Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen...Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen...
Transcript of Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen...Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen...
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s B V
D e b e w o o n d e o m g e v i n g
Een vernieuwde blik op de
woningmarkt in Assen
Woningmarktonderzoek t.b.v. het Woonplan
Assen 2010 - 2030
Rapport
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers
en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de
bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede
opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van RIGO Research
en Advies. RIGO Research en Advies aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere
onvolkomenheden.
Een vernieuwde blik op de woningmarkt
in Assen
Woningmarktonderzoek t.b.v. het Woonplan Assen 2010 - 2030
Rapport
Opdrachtgever
Gemeente Assen, Actium en Woonconcept
Auteurs
Marlies van der Vlugt
Johan van Iersel
Uitgave
december 2009
Rapportnummer
P13350
RIGO Research en Advies BV
De Ruyterkade 139
1011 AC Amsterdam
Telefoon 020 522 11 11
Fax 020 627 68 40
E-mail: [email protected]
website: http://www.rigo.nl
Inhoudsopgave
INHOUD
Samenvatting I
Hoofdstuk 1 Inleiding 1
Hoofdstuk 2 Typering gemeente Assen anno 2009 3
Hoofdstuk 3 De woningmarkt 15
Hoofdstuk 4 Toekomstverwachtingen 37
Hoofdstuk 5 Nieuwbouwplannen en woonmilieus 55
1.1 Aanleiding onderzoek 1
1.2 Leeswijzer 2
2.1 Inleiding 3
2.2 De wijken in Assen 3
2.3 De woningvoorraad 5
2.4 Huishoudens 9
2.5 Woonsituatie: wie woont waar 10
2.6 De regio van Assen 11
3.1 Inleiding 15
3.2 Gerealiseerde verhuizingen 15
3.3 Potentieel verhuisgeneigden 20
3.4 Starters op de woningmarkt 31
3.5 Spanning op de markt 34
4.1 Inleiding 37
4.2 Demografische ontwikkelingen 37
4.3 Het regionale perspectief 44
4.4 Economische scenario’s 47
4.5 Opgaven voor de toekomst 49
4.6 Invloedsferen op de woningmarkt 53
5.1 Inleiding 55
5.2 Nieuwbouwlocaties 55
5.3 Veranderingen in de woningvoorraad 57
5.4 Woonmilieus 59
5.5 Eigenbouw en duurzaamheid 62
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
Hoofdstuk 6 Wonen met zorg 65
Hoofdstuk 7 Betaalbaarheid 77
Hoofdstuk 8 Leefbaarheid en wijkgericht werken 91
6.1 Inleiding 65
6.2 Leven met fysieke beperkingen 65
6.3 De behoefte aan geschikte woonruimten 67
6.4 Verwachtingen voor de toekomst 73
7.1 Inleiding 77
7.2 Inkomensgroepen 77
7.3 Toekomstige ontwikkelingen 83
7.4 Woonlasten 85
8.1 Inleiding 91
8.2 Leefbaarheid 91
8.3 Woningmarktpositie naar wijk 93
8.4 Wijkgericht werken 95
Bijlage
Onderzoeksopzet 101
Gerealiseerde betrouwbaarheid 102
Weging 103
Resultaten op wijkniveau 103
I
Samenvatting
Samenvatting
Op weg naar een nieuw Woonplan
Assen wil haar woonbeleid, thans neergelegd in het Woonplan ‘Groeien met kwaliteit’ uit
2003, actualiseren. Belangrijke basis voor deze actualisatie is gedegen inzicht in de ontwik-
kelingen op de woningmarkt. Dit woningmarktonderzoek beschrijft de resultaten van een
enquête onder de inwoners van Assen over wonen, de woonomgeving en verhuiswensen.
Dit onderzoek is uitgevoerd door RIGO in opdracht van de gemeente Assen en de woning-
corporaties Actium en Woonconcept.
Wonen in Assen anno 2009
Gemeente Assen toont het typische beeld van een middelgrote provinciestad: er wonen
relatief veel gezinnen (35%) en 65-plussers (21%), terwijl het aantal jonge huishoudens
gering is. De woningvoorraad bestaat uit 29.000 woningen, waarvan 27.970 permanent
bewoond. In deze rapportage staat deze bewoonde woningvoorraad centraal. Meer dan de
helft van de voorraad bestaat uit eengezinskoopwoningen1, gevolgd door eengezinshuur-
woningen en huurappartementen2. De voorraad van Woonconcept bestaat uit 306 wonin-
gen, de voorraad van Actium bestaat uit 7.814 woningen.
Het is prettig wonen in Assen. Dit blijkt uit de waardering van de inwoners over het wonen
en de woonomgeving en uit het feit dat Assen populair is onder woningzoekenden, zowel
uit Assen als uit de omgeving. De afgelopen jaren heeft Assen een flink aantal vestigers
aangetrokken (gemiddeld ruim 600 personen per jaar). Daarmee is het aantal (zelfstandig
wonende) huishoudens gegroeid tot 27.970 in 2009. Deze vestigers noemen het prettige
woon- en leefklimaat als reden zich in Assen te vestigen.
De meeste Assenaren wonen naar wens. Van de Assenaren overweegt 23% binnen vijf jaar
te verhuizen, waarvan bijna de helft binnen nu en twee jaar. Deze verhuisgeneigdheid is
relatief laag, hetgeen mede te maken heeft met de economische crisis. De verhuiswensen
van starters worden minder door de economische crisis beïnvloed. In totaal overwegen
circa 2.580 jongeren de komende jaren een start te maken aan de wooncarrière. Het totaal
aantal huishoudens dat de komende 5 jaar overweegt te verhuizen ligt hiermee op 9.150
huishoudens. Veruit het grootste deel van de doorstromers - 82% - wil bij verhuizing in
Assen blijven wonen. Redenen van mensen om Assen te verlaten liggen met name op het
vlak van studie of werk. Het aandeel dat ook buiten Assen zoekt ligt onder starters hoger
dan gemiddeld. Van de 2.580 starters zoeken er bijna 900 zelfstandige woonruimte in A s-
sen.
voetnoot
1 Eengezinswoningen worden ook wel grondgebonden woningen genoemd en zijn geschikt voor in
principe alle huishoudentypen.
2 Appartementen worden ook wel aangeduid als meergezinswoningen.
II
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
Actuele fricties op de woningmarkt
In het woningmarktonderzoek is aan de respondenten gevraagd naar welk woningtype zij
bij voorkeur verhuizen. Uit de antwoorden blijkt dat met name de eengezinskoopwoning
populair is. Voor een deel bestaat deze behoefte aan eengezinskoopwoningen u it ‘kwali-
teitszoekers’: huishoudens waarvoor een verhuizing geen noodzaak is, maar als ze mog e-
lijkheden zien hun woonsituatie te verbeteren dan zullen zij dat doen. Deze kwaliteitszo e-
kers zijn in het huidig economisch tij terughoudend (mede omdat prijssti jgingen niet langer
vanzelfsprekend zijn). Vandaar dat ondanks de grote behoefte aan eengezinskoopwoningen,
de afzet van gezinswoningen in met name de duurdere sectoren moeizaam verloopt.
Zetten we de vraag af tegen het potentiële aanbod (de woningen die vrij komen als ieder-
een de verhuiswens waar zou maken) dan ontstaat een beeld van de fricties op de wonin g-
markt anno 2009. Dit is weergegeven in figuur 1-1. De figuur laat zien dat de grootste
spanning zich voordoet in de eengezinskoopsector : de vraag is groter dan het aanbod. We
hebben het dan over de expliciete vraag: huishoudens die zonder twijfel hebben aangeg e-
ven een eengezinswoning in de koopsector te wensen. Woonwensen zijn echter niet altijd
zo eenduidig. Mensen oriënteren zich op meerder woningtypen en de keuze tussen een
huur- of een koopwoning is deels afhankelijk van het economisch tij. In figuur 1-1 zijn de
‘twijfelaars’ die een eengezinswoning in de huur - of de koopsector wensen bij zowel de
staafjes eengezinskoop als eengezinshuur opgeteld. De figuur laat zien dat er ook vraag is
naar appartementen, vooral in de (sociale) huursector. Daar staat echter ook een groot
aanbod tegenover.
Uitgaande van de vraagaanbodverhoudingen hebben de eengezinswoningen in de huursec-
tor momenteel de zwakste markpositie. Dit heeft deels te maken met de kwaliteit van de
bestaande woningen. Bijvoorbeeld in de wijk Lariks, waar zowel relatief als absoluut veel
eengezinshuurwoningen van Actium zijn te vinden, wordt de kwaliteit van de woningen in
de buurt minder positief beoordeeld dan gemiddeld (een 6,0 t.o.v. een 6,6 gemiddeld in de
huursector). Daarnaast is de vraagdruk in deze wijk gering. De zwakke marktpositie van de
eengezinshuurwoning zal zich daarom vooral in deze wijk manifesteren . Lariks wordt ge-
volgd door Assen-Oost, waar de vraagdruk eveneens gering is en de waardering van de
woningen in de buurt eveneens onder het gemiddelde ligt. Naast de kwaliteit van het aan-
bod speelt ook een rol dat door de economische groei in de afgelopen jaren de doelgroep
voor dit segment - gezinnen met een laag inkomen – in aantal is afgenomen. Het kan overi-
gens zo zijn dat de economische crisis zorgt voor een (tijdelijke) opleving van de popular i-
teit van de huursector.
f ig u ur 1 -1 : Het p oten t ië le aanb od afg ez et teg en de w oni ng v r aag , i nc lus ie f s tar t ers
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
4.500
5.000
eengezins meergezins eengezins meergezins
koop huur
twijfelaars
expliciete vraag
potentieel aanbod
III
Samenvatting
Aan de inwoners is ook gevraagd hun voorkeur uit te spreken voor verschillende woonmil i-
eus. Meest populair zijn de woonmilieus ‘rustig stedelijk wonen’ en ‘buitenwijk rustig w o-
nen’. De groep mensen die een ‘levendig stedelijk woonmilieu’ hoog waardeert is minder
groot. Toch is dit nog circa 20% van de verhuisgeneigde huishoudens. Het gaat over het
algemeen om kritische woonconsumenten die ook in andere woonmilieus zoeken. Maa t-
werk en kwaliteit zijn van belang.
Toekomstige ontwikkelingen
Bij toekomstige ontwikkelingen op de woningmarkt spelen demografische en economische
ontwikkelingen een belangrijke rol. Wat betreft demografie heeft RIGO ingezoomd op
meerdere demografische scenario’s . Volgens de prognose van provincie Drenthe (2009)
wonen in 2030 circa 80.000 mensen in gemeente Assen. Deze prognose gaat uit van een
positief migratiesaldo van 500 personen per jaar, iets minder dan de instroom van de afg e-
lopen jaren. De huishoudentoename gedurende de periode 2008 tot 2020 komt neer op
ruim 4.340 (figuur 1-2), wat betekent dat er gemiddeld per jaar circa 365 woningen nodig
zijn om de extra behoefte te accommoderen. Meer dan de helft van de toename bestaat uit
huishoudens van 65 jaar of ouder. Het aandeel 65+ neemt toe van 21% in 2009 tot 26% in
2020. In personen gaat het om een toename van 14% in 2009 tot 18% in 2020 en 22% in
2030.
f ig u ur 1 -2 : Ontwi kke l i ng a ant al h uis ho udens vo lg ens mig rat ie -n ul en m ig ra t iesa ldo 5 0 0
Bron: CBS/PLB, provincie Drenthe, RIGO-prognoses
Ook als we uitgaan van de prognose migratie nul (waarbij de ontwikkeling van de bevolking
alleen wordt bepaald door geboorte en sterfte) neemt het aantal huishouden toe. Wel komt
deze variant over de periode 2008-2020 een kleine 1.500 lager uit dan de provinciale prog-
nose. Dit betekent dat over de periode 2008-2020 er gemiddeld per jaar circa 240 wonin-
gen extra nodig zijn voor de eigen aanwas en 125 woningen voor de opvang van de regiona-
le behoefte.
Voor het accommoderen van de huishoudentoename is voldoende plancapaciteit nodig.
Gemeente Assen heeft plancapaciteit voor de bouw van in totaal 5. 280 woningen in de
22.000
24.000
26.000
28.000
30.000
32.000
34.000
36.000
38.000
40.000
42.000
2004
2006
2008
2010
2012
2014
2016
2018
2020
2022
2024
2026
2028
2030
huis
houd
ens
jaartal
werkelijke cijfers
RIGO-prognose:
migratie-nul
provinciale prognose:
migratiesaldo 500
IV
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
periode 2009 tot 2020.3 Nieuwbouwplannen worden echter zelden allemaal gerealiseerd,
gemiddeld genomen in Nederland vindt 30% van de plannen geen doorgang of wordt uitg e-
steld. Daarnaast worden er ook woningen gesloopt. Dit betekent dat er een ambitieuze
opgave ligt om de plannen te realiseren.
De Assense woningmarkt staat niet op zichzelf maar moet gezien worden in de regionale
context. Ook in de omliggende gemeenten neemt het aantal huishoudens nog toe. Het gaat
vooral om een toename van oudere huishoudens. In de afgelopen jaren is gemeente Assen
er in geslaagd veel jonge gezinnen in de leeftijd van 35 tot 45 jaar aan te trekken. De pr o-
vinciale prognose gaat ervan uit dat dit in de toekomst zal blijven lukken. Hierbij moet wo r-
den opgemerkt dat het aantrekken van deze groep lastiger zal worden. Landelijk neemt
deze groep namelijk in aantal en aandeel af en eenzelfde trend is zichtbaar is de omligge n-
de gemeenten van Assen.
Bovengenoemde demografische ontwikkelingen bepalen in belangrijke mate de woningbe-
hoefte in de toekomst. Ook economische ontwikkelingen zijn van belang. De omvang van de
portemonnee is van invloed op de woonwens. De prognoses omtrent de economische ont-
wikkelingen in Nederland volgen elkaar momenteel in hoog tempo op. Nie mand kan exact
voorspellen hoe heftig de recessie zal zijn en hoe lang deze zal duren. In deze studie is
daarom gewerkt met twee scenario’s: 1) een zware crisisvariant (ZWC), waarbij de crisis een
flinke impact heeft ook op de langere termijn, en 2) een lichte crisisvariant (LC), waarbij na
een relatief korte dip in de economische ontwikkeling de groei weer doorzet.
Consequenties voor het voorraadbeleid tot 2020
RIGO heeft ook voor 2020 de woningbehoefte geraamd, rekening houdend met kwalitatieve
fricties op de markt en demografische en economische ontwikkelingen. De belangrijkste
toename van de woningbehoefte betreft eengezinskoopwoningen. Het accent in de uitbre i-
dingsopgave zal op termijn dan ook met name op dit segment moeten liggen (ook al loopt
de afzet op dit moment moeilijk). Over de periode tot 2020 zal de toename vooral betrek-
king hebben op het (middel)dure segment: tussen € 160.000 en € 275.000 en het segment
boven de € 275.0004. Omdat door de crisis op de korte termijn de afzet van de duurdere
woningen naar verwachting moeizamer zal verlopen, ligt het voor de hand in de nieu w-
bouwplanning in het begin wat meer het accent op de goedkopere segmenten te leggen en
naar verloop van tijd het aandeel duurdere woningen op te schroeven.
Ook de behoefte aan appartementen neemt de komende jaren toe. Dit zowel in de koop -
als in de huursector. De behoefte aan eengezinswoningen in de huursector blijft nagenoeg
constant. Dit betekent dat de positie van dit segment precair blijft. Als de economie aa n-
trekt en de doorstroming op gang komt kunnen de eengezinshuurwoningen met een mind e-
re prijs-kwaliteitverhouding in de problemen komen. Voor de woningen met voldoende
kwaliteit, kan verkoop dan uitkomst bieden.
Uiteraard geldt ook voor de huursector als geheel dat de prijs-kwaliteitverhouding bepa-
lend is voor de marktpositie. Grofweg geldt hierbij dat de goedkope segmenten (onder de €
358) het moeilijk kunnen krijgen vanwege een te geringe kwaliteit en de duurdere segme n-
voetnoot
3 Daarnaast zijn plannen voor het toevoegen van 216 (onzelfstandige) verblijfseenheden met zorg.
4 Het gaat hier om de woningbehoefte: een totaalplaatje waarin de woonsituatie van huishoudens
die niet wensen te verhuizen en de woonwensen van verhuisgeneigde huishoudens zijn verdisco n-teerd. Kijken we alleen naar de wensen van verhuisgeneigde huishoudens, dan gaat de vraag vooral uit naar woningen in het goedkope tot middeldure segment.
V
Samenvatting
ten (boven de € 648) vanwege een te hoge prijs en concurrentie met de koopsector. De
belangrijkste (toename van de) behoefte in de huursector zit tussen de kwaliteitskortings-
grens en de liberalisatiegrens.
Omdat woonkwaliteit vaak samenhangt met bouwperiode, zijn de woningen met een rel a-
tief slechte kwaliteit vaak geconcentreerd gelegen in bepaalde wijken. Daarnaast kunnen
andere leefbaarheidproblemen zich op wijkniveau manifesteren. Niet voor niets speelt in
het voorraadbeleid het wijkgericht werken dan ook een belangrijke rol. In de voorliggende
studie is niet uitgebreid ingegaan op de leefbaarheid in de wijken. Dat gebeurt in een and e-
re, uitgebreide studie naar leefbaarheid waarvan de resultaten begin 2010 verschijnen.
Wel is ook in dit onderzoek gestreefd naar een representatief beeld op wijkniveau. Op basis
hiervan kan het volgende gezegd worden over de marktpositie van de Assense wijken.
Van de Assense wijken staat Lariks het meest onder druk. De woningen en de woonomg e-
ving worden door de inwoners relatief laag beoordeeld en de geringe kwaliteit vormt voor
velen een aanleiding om te willen verhuizen. Bij gevolg wonen er in deze wijk dan ook
vooral lagere inkomens, met weinig keuzemogelijkheden. Hoewel Lariks beduidend slechter
scoort dan de andere wijken, is belangrijk te vermelden dat alles relatief i s: ook in Lariks
wonen veel tevreden mensen en is het overall oordeel van de inwoners nog altijd gemi d-
deld een (ruime) voldoende.
Na Lariks zijn er verschillende wijken waar mogelijk problemen kunnen ontstaan en/of er
op kleinere schaal al problemen bestaan. Zo geldt voor de wijk Peelo dat het gemiddeld
oordeel over de woningen en woonomgeving goed is, maar dat er ook een relatief grote
groep wil verhuizen juist vanwege deze kwaliteit. Nader onderzoek en analyse moet uitwi j-
zen wat hier exact aan de hand is. Doordat in dit onderzoek veel indicatoren op wijkniveau
in kaart zijn gebracht, biedt het een goede eerste houvast bij deze zoektocht.
Andere wijken waar mogelijk (op kleine schaal) problemen kunnen ontstaan zijn Assen-Oost
en Noorderpark. De vraagdruk in deze wijken is laag en het oordeel over de kwaliteit van de
woningen in de buurt is relatief aan de lage kant (maar nog altijd een ruime voldoende).
Voor Pittelo geldt dat er relatief veel huishoudens met een lager inkomen wonen. Opval-
lend voor deze wijk is dat relatief weinig verhuisgeneigden in hun eigen wijk op zoek zijn
naar een andere woning. In het Centrum spelen parkeerproblemen en door sommigen wor-
den de woningen te klein bevonden en/of wordt een buitenruimte gemist. Onder woning-
zoekenden is het Centrum echter enorm populair. Onder ouderen is het Centrum populair
vanwege het geschikte woningaanbod en de voorzieningen. En ook jongeren (starters) wo-
nen graag in deze wijk. Marsdijk scoort vrijwel op alle fronten goed, maar relatief veel
huurders van Actium en Woonconcept vinden de oppervlakte van hun woning te klein. Voor
veel huurders vormt dit een aanleiding om te willen verhuizen. Voor het Buitengebied en
Kloosterveen geldt dat op alle fronten goed wordt gescoord. Assen-West neemt op veel
aspecten een middenpositie in.
Wonen met zorg
Een deel van de Assense bevolking heeft te maken met lichamelijke gebreken, waaronder
veel ouderen. Als gevolg van de vergrijzing neemt de vraag van deze groep de komende
jaren flink toe. Het gaat om een toenemende behoefte aan geschikte woningen, maar ook
aan zorgvoorzieningen zoals hulp bij de persoonlijke verzorging en maaltijdenvoorzienin-
gen.
De vergrijzing zorgt ervoor dat steeds meer eisen worden gesteld aan de toe - en doorgan-
kelijkheid van de woningvoorraad. Het woonwensenonderzoek laat een ‘actueel tekort’ zien
van circa 330 nultredenwoningen, naar de toekomst toe neemt de behoefte toe met nog
VI
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
eens 1.700 woningen. Circa driekwart van deze toenemende behoefte is afkomstig van 55 -
plussers. De behoefte gaat voornamelijk uit naar eengezinskoopwoningen en huurappart e-
menten.
Veel ouderen zijn tevreden met de woonsituatie en zullen eerst kijken in hoeverre de huid i-
ge woning kan worden aangepast alvorens om te zien naar een andere woning. Circa 12%
van de 55-plussers is verhuisgeneigd, veel minder dan de 23% gemiddeld in Assen. Bijna
250 huishoudens van 55 jaar of ouder hebben concrete plannen om hun eigen woning in de
komende twee jaar te (laten) verbouwen om er ook met ouderdomsbeperkinge n te kunnen
blijven wonen. Het gaat om onder meer een traplift, beugels voor in de badkamer of het
toilet of het realiseren van de slaapkamer en de badkamer op de begane grond. Daarnaast
kunnen ook huurwoningen via aanpassingen geschikt worden gemaakt.
De toenemende behoefte aan nultredenwoningen zal deels ook via nieuwbouw moeten
worden opgelost. Het gaat om appartementen, maar ook om eengezinskoopwoningen. Voor
een deel zullen deze in of nabij woonservicezones of –complexen moeten worden gereali-
seerd, zodat men niet alleen een geschikte woning betrekt, maar (op termijn) ook de ben o-
digde zorg kan ontvangen.
Een deel van de ouderen is op een gegeven moment niet meer in staat zelfstandig te blijven
te wonen. Deze groep doet een beroep op de intensieve zorg. Binnen de intensieve zorg
worden vaak twee niveaus onderscheiden: zorg op afroep en 24-uurstoezicht en/of bege-
leiding. De behoefte aan deze vormen van zorg neemt de komende jaren flink toe. Tege n-
over deze vraag staat een groot aanbod en er zijn al meer dan voldoende plannen voor
uitbreiding. Daarnaast zijn er alternatieven denkbaar, zoals mantelzorgwoningen waarbij de
hulpgever en –ontvanger in twee zelfstandige woningen naast elkaar wonen. Over het a l-
gemeen wordt door de Assense bevolking positief gereageerd op dit concept. De toene-
mende behoefte aan zorg op afroep overlapt overigens met de eerder aangegeven toename
van de behoefte aan nultredenwoningen.
Betaalbaarheid
Uit het woningmarktonderzoek komt een potentiële beleidsmatige doelgroep naar voren
van circa 9.900 huishoudens, ofwel 35% (figuur 1-3). De omvang van de doelgroep neemt in
de toekomst verder toe tot 38% bij het ZWC-scenario en ruim 35% bij het LC-scenario. Deze
toename is voor een belangrijk deel een gevolg van de vergrijzing (na het bereiken van de
pensioensgerechtigde leeftijd daalt het inkomen) maar ook de economische crisis zorg t
voor een toename van de doelgroep. Circa 11.500 huishoudens behoren tot de groep mid-
deninkomens met een inkomen tot € 45.000, ofwel 41%. Naar de toekomst toe neemt deze
groep licht toe tot 43%.
f ig u ur 1 -3 : Ontwi kke l i ng v an de doe lg r oep e n de mi dd enin komens
Bron: Woonwensenonderzoek Assen, bewerking RIGO
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
14.000
16.000
doelgroep: obv grenzen
huurtoeslag
middeninkomens: niet-
doelgroep tot € 45.000
2009
2020, ZWC-scenario
2020, LC-scenario
VII
Samenvatting
Een deel van doelgroep woont in de koopsector, vooral huishoudens van 55 tot 65 jaar die
in het verleden een koopwoning hebben bemachtigd. Circa 65% van de doelgroep en 30%
van de middeninkomens doet een beroep op de sociale huurwoningen van Actium en
Woonconcept. Van goedkope scheefheid is vrijwel geen sprake. Op de langere termijn is het
van belang dat er voldoende woningen beschikbaar komen om de toename van de doe l-
groep (en middeninkomens) te kunnen accommoderen .
Ook inzicht in de betaalbaarheid van het wonen in brede zin staat weer volop in de belang-
stelling. Huurders zijn circa 23% van hun inkomen kwijt aan de huur van hun woning en 37%
aan hun totale woonlasten (in medianen). Eigenaarbewoners betalen circa 14 % van hun
inkomen aan de hypotheek van hun woning en 24% aan hun totale woonlasten.
Naast huur, hypotheek, belastingen en verzekeringen kunnen stijgende energiekosten een
flinke belasting zijn voor huishoudens met een kleine portemonnee. Onder de Assense be-
volking is dan ook een grote belangstelling gesignaleerd voor energiebesparende maatreg e-
len (mits de benodigde investering kan worden terugverdiend). Een aanzienlijk kleiner deel
- bijna 900 huishoudens - heeft concrete plannen om de woning in de komende twee jaar te
(laten) verbouwen om de woning energiezuiniger te maken.
Bij de ontwikkeling van de woonlasten speelt ook de ontwikkeling van het inkomen een
belangrijke rol. Circa een derde van de huishoudens maakt zich zorgen over inkomensve r-
lies/-daling als gevolg van de economische crisis. Daarnaast denkt 39% van de eigenaarb e-
woners dat de waarde van hun woning zal dalen. Signalen om de ontwikkeling van de woon-
lasten in de toekomst goed in de gaten te houden.
1
Inleiding
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1 Aanleiding onderzoek
Het nationaal stedelijk netwerk Groningen-Assen behoort tot een van de zes stedelijke net-
werken van Nederland. Assen zal zich als de tweede stad van het netwerk ontwikkelen als een
van de twee polen in de as Groningen-Assen. Daarnaast is Assen in het kader van het provin-
ciaal ruimtelijk beleid een streekcentrum waar het wonen en werken wordt g econcentreerd.
Vanwege deze positie dient er steeds voldoende aanbod te zijn van woningen en bedrijvente r-
reinen. Kortom, er speelt veel in de gemeente Assen.
Ontwikkelingen op de woningmarkt
Op het beleidsterrein wonen zal de komende jaren de nieuwbouw op de uitbreidingslocatie
Kloosterveen worden afgerond. Voor woningbouw op langere termijn loopt momenteel een
haalbaarheidsonderzoek naar de herontwikkeling van Havenkade / Stadsbedrijvenpark. De
planning is dat dit onderzoek halverwege 2010 is afgerond. In het kader van de Structuurvisie
Stadsrandzone Assen heeft de gemeenteraad besloten het gebied Messchenveld II aan te wi j-
zen als toekomstig woongebied. Ook binnenstedelijk lopen er verschillende nieuwbouwprojec-
ten. Bij de uitvoering van deze – en andere – projecten hebben de gemeente en haar partners
te maken met een snel veranderende omgeving. De afgelopen jaren zijn de demografische
prognoses – landelijk, maar ook regionaal – diverse malen naar beneden bijgesteld. Het laat-
ste jaar zorgt de economische crisis voor terughoudende woonconsumenten.
De positie die Assen in de regio inneemt en de snel veranderende context hebben er mede
voor gezorgd dat het Woonplan ‘Groeien met kwaliteit’ – opgesteld in december 2003 – ver-
ouderd is en geactualiseerd dient te worden. Er is behoefte aan een vernieuwd Woonplan met
een beknopte actualisatie van het beleid voor de korte termijn (waarin naast wonen ook an-
dere terreinen een plaats krijgen) en een brede blik voor de langere termijn.
Onderzoek onder de Assense bevolking
Om beleidsmatige keuzen goed onderbouwd te kunnen maken, is gedegen onderzoek onon t-
beerlijk. Onderzoek naar feitelijkheden, maar ook naar de meningen en opvatting en van de
inwoners van de gemeente zelf. Vandaar dat de gemeente Assen, samen met woningcorpora-
ties Actium en Woonconcept, een uitgebreide vragenlijst heeft uitgezet onder haar inwoners.
Half augustus 2009 hebben bijna 9.400 huishoudens in de gemeente een uitgebreide vragen-
lijst ontvangen over het wonen en leven in de gemeente, waarvan circa 37% de enquête heeft
ingevuld en teruggestuurd.
Voeding voor het Woonplan Assen 2010 - 2030
Deze rapportage beoogt een helder beeld te geven van de stand van zaken op de Assense
woningmarkt, in de volle breedte, nu en in de toekomst. Belangrijke spil hierbij is zogezegd de
bewonersenquête onder de Assense bevolking. Daarnaast worden diverse bronnen en metho-
den gebruikt om het gewenste inzicht te bieden. Het voorliggende woningmarktonderzoek
2
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
geeft daarmee voeding aan het vernieuwde Woonplan Assen 2010 - 2030. Ook geeft het do-
cument voeding aan het (strategische voorraad)beleid van de corporaties.
1.2 Leeswijzer
De rapportage kent de volgende opbouw:
Hoofdstuk 2 geeft een typering van gemeente Assen wat betreft woningen en huishou-
dens anno 2009.
Hoofdstuk 3 gaat in op de situatie op de Assense woningmarkt anno 2009. Hoe groot is de
dynamiek op de woningmarkt? Hoeveel mensen hebben verhuisplannen en wat zijn hun
woonwensen?
Hoofdstuk 4 biedt inzicht in demografische en economische ontwikkelingen en de conse-
quenties daarvan voor de woningbehoefte.
Hoofdstuk 5 gaat in op het woningbouwprogramma van gemeente Assen en op de waar-
dering van verschillende type woonmilieus.
Hoofdstuk 6 biedt inzicht in de (ontwikkeling van de) behoefte aan wonen met zorg en
geschikte woonruimten.
In hoofdstuk 7 staat de omvang en ontwikkeling van de doelgroep en de middeninkomens
centraal, net als de woonlasten van de bewoners.
Hoofdstuk 8 gaat in op de leefbaarheid in Assen en op de woningmarktpositie van de wij-
ken.
Voor de snelle lezer is aan het begin van de rapportage een samenvatting toege voegd. In de
bijlage staat een toelichting op de gehanteerde onderzoeksmethoden en zijn enkele aanvul-
lende, verdiepende resultaten van het onderzoek op wijkniveau weergegeven.
Goed om te weten
De respons van het woonwensenonderzoek is voldoende voor het realiseren van een hoge
betrouwbaarheid. Toch blijft bij een enquêteonderzoek gelden dat de uitkomsten met – in dit
geval geringe – marges zijn omgeven. Om schijnnauwkeurigheid te vermijden zijn alle absolute
uitkomsten afgerond op tientallen. Hierdoor kunnen kleine verschillen ontstaan tussen de
randtotalen en de opgetelde celwaarden.
3
Typering gemeente Assen anno 2009
Hoofdstuk 2
Typering gemeente Assen anno 2009
2.1 Inleiding
In de volgende hoofdstukken wordt ingezoomd op het functioneren van de woning markt en
beleidsmatig relevante thema’s. In dit hoofdstuk schetsen we het kader waarbinnen deze ui t-
komsten moeten worden geduid. Op basis van facts en figures wordt de gemeente Assen ge-
typeerd en worden gehanteerde definities verduidelijkt.
Bij het opstellen van de typering is zo veel mogelijk uitgegaan van harde gegevens uit be-
staande registraties. Op het beleidsveld wonen zijn hierbij vooral de huishoudensamenstelling
van de Assense bevolking en de samenstelling van de woningvoorraad van belang. De ‘harde’
randtotalen op deze terreinen worden gebruikt om het enquêtebestand te wegen. Hierdoor
kloppen de randtotalen in het enquêtebestand exact met de werkelijkheid en zijn betrouwb a-
re detailuitspraken mogelijk.
In de eerstvolgende paragraaf gaan we in op de gebiedsindeling die bij dit onderzoek is gehan-
teerd. In paragraaf 2.3 en 2.4 bespreken we achtereenvolgens de samenstelling van de wo-
ningvoorraad en de samenstelling van de in Assen woonachtige huishoudens. In paragraaf 2.5
schetsen we een beeld van de woonsituatie van de huishoudens in Assen (wie woont waar). In
paragraaf 2.6 worden de banden van Assen met de omliggende gemeenten belicht.
2.2 De wijken in Assen
Recentelijk is de gemeente Assen ingedeeld in 109 buurten en 10 wijken. Deze eenduidige
indeling is opgesteld volgens de richtlijnen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In dit onderzoek is aangesloten bij deze wijkindeling.
Het gaat om Lariks, Centrum, Noorderpark, Assen-Oost, Pittelo, Assen-West (waaronder Bag-
gelhuizen), Peelo, Marsdijk, Kloosterveen en het Buitengebied van Assen met de dorpen Loon,
Ubbena, Ter Aard, Zeijerveld, Witten, Graswijk, Anreep, Schieven en Dijkveld . De exacte geo-
grafische afbakening staat weergegeven in figuur 2-1.
Het kaartje maakt duidelijk dat de gebieden verschillen qua oppervlakte. Dat doen ze u i-
teraard ook qua inwoneraantal, aantal huishoudens en aantal woningen In tabel 2-1 is een
overzicht weergegeven van het aantal inwoners in 2009 en het aantal zelfstandig wonende
huishoudens in 2009. In paragraaf 2.3 en 2.4 gaan we nader in op de definitie van zelfstandig
wonende huishoudens.
4
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
f ig u ur 2 -1 : Buur t i nde l ing A ssen
Bron: gemeente Assen
5
Typering gemeente Assen anno 2009
tabe l 2 -1 : Bevo lk ing in 2 0 0 9 per g ebied i n g emeente A ssen
Bron: buurtmonitor Assen, GBA bestand gemeente Assen, bewerking RIGO
De wijk Marsdijk telt de meeste inwoners en huishoudens, gevolgd door Noorderpark en A s-
sen-Oost. In tabel 2-2 is de bevolkingsopbouw per wijk weergegeven. De nieuwbouwwijk
Kloosterveen telt relatief de meeste kinderen tot 15 jaar, in het Centrum van Assen wonen
relatief de meeste ouderen. In de wijken Marsdijk en Peelo zijn relatief de minste ouderen te
vinden. Een indicatie van de toekomstige ontwikkelingen van het aantal 65-plussers in de wij-
ken van Assen staat weergegeven in paragraaf 4.2.
tabe l 2 -2 : Bevo lk ing so pbo uw in 2 0 0 9 in de w ij ken v a n g emeente A ssen
Bron: buurtmonitor Assen
2.3 De woningvoorraad
De woningvoorraad in Assen bestaat uit een kleine 29.000 woningen (bron: gemeente Assen).
Ruim 16.000 woningen worden bewoond door eigenaarbewoners, ruim 9.000 woningen zijn in
handen van sociale verhuurders en de overige woningen kunnen tot de particuliere huurse c-
tor worden gerekend.
Het aantal woningen dat zelfstandig bewoond wordt is lager dan het feitelijk aantal woningen.
Een deel van de Assense bevolking woont in een verzorging- of verpleeghuis, of in een woon-
groep voor verstandelijk gehandicapten. Andere huishoudens zijn bijvoorbeeld inwonend bij
een hospita. Daarnaast is een klein deel van de woningvoorraad niet bewoond als gevolg van
(frictie)leegstand. In dit onderzoek focussen we op de groep huishoudens die een zelfstandige
woning bewoont.5 Hieronder worden die adressen verstaan waar iemand woont die in de Ge-
meentelijke BasisAdministratie (GBA) staat ingeschreven. Het zijn ook deze adressen waar de
enquêtes onder de bewoners zijn uitgezet. In totaal zijn er in Assen 27.973 regulier bewoonde
voetnoot
5 Inclusief huishoudens in woonwagens en recreatiewoningen.
inwoners, totaal zelfstandig wonende huishoudens
Centrum 5.340 2.760
Lariks 5.715 2.945
Noorderpark 8.540 4.185
Assen-oost 7.885 3.530
Pittelo 3.870 1.525
Assen-west (Baggelhuizen) 4.210 1.725
Peelo 6.990 2.860
Marsdijk 13.115 4.745
Kloosterveen 9.555 3.295
Buitengebied 1.135 405
totaal 66.360 27.975
Centrum Lariks Noorderpark Assen-oost Pittelo Assen-west Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied totaal
< 15 jaar 9% 12% 14% 14% 21% 19% 22% 25% 31% 17% 19%
15 - 30 jaar 14% 22% 19% 18% 19% 14% 21% 15% 14% 12% 17%
30 - 45 jaar 16% 17% 19% 19% 20% 20% 24% 27% 33% 18% 23%
45 - 65 jaar 29% 26% 27% 29% 28% 33% 28% 27% 17% 36% 27%
65+ 32% 23% 22% 21% 13% 13% 6% 6% 4% 16% 14%
totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
6
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
woningen (peildatum juni 2009). Of met andere woorden: er zijn in Assen 27.973 zelfstandig
wonende huishoudens woonachtig.
In Assen zijn vijf sociale huurders actief.6 In dit onderzoek richten we ons specifiek op de wo-
ningcorporaties Actium en Woonconcept. Het bezit van beide corporaties telt 8.443 woningen.
In dit onderzoek gaan we uit van 8.120 zelfstandig bewoonde woningen: 306 woningen in het
bezit van Woonconcept en 7.814 woningen in het bezit van Actium (tabel 2-3).
tabe l 2 -3 : Wo ni ng vo orr aad Woonc oncep t en Ac t i um
Bron: Woonconcept en Actium
Een kleine 20.000 woningen is in handen van eigenaarbewoners, particuliere verhuurders en
overige sociale verhuurders. In figuur 2-2 is de samenstelling van de woningvoorraad per wijk
in Assen weergegeven. Ruim de helft van de voorraad in Assen bestaat uit eengezinskoopwo-
ningen (52%). Dit woningtype vinden we relatief gezien vooral veel terug in het Buitengebied
van Assen (waaronder boerderijen), Kloosterveen en Marsdijk. Het aantal koopappartementen
in Assen is relatief gering. Deze woningen staan vooral in het Centrum van Assen en in Lariks.
