien de verhuurder hier geen schade door lijdt.

3.3. De huurwoning wordt niet voorzien van voldoende huisraad

De verhuurder heeft volgens Art. 1752 BW de verplichting om de huurwoning te voorzien van voldoende huisraad. Deze huisraad bestaat uit lichamelijke en roerende zaken zoals meubels, apparaten en andere huisraad.

Indien de huurder deze verplichting niet nakomt heeft de verhuurde weer een grond waarop men de gedwongen ontruiming kan vorderen, tenzij de huurder voldoende zekerheid biedt tot het betalen van de huur.

3.4. De huurder voert de tot zijner laste kleine herstellingen niet

uit

In Art. 1754 en 1755 BW worden de herstellingen beschreven die volgens de wet toekomen aan de huurder. We spreken hier van kleine herstellingen of geringe herstellingen tot onderhoud.

Ook horen de herstellingen aan haarden, bepleistering tot een meter hoogte, vloeren en tegels als aan ruiten en deuren enz. ten laste van de huurder.

Deze regel is wel mits uitzondering van overmacht of ouderdom, want dan komen de kosten toe aan de verhuurder.

Page 24: eindwerk huur

23

3.5. De verhuurder voert grote herstellingswerken uit gedurende

het huurcontract

Indien het verhuurde goed gedurende de huurtijd dringende herstellingen nodig heeft, die niet kunnen wachten tot het einde van het huurcontract, moet de huurder deze ongemakken dulden al zou hij gedurende de herstellingen het genot van een gedeelte van het goed niet kunnen hebben.

Deze grote herstellingswerken vallen ten laste van de verhuurder en hebben betrekking op herstellingen betreffende overmacht, ouderdom of normale slijtage.

Indien de herstellingswerken langer dan veertig dagen duren, wordt de huurprijs verminderd naar evenredigheid van de tijd en van het gedeelte van het verhuurde goed waarvan de huurder het genot heeft moeten missen. En wanneer het goed helemaal onbewoonbaar kan worden beschouwd, dan kan men zelfs de huur doen ontbinden volgens Art. 1724 BW.

Als de huurder bij de pakken blijft zitten en zelf geen initiatief neemt om de ontbinding te vragen van de huur bij een onbewoonbaar verklaarde woning kan het gemeentebestuur stappen ondernemen om de huurder uit de woning te laten zetten.

Dit is de enige reden tot een uithuiszetting van de huurder indien de verhuurder zijn verplichting niet nakomt tot het volledige en normale genot te verschaffen teneinde de nodige herstellingen te doen binnen de veertig dagen.

Page 25: eindwerk huur

24

Hoofdstuk 4: In rechte optreden

De procedure wordt opgesplitst in een verzoeningsprocedure en een gerechtelijke procedure.12

4.1. De verzoeningsprocedure

Homo homini lupus, de één z’n dood is de ander z’n brood. Daar begint elk juridisch verhaal mee. Er komt een punt waarop we de mens niet langer aan zichzelf kunnen overlaten. Een regeling dringt zich op van bovenaf. De regeling moet gedwongen worden niet door het individu zelf, maar door de staat, de wetgevende macht. Conflicten worden niet langer opgelost met de vuist, maar met het woord, door het spreken van het recht.

Zoals eerder al besproken is, is de verzoeningsprocedure verplicht bij de uithuiszetting en heeft zij als doel de gerechtelijke procedure te vermijden. De verzoeningspoging is geregeld in de wet onder Art. 731 tot Art. 734 van het Gerechtelijk Wetboek onder de benaming “minnelijke schikking”. Deze belangrijke verplichting geldt voor de vorderingen die de eiser voor de rechter wenst te brengen vanaf 10 januari 2003.

Het belangrijkste voordeel van deze verzoeningsprocedure is dat ze kosteloos is en vrij eenvoudig aan te vragen door een schriftelijke of mondelinge aanvraag bij de griffie van het Vredegerecht waar het onroerend goed gelegen is. Men kan reeds in het verzoekschrift de argumenten en het geschil zelf opnemen.

De partijen worden vervolgens persoonlijk per brief verwittigd van de dag en uur waarop de aanvraag zal behandeld worden.

In deze brief moet vermeld worden:

• het bevoegde Vredegerecht;

• de datum waarop de zaak zal behandeld worden;

• het uur waarop de zaak zal behandeld worden;

• de identiteit van de verzoekende partij.

Als alle partijen aanwezig zijn op de zitting zal de vrederechter het geschil behandelen, zoniet dan wordt er een proces-verbaal van niet-verzoening opgesteld.

Als alles goed verloopt en beide partijen zijn vertegenwoordigd kan de vrederechter optreden als scheidsrechter. Hier worden dan concrete afspraken gemaakt die dienen nageleefd te worden.

12 Gerechtelijk Wetboek: Deel IV Burgerlijke Rechtspleging: Art. 664 t.e.m. 1385 undecies

Page 26: eindwerk huur

25

Uit deze procedure kunnen 2 mogelijkheden voortvloeien:

• ofwel lukt de verzoening: hier zal het proces-verbaal akte nemen van het akkoord van de partijen; dit akkoord heeft dezelfde waarde als een vonnis;

• ofwel lukt de verzoening niet: doordat één van de partijen niet verschenen is of omdat er geen akkoord bereikt is door beiden partijen.

Bij de laatste mogelijkheid rest er enkel nog de gerechtelijke procedure.

Indien één van de partijen de opgenomen verplichtingen niet nakomt kan de tegenpartij de gedwongen uitvoering eisen.

Tegen een akte van verzoening kan men niet in hoger beroep gaan.

In de praktijk stelt het OCMW vast dat de afwezigheid van de huurder tijdens de verzoeningsprocedure zeer opvallend is. Bij gebrek aan cijfermateriaal schat men dat 70% van de huurders afwezig is op dit toch wel belangrijk moment. Dit leidt tot ergernis van de verhuurders die deze verplichte poging gaan aanzien als een vertraging in het proces.

Hoe komt het dat huurders deze kans tot verzoening aan hun laten voorbijgaan die toch in hun voordeel speelt?

Het grootste probleem is de drempel naar het gerecht die voor sommige minder begoede burgers zeer hoog is. De grote gebouwen en juridische taal die daar gebruikt wordt, schrikt hen af.

Een tweede verklaring hiervoor is dat de meeste huurders zich niet bewust zijn van het belang van de minnelijke schikking. Ze kunnen dikwijls ook de moeilijke taal die gebruikt wordt in de oproepingsbrief niet begrijpen en leggen het allemaal naast zich neer.

En een derde verklaring hiervoor is het ontvluchten van het probleem. Men durft de confrontatie niet aan en wil het omzeilen.

De motivatie en de voorbereiding van beide partijen is doorslaggevend voor de effectiviteit van de verzoeningspoging. Wanneer de verhuurder de verzoeningspoging louter ziet als een formaliteit is de bereidheid tot het komen tot een oplossing waarschijnlijk veel kleiner. Ook bij de huurder kan er sprake zijn van een gebrek aan motivatie om de verstandhouding nog te redden. (bv als de huurder geen huur meer betaalt omdat het goed in slechte staat is en men hoopt op een onbewoonbaarverklaring om zo voorrang te kunnen krijgen bij de sociale huisvestingsmaatschappij).

Wanneer huurder en verhuurder er ondanks deze verzoeningsperiode niet in slagen tot een onderlinge oplossing te komen, rest niet anders dan het opstarten van een procedure bij het Vredegerecht namelijk de gerechtelijke procedure.

4.2. De gerechtelijke procedure

Wanneer verhuurder en huurder niet onderling tot een akkoord kunnen komen bij de verplichte verzoeningsprocedure, dan kan men overgaan tot de gerechtelijke procedure bij het Vredegerecht. De Vrederechter krijgt dan de opdracht om een oordeel te vellen.

Page 27: eindwerk huur

26

4.2.1. De inleidende akte

Er zijn 3 manieren waarop men het dossier op het Vredegerecht kan brengen:

• de vrijwillige verschijning;

• het verzoekschrift;

• de akte van dagvaarding.

4.2.1.1. De vrijwillige verschijning

Deze procedure is niet erg gebruikelijk. Beide partijen moeten namelijk samen naar de rechtbank komen en een proces-verbaal van vrijwillige verschijning laten opmaken.

De partijen kunnen dan vrijwillig verschijnen voor de Vrederechter en hem vragen akte te nemen van deze verschijning.

Deze verschijning vermindert de kosten doordat enkel het rolrecht moet betaald worden en laat van bij de aanvang beide partijen toe hun wederzijdse posities duidelijk te omschrijven. Deze argumenten worden opgenomen in het proces-verbaal.

De vrijwillige verschijning kan dus snel verlopen en is relatief goedkoop, maar voorwaarde is dat de twee partijen uiteraard beiden bereid moeten zijn om samen te verschijnen, wat in de praktijk maar zelden het geval is.

4.2.1.2. Het verzoekschrift

In sommige welbepaalde gevallen kan het proces opgestart worden via een verzoekschrift. Dit kan bijvoorbeeld in het geval van huurgeschillen. Voor zo’n gevallen is er geen tussenkomst van de deurwaarder nodig. Dit verzoekschrift moet wel een aantal gegevens bevatten zoals:

• de datum;

• naam, voornaam, beroep en woonplaats van de verzoeker;

• de naam, voornaam, beroep en woonplaats van de verweerder;

• het voorwerp van de vordering en de korte samenvatting van de middelen van de vordering;

• de handtekening van de verzoeker of zijn advocaat (gehuwden moeten allebei het verzoekschrift ondertekenen).

Ook moet er bij het verzoekschrift een getuigschrift van de woonst van de tegenpartij gevoegd worden. Dit kan aangevraagd worden bij het gemeentebestuur van de betrokkene. Dit getuigschrift mag niet vroeger gedagtekend worden dan vijftien dagen voor het verzoekschrift. Bij rechtspersonen wordt geen getuigschrift gevraagd van woonst, maar wel de inschrijving in het handelsregister of een uitreksel uit het Belgisch Staatsblad waaruit de maatschappelijke zetel blijkt. Deze documenten kunnen bekomen worden bij de griffie van de Rechtbank van Koophandel voor B.V.B.A.’s en N.V.’s. Voor de V.Z.W.’s kan men terecht bij de griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg.

Page 28: eindwerk huur

27

In geval van rechtspersonen verzoekt de Vrederechter meestal een inleiding van de zaak via een dagvaarding.

Bepaalde griffies beschikken over modelformulieren wat het allemaal iets simpeler kan maken.

Het verzoekschrift dat bij de griffie moet worden ingediend, wordt na het betalen van het rolrecht ter kennis gebracht via een gerechtsbrief met een afschrift van het verzoekschrift. Deze brief roept de verweerder op voor de zitting.

4.2.1.3. De dagvaarding

Dit is de normale manier om en rechtzaak aan te spannen.

Indien het gaat om een eenvoudige zaak is de deurwaarder meestal wel bereid om de dagvaarding zelf op te stellen op basis van de informatie die hem verstrekt wordt. Indien het gaat om een complexe zaak moet de verzoeker de dagvaarding zelf opstellen of een advocaat onder de arm nemen om dat voor hem te doen.

De gerechtsdeurwaarder moet de dagvaarding betekenen op het domicilie van de tegenpartij.

Indien de gedaagde thuis is kan de deurwaarder de dagvaarding betekenen aan de persoon zelf door een kopie van de akte af te geven. Dit kan ook aan een familielid of aangestelde als de persoon in kwestie niet thuis is.