Circa 29% van de voorraad in Assen bestaat uit sociale huurwoningen in het bezit van Actium
en Woonconcept. Het aandeel huurwoningen van Actium en Woonconcept is het grootst in
Lariks en Noorderpark. De overige huursector, die bestaat uit particuliere verhuurders, wonin-
gen van beleggers en andere sociale verhuurders is relatief groot in het Centrum van Assen.
f ig u ur 2 -2 Samens te l l i ng woni ng vo orr aad per w ijk in Assen i n 2 0 0 9
Bron: gemeente Assen, Actium, Woonconcept en het woonwensenonderzoek Assen, 2009
voetnoot
6 Het gaat om Actium, Woonconcept, Omnia Wonen, Mooiland en Woonzorg Nederland.
Woonconcept aandeel Actium aandeel totaal aandeel
zelfstandig bewoonde woningen 306 74% 7.814 97% 8.120 96%
zorgcentrum, zorgunits of overig 103 25% 106 1% 209 2%
(frictie)leegstand 5 1% 109 1% 114 1%
totaal woningen 414 100% 8.029 100% 8.443 100%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Larik
s (N
= 2
.945
)
Cen
trum
(N =
2.7
60)
Noo
rder
park
(N =
4.1
85)
Ass
en-o
ost
(N =
3.5
30)
Pee
lo (
N =
2.8
60)
Pitt
elo
(N =
1.5
25)
Ass
en-w
est
(N =
1.7
25)
Mar
sdijk
(N
= 4
.745
)
Klo
oste
rvee
n (N
= 3
.295
)
Bui
teng
ebie
d (N
= 4
05)
Ass
en (
N =
27.
975)
overig / onbekend
overig huur mg
overig huur eg
Actium + WC mg
Actium + WC eg
koop mg
koop eg
7
Typering gemeente Assen anno 2009
Sociale huurwoningvoorraad: Actium en Woonconcept
In figuur 2-3 t/m figuur 2-5 is het bezit van de corporaties Actium en Woonconcept weergege-
ven. Per corporatie geldt de volgende typering van het bezit:
Ruim de helft van het bezit van Actium bestaat uit eengezinswoningen (55%, figuur 2-3)
verspreid over de wijken in Assen (figuur 2-4 en 2-5). Het overige deel bestaat voor 25%
uit appartementen zonder lift in het gebouw (waaronder duplexwoningen en boven - en
benedenwoningen) en uit 19% uit appartementen met lift in het gebouw. De overgrote
meerderheid van de woningen (95%) heeft een huurprijs tussen de kwaliteitskortings-
grens en de 1e aftoppingsgrens (figuur 2-3). Het bezit van Woonconcept bestaat voor 29%
uit eengezinswoningen en 71% uit appartementen met lift. Het overgrote deel van de wo-
ningen is te vinden in het Centrum van Assen en in Kloosterveen (figuur 2-5). Wooncon-
cept bezit geen woningen met een huurprijs tot de kwaliteitskortingsgrens. Circa 56% van
de woningen heeft een huurprijs die ligt tussen de kwaliteitskortingsgrens en de 2e aftop-
pingsgrens. Ruim een derde deel bestaat uit vrijesectorhuurwoningen.
f ig u ur 2 -3 : Bez it Act ium e n Woonc oncep t na ar t ype en pr i js i n Assen in 2 0 0 9
Bron: Actium en Woonconcept, bewerking RIGO
f ig u ur 2 -4 : Bez it Act ium e n Woonc oncep t per w ij k in Assen i n 2 0 0 9
Bron: Actium en Woonconcept, bewerking RIGO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Actium (N=7.814) Woonconcept (N=306)
overig/
onbekend
appartement
zonder lift, duplex
appartement
met lift
eengezins-
woning
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Actium (N=7.814) Woonconcept (N=306)
vrije sector
2e aft.grens < >
lib.grens
1e aft.grens < >
2e aft.grens
kw.kort.grens <
> 1e aft.grens
< kw.kort.grens
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
eg. app. met lift app. zonder
lift, duplex
eg. app. met lift
Actium Woonconcept
Kloosterveen
Marsdijk
Peelo
Assen-west
Pittelo
Assen-oost
Noorderpark
Lariks
Centrum
8
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
f ig u ur 2 -5 : Bez it Act ium e n Woonc oncep t i n Assen in 2 0 0 9 , 6 ppc -ni veau
Bron: Actium en Woonconcept, bewerking RIGO
Koopsector en overige huurvoorraad
In figuur 2-6 is de samenstelling van de koopsector en de overige huurvoorraad naar type
woning weergegeven per wijk in gemeente Assen.
f ig u ur 2 -6 : Koop vo orr aad en over ig e huur voo rra ad n aar ty pe won ing per wij k in A ssen in
2 0 0 9
Bron: gemeente Assen, woonwensenonderzoek Assen, 2009
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Cen
trum
(N =
1.5
50)
Larik
s (N
= 1
.955
)
Noo
rder
park
(N =
2.1
00)
Ass
en-o
ost
(N =
1.1
15)
Pitt
elo
(N =
1.3
35)
Ass
en-w
est
(N =
2.3
15)
Pee
lo (
N =
4.1
65)
Mar
sdijk
(N
= 2
.860
)
Klo
oste
rvee
n (N
= 2
.050
)
Bui
teng
ebie
d (N
= 4
05)
Ass
en (
N =
19.
850)
overig
appartement zonder lift
appartement met lift
vrijstaande woning
2^1 kap woning
hoekwoning
rijwoning
9
Typering gemeente Assen anno 2009
Veruit het grootste deel van deze woningvoorraad bestaat uit eengezinswoningen (84%). Al-
leen in het Centrum van Assen en in Lariks bestaat een wezenlijk aandeel uit appartementen.
De appartementen die er staan zijn veelal voorzien van een lift. In Pittelo, Assen-West en
Peelo staan relatief veel hoek- en tussenwoningen. De meer luxe typen – vrijstaande wonin-
gen en twee-onder-een-kapwoningen – vinden we relatief gezien vooral veel terug in Kloos-
terveen, Assen-Oost, Marsdijk en Noorderpark. In het Buitengebied van Assen bestaat ruim de
helft van de vrijstaande woningen uit boerderijen.
2.4 Huishoudens
In gemeente Assen staan een kleine 28.000 huishoudens ingeschreven die in een zelfstandig e
woning wonen. In figuur 2-7 staat de samenstelling van deze huishoudens weergegeven naar
leeftijd en type. De figuur toont het beeld van een middelgrote stad: er wonen relatief veel
gezinnen van 25 tot 55 jaar (35%) en 65-plussers (21%), terwijl het aantal jonge huishoudens
gering is (3%). Deze huishoudens trekken veelal naar de grotere stad o m te studeren, zoals
Groningen (in hoofdstuk 4 gaan we hier nader op in).
f ig u ur 2 -7 : Hu isho ude ns na ar ty pe en lee ft i j d i n Assen , 2 0 0 9
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
De huishoudensamenstelling per wijk is weergegeven in figuur 2-8. In Kloosterveen, Marsdijk
en het Buitengebied van Assen wonen anno 2009 relatief gezien de meeste gezinnen van 25
tot 55 jaar. In Lariks wonen relatief de meeste huishoudens tot 25 jaar en ook het aantal een-
persoonshuishoudens tot 40 jaar is in deze wijk relatief groot. In Pittelo en het Buitengebied
is het aandeel een- en tweepersoonshuishoudens tot 40 jaar gering. In het Centrum van Assen
wonen relatief de meeste 65-plussers, gevolgd door Noorderpark. In Kloosterveen, Marsdijk
en Peelo wonen relatief de minste 65-plussers. Assen-West en Assen-Oost nemen zowel qua
leeftijd als samenstelling een middenpositie in.
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
4.500
5.000
5.500
6.000
eenp
erso
ons
mee
rper
soon
s
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
mee
rper
soon
s
< 25 jr. 25 tot 40 jr. 40 tot 55 jr. 55 tot 65 jr. 65+ overig
10
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
f ig u ur 2 -8 : Hu isho ude ns na ar ty pe en lee ft i j d i n de wi jken va n Assen , 2 0 0 9
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
2.5 Woonsituatie: wie woont waar
In deze paragraaf staat de woonsituatie van zelfstandig wonende huishoudens centraal. G e-
zinssamenstelling, levensfase en financiële mogelijkheden bepalen voor een belangrijk deel
hoe huishoudens wonen. Voor jonge starters zijn de locatie en prijs veelal belangrijker dan de
woning zelf. Gezinnen met kinderen kijken anders naar de kwaliteit van de woning en de
4%9%
3%
4%
7%
6%
12%
9%7%
21%
17%
Centrum
6%
16%
4%
8%
10%
6%10%
6%
7%
16%
11%
Lariks
5%
8%
5%
9%
8%
6%
14%
8%
7%
14%
15%
Noorderpark
4%
10%
4%
8%
9%
7%
15%
8%
8%
14%
12%
Assen-oost
2%3% 4%
17%
7%
7%
22%
5%
11%
11%
11%
Pittelo
1%3% 4%
14%
8%
8%
20%
6%
16%
8%
12%
Assen-west
4%7%
7%
17%
10%
9%
20%
6%
9%
5%6%
Peelo
1%3%5%
20%
8%
10%29%
3%
10%
4%6%
Marsdijk
1% 5%
9%
31%
5%8%
25%
1%
7%2%
5%
Kloosterveen
0%0%1%13%
2%
11%
28%3%
18%
10%
14%
Buitengebied
3%7%
5%
15%
8%
8%19%
6%
9%
10%
11%
Gemeente Assen < 25 jr.
25 tot 40 jr. eenpersoons
25 tot 40 jr. tweepersoons
25 tot 40 jr. gezin
40 tot 55 jr. eenpersoons
40 tot 55 jr. tweepersoons
40 tot 55 jr. gezin
55 tot 65 jr. eenpersoons
55 tot 65 jr. meerpersoons
65+ eenpersoons
65+ meerpersoons
11
Typering gemeente Assen anno 2009
woonomgeving dan oudere paren die hun kinderen al het huis uit hebben zien gaan. Inform a-
tie over wie waar woont ontbreekt meestal in reguliere bestanden. Het gewogen enquêteb e-
stand biedt hierover wel informatie. Deze informatie is van groot belang, omdat inzicht in de
woonsituatie het eenvoudiger maakt de werking van de woningmarkt te begrijpen.
Aanzienlijk meer dan andere leeftijdscategorieën wonen jongeren tot 25 jaar in de sociale
huurvoorraad van Actium en Woonconcept. Het gaat vooral om huurappartementen. Ook
eenpersoonshuishoudens tot 40 jaar wonen relatief vaak in dit woningtype. Eenpersoonshuis-
houdens van 40 tot 65 jaar wonen relatief vaak in eengezinshuurwoningen van Actium en
Woonconcept. Meerpersoonshuishoudens tot 65 jaar, waaronder gezinnen, wonen voor circa
70% in eengezinskoopwoningen. Ouderen wonen zowel in de koopsector als in de sociale en
particuliere huursector.
f ig u ur 2 -9 : Woo nsit ua tie n aar e ig endom e n ty pe won i ng , 2 0 0 9
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
2.6 De regio van Assen
Regio’s in perspectief
De lokale woningmarkt van Assen kent directe relaties met de omliggende gemeenten, de
regio van Assen. In het verleden hebben beschikbare woningen in Assen bijvoorbeeld huis-
houdens aangetrokken die eerder nog niet in de gemeente woonden. Ook voor de toekomst
wordt verwacht dat Assen huishoudens van elders zal aantrekken. Door de banden van Assen
met de omliggende gemeenten te belichten wordt duidelijk waar de huishoudens wonen die
Assen mogelijk als vestigingsplaats zien.
Regio’s kunnen op basis van verschillende gronden worden afgebakend. Een belangrijke b e-
stuurlijke regio waartoe Assen behoort is het nationaal stedelijk netwerk Groningen – Assen.
Aan deze regio nemen 12 gemeenten deel: Assen, Noordenveld, Leek, Groningen, Tynaarlo,
Haren, Bedem, Ten Boer, Slochteren, Zuidhorn, Winsum, en Hoogezand-Sappemeer (figuur 2-
10). Soms loopt de grens van de regio door een gemeente heen, zoals Winsum en Slochteren.
Assen is gelegen in het zuidelijke puntje van de regio.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
< 25
jr.
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
mee
rper
soon
s
eenp
erso
ons
mee
rper
soon
s
25 tot 40 jr. 40 tot 55 jr. 55 tot 65 jr. 65+ totaal
overig / onbekend
overige huur
Actium + WC mg
Actium + WC eg
koop mg
koop eg
12
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
f ig u ur 2 -1 0 : Dee lnemen de g emeenten a an he t s tede l i jk netwerk G ron ing en – Assen
Bron: gemeente Assen
Voor het afbakenen van de woningmarktregio van de gemeente Assen is dit weliswaar een
belangrijke regio, maar mensen verhuizen en werken ook over de grenzen van deze admini-
stratieve regio heen. Dit geldt zeker voor een gemeente als Assen, die tegen de grens van het
stedelijk netwerk aan ligt. Naast bestuurlijke of administratieve grenzen spelen daarom ook
andere, meer inhoudelijke factoren een rol. In het vervolg van deze paragraaf zet RIGO uiteen
welke gemeenten op basis van inhoudelijk gronden tot de woningmarktregio van Assen ku n-
nen worden gerekend.
Relatieve binding met Assen
Voor het afbakenen van de woningmarktregio onderzoeken we de mate van binding van de
omliggende gemeenten met Assen. We positioneren hiervoor Assen als centrumgemeente en
maken onderscheid tussen twee verschillende soorten bindingen:
de sociale binding: op basis van verhuisstromen uit het verleden van en naar Assen;7
de economische binding: op basis van pendelstromen uit het verleden.8 In welke mate
leunen de omliggende gemeenten op de werkgelegenheid in Assen? Een deel van de fo-
rensen ziet Assen mogelijk als vestigingsplaats.
Het resultaat van de analyse van de sociale en economische binding staat weergegeven in
figuur 2-11. Ook staan in figuur 2-12 beide scores gecombineerd weergegeven.9 Hierdoor ont-
staat zicht op de binding van de omliggende gemeenten met de gemeente Assen. Deze ge-
meenten kunnen op basis van inhoudelijke gronden tot de woningmarktregio van Assen als
voetnoot
7 Het aantal verhuisde personen van en naar Assen gedeeld door het totaal aantal gemeentegrensover-
schrijdende verhuizingen in 2007.
8 Het aantal mensen dat pendelt naar Assen gedeeld door de beroepsbevolking in de betrekkende
regiogemeente, gemiddeld in de periode 2002 t/m 2004. 9 De totale bindingsscore is berekend door de sociale en economische binding te middelen.
13
Typering gemeente Assen anno 2009
centrale stad gerekend worden. Idealiter zou hier nog een score inzake voorzieningengebruik
aan worden toegevoegd. Direct beschikbare gegevens ontbreken hiertoe echter.
f ig u ur 2 -1 1 : Soc i ale e n eco nomisc he b i ndi ng va n om li g g ende g emeenten met g emeente Assen
Bron: RIGO, op basis van CBS-gegevens
f ig u ur 2 -1 2 : B ind ing v an o mlig g ende g emeenten met g emeente Assen
Bron: RIGO, op basis van CBS-gegevens
Relatief versus absoluut
Het is van belang te benadrukken dat de scores in figuur 2-12 het relatieve belang van Assen
voor de omliggende gemeenten weergeven. Zo is de binding relatief het sterkst met gemeente
Midden-Drenthe (13%): in het jaar 2007 was gemiddeld 13% van de gemeentegrensoverschrij-
dende verhuisbewegingen en pendelstromen van de inwoners van Midden -Drenthe gericht op
Assen. Bij een absolute benadering zou bijvoorbeeld Groningen donkerder kleuren. Relatief
gezien is de binding met Groningen gering, omdat het in verhouding tot de omvang van Gro-
14
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
ningen gaat om een gering aantal huishoudens dat van en naar Assen is verhuisd. In 2007
verhuisden bijvoorbeeld 491 personen van Groningen naar Assen en 430 personen van Assen
naar Groningen. Vanuit bijvoorbeeld Midden-Drenthe, een veel kleinere gemeente, verhuis-
den in dat jaar 309 personen naar Assen en vertrokken er uit Assen 218 personen naar Mid-
den-Drenthe (tabel 2-4).
tabe l 2 -4 : V est ig ing en ve rt rek va n en naa r Assen in a ant al pe rsone n , 2 0 0 7
Bron: CBS
De relatie tussen Groningen en Assen is (bestuurlijk) van groot belang en gaat verder dan
alleen het beleidsterrein wonen. Daarnaast wordt verwacht dat Assen ook in de komende
jaren absoluut veel vestigers uit Groningen zal trekken. Daarom wordt ook Groningen tot de
woningmarktregio van Assen gerekend. De totale woningmarktregio voor dit onderzoek be-
staat dan uit de gemeenten: Groningen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo, Aa en Hun-
ze, Borger-Odoom, Coevorden, Hoogeveen, Haren, Westerveld en Ooststellingwerf (figuur 2-
13). In paragaaf 4.3 gaan we in op de demografische ontwikkelingen in deze regio en in para-
graaf 4.5 brengen we in beeld waar de woningbehoefte naar uitgaat.
f ig u ur 2 -1 3 : Woni ng mar ktr eg io Assen
Bron: RIGO, op basis van CBS-gegevens
gevestigd in Assen vertrokken uit Assen saldo
Groningen 491 Groningen 430 Midden-Drenthe 91
Midden-Drenthe 309 Midden-Drenthe 218 Aa en Hunze 80
Aa en Hunze 200 Aa en Hunze 120 Tynaarlo 74
Tynaarlo 178 Emmen 106 Groingen 61
Noordenveld 117 Tynaarlo 104 Noordenveld 47
Emmen 92 Noordenveld 70 Ooststellingw erf 47
Ooststellingw erf 86 Amsterdam 64 Hoogeveen 41
Hoogeveen 81 Hoogezand-Sappemeer 49 Delfzijl 38
Borger-Odoorn 76 Borger-Odoorn 48 Stadskanaal 30
Stadskanaal 63 Zw olle 48 Borger-Odoorn 28
Delfzijl 51 Leeuw arden 40 Leek 25
Hoogezand-Sappemeer 45 Hoogeveen 40 Veendam 23
Veendam 45 Ooststellingw erf 39 Zuidhorn 20
Leek 44 Stadskanaal 33 Coevorden 16
Zw olle 42 Utrecht 31 Haren 12
Coevorden 41 Westerveld 29 Leeuw arden -2
Leeuw arden 38 Enschede 29 Hoogezand-Sappemeer -4
Haren 34 Meppel 28 Zw olle -6
Amsterdam 33 Den Haag 27 Emmen -14
Zuidhorn 25 Coevorden 25 Amsterdam -31
15
De woningmarkt
Hoofdstuk 3
De woningmarkt
3.1 Inleiding
In paragraaf 2.5 is de actuele woonsituatie van de Assense huishoudens in beeld gebracht.
Uiteraard is dit een momentopname, de woningmarkt is immers altijd in beweging. Sommige
bewoners zijn recent naar Assen verhuisd, andere bewoners geven aan graag (weer) te willen
verhuizen. In dit hoofdstuk gaan we in op de dynamiek op de woningmarkt: wie zijn in de a f-
gelopen jaren verhuisd en wat zijn de achterliggende redenen? (paragraaf 3.2) Welke woon-
wensen hebben woningzoekenden en in hoeverre worden deze wensen beïnvloed door de
actuele economische ontwikkelingen? (paragraaf 3.3) Wat zijn de woonwensen van starters?
(paragraaf 3.4) De actuele spanning op de woningmarkt is het onderwerp van paragraaf 3.5.
3.2 Gerealiseerde verhuizingen
Deze paragraaf zoomt in op de huishoudens die in de afgelopen 5 jaar en 7 maanden een (an-
dere) zelfstandige woning in de gemeente Assen hebben betrokken. In totaal gaat het om circa
11.970 huishoudens die zijn verhuisd, ofwel 43% van het totale aantal huishoudens. Dit aan-
deel is hoger dan het landelijk gemiddelde voor ‘matig stedelijke’ gemeenten zoals Assen. Het
aandeel voor deze gemeenten bedraagt circa 31%. Het verschil heeft te maken met het feit
dat er in de afgelopen vijf jaar veel nieuwbouwwoningen in Assen zijn opgeleverd, die voor
extra dynamiek op de woningmarkt hebben gezorgd . Dit is vooral terug te zien in de wijk
Kloosterveen (tabel 3-1). Daarnaast zorgt nieuwbouw in een relatief ontspannen woningmarkt
voor langere verhuisketens: de woningmarkt biedt mensen tal van mogelijkheden om hun
woonsituatie in kleine stapjes te verbeteren.10
tabe l 3 -1 : Aa nt al verh uis d e hu isho ude ns i n de per io d e 2 0 0 4 -2 00 9 als aa ndee l v a n het to t a le
aan tal hu ish oude ns i n 2 0 0 9 per wij k
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Vestigers en blijvers
Van de 11.970 huishoudens die zijn verhuisd was 30% afkomstig van buiten de gemeente As-
sen, ofwel 3.550 huishoudens (tabel 3-2). Circa 59% woonde al in Assen en van 11% is de her-
komst onbekend. Een grote meerderheid van de recent verhuisden woonde dus al in Assen.
Nieuwbouw wekt dus wel veel dynamiek op, maar vooral in de directe omgeving.
voetnoot
10
Bron: ‘Sturen met nieuwbouw’, RIGO i.o.v. het Ministerie van VROM/WWI, september 2008.
Centrum Lariks Noorderpark Assen-oost Pittelo Assen-west Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied totaal
aandeel 44% 43% 41% 41% 30% 32% 36% 37% 94% 21% 43%
16
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l 3 -2 : A ant al verh uis d e huis hou dens in de afg e lo pen 5 ja ar n aa r her komst
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Circa 15% van de vestigers was afkomstig uit de stad Groningen. Ook kwamen veel vestigers
uit Aa en Hunze, Midden-Drenthe, Tynaarlo en Noordenveld, de vier buurgemeenten van de
gemeente Assen. Voor de overige gemeenten geldt dat het niet gaat om erg hoge percentages .
Deze vestigers zijn dus afkomstig geweest uit een wijdverspreid gebied.
Verhuisd binnen Assen
Een meerderheid van de huishoudens die in de afgelopen 5 jaar is verhuisd woonde al in de
gemeente Assen. In tabel 3-3 zijn deze verhuizingen uitgesplitst naar de wijken van Assen, op
basis van registratiegegevens (bron: buurtmonitor Assen). In de tabel gaat het om personen.
In de periode 2004 t/m 2008 verhuisden circa 20.000 personen binnen de gemeentegrenzen
van de gemeente Assen. Men is relatief vaak binnen de ‘eigen’ wijk verhuisd. Van bijvoorbeeld
de 2.750 verhuisde personen in de wijk Marsdijk is 49% in deze wijk blijven wonen. Ook Kloos-
terveen was relatief gezien vooral populair bij huishoudens die al in deze wijk woonden. Het
gaat hierbij vooral om zogenoemde ‘nieuwbouwhoppers’: huishoudens die binnen de nieu w-
bouw (snel) wooncarrière maken. In paragraaf 3.3 wordt ingegaan op de gewenste wijk van
verhuisgeneigden naar de wijk waar men nu woont.
tabe l 3 -3 : B i nnen Assen ve rhu isde pe rsone n: va n v or i g e wijk n aar hu id ig e wij k , 2 0 0 2 -20 0 8
Bron: buurtmonitor Assen, bewerking RIGO
herkomst verhuisden aantal aandeel herkomst vestigers aantal aandeel
Assen 7.110 59% Groningen 530 15%
overige gemeenten 3.550 30% Aa en Hunze 310 9%
onbekend 1.310 11% Midden-Drenthe 290 8%
totaal 11.970 100% Tynaarlo 180 5%
Noordenveld 110 3%
Hoogezand-Sappemeer 100 3%
Zwolle 100 3%
Emmen 100 3%
Hoogeveen 90 3%
Haren 90 3%
Westerveld 80 2%
Amsterdam 70 2%
overige gemeenten 1.520 43%
totaal 3.570 100%
huidige wijk
Centrum Lariks Noorderpark Assen-oost Pittelo Assen-west Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied
Centrum 24% 13% 11% 14% 9% 9% 8% 6% 5% 6%
Lariks 10% 27% 15% 8% 20% 10% 10% 5% 7% 4%
Noorderpark 12% 19% 27% 8% 15% 12% 12% 8% 7% 6%
Assen-oost 14% 10% 10% 38% 8% 10% 8% 9% 6% 17%
Pittelo 5% 8% 6% 4% 23% 5% 5% 3% 4% 2%
Assen-west 7% 4% 5% 5% 3% 29% 3% 3% 6% 6%
Peelo 8% 7% 11% 7% 8% 4% 36% 11% 10% 8%
Marsdijk 11% 8% 11% 11% 9% 10% 13% 49% 15% 23%
Kloosterveen 7% 4% 3% 3% 4% 9% 4% 5% 38% 15%
Buitengebied 1% 1% 1% 1% 0% 1% 1% 1% 2% 12%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
N = 2.173 2.248 2.898 2.613 968 869 1.736 2.748 3.886 247
vorig
e w
ijk
17
De woningmarkt
Doorstromers en starters
De recent verhuisden kunnen grofweg in drie groepen onderverdeeld worden:
1. doorstromers;
2. starters;
3. semi-starters.
Doorstromers woonden voor hun verhuizing al in een zelfstandige woning en na hun verhu i-
zing is deze woning vrijgekomen voor een ander huishouden. Van de recent verhuisden in de
gemeente Assen is het grootste deel een doorstromer (69%, tabel 3-4). Het aandeel starters
lag op 18%: huishoudens die voorheen niet zelfstandig woonden (veelal inwonend bij hun
ouders of op een kamer). Semi-starters (7%) hadden al een woning, maar die is niet beschik-
baar gekomen op de woningmarkt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij (echt)scheiding. Ook hui s-
houdens van wie de achtergelaten woning is of wordt gesloopt, worden tot de semi -starters
gerekend. Van circa 7% is niet bekend om welke groep op de woningmarkt het gaat: deze
mensen hebben de vragen hierover niet (of niet volledig) ingevuld.
tabe l 3 -4 : Rece nt ver hu isde n na ar g roe pen o p de wo ni ng markt
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Circa de helft van de starters die in Assen een woning heeft gevonden woonde al in de ge-
meente. De andere helft is dus afkomstig van buiten de gemeente, waaruit blijkt dat Assen
voor starters in de regio een centrumfunctie vervult.
Verhuisredenen van recent verhuisden
Mensen verhuizen om verschillende redenen. Via twee sporen is bij het woonwensenonder-
zoek naar deze redenen gevraagd. Er is gevraagd waarom men in de gemeente Assen is komen
wonen en er is specifiek gevraagd waarom naar de huidige woning is verhuisd. Respondenten
konden meerdere antwoorden geven. In tabel 3-5 en tabel 3-6 staan de genoemde redenen
weergegeven.
Circa 36% van de recent verhuisden noemde redenen die te maken hebben met veranderingen
in het huishouden, zoals huwelijk, samenwonen of scheiding. Ook de grootte van de woning
speelde voor een aantal huishoudens een belangrijke rol: 31% noemde dit als (één van de)
verhuisreden(en). Circa 21% van de verhuisden noemde (ook) een andere reden waarom ze
zijn verhuisd. Dit waren meestal redenen die indirect met de huidige woning te maken he b-
ben, zoals ‘van huur naar koop’, ‘we wilden graag een tuin’ en ‘vrijstaande woning’. Ook
‘werk’ werd een aantal keer als andere verhuisreden genoemd.
aantal aandeel
doorstromers 8.240 69%
semistarters 840 7%
starters 2.110 18%
onbekend 780 7%
totaal 11.970 100%
18
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l 3 -5 : Verh uisre denen van hu isho ude ns die in de afg e lo pen 5 j aa r z i j n ver hu isd
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Huishoudens die in Assen naar een (andere) woning zijn verhuisd vinden over het algemeen
dat Assen een goed woon- en leefklimaat heeft: circa 39% van de verhuisden deelde deze
mening (tabel 3-6).
Vestigers zijn daarnaast vooral in Assen komen wonen omdat ze in Assen een geschikte wo-
ning konden vinden. Andere belangrijke vestigingsredenen hebben te maken met sociale bin-
ding (dichter bij familie en vrienden wonen) en economische binding (dichter bij werk of st u-
die wonen). Genoemde redenen passen bij een provinciestad. In grotere steden speelt het
economische motief vaak een belangrijkere rol.
Van de vestigers geeft 2% aan al zijn hele leven in Assen te wonen. Deze groep heeft vermoe-
delijk zijn wortels in Assen en heeft slechts tijdelijk buiten de gemeente gewoond.
tabe l 3 -6 : Re denen om in d e afg e l ope n 5 ja ar in Assen te g a an w onen n aar b l i jve rs en verst i -
g ers*
*Van circa 1.300 huishoudens is de herkomst onbekend Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Ongeveer 27% van de vestigers heeft in aanvulling op de genoemde redenen ook zelf redenen
aangedragen. Meestal noemde deze groep veranderingen in het huishouden, zoals samenwo-
nen of trouwen. Ook werd ‘werk’ vaak als andere verhuisreden opgegeven.
aandeelveranderingen in uw huishouden (huwelijk of gaan
samenwonen, scheiding, geboorte van kinderen, uit huis
gaan van kinderen etc.)36%
de grootte / oppervlakte van de woning 31%
de woonomgeving (betere voorzieningen, meer rust, minder overlast etc.)21%
de kwaliteit van de woning 17%
werk en/of studie 11%
sociale redenen (dichter bij familie en/of vrienden wonen) 8%
gezondheid en/of behoefte aan zorg(voorzieningen) 6%
om zorg te kunnen verlenen of ontvangen van/aan uw
partner, ouder(s), kind(eren), of ander familielid, vriend of
kennis
2%
andere reden 21%
N = 11.970
totaal vestigers
huishoudens die al in
Assen woonden
ik vind dat Assen een goed woon- en leefklimaat heeft 37% 37% 39%
ik kon in Assen een geschikte woning vinden 31% 46% 23%
ik wilde dichter bij mijn werk of studie wonen 21% 29% 15%
ik woon al mijn hele leven in Assen 21% 2% 32%
ik wilde dichter bij familie en/of vrienden gaan wonen 16% 24% 9%
ik wilde nabij de voorzieningen wonen die Assen heeft 12% 13% 11%
ik wilde nabij de natuurvoorzieningen wonen die Assen heeft 11% 14% 10%
andere reden 23% 27% 21%
N = 11.970 N = 3.550 N = 7.110
19
De woningmarkt
Van de huishoudens die zijn verhuisd binnen Assen, geeft 32% aan dat men opnieuw in Assen
een woning heeft betrokken omdat men hier al het hele leven woo nt. Daarnaast gaf circa 23%
van de groep ‘blijvers’ aan dat men in Assen een geschikte woning kon vinden.
Verhuisstappen van doorstromers
Over het algemeen geldt dat niet veel huishoudens de stap van een koopwoning naar een
huurwoning maken. Wie eenmaal een eigen huis heeft gaat niet snel meer huren. Toch heeft
in Assen 27% van de doorstromers uit een koopwoning een huurwoning betrokken , ofwel
1.150 huishoudens.11
Het gaat hier voor circa 40% om ouderen (55-plus). De rest van de groep
bestaat uit jongere huishoudens die voor de huur hebben gekozen, mogelijk als gevolg van
inkomensverlies door de economische crisis. Circa 64% van de verhuizingen van koop naar
huur vond plaats in de afgelopen 2,5 jaar.
De stap van huur naar koop is veel gebruikelijker. Bijna de helft van de doorstromers in een
huurwoning heeft in de afgelopen vijf jaar deze stap gemaakt, meestal naar een eengezins-
koopwoning. Ook hebben veel doorstromers het ene grondgebonden koophuis ingeruild voor
het andere, binnen deze groep gaat het om circa 63%. Van de huishoudens in een koopappar-
tement is maar liefst 82% verhuisd naar een eengezinskoopwoning. Het betreft veelal jonge
gezinnen die bij de komst van kinderen hun appartement verruilen voor een ruimere eeng e-
zinswoning.
tabe l 3 -7 : De g erea l iseer de verhu isst appe n v an d oors t romers *
*Van de 8.060 doorstromers waarvan alle gegevens bekend zijn en exclusief de categorie overig/onbekend (circa 100 doorstromers) Bron: Woonwensenonderzoek Assen
voetnoot
11
In 2004 maakte landelijk 20% van de doorstromers de stap van koop naar huur (bron: Woononderzoek
Nederland, 2006).
koop huur totaal eengezins meergezins totaal
koop 73% 27% 100% eengezins 76% 24% 100%
huur 48% 52% 100% meergezins 75% 25% 100%
totaal 61% 39% 100% totaal 76% 24% 100%
totaal
eengezins
meergezins
eengezins
meergezins
koop eengezins 63% 8% 16% 13% 100%
meergezins 82% 9% 3% 6% 100%
huur eengezins 43% 1% 28% 28% 100%
meergezins 48% 5% 24% 23% 100%
totaal 56% 6% 20% 19% 100%
vorige woning
vorige woning
koop huur
vorige woning
huidige woning huidige woning
huidige woning
20
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
3.3 Potentieel verhuisgeneigden
Bijna een derde deel van de huishoudens in Assen heeft aangegeven dat ze de rest van hun
leven het liefst in de huidige woning blijven wonen (tabel 3-8). Circa 23% geeft aan tussen nu
en 5 jaar te willen verhuizen, waarvan 10% binnen nu en twee jaar. Een goede landelijke refe-
rentie om in te schatten of dit aandeel hoog of laag is ontbreekt op dit moment. De resultaten
van het Woononderzoek Nederland 2009 (kortweg WoON) worden pas in de loop van 2010
bekend gemaakt. Op basis van recente ervaringen elders in het land (waaronder recent onde r-
zoek door RIGO in Meppel) kan worden gesteld dat de korte termijn verhuisgeneigd normaal
is, of zelfs wat aan de hoge kant. Dit kan worden beschouwd als een positief signaal: ondanks
de crisis zien mensen nog kansen via verhuizing hun woonsituatie te verbeteren. Op de lang e-
re termijn (de periode van 2 tot 5 jaar) is de verhuisgeneigdheid relatief laag. Ook dit kan
worden beschouwd als een positief signaal: men geeft hiermee aan naar wens te wonen.
tabe l 3 -8 : Verh uisg ene ig de n in g emeente Assen
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Niet alle verhuisgeneigden hebben aangegeven op zoek te zijn naar een zelfstandige woning.
Een klein deel van de huishoudens is op zoek of denkt op zoek te moeten gaan naar een plaats
in een verpleeg- of verzorgingshuis: circa 60 van de 6.630 verhuisgeneigde huishoudens. Ver-
moedelijk zal dit aantal in de komende jaren groter zijn, het is immers in de meeste gevallen
geen wens van huishoudens om naar een zorgplaats op zoek te gaan. Deze groep wordt in de
rest van de paragraaf buiten beschouwing gelaten. We richten ons op de 6.570 huishoudens
die binnen 5 jaar willen verhuizen en op zoek zijn naar een zelfstandige woning.
Doorstromers en starters
Grofweg kunnen woningzoekenden net als de recent verhuisden in drie groepen onderve r-
deeld worden: doorstromers, semi-starters en starters.
Doorstromers wonen al in een zelfstandige woning en zijn/gaan op zoek naar een andere. Na
verhuizing komt hun woning vrij voor een ander huishouden. Semi -starters wonen in een zelf-
standige woning en zijn/gaan op zoek naar een andere, alleen komt hun woning niet vrij na
verhuizing (bijvoorbeeld door (echt)scheiding of omdat de huidige woning gesloopt wordt).
Starters bewonen momenteel nog geen zelfstandige woning. Het gaat hier bijvoorbeeld om
inwonende kinderen of kamerbewoners. De laatstgenoemden (kamerbewoners) blijven in dit
onderzoek buiten beschouwing. Op inwonende starters (circa 2.580) komen we in paragraaf
3.4 nader terug. Inclusief deze groep zijn er 9.150 huishoudens die in de komende vijf jaar op
zoek gaan naar een (andere) woning.
Het grootste deel van deze groep bestaat uit doorstromers: 67%, ofwel 6.100 huishoudens
(tabel 3-9). Deze huishoudens hebben aangegeven dat hun woning na verhuizing vrijkomt voor
een ander huishouden. Daarnaast heeft 2% aangegeven dat dit niet het geval is: deze groep
aantal aandeel
ja, ik heb al andere huisvesting / een andere woning gevonden 400 1%
ja, ik overweeg binnen 2 jaar te verhuizen 2.610 9%
ja, ik overweeg over 2 tot 5 jaar te verhuizen 3.620 13%
ja, maar niet binnen 5 jaar 5.640 20%
nee, ik wil hier mijn hele leven blijven wonen 8.660 31%
weet niet 6.240 22%
onbekend 800 3%
totaal 27.970 100%
21
De woningmarkt
behoort tot de semi-starters. De groep starters maakt 28% uit van het totale aantal verhuis-
geneigden.
tabe l 3 -9 : Verh uisg ene ig de n na ar g roe pen o p de wo ni ng markt
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Karakterschets woningzoekenden
De verhuisgeneigdheid is veelal het grootst onder relatief jonge huishoudens. Diverse leven s-
fases volgen elkaar in een hoog tempo op (studeren, zelfstandig gaan wonen, samen wonen,
kinderen etc.). Allemaal redenen om naar een andere woning te willen verhuizen die beter
aansluit op de wensen.
De verhuisgeneigdheid is dan ook met name hoog onder de jongere huishoudens (tabel 3-10).
Onder de groep huishoudens tot 25 jaar overweegt maar liefst tweederde in de komende vijf
jaar te verhuizen. Omdat de totale groep huishoudens tot 25 jaar relatief klein is gaat het om
9% van de totale groep verhuisgeneigden. Van de eenpersoonshuishoudens tussen de 25 en
40 jaar overweegt ruim de helft in de komende vijf jaar te verhuizen. In de oudere leeftijds-
klassen ligt het aandeel verhuisgeneigden aanmerkelijk lager. Dit geldt zeker voor 75-plussers.
tabe l 3 -1 0 : Kenmerken h ui shou dens die b i nne n 5 jaa r wil le n verh uiz en en een z e l fs ta nd ig e
woni ng z oeken
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
aantal aandeel
doorstromers 6.100 67%
semistarters 170 2%
onbekend 300 3%
subtotaal 6.570
starters 2.580 28%
totaal 9.150 100%
binnen 5 jaar
verhuizen aandeel
totaal
huishoudens
aandeel van
het totaal
< 25 jr. 570 9% 860 66%
25 tot 40 jr. eenpersoons 1.050 16% 1.980 53%
tweepersoons 510 8% 1.410 36%
gezin 1.070 16% 4.030 27%
40 tot 55 jr. eenpersoons 620 9% 2.250 27%
tweepersoons 370 6% 2.110 18%
gezin 1.010 15% 5.300 19%
55 tot 75 jr. eenpersoons 460 7% 2.840 16%
meerpersoons 570 9% 4.380 13%
75+ 150 2% 2.560 6%
overig 190 3% 260 72%
totaal 6.570 100% 27.970 23%
22
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
Verhuisredenen
Voor veel huishoudens is de grootte van de woning de belangrijkste reden om te verhuizen:
circa 45% van de verhuisgeneigden geeft dit aan (tabel 3-11). Men is op zoek naar een woning
die beter op de wensen aansluit. Een gezin is bijvoorbeeld op zoek naar een grotere woning,
terwijl een 65-plusser mogelijk kleiner wil gaan wonen. De kwaliteit van de woning wordt met
22% minder vaak als verhuisreden opgegeven. Wel geven huurders deze reden relatief vaker
op dan kopers. Ruim een derde van de woningzoekenden geeft aan te willen verhuizen van-
wege een verandering in het huishouden. Eveneens een derde wijst de woonomgeving als
verhuisreden aan, huurders wat vaker dan kopers.