Er is ook nog een derde mogelijkheid en deze is het betekenen op de woonplaats zelf. Er wordt dan een afschrift van de dagvaarding achtergelaten onder gesloten omslag. In dit geval dient de deurwaarder wel een aangetekend schrijven te doen ten laatste de eerstvolgende werkdag na het betekenen. Dit is om de gedaagde te verzoeken om eventueel een afschrift af te halen op kantoor binnen een termijn van 3 maanden.

De kosten van de betekening moeten eerst door de verzoeker aan de deurwaarder worden betaald. Men kan wel de kosten verhalen op de tegenpartij als men door de rechter in het gelijk wordt gesteld.

4.2.2. Het preventief verwittigen van het OCMW

De wet van 30 november 1998 voorziet een aantal maatregelen tot humanisering van de gerechtelijke uitzetting.

Zoals hoger reeds vermeld is wordt bij iedere inleiding van een vordering tot uithuiszetting het OCMW verwittigd, tenzij de huurder hiertegen bezwaar heeft. Gerechtelijk Wetboek Art. 1344ter§5 bepaald hoe het OCMW moet tussenkomen. Het bevoegd OCMW is dat van de woonplaats of verblijfplaats van de betrokken huurder.

De vordering kan gemeld worden via de griffier of de Gerechtsdeurwaarder (zie hoger) al naargelang hoe de inleiding gebeurt. Hiertegen kan de huurder verzet aantekenen binnen de 2 dagen na de oproeping via de gerechtsbrief of na de betekening van de dagvaarding.

Bij vormen van uithuiszetting die een andere basis hebben dan een huurovereenkomst bv. in geval van een uitdrijving bij inbeslagname van de

Page 29: eindwerk huur

28

woning voor het afbetalen van schulden, moet de deurwaarder pas 4 dagen na het vonnis het OCMW op de hoogte brengen, tenzij hier ook weer de huurder verzet aantekent binnen de 2 dagen.

In de praktijk zorgt deze regel duidelijk voor meer werklast en kunnen vele OCMW’s door het uitblijven van ondersteunende instrumenten en middelen hun preventieve rol onmogelijk tenvolle opnemen en zoeken ze naar een haalbare werkwijze. Deze kunnen wel verschillen van OCMW tot OCMW, maar minimaal wordt volgende standaardprocedure gehanteerd:

• wanneer een melding tot vordering van een uithuiszetting binnenkomt wordt er nagegaan of de huurder reeds gekend is bij of ingeschakeld is bij het OCMW;

• indien hij/zij gekend is wordt de persoon gecontacteerd door de betrokken maatschappelijke werker;

• indien de persoon niet gekend is door het OCMW gaat men een brief versturen waarin de huurder op de hoogte wordt gebracht van het hulpverleningsaanbod. Hierin wordt de huurder dan uitgenodigd om contact op te nemen met het OCMW.

Er zijn OCMW’s die een actiever beleid voeren door eventueel een huisbezoek af te leggen, maar dit is niet mogelijk voor de meeste OCMW’s door het nijpend tekort aan personeel.

De tussenkomst na het vonnis wordt dan in de meeste gevallen ook beperkt tot het tijdelijk opvangen van uithuisgezette personen wanneer deze zich spontaan aanbieden bij het OCMW.

Naast het gebrek aan middelen zijn er nog een aantal andere knelpunten die de operationalisering van de wetgeving tot een eerder frustrerende activiteit maken.

Een eerste vaststelling is dat maar een klein deel van de gecontacteerde huurders reageert op de uitnodiging of hulp. Dit kan toegewezen worden aan het schriftelijk verwittigen van de voorziening van het OCMW. Brieven worden vaak niet geopend of zijn onvoldoende uitnodigend voor de (kansarme) huurder. Hoewel sommige OCMW’s toch de moeite doen om persoonlijk langs te gaan kan er maar een beperkte interesse genoteerd worden. Huurders ervaren deze tussenkomst als ongepaste bemoeienis en totaal overbodig.

Bij een aantal huurders wordt vastgesteld dat zij pas reageren als er een uitspraak is van het Vredegerecht en ze het gevoel hebben dat ze met hun rug tegen de muur staan.

Een tweede vaststelling is dat als huurders dan toch ingaan op de uitnodiging van het OCMW, ze enorm hooggespannen verwachtingen hebben. Er wordt dan verwacht dat het OCMW hen een permanente woonst kan aanbieden en alle problemen van de baan zijn. Het OCMW kan bijna nooit aan deze verwachting voldoen en hen in het beste geval een tijdelijk onderdak bieden. Hierdoor zijn de meeste huurders dan ook teleurgesteld in de hulp en gaat alle hoop verloren.

Door het nijpende tijdsgebrek kan het OCMW vaak niet het nodige doen en resultaatsgericht werken. Hierdoor is het vaak te laat om in te grijpen.

Page 30: eindwerk huur

29

4.2.3. De uithuiszetting

Ik vertrek van het uitgangspunt dat de huurder zijn betalingsverplichting reeds één maand niet is nagekomen. Er zijn natuurlijk ook nog andere reden om tot een uithuiszetting te komen zoals de uithuiszetting door het niet of slecht onderhouden van het goed ed.

Hieronder zet ik de verschillende stappen die de gerechtelijke uithuiszetting voorafgaan uiteen, die u kunt volgen in het onderstaand schema onder punt 4.2.4.

De eerst stap is vanzelfsprekend de huurovereenkomst die gesloten wordt tussen huurder en verhuurder. Zolang iedere partij zijn verplichtingen nakomt is er niets aan de hand, maar eens één van de partijen faalt in zijn verplichtingen ontstaan de problemen.

Één van de belangrijkste verplichting van de huurder is het betalen van de huurprijs. Zij raakt immers de essentie van de huurovereenkomst

Eens de huurder nalaat de huishuur minimum één maand te betalen kan de verhuurder stappen gaan ondernemen om deze huurgelden toch te kunnen bekomen. De eerste stap kan heel eenvoudig door een onderlinge regeling uit te werken. Deze kan door een minnelijke schikking te vragen of de hulp van een bemiddelaar in te roepen. Deze methode kan een goede oplossing bieden indien de huurder de afspraken naleeft, maar ook het tegengestelde kan gebeuren en leeft de huurder de afspraken niet na.

Nu kan de verhuurder gerechtelijke stappen gaan ondernemen en de huurder voor de Vrederechter oproepen tot poging tot verplichte minnelijke schikking.

Hier kunnen zich twee verschillende scenario’s afspelen. Ofwel is de huurder aanwezig op de zitting en kan er een positief resultaat bekomen worden door afspraken te maken die dan ook nageleefd worden. In het andere geval is de huurder niet aanwezig of volgt de huurder de gemaakte afspraken niet en kan men een gerechtelijke procedure starten.

Bij de gerechtelijke procedure gaat men de zaak inleiden bij het Vredegerecht en het OCMW preventief verwittigen. Indien de huurder niet aanwezig is op de zitting wordt hij/zij veroordeeld bij verstek. Hiertegen is verzet mogelijk.

Indien de persoon wel aanwezig is en hij veroordeeld wordt tot het verlaten van het pand kan hij in beroep gaan. Indien hij hiervan geen gebruik maakt wordt men bevelen tot het verlaten van het pand.

Hier kunnen zich dan weer twee mogelijkheden voordoen, de huurder kan het pand nog vrijwillig verlaten, in het ander geval zal de Gerechtsdeurwaarder het vonnis ten uitvoer brengen.

Onder het volgende punt kan u deze hele procedure bekijken in een schematisch overzicht van de verschillende stappen.

Page 31: eindwerk huur

30

4.2.4. De uithuiszetting schematisch13

13 X is de huurder

Y is de verhuurder

X sluit een huurovereenkomst af met Y

X betaalt de huur niet gedurende 1 maand

X en Y treffen onderling een regeling Het probleem sleept aan en er wordt een huurachterstal van 2 à 3

maanden opgebouwd

X tracht een regeling te treffen met Y via minnelijke schikking of hulpverlener X onderneemt niets

Positief resultaat Negatief resultaat

X volgt afspraken X volgt afspraken niet

Verplichte poging tot minnelijke schikking

X is aanwezig X is niet aanwezig

Positief resultaat Negatief resultaat

X volgt afspraken X volgt afspraken niet

Inleiding gerechtelijke procedure

Page 32: eindwerk huur

31

Inleiding bij de vrederechter Verwittinging OCMW +

X reageert X reageert niet X is aanwezig X is niet aanwezig

verstekvonnis

Pos. uitspraak Neg. uitspraak

X gaat in beroep X gaat niet in beroep

Bevel tot verlaten van het pand

X verlaat het pand X verlaat het pand niet

Gerechtelijke uitzetting

verzet

Page 33: eindwerk huur

32

4.2.5. Inleidende zitting

De inleidende zitting is de dag waarop de behandeling van de zaak wordt aangevat. Deze kan ten vroegste acht dagen na betekening van het verzoekschrift of de dagvaarding plaatsvinden.

De zaak kan ofwel onmiddellijk behandeld worden, ofwel tot een bepaalde datum uitgesteld worden, ofwel onbepaald uitgesteld worden.

4.2.5.1. De zaak wordt onmiddellijk behandeld

Dringende of eenvoudige zaken kunnen op de inleidende zitting onmiddellijk behandeld worden. Het gaat hier meestal over zaken die slechts korte debatten vereisen, of waarvan de gedaagde partij verstek laat gaan. Het verstek van de gedaagde partij betekent niet dat de vrederechter de eis altijd toestaat, maar in de praktijk gebeurt het vaak dat dergelijke behandeling vlot verloopt. Indien beide partijen wel aanwezig zijn gaat de rechter luisteren naar de uitleg van beide partijen wat pleiten genoemd wordt. Kort daarna zal de rechter het vonnis vellen en dit zal dan via de post naar de betrokken partijen toegezonden worden.

4.2.5.2. De zaak wordt tot een bepaalde datum uitgesteld

Soms wordt de zaak een week, een maand of langer uitgesteld. In deze periode kunnen standpunten schriftelijk uiteen worden gezet en bewijsstukken overgemaakt worden aan de tegenpartij.

Het is belangrijk dat men dan op de datum van de volgende zitting aanwezig is om te vermijden dat men bij verstek veroordeeld wordt. Indien beide partijen aanwezig zijn kan de zaak gepleit worden.

4.2.5.3. De zaak wordt onbepaald uitgesteld

Dit gebeurt vooral als de zaak niet dringend is of als de standpunten schriftelijk uiteen moeten worden gezet. De zaak wordt dan naar de rol verzonden om de partijen toe te laten conclusies uit te wisselen en neer te leggen.

Het is belangrijk om het rolnummer te noteren van de Algemene Rol. Dit is het nummer waarop de zaak bekend is bij het Vredegerecht.

Indien één van de partijen een onderzoeksmaatregel wenst kan dit op de inleidende zitting gevraagd worden. Dit kan zijn het aanstellen van een deskundige,…

Eerst krijgt de eisende partij het woord en legt de bewijsstukken voor, daarna kan de verweerder zijn uitleg doen en tegenbewijs leveren indien er bewijsstukken zijn. De vrederechter kan verduidelijking vragen indien dat nodig is. Als dit niet nodig is en de zaak duidelijk genoeg is, neemt hij de zaak in beraad.

Page 34: eindwerk huur

33

4.2.6. De behandeling ten gronde

4.2.6.1. Eis en tegeneis

De eisende partij kan lastens de verwerende partij een eis stellen wat de vordering wordt genoemd. De verwerende partij kan dan tegen de vordering haar tegenargumenten aanvoeren.

De eis die vermeld wordt in akte van dagvaarding of verzoekschrift is niet altijd de definitieve eis, want de eisende partij kan te allen tijde de eis uitbreiden indien de eis steunt op gronden en/of feiten.

Soms kunnen de rollen ook omkeren en de verweerder zelf ook eisende partij worden.

4.2.6.2. Conclusies en besluiten

Als de zaak onbepaald uitgesteld wordt (naar de rol verzonden werd), zal dit meestal gebeuren om volgens vastgestelde regels schriftelijke uitleg te krijgen aan de hand van bewijsstukken.

Hoe verloopt dit?

• De advocaat van de eisende partij moet binnen 8 dagen de bewijsstukken overmaken aan de verwerende partij;

• Nadat de bewijsstukken ontvangen zijn heeft de advocaat van de verwerende partij één maand de tijd om zijn argumenten (conclusies) op papier te zetten.

Deze moet opgesteld zijn in de taal van de procedure.

In de conclusie worden de partijen vermeld, de rechtbank waar de zaak behandeld wordt en de nummer van de algemene rol.

In de conclusie wordt zo duidelijk mogelijk het standpunt weergegeven. Indien de verweerder zelf iets van de eiser wil verkrijgen dan vermeldt hij dit als tegeneis in de conclusie.

Indien de verweerder ook bewijsstukken wil meedelen kan hij ze best nummeren en er een inventaris van maken.

Vervolgens wordt er een kopie van de conclusie en de inventaris naar de advocaat van de tegenpartij of als er meerdere partijen zijn naar elk van hen gestuurd. (een aangetekende brief hoeft niet)

Er dienen ook twee exemplaren van de conclusies ondertekend naar de griffie van het Vredegerecht gestuurd te worden. (aangetekend) Ook dient men de inventaris van de bewijsstukken over te maken. De bewijzen zelf worden bij de partijen zelf bewaard.

• De advocaat van de eisende partij heeft na ontvangst van de conclusies van de verwerende partij nog één maand de tijd om weer een conclusie te maken en deze over te maken aan de verweerder.

• Dan heeft de verweerder weer eens 15 dagen om opnieuw een conclusie neer te leggen.

Page 35: eindwerk huur

34

Wat gebeurt er indien één van de partijen niet meewerkt?

Wanneer de zaak naar de rol verzonden werd, kan het zijn dat één van de partijen (meestal de verweerder) niet wil meewerken aan het vlotte verloop van de procedure.

De eiser zal dan het nodige doen om de verweerder te activeren en te verplichten een conclusie neer te leggen. De verweerder krijgt dan van de griffie een gerechtsbrief waarin staat wat er moet gebeuren. De verweerder moet dan stipt de opgelegde termijnen naleven. Zo is het verstandig niet de laatste dagen af te wachten om de conclusies over te maken aan de griffie.

De inhoud van de besluiten zien er als volgt uit:

• De hoofding ‘besluiten’;

• De naam van de partijen met adres en eventueel de advocaat;

• De bevoegde rechter;

• Het rolnummer;

• Een overzicht van de feiten;

• De reeds gestelde handelingen;

• De (tegen)argumenten;

• Het beschikkend gedeelte;

• Een begroting van de gerechtskosten (voor zover die er al zijn);

• Een inventaris van de stukken.

4.2.6.3. Het pleiten

Na de conclusies moeten de eiser en verweerder samen schriftelijk aan de griffie vragen om de zaak te mogen pleiten. Dit houdt in dat men de zaak mondeling wil uitleggen aan de rechter die daarna een vonnis zal uitspreken.

De vermelding van de pleitdatum zal dan ongeveer drie weken later in de brievenbus vallen. De pleitdatum kan soms enig maanden later zijn.

Als de zaak gepleit wordt kan elke partij om de beurt rustig zijn zegje doen. De eiser komt eerst aan het woord, daarna kan de verweerder zijn standpunten uiteenzetten. De partijen onderbreken elkaar niet ook al worden er de grootste leugens verteld. Eventueel kan men zijn uitleg doen in een andere taal dan het Nederlands als de rechter deze gunst toelaat en de taal begrijpt.

De aard van de zaak, de houding van de partijen en de vrederechter zullen bepalen of de zaak uitvoerig of kort zal worden behandeld op de pleitzitting.

Tenzij de vrederechter oordeelt dat bepaalde punten nog door de partijen zelf of door een onderzoeksmaatregel verder moeten worden uitgediept, neemt hij de zaak in beraad om later een oordeel te vellen.

Page 36: eindwerk huur

35

Na de pleitzitting kan men het vonnis (een kopie) meestal na één maand thuis verwachten via de post. Dit kan ook wel eens wat later of korter uitvallen.

Nu is het moment gekomen waarop de partijen kunnen berusten in het vonnis of een beroep aantekenen.

4.2.6.3. Bewijsstukken

Wie bepaalde feiten naar voor brengt die door de tegenpartij ontkend worden moet deze gaan bewijzen. Beide partijen moeten al de nuttige bewijsstukken in hun conclusies opnemen. Weigert een partij dit te doen kan de rechter opleggen om de stukken voor te leggen.

Bij een geschil met betrekking tot de huur zullen de voornaamste bewijsstukken de huurovereenkomst, plaatsbeschrijving, schriftelijke verklaringen en briefwisseling zijn.

4.2.6.4. Getuigenverhoor

Een getuigenverhoor is één van de middelen om betwiste feiten te bewijzen. Een getuige kan steeds worden verhoord wanneer dit door een partij in de besluiten is aangeboden en door de rechter wordt aanvaard. De rechter bepaalt welke feiten er mogen worden bewezen met getuigen.

In beginsel kan iedereen die de volle 15 jaar is optreden als getuige.

De partij die de toelating kreeg om te bewijzen via getuigen dient een lijst op te sturen van de getuigen naar de griffie. De Griffie roept dan de getuige op via een brief met daarin de datum en het uur waarop het getuigenverhoor zal plaatsvinden.

Een getuige die niet vrijwillig verschijnt kan gedagvaard worden.

De getuige dient eerst de eed af te leggen alvorens hij door de rechter wordt ondervraagd over de opgegeven feiten en zijn verklaring wordt opgetekend.

Hierna kan nog een tegenverhoor worden bevolen door de tegenpartij.

4.2.6.5. Deskundigenonderzoek

De rechter kan deskundigen gelasten vaststellingen te doen of een technisch advies te geven.

Het vonnis waarbij een deskundigenonderzoek wordt bevolen, omschrijft nauwkeurig het voorwerp ervan en bepaalt een termijn voor het indienen van het verslag.

De deskundigen vervullen hun opdracht onder toezicht van de rechter. Deze kan te allen tijde, op verzoek of ambtshalve de verrichtingen bijwonen. Ook de partijen worden opgeroepen om aanwezig te zijn bij alle verrichtingen van de deskundige. Ze worden ook verzocht alle documenten te overhandigen die nuttig kunnen zijn voor het onderzoek.

Het verslag vermelt de vertegenwoordiging van de partijen, hun mondelinge verklaringen en hun vorderingen. De expert mag geen uitspraak doen over het “gelijk of ongelijk” van een partij. Dit moet hij aan de rechter overlaten.

Page 37: eindwerk huur

36

De deskundige stelt een termijn op waarin de partijen hun opmerkingen aan hem kunnen overmaken. Dit is niet onbelangrijk want de rechter volgt dikwijls de mening van de deskundige door zijn kwaliteiten op het vlak van het onderzoek.

De rechters zijn niet verplicht het advies van de deskundigen te volgen, indien het strijdig is met hun overtuiging.

De kosten en ereloonnota worden voorgeschoten door de partij die de expertise in het geding vraagt.

4.2.7. Het vonnis

Het vonnis is de uitspraak van de rechter in zover daarmee de rechtsmacht van de rechter over het geschilpunt is uitgeput.

Het vonnis wordt betekend door een gerechtsdeurwaarder. Een betekening is een officiële kennisgave.

Door de betekening van het vonnis begint de termijn van verzet en beroep te lopen. De rechtsmiddelen moeten binnen de termijn worden ingesteld. Deze termijn verschilt volgens de aard van de zaak. Deze bedraagt één maand bij het vredegerecht.

Een verklaring van berusting is een geschrift waarin men afziet van verhaal tegen de uitspraak en zich als het ware neerlegt bij de uitspraak in die zin dat men de uitspraak als definitief aanvaardt.

Een verklaring van berusting wordt meestal opgesteld om de kosten van betekening te vermijden. Een partij heeft immers pas zekerheid dat haar vonnis definitief is van zodra de termijn verstreken is om een rechtsmiddel in te stellen. Zonder een betekening of verklaring van berusting is men vaak niet zeker over het definitief karakter van de uitspraak.

Na het vonnis:

• Er is een veroordeling:

Als de veroordeelde geen beroep aantekent kan hij best zo snel mogelijk het vonnis vrijwillig naleven. Bij een vonnis waar er een som geld moet betaald worden gebeurt dit best onmiddellijk en als er een prestatie moet geleverd worden meldt men ook aan de tegenpartij dat deze gedaan is.

Er mag niet vergeten worden dat ook de intresten en de proceskosten betaald moeten worden (dagvaarding en rechtsplegingvergoeding als de eiser een advocaat had). De advocaat van de tegenpartij stuurt normaal een afrekening van de nog openstaande schuld.

• Niet akkoord met het vonnis:

Er kan beroep aangetekend worden tegen het vonnis. Een hogere rechtbank met drie rechters zal dan de zaak terug behandelen.

Dit moet uiterlijk aangevraagd worden binnen de maand na betekening van het vonnis.

Page 38: eindwerk huur

37

• Bij verstek veroordeeld:

Dit wil zeggen dat de verweerder automatisch veroordeeld is en de eiser in het gelijk is gesteld omdat de verweerder niet verschenen is voor de rechter.

Hiertegen kan de verweerder verzet aantekenen en de zaak zal dan grondig onderzocht worden door dezelfde rechter. Hier zal de rechter dan ook rekening houden met de argumenten van de verweerder.

Voor het aantekenen van verzet wendt men zich tot een gerechtsdeurwaarder of een advocaat. Het verzet moet binnen de maand na betekening van het vonnis door een gerechtsdeurwaarder aangetekend zijn.

4.2.8. De termijn tussen betekening vonnis en de uithuiszetting

Géén uithuiszetting zonder dat er één maand verstreken is na betekening van het vonnis.

Hierop zijn wel 3 uitzonderingen:

• De verhuurder bewijst dat de huurder het pand reeds verlaten heeft;

• Verlenging of verkorting van de termijn van één maand omwille van uitzonderlijke ernstige omstandigheden;

• De huurder en verhuurder zijn een andere termijn overeengekomen die in het vonnis tot uitzetting werd opgenomen.

4.2.9. Verwittiging door de gerechtsdeurwaarder

De werkelijke uithuiszetting moet minimum 5 werkdagen van tevoren schriftelijk worden aangekondigd door de gerechtsdeurwaarder.

4.2.10. De uitvoering van het vonnis

Komt de tegenpartij de veroordeling niet na dient de gerechtsdeurwaarder het vonnis uit te voeren na de verwittiging die zoals hierboven vermeld 5 werkdagen van tevoren is gedaan.

Op de dag van de uitdrijving begeeft de gerechtsdeurwaarder zich naar het desbetreffende adres bijgestaan door een slotenmaker en de plaatselijke politie. Ook een verhuisfirma is van de partij om de inboedel op de openbare weg te plaatsen.

Bij aankomst wordt er aangebeld. Wanneer niemand thuis is of er niemand vrijwillig de deur open doet, zal de slotenmaker de deur openen.

De politie zal als eerste het pand betreden gevolgd door de gerechtsdeurwaarder. Alle aanwezigen worden verzocht hun spullen te nemen en het pand te verlaten. Wanneer dit niet vrijwillig gebeurt zal men gedwongen worden door de politie.