Circa 23% van de verhuisgeneigde huishoudens heeft gebruikgemaakt van de mogelijkheid om
eigen redenen aan te dragen. Veel van de genoemde redenen hebben indirect met de huidige
woning te maken, zoals ‘we willen graag een garage’. Ook de leeftijd en gelijkvloers willen
wonen werden een aantal keer genoemd, net als redenen die te maken hebben met de woon-
omgeving, zoals ‘te veel lawaai’.
tabe l 3 -1 1 : Verhu isrede nen van w oni ng z oeken den
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Woonwensen
Aan alle potentieel verhuisgeneigden is gevraagd of ze een bestaande woning, een nieu w-
bouwwoning of een stuk grond om zelf een woning op te bouwen (gaan) zoeken. Er konden
meerdere antwoorden gegeven worden (tabel 3-12). Circa 60% van de woningzoekenden heeft
aangegeven een bestaande woning te wensen. Circa één op de drie is (ook) op zoek naar een
nieuwbouwwoning.
tabe l 3 -1 2 : V oorke ur vo or bestaa nde bo u w en/o f nie u wbouw en het bo uwen v an een woning
in e ig en beheer
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
koop huur totaal
de grootte / oppervlakte van de woning 48% 42% 45%
de woonomgeving (betere voorzieningen, meer rust, minder overlast etc.) 31% 39% 36%
veranderingen in uw huishouden (huwelijk of gaan samenwonen, scheiding,
geboorte van kinderen, uit huis gaan van kinderen etc.) 33% 34% 33%
de kwaliteit van de woning 13% 29% 22%
werk en/of studie 13% 18% 15%
sociale redenen (dichter bij familie en/of vrienden wonen) 9% 9% 9%
gezondheid en/of behoefte aan zorg(voorzieningen) 8% 11% 10%
om zorg te kunnen verlenen of ontvangen van/aan uw partner, ouder(s),
kind(eren), of ander familielid, vriend of kennis 2% 3% 3%
andere reden 20% 26% 23%
N = 2.990 N = 3.590 N = 6.570
voorkeur voor: aandeel
een bestaande woning 60%
een nieuwbouwwoning 34%
een stuk grond om zelf een woning op te (laten) bouwen 11%
maakt niet uit/ weet nog niet 29%
N = 6.570
23
De woningmarkt
Gewenste woning
Circa 77% van de verhuisgeneigde huishoudens heeft een expliciete voorkeur voor een koop-
of een huurwoning (tabel 3-13). Van deze groep zoekt bijna tweederde een koopwoning. Ab-
soluut gezien gaat het om circa 3.240 huishoudens, daarnaast hebben 1.830 huishoudens een
expliciete voorkeur voor een huurwoning. Circa 1.500 verhuisgeneigden hebben (nog) geen
uitgesproken voorkeur voor een koop- of een huurwoning. Deze groep kon bij zowel de koop-
als de huursector een gewenste prijs aangeven.
Slechts een klein deel van de woningzoekenden dat een huurwoning overweegt zoekt een
huurwoning in de vrije sector (boven € 648). De grootste vraag gaat uit naar een huurwoning
tussen € 358 en € 512, bijna de helft van de woningzoekenden geeft dit aan.
Van de huishoudens die een woning in de koopsector overwegen zoekt ruim d e helft een wo-
ning beneden de € 220.000 en circa een derde een woning in een duurdere prijsklasse. Onge-
veer 14% weet (nog) niet in welke prijsklasse men zal gaan kopen.
tabe l 3 -1 3 : Woo nwensen va n won ing z oeken d en naa r h uur / ko op verh oud ing en pr i js *
* De totalen in de tabellen met koop- en huurprijzen wijken af van het totaal in de tabel eigendom omdat ook mensen die nog twijfelen tussen de koop- en de huursector prijzen konden invullen. Bron: Woonwensenonderzoek Assen
De woningvraag naar type
Net als de vraag naar eigendom is ook de vraag naar een bepaald woningtype niet altijd uni-
form. Mensen oriënteren zich op meerdere woningtypen. Grondgebondenheid is vaak wel een
duidelijk uitgesproken wens, maar of de grondgebonden woning een vrijstaande woning, een
twee-onder-één-kapwoning, een hoekwoning of een boerderij is, is vaak niet doorslaggevend.
Rekening houdend met de prijs, kwaliteit, architectuur, ligging etc. zal men in het ene geval
voor de ene woning kiezen en in het andere geval voor de andere. Vandaar dat woningzo e-
kenden niet gevraagd is één woningtype aan te geven, maar alle typen waarin men mogelijk
zou willen gaan wonen.
In tabel 3-14 staat hoeveel respondenten een bepaald type woning hebben genoemd. Circa
40% heeft aangegeven naar een vrijstaande woning op zoek te zijn en 37% overweegt een
twee-onder-één-kapwoning. Wat de rijwoningen betreft zijn de hoekwoningen populairder
dan de woningen midden in een rij. Hetzelfde geldt voor appartementen in een gebouw met
lift en zonder lift.
Het beeld dat naar voren komt is in de meeste gevallen realistisch, maar soms komen ook
opvallende combinaties voor. Zo geeft circa 12% van degenen die expliciet een huurwoning
eigendom aantal aandeel koopprijzen aantal aandeel huurprijzen aantal aandeel
koopwoning 3.240 49% tot € 160.000 910 21% tot € 358 540 17%
huurwoning 1.830 28% € 160.000 tot € 220.000 1.360 31% € 358 tot € 512 1.450 46%
maakt niet uit 480 7% € 220.000 tot € 275.000 580 13% € 512 tot € 549 530 17%
weet nog niet 840 13% € 275.000 tot € 350.000 490 11% € 549 tot € 648 220 7%
onbekend 180 3% € 350.000 of meer 400 9% € 648 tot € 750 110 4%
totaal 6.570 100% weet niet 630 14% € 750 of meer 40 1%
weet niet 250 8%
totaal 4.370 100% totaal 3.140 100%
24
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
wensen aan op zoek te zijn naar een vrijstaande woning. Het aantal vrijstaande woningen in
de huursector in Assen is anno 2009 echter zeer gering.
tabe l 3 -1 4 : Woo nwensen va n won ing z oeken den naa r t ype en naa r g ewenste e ig en domsv o rm*
* Van de huishoudens die expliciet hebben aangegeven een koop- of een huurwoning te wensen Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Circa 10% van de woningzoekenden heeft gebruikgemaakt van de mogelijkheid zelf een wo-
ningtype aan te dragen. Het gaat hier onder meer om seniorenwoningen, gelijkvloerse wonin-
gen of levensloopbestendige woningen. Daarnaast hebben van deze 10% relatief veel mensen
ingevuld dat ze het simpelweg nog niet weten. Ze willen binnen 5 jaar verhuizen, maar weten
nog niet naar welk type woning ze te zijner tijd op zoek gaan.
Gewenste kenmerken van de woning
Naast het woningtype konden woningzoekenden specifiek aangeven aan welke eisen de ge-
wenste woning moet voldoen (tabel 3-15). Van de woningzoekenden wenst circa 61% een
woning met 3 of 4 kamers, bijna een derde wenst een woning met 5 kamers of meer. De vraag
naar een één- of tweekamerwoning is gering. Als woningzoekenden expliciet een huurwoning
wensen, dan ligt de mediaan van het aantal kamers op drie.12
Het gewenste aantal vierkante meters kan men minder goed inschatten dan het gewenste
aantal kamers: circa 42% van de woningzoekenden heeft het gewenste aantal vierkante me-
ters van de woning opgegeven. De mediaan hiervan bedraagt circa 120m2 bij een eengezins-
woning en 80m2 bij een appartement. In de huursector ligt de gewenste oppervlakte met
80m2 lager dan de 130m2 in de koopsector13
. Circa 39% van de woningzoekenden heeft het
gewenste aantal vierkante meter buitenruimte bij de woning opgegeven, zoals een tuin of een
balkon. Mogelijk weten woningzoekenden dit (nog) niet precies en hebben dit kenmerk daa r-
om niet ingevuld. De mediaan van het gewenste oppervlak van de buitenruimte bij een eenge-
zinswoning bedraagt circa 200m2, bij een appartement gaat het om 12m2.
Circa 60% van de woningzoekenden wenst een schuurtje of een (fietsen)berging bij de nieuwe
woning. Deze vraag leeft vooral onder de verhuisgeneigden die expliciet op zoek zijn naar een
voetnoot
12 De mediaan is de middelste waarde in een reeks getallen die gerangschikt zijn naar grootte. Dat wil
zeggen dat 50% van de getallen onder de mediaan ligt en 50% van de getallen boven de mediaan. Het voordeel van een mediaan is dat deze minder gevoelig is voor uitschieters dan het gemiddelde.
13 Representatieve uitspraken over de combinatie van de gewenste eigendomsverhouding en woningt y-
pe zijn niet mogelijk.
koop huur totaal
vrijstaande woning 57% 12% 40%
hoekwoning 35% 37% 38%
twee-onder-een-kapwoning 53% 12% 37%
rijtjeswoning 21% 37% 29%
appartement, met lift in het gebouw 8% 52% 26%
boerderij 19% 1% 13%
appartement, zonder lift in het gebouw 2% 12% 6%
woning in een woonzorgcentrum/-complex 1% 4% 2%
woonwagen of woonboot 1% 1% 1%
ander woningtype 9% 8% 10%
N = 3.240 N = 1.830 N = 6.570
25
De woningmarkt
huurwoning: 70% van hen geeft dit aan. Minder animo is er voor een eigen parkeervak bij de
woning, wat erop duidt dat er geen grote parkeerproblemen worden verwacht.
tabe l 3 -1 5 : Kenmer ken g ew enste won ing n aar g ewenst e e ig e ndomsv orm en type w oni ng *
* Van de huishoudens die expliciet hebben aangegeven een koop- of een huurwoning te wensen of een eengezinswoning of een appartement
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Gewenste verhuisstappen van doorstromers
In tabel 3-16 staan de gewenste verhuisstappen van doorstromers in detail weergegeven. Dui-
delijk is dat als men eenmaal een koopwoning bemachtigd heeft, men graag in een koopwo-
ning wil blijven wonen. Dit geldt vooral voor eengezinskoopwoningen.
Slechts 10% van de doorstromers in een koopwoning wenst expliciet een huurwoning. Circa
14% twijfelt tussen de koop- en de huursector. Het is – gegeven de economische crisis – niet
te verwachten dat de koopsector aan populariteit zal winnen. Het ligt in de lijn der verwach-
ting dat een deel van de twijfelaars in deze tijd eerder voor de huursector zal kiezen. De stag-
nerende verkoop van zowel nieuwe als bestaande woningen zoals in de praktijk zichtbaar be-
vestigt dit vermoeden. Daarnaast maakte ook in het verleden ruim een kwart van de door-
stromers de stap van koop naar huur (tabel 3-7).
De stap van huur naar koop is gebruikelijker. Voor een deel gaat het om startende gezinnen
die vanuit een huurappartement een grondgebonden koopwoning willen betrekken. In het
verleden maakte bijna de helft van de doorstromers in een huurwoning de stap van huur naar
koop. Anno 2009 geeft slechts 31% van de doorstromers in een huurwoning expliciet aan een
koopwoning te wensen. Circa een kwart van de huurders twijfelt tussen de koop - en de huur-
sector, vooral huurders die op dit moment in een appartement wonen. Mogelijk zijn deze
woonconsumenten terughoudend als gevolg van de economische crisis en kijken de kat uit de
boom. Daarnaast speelt de tijdshorizon van 5 jaar een rol: men wil wel verhuizen, maar weet
nog niet precies naar welke woning.
Aan welke eisen moet de woning die u zoekt voldoen? koop huur totaal
aanwezigheid schuurtje/ (fietsen)berging 53% 70% 59%
overdekt parkeren in een garage of onder een carport 48% 24% 38%
niet overdekt parkeren in een eigen parkeervak 10% 23% 16%
anders 19% 10% 16%
N = 3.240 N = 1.830 N = 6.570
koop huur eengezins appartement
aantal kamers (mediaan, in antal) 5 3 4 3
aantal m2 vloeroppervlakte (mediaan, in m2) 130 80 120 80
aantal m2 buitenruimte (mediaan, in m2) 200 20 200 12
26
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l 3 -1 6 : De g ewenste ve rhu issta ppen va n do orst ro mers*
*Van de 5.890 doorstromers waarvan alle gegevens bekend zijn. Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Wie vraagt wat?
In tabel 3-17 is weergegeven welk huishoudentype wat voor een woning vraagt. Duidelijk
wordt dat eengezinskoopwoningen vooral gevraagd worden door gezinnen, maar ook een deel
van de een- en tweepersoonshuishoudens tot 55 jaar wil graag naar dit woningtype verhuizen.
Boven de 55 jaar is de vraag gering. Koopappartementen worden vrijwel alleen gevraagd door
huishoudens van 40 jaar of ouder. Huurappartementen worden door alle huishoudentypen
gevraagd, maar het meest door 55-plussers. De vraag naar eengezinshuurwoningen is vooral
afkomstig van eenpersoonshuishoudens (alle leeftijdsklassen samengenomen), gevolgd door
gezinnen.
tabe l 3 -1 7 : Gewenste wo ni ng naa r e ig end o msv orm en type wo ni ng na ar h uis hou d entype *
*exclusief de groep overige huishoudentypen Bron: Woonwensenonderzoek Assen
koop huur koop of huur totaal N = eengezins meergezins eg of mg totaal N=
koop 76% 10% 14% 100% 2.800 eengezins 71% 16% 13% 100% 4.060
huur 31% 44% 25% 100% 3.090 meergezins 54% 19% 26% 100% 1.840
totaal 53% 27% 20% 100% 5.880 totaal 66% 17% 17% 100% 5.890
totaal N=
eengezins
meergezins
eg of mg
eengezins
meergezins
eg of mg
eengezins
meergezins
eg of mg
koop eengezins 68% 3% 6% 1% 5% 3% 5% 7% 4% 100% 2.390
meergezins 62% 1% 13% 4% 9% 2% 4% 3% 3% 100% 400
huur eengezins 31% 0% 3% 20% 18% 6% 17% 0% 5% 100% 1.660
meergezins 19% 1% 8% 19% 17% 7% 13% 3% 13% 100% 1.420
totaal 45% 1% 6% 11% 12% 5% 10% 4% 6% 100% 5.880
huidige woning
huidige woning
gewenste woning
huidige woning
gewenste woning
gewenste woning
koop huur koop of huur
< 25 jr. 75+ totaal
eenpersoons tweepersoons gezin eenpersoons tweepersoons gezin eenpersoons meerpersoons
koop eengezins 245 405 385 685 190 120 595 35 75 0 2.735
eg of mg 40 120 50 0 10 40 95 20 5 0 380
meergezins 0 15 0 0 0 20 10 20 25 5 95
totaal 285 540 435 685 200 180 700 75 105 5 3.210
huur eengezins 0 135 0 125 100 50 90 100 55 0 655
eg of mg 40 15 10 35 95 0 20 35 45 20 315
meergezins 45 45 10 15 80 110 35 200 165 50 755
totaal 85 195 20 175 275 160 145 335 265 70 1.725
huur of koop eengezins 130 100 35 160 60 15 130 15 50 5 700
meergezins 0 35 0 15 25 5 15 20 110 50 275
onbekend 60 190 20 15 55 5 20 15 45 0 435
totaal 560 1.060 510 1.050 615 365 1.010 460 575 130 6.345
25 tot 40 jr. 40 tot 55 jr. 55 tot 75 jr.
27
De woningmarkt
Kopen van de huurwoning
Voor verhuisgeneigde huurders die op zoek zijn naar een koopwoning is er een alternatief
denkbaar, namelijk het kopen van de eigen huurwoning. Aan alle huurders van zelfstandige
woningen, al dan niet woningzoekend, is gevraagd of men eventueel belangstelling heeft voor
het kopen van de huurwoning tegen de marktwaarde. Ongeveer 24% van alle huurders voelt
hier wel voor, al is deze belangstelling uiteraard wel grotendeels afhankelijk van de prijs (tabel
3-18). Onder de huurders van Actium is de belangstelling voor het kopen van de huurwoning
bijna net zo groot: 22% heeft interesse. Onder de huurders van Woonconcept ligt de belang-
stelling op circa 16%.
tabe l 3 -1 8 : An twoo rd op de vra ag : z ou u uw hu urwo ni ng wil len k open?
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Onder de verhuisgeneigde huurders is de belangstelling om de huidige woning te kopen een
fractie groter dan onder de niet verhuisgeneigde huurders. Voor een deel van de verhuis-
geneigde huurders is het kopen van de woning dus een alternatief voor verhuizen.
Economische crisis, verhuisgeneigdheid en woningkeuze
De huidige economische omstandigheden beïnvloeden de woningmarkt. Het aantal verhuizi n-
gen is bijvoorbeeld teruggelopen, hypotheekverstrekkers zijn voorzichtiger geworden en eige-
naarbewoners kopen minder vaak een nieuwe woning voordat de oude verkocht is. In de b e-
wonersenquête zijn diverse vragen opgenomen die betrekking hebben op de economische
crisis. Om zicht te krijgen op de invloed van de economische crisis op de verhuisw ensen en
woonwensen zijn woningzoekenden vier vragen omtrent dit thema gesteld:
1. ‘Is de termijn waarop u gaat verhuizen afhankelijk van de economische crisis ?’
2. ‘Is behoud van uw baan een voorwaarde om te verhuizen?’
3. ‘Is de verkoop van uw huidige woning een voorwaarde om te verhuizen?’
4. ‘Op welke wijze is de economische crisis mogelijk van invloed op uw woningkeuze? ’
De uitkomsten staan weergegeven in tabel 3-19. Ruim driekwart van de verhuisgeneigde huis-
houdens geeft aan dat de economische crisis niet van invloed is op de termijn waarop men wil
verhuizen. De meeste verhuisgeneigden zien hun potentiële verhuizing dus los van de crisis.
Voor 22% van de verhuisgeneigden geldt echter dat de crisis mogelijk een reden kan zijn om
de verhuizing uit te stellen. Deze eerste vraag heeft RIGO in het voorjaar van 2009 gesteld aan
verhuisgeneigden in gemeente Veere (provincie Zeeland). Hier gaf circa 17% aan dat de crisis
mogelijk een reden kan zijn om de verhuizing uit te stellen.
alle huurders huurders van Actium huurders van Woonconcept alle huurders huurders van Actium of Woonconcept
ja 6% 5% 1% 3% 4%
hangt af van de prijs 18% 17% 15% 23% 20%
nee 66% 66% 74% 71% 73%
weet niet 7% 8% 9% 3% 3%
onbekend 4% 4% 2% 0% 1%
totaal 100% 100% 100% 100% 100%
N = 11.870 N = 7.810 N = 310 N = 3.580 N = 2.350
verhuisgeneigde huurderstotale groep huurders
28
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l 3 -1 9 : In vl oed eco nom ische c r is is o p de ve rhu isg ene ig dhe id
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Circa 42% van de verhuisgeneigden onder de 65 jaar met een betaalde baan geeft expliciet
aan dat het behouden van de baan een voorwaarde is om te verhuizen. Eenzelfde aandeel laat
zijn of haar verhuiswens hier niet van afhangen. Dit is vaker het geval als men heeft aangeg e-
ven expliciet een koopwoning te wensen: 55% geeft aan dat baanbehoud een voorwaarde is
om te (kunnen) verhuizen.
Van de verhuisgeneigde huishoudens die anno 2009 in een koopwoning wonen, geeft bijna
driekwart aan dat de verkoop van de huidige woning een voorwaarde is om te verhuizen. Circa
driekwart van deze groep is opnieuw op zoek naar een koopwoning. Onder slechte econom i-
sche omstandigheden wil men liever eerst het oude huis verkopen voord at men een volgend
huis koopt.
De crisis kan ook van invloed zijn op de woningkeuze bij verhuizing (tabel 3-20, meerdere
antwoorden mogelijk). Van de verhuisgeneigde huishoudens geeft circa 39% aan dat men door
de crisis (mogelijk) minder geld te besteden heeft. Voor circa 12% is de keuze tussen huur en
koop (deels) afhankelijk van het verloop van de crisis. Op de locatiekeuze heeft de crisis min-
der effect.
Opvallend is dat circa 840 van de 6.570 verhuisgeneigde huishoudens de vraag niet hebben
beantwoord. Mogelijk is de economische crisis niet van invloed op hun woningkeuze of weet
men nog niet goed wat de crisis op termijn voor hen zal betekenen.
Is de termijn waarop u gaat verhuizen afhankelijk van de economische crisis? aandeel
ja, daarom wil/moet ik mogelijk sneller verhuizen 3%
ja, de crisis is voor mij mogelijk een reden om de verhuizing uit te stellen 19%
nee 77%
onbekend 1%
totaal 100%
N = 6.570
Is behoud van uw baan een
voorwaarde om te verhuizen? aandeel
Is de verkoop van uw huidige woning
een voorwaarde om te verhuizen? aandeel
ja 42% ja 73%
nee 41% nee 16%
misschien 13% misschien 10%
weet niet 4% weet niet 1%
onbekend 1% onbekend 0%
totaal 100% totaal 100%
N = 5.590 N = 2.990
29
De woningmarkt
tabe l 3 -2 0 : In vl oed eco nom isc he c r is is o p de wo ni ng k euz e van verh uisg ene ig den
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Gewenste woonlocatie
Eerder hebben we gezien dat mensen die zich recent in Assen gevestigd hebben dit vaak doen
omdat ze vinden dat Assen een goed woon- en leefklimaat heeft. Waarschijnlijk verklaart dit
ook het feit dat 82% van de huishoudens die binnen vijf jaar willen verhuizen overweegt in
Assen te blijven wonen, ofwel 5.380 huishoudens. Als men de gemeente wil verlaten kijkt men
vooral naar de buurgemeenten van Assen en naar de stad Groningen (tabel 3-21). Circa 16%
heeft gebruikgemaakt van de mogelijkheid om een andere gemeente aan te dragen. Het gaat
hier om verschillende gemeenten die vooral in Noord-Nederland liggen, maar ook in de rest
van Nederland. Een deel van hen heeft aangegeven het nog niet te weten, of geeft een b e-
paalde regio op.
Onder de verhuisgeneigden die overwegen in Assen te blijven wonen is het Centrum van As-
sen het populairst. Circa 45% van de verhuisgeneigden zou hier willen wonen, als men de ge-
wenste woning kan vinden. Ook Marsdijk en Kloosterveen zijn onder de verhuisgeneigden
populaire woonwijken.
tabe l 3 -2 1 : Gewenste w oo ng em eente ( l in ks ) e n g ewenste wi jk in Assen ( rechts ) a ls won ing -
z oekende n ove rweg en een woni ng in Assen te z oe ken
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
In tabel 3-22 is de gewenste wijk uitgesplitst naar de wijk waar men op dit moment woont.
Het Centrum van Assen is bij veel huishoudens populair, vooral bij huishoudens die al in het
Centrum wonen. Van de verhuisgeneigden in het Centrum van Assen overweegt maar liefst
aandeel
door de crisis heb ik (mogelijk) minder geld te besteden 39%
de keuze tussen huur en koop is (deels) afhankelijk van de crisis 12%
door de crisis moet ik (mogelijk) een kleinere woning betrekken dan gewenst 4%
door de crisis moet ik (mogelijk) een ander woningtype betrekken dan gewenst 4%
door de crisis moet ik (mogelijk) naar een andere gemeente, wijk of locatie verhuizen dan gewenst 3%
anders 36%
N = 6.570
gewenste gemeente aandeel gewenste wijk in gemeente Assen aandeel
Assen 82% Centrum 45%
Aa en Hunze 13% Marsdijk 36%
Tynaarlo 11% Kloosterveen 31%
Groningen 10% Buitengebied 24%
Midden-Drenthe 9% Noorderpark 22%
Noordenveld 7% Peelo 19%
buitenland 5% Lariks 19%
Haren 4% Assen-Oost 17%
Leek 2% Assen-West (waaronder Baggelhuizen) 16%
Ooststellingwerf 1% Pittelo 10%
anders 16% weet niet / geen voorkeur 5%
N = 6.570 N = 5.390
30
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
74% hier te blijven wonen. Ook in de wijken Lariks, Noorderpark en Pittelo is de belangstelling
voor het Centrum van Assen groot.
In paragraaf 3.2 zijn we ingegaan op de gerealiseerde verhuizingen van mensen die binnen
Assen zijn verhuisd naar vorige en huidige wijk (tabel 3-3). Hieruit bleek dat mensen die bij-
voorbeeld in Noorderpark woonden zowel relatief als absoluut vaker naar Lariks verhuisden
dan naar het Centrum van Assen. Dit maakt duidelijk dat woonwensen niet altijd vervuld wor-
den en dat men uitwijkt naar een alternatief.
tabe l 3 -2 2 : Gewenste wi jk in Asse n na ar hu idig e wi jk (meerdere antwo or den mo g el i j k)
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Voor veel verhuisgeneigden geldt dat men vaak overweegt om in de huidige wijk te blijven
wonen. Pittelo vormt echter de uitzondering op de regel: slechts 19% van de verhuisgeneigde
huishoudens in deze wijk overweegt in Pittelo op zoek te gaan naar een woning. Kloosterveen
is relatief gezien behoorlijk populair bij huishoudens die op dit moment al in Kloosterveen
wonen. In het laatste geval gaat het om zogenoemde ‘nieuwbouwhoppers’: huishoudens die
binnen de nieuwbouw (snel) wooncarrière maken.
Het Buitengebied van Assen is in de tabel buiten beschouwing gelaten, omdat het aantal ver-
huisgeneigden hier gering is. In hoofdstuk 8 wordt nader ingegaan op de marktpositie van de
verschillende wijken.
Vertrekredenen
Een deel van de verhuisgeneigden heeft aangegeven Assen mogelijk te gaan verlaten. Het gaat
om circa 3.150 huishoudens. In tabel 3-23 staan de redenen hiervan weergegeven (links). Een
kwart geeft aan te willen verhuizen omdat men dichter bij familie of vrienden wil gaan wonen .
Voor circa 22% geldt dat men dichter bij het werk of studie wil wonen. Een vijfde overweegt
Assen te verlaten omdat het niet lukt om binnen Assen een geschikte woning te vinden. De
categorie andere redenen (40%) is erg divers. Voor een deel gaat het om persoonlijke redenen
zoals ‘ik ga samenwonen’ en ‘terug naar mijn geboortestad’.
In de tabel is ook de groep weergegeven die expliciet heeft aangegeven niet in Assen een
woning te zoeken (rechts). Ook voor deze groep geldt dat het vaak gaat om dichter bij familie,
vrienden, de studie of het werk te wonen. Opvallend is dat het woningaanbod in Assen voor
deze groep niet de reden is om uit de gemeente te vertrekken. Dit maakt dat wonen in Assen
in trek is, maar dat het behouden van voldoende werkgelegenheid in de toekomst mogelijk
een punt van aandacht wordt.
Centrum Lariks Noorderpark Assen-oost Pittelo Assen-west Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied weet niet
Centrum (N=440) 74% 19% 20% 15% 6% 17% 18% 33% 23% 14% 3%
Lariks (N=740) 56% 43% 36% 10% 18% 21% 20% 33% 28% 15% 4%
Noorderpark (N=830) 59% 29% 51% 7% 9% 17% 18% 38% 33% 24% 7%
Assen-oost (N=680) 36% 14% 17% 67% 12% 11% 22% 28% 15% 18% 6%
Pittelo (N=240) 58% 7% 8% 8% 19% 3% 11% 28% 26% 11% 8%
Assen-west (N=320) 34% 40% 10% 13% 7% 63% 9% 11% 22% 27% 6%
Peelo (N=680) 39% 8% 24% 10% 5% 2% 41% 32% 27% 31% 5%
Marsdijk (N=790) 28% 3% 7% 10% 11% 11% 13% 73% 22% 28% 3%
Kloosterveen (N=630) 29% 7% 6% 3% 6% 14% 8% 20% 80% 36% 3%
gemeente Assen (N = 5.390) 45% 19% 22% 17% 10% 16% 19% 36% 31% 24% 5%
gewenste wijk
huid
ige
wijk
31
De woningmarkt
tabe l 3 -2 3 : Rede nen v an w oni ng z oeken den om m og el i jk u it Assen te ve rtre kken
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
3.4 Starters op de woningmarkt
Zoals in de inleiding van paragraaf 3.3 vermeld , zijn er verschillende groepen actief op de
woningmarkt. Een van deze groepen is de groep starters. Starters zijn in dit onderzoek voor
wat betreft de woningvraag gedefinieerd als inwonende kinderen die verwachten in de k o-
mende twee jaar het huis uit te gaan. Via de enquête zijn starters in kaart gebracht door ied e-
re respondent te vragen of er in het huishouden inwonende kinderen van 16 jaar of ouder zijn
die in de komende 2 jaar het huis uitgaan. Circa 2.040 huishoudens hebben de vraag met ‘ja’
beantwoord. In totaal zijn er circa 2.580 wooneenheden benodigd om de starters te kunnen
huisvesten.14
Hierbij is er rekening mee gehouden dat sommige starters niet in hun eentje een
start willen maken, maar willen gaan samenwonen. De totale groep verhuisgeneigden, inclu-
sief de doorstromers en de semi-starters, bestaat uit 9.150 huishoudens.
Gewenste locatie
Van de 2.850 wooneenheden gaat het deels om wooneenheden in andere gemeenten, vooral
de studentensteden. Een kleine 1.000 starters hebben expliciet aangegeven de gemeente te
willen verlaten. Daarnaast zijn er – uitgaande van de opgegeven woonwensen – circa 410 star-
tende huishoudens die in de gemeente Assen willen blijven wonen en 540 starters die dit
overwegen. Circa 660 starters weten nog niet waar ze willen gaan wonen of hun gewenste
woongemeente is onbekend. Ook deze groep is wellicht te verleiden om in Assen te blijven
wonen.
Voor de totale groep starters die mogelijk in Assen op zoek is naar een woning is in figuur 3-1
de gewenste woonwijk in beeld gebracht. Deze groep heeft een duidelijke voorkeur voor het
Centrum van Assen, gevolgd door Marsdijk, Lariks en Noorderpark. Voor Marsdijk geldt dat
het voor bijna een derde gaat om starters gaat die op dit moment al in deze wijk wonen. De
wijk Pittelo is onder starters minder in trek. De starters die wel belangstelling hebben voor
deze wijk, wonen op dit moment bijna allemaal al in de wijk.
voetnoot
14
Het aantal wooneenheden overtreft het aantal huishoudens dat heeft aangegev en kinderen van 16
jaar of ouder te hebben, omdat er in één huishouden meerdere kinderen in deze leeftijdscategorie kunnen wonen die de komende 2 jaar het huis uit (willen) gaan.
groep die Assen
mogelijk wil verlaten
groep die expliciet aangeeft
Assen te willen verlaten
ik wil dichter bij familie en/of vrienden gaan wonen 25% 35%
ik wil dichter bij mijn werk of studie wonen 22% 27%
ik kan in Assen geen geschikte woning vinden 20% 1%
ik vind dat Assen geen goed woon- en leefklimaat heeft 6% 11%
ik wil nabij voorzieningen wonen die Assen niet heeft 7% 8%
andere reden 40% 44%
N = 3.150 N = 1.090
32
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l 3 -2 4 : Gewenste wo on g emeente van s t arte rs in A ssen
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
f ig u ur 3 -1 : De g ewenste wo onwi jk van s tar ters *
*Van de 1.550 starters die mogelijk in Assen op zoek zijn naar een woning en de vraag hebben ingevuld Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Vertrekredenen
In tabel 3-25 staan de overwegingen van starters om uit de gemeente Assen te vertrekken. In
de tabel zijn ook de antwoorden meegenomen van de starters die nog niet weten of ze in de
gemeente Assen of elders willen wonen (links). Daarnaast is in de tabel de groep starters
weergegeven die expliciet heeft aangegeven buiten de gemeente een start te willen maken
(rechts). De redenen om Assen te verlaten zijn voor starters vrij eenduidig: men wil vooral
elders gaan studeren of werken.
tabe l 3 -2 5 : Rede nen v an s t arters om mog el i jk ui t Ass en te vert rekke n
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Zoekt uw kind woonruimte in gemeente Assen? aantal aandeel
ja, alleen in gemeente Assen 410 16%
ja, maar ook buiten gemeente Assen 540 21%
nee 980 38%
weet ik niet 400 16%
onbekend 260 10%
totaal 2.580 100%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
Cen
trum
Mar
sdijk
Larik
s
Noo
rder
park
Klo
oste
rvee
n
Ass
en-o
ost
Pee
lo
Ass
en-w
est
Pitt
elo
Bui
teng
ebie
d
woont (nog)
niet in de wijk
woont in de
wijk
groep die Assen mogelijk
wil verlaten
groep die expliciet aangeeft
Assen te willen verlaten
hij/zij gaat elders werken of studeren (of doet dat al) 77% 84%
hij/zij vindt dat Assen geen goed woon- en leefklimaat heeft 7% 1%
in Assen zijn geen geschikte woningen te vinden 4% 0%
hij/zij wil nabij voorzieningen wonen die Assen niet heeft 4% 5%
hij/zij wil dichter bij familie en/of vrienden gaan wonen 3% 3%
andere reden 12% 8%
N = 2.170 N = 980
33
De woningmarkt
Gewenste woning
De woningvraag van starters is voornamelijk gericht op de huursector, ruim de helft geeft
expliciet aan een huurwoning te wensen (tabel 3-26). Slechts een tiende deel van de starters
heeft een expliciete voorkeur voor een koopwoning. Dit geldt zowel voor de totale groep star-
ters, als voor de starters die mogelijk op zoek zijn naar een woning in Assen. Voor ruim een
kwart van de starters staan beide opties (huur en koop) nog open, van circa 13% is de voor-
keur onbekend.
tabe l 3 -2 6 : Voor keu r va n s tarters vo or een huu r- o f e en ko opwo ni ng
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
De vraag van starters is vooral gericht op de goedkope huursegmenten. Van degenen die een
huurwoning wensen zoekt 90% een woning met huurprijs van minder dan € 512. De vraag
naar koopwoningen is voor een groot deel gericht op het segment beneden de € 160.000.
Slechts enkele tientallen starters hebben voorkeur voor een woning in de segmenten (net)
daarboven.
Bijna de helft van starters overweegt op zoek te gaan naar onzelfstandige woonruimte of een
studentenkamer, vooral in de studentensteden (tabel 3-27). Starters die mogelijk op zoek zijn
naar een woning in Assen geven dit minder vaak aan, maar toch overweegt circa 40% te ver-
huizen naar dergelijke woonruimte. Dit komt omdat een deel van deze groep ook buiten de
gemeente Assen op zoek is naar een woning, omdat ze mogelijk elders gaan studeren of we r-
ken. Daarnaast zijn appartementen geliefd onder starters, het meest onder starters die over-
wegen in Assen te blijven wonen. Bij de eengezinswoning gaat de voorkeur vooral uit naar een
rijwoning.
tabe l 3 -2 7 : Gewenst wo ni n g type v an s t arters
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
absoluut aandeel absoluut aandeel
koopwoning 220 9% 160 10%
huurwoning 1.320 51% 920 59%
maakt niet uit/weet niet 720 28% 430 28%
onbekend 330 13% 40 3%
totaal 2.580 100% 1.550 100%
totale groep starters groep starters die mogelijk op zoek
is naar een woning in Assen
totale groep starters groep starters die mogelijk op zoek
is naar een woning in Assen
onzelfstandige woning/studentenkamer 48% 40%
appartement zonder lift 25% 39%
apppertement met lift 21% 31%
rijtjeswoning 15% 23%
hoekwoning 3% 5%
vrijstaande woning 3% 4%
twee-onder-een-kapwoning 3% 4%
boerderij 1% 1%
woonwagen of woonboot 0% 0%
anders, namelijk 16% 15%
N = 2.580 N = 1.550
34
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
3.5 Spanning op de markt
Traditioneel wordt de spanning op de woningmarkt in Nederland vaak uitgedrukt in tekorten
en overschotten. Hierbij wordt het aanbod dat wordt vrijgemaakt als alle verhuisgeneigden
verhuizen afgetrokken van de woningvraag. Op deze wijze berekende tekor ten en overschot-
ten zijn aanlokkelijk omdat ze op het oog eenvoudig zijn te interpreteren. Echter, juist bij deze
interpretatie gaat het vaak fout.
Ten eerste houdt men er vaak geen rekening mee dat er kwaliteitsverschillen kunnen zijn tu s-
sen het aanbod en de vraag. Dit is overigens nooit helemaal op te lossen. Ten tweede wordt er
geen recht gedaan aan het feitelijke zoekgedrag van huishoudens. Voor veel huishoudens zijn
er meerdere keuzeopties (zoals we eerder hebben gezien). Men bepaalt de keuze mede op
basis van het op het moment beschikbare aanbod. Als er een aantrekkelijke gezinswoning met
tuin in de koopsector beschikbaar komt, dan kiest een jong huishouden daarvoor, maar een
ruim appartement in de huursector kan voor ditzelfde huishouden ook aantrekkelijk zijn.
In dit onderzoek kijken we dan ook met een wat meer genuanceerde blik naar de marktve r-
houdingen. In figuur 3-2 staat de woningvraag afgezet tegen het aanbod dat vrij zou komen als
alle verhuisgeneigde doorstromers zouden verhuizen (en een woning vrij achterlaten). Omdat
de meeste verhuisgeneigde doorstromers in een grondgebonden koopwoning wonen, is het
aanbod hier het grootst. Hetzelfde geldt voor de wonin gvraag. Deze woningvraag is in de fi-
guur uitgesplitst in vier delen:
De huishoudens die expliciet hebben aangegeven een appartement of een eengezinswo-
ning in een bepaalde eigendomsverhouding te wensen (aangeduid met ‘enkelvoudig’).
De huishoudens die expliciet een appartement of een eengezinswoning wensen, maar
twijfelen tussen een huur- of een koopwoning (aangeduid met ‘niet uitgesproken over het
eigendom’). Deze huishoudens staan zowel bij de koopwoningen als bij de huurwoningen
weergegeven.
De huishoudens met een expliciete wens voor een huur- of koopwoning, maar voor wie de
nieuwe woning niet per definitie een appartement of een eengezinswoning hoeft te zijn
(aangeduid met ‘niet uitgesproken over de vorm’). Deze huishoudens staan zowel bij de
eengezins- als de meergezinswoningen weergegeven.
De huishoudens zonder een expliciete wens voor een bepaald type of eigendomsvorm.
Deze huishoudens staan bij elke kolom weergegeven.
Door de presentatiewijze in de figuur wordt meer recht gedaan aan substitutie-effecten. Ech-
ter wat blijft is dat er kwalitatieve verschillen kunnen zijn tussen het woningaanbod en de
woningvraag.
De figuur laat zien dat er onder de potentiële verhuisgeneigden meer expliciete vraag naar
eengezinskoopwoningen is dan het potentiële aanbod. Het actuele ‘tekort’ bedraagt circa 270
woningen. Daarnaast zijn er nog de huishoudens die twijfelen over de koop - of de huursector.
Gegeven de economische crisis ligt het in de lijn der verwachting dat een deel van deze twijfe-
laars in deze tijd eerder voor de huursector zullen kiezen. Daar komt bij dat er binnen de een-
gezinskoopsector sprake is van een gespannen markt en mensen mogelijk op zoek gaan naar
een alternatief.
35
De woningmarkt
f ig u ur 3 -2 : Het p oten t ië l e aanb od afg ez et teg en de w oni ng vr aag
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Overigens betekent een ‘tekort’ niet dat automatisch elke eengezinskoopwoning kan worden
afgezet. Kwaliteiten als de aanwezigheid van speelmogelijkheden voor kinderen en de nabij-
heid van voorzieningen / het centrum, kunnen bijvoorbeeld erg belangrijk worden gevonden.
In paragraaf 5.4 gaan we nader in op de belangstelling van verhuisgeneigden voor een be-
paalde woonomgeving.
Als alleen wordt gekeken naar de doorstromers (dus exclusief de starters), dan is de vraag
naar koopappartementen en woningen in het huursegment aanzienlijk kleiner dan de explicie-
te vraag. Een deel van de twijfelaars over de eigendomsvorm en het woningtype kan wellicht
overgehaald worden te kiezen voor deze segmenten. Vooral voor koopappartementen geldt
dat maatwerk hierbij is geboden. Dit zeker ook omdat de appartementenvraag voor circa de
helft afkomstig is van ouderen, kritische woonconsumenten die over het algemeen graag in de
huidige woning blijven wonen.
In figuur 3-2 is ook rekening gehouden met de vraag van starters (rechts). Het gaat om star-
ters die mogelijk op zoek zijn naar zelfstandige woonruimte in Assen. Het gaat om circa 900
starters. Als met deze groep rekening wordt gehouden blijkt dat een flink aantal starters in de
wacht staat om de huurwoningen in Assen te betrekken. De voorkeur van starters gaat vooral
uit naar huurappartementen, waarmee dit segment een sterkere marktpositie heeft dan de
eengezinshuurwoning.
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
4.500
eengezins meergezins eengezins meergezins
koop huur
exclusief starters niet
uitgesproken over eigendom
en vormniet
uitgesproken over de vorm
niet
uitgesproken over het eigendom
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
4.500
5.000
eengezins meergezins eengezins meergezins
koop huur
inclusief startersniet uitgesproken over
eigendom en vorm
niet uitgesproken over de
vorm
niet uitgesproken over het
eigendom
enkelvoudig
potentieel aanbod
36
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
37
Toekomstverwachtingen
Hoofdstuk 4
Toekomstverwachtingen
4.1 Inleiding
De toekomst is onzeker, maar er zijn vele modellen voorhanden om enig inzicht te vergaren in
de toekomst. Dit soort prognosemodellen moet te allen tijde worden beschouwd als effect-
verkenningen. Ze voorspellen de toekomst op basis van bepaalde aannamen. Voor de interpr e-
tatie van de uitkomsten zijn de achterliggende aannamen (als dit …), hiermee minimaal zo
belangrijk als de uitkomsten (… dan dat).
In dit hoofdstuk belichten we de te verwachten demografische ontwikkelingen vanuit dit pe r-
spectief. We maken gebruik van verschillende demografische varianten en geven zo de te ver-
wachten ontwikkelingen voor de toekomst aan (paragraaf 4.2 en paragraaf 4.3). Een van de
belangrijke aannamen bij een demografische prognose is de te realiseren nieuwbouw en de
hiermee verweven migratiestromen. Daarmee stuiten we op een ‘kip of ei’-vraagstuk, want de
demografische prognoses worden vaak tevens benut om het nieuwbouwprogramma vorm te
geven. In dit hoofdstuk gaan we uitgebreid in op de aannamen die achter de prognosevaria n-
ten liggen. In het volgende hoofdstuk gaan we in op het door de gemeente voorgenomen
nieuwbouwprogramma.
De toekomstige woningmarkt wordt naast demografische ontwikkelingen ook beïnvloed door
economische ontwikkelingen. Ook op dit punt werkt RIGO met verschillende scenario’s die in
paragraaf 4.4 nader worden toegelicht. Op basis van de demografische en economische ont-
wikkelingen gaan we in paragraaf 4.5 in op de opgaven voor de toekomst.
4.2 Demografische ontwikkelingen
Drie prognosemodellen
In deze paragraaf belichten we de te verwachten demografische ontwikkelingen aan de hand
van drie prognosevarianten. Ten eerste maken we gebruik van twee bestaande prognoses:
a. De prognose van het CBS/PBL op basis van het Pearl -model (2007);
b. De prognose van de provincie Drenthe (2009), waarbij wordt uitgegaan van een onder-
bouwde aanname van een positief migratiesaldo van 500 personen per jaar. In het vol-
gende hoofdstuk wordt ingegaan op de ambities op het vlak van de nieuwbouw om dit po-
sitieve migratiesaldo te kunnen realiseren.
In beide prognoses zitten aannamen omtrent migratiestromen en het voorraadbeleid in de
gemeente Assen verweven. RIGO zet naast deze prognose een eigen variant:
c. Migratie-nul. Hierbij zijn gemeentegrensoverschrijdende verhuizingen uitgesloten en
wordt de ontwikkeling puur en alleen bepaald door de natuurlijke ontwikkeling (geboorte
en sterfte).
38
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
De diverse varianten worden gebruikt om in bandbreedten de mogelijke toekomstige dem o-
grafische ontwikkelingen te schetsen.
Natuurlijke ontwikkelingen als basis
De migratie-nulvariant gaat uit van de natuurlijke ontwikkelingen in een gemeente. Bij natuu r-
lijke ontwikkelingen gaat het om processen van geboorte, sterfte en het ouder worden van
mensen. Er zijn verschillende zaken van invloed op deze processen, zoals economische on t-
wikkeling (in perioden van economische groei worden meer kinderen geboren) en het klim aat
(hete zomers en koude winters zorgen voor meer sterftegevallen onder ouderen). Deze onz e-
kerheden ten spijt, is en blijft de natuurlijke ontwikkeling met relatief grote zekerheid te voo r-
spellen. In elk van de prognosemodellen zijn de natuurlijke ontwikkelingen op soortgelijke
wijze meegenomen. Bij de migratie-nulvariant wordt vrijwel alleen uitgegaan van natuurlijke
ontwikkelingen en speelt (binnenlandse) migratie geen rol.15
Migratie als onzekere factor
Migratiestromen zijn de grote onzekere factor bij d emografische prognoses. Binnenlandse
migratiestromen worden bepaald door de nieuwbouw, de werkgelegenheidsontwikkeling (bi n-
nen en buiten de gemeente) en de relatieve marktpositie van de gemeente (de mate waarin
de gemeente aantrekkelijk is voor bepaalde doelgroepen). Bij buitenlandse migratiestromen
spelen de ontwikkeling van de wereldeconomie en wereldvrede een belangrijke rol. De vee l-
heid aan invloedsferen maken dat de migratie moeilijk te voorspellen is.
De CBS/PLB-prognose is gebaseerd op een geavanceerde model om de migratiepatronen te
voorspellen. Uiteindelijk spelen hierbij (direct of indirect) de aannamen over de nieuwbouw
en werkgelegenheid een belangrijke rol. Helemaal exact zijn deze aannamen niet te achterha-
len. De provinciale prognose is gemaakt in augustus 2009. De prognose is gebaseerd op het
IPB-prognosemodel van de provincie en gaat uit van een positief migratiesaldo van 500 perso-
nen per jaar.
Migratie van en naar Assen
De migratiesaldi in het verleden zijn sterk beïnvloed door de opgeleverde nieuwbouw. In de
afgelopen 15 jaar was het binnenlands migratiesaldo flink positief (figuur 4-1).
In de afgelopen 15 jaar bedroeg het vestigingsoverschot gemiddeld 586 personen per jaar. In
de jaren 2007 en 2008 is een sterk positief saldo gerealiseerd (respectievelijk 850 en 726 per-
sonen), vooral vanwege opleveringen in Kloosterveen.
Het is voor de prognoses vooral ook interessant hoe de migratiestromen bewegen per lee f-
tijdsgroep. Dit ten eerste omdat de leeftijd sterk samenhangt met de huishoudenvorming (als
er veel jonge kinderen bijkomen levert dit nauwelijks een nieuwe woningbe hoefte), ten twee-
de omdat verschillende leeftijdsgroepen verschillende woonwensen hebben en ten derde
omdat hieruit de relatieve marktpositie van een gemeente naar voren komt.
Zo komt in Assen duidelijk het profiel van een middelgrote provinciestad (met veel nieuw-
bouw) naar voren (figuur 4-2). In de meeste leeftijdsklassen is het saldo positief, met uitzo n-
dering van de leeftijdsgroep 15 tot 20 jaar. Gemiddeld verlieten er jaarlijks 70 personen in
deze leeftijdsklasse meer de gemeente dan er zich vestigden. Deze jongeren gaan veelal elders
studeren en/of werken in de grotere steden. In de leeftijd van 20 tot 25 jaar is er een licht
positief saldo. Assen vervult binnen de regio – ondanks het vertrek van studenten – een rol bij
voetnoot
15 De prognose is inclusief het saldo voor buitenlandse migratie.
39
Toekomstverwachtingen
het opvangen van de startersvraag. Ook vervult Assen een rol bij het opvangen van de vraag
van gezinnen, wat zichtbaar wordt in het positieve saldo van de groep 25 tot 40 jaar. Ook on-
der ouderen zijn er positieve saldi waarneembaar. Zij komen vanuit de regio in Assen wonen
vanwege het geschikte woningaanbod en de aanwezige voorzieningen.
f ig u ur 4 -1 : Ja ar l i j kse vest i g ing , vertre k en b in nen lan ds mig rat iesa ld o vo or g em eente Assen
Bron: buurtmonitor Assen
f ig u ur 4 -2 : Vest ig ing , vert rek en mig ra t iesa ld o vo or g emeente Assen , z es jar ig g emiddelde
2 0 0 2 -20 0 7
Bron: CBS, buurtmonitor Assen
Drie prognosemodellen: de uitkomsten vergeleken
De drie prognosemodellen leveren verschillende uitkomsten en tezamen geven ze een beeld
van de bandbreedten van de ontwikkelingen in de toekomst. In tabel 4-1 is een beknopt over-
zicht weergegeven van het aantal inwoners en huishoudens volgens de verschillende progno-
sevarianten. In het vervolg van dit hoofdstuk staan we uitgebreid stil bij de verschillen tussen
de varianten.
315 415
917607 657 661
325618
908
157
555 440641
850 726
-3.000
-2.500
-2.000
-1.500
-1.000
-500
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
aant
al p
erso
nen
vestiging
vertrek
saldo
-600
-500
-400
-300
-200
-100
0
100
200
300
400
500
600
0-4
jaar
5-9
jaar
10-1
4 ja
ar
15-1
9 ja
ar
20-2
4 ja
ar
25-2
9 ja
ar
30-3
9 ja
ar
40-4
9 ja
ar
50-6
4 ja
ar
65-8
4 ja
ar
85+
aant
al p
erso
nen
vertrek
vestiging
saldo
40
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l 4 -1 : Ontw ik kel ing a a nta l i nwone rs en h uish ou d ens vo lg ens dr ie pr og nose model len
Bron: RIGO-prognose, CBS/PBL, provincie Drenthe, buurtmonitor Assen, bewerking RIGO
Ontwikkeling in aantal inwoners
In figuur 4-3 staan de uitkomsten in absoluut aantal inwoners weergegeven. De provinciale
prognose migratiesaldo 500 komt uit op 73.620 inwoners in 2020 en ruim 79.120 inwoners in
2030. Deze variant kan gegeven de trends uit het verleden als reëel en haalbaar worden ve r-
ondersteld, mits men er in slaagt het nieuwbouwproces op gang te houden. De ontwikkeling
van het aantal inwoners volgens de prognose van het CBS/PLB is vrijwel gelijk aan de progno-
se migratiesaldo 500. De prognosevariant migratie-nul komt uit op bijna 68.000 inwoners in
2020. Dit aantal kan dus als een soort van minimumgroei worden beschouwd.
f ig u ur 4 -3 : Ontwikke l i ng aant al i nwoners i n de g emeente Assen vo lg ens CBS/PLB , mig rat ie -
nul e n mig ra t ies al do 5 0 0
Bron: RIGO-prognose, CBS/PBL, provincie Drenthe, buurtmonitor Assen, bewerking RIGO
Ook op het punt van de samenstelling van de bevolking zijn er verschillen tussen de diverse
varianten. Dit is te zien in tabel 4-2. In de theoretische migratie-nulvariant blijven jongeren in
de gemeente wonen waardoor het aantal personen in de leeftijd van 15 tot 25 jaar hier rela-
tief hoog is. In de figuur is ook te zien dat de nieuwe instroom van de groep 35 tot 45 jaar,
veelal mensen in de gezinsfase, uitblijft bij de migratie-nulvariant. Was het aandeel 35 tot 45-
jarigen in 2008 nog 16%, onder de aannamen van migratie-nul neemt het aandeel af tot 11%.
Gezinnen worden vooral aangetrokken met nieuwbouw: het aandeel 35 tot 45-jarigen be-
migratie nul CBS/PLB prognose migratiesaldo 500
inwoners 2008 65.487 65.487 65.487
2010 65.880 67.050 66.980
2020 67.880 73.330 73.620
2030 70.180 - 79.120
huishoudens 2008 28.330 28.330 28.330
2010 28.740 29.380 28.830
2020 31.180 33.130 32.670
2030 32.950 - 36.470
53.000
56.000
59.000
62.000
65.000
68.000
71.000
74.000
77.000
80.000
83.000
2004
2006
2008
2010
2012
2014
2016
2018
2020
2022
2024
2026
2028
2030
inw
on
ers
jaartal
werkelijke cijfers
migratie-nul
CBS/PLB prognose
migratiesaldo 500
41
Toekomstverwachtingen
draagt 13% bij de prognose migratiesaldo 500. Dit betekent een relatief minder sterke afname
van deze groep dan onder de aannamen van migratie-nul.
tabe l 4 -2 : Bevol ki ng sopb o uw in de g emeente Assen i n 2 0 0 8 en 2 02 0 volg ens CBS/ PLB , mig ra-
t ie -n ul e n mig ra t ies al do 5 0 0
Bron: RIGO-prognose, CBS/PBL, provincie Drenthe, buurtmonitor Assen, bewerking RIGO
In de afgelopen jaren is de gemeente Assen erin geslaagd veel jonge gezinnen in de leeftijd
van 35 tot 45 jaar aan te trekken. Het CBS/PBL en de provincie gaan er in hun prognoses van
uit dat dit in de toekomst zal blijven lukken. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het aa n-
trekken van deze groepen steeds lastiger zal worden. Landelijk neemt deze groep namelijk in
aantal en aandeel af (zie ook figuur 4-4) en in de volgende paragraaf is te zien dat eenzelfde
trend zichtbaar is de omliggende gemeenten.
f ig u ur 4 -4 : Bevo lki ng sopb o uw in 2 0 0 8 en 2 0 2 0 in Neder la nd
Bron: CBS/PLB 2009
Bij alle prognosevarianten neemt het aandeel 65-plussers toe, waarmee het een feit is dat er
vergrijzing zal plaatsvinden. De vergrijzing zal niet in elke wijk van Assen even hard toeslaan.
In tabel 4-3 staat een indicatie van de vergrijzing per wijk weergegeven onder de aannamen
van migratie-nul, waarbij dus geen rekening wordt gehouden met (binnenlandse) migratie-
stromen. In werkelijkheid zal mede als gevolg van nieuwbouw het toekomstplaatje er anders
uitzien. Toch bieden de resultaten een aardige inschatting van waar de vergrijzing zich in de
toekomst vooral zal manifesteren. Ouderen zijn immers over het algemeen honkvast en b e-
perkt verhuisgeneigd.
2008 migratie-nul migratiesaldo 500 CBS/PLB
< 15 jaar 20% 17% 18% 17%
15 tot 25 jaar 11% 13% 11% 12%
25 tot 35 jaar 13% 12% 11% 11%
35 tot 45 jaar 16% 11% 13% 12%
45 tot 55 jaar 15% 14% 14% 15%
55 tot 65 jaar 12% 14% 14% 14%
65 tot 75 jaar 7% 11% 11% 11%
75+ 7% 8% 8% 8%
totaal 100% 100% 100% 100%
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
8%
9%
0 to
t 5 ja
ar
5 to
t 10
jaar
10 to
t 15
jaar
15 to
t 20
jaar
20 to
t 25
jaar
25 to
t 30
jaar
30 to
t 35
jaar
35 to
t 40
jaar
40 to
t 45
jaar
45 to
t 50
jaar
50 to
t 55
jaar
55 to
t 60
jaar
60 to
t 65
jaar
65 to
t 70
jaar
70 to
t 75
jaar
75 to
t 80
jaar
80 to
t 85
jaar
85 to
t 90
jaar
90+
pers
onen
2008
2020
42
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
In de wijk Marsdijk is tot 2020 de grootste toename te verwachten van het aantal ouderen.
Het gaat om een toename van ruim 1.000 65-plussers. Ook in de andere wijken is een toena-
me te verwachten van het aantal ouderen. In de periode 2020 tot 2030 is de grootste toen a-
me te verwachten in de wijken Marsdijk, Peelo en Kloosterveen. In 2008 was de vergrijzing in
een vergevorderd stadium in het Centrum van Assen, gevolgd door de wijk Lariks. In de perio-
de 2008 tot 2020 neemt het aantal ouderen in beide wijken theoretisch gezien licht af. Migr a-
tiestromen, mede als gevolg van nieuwbouw, kunnen ervoor zorgen dat he t aantal ouderen
weer toeneemt.
In paragraaf 6.4 staat weergegeven welke consequenties de vergrijzing heeft voor de ontwi k-
keling van de behoefte aan wonen met zorg in de Assense wijken.
tabe l 4 -3 : Ontwi kke l i ng va n het aa nt al 6 5 -p lussers pe r wi jk in de g emeente Asse n v olg ens de
mig rat ie -n ul prog n ose
Bron: buurtmonitor Assen, RIGO-prognose
Ontwikkeling in aantal huishoudens
Voor de ontwikkelingen op de woningmarkt is niet alleen de ontwikkeling van het aantal i n-
woners van belang, maar ook – en vooral - de huishoudenontwikkeling (figuur 4-5).
f ig u ur 4 -5 : Ontwi kkel ing a ant al h uis hou dens i n de de volg ens CBS /PLB , mig rat i e -nu l en mi-
g rat iesa ld o 5 0 0
Bron: RIGO-prognose, CBS/PBL, provincie Drenthe, bewerking RIGO
2008 % 2020 verschil 2008-2020 2030 verschil 2020-2030 verschil 2008-2030
Noorderpark 1.820 21% 2.220 400 2.240 20 420
Centrum 1.740 33% 1.600 -140 1.470 -120 -260
Assen-oost 1.600 20% 1.950 350 2.160 200 550
Lariks 1.370 24% 1.310 -50 1.370 60 10
Marsdijk 850 6% 1.900 1.060 3.370 1.470 2.520
Assen-west 540 13% 1.070 520 1.240 180 700
Pittelo 520 13% 800 280 1.010 210 490
Peelo 450 6% 1.130 680 1.760 620 1.300
Kloosterveen 360 4% 900 540 1.630 730 1.270
Buitengebied 180 16% 320 140 360 40 190
totaal 9.430 14% 13.210 3.780 16.620 3.410 7.190
22.000
24.000
26.000
28.000
30.000
32.000
34.000
36.000
38.000
40.000
42.000
2004
2006
2008
2010
2012
2014
2016
2018
2020
2022
2024
2026
2028
2030
huis
houd
ens
jaartal
werkelijke cijfers
migratie-nul
CBS/PLB prognose
migratiesaldo 500
43
Toekomstverwachtingen
Net als bij de ontwikkeling van het aantal inwoners zijn het CBS/PLB en de provincie Drenthe
behoorlijk gelijkgestemd over de ontwikkeling van het aantal huishoudens. Het CBS/PLB voo r-
spelt iets meer huishoudens in 2020 dan de provincie Drenthe. De toename van het aantal
huishoudens in de periode 2008-2020 komt neer op 4.340 huishoudens bij de prognose migra-
tiesaldo 500, circa 4.790 huishoudens bij de CBS/PLB-prognose en circa 2.850 bij de migratie-
nulprognose. Dit laatste aantal kan worden gezien als een minimumuitbreiding, benodigd voor
de eigen huishoudenaanwas.
Samenstelling huishoudens
De provincie Drenthe heeft een prognose opgesteld van de ontwikkeling van het aantal hui s-
houdens en van de ontwikkeling van het aantal inwoners naar leeftijd. De samenstelling van
de huishoudens naar leeftijd en type in 2020 is niet beschikbaar. RIGO heeft daarom de huis-
houdensamenstelling in 2020 geraamd. In paragraaf 4.5 wordt deze raming als input gebruikt
om de woningbehoefte in 2020 weer te geven.
Voor de raming van de huishoudensamenstelling in 2020 is gebruikgemaakt van zogenaamde
‘headshiprates’. Headshiprate is een Engelse benaming voor het aandeel van het totaal aantal
inwoners per leeftijdscohort dat hoofd van een huishouden is. Headshiprates worden bere-
kend door het aantal huishoudens per leeftijdscohort te delen door het aantal inwoners. De
headshiprates voor 2020 zijn berekend door de landelijke ontwikkeling van de headshiprates
volgens het CBS toe te passen op de huidige headshiprates in Assen. De verkregen head-
shiprates voor 2020 zijn vervolgens toegepast op het aantal inwoners per leeftijdscorhort in
2020 volgens de prognose migratiesaldo 500. Het resultaat is ten slotte gecorrigeerd voor het
verwachte aantal zelfstandig wonende huishoudens in 2020 op basis van de prognose migra-
tiesaldo 500. In figuur 4-6 is het resultaat van deze exercitie weergegeven.
De toename van het aantal huishoudens manifesteert zich vooral in de oudere leeftijdskla s-
sen. Verder neemt het aantal jongere gezinnen af, terwijl voor het aantal oudere gezinnen een
toename wordt verwacht. Per saldo neemt het aantal gezinnen in de periode 2009 tot 2020
toe met een kleine 400. Het aandeel gezinnen neemt gedurende deze periode af van 34% in
2009 tot 31% in 2020.
f ig u ur 4 -6 : Hu isho ude ns na ar ty pe en lee ft i j d i n Assen in 2 0 0 9 en 2 0 2 0
Bron: Woonwensenonderzoek Assen en provincie Drenthe, bewerking RIGO
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
4.500
5.000
5.500
6.000
eenp
erso
ons
mee
rper
soon
s
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
mee
rper
soon
s
< 25 jr. 25 tot 40 jr. 40 tot 55 jr. 55 tot 65 jr. 65+ overig
2009
2020
44
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
Een absoluut gelijk blijvende, maar relatief toenemende bovenlokale opgave
In dit onderzoek wordt aangesloten op de prognosevariant migratiesald o 500. Deze variant
weerspiegelt de ambitie van de gemeente Assen om in 2030 ongeveer 80.000 inwoners te
tellen. Dit betekent dat men jaarlijks ongeveer 125 woningen bouwt voor de regio en 240
woningen voor de eigen aanwas. In figuur 4-7 is te zien dat de hiermee in Assen te realiseren
huishoudengroei veel sterker is dan de landelijke groei en de groei in provincie Drenthe en
Noord-Nederland16
als geheel. Dit was overigens ook in het recente verleden het geval.
f ig u ur 4 -7 : Ontwi kke l i ng aan tal hu ish oude ns i n As sen (v olg ens d ive rse va r i anten ) en in
pro vinc ie Dre nthe , N oo rd - Neder l an d en Nede r l and in tota l i te it
Bron: RIGO-prognose, CBS/PBL, provincie Drenthe, buurtmonitor Assen, bewerking RIGO
De figuur laat ten aanzien van Assen een gedurende de jaren vrijwel gelijk stijgingspercentage
zien. In Noord-Nederland als geheel neemt het stijgingspercentage gedurende de jaren licht
af. De lijn in de grafiek buigt voor dit gebied dan ook licht af. Dit betekent dat Assen ten op-
zichte van het heden en verleden in de toekomst een steeds groter aandeel van de Noord -
Nederlandse huishoudenaanwas zal opvangen. In getallen: voor de periode 20 10-2020 gaan
de prognoses ervan uit dat Assen 10% van de huishoudenaanwas opvangt en voor de periode
2020-2025 15%. Mede omdat ook landelijke gemeenten voor de eigen aanwas willen (en m o-
gen) bouwen, vormt het realiseren van deze groei een in de tijd steeds groter wordende ui t-
daging. Een bijkomend gevolg is dat de omliggende gemeenten in bepaalde mate worden
‘leeggezogen’. Op deze regionale ontwikkelingen komen we in de volgende paragraaf terug.
Een voorwaarde voor de beoogde groei is uiteraard ook voldoende plancapaciteit. Hierop
gaan we in het volgend hoofdstuk nader in.
4.3 Het regionale perspectief
Demografische ontwikkelingen in de woningmarktregio van Assen
In paragraaf 2.6 is op inhoudelijke gronden de woningmarktregio van Assen afgebakend
(figuur 2-13). In deze paragraaf gaan we in op de demografische ontwikkelingen in deze regio:
voetnoot
16
Noord-Nederland bestaat uit de provincies Friesland, Groningen en Drenthe.
100%
102%
104%
106%
108%
110%
112%
114%
116%
118%
120%
122%
124%
126%
128%
130%
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
huis
houd
ens
jaartal
Assen (migratiesaldo 500)
Assen (migratie-nul)
Assen (CBS)
Nederland (CBS)
Noord-Nederland (CBS)
Drenthe (CBS)
45
Toekomstverwachtingen
voor de regionale bouwopgaven van Assen is het immers van belang te achterhalen hoe de
bevolking zich in deze zal regio ontwikkelen. Voor het in beeld brengen van de demografische
ontwikkelingen is de regio opgesplitst in drie subregio’s:
1. de gemeenten die een sterke binding hebben met Assen: de buurgemeenten Noorden-
veld, Tynaarlo, Aa en Hunze en Midden-Drenthe;
2. de gemeenten die een minder sterke binding hebben met Assen: de omliggende gemeen-
ten Haren, Borger-Odoorn, Coevorden, Hoogeveen, Westerveld en Ooststellingwerf;
3. gemeente Groningen.
Voor deze drie regio’s worden de demografische ontwikkelingen in beeld gebracht op basis
van de prognose van het CBS/PLB en de migratie-nulvariant. Bij deze laatste prognose wordt
dus geen rekening gehouden met migratie. Dit betekent dat de bevolkingsaanwas in volledig-
heid wordt berekend, dus inclusief de jongeren die elders gaan studeren. Dit doen we omdat
zij in de toekomst juist een mogelijke doelgroep voor de nieuwbouw in de gemeente Assen
kunnen zijn.
Subregio’s 1 en 2: ontwikkeling in aantal inwoners
In figuur 4-8 is de ontwikkeling van de bevolking in zowel de buurgemeenten als de omliggen-
de gemeenten weergegeven naar aantal inwoners.
f ig u ur 4 -8 : Ontwik kel ing a ant al in woners i n de omlig g en de g emeenten va n Asse n
( in dex c i j fe rs , 2 0 0 8 = 1 0 0%)
Bron: RIGO-prognose, CBS/PBL, bewerking RIGO
Onder de aanname van migratie-nul zal tot 2020 in geen van beide subregio’s het aantal in-
woners toenemen: vooral in de buurgemeenten van Assen wordt een afname verwacht van
het aantal inwoners. Bij de prognose van het CBS/PLB is deze afname nog wat ster ker, als ge-
volg van het wegtrekken van jongeren die bij de migratie-nulprognose in de gemeenten blij-
ven wonen. Procentueel komt de afname in de buurgemeenten neer op 3% tussen 2008 en
2020 onder de aanname van migratie-nul en op 5% bij de prognose van het CBS/PLB. Absoluut
komt de afname neer op respectievelijk 4.000 en 6.100 inwoners. In de omliggende gemeente
gaat het om een afname van respectievelijk 1% en 2%, ofwel een afname van 1.700 tot 4.200
inwoners.
90%
91%
92%
93%
94%
95%
96%
97%
98%
99%
100%
101%
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
inw
oner
s
jaartal
buurgemeenten:
migratie-nul
buurgemeenten:
CBS/PLB
omliggende gemeenten:
migratie-nul
omliggende gemeenten:
CBS/PLB
46
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
De afname doet zich voor onder inwoners jonger dan 65 jaar. Boven de 65 jaar neemt het
aandeel (en ook het aantal) inwoners flink toe, zoals blijkt uit tabel 4-4. Daarmee is ook in de
regio van Assen de aankomende vergrijzing een feit: tussen 2008 en 2020 bedraagt de toena-
me ongeveer 6%, ofwel circa 15.000 personen. Het verschil tussen beide prognosevarianten is
gering. Dit komt deels omdat ouderen over het algemeen honkvast zijn en beperkt verhuis-
geneigd. Ouderen die de verhuisstap wel zetten zijn vooral ouderen met een zorgvraag.
tabe l 4 -4 : Samenste l l ing v an de bevo lk ing in de om lig g ende g emeenten va n A ssen volg ens
prog n ose mig ra t ie - nu l
Bron: RIGO-prognose
Subregio’s 1 en 2: ontwikkeling in aantal huishoudens
Een afname van het inwoneraantal betekent niet automatisch een afname van het aantal
huishoudens. Door vergrijzing en individualisering neemt het aantal kleine huishoudens toe.
Hierdoor neemt de gemiddelde huishoudengrootte af. In zowel de buurgemeenten als de om-
liggende gemeenten zal het aantal huishoudens bij beide prognosevarianten toenemen (figuur
4-9).
f ig u ur 4 -9 : Ontwik kel ing a ant al h ui shou dens i n de oml ig g en de g emeenten va n Assen
( in dex c i j fe rs , 2 0 0 8 = 1 0 0%)
Bron: RIGO-prognose, CBS/PBL, bewerking RIGO
De grootste toename zal naar verwachting optreden in de omliggende gemeenten met circa
6% tussen 2008 en 2020, ofwel met 4.200 huishoudens volgens beide prognosevarianten .
Voor de buurgemeenten is dit circa 4% volgens beide prognosevarianten. Absoluut komt deze
toename neer op circa 2.300 huishoudens. De totale toename komt neer op ruim 6.500 nieu-
2008 2010 2015 2020 2025 2030 2010 2015 2020 2025
buurgemeenten < 65 jaar 82% 81% 77% 75% 73% 72% 81% 77% 74% 72%
65+ 18% 19% 23% 25% 27% 28% 19% 23% 26% 28%
totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
omliggende < 65 jaar 82% 81% 79% 77% 76% 74% 81% 78% 76% 74%
gemeenten 65+ 18% 19% 21% 23% 24% 26% 19% 22% 24% 26%
totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
totaal regio < 65 jaar 82% 81% 78% 76% 75% 73% 81% 78% 76% 73%
65+ 18% 19% 22% 24% 25% 27% 19% 22% 24% 27%
totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
migratie-nul CBS/PLB
98%
99%
100%
101%
102%
103%
104%
105%
106%
107%
108%
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
hu
ish
ou
de
ns
jaar tal
buurgemeenten:
migratie-nul
buurgemeenten:
CBS/PLB
omliggende gemeenten:
migratie-nul
omliggende gemeenten:
CBS/PLB
47
Toekomstverwachtingen
we huishoudens, door processen van geboorte, sterfte en huishoudenvorming. Dit betekent
een nieuwe aanwas van circa 5%. Na 2020 vlakt de groei van het aantal huishoudens af.
Demografische ontwikkelingen in gemeente Groningen
In tabel 4-5 is de ontwikkeling van de bevolking in gemeente Groningen weergegeven. Het
aantal inwoners neemt meer toe dan het aantal huishoudens, zowel bij de prognose van het
CBS/PLB als de prognose migratie-nul. De verwachting is dat veel studenten die zich in Gro-
ningen hebben gevestigd ook na hun afstuderen in deze stad blijven wonen en mogelijk een
gezin stichten.
De toename van het aantal huishoudens is bij de prognose van het CBS/PLB veel groter dan bij
de prognose migratie-nul. Bij de prognose van het CBS/PLB zitten aannamen omtrent migra-
tiestromen en het voorraadbeleid in de gemeente Groningen verweven. Aangenomen wordt
dat Groningen een flink aantal huishoudens uit de regio zal trekken. Dit maakt Groningen wat
betreft het aantrekken van nieuwe huishoudens een concurrent voor gemeente Assen.
tabe l 4 -5 : Ontw ik kel ing i n aan tal inw oners e n hu ish o udens in g emeente Gr on ing en
Bron: RIGO-prognose, CBS/PBL
Opvang van de huishoudenaanwas in de regio
De nieuwe huishoudenaanwas in de woningmarktregio van Assen zal deels opgevangen wor-
den in de eigen gemeente, deels zullen deze nieuwe huishoudens een beroep doen op de
(nieuwbouw)woningen in de gemeente Assen. Hierbij gaat het vooral om huishoudens in de
buurgemeenten van Assen, de binding van deze gemeenten met Assen is immers relatief
groot. Ook uit gemeente Groningen valt absoluut gezien een aantal huishoudens te verwac h-
ten, mits de migratiestromen uit het verleden zich ook in de toekomst voordoen.
Om hoeveel huishoudens het precies zal gaan is afhankelijk van concurrerende nieuwbouwl o-
caties in de omgeving. Naast de gemeente Assen is immers ook gemeente Groningen een be-
langrijke centrumgemeente waarvan de nodige concurrentie verwacht kan worden. Een aan-
trekkelijk woningaanbod speelt een belangrijke rol in het aantrekken van nieuwe bewoners.
Waar de woningbehoefte in de regio nu en in de toekomst naar uitgaat, staat omschreven in
paragraaf 4.5.
4.4 Economische scenario’s
Bij toekomstige ontwikkelingen speelt naast demografie ook het economisch tij een belangri j-
ke rol. De prognoses omtrent de economische ontwikkelingen in Nederland volgen elkaar
momenteel in hoog tempo op. Niemand kan exact voorspellen hoe heftig de recessie zal zijn
en hoe lang deze zal duren. RIGO werkt in deze studie daarom met twee scenario’s:
Zware crisisvariant (ZWC), waarbij de crisis een flinke impact heeft op de korte en langere
termijn;
Lichte crisisvariant (LC), waarbij na een relatief korte dip in de economische ont wikkeling
de groei weer doorzet.
2008 2010 2015 2020 verschil 2008-2020 2025 2030
inwoners CBS/PLB 182.484 185.540 198.190 211.010 28.526 222.340 -
migratie-nul 182.484 183.450 189.020 194.740 12.256 196.720 195.180
huishoudens CBS/PLB 106.514 105.800 113.100 120.300 13.786 126.800 -
migratie-nul 106.514 109.440 110.580 112.130 5.616 114.150 117.070
48
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
De economische scenario’s worden in deze studie gebruikt om inzicht te verschaffen in de
omvang van de (potentiële) doelgroep van beleid en de ontwikkeling van de woningbehoefte.
Hierbij zijn vooral van belang (a) de ontwikkeling van de koopkracht en hiermee samenha n-
gend (b) de ontwikkeling van de werkgelegenheid.
In tabel 4-6 staat de veronderstelde ontwikkeling van de koopkracht weergegeven. In de zware
en lichte crisisscenario’s gaan we uit van een daling van de koopkracht op de korte termijn,
gevolgd door een stijging op de langere termijn. De mate waarin loopt uiteraard uiteen. De
aangenomen daling van de koopkracht in de jaren 2010-2015 komt overeen met de daling in
de periode begin jaren ’80. Dat waren weliswaar andere tijden, maar ook nu gaat de koop-
kracht naar verwachting dalen. Ook bij de lichte crisisvariant gaan we uit van daling van de
koopkracht. Dit omdat lastenverzwaringen uiteindelijk noodzakelijk zullen zijn om het begr o-
tingstekort en de staatsschuld terug te dringen.
Voor wat betreft de ontwikkeling van de werkgelegenheid baseren we ons op de regio-
specifieke prognoses van het aantal banen van het UWV Werkbedrijf. In de regio Centraal
Groningen (waar Assen in dit geval onder valt) neemt het aantal banen volgens de lichte cri-
sisvariant af tot 2011 om daarna weer toe te nemen (figuur 4-10). Bij de zware crisisvariant
neemt het aantal banen af tot 2013. Rond 2021 is het aantal banen terug op het niveau van
2009.
tabe l 4 -6 De aang en omen k oo pkr ac hto ntwi kkel ing ( j aar l i jks e toe - en afn ame i n pr ocentp unte n)
volg ens de scena rio ’ s ZW e n LC
Loon / winst Uitkering Pensioen
ZWC periode 2008 – 2010 0,00 0,00 0,00
periode 2010 – 2015 -2,60 -2,60 -1,70
periode 2015 – 2020 0,00 0,00 0,00
periode 2020 – 2025 0,50 0,50 0,50
Loon / winst Uitkering Pensioen
LC periode 2008 – 2010 0,00 0,00 0,00
periode 2010 – 2015 -0,15 -0,15 -1,00
periode 2015 – 2020 0,50 0,50 0,50
periode 2020 – 2025 1,00 1,00 1,00
f ig u ur 4 -1 0 : Ontwi kkel ing aan tal bane n i n de reg i o C entra al G ro ni ng en
Bron: UWV/RIGO
150.000
175.000
200.000
225.000
250.000
275.000
300.000
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
werkelijk
LC scenario
ZWC scenario
49
Toekomstverwachtingen
4.5 Opgaven voor de toekomst
In dit onderzoek wordt zoals gezegd aangesloten op het scenario ‘migratiesaldo 500’ van de
provincie. Deze prognose gaat uit van de groeiambitie van 80.000 inwoners in 2030. Uitg e-
drukt in het aantal zelfstandig wonende huishoudens betekent dit een toename van ongeveer
3.900 over de periode 2009-2020 (van 27.975 huishoudens in 2009 naar 31.860 in 2020).
Deze toename leidt tot een uitbreidingsbehoefte van de woningvoorraad. Daarnaast geldt dat
verschuivingen in de huishoudensamenstelling leiden tot kwalitatieve opgaven. Hierbij gaat
het niet alleen om demografische veranderingen, maar ook om veranderingen qua inkomen s-
situatie. In deze paragraaf bepalen we de fysieke opgaven die voortkomen uit de optelsom van
deze ontwikkelingen.