De ontruiming van het pand kan beginnen. De inboedel wordt door de verhuisfirma op de openbare weg gezet waar de gemeentewerkers het meestal meteen opladen om het te stokkeren. Hierbij wordt rekening gehouden met Art. 1344 quinquies Gerechtelijk Wetboek met betrekking van het lot van de inboedel van de uitgezette huurder.

Page 39: eindwerk huur

38

4.3. De totale duur van de procedure

De duur van de procedure hangt vaak af van de partijen zelf. De huurder zal proberen de zaak zo lang mogelijk uit te stellen en de verhuurder zal er eerder spoed willen achterzetten.

4.3.1. Uitstel

Een zaak kan in aanwezigheid van alle partijen door de rechter uitgesteld worden naar een bepaalde datum. Op deze datum zal de zaak dan verder behandeld worden.

Indien de tegenpartij op deze datum niet komt opdagen en dus verstek laat gaan, kan de andere partij een verstekvonnis bekomen en is de tegenpartij altijd veroordeeld door het niet aanwezig zijn op de afgesproken datum. Later kan de tegenpartij nog wel verzet aantekenen.

De zaak kan ook door de rechter onbepaald worden uitgesteld en dan wordt de zaak naar de rol verwezen. Dit gebeurt meestal om de partijen hun conclusies op papier te laten zetten. Deze gang van zaken is eerder al uitgelegd in punt 4.2.6.2.

4.3.2. De partijen bepalen de duur

De duur kan ook sterk afhangen van de medewerking of tegenwerking van de partijen zelf. Soms zal de huurder gaan tegenwerken en de zaak op de lange baan willen schuiven terwijl de verhuurder hoopt op een zo spoedig mogelijk vonnis.

Indien de huurder van slechte wil is en de procedure wil tegenwerken kan de verhuurder een maand na de neerlegging van de stukken de griffie vragen een rechtsdag te bepalen om zo de tegenpartij te dwingen hun conclusie neer te leggen. Voorafgaandelijk moet er wel een rappelbrief gestuurd zijn naar de huurder.

Een andere oplossing om een procedure te bespoedigen is de rechter vragen om conclusietermijnen vast te leggen samen met een rechtsdag voor de pleidooien.

4.4 Tijdstip van uitvoering

Volgens Art. 47 van het Gerechtelijk Wetboek mag de uithuiszetting enkel gebeuren tussen 6 uur ’s morgens en 21 uur ’s avonds. Op zaterdag, zondag of feestdagen is het niet toegelaten om iemand uit huis te zetten, met uitzondering van een toekenning door de rechter, maar dit gebeurt zéér zelden.

Page 40: eindwerk huur

39

Hoofdstuk 5: De gevolgen

5.1. De morele gevolgen

Een uithuiszetting is vaak een traumatische ervaring waardoor de personen zeer kwetsbaar worden. Het is dan ook belangrijk dat de uitdrijving zo menselijk mogelijk gebeurt zodat de traumatische gevolgen beperkt blijven.

Vaak hebben personen die uitgedreven worden geestelijke gezondheidsproblemen. De crisis is oorzaak of het gevolg van de uitzetting. Vele mensen weigeren dan ook enige hulp van artsen, diensten voor geestelijke gezondheid of het OCMW. Het gaat vaak om mensen in de lagere sociale klasse, verslaafde of alleenstaande, verwarde of gedesoriënteerde bejaarden.

Hoewel er al een hele procedure aan vooraf gaat begrijpen vele mensen op het moment zelf niet wat er allemaal gebeurt. Ze hadden zeker niet gedacht dat het ooit zo ver zou komen.

Vaak ontlopen de huurders het moment en zijn ze niet aanwezig wanneer een aantal arbeiders van de Technisch Dienst van de gemeente alles hardhandig op de stoeprand zetten. Dingen die niet meer volledig zijn of er niet meer bruikbaar uitzien worden zonder veel meer in de vuilniswagen gedropt.

Een uithuiszetting is zeer vernederend voor een gezin met kinderen. Heel de buurt staat toe te kijken en gooit verafschuwende blikken. Toevallige voorbijgangers blijven even staan kijken en zien het als een realityshow

De bewoner die het klaarblijkelijk al moeilijk had in de maatschappij dreigt nog verder weg te zakken. Hij moet weer op zoek naar een nieuwe woning, riskeert een schrapping uit de bevolkingsregisters en kan geen stabiliteit meer bieden aan zijn kinderen. Wanneer de huurder niet over een sociaal netwerk beschikt, wordt hij of zij thuisloos en komt in het opvangcircuit terrecht.

Ondanks alle preventieve maatregelen blijft het een ingrijpende gebeurtenis die de menselijke waardigheid in het gedrang brengt.

5.2. De financiële gevolgen

Een uitdrijving is zowel voor de verhuurder als voor de maatschappij een grote kost. De maatschappij steekt veel geld in het OCMW om een maximale en meer efficiënte preventie te bekomen en een beter huisvesting.

Daarnaast kan de verhuurder ook zeker zijn van een gepeperde rekening. De verhuurder wordt geconfronteerd met de onvermogende huurder die al een behoorlijke huurachterstal opgebouwd heeft. Om uiteindelijk toch een einde te maken aan deze schuldenberg is de verhuurder genoodzaakt om de huurder uit te drijven.

Page 41: eindwerk huur

40

5.2.1. Overzicht van de kosten

5.2.1.1. De achterstallige huur

Voordat de verhuurder gerechtelijke stappen onderneemt zijn er meestal al een aantal maanden verstreken waarvoor de huurder geen huur meer betaald heeft. Deze kost loopt snel op tot een paar honderden euro’s.

Om deze huur nog te recupereren zal heel moeilijk zijn. De huurder is vaak onvermogend en zal buiten deze achterstand nog wel schulden hebben.

Je kan een deurwaarder inschakelen om deze huur toch nog te ontvangen, maar vermits je niet de enige zult zijn worden de afkortingen verdeeld onder de verschillende schuldeisers en komt de Staat op de eerste plaats waarna er waarschijnlijk voor de verhuurder niets meer overblijft.

5.2.1.2. De gerechtskosten

De verhuurder die de procedure uithuiszetting zal opstarten zal de gerechtskosten moeten voorschieten. Wie iemand laat dagvaarden, of een vonnis vraagt zal eerst opdraaien voor de kosten. Later kan men dan wel de kosten verhalen op de tegenpartij indien zij veroordeeld werd tot het betalen van de kosten.

Kosten voor een deskundigenonderzoek komen ook eerst op de vragende partij terecht en kunnen later weer gerecupereerd worden. Indien anders onderling overeengekomen is kunnen de kosten ook ten laste worden gelegd van de tegenpartij.

De gerechtelijke kosten bestaan uit:

• Kosten van dagvaarding;

• Kosten van rolzetting, pleitzegel, zegel, registratie;

• De getuigenvergoedingen;

• Vergoeding voor plaatsbezoek vrederechter;

• Uitgiftekosten van het vonnis;

• Registratierechten

• …

Het minimum van de gerechtskosten is ongeveer 35 euro afhankelijk van het verloop. Maar indien er een advocaat wordt ingeschakeld lopen deze kosten zeer snel op.

Voor de lijst van bedragen zie bijlage 3.

5.2.1.3. Kosten deurwaarder

De betekening van het vonnis moet gebeuren door en gerechtsdeurwaarder. Deze bedragen liggen rond de 200 euro.

Page 42: eindwerk huur

41

Ongeveer alle deurwaarders hanteren dezelfde prijzen dus het maakt niet veel uit door welke deurwaarder de betekening gebeurt.

5.2.1.4. De uithuiszetting zelf

Bij de uithuiszetting zijn verschillende personen aanwezig die uiteraard niet gratis werken. Deze mensen moeten betaald worden door de verhuurder.

Bij een uitdrijving moet de deurwaarder betaald worden, de slotemaker en de verhuisfirma.

Daar stopt het natuurlijk niet bij, want alle meubels en huishoudgerief zijn wel uit het huis, maar daarom is het nog niet terug proper en netjes. Vaak dient het pand helemaal ontruimd te worden van vuilnis. Vaak hangt er ook een indringende geur of is er veel last van ongedierte en moet een gespecialiseerde firma komen om het pand te ontsmetten.

Andere kosten zijn het herstellen en het terug opknappen van vaste toestellen of sanitair.

Page 43: eindwerk huur

42

DEEL 2: PRAKTISCH

Page 44: eindwerk huur

43

1. Inleiding

Op de eerste dag van mijn 12 weken durende stage kon ik het al direct meemaken. In Geel werd er op 13 maart 2006 iemand “op straat” gezet.

Ik moest er nimmer over nadenken, het thema voor mijn eindwerk was snel gekozen: ‘De gedwongen ontruiming uit een huurwoning’.

Omdat dit dossier mijn eerste ontruiming was heb ik het ook genomen als praktijkvoorbeeld.

In het volgende deel zal ik dit dossier bespreken hoe het behandeld werd op het kantoor van Gerechtsdeurwaarder Eric De Belder.

Eerst bespreek ik kort het document, waarna u het zelf kan doornemen op de volgende pagina.

Page 45: eindwerk huur

44

2. Praktijkvoorbeeld

2.1. Document 1: brief advocaat + vonnis

23/12/2005

Op het kantoor van Gerechtsdeurwaarder Eric De Belder komt een brief toe van de advocaat van de verzoeker samen met het vonnis.

Advocaat Verhaegen Hugo stuurt het uitvoerbaar vonnis samen met een begeleidende brief naar het kantoor van de deurwaarder.

Het vonnis handeld over de gedwongen ontruiming van een huurwoning te Geel uitgesproken door het Vredegerecht van het kanton Geel. In de begeleidende brief vraagt Meester Verhaegen om onmiddellijk over te gaan tot betekening van het vonnis.

Page 46: eindwerk huur

45

Mijnheer de Gerechtsdeurvvaarder, Betreft verzoeker/verweerder M. ref. 0510556 Uw ref.

Gelieve in bijlage expeditie te willen vinden van het tussengekomen vonnis, met bede te willen overgaan tot betekening en uitvoering. Mag ik u verzoeken mij stipt op de hoogte te willen houden van de verdere uitvoering. Om de termijn zo spoedig mogelijk te laten lopen verzoek ik U de betekening nog vandaag te doen. In afwachting van uw berichten verblijf ik,

Met de meeste hoogachting,

VERHAEGEN Hugo ADVOCAAT

Lierseweg 104 2200 Herentals

De Heer Eric De Belder gerechtsdeurwaarder St.Jobsstraat 21

2200 HERENTALS

Herentals, 23 december 2005

Hugo VERHAEGEN

Page 47: eindwerk huur

46

VREDEGERECHT

van het kanton

GEEL

Rolnr. : 05A897 Rep. nr.: 2586/2005 Afschr. nr.: 7311 Intake : Verzoeker/verweerder

Voorste.blad

Wij, ALBERT II, Koning der Belgen, aan allen die nu zijn

en hierna wezen zullen, doen te weten.

Page 48: eindwerk huur

47

Rolnummer 05A897 Repertoriumnr.: 2586/2005

EERSTE BLAD eerste aanleg

VONNIS

Op de openbare terechtzitting van dinsdag, zes december tweeduizend en vijf, in de gerechtszaal van het Vredegerecht van het kanton GEEL, werd door Ons, Gr eta RAEYMAEKERS, Vrederechter, bijgestaan door Victor v os, e.a. Adjunct-griffier van voormeld kanton, het volg ende vonnis uitgesproken:

INZAKE:

Verzoeker, met zetel to 2440 GEEL,… straat,

- aanlegster, vertegenwoordigd door Mr. Hugo VERHAEGEN, advocaat te 2200 HERENTALS, Lierseweg 104;

TEGEN:

1. de heer Verweerder geboren te Geel op 23 oktober 19..

wonende te 2440 GEEL, …weg 51 F, 2. mevrouw verweerster , geboren te Mol

op 2 augustus 19.. wonende te 2440 GEEL, …weg 51 F, doch verblijvende te 2440 GEEL, …straat 5,

- verweerders, sub 1 verschijnend in persoon en sub 2 verstekmakend;

Gelet op het inleidend verzoekschrift van 6 novembe r 2005, neergelegd ter griffie op 14 november 2005 wa ar het op datum van ontvangst door de griffier voor gezien we rd getekend.