In eerste instantie wordt hierbij geen rekening gehouden met de actuele fricties tussen vraag
en aanbod zoals geschetst in paragraaf 3.5 (de woonsituatie wordt constant gehouden). In
tweede instantie wordt ook het oplossen van deze actuele fricties meegenomen bij het bep a-
len van de toekomstige opgaven. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de woningvraag
van potentiële starters. In de demografische prognose wordt er immers al van uitgegaan dat
de starters van nu in de toekomst een zelfstandig huishouden zijn gaan vormen.
Ook in 2020 zal er een groep inwonende jongeren zijn die een begin willen maken met de
wooncarrière. Het gaat om ruim duizend huishoudens die mogelijk in Assen op zoek zijn naar
zelfstandige woonruimte, een toename van circa 100 starters. Of deze groep er tegen die tijd
binnen een aanvaardbare tijd in slaagt een woning te vinden, is afhankelijk van het function e-
ren van de woningmarkt van dat moment. Het is echter niet zo dat het voorkomen van de
aanwezigheid van een groep starters in 2020 een doelstelling van beleid is (het tegendeel is
het geval) en dat de ontwikkeling van de startersvraag dus leidt tot een uitbreidingsopgave.
Constante woonsituatie
In eerste instantie wordt zoals gezegd de woonsituatie van huishoudens – naar type, leeftijd
en inkomenssituatie – constant gehouden. Bekeken wordt welke woningvoorraad benodigd is
als alle huishoudens in 2020 op soortgelijke wijze wonen als op dit moment. Hierbij is er voor
de 55-plussers rekening mee gehouden dat er wezenlijke verschillen zijn tussen generaties .
Terwijl van de 75-plussers van nu, een meerderheid op de leeftijd van 55 jaar (in 1989) in een
huurwoning woonde, geldt voor de 55-jarigen van nu dat een (ruime) meerderheid in een
koopwoning woont. Voor dit soort generatieverschillen is gecorrigeerd.
In tabel 4-7 en tabel 4-8 is per economisch scenario aangegeven hoe de woningvoorraad er in
2020 onder gedane aannamen uit zou moeten zien. Ook is het verschil met de huidige w o-
ningvoorraad aangegeven, zodat inzicht ontstaat in de fysieke opgaven voor de toekomst. Het
verloop van de crisis – zoals dat naar voren komt door het verschil tussen de beide scenario’s
– heeft vooral invloed op de verhouding tussen huur en koop. Bij het ZWC -scenario zou de
uitbreidingsopgave van 3.900 exact voor 50% uit huurwoningen kunnen bestaan en voor 50%
uit koopwoningen. Herstelt de economie sneller, dan is deze verhouding ‘genormaliseerd’ tot
35% huurwoningen en 65% koopwoningen.
De afweging tussen eengezins en meergezins is veel minder economisch en veel meer dem o-
grafisch bepaald. Een meerderheid van de gezinnen met kinderen wil altijd in een eengezi ns-
woning wonen, of het nu goed of slecht gaat met de economie en of men nu een hoog of een
laag inkomen heeft. Vandaar dat de behoefte aan eengezinswoningen en meergezinswoningen
veel minder verschilt tussen de economische scenario’s. Bij het ZWC -scenario bestaat de uit-
breidingsopgave uit ongeveer 50% uit gezinswoningen, bij het LC -scenario ligt de opgave 200
hoger.
50
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l 4 -7 : De benod ig de woni ng vo orr aad in 2 0 2 0 b i j co nsta nte woo nsit ua ti e naar e ig e n -
domsvo rm en t ype wo ni ng
Bron: Woonwensenonderzoek Assen en RIGO woningmarktsimulatie
In tabel 4-8 is de behoefte in 2020 uitgesplitst naar prijs. De behoefte aan woningen in elke
prijsklasse neemt toe, zowel bij de zware als de lichte crisisvariant. Bij de lichte crisisvariant
ligt het accent wat meer op de duurdere koopwoningen.
tabe l 4 -8 : De benod ig de woni ng vo orr aad in 2 0 2 0 b i j co nsta nte woo nsit ua ti e naar e ig e n -
domsvo rm en p r i js
Bron: Woonwensenonderzoek Assen en RIGO woningmarktsimulatie
Opgave inclusief kwalitatieve fricties
In hoofdstuk 3 werd duidelijk dat een groot deel van de verhuisgeneigden op zoek is naar een
eengezinskoopwoning, vooral huishoudens in de gezinsfase. Als we rekening houden met de
kwalitatieve fricties op de markt ontstaat een beeld van de woningbehoefte zoals in tabel 4-9.
De woningbehoefte bestaat simpel gezegd uit de optelsom van:
De huidige woonsituatie van de niet verhuisgeneigde huishoudens;
De gewenste woonsituatie van de wel verhuisgeneigde huishoudens (exclusief starters).
In tabel 4-9 wordt de behoefte vergeleken met de huidige voorraad in Assen. Een exacte ver-
gelijking is niet mogelijk omdat een deel van de verhuisgeneigde huishoudens – zoals eerder
voorraad 2009 behoefte 2020 ZWC
verschil behoefte 2020
ZWC - voorraad 2009 behoefte 2020 LC
verschil behoefte 2020
LC - voorraad 2009
koop eengezins 14.530 15.700 1.170 16.240 1.710
meergezins 1.440 2.220 780 2.250 810
eg of mg 130 130 0 140 10
totaal 16.100 18.050 1.950 18.630 2.530
huur eengezins 6.510 7.260 750 6.940 430
meergezins 5.200 6.410 1.210 6.160 960
eg of mg 160 150 -10 140 -20
totaal 11.870 13.820 1.950 13.240 1.370
totaal 27.970 31.870 3.900 31.870 3.900
voorraad 2009 behoefte 2020 ZWC
verschil behoefte 2020
ZWC - voorraad 2009 behoefte 2020 LC
verschil behoefte 2020
LC - voorraad 2009
koop tot € 160.000 3.250 3.750 500 3.780 530
€ 160.000 tot € 220.000 5.160 5.700 540 5.810 650
€ 220.000 tot € 275.000 3.300 3.630 330 3.750 450
€ 275.000 of meer 3.520 3.840 320 4.120 600
onbekend 870 1.120 250 1.170 300
totaal 16.100 18.050 1.950 18.630 2.530
huur tot € 358 3.370 4.040 670 3.830 460
€ 358 tot € 512 5.430 6.320 890 6.040 610
€ 512 tot € 648 1.450 1.640 190 1.590 140
€ 648 of meer 1.220 1.350 130 1.330 110
onbekend 390 470 80 440 50
totaal 11.870 13.820 1.950 13.230 1.360
totaal 27.970 31.870 3.900 31.870 3.900
51
Toekomstverwachtingen
omschreven in 3.5 – geen expliciete voorkeur heeft voor een bepaald type of eigendomsvorm.
Duidelijk is dat als rekening wordt gehouden met de wensen van de verhuisgeneigden de be-
hoefte aan eengezinskoopwoningen flink toeneemt ten opzichte van de vorige methode. Ook
de behoefte aan koop- en huurappartementen blijft toenemen, zij het in iets mindere mate.
De behoefte aan eengezinshuurwoningen is op het eerste gezicht kleiner dan de voorraad. Het
is vooral afhankelijk van het economisch tij in hoeverre een deel van de twijfelaars in de to e-
komst voor dit segment zal kiezen.
tabe l 4 -9 : De be no dig de w oni ng vo orr aad i n 2 0 2 0 inc lus ie f kw al ita t ie ve f r ic t ie s naa r e ig e n-
domsvo rm en t ype wo ni ng
Bron: Woonwensenonderzoek Assen en RIGO woningmarktsimulatie
In tabel 4-10 is de behoefte uitgesplitst naar prijs. Het gaat hierbij om de groep die expliciet
heeft aangegeven een huur- of een koopwoning te wensen. De groep die twijfelt is samenge-
vat onder de noemer ‘huur of koop’.
tabe l 4 -1 0 : De ben odig de woni ng vo orr aad i n 2 0 2 0 in c lus ie f kwal it at ie ve f r ic t i es naa r e ig e n -
domsvo rm en p r i js
Bron: Woonwensenonderzoek Assen en RIGO woningmarktsimulatie
Rekening houdend met kwalitatieve fricties ligt het accent nog wat zwaarder op het duurdere
koopsegment dan bij de vorige methode. Op het eerste gezicht lijkt de vraag naar goedkope
voorraad 2009 behoefte 2020 ZWC
verschil behoefte 2020
ZWC - voorraad 2009 behoefte 2020 LC
verschil behoefte 2020
LC - voorraad 2009
koop eengezins 14.530 15.940 1.410 16.560 2.030
meergezins 1.440 1.830 390 1.840 400
eg of mg 130 470 340 490 360
totaal 16.100 18.240 2.140 18.890 2.790
huur eengezins 6.510 6.070 -440 5.750 -760
meergezins 5.200 5.860 660 5.540 340
eg of mg 160 530 370 520 360
totaal 11.870 12.460 590 11.810 -60
huur of koop eengezins - 820 820 830 830
meergezins - 340 340 340 340
totaal 27.970 31.870 3.900 31.870 3.900
voorraad 2009 behoefte 2020 ZWC
verschil behoefte 2020
ZWC - voorraad 2009 behoefte 2020 LC
verschil behoefte 2020
LC - voorraad 2009
koop tot € 160.000 3.250 3.200 -50 3.240 -10
€ 160.000 tot € 220.000 5.160 5.670 510 5.790 630
€ 220.000 tot € 275.000 3.300 3.750 450 3.870 570
€ 275.000 of meer 3.520 4.240 720 4.570 1.050
onbekend 870 1.370 500 1.420 550
totaal 16.100 18.230 2.130 18.890 2.790
huur tot € 358 3.370 3.040 -330 2.860 -510
€ 358 tot € 512 5.430 6.230 800 5.890 460
€ 512 tot € 648 1.450 1.650 200 1.570 120
€ 648 of meer 1.220 1.090 -130 1.060 -160
onbekend 390 450 60 420 30
totaal 11.870 12.460 590 11.800 -70
huur of koop - 1.160 1.160 1.170 1.170
totaal 27.970 31.850 3.880 31.860 3.890
52
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
koop- en huurwoningen kleiner dan de huidige woningvoorraad. Dit potentiële overschot ve r-
dwijnt als we de groep die twijfelt tussen de koop- en de huursector erbij betrekken: deze
groep wenst vooral een woning in het goedkopere segment, ongeacht een koop - of huurwo-
ning. Daarnaast geldt dat de extra behoefte aan het duurdere segment deels een kwalit eits-
wens is: niemand wenst immers een hoge prijs te betalen.
Doorkijk tot 2030
Volgens de prognose migratiesaldo 500 neemt het aantal huishoudens in de periode 2020 tot
2030 toe met nog eens 3.800 huishoudens. Dit betekent dat per saldo ook 3.800 woningen
aan de voorraad toegevoegd moeten worden, passend bij het streven te groeie n naar 80.000
inwoners in 2030.
We veronderstellen dat de economie na 2020 is aangetrokken, met een grotere vraag naar
koopwoningen als gevolg. De doelgroep neemt naar verwachting in aandeel af. Als gevolg van
de vergaande vergrijzing (in personen: van 14% in 2009 tot 18% in 2020 en 22% in 2030)
neemt naar verwachting de behoefte aan eengezinskoopwoningen en appartementen verder
toe. Het gaat vooral om nultredenwoningen, waarover meer in paragraaf 6.3.
Ontwikkeling behoefte in de woningmarktregio van Assen
In paragraaf 2.6 is de woningmarktregio van Assen afgebakend en in paragraaf 4.3 zijn de de-
mografische ontwikkelingen in de regio weergegeven. In deze paragraaf gaan we in op de
ontwikkeling van de woningbehoefte van zelfstandig wonende huishoudens. We baseren ons
op het WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2006. Kanttekening hierbij is dat het WoON 2006
het sentiment weerspiegelt van economisch goede tijden.
In tabel 4-11 staat de woningbehoefte in 2006 weergegeven, inclusief de startersvraag in de
regio. In 2006 ging de behoefte vooral uit naar eengezinskoopwoningen. Ook was er vraag
naar eengezinshuurwoningen, zij het in mindere mate. Huur - en koopappartementen hadden
in 2006 een minder sterke marktpositie.
tabe l 4 -1 1 : Wo ni ng behoe ft e in 2 0 0 6 in de reg io va n A ssen inc lus ie f kwal it at ie ve f r ic t ies naa r
e ig endoms vorm en ty pe wo ning ( i nc lus ie f s tar ters )
Bron: WoON 2006 en RIGO woningmarktsimulatie
De woningbehoefte in 2020 hebben we wederom in beeld gebracht op basis van:
1. een constante woonsituatie (tabel 4-12);
2. kwalitatieve fricties in de markt (tabel 4-13).
Bij de woningbehoefte in 2020 wordt geen rekening gehouden met de woningvraag van po-
tentiële starters. Ook in 2020 zal er een groep inwonende jongeren zijn die een start wil m a-
ken op de woningmarkt. Het is echter niet zo dat het voorkomen van de aanwezigheid van een
groep starters in 2020 het streven is.
voorraad 2006 behoefte 2006
verschil behoefte 2006 -
voorraad 2006
koop eengezins 106.920 113.920 7.000
meergezins 17.760 17.870 110
totaal 124.680 131.790 7.110
huur eengezins 32.070 34.130 2.060
meergezins 48.920 47.670 -1.250
totaal 80.990 81.800 810
totaal 205.670 213.590 7.920
53
Toekomstverwachtingen
Ook in 2020 is de behoefte aan eengezinskoopwoningen flink groter dan de voorraad, vooral
bij het LC-scenario. De extra behoefte aan eengezinshuurwoningen is bij het ZWC -scenario in
2020 nog steeds aanwezig, maar verdwijnt zodra de economie weer aantrekt. Deze ontwikke-
lingen zijn het sterkst als we rekening houden met kwalitatieve fricties op de markt.
De behoefte aan huurappartementen neemt flink toe bij een constante woonsituatie in 2020.
Houden we rekening met kwalitatieve fricties, dan verandert bij het LC-scenario deze extra
behoefte in een potentieel overschot.
tabe l 4 -1 2 : De benod ig de woni ng vo orr aad in 2 0 2 0 in de reg io va n Assen b i j con stante wo o n-
s itu atie na ar e ig en domsv o rm en ty pe won ing (ex c l us i e f s tar ters )
Bron: WoON 2006 en RIGO woningmarktsimulatie
tabe l 4 -1 3 : De ben od ig de woni ng vo orr aad i n 2 0 2 0 i n de reg io v an Assen i nc l us ie f kwa l it a-
t ieve f r ic t ies n aa r e ig end o msvorm en t ype wo ni ng (ex c lus ie f s ta rters )
Bron: WoON 2006 en RIGO woningmarktsimulatie
4.6 Invloedsferen op de woningmarkt
In paragraaf 4.5 zijn de effecten doorgerekend van de verwachte demografische ontwikkelin-
gen volgens de prognose migratiesaldo 500 en economische ontwikkelingen (koopkrachton t-
wikkelingen en ontwikkeling van de werkgelegenheid). De ontwikkelingen op het vlak van
demografie en economie zijn twee belangrijke determinanten van de woningmark t. In para-
graaf 4.5 zijn de effecten hiervan op de ontwikkeling van de woningbehoefte volgens twee
scenario’s cijfermatig in kaart gebracht. In deze paragraaf plaatsen we deze ontwikkelingen in
een breder perspectief.
Sociaal-culturele ontwikkelingen
Demografie en economie zijn niet de enige determinanten voor de toekomstige ontwikkeli n-
gen van de woningbehoefte. Ook sociaal-culturele trends spelen een rol. Hierbij gaat het
vooral om imagokwesties en smaak. Een voorbeeld van een imagokwestie: huishoudens met
voorraad 2006 behoefte 2020 ZWC
verschil behoefte 2020
ZWC - voorraad 2006 behoefte 2020 LC
verschil behoefte 2020
LC - voorraad 2006
koop eengezins 106.920 113.620 6.700 117.630 10.710
meergezins 17.760 23.950 6.190 24.420 6.660
totaal 124.680 137.570 12.890 142.050 17.370
huur eengezins 32.070 33.150 1.080 31.400 -670
meergezins 48.920 54.970 6.050 52.240 3.320
totaal 80.990 88.120 7.130 83.640 2.650
totaal 205.670 225.690 20.020 225.690 20.020
voorraad 2006 behoefte 2020 ZWC
verschil behoefte 2020
ZWC - voorraad 2006 behoefte 2020 LC
verschil behoefte 2020
LC - voorraad 2006
koop eengezins 106.920 117.530 10.610 125.080 18.160
meergezins 17.760 22.940 5.180 24.480 6.720
totaal 124.680 140.470 15.790 149.560 24.880
huur eengezins 32.070 33.940 1.870 30.870 -1.200
meergezins 48.920 51.280 2.360 45.270 -3.650
totaal 80.990 85.220 4.230 76.130 -4.860
totaal 205.670 225.690 20.020 225.690 20.020
54
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
een hoog inkomen zien huren vaak als ‘een dief zijn van je eigen portemonnee’. Als waard e-
stijgingen uitblijven kan dit zomaar omslaan in ‘huren is luxe en comfort’. Dat smaak – bij-
voorbeeld qua bouwstijl - aan verandering onderhevig is heeft de stadsvernieuwing wel laten
zien: in de beginperiode zijn panden gesloopt die nu de status ‘monument ’ zouden krijgen.
Beleidsmatige ontwikkelingen
Voor de komende periode zijn de beleidsmatige ontwikkelingen waarschijnlijk belangrijker dan
de sociaal-culturele. De rekening van de maatregelen om de recessie te bestrijden zal betaald
moeten worden en de overheid zal (fors) moeten bezuinigen. Een ingreep in de hypotheekren-
teaftrek zou bijvoorbeeld in het verschiet kunnen komen. Uiteraard zou dat invloed hebben op
de prijsvorming in de koopsector. En daarmee ook op de concurrentieverhouding tussen de
huur- en koopsector (ten faveure van de eerstgenoemde). Naar het zich laat aanzien blijft ook
de corporatiesector niet buiten schot. Een van de opties die hierbij overwogen wordt is de
rekening van de huurtoeslag in de toekomst bij de corporaties neer te leggen.
Ontwikkelingen in de huursector
Het kan zijn dat ook het momentum aanbreekt voor herziening van de huurprijsstelling in
Nederland. Het woningwaarderingstelsel (WWS) geeft een relatief gering gewicht aan het
belang van de locatie van de woning. In populaire woongebieden (waar de vraag veel groter is
dan het aanbod) is de huur hierdoor vaak relatief lager dan in minder populai re gebieden. Als
de locatiefactor in het WWS wordt aangescherpt, zou dat vooral in de meer gespannen w o-
ningmarkten zorgen voor ruimte voor een hogere huurprijsstelling. In de meer ontspannen
markten, zeker daar waar krimp in het verschiet ligt, is die ruimte er overigens niet.
Binnenkort zal in het woningwaarderingstelsel ook duurzaamheid een plek krijgen. Hierdoor
zullen verhuurders meer geneigd zijn energiebesparende ingrepen door te voeren. Hiermee
wordt recht gedaan aan het feit dat in de totale woonlasten van bewoners, de energielasten
de afgelopen jaren veel sneller zijn gestegen dan de huurprijzen. En de verwachting is dat met
het schaarser worden van grondstoffen deze trend door zal zetten. Ook betaalbaarheid komt
hiermee in een ander perspectief te staan, waarover meer in hoofdstuk 7.
Er zijn experimenten gaande – zoals Huur op Maat – die een alternatief willen bieden voor het
huidig objectgerichte stelsel van huurprijsstelling. Kern hierbij is dat voor de woning (het o b-
ject) een vaste (markt)huur wordt bepaald en dat vervolgens korting wordt gegeven aan men-
sen met lagere inkomens. Doordenkend langs de lijnen van dit experiment bieden straks ook
corporaties woningen tegen markthuur aan, en verlenen daarnaast inkomensondersteuning
door korting te verlenen. Het specifieke karakter van de sociale huursector zoals wij die in
Nederland kennen (corporaties die woningen verhuren met een beleidsmatige bepaalde g e-
matigde huurprijs) zou hierdoor op termijn kunnen gaan veranderen.
Tot slot
Op de langere termijn zullen de ontwikkelingen op bovenstaande vlakken in interactie de to e-
komstige woningmarkt bepalen. Daarnaast geldt dat ook verandering van het aanbod de b e-
hoefte beïnvloedt. De komende jaren zal – althans landelijk - de productie afnemen en moge-
lijk de schaarste – tijdelijk en lokaal – toenemen.
Hoe de ontwikkelingen exact zullen uitpakken, kan niemand met zekerheid zeggen. Op de wat
kortere termijn speelt vooral de emotie op de markt een rol. Deze bepaalt de actuele vraa g-
aanbodverhoudingen zoals geschetst in paragraaf 3.5. Deze kunnen – met het consumenten-
vertrouwen in bredere zin – sneller omslaan.
55
Nieuwbouwplannen en woonmilieus
Hoofdstuk 5
Nieuwbouwplannen en woonmilieus
5.1 Inleiding
In het vorige hoofdstuk zijn de verwachtingen ten aanzien van de demografische en econom i-
sche ontwikkelingen beschreven. De provinciale prognose migratiesaldo 500 is hierbij als lei-
dend vastgesteld: het is de ambitie van de gemeente Assen om in 2030 ongeveer 80.000 men-
sen in de gemeente te hebben wonen. In dit hoofdstuk zetten we de nieuwbouwlocaties en
plannen van de gemeente uiteen, benodigd voor het nastreven van deze ambitie (paragraaf
5.2 en 5.3). Ook bespreken we de uitkomsten van het woonwensenonderzoek die – naast de
ontwikkeling van de woningbehoefte – van invloed kunnen zijn op de nadere uitwerking van
het bouwprogramma c.q. de invulling van concrete locaties (paragraaf 5.4 en 5.5). In het
Woonplan 2009 worden de ontwikkelingen aan de aanbodzijde gespiegeld aan de nieuwe in-
zichten zodat inzicht ontstaat in welke bijstelling van het nieuwbouwprogramma gewenst is.
5.2 Nieuwbouwlocaties
Gemeente Assen koestert de ambitie te groeien naar 80.000 inwoners. Om dit te bereiken
wordt het bestaande beleid doorgevoerd: de bevolkingstoename zal worden gehuisvest op
zowel uit- als inbreidingslocaties.
De grote uitbreidingslocatie Kloosterveen zal worden afgerond. Daarnaast zet de gemeente in
op versterkte verdichting van de bestaande stad, inclusief de transformatie van het Stadsbe-
drijvenpark. Het Stadsbedrijvenpark zal in eerste instantie rond de Havenkade worden g e-
transformeerd in een intens, stedelijk woongebied waar nieuwe woonmilieus kunnen worden
gecreëerd. Als stedelijke kern wil Assen zoveel mogelijk verschillende woningtypes/woon -
milieus kunnen aanbieden om een zo breed mogelijk publiek te kunnen aanspreken. Over het
algemeen bieden de locaties Kloosterveen en Messchenveld met de lagere dichtheden andere
woonmilieus aan dan de inbreidingslocaties in de bestaande stad en het Stadsbedrijvenpark
(bron: gemeente Assen).
In deze paragraaf gaan we kort in op de belangrijkste woningbouwontwikkelingen i n de huidi-
ge woningbouwplanning en –programmering. De locaties zijn weergegeven in figuur 5-1.
Binnenstedelijke ontwikkelingen
Het Palet. Op het Coveco-terrein in Assen, het terrein van een voormalige vleesfabriek,
aan de westzijde van de wijk Assen Oost, wordt Het Palet gerealiseerd . De locatie ligt
vlakbij het station en het centrum van Assen en voorziet behalve in circa 300 woningen,
waarvan er inmiddels bijna 170 zijn gerealiseerd, ook in ruimte voor milieuvriendelijke
bedrijvigheid en kantoren. Het programma biedt een aantrekkeli jke variatie in architec-
tuur en woonmogelijkheden.
Cultureel Kwartier. In het Cultureel Kwartier wordt ruimte geboden voor cultuur, horeca,
wonen en een ondergrondse parkeergarage. Met een nieuw theater met 2 zalen en een
56
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
bioscoop met minimaal 4 zalen, maakt dit het toekomstig cultureel centrum van Assen.
Naast koopwoningen worden er 66 huurappartementen gerealiseerd door Actium.
De Citadel. Wonen en werken gaan hand in hand met een hoogwaardig omgevingsbeeld.
In het centrum van Assen worden appartementen, eengezinswoningen, winkelvoorzienin-
gen en een parkeergarage gebouwd.
Koningspoort. Op het voormalig Acmesa-terrein worden grondgebonden woningen en
appartementen gebouwd. De appartementen komen in een toren van 15 verdiepingen,
conform de Hoogbouwvisie van Assen.
Diepstroeten. Mensen met een verstandelijke handicap in een ‘gewone’ woonbuurt. Dat is
het toekomstbeeld voor de nieuwe buurt Diepstroeten op het huidige Vanboeijenterrein
in Assen Oost. Hier komen woningen voor ongeveer 200 Assenaren met een handicap en
circa 600 woningen voor andere Assenaren. In Diepstroeten vindt als het ware een omg e-
keerde integratie plaats.
Havenkwartier. Momenteel wordt gestudeerd op de transformatiemogelijkheden van het
Stadsbedrijvenpark naar een gemengd stedelijk woongebied met creatieve, kleinschalige
werklocaties aan huis. Het betreft een grootschalige stedelijke woningbouwontwikkeling
met in potentie capaciteit voor circa 2.500 tot 3.000 woningen op lange termijn.
f ig u ur 5 -1 : Nie uwbouw loc a ties i n g emeente Assen
Bron: gemeente Assen, website www.nieuwbouw-in-assen.nl, bewerking RIGO
57
Nieuwbouwplannen en woonmilieus
Uitbreidingslocaties
De wijk Kloosterveen is momenteel de grote uitleglocatie van de gemeente Assen. Sinds 1998
zijn in deze wijk circa 3.400 nieuwe woningen opgeleverd en kunnen er in potentie nog circa
3.200 worden gebouwd in de volgende drie deelplannen:
Kloosterveen I, Kloosterveste. In dit cluster wordt het centrumgebied van de wijk Kloo s-
terveen gerealiseerd. Naast een uitgebreid voorzieningenpakket worden hier circa 600
woningen gebouwd, overwegend in een bijzondere stedelijke setting. De bouw is gestart
en de eerste woningen zijn in de verkoop gebracht. Met de voltooiing van dit cluster
wordt Kloosterveen I afgerond.
Kloosterveen II. Dit is het vervolg op Kloosterveen I in westelijke richting. In de clusters
Kloosterhout en Kloosterbos wordt volop gebouwd. Hier worden nog circa 300 woningen,
voornamelijk grondgebonden, opgeleverd. Er wordt gewerkt aan de voorbereiding van de
realisatie van de clusters De Velden, Domein, Akker en Vaart met een totale capaciteit van
circa 1.100 woningen. Ook hier zullen voornamelijk grondgebonden woningen worden ge-
realiseerd, voor een beperkt deel in particulier opdrachtgeverschap.
Kloosterveen III. Deze ontwikkeling is een verdere uitbreiding in westelijke richting en is
momenteel onderwerp van studie. De locatie heeft in potentie een capaciteit van circa
1.200 woningen, voornamelijk grondgebonden. Het wordt een ruim opgezet plan met veel
groen en water en een hoog ambitieniveau met betrekking tot duurzame ontwikkeling.
Het is de bedoeling een substantieel deel van dit plan in de vorm van particulier op-
drachtgeverschap te realiseren.
Naast Kloosterveen is er de uitbreidingslocatie Messchenveld.
Messchenveld. Voor de langere termijn is deze, aan de noordzijde van Assen gelegen,
uitleglocatie in beeld. Het betreft een nieuwe woonwerk- en woonlocatie met circa 2.500
tot 3.000 woningen met extra aandacht voor duurzaamheid door toepassing van ‘cradle to
cradle’ ontwerpprincipes. De wijk zal na voltooiing van Kloosterveen moeten voorzi en in
de Assense woningbehoefte.
5.3 Veranderingen in de woningvoorraad
Gemeente Assen heeft plancapaciteit voor de bouw van in totaal 5.496 woningen in de perio-
de 2009 tot 2020 (tabel 5-1), waarvan 216 zorgplaatsen. In dit onderzoek wordt uitgegaan van
de zelfstandig bewoonde voorraad, dus exclusief de zorgplaatsen. De afgelopen tien jaar we r-
den gemiddeld 46 woningen per jaar gesloopt, waarvan 15 woningen van eigenaarbewoners.
In het vigerende woonbeleid wordt uitgegaan van gemiddeld 50 woningen per jaar die worden
gesloopt. Dit betekent dat in de periode 2009 tot 2020 circa 550 woningen gesloopt worden,
waarvan 165 woningen van eigenaarbewoners. De netto uitbreiding van de (zelfstandig be-
woonde) voorraad bedraagt dan volgens planning 4.730 woningen in de periode 2009 tot
2020, waarvan 1.385 nultredenwoningen.
tabe l 5 -1 : N ieuwbo uwp lan nen, 2 0 0 9 t /m 2 0 1 9
Bron: gemeente Assen
aantal
bruto plancapaciteit woningen 2009-2020 5.496
waarvan zorgplaatsen 216
sloop woningen: gemiddeld 50 per jaar 550
netto plancapaciteit woningen 2009-2020 4.730
58
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
In tabel 5-2 zijn de nieuwbouwplannen (exclusief de zorgplaatsen) weergegeven naar seg-
ment. De tabel bestaat uit de optelsom van alle lopende woningbouwontwikkelingen, excl u-
sief het Stadsbedrijvenpark en Messchenveld. De nadruk ligt op de (middel)dure grondgebon-
den koopsector, gevolgd door goedkope tot middeldure huurapparte menten en (middel)dure
koopappartementen.
De aantallen in de tabel sluiten aan bij het vigerende woonbeleid. De aantallen worden mog e-
lijk bijgesteld op basis van de resultaten van het woonwensenonderzoek in het Woonplan
Assen 2010 - 2030.
tabe l 5 -2 : n ieuwb ouwp la nn en na ar seg ment , 2 0 0 9 tot 2 0 2 0
Bron: gemeente Assen
Nieuwbouwplannen versus de ambitieprognose
In dit onderzoek sluiten we aan bij de ambitieprognose migratiesaldo 500. Anno 2009 be-
draagt het aantal zelfstandig wonende huishoudens 27.975. Voor een inschatting van het aan-
tal zelfstandig wonende huishoudens in 2020 is de trend volgens de prognose migratiesaldo
500 geprojecteerd op de 27.975 huishoudens in 2009. In 2020 wonen dan 31.860 zelfstandig
wonende huishoudens in de gemeente Assen, ofwel een toename van bijna 3.900 huishou-
dens. Wil de gemeente Assen deze ambitie halen, dan betekent dit een netto toevoeging van
bijna 3.900 woningen aan de voorraad tot 2020.
Uitgaande van een netto plancapaciteit van 4.730 woningen betekent dit dat de bouw van
circa 840 woningen mogelijk geen doorgang vindt. Nieuwbouwplannen worden echter zelden
allemaal gerealiseerd. De praktijk leert dat nieuwbouwplannen vaak worden bijgesteld, wat
leidt tot planuitval en/of vertraging. Uitgaande van de bouw van 3.900 woningen betekent het
in dit geval een planuitval en/of vertraging van 18%. Gemiddeld genomen in Nederland vindt
aantal aandeel
huur rij < € 493 20 0%
€ 493 - € 622 375 7%
> € 622 111 2%
appartement < € 493 407 8%
€ 493 - € 622 485 9%
> € 622 51 1%
totaal huur 1.449 27%
koop rij < € 160.000 230 4%
€ 160.000 - € 220.000 730 14%
€ 220.000 - € 275.000 20 0%
> € 275.000 50 1%
2^1-kap < € 160.000 0 0%
€ 160.000 - € 220.000 38 1%
€ 220.000 - € 275.000 1.205 23%
> € 275.000 26 0%
vrijstaand < € 160.000 0 0%
€ 160.000 - € 220.000 0 0%
€ 220.000 - € 275.000 2 0%
> € 275.000 829 16%
appartement < € 160.000 0 0%
€ 160.000 - € 220.000 37 1%
€ 220.000 - € 275.000 554 10%
> € 275.000 110 2%
totaal koop 3.831 73%
totaal 5.280 100%
59
Nieuwbouwplannen en woonmilieus
30% van de plannen geen doorgang of wordt uitgesteld. Dit betekent dat er een ambitieuze
opgave ligt om de plannen te real iseren.
5.4 Woonmilieus
Voor een nadere uitwerking van het nieuwbouwprogramma is niet alleen inzicht in de woo n-
wensen naar eigendomsvorm en type woning van belang. Ook inzicht in het gewenste woo n-
milieu en bijbehorende sfeer is belangrijk om te komen tot een geslaagd nieuwbouwpro-
gramma.
In het woonwensenonderzoek is aan de bewoners gevraagd een waardering uit te spreken
voor vier onderscheiden woonmilieus (rustig stedelijk wonen, levendig stedelijk wonen, bu i-
tenwijk rustig wonen en buitenwijk levendig wonen) en daarbinnen voor telkens vier woning-
typen in een bepaalde woonsfeer.
In figuur 5-2 t/m figuur 5-5 staat de waardering van de bewoners weergegeven. Het gaat om:
1. de gemiddelde waardering van alle huishoudens per woonmilieu en binnen elk woonmili-
eu naar woningtype;
2. de omvang van de groep huishoudens die de verschillende woonmilieus met een 8 of ho-
ger waardeert en de gemiddelde waardering van deze groep voor de verschillende wo-
ningtypen binnen elk woonmilieu;
3. de omvang van de groep verhuisgeneigde huishoudens die de verschillende woonmilieus
met een 8 of hoger waardeert en de gemiddelde waardering van deze groep voor de ver-
schillende woningtypen binnen elk woonmilieu.
Leesvoorbeeld figuren: Het woonmilieu rustig stedelijk wonen in figuur 5-2 wordt door alle
huishoudens in Assen (groep 1) beoordeeld met een 7,5 gemiddeld. Het eerste woningtype
binnen dit woonmilieu wordt door deze groep beoordeeld met een 4,6 gemiddeld. Huishou-
dens die het woonmilieu met een 8 of hoger beoordelen geven ditzelfde woningtype gemi d-
deld een 5,0 en de verhuisgeneigden onder hen een 4,9.
Kort samengevat blijkt het volgende:
Over het algemeen worden de woonmilieus rustig stedelijk wonen en buitenwijk rustig
wonen door de huishoudens het meest gewaardeerd. Vooral ruime eengezinswoningen
met voldoende buitenruimte scoren hoog binnen dit woonmilieu .
Huishoudens waarderen het ‘levendig stedelijk wonen’ gemiddeld genomen lager dan de
andere woonmilieus: een 5,8 ten opzichte van een 6,8 gemiddeld over de vier voorgelegde
milieus.
Ongeveer een vijfde deel van de verhuisgeneigde huishoudens waardeert het ‘levendig
stedelijk wonen’ met een 8 of hoger. Uit de woonvoorkeuren die deze mensen aangeven
binnen het levendig stedelijk woonmilieu blijkt dat een stadswoning wordt verkozen b o-
ven een appartement. De waardering voor appartementen ligt bij deze groep wel hoger
dan bij mensen die een ander woonmilieu prefereren. Dit past bij het idee dat stedelijke
woningbouw moet passen binnen de ‘Assense maat’.
Het woonmilieu ‘rustig stedelijk wonen’ wordt door bijna 60% van de verhuisgeneigde
huishoudens met een 8 of hoger gewaardeerd. De voorkeur gaat dan uit naar grondge-
bonden woningen.
Ruim de helft van de verhuisgeneigde huishoudens waardeert het woonmilieu ‘buitenwijk
rustig wonen’ met een 8 of hoger. Bij het woonmilieu ‘buitenwijk levendig wonen’ gaat
het om circa 32%.
60
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
Rustig stedelijk wonen
Groep 1: Gemiddeld cijfer alle huishoudens: 7,5.
Groep 2: Aantal huishoudens dat het woonmilieu met een 8 of hoger waardeert bedraagt
15.100, ofwel 59% van totaal aantal huishoudens dat een cijfer heeft gegeven.
Groep 3: Aantal verhuisgeneigde huishoudens dat het woonmilieu met een 8 of hoger waar-
deert: 3.520, ofwel 59% van totaal aantal huishoudens dat een cijfer heeft gegeven.
f ig u ur 5 -2 : Woo nmi l ie u rus t ig s tede l i jk wo nen
groep 1. cijfer: 4,6 cijfer: 5,4 cijfer: 7,2 cijfer: 6,5 groep 2. cijfer: 5,0 cijfer: 5,6 cijfer: 7,4 cijfer: 6,7 groep 3. cijfer: 4,9 cijfer: 5,6 cijfer: 7,6 cijfer: 6,8
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Levendig stedelijk wonen
Groep 1: Gemiddeld cijfer alle huishoudens: 5,8.
Groep 2: Aantal huishoudens dat het woonmilieu met een 8 of hoger waardeert bedraagt
5.440, ofwel 21% van totaal aantal huishoudens dat een cijfer heeft gegeven.
Groep 3: Aantal verhuisgeneigde huishoudens dat het woonmilieu met een 8 of hoger waar-
deert: 1.350, ofwel 23% van totaal aantal huishoudens dat een cijfer heeft gegeven.
f ig u ur 5 -3 : Woo nmi l ie u lev endig s te de l i jk w onen
groep 1. cijfer: 5,2 cijfer: 5,1 cijfer: 5,8 cijfer: 5,2 groep 2. cijfer: 6,8 cijfer: 6,6 cijfer: 7,2 cijfer: 6,1 groep 3. cijfer: 7,1 cijfer: 6,9 cijfer: 7,4 cijfer: 6,3
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
61
Nieuwbouwplannen en woonmilieus
Buitenwijk rustig wonen
Groep 1: Gemiddeld cijfer alle huishoudens: 7,2.
Groep 2: Aantal huishoudens dat het woonmilieu met een 8 of hoger waardeert bedraagt
12.850, ofwel 51% van totaal aantal huishoudens dat een cijfer heeft gegeven.
Groep 3: Aantal verhuisgeneigde huishoudens dat het woonmilieu met een 8 of hoger waar-
deert: 3.200, ofwel 54% van totaal aantal huishoudens dat een cijfer heeft gegeven.
f ig u ur 5 -4 : Woo nmi l ie u bu i tenwi jk r ust ig wo nen
groep 1. cijfer: 5,7 cijfer: 7,1 cijfer: 7,2 cijfer: 6,5 groep 2. cijfer: 6,1 cijfer: 7,8 cijfer: 7,9 cijfer: 7,0 groep 3. cijfer: 6,1 cijfer: 7,9 cijfer: 8,0 cijfer: 7,1
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Buitenwijk levendig wonen
Groep 1: Gemiddeld cijfer alle huishoudens: 6,7.