Gelet op de beschikking dagbepaling van 15 november 2005 overeenkomstig art. 1344bis,par.4 en art. 1034sexie s van het Gerechtelijk Wetboek, en op de oproeping van partij en met gerechtsbrief van zelfde datum.

Gelet op de kennisgeving met gerechtsbrief van 21 n ovember 2005 conform art. 1344ter,par.2 Ger.W. aan O.C.M.W Geel,

De vordering van aanlegster, met betrekking tot een appartement, gelegen to 2440 Geel,...weg 51F, strek t

VREDEGERECHT van het kanton GEEL

uitgifte afgeleverd aan: op: R.O/U nr.:

Page 49: eindwerk huur

48

BLAD 2 ___ Vonnis ___ Rolnr. 05A897 – Repertoriumnr2586/2005

ertoe: - de huurovereenkomst tussen partijen bestaande bet ref-

fende voormeld appartement ontbonden te horen verkl aren in het voordeel van aanlegster en lastens verweerders;

verweerders te bevelen om het gehuurde pand te ontr ui men en ter volle en vrije beschikking te stellen van aanlegster binnen de 8 dagen na betekening van het tus sen te komen vonnis; en bij gebreke waaraan aanlegster gemachtigd is verweerders en al wie en wat er zal wor den aangetroffen te laten uitdrijven door het ambt van een daartoe aang ezochte gerechtsdeurwaarder, de kosten invorderbaar zijnde op eenvoudig vertoon van facturen;

- verweerders te veroordelen tot betaling:

- als achterstallige huur de som van 1.036,86 euro, - als wederverhuringsvergoeding de som van 1.080,00

euro, - als betrekkingsvergoeding per begonnen maand na 3 0

november 2005 de som van 380,00 euro; al deze bedragen vermeerderd met de gerechtelijke i nte-resten;

- akte te horen verlenen aan aanlegster van haar vo orbehoud

voor eventuele huurschade;

de vrijgave te bevelen van alle goederen in hoofdso m en interesten in het voordeel van aanlegster van de wa ar borg, zich bevindend op rekening bij de bank NV ING Belgie, Marnixlaan 24 to 1000 Brussel op eenvoudig voorleggen van het tussen te komen vonnis;

- verweerders te veroordelen tot de kosten van het geding,

inbegrepen de rechtsplegingsvergoeding, en het te vellen vonnis uitvoerbaar te horen verklaren bij voorraad.

Tweede verweerster verschijnt niet, noch laat zich door iemand vertegenwoordigen, niettegenstaande zij regelmatig werd opgeroepen.

Gehoord aanlegster en eerste verweerder in hun verk laringen.

Aanlegster verklaart ter zitting van vandaag dat zi j van tweede verweerster betaling ontvangen heeft van twe emaal 190,00 euro of in totaal 380,00 euro.

Zij verklaart tevens dat de huur vervallen tot en m et de maand december 2005, 1.036,86 euro bedraagt.

Op zicht van stukken en volgens de toelichting door aan legster ter zitting verstrekt, komt de vordering ontvan kelijk en gegrond voor. Om deze reden:

Page 50: eindwerk huur

49

Gelet op de artikelen 2, 3, 4, 30, 37, 41 en 43 van de Wet van 15 juni 1935. Wij, Vrederechter, stellen het verstek opzichtens t weede verweerster vast. Verlenen aanlegster akte van haar verklaring dat zi j van tweede verweerster betaling ontvangen heeft van tweemaal h onderd negentig euro of in totaal driehonderd tachtig euro , en dat de huur verval len tot en met de maand december tweeduizend en vijf, duizend zesendertig euro en zesentachtig c ent bedraagt. Rechtdoende bij verstek opzichtens tweede verweerst er en op tegenspraak opzichtens de overige partijen, en besl is sende in eerste aanleg. Verklaren de vordering ontvankelijk en gegrond als volgt: Veroordelen verweerders om aan aanlegster te betale n voor achterstallige huurgelden tot en met december tweed uizend en vijf de som van duizend zesendertig euro en zesentachtig cent (1. 036, 86 euro) , te verhogen met de gerechtelijke interesten. Stellen vast dat verweerders ernstig tekortkomen aa n hun huurdersverplichtingen. Verklaren ontbonden met ingang van vandaag de tusse n partijen bestaande huurovereenkomst betreffende het appartem ent, gelegen te 2440 Geel aan de …weg 51F, lastens verwe erders. Veroordelen verweerders om voormeld appartement te verla ten en te ontruimen met al het hunne en de hunnen, en, in geval van weigering dit vrijwillig te doen, bevelen de uithuiszetting van verweerders. Machtigen aanlegster om over te gaan tot de tenuitv oerlegging van de uithuiszetting van verweerders met al het hunne en de hunnen na verloop van een termijn van een maand na de betekening van dit vonnis, conform artikel 1344quater van het Gerechtelijk Wetboek. Zeggen dat de tenuitvoerlegging van de uithuiszetti ng gebeurt door het ambt van een daartoe aangezochte gerechtsd eurwaarder, desnoods met bijstand van de openbare macht en op k osten van verweerders en dat deze kosten invorderbaar zijn op eenvoudige overlegging van de rekeningen en van de facturen. Veroordelen verweerders om aan aanlegster te betale n als vergoeding van de schade tengevolge van de ontbindi ng ten hare taste en als prijs voor de wederverhuring, een bedr ag van duizend tachtig euro (1.080,00 euro), te verhogen met de gerechtelijke interesten.

BLAD 3 Vonnis - Rolnr. 05A897 - Repertoriumnr. 2586/2005

Page 51: eindwerk huur

50

BLAD 4 ____Vonnis - Rolnr. 05A897 - Repertoriumnr. 2586/2005

Geven aan aanlegster voorbehoud om zo nodig vergoed ing te eisen voor huurschade.

Veroordelen verweerders om aan aanlegster een bezet tings-vergoeding te betalen van twaalf euro en zesenzestig cent per dag dat zij voormeld pand bezetten na een janua ri tweeduizend en zes.

Zeggen voor recht dat de huurwaarborg, vermeerder d met de inmiddels verworven interesten, geblokkeerd op reke ning nr. bij N.V. ING Belgie, Marnixlaan 24 to 1000 Brussel, volledig dient vrijgegeven te worden in het voordeel van aanlegster, ter delging van de door verweer ders verschuldigde bedragen.

Veroordelen verweerders tot de kosten van het gedin g, de ze tot op vandaag begroot als volgt:

- aan de zijde van aanlegster op: - 35,00 euro voor rolrecht, - 178,48euro voor rechtsplegingsvergoeding, - 10,00 euro voor getuigschriften van woonst; -

- aan de zijde van verweerders op nul euro.

Verklaren dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, niet tegen-staande alle verhaal en zonder borgstelling.

En Wij hebben getekend met de e.a. Adjunct-griftier.

t - griffier, De Vrederechter,

Greta RAEYMAEKERS

Aangebaden op 12 DEC 2005

Niet tE reg istreren ,

De e.a. ins ecteur.

- It .':.J 71

Page 52: eindwerk huur

51

VREDEGERECHT van het kanton GEEL

Rolnr.: 05A897 Rep. nr.: 2586/2005 Afschrift nr.: 7311 Inzake: Verzoeker/verweerder

Laatste blad

Lasten en bevelen dat alle daartoe gevorderde gerechtsdeurwaarders dit vonnis, deze beschikking, dit bevel of deze akte ten uitvoer zullen brengen. Dat Onze procureurs-generaal en Onze procureurs des Konings bij de rechtbanken van eerste aanleg daaraan de hand zullen houden en dat alle bevelhebbers en officieren van de openbare macht daartoe de sterke hand zullen bieden wanneer dit wettelijk van hen gevorderd wordt. Ten blijke waarvan dit vonnis, deze beschikking, dit bevel of deze akte is ondertekend en gezegeld met het zegel van de Rechtbank. Voor eensluidende uitgifte,

Afgeleverd te GEEL op 20 december 2005 Uw Ref. : 0510556 aan VERHAEGEN Hugo De Griffier,

Peggy COOLS Afgeleverd 4 blz. door vredegerecht GEEL op 20 december 2005 Boek R.U.: 2005 Referentie boek : BUR 2005001155 Referentie register UR : 2005001025 Betaald :6,00,-. De Griffier,

Page 53: eindwerk huur

52

2.2. Document 2: betekening met bevel tot ontruiming

23/12/2005

Gerechtsdeurwaarder Eric De Belder gaat over tot betekening van het vonnis met bevel tot ontruiming.

Aangezien geen van de verweerders aanwezig was op het tijdstip van betekening laat de plaatsvervangend gerechtsdeurwaarder van Eric De Belder met name Filip Van Dessel een afschrift achter overeenkomstig Art.38 Par.1 Ger.W om 18.10u en 18.20 u. op het adres

Page 54: eindwerk huur

53

BETEKENING MET BEVEL TOT ONTRUIMING

Eric DE BELDER. - Burgerlijke Vennootschap o.v.v. BVBA Gerechtsdeurwaarder - Lic. Rechten Sint - Jobsstraat 21 - 2200 HERENTALS

Tel. 014/25.76.25 Fax. 014/25.76.26 MAIL: [email protected]

FORTIS BANK 001-3597268-02 - BANK van BREDA 645-1108064-68 KANTOORUREN - 09 - 12 uur

ex1006/ddg REF.ADV.: 0510556 Dossier : 052467

ORIGINEEL

HetjaarTWEEDUIZEND EN VIJF, op

OP VERZOEK VAN

DRIE enTWINTIG DECEMBER

de Naamloze vennootschap verzoeker , met ondernemingsnummer ………

met vennootschapszetel gevestigd te 2440 GEEL, ….straat; 37,

Ten einde dezer woonst kiezende in het kantoor van ongergetekende gerechtsdeurwaarder.

%-.

FILIP VAN DESSEL Heb ik ondergetekende, Plv Gerechtsderuwaarder voor;,

Eric DE BELDER, gerechtsdeurwaarder in het arrondissement TURNHOUT, met 2200 HERENTALS, er kantoorhoudende Sint - Jobsstraat 21

BETEKEND, en met de kopie dezer, een voor eensluidend verklaard afschrift gelaten aan:

O.C.M.W. moet verwittigd worden

En aangezien het exploot niet kon betekend worden overeenkomstig art. 33 tot 35 van het Ger. W.,heb ik een afschrift ervan achtergelaten overeenkomstig art. 38 par. 1 Ger. W om 18U20min.;

Me zo verklaard, die mijn origineel niet geviseerd heeft voor ontvangst der kopie.

2. verweerster, arbeidster, geboren op 02/08/19.. te Mol,

wonende te 2440 GEEL, …straat 5

waar zijnde en sprekende met: /

En aangezien het exploot niet kon betekend worden overeenkomstig art. 33 tot 35 van het Ger. W.,heb ik een afschrift ervan achtergelaten overeenkomstig art. 38 par. 1 Ger. W om 18U10min.;

Me zo verklaard, die mijn origineel niet geviseerd heeft voor ontvangst der kopie:

Van de uitgifte in uitvoerbare vorm afgeleverd van een : vonnis bij verstek gewezen lastens verweerder en op tegenspraak geveld lastens verweerster; door het Vredegerecht van het kanton Geel op 06/12/2005

1. verweerder, arbeider, geboren op 23/10/19.. te Geel,

wonende te 2440 Geel, ….weg 51/F

Page 55: eindwerk huur

54

Doende deze betekening tot kennisgeving en onderrichting en tot zulk einde als naar recht. Geven ter kennis dat de tussen partijen bestaande huurovereenkomst betreffende de woning gelegen te 2440 Geel, …weg 51 F verbroken is in voordeel van verzoekende partij(en) en ten laste van betekende partij(en) en dit vanaf datum voormeld vonnis;

En met eenzelfde exploot, datum, verzoek en woonstkeuze als boven, zijnde en sprekende als gezegd, heb ik ondergetekende en voornoemde gerechtsdeurwaarder, aan betekende partij(en) BEVEL gegeven om gezegd pand te verlaten, te ontruimen en ter vrije beschikking van verzoekende partij te stellen uiterlijk een maand na huidige betekening;

Verklarende aan de hiervoor betekende partij(en) dat bij gebreke te voldoen aan huidig bevel, zij er door alle rechtsmiddelen zal (zullen) toe gedwongen worden, namelijk door haar (hun) uitzetting en al wie er zich in haar (hun) hoofde mochten bevinden, door de eerste daartoe aangezochte Gerechtsdeurwaarder, desnoods bijgestaan door de openbare macht en dat de goederen die zich nog in de woning zouden bevinden na verloop van de wettelijke of van de door de rechter bepaalde termijn, op haar (hun) kosten op de openbare weg zullen worden gezet en, wanneer zij de openbare weg belemmeren en de eigenaar van de goederen of zijn rechtverkrijgenden die daar achterlaat, zij eveneens op haar (hun) kosten zullen worden weggehaald door het gemeentebestuur, en gedurende een termijn van zes maanden zullen worden bewaard tenzij het gaat om goederen die aan snel bederf onderhevig zijn of schadelijk zijn voor de openbare hygiene, gezondheid of veiligheid;

Bovendien, verklarende aan de hiervoor betekende partij(en) dat overeenkomstig het artikel 1344sexies § 1 van het Gerechtelijk Wetboek een afschrift van het vonnis zal gezonden worden bij qewone brief aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de plaats waar het qoed qeleqen is, na een termijn van vier daqen na de betekening van het vonnis;

Verklarende dat artikel 1344 sexies §3 van het Gerechtelijk Wetboek luidt als volgt: "Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn biedt, op de meest aangewezen wijze, aan om, binnen zijn

wettelijke opdracht, help te bieden".

Niettemin verklarende aan de betekende partij(en) dat de hierna weergegeven tekst van het artikel 1344 sexies § 2 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet dat: "De Persoon wiens uithuiszetting is bevolen kan, binnen een termijn van twee dagen vanaf de betekening van het vonnis, bij de gerechtsdeurwaarder zijn verzet kenbaar maken tegen de mededeling van het vonnis aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn."

Dit verzet moet gedaan worden bij de Studie van Gerechtsdeurwaarder Eric De Belder, Sint-Jobsstraat 21 te Herentals. Verklarende dat behoudens verzet tegen deze mededeling, een afschrift van het vonnis zal gezonden worden naar het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de plaats waar het goed gelegen is na een termijn van vier dagen na de betekening van het vonnis;

Verklarende aan de betekende partij(en) dat de werkelijke datum van de uithuiszetting haar (hen) later zal medegedeeld worden, minstens vijf werkdagen van tevoren. Geven ter kennis dat verzoekende partij akte van voorbehoud wordt verleend voor wat betreft de eventuele huurschade; En terzelfdertijd, krachtens betekend vonnis, heb ik aan de betekende partij(en) BEVEL GEDAAN om ONMIDDELLIJK aan verzoekende partij te betalen IN HANDEN VAN MIJ, GERECHTSDEURWAARDER, drager der stukken, gelast te ontvangen, tegen goede en geldige kwijting, de hiernavolgende bedragen, in Euro ;

Page 56: eindwerk huur

55

204,74

zouden gedaan zijn tengevolge van het verzet kenbaar gemaakt door de huurder.

VR 57,85KOP 11,57ROLG 32,76VACB -9,39RINL 21,60RS 10,92DOS 11,65REG 25,00ZEG

15,00

-- ' --- 195,74

AZ 9,00

----

06/12/2005 Hoofdsom+ wederhuringsvergoeding 1.0080, 00 EUR

Gerechtel. Intrest op 1080 EUR van 06/11/2005

06/12/2005 Hoofdsom+ .10036,86 EUR Gerechtel. Intrest op 1036,86 EUR van

06/11/2005

23/12/2005 Begrote Kosten 223,48 EUR23/12/2005 Uitgifte 6,00 EUR23/12/2005 Inningsrecht 21,36 EUR23/12/2005 Intresten 19,08 EUR

Kosten dezer akte 195,74 EUR

Totaal onder alle voorbehoud 2,582,52 EUR

Aangetekende zending 9,00 EUR

2.591,52 EUR

te vermeerderen met de lopende intresten, zijnde 0,41 EUR per dag vanaf 23/12/2005 en de eventuele kwijtingsrechten;

in voorkomend geval te vermeerderen met de eventuele kosten van aangetekende zending(en). Zonder nadeel aan alle andere verschuldigde rechten, intresten en kosten van uitvoering en onder aftrok van de sommen die de bevolene(n) zou(den) bewijzen geldig betaald te hebben op afkorting op bovenstaande bedragen; Verklarende aan bevolene(n) dat bij gebrek aan tegenwoordig bevel te voldoen, binnen de tijd door de wet bepaald, zijnde EEN WERKDAG, zij ertoe zal(zullen) gedwongen worden door alle middelen van recht; En opdat de betekende partij(en) hiervan niet onwetend zou(den) zijn, zo heb ik haar-hen, zijnde en sprekende als voormeld, kopie gelaten van mijn tegenwoordig exploot, in voorkomend geval aan ieder van hen afzonderlijk en samen met de betekende stukken, zulks, indien nodig, onder gesloten omslag, gelijkvormig de wet. Waarvan akte - datum als boven ; KOSTEN : HONDERDVIJFENNEGENTIG EURO VIERENZEVENTIG CENT eventueel te vermeerderen met de kosten van aangetekende zending(en): 4,82 Euro per afwezige partij, zoals vermeld op het origineel. De kosten van deze akte zullen verminderd worden met de kosten in rekening gebracht voor het versturen van een kopij..-van het exploot aan het OCMW, via enige vorm van telecommunicatie, bevestigd bij gewone brief, in het geval dat deze communicaties niet

_

Page 57: eindwerk huur

56

2.3. Document 3: Brief aan verweerder

03/03/2006

De gerechtsdeurwaarder stuurt een brief naar de verweerder om te vermelden dat er een vonnis is betekend met een bevel tot ontruiming.

Hierbij laat de gerechtsdeurwaarder de juiste datum weten dat het pand uitruimd zal worden.

Page 58: eindwerk huur

57

verweerder

… weg 51 /F

2440 GEEL

Eric DE BELDER. - Burgerlijke Vennootschap o.v.v. BVBA Gerechtsdeurwaarder - Lic. Rechten Sint-Jobsstraat 21 - 2200 HERENTALS

Tel. 014/25.76.25 Fax. 014/25.76.26 MAIL: [email protected]

FORTIS BANK 001-3597268-02 - BANK van BREDA 645-1108064-68 KANTOORUREN - 09 - 12 uur

ex1229/ddy

De gerechtsdeurwaarder,

Inzake : verzoeker / verweerder

Mijn ref.: …. ddg

Mijnheer,

Inzake onder referte ging ik, in datum van 23/12/2005 , over tot betekening - bevel tot ontruiming.

U dient het pand te verlaten voor 13.03.2006

Zo niet ben ik verplicht op deze datum over te gaan tot gedwongen uitdrijving, met alle bijkomende kosten ten uwer laste.

Hopelijk laat u het niet zover komen.

Herentals, 03/03/2006

Page 59: eindwerk huur

58

2.4. Document 4: brief aan de Technische Dienst van Geel

08/03/2006

De gerechtsdeurwaarder brengt de Technische Dienst van Geel op de hoogte van de gedwongen ontruiming.

In deze brief vraagt de gerechtsdeurwaarder voor de nodige manschappen te zorgen.

Page 60: eindwerk huur

59

Eric DE BELDER. - Burgerlijke Vennootschap o.v.v. BVBA Gerechtsdeurwaarder - Lic. Rechten Sint - Jobsstraat 21 - 2200 HERENTALS

Tel. 014/25.76.25 Fax. 014/25.76.26 MAIL: [email protected]

FORTIS BANK 001-3597268-02 - BANK van BREDA 645-1108064-68 KANTOORUREN - 09 - 12 uur

ex 1229!d dg

Fax : 014/59.32.00

Inzake :verzoeker / verweerder

Mi jn ref: …… ddg

Mijnheer Cuyvers,

Ons aangenaam telefonisch onderhoud van heden.

Zoals overeengekomen dienen we maandag 13.03.2006 vanaf 13.00 uur over te gaan tot

uitdrijving op het adres gelegen te Geel, ,…weg 51/F (verweerder)

U ging voor de nodige manschappen zorgen.

Dank bij voorbaat.

t.a.v, Technische Dienst

Albert Cuyvers

Herentals, 08/03/2006

De gerechtsdeurwaarder

Page 61: eindwerk huur

60

2.5. Document 5: Opvraging rijksregister

13/03/2006

Op 13 maart werd het rijksregister gecontroleerd om zeker te zijn van de officiële adresgegevens.

Page 62: eindwerk huur

61

Sins-.lobsslraat 21

2200 Herentals

Uur: 09:02:47

N° Paitii : 29933

010 (NM) 23. 10. 19~ Verweerder

Geslacht M. 020(ADR) 23.08.2005 2440/0103/ -weg,51/F

06.02.2002 2440/0149/ straat,146 001(GEM) 23.08.2005 Geel (2440)

24.02.2003 Afvoering van ambtswege 070(BER) 01.07."1986 89903/9/Arbeider(ster) 120(B.S) 23.10.1968 10/Ongehuwd

141 (GZL) 23. 08.2005 12/Niet verwant (RPG) verweer ster

100(GPL) 23.10.1968 /0000/ Geel 031(NAT) 23.10.1968 Belg

Rijksregister

Page 63: eindwerk huur

62

2.6. Document 6: Proces Verbaal van uitdrijving

13/03/2006

Op 13 maart werd overgegaan tot uitvoering van het vonnis.

Plaatsvervangend gerechtsdeurwaarder Filip Van Dessel begeeft zich samen met zijn getuige, ikzelf, de slotenmaker en de wijkagent naar het desbetreffende pand.

Er wordt enkele malen aangebeld, maar er is geen reactie. De slotenmaker krijgt opdracht de deur te openen.

Er blijkt niemand thuis te zijn waarop de verhuisfirma begint met het buiten dragen van de roerende goederen die zich nog in het pand bevinden. Deze goederen worden door de Technische Dienst van Geel opgeladen en 6 maanden gestokkeerd.

De verweerder kan gratis een inventaris bekomen van de in bewaring genomen goederen.

Gerechtsdeurwaarder Filip Van Dessel noteert de meterstanden van water, gas en electriciteit.

Wanneer het volledige pand leeg is wordt het Proces Verbaal ondertekend en bezorgd aan de verweerder.