Groep 2: Aantal huishoudens dat het woonmilieu met een 8 of hoger waardeert bedraagt
7.990, ofwel 32% van totaal aantal huishoudens dat een cijfer heeft gegeven.
Groep 3: Aantal verhuisgeneigde huishoudens dat het woonmilieu met een 8 of hoger waar-
deert: 1.880, ofwel 32% van totaal aantal huishoudens dat een cijfer heeft gegeven.
f ig u ur 5 -5 : Woo nmi l ie u bu i tenwi jk leven dig wo nen
groep 1. cijfer: 5,4 cijfer: 5,2 cijfer: 6,0 cijfer: 6,2 groep 2. cijfer: 5,7 cijfer: 5,6 cijfer: 7,1 cijfer: 7,2 groep 3. cijfer: 5,5 cijfer: 5,4 cijfer: 7,3 cijfer: 7,5
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
62
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
Typering doelgroepen voor levendig stedelijk woonmilieu
Ongeveer een vijfde deel van de verhuisgeneigde huishoudens waardeert het ‘levendig stede-
lijk wonen’ met een 8 of hoger. Deze groep bestaat voor ruim de helft uit eenpersoonshui s-
houdens en voor een derde uit huishoudens tot 35 jaar. Ook van oudere huishoudens is er
belangstelling te verwachten voor dit type woonmilieu, zij het absoluut gezien in mindere
mate.
f ig u ur 5 -6 : Typer ing d oe l g roep vo or leven dig s tede l i jk wo onmi l ieu n aar lee f t i j d en t ype
huis ho uden
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 5 -3 : Ty per i ng doe lg r oep v oor leven dig s tede l i j k woonm il ieu naa r comb i nat ie lee f t i jd
en type hu isho ude n
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
5.5 Eigenbouw en duurzaamheid
Eigenbouw
In Nederland is het zelf ontwerpen en bouwen van een woning voor eigen gebruik een uitzo n-
dering. Wie een (ander) huis wil kopen heeft ruime keuze uit bestaande exemplaren en voor
nieuwbouw wordt in de regel de toevlucht genomen tot projectmatige bouw (van een pro-
jectontwikkelaar) of woningen die kant en klaar uit een catalogus kunnen worden besteld en
op een kavel kunnen worden gemonteerd.
In Assen overweegt circa 27% van de woningzoekenden die expliciet op zoek zijn naar een
koopwoning in eigen beheer een woning te bouwen. Het gaat om circa 900 huishouden. Som-
32%
22%
22%
15%
9%
< 35 jr.
35 tot 45 jr.
45 tot 55 jr.
55 tot 65 jr.
65+ 53%
24%
20%
3%
eenpersoons
tweepersoons
gezin
anders
aantal aandeel
aandeel van totaal
verhuisgeneigden
< 25 jr. 150 11% 26%
25 tot 55 jr. eenpersoons 470 35% 28%
tweepersoons 140 10% 16%
gezin 240 18% 11%
55+ eenpersoons 150 11% 26%
meerpersoons 170 13% 27%
overig 40 3% 22%
totaal 1.350 100% 21%
63
Nieuwbouwplannen en woonmilieus
mige huishoudens weten nog niet of ze dit naar eigen ontwerp willen doen, met de keus uit
bestaande ontwerpen of in groepsverband. Zij konden meerdere opties aa ngegeven. De mees-
te huishoudens overwegen een woning te bouwen geheel naar eigen ontwerp (tabel 5-4).
Deze groep bestaat vooral uit huishoudens die hebben aangegeven een vrijstaan de woning te
wensen, gevolgd door een twee-onder-een-kapwoning.
tabe l 5 -4 : Wens va n won i ng z oekende n d ie ex pl ic ie t op z oek z i j n n aar ee n ko o pwon ing om
een won ing te bo uwen in e i g en beheer (meer dere a ntw oor den mog el i j k)
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Interesse voor een duurzame woning
Nieuwe woningen kunnen duurzaam worden gebouwd en bestaande woningen kunnen duur-
zamer worden gemaakt. Bijvoorbeeld door extra goede isolatie, duurzame materialen en zo n-
nepanelen. In tabel 5-5 is de interesse weergegeven voor een duurzame woning.
De vraag is gesteld aan alle huishoudens. Van deze groep geeft 69% aan hier wel wat voor te
voelen, maar een derde hiervan geeft ook aan er niks extra voor te willen betalen. Als hui s-
houdens wel bereid zijn te investeren in een duurzame woning, willen zij dit meestal binnen
vijf jaar weer terugverdienen. Deze groep bestaat voor het grootste deel uit eigenaarbewo-
ners.
tabe l 5 -5 : I nteresse v oor ee n du urz ame wo ning
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Interesse om de woning te (laten) verbouwen
In tabel 5-6 is de wens van huishoudens weergegeven om hun woning in de komende twee
jaar te (laten) verbouwen. De meerderheid van de huishoudens is dit niet van plan (87%). Als
men dit wel van plan is gaat het vooral om het verbeteren van het wooncomfort, vo oral in de
koopsector (13%). Minder huishoudens geven aan de woning te (laten) verbouwen om de
wilt u een woning bouwen in eigen beheer? aandeel
nee 51%
ja, geheel naar eigen ontwerp (traditionele kavelbouw) 20%
ja, met keuze uit bestaande ontwerpen (catalogusbouw) 11%
ja, in groepsverband (collectief opdrachtgeverschap) 4%
weet niet / geen mening 22%
N = 3.240
totaal aandeel totaal aandeel totaal aandeel
ja, maar ik wil er niets extra voor betalen 2.690 17% 3.420 29% 6.110 22%
ja, voor zover zich dat terugverdient binnen 5 jaar 5.270 33% 2.290 19% 7.560 27%
ja, voor zover zich dat terugverdient binnen 10 jaar 2.890 18% 820 7% 3.710 13%
ja, voor zover zich dat terugverdient binnen 20 jaar 340 2% 140 1% 490 2%
ja, en ik wil er extra voor betalen, ook als zich dat niet terugverdient 900 6% 400 3% 1.300 5%
nee 2.000 12% 1.740 15% 3.740 13%
weet niet 1.450 9% 1.870 16% 3.320 12%
onbekend 560 3% 1.190 10% 1.740 6%
totaal 16.100 100% 11.870 100% 27.970 100%
koop huur totaal
64
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
woning energiezuiniger te maken. Huishoudens hebben weliswaar interesse voor een duurz a-
me woning, maar slechts een klein deel heeft vooralsnog concrete plannen o m de woning op
korte termijn te (laten) verbouwen.
tabe l 5 -6 : Wens van hu ish o udens om de won ing in de komende 2 jaa r te ( la ten ) v erbouwen
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Betrekken bewoners bij nieuwbouwplannen
Aan de woningzoekenden die op zoek zijn naar een huurwoning is voorgelegd of ze betrokken
zouden willen worden bij de nieuwbouwplannen van Actium en Woonconcept om te kunnen
meedenken over de indeling van de nieuwe woning. In tabel 5-7 is het antwoord op deze
vraag weergegeven, alleen van de huishoudens die expliciet op zoek zijn naar een huurw o-
ning. De meerderheid van deze groep voelt er wel voor om bij de nieuwbouwplannen betro k-
ken te worden. De meeste huishoudens geven aan dat ze dit alleen wensen a ls ze toekomstig
huurder worden van de nieuwe woning.
tabe l 5 -7 : An twoo rd o p de vraag : A ls u een h uurw on ing z oekt , z ou u da n betr o kken wi l le n
worden b i j de nie uwbo uwpla nne n van de won ing co r por aties Act ium en Woo nc oncept om te
kun nen meeden ken over de inde l i ng va n de n ieuwe wo ning ?
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Bent u van plan om de komende 2 jaar uw woning te (laten) verbouwen koop huur totaal
nee 83% 92% 87%
ja, om het wooncomfort te verbeteren 13% 3% 8%
ja, om de woning energiezuiniger te maken 4% 1% 3%
ja, om de woning geschikt te maken om er ook met (ouderdoms-)
beperkingen te kunnen blijven wonen2% 2% 2%
ja, anders 3% 3% 3%
totaal 100% 100% 100%
N = 16.100 N = 11.870 N = 27.970
groep die expliciet een huurwoning wenst
aantal aandeel
ja, ik wil graag betrokken worden bij de nieuwbouwplannen 450 25%
ja, alleen als ik toekomstig huurder wordt van de nieuwbouwwoning 650 36%
nee, ik wil niet betrokken worden bij de nieuwbouwplannen 430 23%
weet niet 220 12%
onbekend 70 4%
totaal 1.830 100%
65
Wonen met zorg
Hoofdstuk 6
Wonen met zorg
6.1 Inleiding
Een deel van de Assense bevolking, waaronder ouderen, heeft te maken met lichamelijke ge-
breken. Als gevolg van de vergrijzing zal de behoefte aan zorggerelateerde voorzieningen to e-
nemen, maar ook aan ‘gemaksdiensten’ als tuinonderhoud en klusjesdiensten. Ook op de w o-
ningmarkt zal de vergrijzing haar effecten gaan sorteren: het gaat deels om effecten als gevolg
van de toename van het aantal ‘vitale ouderen’ en deels om effecten als gevolg van de to e-
name van het aantal ouderen met beperkingen. Het merendeel van deze ouderen zal niet
direct denken aan verhuizen en blijft wonen waar hij of zij nu woont. Het beleid is erop ge-
richt dit mogelijk te maken.
In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk wordt ingegaan op de mate van beperkingen van
huishoudens, vervolgens wordt gekeken naar het type woning waar huishoudens met een
zorgvraag behoefte aan hebben. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de toekomstverwachtin-
gen.
6.2 Leven met fysieke beperkingen
Mensen kunnen te maken hebben met verschillende beperkingen. In deze exercitie onde r-
scheiden we de mate van fysieke beperkingen. In Assen zijn ongeveer 5.430 huishoudens met
minstens één persoon met een fysieke beperking. In bijna 800 huishoudens woont een per-
soon met een ernstige fysieke beperking. Het grootste aandeel huishoudens met beperkingen
valt binnen de categorie ‘matige beperkingen’ (60%). Over het algemeen geldt: hoe hoger de
leeftijdscategorie, hoe vaker een huishouden met een beperking voorkomt (figuur 6-1). Vooral
het aandeel huishoudens met matige en ernstige beperkingen neemt sterk toe als men 75 jaar
of ouder is: het gaat om bijna 1.700 huishoudens, ofwel 58% van het totaal aantal 75-plussers.
f ig u ur 6 -1 : Mate va n beper king en per h uis ho uden na a r lee ft i jd in Asse n
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
< 35 jr.
(N= 4.720)
35 tot 55 jr.
(N= 12.880)
55 tot 75 jr.
(N= 7.050)
75+
(N= 2.920)
totaal
(N= 27.570)
ernstige beperkingen matige beperkingen
lichte beperkingen geen beperkingen
66
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
Personen met beperkingen hebben meer behoefte aan (zorg)voorzieningen dan personen
zonder beperkingen. Daarbij is niet alleen de zwaarte van de beperking van invloed op de
soort en de omvang van de behoefte, maar ook de samenstelling van het huishouden of de
nabijheid van familie. In figuur 6-2 is de behoefte aan bepaalde voorzieningen weergegeven
naar de mate van beperking. Aangezien deze vraag aan alle respondenten is gesteld ongeacht
leeftijd of beperkingen, geeft dit waarschijnlijk bij de huishoudens zo nder beperkingen een
‘luxebehoefte’ aan en niet zozeer een noodzakelijke behoefte.
Bij alle voorzieningen geven relatief de meeste huishoudens met een ernstige beperking aan
hier behoefte aan te hebben. Er is vooral behoefte aan huishoudelijke hulp, dit ge ldt voor 75%
van de huishoudens met een ernstige beperking ten opzichte van 9% van de huishoudens zon-
der beperkingen.
f ig u ur 6 -2 : Het aa nta l h uis hou dens met be hoe fte a an verschi l le nde vo orz ien ing e n en d iens te n
naa r mate v an be perk ing
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
De meeste diensten worden verwacht van een professionele instelling of een betaalde kracht
(tabel 6-1). Boodschappen doen en hulp bij de administratie worden relatief het vaakst ve r-
wacht van familieleden. Huishoudens met beperkingen verwachten nog wat meer van famili e-
leden wat betreft hulp bij de administratie, klussendiensten en het onderhoud van de tuin.
Maaltijdvoorzieningen, wassen en strijken en hulp bij de persoonlijke verzorging worden door
deze groep vaker verwacht van een professionele instelling of een betaald e kracht.
tabe l 6 -1 : V a n wie wor den bepaa lde onde rsteu nende d iensten verwac ht?
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000
klussendienst
huishoudelijke hulp
onderhoud tuin
hulp administratie
was- en strijkcentrale
uitleen en onderhoud
rolstoel/scootmobiel
boodschappendienst
maaltijdvoorziening
hulp
persoonlijke verzorginggeen beperkingen
lichte beperkingen
matige beperkingen
ernstige beperkingen
behoefte familie buren/kennissen
professionele
instelling/betaalde kracht totaal
huishoudelijke hulp 4.380 10% 6% 84% 100%
hulp administratie 2.820 38% 12% 51% 100%
boodschappendienst 1.090 56% 17% 27% 100%
klussendienst 6.040 29% 22% 49% 100%
maaltijdvoorziening 850 17% 3% 79% 100%
uitleen en onderhoud rolstoel/scootmobiel 1.100 2% 1% 97% 100%
onderhoud tuin 3.270 25% 22% 54% 100%
was- en strijkcentrale 1.210 28% 8% 64% 100%
hulp persoonlijke verzorging 700 23% 2% 75% 100%
ik verwacht deze diensten van:
67
Wonen met zorg
6.3 De behoefte aan geschikte woonruimten
Woningen specifiek bestemd voor senioren
Van het begrip ‘seniorenwoning’ bestaan uiteenlopende definities. Om zicht te krijgen op de
voorraad specifiek voor senioren bestemde woningen is alle respondenten hiernaar gevraagd.
Dit levert een beeld op van het aantal seniorenwoningen volgens de bewoners en geldt als de
definitie in deze paragraaf.
Er zijn in Assen ruim 2.500 huishoudens die aangeven in een specifiek voor ouderen bestemde
zelfstandige woning te wonen (tabel 6-2). Het gaat vooral om huurwoningen (84%). Voor bijna
de helft worden de seniorenwoningen bewoond door huishoudens in de leeftijd van 75 jaar of
ouder. De andere helft wordt bewoond door 55-plussers. Bij de 75-plussers gaat het om 44%
van alle huishoudens in deze leeftijdscategorie, bij de 55 tot 75-jarigen om zo’n 17%. Het me-
rendeel van de zelfstandig wonende ouderen woont dus in de reguliere woningvoorraad en
niet in een specifiek voor ouderen bestemde woning.
tabe l 6 -2 : A ant al w on ing en spec i f iek bestem d vo or se nio ren
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
De vraag naar woningen voor senioren of mensen met een beperking
Aan woningzoekenden is ook gevraagd of men een woning of woonruimte zoekt die speciaal
bestemd is voor senioren of voor mensen met een beperking (tabel 6-3). Van het totaal aantal
huishoudens die binnen 5 jaar wensen te verhuizen, geeft circa 12% aan – ruim 800 huishou-
dens – een speciaal voor senioren of mensen met een beperking bestemde woning te wensen.
In circa 80% van de gevallen gaat het om huishoudens van 55 jaar of ouder.
Een klein deel – circa 160 huishoudens – wenst een woning waarin beter zorg kan worden
verleend of ontvangen aan/van de partner, ouders, kinderen of een ander familielid.
tabe l 6 -3 : A ntwo ord op de vra ag : z oekt u een w oni ng of wo onr uimte die spec ia a l bestemd is
voo r seni oren of vo or mens en met een beper ki ng ?
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
aantal aandeel
ja 2.550 9%
nee 24.640 88%
weet niet 660 2%
onbekend 130 0%
totaal 27.970 100%
aantal aandeel
ja, een woning waar ik zelfstandig in kan wonen 810 12%
ja, een woning waarin ik beter zorg kan verlenen of ontvangen van/aan
mijn partner, ouder(s), kind(eren) of een ander familielid 160 2%
ja, een plaats in een instelling, zoals een verpleeg- of verzorgingshuis 60 1%
nee 5.340 81%
weet niet 150 2%
onbekend 110 2%
totaal 6.630 100%
68
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
Belangrijkste kenmerk van de woning voor senioren of mensen met een beperking is dat deze
nabij winkelvoorzieningen moet liggen (tabel 6-4). Circa 83% van de woningzoekenden die een
dergelijke woning wensen hebben dit kenmerk genoemd. Ook hebben relatief veel huishou-
dens aangegeven dat de gewenste woning gelijkvloers is en/of rolstoeltoegankelijk. Opvallend
is dat sociale kenmerken een relatief kleinere rol spelen.
tabe l 6 -4 : Gewenste kenme rken wo n i ng vo or sen iore n en mensen met een be perk i ng
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Toegankelijkheid van de woningvoorraad
De reguliere woningvoorraad kan prima geschikt zijn om oud in te worden. Een veel gebruikte
maatstaf hierbij is de toe- en doorgankelijkheid van de woning. Deze is in kaart gebracht aan
de hand van twee enquêtevragen:
a. of de voordeur van de woning zonder trappen te lopen bereikbaar is (toegankelijkheid)
en:
b. of vanuit de woonkamer - zonder traplopen - de keuken, het toilet, de badkamer en ten
minste één slaapkamer bereikbaar zijn (doorgankelijkheid).
Als een woning aan beide criteria voldoet spreken we over een nultredenwoning. In tabel 6-5
staat aangegeven in welke mate de Assense woningvoorraad aan de criteria voldoet.
Bijna een kwart van alle bewoonde woningen is een nultredenwoning. Voor het grootste d eel
gaat het om appartementen, maar ook een aanzienlijk deel eengezinswoningen wordt gety-
peerd als nultredenwoning. Dit kunnen patiowoningen of bungalows zijn, maar ook woningen
met een slaapkamer en een badkamer beneden. Overigens geldt voor de grondgebonden wo-
ningen die nu niet als nultredenwoning functioneren dat deze mogelijk door enkele kleine
aanpassingen wel als zodanig kunnen worden ingericht.
Bijna tweederde van de woningen is alleen extern toegankelijk. Deze categorie is zo groot
omdat bijna alle eengezinswoningen hieronder vallen. De entree van de meeste eengezinswo-
ningen is immers zonder traplopen vanaf de straat bereikbaar. De categorie alleen intern
doorgankelijk is met 10% een stuk kleiner. Vaak zijn dit appartementen, een groot deel hier-
van is immers per definitie al toegankelijk.
aandeel
nabij winkelvoorzieningen liggen 83%
gelijkvloers zijn en/of rolstoeltoegankelijk 77%
bereikbaar zijn met het openbaar vervoer 49%
nabij zorgvoorzieningen liggen (zoals een huisarts of fysiotherapeut) 34%
nabij een treinstation liggen 24%
onderdeel uitmaken van een complex met andere (senioren)woningen 19%
nabij welzijnsvoorzieningen liggen (bijvoorbeeld: ruimten om andere mensen te ontmoeten) 17%
op korte afstand liggen van een zorgpost, zodat zorgverleners snel in de woning kunnen zijn 12%
extra ruimte hebben om zorg te kunnen verlenen of ontvangen van/aan mijn partner,
ouder(s), kind(eren) of een ander familielid, vriend of kennis 8%
op korte afstand liggen van familieleden of vrienden die mij verzorgen 3%
anders 15%
N = 810
69
Wonen met zorg
tabe l 6 -5 : Toeg a nke l i jk he i d va n de wo ni ng vo orr aad naa r e ig end omsvo rm en t y pe won ing *
*exclusief de categorie overig/onbekend Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Wie wonen in de nultredenwoningen?
Uiteraard wonen er niet alleen senioren in de nultredenwoningen. Wel neemt het aandeel
huishoudens dat een nultredenwoning bewoont duidelijk toe met de leeftijd ( figuur 6-3). Van
de jongere huishoudens woont slechts 15% in een nultredenwoning, bij de 75-plussers is dit
ruim de helft. Van deze 75-plussers woont circa 28% in een koopwoning. De figuur laat zien
dat dit bij de aankomende ouderen (de groep van 55 tot 75 jaar) een hoger aandeel is, name-
lijk 46%. Een deel van hen zal nog verhuizen, maar desalniettemin zal in de toekomst een gr o-
ter aandeel van de ouderen in een koopwoning wonen.
f ig u ur 6 -3 : Het aandee l hu isho udens in nu lt redenw on ing en en het t ype nu ltre de nwon ing dat
wordt bew oon d n aar lee f t i jdsk lassen
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Behoefte aan toegankelijke woningen
Aan de huishoudens die hebben aangegeven de komende vijf jaar te willen verhuizen is ook
gevraagd naar hun wensen omtrent de toegankelijkheid van de woning. Van het totaal aantal
woningzoekenden geeft 24% aan een nultredenwoning te wensen (tabel 6-6). De voorkeur
gaat vooral uit naar een huurwoning. Voor een derde van de woningzoekenden is doorganke-
lijkheid en toegankelijkheid niet belangrijk bij hun woningkeuze.
Uitgesplitst naar leeftijd wordt duidelijk dat de groep die een nultredenwoning wenst voor
een aanzienlijk deel bestaat uit woningzoekenden van 55 tot 75 jaar (tabel 6-7). Deze huis-
houdens willen nog een stap op de woningmarkt maken en sorteren daarbij voor op het ouder
worden. Men wil vaak zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Indien men verhuist is het
belangrijk dat de woning perspectief biedt dat ook zo lang mogelijk te kunnen blijven doen.
aantal aandeel koop huur eengezins meergezins
nultredenwoning 6.600 24% 2.770 3.820 2.940 3.550
alleen extern toegankelijk 17.500 63% 12.260 5.240 17.290 20
alleen intern doorgankelijk 2.910 10% 540 2.370 150 2.760
overig 960 3% 530 440 520 290
totaal 27.970 100% 16.100 11.870 20.900 6.610
totaal
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
< 35 jr. 35 tot 55 jr. 55 tot 75 jr. 75+
huur meergezins
huur eengezins
koop meergezins
koop eengezins
aandeel in nultrede
70
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l 6 -6 : Wo onwense n na ar toeg a nke l i jk he id w on in g en g ewenste e ig endomsv o rm
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 6 -7 : Wo onwense n na ar toeg a nke l i jk he id w on in g naar lee ft i j d
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Vraag versus aanbod
Tegenover de woningvraag van 1.570 nultredenwoningen staat een aanbod van zo’n 1.240
nultredenwoningen dat vrijkomt als iedereen zou verhuizen. Er is dus in zekere zin een actueel
tekort aan nultredenwoningen van ongeveer 330 woningen. Dit actuele tekort kan deels via
aanpassing van de bestaande voorraad worden opgelost, maar een ander deel betreft een
nieuwbouwopgave. In figuur 6-4 staat aangegeven in welke segmenten dit tekort zich vooral
manifesteert. Hierbij is dezelfde aanpak gehanteerd als in paragraaf 3.5 (de spanning op de
woningmarkt). Voor een belangrijk deel betreft het actuele tekort eengezinswoningen in de
koopsector, gevolgd door huurappartementen.
f ig u ur 6 -4 : De vra ag naa r nul trede nwon ing en afg ez et teg en het pote nt ië le a anb od va n n u l-
tredenw oni ng en i n 2 0 0 9
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
aantal aandeel koop huur weet niet/onbekend
nultredewoning 1.570 24% 420 770 380
extern toegankelijk 2.500 38% 1.640 350 510
intern doorgankelijk 190 3% 50 100 50
overig 2.160 33% 1.110 520 540
onbekend 140 2% 30 90 50
totaal 6.570 100% 3.210 1.830 1.530
totaal
< 35 jr. 35 tot 55 jr. 55 tot 75 jr. 75+ totaal < 35 jr. 35 tot 55 jr. 55 tot 75 jr. 75+ totaal
nultredewoning 170 510 760 140 1.570 7% 17% 73% 93% 24%
extern toegankelijk 1.250 1.150 110 0 2.500 51% 39% 11% 0% 38%
intern doorgankelijk 50 80 60 0 190 2% 3% 6% 0% 3%
overig 980 1.100 80 0 2.160 40% 37% 8% 0% 33%
onbekend 0 100 20 20 140 0% 3% 2% 13% 2%
totaal 2.440 2.940 1.040 150 6.570 100% 100% 100% 100% 100%
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
eengezins meergezins eengezins meergezins
koop huur
niet uitgesproken over
eigendom en vorm
niet uitgesproken over
de vorm
niet uitgesproken over
het eigendom
enkelvoudig
potentieel aanbod
71
Wonen met zorg
Woningaanpassingen
Een van de manieren om ook met (ouderdoms-)beperkingen in de huidige woning te kunnen
blijven wonen is het geschikt (laten) maken van de woning. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om
een traplift, beugels in het toilet en de badkamer of verbreding van de deuren . In tabel 6-8
staat voor de huishoudens met verbouwplannen de interesse voor dergelijke woningaanpas-
singen weergegeven, uitgesplitst naar huurders en eigenaarbewoners. Huishoudens konden
meerdere aanpassingen opgeven.
In de tabel staan de huishoudens die expliciet hebben aangegeven de woning te willen aan-
passen vanwege de naderende ouderdom apart vermeld. Het gaat hier slechts om een kleine
500 huishoudens. Anderen noemen het doorvoeren van de aanpassingen simpelweg ‘het ve r-
hogen van het wooncomfort’. Beide groepen samengenomen gaat het om een kleine 1.900
huishoudens, waarvan in absolute zin de meerderheid in de koopsector woont. Verhoudings-
gewijs is de vraag in de huursector wat groter. Het gaat vooral om aanpassingen als een trap-
lift, aanpassing of verwijdering van de drempels, en beugels voor in het toilet en/of de bad-
kamer. Een deel van de huishoudens heeft ook andere aanpassingen opgegeven dan weerge-
geven in de vragenlijst. Het gaat vooral om aanpassingen van eengezinswoningen: men wil
graag de slaapkamer en de badkamer op de begane grond realiseren.
tabe l 6 -8 : We ns va n h uis hou dens om de wo ni ng g eschikt te ( la ten ) make n o m er oo k met
(ou derd oms -) beperk ing en i n te ku nne n bl i j ven wo nen naa r ty pe aa np ass ing en
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Mantelzorg
Bij mantelzorg gaat het om het al dan niet verlenen of ontvangen van onbetaalde zorg
van/aan een partner, ouder(s), kind(eren) of ander familielid, vriend of kennis. De zorg is meer
dan de gebruikelijke zorg in een persoonlijke relatie en is langd urig en intensief.
Mantelzorg is in eerste instantie vaak een teken van een hechte familieband. Daar waar de
zorg wordt geboden door vrienden en/of buren is het ook teken van bredere sociale verba n-
den. In Assen heeft 16% van de bewoners in het afgelopen jaar mantelzorg verricht en circa
5% heeft aangegeven mantelzorg te hebben ontvangen (tabel 6-9). In de meeste gevallen ging
het om zorg voor de ouders en het ontvangen van mantelzorg van de kinderen.
Als huishoudens mantelzorg verlenen, woont degene die wordt geholpen of verzorgd in circa
de helft van de gevallen zelfstandig. Bijna een vijfde woont in bij degene die mantelzorg v e-
leent.
koop huur totaal koop huur totaal
ik wil mijn woning niet geschikter (laten) maken 52% 21% 44% - - -
traplift 6% 19% 9% 27% 32% 29%
aanpassing of verwijdering van de drempels 3% 22% 7% 13% 40% 26%
beugels voor in het toilet en/of in de badkamer 6% 25% 11% 24% 50% 37%
hellingbaan naar de voordeur 1% 15% 5% 9% 22% 15%
verbreding van de deuren 1% 9% 3% 4% 15% 9%
elektrische deuropeners 1% 6% 2% 0% 12% 6%
anders 10% 23% 13% 62% 30% 47%
N = 2.510 N = 830 N = 3.340 N = 260 N = 240 N = 500
* exclusief de huishoudens die hun woning energiezuiniger willen maken
huishoudens die hebben aangegeven hun
woning in de komende twee jaar willen
(laten) verbouwen*
huishoudens die expliciet hebben aangegeven hun woning
in de komende twee jaar willen (laten) verbouwen om er
ook met (ouderdoms)beperkingen te kunnen blijven wonen
72
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
De overgrote meerderheid van de bewoners die met mantelzorg te maken heeft (gehad), heeft
geen (huisvestings)problemen ondervonden (84%, tabel 6-11). Als er wel problemen waren,
ging het vooral om een gebrek aan geschikte woningen (een kleine 200 huishoudens).
tabe l 6 -9 : Aa nta l hu ish ou dens dat in het a fg e l open jaa r mante lz org hee f t ver l eend of o n t-
vang en ( l in ks ) en aa n /v an wie de z org is ver lee nd / ont vang en ( rech ts )
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 6 -1 0 : An twoo rd op de vr aag : Hoe is de wo on situ atie v an deg ene die u he lp t o f ve r-
z org d? *
*Van de groep huishoudens die heeft aangegeven mantelzorg te hebben verleend Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 6 -1 1 : Aanwez ig he id ( huis vest i ng s )p rob lemen i n re lat ie to t het g even o f on tva ng en van
mante lz org .
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Specifiek voor mantelzorgsituaties kunnen twee woningen naast elkaar worden gebouwd,
zodat bijvoorbeeld ouders en kinderen naast elkaar kunnen wonen. Beide woningen zijn zod a-
nig ingericht en uitgerust dat het verlenen van de zorg zo eenvoudig mogelijk wordt gem aakt.
Dit soort concepten wordt ook wel kangeroewoningen, tandemwoningen of mantelzorgwonin-
gen genoemd. Aan de bewoners is voorgelegd wat men vindt van een dergelijk woonconcept.
aantal aandeel mantelzorg verleend aan: mantelzorg ontvangen van:
ja, ik heb mantelzorg verleend 4.520 16% partner 16% 18%
ja, ik heb mantelzorg ontvangen 1.260 5% mijn kind(eren) 15% 43%
nee 20.740 74% mijn vader en/of moeder 53% 21%
onbekend 1.450 5% een vriend of kennis 24% 31%
totaal 27.970 100% N = 4.520 N = 1.260
aandeel
hij / zij woont bij mij 19%
hij / zij woont in een zorginstelling 14%
hij / zij woont zelfstandig 53%
hij / zij woont bij iemand anders 3%
onbekend 10%
totaal 100%
N = 4.520
aantal aandeel
nee 4.830 84%
ja, ik wil samen met degene die ik verzorg / waarvan ik zorg ontvang verhuizen naar een
geschiktere woning maar daarvan zijn er te weinig beschikbaar. 180 3%
ja, ik kan geen vergoeding krijgen voor een woningaanpassing. 110 2%
ja, om mantelzorg te kunnen geven willen we verbouwen/ bijbouwen op eigen erf en we
hebben problemen hiervoor de vereiste vergunningen te krijgen. 80 1%
ja, ik wil intrekken bij degene waar ik voor zorg, maar het is moeilijk mij te laten registreren
als medebewoner omdat ik dan bepaalde rechten verlies (bijv. uitkering, huurtoeslag, etc.). 60 1%
ja, ik wil intrekken bij degene waar ik voor zorg, maar dan wordt van mij alle, ook
huishoudelijke zorg verwacht, waarbij niet gekeken wordt of ik dit wel aankan. 10 0%
anders 300 5%
onbekend 210 4%
totaal 5.780 100%
73
Wonen met zorg
Over het algemeen heeft men positief gereageerd, circa 4.100 huishoudens voelen er wel wat
voor om in een dergelijke woning te wonen (tabel 6-12). Hierbij gaat het om bewoners die
zowel mantelzorg verlenen als ontvangen, waarmee het per saldo zou gaan om grofweg 2.000
woningen. Kanttekening hierbij is dat er een match moet bestaan tussen de hulverlener en de
ontvanger. Over het algemeen geldt dat er meer ouderen als hulpontvanger in een dergelijke
woning zouden willen wonen dan jongere huishoudens als hulpverlener.
Ruim 10% van de huishoudens ziet weinig tot niets in het concept van mantelzorgwoningen.
Daarnaast heeft een aanzienlijk deel van de huishoudens (60%) weliswaar aangegeven niet in
een mantelzorgwoning te willen wonen, maar het wel een prima concept te vinden.
tabe l 6 -1 2 : In teresse vo or mante lz org won ing en
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
6.4 Verwachtingen voor de toekomst
Toenemend aantal zorgbehoefenden
Op het gebied van wonen met zorg wordt vaak onderscheid gemaakt in 24 -uurs toezicht en/of
begeleiding en 24-uurs zorg op afroep (zorg in de directe omgeving) .17
Onder de eerstge-
noemde vallen huishoudens die 24-uurs zorg en/of begeleiding nodig hebben. Dit zorgniveau
wordt bijvoorbeeld geboden in verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen voor dement e-
rende ouderen. Onder zorg op afroep (ook wel aangeduid met verzorgd wonen) vallen hui s-
houdens die elk moment van de dag de mogelijkheid moeten hebben om zorg (bijv oorbeeld
via personenalarmering) op te roepen. Dit zorgniveau wordt geboden in verzorgingshuizen en
woningen die binnen een bepaalde straal (vaak wordt een grens van 200 meter gehanteerd)
van een 24 uur bemande zorgpost liggen.
Voor de behoefte aan zorgarrangementen worden twee doelgroepen onderscheiden: de doel-
groep ouderen en de ‘overige doelgroepen’. Onder deze laatste doelgroepen worden verstan-
delijk gehandicapten en personen met psychiatrische aandoeningen gevat. Deze beperkingen
kunnen in alle leeftijdscategorieën voorkomen.
De behoefte aan deze zorgarrangementen wordt vaak bepaald aan de hand van kengetallen.
De meest bekende zijn die van het AAK.18
RIGO heeft deze kengetallen leeftijdspecifiek ge-
maakt. Als we deze kengetallen toepassen op de Assense bevolking ontstaat het beeld zoals
weergegeven in figuur 6-5 (op basis van de prognose migratiesaldo 500). De behoefte aan 24-
uurs zorg onder ouderen neemt toe van 390 huishoudens in 2009 tot 510 huishoudens in
voetnoot
17 Soms wordt nog een derde zorgniveau onderscheiden: zorg op afspraak. Het gaat hier vooral om hui s-
houdens die een beroep doen op de reguliere thuiszorg. 18
Toekomstscenario’s en planologische kengetallen wonen en zorg: AAK-kengetallen, AAK, Utrecht, mei
2004.
aantal aandeel
ik zie er weinig tot niks in 3.250 12%
een prima idee, maar (vooralsnog) niks voor mij 16.790 60%
een prima idee, en ik zou er als hulpgever/hulpontvanger wel in willen wonen 4.110 15%
weet niet / geen mening 2.740 10%
onbekend 1.100 4%
totaal 27.970 100%
74
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
2020. Een behoorlijke toename van 31%, die deels via nieuwbouw zal moeten worden opge-
vangen. Om dit zorgniveau efficiënt te kunnen leveren is een zekere concentratie van woo n-
eenheden nodig. Deze benodigde concentratie is een van redenen waarom deze zorg in het
verleden vooral in onzelfstandige eenheden werd geboden. Op dit moment kijken zorginste l-
lingen echter steeds vaker naar corporaties bij het realiseren van de uitbreidingsopgave. Bij
dit deel van de opgave kan het ook gaan om zelfstandige woningen: zorgaanbieders geven aan
hier de benodigde zorg te kunnen leveren en corporaties bouwen over het algemeen liever
zelfstandige woningen, omdat die aan een bredere doelgroep verhuurd kunnen wonen.
De behoefte aan wonen met zorg op afroep van ouderen neemt eveneens sterk toe, van 730
huishoudens in 2009 tot 980 huishoudens in 2020 (een toename van 35%). Deze toename kan
op veel manieren worden opgevangen. In het verleden werd deze zorg vrijwel alleen in ver-
zorgingshuizen geboden, maar op dit moment kan dit zorgniveau in een steeds groter deel van
de woningvoorraad gegarandeerd worden. Hiermee kan steeds vaker tegemoet worden geko-
men aan de wens van ouderen om in de eigen woning te blijven wonen. Het streven naar
woonservicezones waarbinnen een bepaald zorgniveau wordt gegarandeerd is een van de
methoden om hierin te voorzien.
f ig u ur 6 -5 : Ontwi kke l i ng van de behoe fte aan z o rg arra ng ementen op b as is v an p rog nos e
mig rat iesal do 5 0 0
Bron: RIGO / AAK
De behoefte aan 24-uurs zorg van de overige doelgroepen komt anno 2009 neer op ongeveer
130 huishouden en 150 huishoudens in 2020. De behoefte aan wonen met zorg op afroep ligt
anno 2009 op ruim 100 huishoudens en neemt parallel aan de totale bevolkingstoename licht
toe tot 2020.
Zorgbehoefte in de wijken van Assen
In tabel 6-13 is de behoefte aan zorgarrangementen weergegeven voor de wijken van Assen.
Anno 2009 is de behoefte aan zorgarrangementen van ouderen het grootst in het Centrum van
Assen, waar veel ouderen wonen. Ook in Noorderpark is de behoefte aan zorg op afroep
groot, terwijl in Lariks de behoefte aan 24-uurs zorg op het Centrum na het grootst is.
De ontwikkeling van de behoefte aan zorgarrangementen is weergegeven volgens de prognose
migratie-nul. Voor Noorderpark wordt een flinke toename van de behoefte verwacht. In het
Centrum en Lariks blijft de behoefte ongeveer constant of neemt licht af. Hierbij geldt dat de
0
200
400
600
800
1.000
1.200
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
ouderen 24 uurs toezicht
en/of begeleiding
ouderen zorg op afroep
overige doelgroepen 24
uurs toezicht en/of begeleiding
overige doelgroepen
zorg op afroep
75
Wonen met zorg
verwachtingen zijn gebaseerd op de prognose migratie-nul, waarbij geen rekening wordt ge-
houden met migratie. In het Centrum, de meest geliefde woonlocatie onder verhuisgeneigde
ouderen, wordt in werkelijkheid een toename van de behoefte verwacht.
In Marsdijk is de behoefte anno 2009 nog niet zo groot, maar neemt tot 2020 flink toe onder
de aannamen van de prognose migratie-nul. Ook de behoefte aan zorgarrangementen van de
overige doelgroepen is zowel in 2009 als 2020 het grootst in Marsdijk.
tabe l 6 -1 3 : Ontwi kkel ing v an de beh oefte aa n z org arr ang ementen in de w ij ken v an Assen o p
bas is v an prog n ose mig ra t i e -nu l
Bron: RIGO / AAK
Toekomstige woningbehoefte van senioren (55+)
De huishoudens met een behoefte aan verzorgd wonen zullen in de toekomst steeds vaker in
de reguliere woningvoorraad wonen. In een steeds groter deel van de woningvo orraad kan dit
zorgniveau immers worden gegarandeerd. Uiteraard moet de woning daarnaast ook fysiek
geschikt zijn (om met gebreken in te wonen).
In tabel 6-14 staat de woonsituatie van senioren (55-plussers) in 2009 aangegeven, samen
met de in 2020 verwachte woningbehoefte, rekening houdend met kwalitatieve fricties. De
woningbehoefte van ouderen neemt toe met circa 3.650 woningen. De toename van de wo-
2009 2015 2020
Centrum ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 90 91 85
zorg in directe omgeving 151 149 142
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 11 10 9
zorg in directe omgeving 9 8 7
Lariks ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 76 69 62
zorg in directe omgeving 124 115 108
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 11 11 11
zorg in directe omgeving 9 9 9
Noorderpark ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 72 92 104
zorg in directe omgeving 143 171 186
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 17 17 17
zorg in directe omgeving 14 14 13
Assen-oost ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 73 82 85
zorg in directe omgeving 132 146 155
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 16 15 15
zorg in directe omgeving 13 12 12
Pittelo ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 16 23 28
zorg in directe omgeving 34 46 57
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 8 8 8
zorg in directe omgeving 6 6 6
Assen-west ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 14 23 31
zorg in directe omgeving 33 53 70
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 8 9 8
zorg in directe omgeving 7 7 7
Peelo ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 16 22 28
zorg in directe omgeving 32 46 65
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 14 15 15
zorg in directe omgeving 11 12 12
Marsdijk ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 19 37 53
zorg in directe omgeving 49 83 119
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 26 27 28
zorg in directe omgeving 21 22 22
Kloosterveen ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 6 13 22
zorg in directe omgeving 19 37 55
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 19 21 22
zorg in directe omgeving 15 17 18
Buitengebied ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 6 8 10
zorg in directe omgeving 12 17 22
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 2 2 2
zorg in directe omgeving 2 2 2
prognose migratie nul
76
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
ningbehoefte heeft voor meer dan de helft betrekking op de koopsector, vooral op de eenge-
zinswoningen. Ook de behoefte aan huurappartementen neemt onder deze groep (sterk) toe.
De ontwikkeling van de behoefte van het totaal aantal huishoudens aan huurappartementen
is kleiner (tabel 4-9): onder andere leeftijdgroepen neemt de behoefte aan dit segment af.
tabe l 6 -1 4 : De o ntwi kkel in g van de w oni ng behoe fte v an 5 5 -pl ussers n aar w on in g type
Bron: Woonwensenonderzoek Assen en RIGO woningmarktsimulatie
Toenemende behoefte aan nultredenwoningen
In tabel 6-15 staat de behoefte aan nultredenwoningen weergegeven, rekening houdend met
kwalitatieve fricties. De behoefte aan nultredenwoningen neemt door de vergrijzing sterk toe:
het gaat circa 2.000 woningen ten opzichte van de huidige voorraad. Circa driekwart van de
behoefte is afkomstig van de groep 55-plus. Er zijn dus steeds meer senioren die eisen stellen
aan de geschiktheid van de woningvoorraad.
Ook voor de nultredenwoningen geldt dat de toename voornamelijk betrekking heeft op
huurappartementen en eengezinswoningen in de koopsector, gevolgd door koopapparteme n-
ten. Wat betreft eengezinswoningen zullen veel huishoudens zelf in staat zijn hun eigen wo-
ning aan te passen, zodat deze in de categorie nultreden gaat vallen. Het gaat hier dus niet
alleen om een uitbreidingsopgave, maar vooral ook om een aanpassingsopgave. Dit is anders
voor de appartementen: hierbij gaat het vooral om een uitbre idings- en/of vervangingsopga-
ve.
tabe l 6 -1 5 : De o ntwi kkel in g van de be hoe fte a an n ul t redenwo ni ng en
Bron: Woonwensenonderzoek Assen en RIGO woningmarktsimulatie
woonsituatie 2009 behoefte 2020 ZWC
verschil behoefte 2020
ZWC - woonsituatie 2009 behoefte 2020 LC
verschil behoefte 2020
LC - woonsituatie 2009
koop eengezins 4.010 5.210 1.200 5.330 1.320
meergezins 830 1.480 650 1.470 640
eg of mg 40 80 40 70 30
totaal 4.880 6.770 1.890 6.870 1.990
huur eengezins 2.050 2.150 100 2.170 120
meergezins 2.880 4.070 1.190 3.940 1.060
eg of mg 30 160 130 160 130
totaal 4.960 6.380 1.420 6.270 1.310
huur of koop eengezins - 100 100 100 100
meergezins - 240 240 240 240
totaal 9.830 13.480 3.650 13.480 3.650
voorraad 2009 behoefte 2020 ZWC
verschil behoefte 2020
ZWC - voorraad 2009 behoefte 2020 LC
verschil behoefte 2020
LC - voorraad 2009
koop eengezins 1.880 2.450 570 2.540 660
meergezins 840 1.150 310 1.150 310
eg of mg 50 140 90 140 90
totaal 2.770 3.740 970 3.830 1.060
huur eengezins 1.060 1.080 20 1.010 -50
meergezins 2.710 3.350 640 3.160 450
eg of mg 50 120 70 100 50
totaal 3.820 4.550 730 4.270 450
huur of koop eengezins - 160 160 140 140
meergezins - 240 240 230 230
totaal 6.600 8.680 2.080 8.470 1.870
77
Betaalbaarheid
Hoofdstuk 7
Betaalbaarheid
7.1 Inleiding
De betaalbaarheid van het wonen is sinds de kredietcrisis weer volop ‘in the picture’. Zowel
de traditionele beleidsmatige doelgroep als ook andere groepen kunnen het moeilijk krijgen
op de woningmarkt. Dit niet alleen door de directe kosten van het wonen (de huurprijs of
hypotheeklast), maar ook door de energiekosten en lokale lasten. Steeds vaker wordt daarom
bij ‘betaalbaarheid’ niet langer gedacht aan alleen de huur- of koopprijs, maar aan de woon-
lasten in de volle breedte. In paragraaf 7.4 geven we een beeld van de woonlasten van huis-
houdens in de gemeente Assen. Voordat we hiertoe overgaan focussen we in paragraaf 7.2 op
de potentiële doelgroep en de middeninkomens.19
Hierbij kijken we niet alleen naar de huidi-
ge situatie, maar belichten we ook de te verwachten ontwikkelingen voor de toekomst.
7.2 Inkomensgroepen
Definitie van de ‘potentiële’ doelgroep
De potentiële doelgroep of aandachtsgroep (in het vervolg van dit hoofdstuk duiden we de
groep simpelweg aan als de doelgroep) wordt onderzoeksmatig vaak afgebakend door inko-
mensgrenzen. Deze inkomensgrenzen staan genoemd in de Wet op de huurtoeslag en staan
weergegeven in tabel 7-1. Deze groep kan dus op basis van het inkomen aanspraak maken op
huurtoeslag.
tabe l 7 -1 : i nk omensg renz en Wet op de hu urt oes lag
Eenpersoonshuishouden < 65 jaar € 20.975
Eenpersoonshuishouden > 64 jaar € 19.800
Meerpersoonshuishouden < 65 jaar € 28.475
Meerpersoonshuishouden > 64 jaar € 27.075
Tijdvak 1-1-2009 / 31-12-2009
In dit onderzoek wordt zo goed mogelijk aangesloten bij deze definitie van de doelgroep.
Hierbij gelden echter wel enkele kanttekeningen. De eerste is dat er in de Wet op de huurtoe-
voetnoot
19 In oktober 2009 is in Europa overeen gekomen dat huishoudens met een belastbaar inkomen tot
33.000 euro als doelgroep van de sociale huursector mogen worden beschouwd. Dit betekent dat voor deze groep een bepaalde mate van staatssteun wordt geaccepteerd. Ten tijde van het Europees b e-sluit was dit onderzoek al in een afrondende fase en om deze reden is deze nieuwe grens niet in dit onderzoek meegenomen.
78
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
slag ook criteria zijn gesteld omtrent het vermogen. Gegevens over het verm ogen van huis-
houdens zijn in dit onderzoek echter niet beschikbaar, hetgeen leidt tot een overschatting van
de doelgroep. Ook verschillen in inkomensdefinities leiden tot een geringe overschatting van
de doelgroep.20
Tenslotte geldt dat het bij dit onderzoek gaat om een inschatting van het in-
komen door de bewoners zelf, waarmee de antwoorden met enige onzekerheidsmarges zijn
omgeven.
Definitie van de groep middeninkomens
Naast de doelgroep zijn de middeninkomens een doelgroep van beleid in Assen. Deze groep
bestaat uit huishoudens die niet tot de doelgroep behoren en met een bruto huishoudenin-
komen tot maximaal € 45.000 per jaar.
Omvang van de inkomensgroepen
Anno 2009 kan volgens het woningmarktonderzoek in Assen 35% van de huishoudens tot de
doelgroep worden gerekend, ofwel 9.870 huishoudens (tabel 7-2). In gemeente Meppel, waar
RIGO begin 2009 een woningmarktonderzoek heeft verricht, behoorde via dezelfde methode
38% van de huishoudens tot de doelgroep. Ook in gemeente Veere, waar RIGO in het voorjaar
van 2009 onderzoek verrichte, behoorde 38% van de huishoudens tot de doelgroep.
Circa 11.530 huishoudens worden gerekend tot de middeninkomens. Het gaat om 41% van het
totaal aantal huishoudens. Bijna een kwart van de huishoudens heeft een bruto jaarinkomen
van €45.000 of meer.
tabe l 7 -2 : De om va ng van dr ie in komensg roe pen in A ssen in 2 0 0 9
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
De omvang van de doelgroep (of andere inkomensgroepen) wordt vaak gebruikt om de om-
vang van de sociale huursector te bepalen. Een één-op-éénkoppeling tussen het aantal doel-
groephuishoudens en de kernvoorraad kan echter niet worden gelegd. Een dergelijke koppe-
ling gaat immers voorbij aan het feit dat een deel van de doelgroep niet in de sociale huur sec-
tor woont en dat een deel van de kernvoorraad wordt bewoond door mensen met hogere
inkomens. In het vervolg van dit hoofdstuk maken we deze zaken inzichtelijk.
Samenstelling van de inkomensgroepen
In figuur 7-1 en figuur 7-2 staat de samenstelling van de doelgroep en de middeninkomens
naar leeftijd en huishoudentype weergegeven. Een kwart van de doelgroep is 65 jaar of ouder.
Deze groep behoort volgens de inkomenscriteria tot de doelgroep, maar zal voor een deel op
jongere leeftijd al een koopwoning hebben bemachtigd. Voor jongere huishoudens geldt dat
zij op dit moment een laag inkomen hebben, maar dat zij gedurende hun carrière nog inko-
voetnoot
20 De inkomensgrenzen in de Wet op de huurtoeslag zijn belastbare inkomens, terwijl gevraagd is naar
bruto inkomens.
aantal aandeel
doelgroep 9.870 35%
middeninkomens 11.530 41%
overig 6.570 23%
totaal 27.970 100%
79
Betaalbaarheid
mensstijgingen kunnen doormaken. Dit geldt voor de 21% van de doelgroep die jonger is dan
35 jaar. Voor de 54% met een leeftijd tussen de 35 en 65 jaar geldt dat ze veel minder nog in
inkomen zullen stijgen. Wel kan er – in de huidige crisis – sprake zijn van een tijdelijke inko-
mensterugval en/of kunnen deze groepen via vererving vermogen opbouwen. Voor een groot
deel bestaat de doelgroep uit eenpersoonshuishoudens (42%), gevolgd door tweepersoons-
huishoudens (28%) en gezinnen (28%). Deze laatste groep bestaat voor bijna de helft uit een-
oudergezinnen.
Ook voor de middeninkomens geldt dat een kwart van deze groep 65 jaar of ouder is. De
groep middeninkomens bestaat meer dan de doelgroep uit huishoudens van 35 tot 45 jaar en
gezinnen. Het aandeel huishoudens tot 35 jaar en eenpersoonshuishoudens is relatief kleiner
dan bij de doelgroep.
f ig u ur 7 -1 : Doe lg roep naa r lee ft i j d ( l i nks ) en n aar hu i shou densamens te l l i ng ( rec hts )
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
f ig u ur 7 -2 : Mi dden in komen s naar lee f t i jd ( l in ks ) en n aar huis ho udens amenste l l i ng ( rechts )
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Als we kijken naar het aandeel per leeftijdsklasse dat tot de doelgroep en de middeninkomens
behoort, zien we dat vooral jongeren, ouderen en eenpersoonshuishoudens vaak tot deze
inkomensgroepen behoren (figuur 7-3). Van deze groepen hebben maar weinig huishoudens
een hoger inkomen. Vooral voor de tweepersoonshuishoudens geldt dat deze groep minder
vaak uit doelgroephuishoudens bestaat.
21%
18%
21%
15%
13%
12%< 35 jr.
35 tot 45 jr.
45 tot 55 jr.
55 tot 65 jr.
65 tot 75 jr.
75+
42%
28%
16%
12%
2% eenpersoons
tweepersoons
gezin
eenoudergezin
anders
16%
24%
21%
14%
14%
11%< 35 jr.
35 tot 45 jr.
45 tot 55 jr.
55 tot 65 jr.
65 tot 75 jr.
75+
39%
28%
29%
4% eenpersoons
tweepersoons
gezin
eenoudergezin
anders
80
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
f ig u ur 7 -3 : Aa ndee l doe lg r oep n aar lee ft i jd en hu isho udens amenste l l i ng
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Woonsituatie van de inkomensgroepen
De woonsituatie van de doelgroep en de middeninkomens is weerge geven in figuur 7-4, figuur
7-5 en tabel 7-3. De doelgroep is vooral – maar niet uitsluitend – woonachtig in de (sociale)
huursector. In totaal woont 74% van de doelgroep in een huurwoning, waarvan 68% in de
huurwoningen van Actium en Woonconcept. Het gaat om circa 5.560 huishoudens.
Jonge huishoudens tot 25 jaar die tot de doelgroep behoren wonen voornamelijk in huurap-
partementen. Ook eenpersoonshuishoudens die tot de doelgroep behoren wonen voorname-
lijk in (sociale) huurwoningen, ongeacht de leeftijd. Opvallend is het aantal meerpersoon s-
huishoudens dat tot de doelgroep behoort en desalniettemin in een koopwoning wo ont. Deze
situatie kan verschillende oorzaken hebben:
a. Ondanks het lage inkomen heeft men (in het verleden) een (goedkope) koopwoning kun-
nen bemachtigen;
b. Er is sprake van een tijdelijke inkomensterugval, bijvoorbeeld omdat een van de partners
(noodgedwongen) is gestopt met werken;
c. Via vererving heeft de groep vermogen (al dan niet in de vorm van een koopwoning) w e-
ten te bemachtigen.
Ook van de 65-plussers woont een deel van de doelgroep in de koopsector. Dit is een normaal
fenomeen: ouderen krijgen na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd te maken met
een inkomensterugval, maar wonen (steeds vaker) in een (afbetaalde) koopwoning.
Voor de groep middeninkomens geldt dat 34% woonachtig is in de huursector, waarvan 30% in
de huurwoningen van Actium en Woonconcept (2.450 huishoudens). De overgrote meerder-
heid van deze groep woont dus in de koopsector. Het zijn vooral m eerpersoonshuishoudens
die in (eengezins)koopwoningen wonen. Huishoudens tot 25 jaar en eenpersoonshuishoudens
wonen vaker in de huursector, maar ook voor deze groepen geldt dat een aanzienlijk deel in
de koopsector woont.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
mee
rper
soon
s
< 25 jr. 25 tot 40 jr. 40 tot 55 jr. 55 tot 65 jr. 65+
middeninkomens
doelgroep
81
Betaalbaarheid
f ig u ur 7 -4 : Woo nsit ua tie v an de doe lg r oep naa r lee ft i jd en hu isho ude nsamenste l l ing
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
f ig u ur 7 -5 : Woo nsit ua tie v an de m idde ni nk omens na a r lee ft i jd en hu isho ude nsa menste l l ing
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 7 -3 : Woo nsit ua tie v an de i nkome nsg roepe n i n de soc ia le h uursect or va n Act ium e n
Woonc oncep t
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
mee
rper
soon
s
< 25 jr. 25 tot 40 jr. 40 tot 55 jr. 55 tot 65 jr. 65+ totaal
overig
koop meergezins
koop eengezins
huur eengezins
huur meergezins
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
twee
pers
oons
gezi
n
eenp
erso
ons
mee
rper
soon
s
< 25 jr. 25 tot 40 jr. 40 tot 55 jr. 55 tot 65 jr. 65+ totaal
overig
koop meergezins
koop eengezins
huur eengezins
huur meergezins
doelgroep middeninkomens overig totaal
aantal Woonconcept 150 150 10 310
Actium 5.410 2.300 100 7.810
totaal 5.560 2.450 110 8.120
aandeel Woonconcept 48% 48% 3% 100%
Actium 69% 29% 1% 100%
totaal 68% 30% 1% 100%
82
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
Scheefheid
De doelgroep die in de huursector woont, woont over het algemeen in goedkope huurwonin-
gen (tabel 7-4). Ruim een derde van de doelgroep betaalt maandelijks niet meer dan € 358
aan (kale) huur en bijna de helft tussen de € 350 en € 512. Dure scheefheid komt in Assen dan
ook nauwelijks voor. De groep middeninkomens in de huursector woont wat minder vaak in de
goedkope woningen en wat vaker in de woningen in de vrije sector. Bijna de helft van deze
groep woont in een huurwoning met een huurprijs tussen de € 350 en € 512. Een deel van
deze groep zal meer kunnen betalen, waarmee er mogelijk sprake is van goedkope scheefheid.
De goedkope huurvoorraad wordt nauwelijks bewoond door huishoudens met een bruto jaar-
inkomen van meer dan € 45.000. Deze groep woont voor een groot deel in de (middel)dure
koopvoorraad. Van de doelgroep en de middeninkomens in de koopsector woont de meerde r-
heid in een woning met een koopprijs van minder dan € 220.000. De middeninkomens wonen
wat vaker dan de doelgroep in de duurdere koopwoningen.
tabe l 7 -4 : Wo onsi tu atie v an de ink omensg roe pen n aar pr i js kl assen b in nen d e hu ursecto r
( l inks ) en de ko opsect or ( r echts )
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Spreiding van de doelgroep over de gemeente
In absolute zin is de doelgroep in Assen het grootst in de wijken Noorderpark en Lariks (tabel
7-5).
tabe l 7 -5 : Sp re i di ng va n d e in komensg r oepen ove r de wij ken va n Asse n en het aan dee l doe l-
g roep per w ij k
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
aantal aandeel aantal aandeel aantal aandeel aantal aandeel aantal aandeel aantal aandeel
tot € 358 2.580 36% 700 18% 50 8% tot € 160.000 980 39% 1.920 25% 330 5%
€ 358 tot € 512 3.440 47% 1.860 48% 70 11% € 160.000 tot € 220.000 790 31% 2.780 37% 1.550 26%
€ 512 tot € 549 410 6% 260 7% 80 13% € 220.000 tot € 275.000 330 13% 1.460 19% 1.500 25%
€ 549 tot € 648 300 4% 330 8% 50 9% € 275.000 tot € 350.000 150 6% 530 7% 1.090 18%
€ 648 tot € 750 190 3% 480 12% 190 32% € 350.000 of meer 60 2% 420 6% 1.250 21%
€ 750 of meer 70 1% 130 3% 150 25% weet niet / onbekend 200 8% 460 6% 250 4%
weet niet / onbekend 260 4% 150 4% 10 1%
totaal 7.260 100% 3.910 100% 600 100% totaal 2.510 100% 7.570 100% 5.980 100%
overig doelgroep middeninkomens overigdoelgroep middeninkomens
aantal aandeel
aandeel van totaal aantal
huishoudens per wijk aantal aandeel
aandeel van totaal aantal
huishoudens per wijk
Centrum 990 10% 36% 1.190 43% 43%
Lariks 1.720 17% 58% 990 34% 34%
Noorderpark 1.740 18% 41% 1.830 44% 44%
Assen-oost 1.630 17% 46% 1.270 36% 36%
Pittelo 700 7% 46% 620 41% 41%
Assen-west 540 5% 31% 690 40% 40%
Peelo 1.030 10% 36% 1.260 44% 44%
Marsdijk 930 9% 20% 2.210 46% 46%
Kloosterveen 510 5% 16% 1.280 39% 39%
Buitengebied 90 1% 21% 190 48% 48%
totaal 9.870 100% 35% 11.530 41% 41%
middeninkomensdoelgroep
83
Betaalbaarheid
In relatieve zin is het aandeel doelgroephuishoudens ook het groots in Lariks (58%), gevolgd
door Pittelo en Assen-Oost (beide wijken 46%). In Kloosterveen is aandeel doelgroephuishou-
dens met 16% het kleinst. De middeninkomens wonen absoluut gezien vooral in Marsdijk.
Relatief gezien is deze groep het grootst in het Buitengebied van Assen en het kleinst in L a-
riks.
7.3 Toekomstige ontwikkelingen
Omvang inkomensgroepen
De komende jaren zal het aantal huishoudens dat tot de doelgroep behoort toenemen. Dit ten
eerste omdat het totaal aantal huishoudens toeneemt en ten tweede als gevolg van de eco-
nomische ontwikkelingen. De huidige crisis zal vooral in de eerstvolgende jaren zorgen voor
een toename van de doelgroep, het meest bij het zware crisisscenario. Bij dit scenario neemt
de doelgroep in de periode tot 2020 in aandeel toe met circa 3 procentpunten, ofwel een
toename van 2.150 huishoudens (tabel 7-6). Bij het lichte crisisscenario is de toename met
circa 1.400 huishoudens wat kleiner. Ook het aantal huishoudens dat tot de middeninkomens
wordt gerekend neemt zowel in aantal als in aandeel toe.
tabe l 7 -6 : De on twi kkel ing van de doe lg r oep e n de m idde ni nkome ns i n de per io de 2 0 0 9 -2 02 0
volg ens het z ware en het l i chte c r is isscena ri o
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Inkomensgroepen naar leeftijd
In tabel 7-7 is het aantal doelgroephuishoudens naar huishoudentype weergegeven voor de
huidige situatie (2009) en het verwachte aantal in 2020 volgens de twee toekomstscenario’s.
Het aantal doelgroephuishoudens neemt vooral toe onder eenpersoonshuishoudens en huis-
houdens ouder dan 65 jaar, het meest bij het zware crisisscenario. Ook onder gezinnen valt
volgens dit scenario een toename te verwachten. Het aandeel 65-plussers dat tot de doel-
groep behoort neemt overigens af. De ouderen van de toekomst zijn daarmee over het alge-
meen meer vermogend dan de huidige generatie ouderen.
In tabel 7-8 is het aantal middeninkomens naar huishoudentype weergegeven voor de huidige
situatie (2009) en het verwachte aantal in 2020. Het aantal – en ook het aandeel– middenin-
komens neemt vooral toe onder huishoudens ouder dan 55 jaar. Het gaat vooral om instroom
van doelgroephuishoudens. Tot 55 jaar is er vaker een afname te zien van het aantal midde n-
inkomens, ook in aandeel: deze huishoudentypes gaan er – vooral bij het zware crisisscenario–
in inkomen op achteruit en behoren in 2020 tot de doelgroep.
aantal aandeel aantal aandeel aantal aandeel
doelgroep 9.870 35% 12.020 38% 11.280 35%
middeninkomens 11.530 41% 13.720 43% 13.600 43%
2020
ZWC LC
2009
84
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l 7 -7 : Aan ta l d oe lg roe p na ar hu isho uden ty pe i n 2 0 0 9 en 2 02 0 volg ens het z ware en het
l ich te c r is isscena ri o
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 7 -8 : A ant al m id den i nkomens na ar h uis hou dent ype i n 2 0 0 9 en 2 0 20 volg ens het z ware
en het l ich te c r is isscena ri o
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Woonsituatie inkomensgroepen
Voor een indicatie van de toekomstige woonsituatie van de inkomensgroepen wordt de woo n-
situatie van huishoudens – naar type, leeftijd en inkomenssituatie – constant gehouden. Be-
keken wordt welke woningvoorraad benodigd is als alle huishoudens in 2020 op soortgelijke
wijze wonen als op dit moment. Hierbij is er voor de 55-plussers rekening mee gehouden dat
er wezenlijke verschillen zijn tussen generaties.
De belangrijkste veranderingen in de woonsituatie van de inkomensgroepen vinden plaats bij
de ouderen (figuur 7-6). Ten opzichte van 2009 woont deze groep vaker in een koopwoning.
2009 2020 ZWC 2020 LC verschil 2020 ZWC - 2009 verschil 2020 LC - 2009
< 25 jr. eenpersoons 330 380 380 50 50
meerpersoons 290 370 350 80 60
25 tot 40 jr. eenpersoons 890 990 890 100 0
tweepersoons 270 280 250 10 -20
gezin 940 970 860 30 -80
40 tot 55 jr. eenpersoons 930 1.250 1.130 320 200
tweepersoons 530 400 360 -130 -170
gezin 1.550 1.770 1.590 220 40
55 tot 65 jr. eenpersoons 760 1.170 1.160 410 400
tweepersoons 590 600 540 10 -50
gezin 70 140 110 70 40
65+ eenpersoons 1.220 1.610 1.610 390 390
meerpersoons 1.280 1.840 1.800 560 520
overig 220 260 250 40 30
totaal 9.870 12.030 11.280 2.160 1.410
2009 2020 ZWC 2020 LC verschil 2020 ZWC - 2009 verschil 2020 LC - 2009
< 25 jr. eenpersoons 70 80 80 10 10
meerpersoons 140 170 170 30 30
25 tot 40 jr. eenpersoons 1.070 1.050 1.140 -20 70
tweepersoons 480 480 450 0 -30
gezin 1.640 1.590 1.540 -50 -100
40 tot 55 jr. eenpersoons 1.100 1.340 1.400 240 300
tweepersoons 660 480 450 -180 -210
gezin 1.900 2.050 2.000 150 100
55 tot 65 jr. eenpersoons 790 1.190 1.180 400 390
tweepersoons 710 760 690 50 -20
gezin 140 270 270 130 130
65+ eenpersoons 1.510 2.160 2.150 650 640
meerpersoons 1.300 2.080 2.040 780 740
overig 20 20 30 0 10
totaal 11.530 13.720 13.590 2.190 2.060
85
Betaalbaarheid
Voor de doelgroep geldt dat dit in 2009 25% is en in 2020 34% bij de zware crisisvariant en
35% bij de lichte crisisvariant. Voor de middeninkomens gaat het om 52% in 2009 en 62 % bij
zowel de zware als de lichte crisisvariant.
f ig u ur 7 -6 : W oons it uat ie v an de d oe lg r oep ( l in ks ) en de mi dden in komens ( rec hts ) i n 2 0 0 9 en
in 2 0 2 0 volg ens he t z ware en het l ich te c r is isscena ri o naa r lee f t i jd
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
7.4 Woonlasten
Bij het inzichtelijk maken van de woonlasten maakt het uit of alleen wordt gekeken naar de
kosten voor de woning (netto) of ook naar bijkomende woonuitgaven, zoals kosten voor he f-
fingen en gemeentelijke belastingen. Het deel van het inkomen dat een huishouden kwijt is
aan wonen drukken we uit in woonlasten. We maken hierbij onderscheid tussen de woonlas-
ten van huurders en kopers.
Voor het inkomen geldt dat er vele definities zijn: netto, bruto, besteedba ar, belastbaar etc.
Bij de ene definitie wordt een bepaalde component (aan de plus - of aan de minkant) wel
meegeteld en bij de andere niet. Bij huurprijzen en hypotheeklasten is dit niet veel anders. De
huurprijs kan voor of na huurtoeslag worden bepaald en men kan al dan niet de servicekosten
(die op zichzelf verschillende componenten kunnen bevatten) in de berekening meenemen.
Ook de maandelijkse hypotheeklast is moeilijk eenduidig te interpreteren. De betekenis ve r-
schilt per hypotheekvorm, de hypotheek kan verschillen in de mate van aflossing.
Als het gaat om woonlasten dan zullen kopers van appartementen vrijwel zeker de servicekos-
ten (inclusief onderhoudsreserveringen) meenemen, maar of de eigenaar-bewoner van een
gezinswoning ook voor onderhoud reserveert is een individuele keuze.
In dit onderzoek werken we met de huurprijzen, hypotheeklasten en woonlasten volgens de
individuele definities van de personen die de vragenlijsten hebben ingevuld. Natuurlijk zijn er
bij de vragen definities bijgevoegd, maar die laten altijd enige ruimte voor interpretatie. De
uitkomsten zijn daardoor niet direct te koppelen aan registraties, maar geven wel een goed
beeld van de verhoudingen van de woonlasten in relatie tot het inkomen in de gemeente A s-
sen.
Woonlasten van huurders
Aan huurders in Assen is gevraagd hoeveel huur ze in de maand betalen (exclusief serviceko s-
ten en eventuele huurtoeslag). De mediane huurquote van huurders in Assen bedraagt 23%:
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
8.000
9.000
2009
2020
ZW
C
2020
LC
2009
2020
ZW
C
2020
LC
< 65 jr. > 65 jr.
doelgroephuur eengezins
huur eengezins
koop meegezins
koop eengezins
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
8.000
9.000
10.000
2009
2020
ZW
C
2020
LC
2009
2020
ZW
C
2020
LC
< 65 jr. > 65 jr.
middeninkomenshuur eengezins
huur eengezins
koop meegezins
koop eengezins
86
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
deze groep is bijna een kwart van haar bruto inkomen kwijt aan de huur van de woning (tabel
7-9). Bij de huurders van Actium en de overige huurders is dit aandeel met 23% wat lager dan
bij Woonconcept (25%). In de gemeente Meppel, waar RIGO begin 2009 een woningmarkton-
derzoek heeft verricht, bedroeg de mediane huurquote van huurders volgens eenzelfde me-
thode ook ongeveer 23%.
Bij de huurders van Actium en Woonconcept komen huurquoten van boven de 40% nauwelijks
voor (figuur 7-7). Bij huurders van de overige huurwoningen is dit wat vaker het geval: onge-
veer een tiende is elke maand meer dan 40% van het inkomen aan huur kwijt.
tabe l 7 -9 : De h uu r - en de woonq uote n i n de huu rsector
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
f ig u ur 7 -7 : De hu ur - e n de woonq uote n i n de h uu rsect or i n k lassen*
* Leesvoorbeeld: circa een kwart van de huurders van Actium en Woonconcept heeft een huurquote tussen de 20% en de 30%. Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Naast de huurprijs zijn er diverse andere aan de woning gerelateerde kosten. Deze bestaan uit
gemeentelijke lasten, water, gas, warmte, elektriciteit en eventueel servicekosten, VvE-
bijdrage en opstalverzekering. Aan de bewoners in Assen is gevraagd hoeveel ze in totaal kwijt
zijn aan deze woonlasten, inclusief eventuele huurtoeslag en belastingvoordeel. Deze vraag is
goed beantwoord: bijna 90% van de respondenten heeft de vraag ingevuld. Omdat het gaat
om een inschatting van de bewoners zelf, zijn de antwoorden wel met enige onzekerheid s-
marges omgeven.
De mediane woonquote van huurders in Assen bedraagt 37% (tabel 7-9). Opvallend is dat de
mediane woonquote van huurders van Woonconcept lager ligt dan die van huurders van Act i-
um en overige verhuurders (figuur 7-7). Daarmee zijn huurders van Woonconcept minder
kwijt aan overige woonlasten, de huurquote ligt immers hoger. Ruim een vijfde van de huur-
ders van Actium en Woonconcept is meer dan de helft van het bruto inkomen kwijt aan met
het wonen verband houdende kosten. Bij huurders van de overige huurwoningen is dit wat
vaker het geval, het gaat om ongeveer een kwart van de huishoudens.
Woonconcept Actium overige huurders totaal
huurquote 25% 23% 23% 23%
woonquote 35% 37% 37% 37%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
overige verhuurders
(N = 3.140)
Actium + Woonconcept
(N = 7.150)
woonquote huurders
> 50%
40% tot 50%
30% tot 40%
20% tot 30%
< 20%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
overige verhuurders
(N = 3.370)
Actium + Woonconcept
(N = 7.910)
huurquote
> 40%
30% tot 40%
20% tot 30%
10% tot 20%
< 10%
87
Betaalbaarheid
In figuur 7-8 zijn de huurquoten van de totale groep huurders uitgesplitst naar leeftijd. Over
het algemeen geldt dat jongere huishoudens tot 35 jaar een lagere huurquote hebben dan
oudere huishoudens, wat vooral te maken heeft met een lagere huurprijs die jongere huis-
houdens betalen. Huishoudens van 75 jaar of ouder betalen over het algemeen een hogere
huurprijs, wat mogelijk te maken heeft met zorggerelateerde diensten waar zij gebruik van
kunnen maken.
f ig u ur 7 -8 : De hu urq uote n i n de h uursect or in k lasse n naa r lee f t i jd
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Woonlasten van eigenaarbewoners
Aan eigenaarbewoners is gevraagd hoeveel de hypotheeklasten netto per maand bedragen,
inclusief rente, aflossing, premie en belastingvoordeel. De mediane koopquote van eigenaar-
bewoners in Assen bedraagt 14%. De mediane woonquote komt neer op 24% en ligt daarmee
flink lager dan de woonquote van huurders. Over het algemeen geldt dat eigenaarbewoners
per maand meer kwijt zijn aan woonlasten dan huurders, maar een aanzienlijk hoger inkomen
hebben dan huurders. Overigens ziet het totale financiële plaatje voor eigenaren er ingewi k-
kelder uit dan hier is weergegeven. Zij moeten bijvoorbeeld ook nog de overdrachtsbelasting
terugverdienen en geld reserveren voor onderhoud. Daar staat dan weer vermogensopbouw
tegenover.
In figuur 7-9 zijn de koop- en de woonquoten van eigenaarbewoners in klassen weergegeven,
uitgesplitst naar leeftijd. Jonge eigenaarbewoners tot 35 jaar hebben een aanzienlijk hogere
koopquote dan eigenaarbewoners van 55 jaar of ouder. Een deel van deze laatste groep heeft
op jongere leeftijd een koopwoning bemachtigd en woont nu in een (bijna) afbetaalde koo p-
woning. Dit vertaalt zich ook in de woonquoten van eigenaarbewoners: ondanks een over het
algemeen lager inkomen hebben ouderen een lagere woonquote dan jongere huishoudens.
Voor de overige woonlasten van oudere huishoudens geldt wel dat deze wat hoger zijn dan
die van jongere huishoudens. Dit heeft deels te maken met de energielasten: ouderen hebben
over het algemeen hogere stookkosten dan jongeren. In de afgelopen jaren zijn de energielas-
ten veel sneller gestegen dan de huurprijzen. De verwachting is dat deze trend in de toekomst
zal doorzetten omdat grondstoffen steeds schaarser worden. Een belangrijk aandachtspunt in
het woonlastenplaatje van huishoudens.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
< 35 jr. 35 - 55 jr. 55 - 75 jr. 75+ totaal huur
huurquote
> 40%
30% tot 40%
20% tot 30%
10% tot 20%
< 10%
88
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
f ig u ur 7 -9 : De ko op - e n de woonq uote n i n de h uu rsect or i n k lassen*
* Leesvoorbeeld: circa een kwart van de eigenaarbewoners tot 35 jaar heeft een koopquote tussen de 15% en de 20%. Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Woonlasten in perspectief
De resultaten op basis van het woonwensenonderzoek laten zich moeilijk vergelijken met an-
dere onderzoeken, omdat er verschillende inkomensdefinities worden gehanteerd. Ook wat
betreft het hanteren van belastingvoordeel komen er verschillen naar voren. We geven daar-
om indicatief de woonlasten in Assen weer in 2006 op basis van het WoON 2006 en vergelij-
ken deze cijfers met de landelijke mediaan. Omdat we ons hierbij op één bestand baseren gaat
het om een zuivere vergelijking. De resultaten staan weergegeven in tabel 7-10. Over het al-
gemeen zijn de woonlasten van zowel huurders als kopers vrijwel gelijk aan het landel ijke
niveau.
tabe l 7 -1 0 : Wo on laste n va n hu urde rs en e ig enaa rbew oners lan del i j k en in Assen op b as is van
het WoON 2 0 0 6 , mediane n
Bron: WoON 2006
Inkomensdaling/-verlies
Het is de verwachting dat de woonlasten in de komende jaren zullen toenemen, vooral door
stijgende energiekosten. Als het inkomen ook toeneemt hoeft dit niet direct problemen op te
leveren. Als echter een inkomensdaling wordt verwacht, bijvoorbeeld als gevolg van werk-
loosheid, kunnen huishoudens in financiële problemen raken. Aan de huis houdens in Assen is
gevraagd of zij zich zorgen maken over inkomensdaling/ -verlies als gevolg van de economische
crisis.
Circa een derde van de huishoudens maakt zich zorgen hierover (tabel 7-11). Deze groep be-
staat voor 56% uit huurders en voor 44% uit eigenaarbewoners. Huishoudens met een laag
inkomen maken zich relatief vaker zorgen dan huishoudens met een hoog inkomen (tabel
7-12). In absolute zin wonen de huishoudens die zich zorgen maken vooral in de wijken Mar s-
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
< 35 jr . 35 - 55 jr . 55 - 75 jr . 75+ totaal
koopquote
> 20%
15% tot 20%
10% tot 15%
5% tot 10%
< 5%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
< 35 jr . 35 - 55 jr . 55 - 75 jr . 75+ totaal
woonquote van kopers
> 40%
30% tot 40%
20% tot 30%
10% tot 20%
< 10%
woonquote huurquote woonquote koopquote
landelijk o.b.v. WoON 2006 34% 22% 22% 13%
Assen o.b.v. WoON 2006 (indicatief) 35% 21% 22% 13%
huurders eigenaarbewoners
89
Betaalbaarheid
dijk, Assen-Oost en Noorderpark (tabel 7-13). Relatief gezien zijn het vaak huishoudens in
Lariks en Assen-Oost die zich zorgen maken (respectievelijk 39% en 37%). In Kloosterveen en
het Buitengebied van Assen zijn de zorgen relatief gering.