Page 64: eindwerk huur

63

Eric DE BELDER. - Burgerlijke Vennootschap o.v.v. BVBA Gerechtsdeurwaarder - Lic. Rechten Sint - Jobsstraat 21 - 2200 HERENTALS

Tel. 014/25.76.25 Fax. 014/25.76.26 MAIL: [email protected]

FORTIS BANK 001-3597268-02 - BANK van BREDA 645-1108064-68 KANTOORUREN - 09 - 12 uur

de Naamloze vennootschap verzoeker met ondernemingsnummer, met vennootschapszetel gevestigd te 2440 GEEL, …straat 37,

Ten einde dezer woonst kiezende in het kantoor van ondergetekende gerechtsdeurwaarder.

ex1o17/ddg REF.ADV.: 0510556 Dossier : 052467

PROCES-VERBAAL VAN UITDRIJVING

UITVOEREND BESLAG OP ROERENDE GOEDEREN

Het jaar TWEEDUIZEND EN ZES, op

OP VERZOEK VAN:

DERTIEN MAART

Mii heden beqeven naar:

01. verweerder, arbeider, geboren op 23/10/19.. te Geel,

wonende te 2440 GEEL, …weg 51/F

02, verweerster, arbeidster, geboren op 02/08/19.. te Mol,

wonende te 2440 GEEL, '…straat 5

alwaar zijnde en sprekende met :/

alzo verklaard, die mijn origineel niet tekent voor ontvangst van het afschrift ;

Aangezien ik uitgedrevene niet heb aangetroffen en hij aldaar geen belangen meer heeft, zo zal de gezegelde kopij van onderhavig exploot

KRACHTENS de uitgifte in uitvoerbare vorm van een vonnis bij verstek gewezen lastens verzoeker en op tegenspraak geveld lastens verweerster, door het Vredegerecht van het kanton Geel op 06/12/2005,

waarvan de uitgifte in uitvoerbare vorm werd betekend bij exploot van

Filip Van Dessel, plaatsvervangend gerechtsdeurwaarder loco Eric De Belder, gerechtsdeurwaarder in het arrondissement TURNHOUT, met standplaats te Herentals er kantoor houdende Sint-Jobsstraat 21. in datum van 23/12/2005;

Aangezien betrokkene tot op heden in gebreke is gebleven om het pand te ontruimen en niet reageerde op het bevel tot betalen.

Heb ik ondergetekende, ~ Filip Van Dessel plv gerechtsdeurwaarder voor

Eric DE BELDER, gerechtsdeurwaarder in het arrondissement TURNHOUT, met standplaats te 2200 HERENTALS, er kantoorhoudende Sint - Jobsstraat 21

in aanwezigheid van Kirsten Van Broekhoven (stagiaire)

meerderjarige Belgische getuige(n) hiertoe aangezocht, woonplaats kiezend op mijn kantoor.

Page 65: eindwerk huur

64

Ik doe nazicht van de meterstanden

En aangezien ik het volgende vaststel :

- Electriciteit:

- Water:

- Gas:

En aangezien niet werd voldaan aan het bevel tot ontruiming van de betrokken plaatsen, zo heb ik, bijgestaan door de openbare macht, opdracht gegeven over te gaan tot de uitdrijving van betrokkene(n);

Alzo gebeurt het volgende Betrokkene wordt (met al de zijnen) officieel uitgedreven en verbod opgelegd nog ooit de kwestieuze woning te betreden

Aangezien ik vaststel

*en aangezien de deuren gesloten zijn en na herhaald te hebben aangeklopt, niemand komt openen zo

heb ik mij konform art 1504 Ger. W, gewend tot de politiekommissaris van de p/aats van het beslag, op

wie ik beroep heb gedaan om tegenwoordig te zijn bij het openen deuren. En ik heb de deuren doen

openen in tegenwoordigheid van dhr Boven Herman

Politie Geel

daartoe afgevaardigd door de politiekommissaris, die de kopie(en) en het origineel van dit exploot viseert. En ik heb betrokkene(n) aangemaand om onmiddellijk de door hem(hen) betrokken plaatsen ter vrije beschikking van verzoekende partij te stellen en de woning te ontruimen, met verbod deze nog te betreden;

En aangezien niet vrijwillig werd gevolg gegeven aan het bevel;

En ik heb, voor zoveel als nodig, HERHAALD BEVEL GEDAAN, om onmiddellijk in mijn handens te betalen, de volgende bedragen, in Euro:

Page 66: eindwerk huur

65

te vermeerderen met de lopende intresten, zijnde 0,41 EUR per dag vanaf 13/03/2006;

eventueel te vermeerderen met de kosten van aangetekende zending en in voorkomend geval met kosten van slotenmaker;

Onder voorbehoud van alle andere verschuldigde rechten, intresten en kosten van uitvoering en onder aftrok van de sommen die de herhaald bevolene(n) zal(zullen) bewijzen op afkorting betaald te hebben;

Tevens verklarende aan herhaald bevolene dat bij gebrek aan dit herhaald bevel te voldoen, ik terstond zal overgaan tot de inbeslagneming bij uitvoering van de roerende goederen en voorwerpen van herhaald bevolene(n);

Na raadpleging van de berichten van beslag, delegatie , overdracht en collectieve schuldbemiddeling in datum van om uur.

Ik heb de beslagene partij(en) kennis gegeven van de onderstaande wetsbepalingen

Art. 1408 § 3 Gerechtelijk Wetboek : "De moeilijkheden inzake de toepassing van dit artikel worden beslecht door de beslagrechter op grond van het proces-verbaal van beslaglegging waarin de opmerkingen van de beslagene, op straffe van verva/ aan de gerechtsdeurwaarder mee te delen, hetzij op het tijdstip van het beslag, hetzij binnen vijf dagen na de betekening van de eerste akte van beslag, worden aangetekend.

Bij neerlegging ter griffie van een afschrift van het proces-verbaal van beslaglegging door de gerechfsdeurwaarder of door de meest gerede partij, binnen vijftien dagen na de overhandiging van het afschrift van dat proces-verbaal of, indien daartoe grond bestaat, van de betekening van

het beslag aan de schuldenaar, bepaalt de beslagrechter dag en uur van het onderzoek en regeling van de moeilijkheden, de schuldeiser en de schuldenaar vooraf gehoord of opgeroepen.

De griffie roept de partijen op en verwittigt de instrumenterende gerechtsdeurwaarder. De procedure kan niet worden voortgezet indien de in het vorige lid bedoelde neerlegging van het afschrift van hot proces-verbaal niet heeft plaatsgehad. De vordering schorst de vervolging, doch de goederen blijven onder beslag totdat uitspraak is gedaan.

De beslagrechter doet uitspraak bij voorrang boven alle andere zaken, zowel in aanwezigheid als bij ontstentenis van de parlijen; zijn beschikking is niet vatbaar voor verzet of hoger beroep; de rechtspleging ken onmiddellijk worden hervat."

Art. 490bis Strafwetboek : 1. Met gevangenisstraf van één maand tot zes maanden

Gerechtel. Intrest op 1080 EUR van

06/11/2005 06/12/2005 Hoofdaom+ 1.036,86 EUR

Gerechtel. Intrest op 1036,86 EUR van

23/12/2005 betekening met bevel tot ontruiming 204, 74 EUR23/12/2005 Begrote Kosten 223,48 EuR

23/12/2005 Uitgifte 6,00 EUR01/01/2006 betrekkingsvergoeding 911,52 EUR

(72 maal 12,66 EUR van 01/01/2006 tot 13/03/2006)

13/03/2006 Inningsrecht 30,80 EUR

13/03/2006 Intresten 51,56 EUR

Kosten dezer akte 290,89 EUR --------- --Totaal onder alle voorbehoud 3.835,85 EUR

Aangetekende zending 9,64 EUR

3.845,49 EUR

Page 67: eindwerk huur

66

gestraft hij die zijn onvermogen heeft bewerkt en aan de op hem rustende verplichtingen niet heeft voldaan. Dat de schuldenaar zyn onvermogen zelf heeft bewerkt, kan worden afgeleid uit enige omstandigheid waaruit blijkt dat hij zich onvermogend heeft willen maken en inzonderheid uit de volgende omstandigheden: 1 ° indien hij zijn persoonlijke uitgaven of de uit gaven van zijn gezin heeft opgedreven; 2° indien hij aanzienlijke geldsommen heeft uitgege ven voor het spel, voor louter van de kans afhankelijke verrichtingen of voor schijnoperaties op de beurs of op koopwaren; 3° indien hij niet te verantwoorden leningen heeft aangegaan; 4° indien hij verdachte uitgaven of verliezen heeft opgegeven; 5° indien hij sedert de dagvaarding tot betaling ee n andere schuldeiser heeft bevoordeeld of zi jn goederen geheel of ten dele heeft vervreemd of ze met zakelijke rechten heeft bezwaard; 6° indien hij goederen of voorwerpen welke tot zijn actief behoren, heeft vernield, weggemaakt of verborgen. 2. Ten aanzien van de derde die mededader of medeplichtige is, vervalt de strafvordering wanneer hij de hem overhandigde voorwerpen, waarden of geldsommen teruggeeft. "

Art. 507 Strafwetboek : "Met gevangenisstraf van acht dagen tot twee jaar en met een geldboete van zesentwintig frank tot vijfhonderd frank worden gestraft de beslagene en aldien die voorwerpen waarop tegen hem beslag is gedaan, in zijn belang bedrieglijk vernietigen of wegmaken. Dezelfde bepaling is van toepassing op de echtgenoot of op hen die in zijn belang roerende goederen vernietigen, beschadigen of wegmaken, ten aanzien waarvan een maatregel is uitgevaardigd als bedoeld in artikel 223 van hat Burgerlijk Wetboek, en in de artikelen 1253 septies, tweede lid, en 1280 van hat Gerechtelijk Wetboek. "

Art. 1510 Gerechtelijk Wetboek : "Telkens als hij dat dienstig acht of door de beslaglegger erom verzocht wordt, kan de gerechtsdeurwaarder zich van het bestaan der inbeslaggenomen voorwerpen en van hun staat vergewissen. De gerechtsdeurwaarder stelt de uitslag van dit onderzoek vast onderaan op het proces-verbaal van beslaglegging, zowel op het origineel als op het afschrift. Wordt het afschrift niet overgelegd, dan wordt daarvan melding gemaakt op het origineel."

Art. 1526bis Gerechtelijk Wetboek : " De schuldenaar tegen wie een uitvoerend beslag op roerend goed geschiedt, kan de in beslag genomen goederen in der minne verkopen ten einde de opbrengst ervan aan te wenden voor de betaling van de schuldeisers. Op straffe van verval moet de schuldenaar binnen tien dagen na de betekening van de beslaglegging de gerechtsdeurwaarder in kennis stellen van de hem gedane voorstel/en. Wanneer de gerechtsdeurwaarder meent dat deze voorstellen ontoereikend zijn of wanneer de schuldeiser bewijsf dat deze ontoereikend zijn, wordt met het verzoek tot verkoop in der minne geen rekening gehouden. Behave indien de weigering om met de verkoop in te stemmen is ingegeven door de bedoeling om de schuldenaar te benadelen, kan de schuldeiser niet aansprakelijk worden gesteld. De overdracht van de eigendom van het goed is afhankelijk van de betaling van de prijs ervan in handen van de gerechtsdeurwaarder binnen acht dagen na de aanvaarding van het aankoopbod. Bij niet-naleving van die termyn kunnen de goederen onverwijlld openbaar te koop worden gesteld. Na betaling van de prijs in handen van de gerechtsdeurwaarder, maakt daze een proces-verbaal op van verkoop in der minne met vermelding van de identiteit van de koper en verkoper, de betaalde prijs en de omschrijving van de verkochte goederen. Hij stelt hiervan een afschrift ter beschikking van de koper. Het proces-verbaal wordt binnen 24 uren aangezegd aan de grfftier, in de norm van een bericht van beslag, als bedoeld in artikel 1390 van hat Gerechtelijk Wetboek. "

Page 68: eindwerk huur

67

2.7. Document 7: aanzegging

17/03/2006

De aanzegging gebeurt tot kennisgeving opdat de betekende partij(en) hiervan niet onwetend zou(den) zijn.

Er wordt dus kennis gegeven dat de ontruiming gebeurt is.

Deze kennisgeving gebeurt enkel indien de verweerder(s) niet aanwezig waren op de ontruiming.

Page 69: eindwerk huur

68

Eric DE BELDER. - Burgerlijke Vennootschap o.v.v. BVBA Gerechtsdeurwaarder - Lic. Rechten Sint - Jobsstraat 21 - 2200 HERENTALS

Tel. 014/25.76.25 Fax. 014/25.76.26 MAIL: [email protected]

FORTIS BANK 001-3597268-02 - BANK van BREDA 645-1108064-68 KANTOORUREN - 09 - 12 uur

ex1016/ddg REF.ADV.: 0510556 Dossier : 052467

ORIGINEEL

AANZEGGING Het jaar TWEEDUIZEND EN ZES, op

Op VERZOEK VAN:

17 MAART

de Naamloze vennootschap verzoeker met ondernemingsnummer, met vennootschapszetel gevestigd te 2440 GEEL, …straat 37,

Ten einde dezer woonst kiezende in het kantoor van ondergetekende gerechtsdeurwaarder.

° Heb ik ondergetekende, :Flip VAN DESSEL plv gerechtsdeurwaarder voor

Eric DE BELDER, gerechtsdeurwaarder in het arrondissement TURNHOUT, met standplaats te 2200 HERENTALS, er kantoorhoudende Sint - Jobsstraat 21

AANGEZEGD, BETEKEND en met de kopie dezer, het origineel afschrift gelaten aan:

1. verweerder, arbeider, geboren op 23/10/19.. te Geel,

laatste wonende te 2440 GEEL,...weg 51/F

Doch aangezien debiteur op voormeld adres werd uitgedreven zoals hierna beschreven en het bijgevolg uit de ter plaatse vastgestelde feitelijke omstandigheden blijkt dat het materieel onmogelijk is tot de betekening over te gaan door het achterlaten van een afschrift van het exploot aan de woonplaats of bij gebrek aan de woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde heb ik overeenkomstig art. 38 § 2 afschrift van huidige betekening betekend aan de Heer Procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, woonst kiezend op zijn parket op het gerechtshof, Kasteelplein te Turnhout;

Alzo verklaard, die mijn origineel tekent voor ontvangst van de kopie.

2.verweerster

wonende te 2440 GEEL, …straat 5

waar zijnde en sprekende met

En aangezien het exploot niet kon betekend worden

arbeidster, geboren op 02/08/19.. te Mol,

Alwaar zijnde en sprekende met : de substituut procureur des konings;

De ,heer: Stijn M.

Page 70: eindwerk huur

69

art. 38 par. 1 Ger. W om ....U....min.

Me zo verklaard, die mijn origineel niet geviseerd heeft voor ontvangst der kopie.

Van het exploot van proces-verbaal van uitdrijving betekend door het ambt van Filip VAN DESSEL, plv. Eric DE BELDER, gerechtsdeurwaarder te Herentals, in datum van 13/03/2006, en bestemd voor de hiervoor betekende partijen;

Doende deze betekening tot kennisgeving en onderrichting en tot zulk einde als naar recht. En

opdat de betekende partij(en) hiervan niet onwetend zou(den) zijn, zo heb ik haar-hen, zijnde en

sprekende als voormeld, kopie gelaten van mijn tegenwoordig exploot, in

voorkomend geval aan ieder van hen afzonderlijk en samen met de betekende stukken, zulks,

indien nodig, onder gesloten omslag, gelijkvormig de wet. Waarvan akte - datum als boven ;

KOSTEN : HONDERDZEVENENTACHTIG EURO NEGENTIG CENT eventueel te vermeerderen met: en van aangetekende zending(en) 4,82 euro per afwezige partij, zoals vermeld op het origineel.

VR 59,47KOP 11,89ROLG 33,72VACB 9,65RINL 21,94RS 11,23REG 25,00ZEC 15,00

187,90

AZ 9,64

197,54

Page 71: eindwerk huur

70

Besluit

Met dit eindwerk heb ik getracht een zo goed mogelijk beeld te vormen van de gedwongen ontruiming.

Over dit onderwerp kan je natuurlijk blijven praten, maar ik heb mij beperkt tot het essentiële.

Ik kan besluiten dat deze dramatische gebeurtenis niet van de ene dag op de andere gebeurt, maar er al een hele weg aan voorafgaat. De gerechtsdeurwaarder probeert dit steeds zo menselijk mogelijk te doen zodat de trauma’s beperkt blijven.

De gerechtsdeurwaarder is namelijk meer dan enkel de boeman die de mensen alleen maar ‘op straat’ zet.

Mijn stage was enorm boeiend en leerrijk waardoor ik een ander beeld heb gevormd over het ambt deurwaarder.

Page 72: eindwerk huur

71

Bibliografie

• Burgerlijk Wetboek: Gemene huurrecht;

• Wet van 20 februari 1991 betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder;

• Wet van 30 november 1998 betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en betreffende de goederen, buiten de particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uithuiszetting;

• Programmawet van 24 december 2002 betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder;

• Koninklijk Besluit van 30 november 1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen.

• www.belgium.be;

• www.senate.be;

• www.staatsblad.be;

• www.juridat.be;

• www.notare.be;

• www.gdwantw.be;

• Dossier OCMW.

Page 73: eindwerk huur

72

Bijlagen

1. Lijst van de niet voor beslag vatbare goederen ................................ 73

2. Krantenartikels ............................................................................ 74

3. Lijst gerechtelijke kosten............................................................... 76

Page 74: eindwerk huur

73

1. Niet vatbaar voor beslag zijn:14

• levensnoodzakelijke goederen, bedden en beddengoed;

• kleding;

• wasmachine;

• verwarmingstoestellen, tafel en stoelen;

• vaatwerk en huishoudgerei;

• ijskast, oven en vuur;

• één verlichtingstoestel per woonkamer;

• voorwerpen noodzakelijk voor de mindervalide gezinsleden;

• voorwerpen noodzakelijk voor de kinderen;

• apparaat voor het onderhoud van de goederen (stofzuiger);

• studiegoederen;

• beroepsgoederen tot een maximale waarde van 2.478,94 EUR (100.000 fr.);

• voorwerpen ter uitoefening van de eredienst;

• levensmiddelen en brandstof voor het gezin voor 1 maand;

• gezinsvee: 1 koe, 12 geiten of schapen, 24 dieren van de hoenderhof.

14 Art. 1408,§1 Gerechtelijk Wetboek

Page 75: eindwerk huur

74

Page 76: eindwerk huur

75

Page 77: eindwerk huur

76

3. Lijst van gerechtelijke kosten:

Gerechtsdeurwaarderstarief in

burgerlijke en handelszaken - 2006

GEGRADUEERDE RECHTEN Origineel + 1 kopie Bijkomende kopie

Klasse 4/4 3/4 1/4 4/4 3/4 1/4

A € 0 € 124,99 17,89 13,42 4,47 3,58 2,69 0,89

B € 125 € 369,99 29,74 22,31 7,43 5,95 4,46 1,49

C € 370 € 619,99 41,62 31,22 10,40 8,32 6,24 2,08

D € 620 € 1.859,99 47,59 35,69 11,90 9,52 7,14 2,38

E € 1.860 € 3.719,99 59,47 44,60 14,87 11,89 8,92 2,97

F € 3.720 € 12.399,99 71,31 53,48 17,83 14,26 10,70 3,56

G € 12.400 € 37.199,99 83,24 62,43 20,81 16,65 12,49 4,16

H € 37.200 ... 107,01 80,26 26,75 21,40 16,05 5,35

I onbepaald vredegerecht 35,70 26,78 8,92 7,14 5,36 1,78

J onbepaald algemeen 47,59 35,69 11,90 9,52 7,14 2,38

VACATIE: beslag: € 16,67 /uur - minimum € 33,33 (< € 37 = € 16,67)

betekening: € 9,65

AANMANINGSBRIEF: < € 125 = € 12,24 + port

€ 125 = € 14,47 + port

INNINGSRECHT: 1 % met minimum van € 9,78 en maximum € 97,01 KWIJTINGSRECHT: Afkorting € 0 - € 24,99 = € 2,02 € 25 -€ 124,99 = € 3,38 € 125 -€ 249,99 = € 5,57 € 250 -€ 494,99 = € 9,78 € 495 -€ 744,99 = € 20,92 € 745 - ... = € 27,72 DOSSIERRECHT: € 11,97

OPENBARE VERKOPING: EVENREDIGE VERDELING:

minimum € 55,44 per dag minimum € 27,72

van € 0 tot € 1.250 3,0 % van € 0 tot € 1.250 2,0 %

van € 1.250 tot € 2.500 2,5 % van € 1.250tot € 2.500 1,5 %

van € 2.500 tot € 12.400 2,0 % van € 2.500tot € 12.400 1,0 %

van € 12.400 tot € 18.600 1,5 % verder 0,5 %

van € 18.600 tot € 24.800 1,0 %

Page 78: eindwerk huur

77

verder 0,5 %

PROTESTEN: bewijs van betaling protest wissel (schrapping) : € 11,97

loon bij betaling op protest

geen verplaatsings- 1 % 1 %

vergoeding minimum € 9,78 minimum € 9,78

maximum € 48,51 maximum € 97,02

DIVERSEN

€ 2,81 bewaker per dag per bladzijde gedrukt of fotokopie

€ 4,29 verplaatsing getuige - per origineel, ongeacht het aantal kopieën binnen het arrondissement

Antwerpen

€ 5,57 per taak politiehulp

voor getuige per uur (€ 2,79 voor ½ uur) per rol geschreven tekst per bladzijde uitgifte proces-verbaal van verkoop

€ 6,01 lichting uitgifte (niet gevolgd door betekening)

inlichtingen identiteit schuldenaar (+ € 4,96 rijksregister)

€ 8,57 verplaatsing gerechtsdeurwaarder - per origineel, ongeacht het aantal kopieën binnen het

arrondissement Antwerpen

€ 8,77 telefax per akte

€ 8,95 per krant aankondiging verkoop

per verrichting d.m.v. gedrukte aanplakbiljetten per aangifte ontvanger registratie per bericht van beslag

€ 11,14 per rol vertaling, met inbegrip van één kopie

€ 11,97 per uittreksel kadastrale legger

per taak hypotheekkantoor per rolzetting in ander arrondissement dossierkosten en verdelingskosten raadpleging berichten van beslag bericht bewarend beslag onroerende goederen neerlegging verzoekschrift proces-verbaal verklaring derde-beslagene proces-verbaal kantonnement neerleggen / opvragen gelden consignatiekas opzoeking onroerend goed en schepen vernieuwing hypothecaire in- of overschrijving

€ 21,49 mededeling OM art. 333 § 1 BW (+ rol geschriften)

mededeling griffier art. 1275 § 1 Ger. W. (+ rol geschriften)

€ 23,86 ontvangen borgtocht hoger bod schepen

opstellen verzoekschrift

Page 79: eindwerk huur

78

€ 35,70 opmaken bestek

proces-verbaal toewijzing schip ingevolge commandsverklaring

Het gerechtsdeurwaarderstarief is gebaseerd op het Koninklijk Besluit van 30 november 1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen. Het voorziet in een jaarlijkse indexaanpassing. In de tabel vindt u de belangrijkste posten, met de bedragen die van toepassing zijn voor 2006.