In gemeente Veere (provincie Zeeland), waar RIGO in het voorjaar van 2009 een wonin g-
marktonderzoek heeft verricht, maakte 35% van de huishoudens zich zorgen over inkomens-
verlies/-daling.
tabe l 7 -1 1 : Zorg v an h uis h oude ns ove r in kome nsver l i es / -da l i ng
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 7 -1 2 : Zorg v an h uis h oude ns ove r in kome nsver l i es / -da l i ng na ar i nk omensk lasse*
* Van de 27.080 huishoudens die de vraag hebben ingevuld Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 7 -1 3 : Zorg v an h uis h oude ns ove r in kome nsver l i es / -da l i ng na ar h ui dig e wi jk *
* Van de 27.080 huishoudens die de vraag hebben ingevuld Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Maakt u zich zorgen over inkomensdaling/-
verlies als gevolg van de economische crisis? aantal aandeel
ja 8.840 32%
nee 18.240 65%
onbekend 890 3%
totaal 27.970 100%
aantal aandeel totaal inkomensklassen aandeel van inkomensklassen
< € 20.000 2.860 32% 5.810 49%
€ 20.000 tot € 21.000 780 9% 1.610 48%
€ 21.000 tot € 24.000 800 9% 2.000 40%
€ 24.000 tot € 27.000 550 6% 1.360 40%
€ 27.000 tot € 28.500 390 4% 1.140 34%
€ 28.500 tot € 32.500 840 9% 2.480 34%
€ 32.500 tot € 35.000 500 6% 1.550 32%
€ 35.000 tot € 40.000 500 6% 1.960 25%
€ 40.000 tot € 45.000 600 7% 2.690 22%
> € 45.000 1.020 12% 6.490 16%
totaal 8.840 100% 27.080 33%
aantal aandeel
aandeel van totaal aantal
huishoudens per wijk
Centrum 890 10% 34%
Lariks 1.100 12% 39%
Noorderpark 1.370 15% 34%
Assen-oost 1.260 14% 37%
Pittelo 510 6% 35%
Assen-west 510 6% 30%
Peelo 890 10% 32%
Marsdijk 1.400 16% 30%
Kloosterveen 810 9% 25%
Buitengebied 100 1% 24%
totaal 8.840 100% 33%
90
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
Daling waarde koopwoning?
Naast een daling van het inkomen kan als gevolg van de economisch e crisis ook de waarde van
koopwoningen dalen. Aan de huishoudens in Assen is voorgelegd of ze verwachten dat de
waarde van hun woning zal dalen als gevolg van de economische crisis. Circa 39% is van me-
ning dat dit zal gebeuren, waarbij de meerderheid denkt dat h et gaat om een waardedaling
tot 5% (tabel 7-14). Daarnaast geeft een kwart van de huishoudens aan niet te weten welke
impact de economische crisis zal hebben op de waarde van hun woning.
Het zijn relatief wat vaker huishoudens in de meer luxe woningtypen – vrijstaande woningen
en twee-onder-een-kapwoningen – die verwachten dat hun woning in waarde zal dalen dan
huishoudens in appartementen en rijwoningen (tabel 7-15).
tabe l 7 -1 4 : Verwacht ing da l ing van de waa rde v an de koo pwon ing
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 7 -1 5 : Verwacht ing da l ing van de waa rde v an de koo pwon ing n aar w on ing t ype
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Verwacht u dat de waarde van uw woning
daalt als gevolg van de economische crisis? aantal aandeel
ja, tot 5% 3.680 23%
ja, meer dan 5%, maar niet meer dan 10% 1.980 12%
ja, meer dan 10% 650 4%
nee 5.800 36%
weet niet 3.830 24%
onbekend 160 1%
totaal 16.100 100%
ja, tot 5%
ja, meer dan 5%, maar
niet meer dan 10% ja, meer dan 10% nee weet niet totaal 'ja' totaal
rijtjeswoning 21% 11% 2% 42% 24% 100% 34%
hoekwoning 22% 12% 2% 38% 27% 100% 35%
vrijstaande woning 25% 16% 7% 31% 22% 100% 47%
2^1kapwoning 26% 14% 4% 34% 23% 100% 44%
boerderij 11% 17% 9% 29% 34% 100% 37%
appartement 19% 9% 4% 38% 30% 100% 32%
totaal 23% 12% 4% 36% 24% 100% 40%
91
Leefbaarheid en wijkgericht werken
Hoofdstuk 8
Leefbaarheid en wijkgericht werken
8.1 Inleiding
Het onderhavige onderzoek moet voeding geven aan zowel het nieuwe gemeentelijke beleid s-
kader wonen als het (strategische voorraad-)beleid van de corporaties. Het onderzoek is daar-
om breed van opzet en heeft een directe koppeling met aanpalende beleidsterreinen van wo-
nen. Eén van die beleidsterreinen is leefbaarheid en wijkgericht werken. In dit hoofdstuk
wordt hier bij stilgestaan: in paragraaf 8.2 wordt het leefbaarheidsoordeel van bewoners in
kaart gebracht en in paragraaf 8.3 wordt stilgestaan bij wijkgericht werken.
Een uitgebreid onderzoek naar de tevredenheid van de bewoners over hun woning en woo n-
omgeving is eerder verricht in 2005 en 2007. De meest recente meting is samengevat in de
publicatie ‘9+9 = 1: Onderzoek naar leefbaarheid en veiligheid in de gemeente Assen, februari
2008’. In 2010 worden de resultaten van de derde meting verwacht. In het onderhavige on-
derzoek worden voor een deel andere aspecten van de woning en de leefomgeving belicht. De
resultaten kunnen daarom worden gezien als een aanvulling op het lopende onderzoek naar
leefbaarheid.
In paragraaf 8.4 wordt per wijk de marktpositie in beeld gebracht, onder meer in termen van
vraag en aanbod. Dit zegt immers ook iets over de leefbaarheid in de Assense wijken en de
kans op het ontstaan van leefbaarheidproblemen.
8.2 Leefbaarheid
In de gemeente Assen wordt sterk ingezet op de leefbaarheid van wijken. In de bestaande
wijken vindt permanent wijkvernieuwing plaats door upgrading, herstructurering en waar
mogelijk intensivering. Hierdoor behouden de bestaande wijken hun kwaliteit en blijven ze
gewilde woonlocaties. De intensivering zorgt ervoor dat bestaande wijken leefbaar blijven:
voorzieningen behouden een afzetmarkt in de wijken voor hun producten en blijven in de
wijken aanwezig (bron: gemeente Assen).
Bewoners in Assen zijn dan ook over het algemeen goed te spreken over de leefbaarheid in
Assen. In tabel 8-1 is het oordeel van de bewoners over verschillende aspecten van de woon -
en leefomgeving weergegeven. Alle aspecten worden gemiddeld met een 7,0 of hoger beoor-
deeld. De woonomgeving, de kwaliteit van de woning en de indeling van de woning worden
het beste beoordeeld. Minder positief is men over de berging van de woning. Eigenaarbewo-
ners zijn structureel positiever dan de huurders van Actium en Woonconcept. Het is overigens
een gangbaar beeld dat eigenaarbewoners meer tevreden zijn dan huurders.
Naar wijk zijn de bewoners in het Buitengebied (met relatief de meeste koop- en vrijstaande
woningen) het beste te spreken over hun woon- en leefomgeving. Hun oordeel over zeven van
de tien aspecten ligt meer dan een halve punt hoger dan het gemeentelijk gemiddelde. Ook in
Kloosterveen is men positief, vooral over aspecten van de eigen woning. In Lariks, met relatief
de minste koop- en vrijstaande woningen en veel appartementen, is de waardering voor zes
92
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
van de tien aspecten meer dan een halve punt lager dan het gemeentelijk gemiddelde. In het
Centrum van Assen is men vooral minder goed te spreken over het parkeren bij de woning.
In de publicatie ‘9+9 = 1’ is de beoordeling over de woningvoorraad en de woonomgeving
samengesteld op basis van verschillende vragen. De resultaten kunnen daarom niet goed met
elkaar worden vergeleken. Wel waren ook in 2007 en 2005 de meeste bewoners goed te spr e-
ken over hun woon- en leefomgeving.
tabe l 8 -1 : Gemi dde ld oor de e l va n bewone rs ove r de k wali te it va n de wo on- e n l ee fomg evi ng
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
In tabel 8-2 is het oordeel van huurders van Actium en Woonconcept uitgesplitst naar wijk. In
Lariks is men het minste te spreken over de kwaliteit van de eigen woning en de woningen in
de buurt, gevolgd door Assen-Oost. In het Centrum is men minder goed te spreken over het
parkeren bij de woning. In Kloosterveen wonen de meest tevreden huurders: de waardering
voor zes van de tien aspecten ligt (flink) hoger dan gemiddeld.
tabe l 8 -2 : Gemi ddel d o ord ee l van hu urde rs va n Act i um en Woo nconce pt o ver de kwal ite it
van de woo n- en lee f omg ev ing na r wi jk
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
woon-
omgeving
kwaliteit
woningen buurt
kwaliteit eigen
woning
indeling
woning
aantal
slaapkamers
onderhoud
woning
kwaliteit eigen
buitenruimte
oppervlakte eigen
buitenruimte
berging
woning
parkeren bij
woning
Centrum 7,9 7,6 7,5 7,6 6,9 7,1 7,0 6,8 6,5 6,4
Lariks 7,3 6,6 6,9 7,1 6,5 6,9 6,8 6,6 6,6 7,0
Noorderpark 7,3 7,0 7,3 7,4 6,9 7,3 7,2 7,2 7,0 7,5
Assen-oost 7,7 6,7 7,3 7,5 7,2 7,3 7,6 7,4 6,9 7,5
Pittelo 7,3 6,9 7,3 7,7 7,6 7,3 7,5 7,3 7,0 7,0
Assen-west 7,7 7,2 7,4 7,7 7,6 7,3 7,6 7,5 7,0 7,2
Peelo 7,3 7,0 7,4 7,5 7,5 7,1 7,4 7,4 6,5 7,4
Marsdijk 8,0 7,8 7,9 7,8 7,6 7,8 7,9 7,8 7,1 7,6
Kloosterveen 7,7 7,8 8,0 7,9 7,9 8,0 7,8 7,7 7,3 7,6
Buitengebied 8,7 8,0 8,1 7,9 7,7 7,9 8,9 9,0 8,7 9,3
gemeente Assen 7,6 7,2 7,5 7,6 7,3 7,4 7,5 7,4 7,0 7,3
huurders van Actium
en Woonconcept 7,0 6,6 6,8 7,0 6,7 6,7 6,7 6,7 6,2 7,0
eigenaarbewoners 7,9 7,5 8,0 7,9 7,7 7,9 7,9 7,8 7,4 7,6
waarden boven het gemeentelijk totaal plus 0,5
waarden onder het gemeentelijk totaal minus 0,5
woon-
omgeving
kwaliteit
woningen buurt
kwaliteit
eigen woning
indeling
woning
aantal
slaapkamers
onderhoud
woning
kwaliteit eigen
buitenruimte
oppervlakte eigen
buitenruimte
berging
woning
parkeren bij
woning
Centrum 7,1 6,9 7,0 7,0 6,5 6,8 6,3 6,2 5,8 5,5
Lariks 6,8 6,0 6,3 6,7 6,6 6,3 6,3 6,2 6,1 6,8
Noorderpark 6,9 6,7 6,9 7,1 6,5 6,8 6,5 6,5 6,5 7,3
Assen-oost 7,2 6,3 6,7 7,1 6,9 6,8 7,0 6,9 6,3 7,2
Pittelo 6,9 6,7 6,9 7,5 7,2 7,1 7,4 7,4 6,7 6,8
Assen-west 6,7 6,7 6,7 7,2 7,3 6,7 6,8 6,7 6,2 6,8
Peelo 7,3 6,7 6,7 7,0 6,7 6,4 7,0 7,1 6,3 7,5
Marsdijk 7,0 6,8 6,9 6,8 6,3 6,8 7,2 7,4 5,9 6,7
Kloosterveen 7,2 7,6 7,7 7,2 7,4 7,4 7,3 7,3 6,1 7,4
huurders Actium
en WC totaal7,0 6,6 6,8 7,0 6,7 6,7 6,7 6,7 6,2 7,0
waarden boven het totaal huurders plus 0,5
waarden onder het totaal huurders minus 0,5
93
Leefbaarheid en wijkgericht werken
Oppervlakte woning
Een overgrote meerderheid van de bewoners vindt dat het met de oppervlakte van de woning
prima in orde is (tabel 8-3). Als men minder positief is vindt men de woning meestal te klein.
Dit geldt vaker voor huurders van Actium dan voor eigenaarbewoners en huurders van Woon-
concept.
tabe l 8 -3 : Oor dee l va n bewoners o ver de op perv la kt e van hun w on ing
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
In tabel 8-4 is het oordeel van huurders van Actium en Woonconcept over de oppervlakte van
de woning uitgesplitst naar wijk. In Marsdijk, Centrum en Lariks wonen relatief de meeste
huurders die hun woning te klein vinden. In geen enkele wijk is men van mening dat de wo-
ning te groot is.
tabe l 8 -4 : Oor dee l v an hu urders van Act ium en Wo onco ncept o ver de op perv l akte v an hun
woni ng na ar wi jk
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
8.3 Woningmarktpositie naar wijk
Uiteraard zegt ook de marktpositie van de wijk iets over de leefbaarheid en de kans op het
ontstaan van leefbaarheidproblemen. In deze paragraaf belichten we deze marktpositie vanui t
twee invalshoeken: de mate van verhuisgeneigdheid en de vraagdruk.
Verhuisgeneigdheid
In figuur 8-1 staat de verhuisgeneigdheid per wijk aangegeven. In de figuur staat ook aange-
geven in welke mate de kwaliteit van de woning en/of woonomgeving een rol speelt bij de
gemeentelijk totaal huurders van Actium huurders van Woonconcept eigenaarbewoners
veel te klein 1% 2% 1% 0%
te klein 13% 18% 11% 11%
goed 81% 75% 83% 85%
te groot 3% 2% 1% 3%
veel te groot 0% 0% 0% 0%
onbekend 2% 3% 100% 1%
totaal 100% 100% 100% 100%
veel te klein te klein goed te groot veel te groot onbekend totaal
Centrum 5% 23% 69% 2% 1% 1% 100%
Lariks 3% 20% 71% 1% 0% 5% 100%
Noorderpark 1% 15% 77% 3% 0% 3% 100%
Assen-oost 1% 17% 78% 1% 0% 2% 100%
Pittelo 1% 5% 84% 5% 1% 3% 100%
Assen-west 0% 8% 90% 1% 0% 1% 100%
Peelo 5% 16% 74% 0% 0% 5% 100%
Marsdijk 2% 43% 53% 3% 0% 0% 100%
Kloosterveen 3% 14% 80% 0% 0% 3% 100%
huurders Actium
en WC totaal2% 18% 75% 2% 0% 3% 100%
94
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
verhuizing. Vooral in de wijken Lariks en Peelo is de verhuisgeneigdheid relatief hoog: veel
huishoudens zien deze wijken als een tussenstap in de wooncarrière. Onder verhuisgeneigde
huurders van Actium en Woonconcept ligt de verhuisgeneigdheid nog wat hoger. In Lariks
wordt daarnaast ook relatief vaak de kwaliteit van de woning en de woonomgeving als reden
voor de verhuiswens opgegeven, gevolgd door Peelo en het Centrum van Assen. In het Buiten-
gebied is de verhuisgeneigdheid laag en wil vrijwel niemand verhuizen met het oog op verbe-
tering van de woonomgeving.
In de huursector is de verhuisgeneigdheid relatief hoger dan in de koopsector ( tabel 8-5). In
de huursector wordt ook relatief vaak de kwaliteit van de woning en de woonomgeving als
reden voor de verhuiswens opgegeven. Onder huurders van Actium en Woonconcept is de
verhuisgeneigdheid met 36% het hoogst in Marsdijk, gevolgd door Lariks en Peelo ( figuur 8-1).
In Mardijk speelt hierbij mogelijk de oppervlakte van de woning een rol, onder huurders van
Actium en Woonconcept vind 43% hun woning te klein (tabel 8-4). In Kloosterveen is de ver-
huisgeneigdheid met 14% het laagst en ligt onder het gemeentelijk totaal .
f ig u ur 8 -1 : De verh uisg ene ig dhei d per wi jk ( t ota al e n on der hu urders va n Act i um en Wo o n -
concept ) en de m ate wa ar i n de kwa lite it va n de won i ng ( l in ks ) en de wo onomg e ving ( rech ts )
een rol s pee l t b i j de ve rh ui swens
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 8 -5 : De verh uisg ene i g dheid n aar e ig en domsve r hou di ng en de m ate w aar i n de kwa li te it
van de won ing ( l inks ) en d e woonomg ev ing ( rechts ) e en ro l spee l t b i j de verh uis wens
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Larik
s
Pee
lo
Klo
oste
rvee
n
Ass
en-o
ost
Noo
rder
park
Ass
en-w
est
Cen
trum
Mar
sdijk
Pitt
elo
Bui
teng
ebie
d
kwaliteit woning niet
als verhuisreden
kwaliteit woning als
verhuisreden
verhuisgeneigdheid
huurders Actium en Woonconcept
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Larik
s
Pee
lo
Klo
oste
rvee
n
Ass
en-o
ost
Noo
rder
park
Ass
en-w
est
Cen
trum
Mar
sdijk
Pitt
elo
Bui
teng
ebie
d
woonomgeving niet
als verhuisreden
woonomgeving als
verhuisreden
verhuisgeneigdheid
huurders Actium en Woonconcept
kwaliteit woning
als verhuisreden
kwaliteit woning niet
als verhuisreden
totaal
verhuisgeneigd
huurders Actium + WC 9% 20% 29%
overige huurders 9% 24% 33%
eigenaarbewoners 2% 16% 19%
totaal 5% 18% 23%
woonomgeving
als verhuisreden
woonomgeving niet
als verhuisreden
totaal
verhuisgeneigd
huurders Actium + WC 11% 17% 29%
overige huurders 13% 20% 33%
eigenaarbewoners 6% 13% 19%
totaal 8% 15% 23%
95
Leefbaarheid en wijkgericht werken
Vraagdruk
De verhuisgeneigden maken bij verhuizing veelal een woning vrij die door een ander huisho u-
den kan worden betrokken. Als het aantal verhuisgeneigden wordt gerelateerd aan het aantal
huishoudens dat zich op een woning in de betreffende wijk oriënteert, dan ontstaat inzicht in
de vraagdruk (de verhouding tussen het aantal potentieel vrijkomende woningen en het aa n-
tal woningzoekenden). Deze vraagdruk, zowel met als zonder de startersvraag, staat weerge-
geven in tabel 8-6. De vraagdruk is veruit het grootst in het Buitengebied van Assen. Ook in
het Centrum is de vraagdruk aanzienlijk en is nog groter als rekening wordt gehouden met de
startersvraag. Lariks en Assen-Oost zijn de kwetsbare wijken van Assen, gevolgd door Peelo en
Noorderpark: de vraagdruk is in deze wijken relatief laag.
Voor Pittelo geldt dat absoluut gezien een gering aantal huishoudens zich op deze wijk oriën-
teert. Maar omdat het aantal huishoudens dat binnen vijf jaar wil verhuizen eveneens gering
is, is de vraagdruk gemiddeld. Voor de wijk Kloosterveen geldt dat bij de interpretatie van de
vraagdruk in ogenschouw moet worden genomen dat er geen rekening is gehouden met aan-
bod dat vrijkomt als gevolg van nieuwbouw.
tabe l 8 -6 : Het aan ta l ver h uisg ene ig de n per w ij k en a ant al wo ni ng z oeken den d a t z ich o p een
bepaa lde w ij k or iëntee rt
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
8.4 Wijkgericht werken
De gemeente en de corporaties zetten sinds enige tijd in op wijkgericht werken. Wijkgericht
werken is opgezet om bewoners mee te laten denken in zaken die hun wijk aangaan, met als
doel het stimuleren van de betrokkenheid van de bewoners en het verbeteren van de kwalitei t
van de buurt en het dagelijks leefklimaat.
Rollen en verantwoordelijkheden
In de enquête is aan de bewoners van Assen gevraagd wie zij verantwoordelijk vinden voor
zaken in hun buurt zoals veiligheid, speelvoorzieningen en parkeermogelijkheden: de gemee n-
te, de corporatie, de bewoners of anderen. In tabel 8-7 is de mening van de bewoners weer-
gegeven. De huishoudens vinden veelal de gemeente verantwoordelijk voor de genoemde
punten, met uitzondering van de organisatie van buurtactiviteiten en in mi ndere mate het
oplossen van overlastproblemen/burenruzie. Hiervoor vinden zij vooral de bewoners zelf ve r-
antwoordelijk. Vooral zaken als de infrastructuur (94%), onderwijsvoorzieningen (91%), par-
keermogelijkheden (91%) en het beheer van de openbare ruimte (91%) horen volgens de be-
woners bij de gemeente te liggen.
verhuisgeneigden woningzoekenden vraagdruk
woningzoekenden
incl. starters
vraagdruk
incl. starters
Centrum 600 2.400 4,0 3.510 5,9
Lariks 890 1.000 1,1 1.210 1,4
Noorderpark 950 1.210 1,3 1.410 1,5
Assen-oost 820 900 1,1 1.060 1,3
Pittelo 290 550 1,9 610 2,1
Assen-west 380 850 2,2 950 2,5
Peelo 850 1.010 1,2 1.130 1,3
Marsdijk 970 1.920 2,0 2.270 2,3
Kloosterveen 780 1.690 2,2 1.870 2,4
Buitengebied 40 1.290 32,3 1.320 30,2
96
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
In tabel 8-8 en tabel 8-9 staat de mening van huurders van Actium en Woonconcept en eige-
naarbewoners weergegeven. Huurders van beide woningcorporaties vinden dat de corporaties
vaker verantwoordelijk zijn ten opzichte van het gemeentelijk totaal. In het bijzonder voor het
oplossen van overlastproblemen/burenruzie (52%), het verbeteren van de leefbaarheid in
algemene zin (48%) en parkeermogelijkheden (34%). Eigenaarbewoners vinden de gemeente
of de bewoners zelf vaker verantwoordelijk ten opzichte van het gemeentelijk totaal.
tabe l 8 -7 : O ordee l v an be woners o ver de v er antw oo rdel i j ke p art i je n v oor vers chi l len de z a-
ken i n de wi jke n v an Asse n
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l 8 -8 : Oor dee l van e ig enaar bewoners over de ver antwo or del i jke par t i jen v oor ve rschi l -
lende z a ken in de w ij ken v an Asse n
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
gemeente woningcorporatie bewoners anderen
ontmoetingsplekken 84% 11% 29% 3%
beheer/onderhoud openbare ruimte 91% 11% 23% 3%
organisatie buurtactiviteiten 26% 7% 80% 13%
oplossen overlastproblemen/burenruzie 42% 34% 51% 34%
veiligheid in de buurt 81% 17% 37% 25%
speelvoorzieningen 88% 17% 17% 3%
infrastructuur 94% 6% 4% 2%
parkeermogelijkheden 91% 21% 5% 2%
verbeteren leefbaarheid algemene zin 75% 36% 55% 15%
onderwijsvoorzieningen 91% 2% 4% 11%
kinderopvang 74% 3% 15% 28%
stimuleren actieve inzet/participatie van bewoners in de wijk 56% 25% 65% 20%
gemeente woningcorporatie bewoners anderen
ontmoetingsplekken 88% 8% 31% 3%
beheer/onderhoud openbare ruimte 96% 7% 24% 2%
organisatie buurtactiviteiten 24% 6% 85% 12%
oplossen overlastproblemen/burenruzie 46% 24% 56% 40%
veiligheid in de buurt 84% 13% 41% 26%
speelvoorzieningen 94% 13% 18% 2%
infrastructuur 98% 4% 4% 2%
parkeermogelijkheden 97% 12% 6% 1%
verbeteren leefbaarheid algemene zin 80% 30% 60% 15%
onderwijsvoorzieningen 95% 1% 4% 11%
kinderopvang 76% 2% 16% 33%
stimuleren actieve inzet/participatie van bewoners in de wijk 60% 22% 69% 22%
97
Leefbaarheid en wijkgericht werken
tabe l 8 -9 : Oo rdee l va n h uu rders v an Act i um en W oon concept ove r de ver an twoo rdel i j ke pa r-
t i je n v oor versch i l lende z a ken i n de wi jke n v an Asse n
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
gemeente woningcorporatie bewoners anderen
ontmoetingsplekken 79% 15% 26% 5%
beheer/onderhoud openbare ruimte 83% 18% 20% 3%
organisatie buurtactiviteiten 32% 10% 71% 12%
oplossen overlastproblemen/burenruzie 36% 52% 43% 28%
veiligheid in de buurt 77% 23% 31% 24%
speelvoorzieningen 83% 22% 12% 4%
infrastructuur 91% 9% 3% 2%
parkeermogelijkheden 85% 34% 3% 2%
verbeteren leefbaarheid algemene zin 71% 48% 47% 16%
onderwijsvoorzieningen 87% 3% 4% 10%
kinderopvang 76% 5% 12% 20%
stimuleren actieve inzet/participatie van bewoners in de wijk 52% 32% 58% 18%
Bijlage
101
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is grotendeels gebaseerd op de resultaten van een schriftelijke enquête onder
de Assense bevolking. In augustus 2009 is de vragenlijst verstuurd aan 9.389 Assense hui s-
houdens. De steekproef is niet random getrokken, maar gestratificeerd naar tien wijken. Hie r-
bij is aangesloten bij de CBS-buurtindeling (2009).
Voorbereiding steekproef: bestandsbewerkingen
Voor het trekken van de steekproef heeft RIGO gebruikgemaakt van het GBA-bestand van de
gemeente Assen. Hierin zijn alle inwoners van Assen van 18 jaar en ouder geselecteerd. Voor
het trekken van de steekproef is RIGO als volgt te werk gegaan:
1. Opschonen GBA-bestand. Thuiswonende kinderen, studenten, huishoudens in verpleeg-
en verzorginstellingen en overige huishoudens die niet zelfstandig wonen zijn niet meege-
nomen bij het trekken van de steekproef.
2. Er is onderscheid gemaakt tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens, zodat elk
huishouden een gelijke kans heeft gekregen om in de steekproef terecht te komen .
3. Per buurt is random een steekproef getrokken, overeenkomstig met de vooraf bepaalde
aantallen per buurt. Via een koppeling met de VHE-bestanden van de corporaties is daar-
bij ook rekening gehouden met voldoende huishoudens in een corporatiewoning. Voor
Woonconcept geldt dat alle huishoudens zijn aangeschreven (281 huishoudens waarvan
alle gegevens bekend waren).
Per buurt zijn de aanbiedingsbrieven aan het steekproefbestand gekoppeld, waardoor de vra-
genlijst op naam kon worden verzonden. De vragenlijst is te vinden in een separaat document
behorend bij deze rapportage.
Steekproef en responsanalyse
RIGO heeft berekend hoeveel enquêtes per wijk moesten worden uitgezet voor een betrouw-
baarheid van 95% op wijkniveau, uitgaande van een responspercentage van 34,5%. In tabel B-
1 staat het aantal enquêtes dat per buurt is uitgezet, met een totaal van 9.389. De respons-
termijn bedroeg in totaal 4 weken. In de derde week van de responstermijn heeft de gemeen-
te Assen een rappel verzonden aan de respondenten. Gedurende de periode 15 augustus t/m
13 september 2009 konden de bewoners de vragenlijst invullen . Bij vragen over de enquête
konden zij contact opnemen met de gemeente of met een van de corporaties.
Van de 9.389 verzonden enquêtes zijn er 3.446 ingevuld en geretourneerd. Dit komt neer op
een respons van 37%. Op wijkniveau ligt de respons tussen de 32% (vo or het Buitengebied en
Lariks) en 42% (voor het Centrum van Assen). Ruim 800 huurders van Actium en 125 huurders
van Woonconcept hebben de vragenlijst ingevuld en geretourneerd. Dit komt neer op een
respons van respectievelijk 33% en 44%.
102
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l B -1 : Verz o nden e nquê tes per wi jk in g emeente A ssen
Gerealiseerde betrouwbaarheid
Er is gestreefd naar een betrouwbaarheid van 95% en een nauwkeurigheid van 5% op het n i-
veau van de wijken in Assen. Bij een gemeten verhuisgeneigdheid van bijvoorbeeld 50%, bet e-
kenen deze percentages dat met 95% zekerheid kan worden gezegd dat de verhuisgeneigdheid
tussen de 45% en 55% ligt (5% afwijking naar beneden en naar boven). Bij een verhui s-
geneigdheid van bijvoorbeeld 30% komt dit neer op tussen de 26% en 34%.
In tabel B-2 staat aangegeven welke betrouwbaarheid is gerealiseerd. In de tabel staat ook de
netto respons weergegeven. Dit is de resterende respons nadat de geretourneerde vragenlij s-
ten zijn gecontroleerd op consistentie en volledigheid. Deze respons ligt wat lage r dan de
respons zoals vermeld in de voorgaande subparagraaf.
In bijna elke wijk is de gewenste betrouwbaarheid van 95% met een nauwkeurigheid van 5%
gerealiseerd. Alleen in het Buitengebied van Assen is de gewenste nauwkeurigheid niet gere a-
liseerd. Dit terwijl hier sprake is geweest van een volledige steekproef (aan alle adressen is
een enquête verstuurd). Hetzelfde geldt voor de huurders van Woonconcept.
tabe l B -2 : De g erea l iseer de betrouwb aa rhei d n aar w ij k en won ing co rp orat ie
Bron: RIGO
netto aantal adressen verzonden enquêtes respons aandeel
Centrum 2.758 983 399 41%
Lariks 2.944 984 318 32%
Noorderpark 4.184 1.115 436 39%
Assen-oost 3.529 1.003 352 35%
Pittelo 1.525 893 294 33%
Assen-west 1.727 914 369 40%
Peelo 2.858 985 362 37%
Marsdijk 4.747 1.114 396 36%
Kloosterveen 3.297 992 389 39%
Buitengebied 406 406 131 32%
totaal 27.975 9.389 3.446 37%
waarvan Actium 7.558 2.455 808 33%
waarvan Woonconcept 281 281 125 44%
totaal corporatiebezit 7.839 2.736 933 34%
netto aantal
adressen
netto respons onnauwkeurigheid bij
95% betrouwbaarheid
onnauwkeurigheid bij
90% betrouwbaarheid
Centrum 2.758 387 5% 4%
Lariks 2.944 301 5% 5%
Noorderpark 4.184 421 5% 4%
Assen-oost 3.529 340 5% 4%
Pittelo 1.525 289 5% 4%
Assen-west 1.727 354 5% 4%
Peelo 2.858 353 5% 4%
Marsdijk 4.747 387 5% 4%
Kloosterveen 3.297 388 5% 4%
Buitengebied 407 130 7% 6%
Totaal 27.976 3.350 2% 1%
waarvan Actium 7.558 777 3% 3%
waarvan Woonconcept 281 118 7% 6%
totaal corporatiebezit 7.839 895 3% 3%
103
Weging
In het onderzoek is gewerkt met een gestratificeerde steekproef. Hierdoor, en omdat er altijd
sprake is van een bepaalde mate van selectieve respons, is het enquêtebestand gewogen alv o-
rens de resultaten te analyseren. Er is gebruikgemaakt van een geavanceerde iteratieve we-
gingsmethodiek. Hierbij wordt zowel gebruikgemaakt van het GBA -bestand, als van de VHE-
bestanden van de beide corporaties en van het WOZ-bestand van de gemeente. Daarnaast is
waar mogelijk de Assense buurtmonitor bij de weging betrokken.
Resultaten op wijkniveau
In deze paragraaf staan de resultaten op wijkniveau samengevat in figuren en tabellen. Het
gaat om zowel resultaten die besproken zijn in de voorafgaande hoofdstukken, als extra ui t-
splitsingen op wijkniveau. Ook de kaartjes zoals gepresenteerd tijdens de woonconferentie op
3 november 2009 zijn in deze paragraaf opgenomen.
tabe l B -3 : Bev ol king in 2 0 0 9 per wij k i n g emeente Ass en
Bron: buurtmonitor Assen, GBA bestand gemeente Assen, bewerking RIGO
tabe l B -4 : Bev ol king so pbo uw in 2 0 0 9 in de w ij ken v a n g emeente Assen
Bron: buurtmonitor Assen
inwoners, totaal zelfstandig wonende huishoudens
Centrum 5.340 2.760
Lariks 5.715 2.945
Noorderpark 8.540 4.185
Assen-oost 7.885 3.530
Pittelo 3.870 1.525
Assen-west (Baggelhuizen) 4.210 1.725
Peelo 6.990 2.860
Marsdijk 13.115 4.745
Kloosterveen 9.555 3.295
Buitengebied 1.135 405
totaal 66.360 27.975
Centrum Lariks Noorderpark Assen-oost Pittelo Assen-west Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied totaal
< 15 jaar 9% 12% 14% 14% 21% 19% 22% 25% 31% 17% 19%
15 - 30 jaar 14% 22% 19% 18% 19% 14% 21% 15% 14% 12% 17%
30 - 45 jaar 16% 17% 19% 19% 20% 20% 24% 27% 33% 18% 23%
45 - 65 jaar 29% 26% 27% 29% 28% 33% 28% 27% 17% 36% 27%
65+ 32% 23% 22% 21% 13% 13% 6% 6% 4% 16% 14%
totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
104
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
f ig u ur B -1 : Hu ish oude ns n aar t ype en lee f t i jd in de wijke n v an Assen , 2 0 0 9
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
4%9%
3%
4%
7%
6%
12%
9%7%
21%
17%
Centrum
6%
16%
4%
8%
10%
6%10%
6%
7%
16%
11%
Lariks
5%
8%
5%
9%
8%
6%
14%
8%
7%
14%
15%
Noorderpark
4%
10%
4%
8%
9%
7%
15%
8%
8%
14%
12%
Assen-oost
2%3% 4%
17%
7%
7%
22%
5%
11%
11%
11%
Pittelo
1%3% 4%
14%
8%
8%
20%
6%
16%
8%
12%
Assen-west
4%7%
7%
17%
10%
9%
20%
6%
9%
5%6%
Peelo
1%3%5%
20%
8%
10%29%
3%
10%
4%6%
Marsdijk
1% 5%
9%
31%
5%8%
25%
1%
7%2%
5%
Kloosterveen
0%0%1%13%
2%
11%
28%3%
18%
10%
14%
Buitengebied
3%7%
5%
15%
8%
8%19%
6%
9%
10%
11%
Gemeente Assen < 25 jr.
25 tot 40 jr. eenpersoons
25 tot 40 jr. tweepersoons
25 tot 40 jr. gezin
40 tot 55 jr. eenpersoons
40 tot 55 jr. tweepersoons
40 tot 55 jr. gezin
55 tot 65 jr. eenpersoons
55 tot 65 jr. meerpersoons
65+ eenpersoons
65+ meerpersoons
105
f ig u ur B -2 : Same nste l l i ng woni ng vo orr aad per wi jk i n Assen in 2 0 0 9
Bron: gemeente Assen, Actium, Woonconcept en het woonwensenonderzoek Assen, 2009
f ig u ur B -3 : Bez it Act ium e n Woo nconce pt pe r wi jk i n Assen i n 2 0 0 9
Bron: Actium en Woonconcept, bewerking RIGO
f ig u ur B -4 : Ko op - en p art ic ul ie re hu ur voo rra ad naa r t ype won ing pe r wi jk in Ass en in 2 0 0 9
Bron: gemeente Assen, woonwensenonderzoek Assen, 2009
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Larik
s (N
= 2
.945
)
Cen
trum
(N =
2.7
60)
Noo
rder
park
(N =
4.1
85)
Ass
en-o
ost
(N =
3.5
30)
Pee
lo (
N =
2.8
60)
Pitt
elo
(N =
1.5
25)
Ass
en-w
est
(N =
1.7
25)
Mar
sdijk
(N
= 4
.745
)
Klo
oste
rvee
n (N
= 3
.295
)
Bui
teng
ebie
d (N
= 4
05)
Ass
en (
N =
27.
975)
overig / onbekend
overig huur mg
overig huur eg
Actium + WC mg
Actium + WC eg
koop mg
koop eg
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
eg. app. met lift app. zonder
lift, duplex
eg. app. met lift
Actium Woonconcept
Kloosterveen
Marsdijk
Peelo
Assen-west
Pittelo
Assen-oost
Noorderpark
Lariks
Centrum
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Cen
trum
(N =
1.5
50)
Larik
s (N
= 1
.955
)
Noo
rder
park
(N =
2.1
00)
Ass
en-o
ost
(N =
1.1
15)
Pitt
elo
(N =
1.3
35)
Ass
en-w
est
(N =
2.3
15)
Pee
lo (
N =
4.1
65)
Mar
sdijk
(N
= 2
.860
)
Klo
oste
rvee
n (N
= 2
.050
)
Bui
teng
ebie
d (N
= 4
05)
Ass
en (
N =
19.
850)
overig
appartement zonder lift
appartement met lift
vrijstaande woning
2^1 kap woning
hoekwoning
rijwoning
106
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l B -5 : Woo nwensen per wijk van verh uis g ene ig de hu isho udens na ar g ewenste
huu r /k oo pver hou di ng
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -6 : Wo onwense n per wijk va n ver hu isg ene ig de huis ho udens naa r g ewenste koo ppr i js
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -7 : Wo onwense n per wijk va n ver hu isg ene ig de huis ho udens naa r g ewenste huu rpr i js
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
koop huur maakt niet uit weet nog niet onbekend totaal N =
Centrum 43% 33% 11% 9% 5% 100% 600
Lariks 39% 34% 3% 20% 4% 100% 890
Noorderpark 43% 27% 7% 20% 3% 100% 950
Assen-oost 38% 37% 8% 16% 2% 100% 820
Pittelo 29% 51% 10% 5% 4% 100% 290
Assen-west 39% 25% 16% 18% 1% 100% 390
Peelo 50% 27% 6% 12% 4% 100% 850
Marsdijk 59% 21% 12% 7% 1% 100% 970
Kloosterveen 82% 10% 1% 5% 3% 100% 780
Buitengebied 91% 9% 0% 0% 0% 100% 40
totaal 49% 28% 7% 13% 3% 100% 6.580
< € 160.000 € 160.000 - € 220.000 € 220.000 - € 275.000 € 275.000 - € 350.000 > € 350.000 weet niet totaal N =
Centrum 33% 18% 16% 13% 8% 13% 100% 390
Lariks 44% 29% 4% 4% 1% 18% 100% 540
Noorderpark 11% 45% 13% 3% 4% 24% 100% 590
Assen-oost 32% 29% 6% 7% 12% 15% 100% 450
Pittelo 33% 34% 13% 0% 9% 11% 100% 120
Assen-west 20% 36% 9% 9% 5% 21% 100% 270
Peelo 25% 35% 12% 12% 8% 8% 100% 570
Marsdijk 9% 39% 14% 16% 11% 11% 100% 720
Kloosterveen 6% 16% 27% 22% 18% 11% 100% 690
Buitengebied 0% 20% 18% 8% 40% 15% 100% 40
totaal 21% 31% 13% 11% 9% 14% 100% 4.370
< € 358 € 358 - € 512 € 512 - € 549 € 549 - € 648 € 648 - € 750 > € 750 weet niet totaal N =
Centrum 6% 55% 20% 7% 4% 7% 1% 100% 310
Lariks 30% 45% 10% 3% 2% 2% 9% 100% 520
Noorderpark 18% 59% 8% 1% 6% 0% 7% 100% 500
Assen-oost 35% 40% 7% 3% 2% 0% 14% 100% 450
Pittelo 8% 47% 26% 6% 6% 1% 5% 100% 200
Assen-west 6% 41% 23% 14% 7% 3% 6% 100% 230
Peelo 12% 47% 29% 4% 4% 0% 3% 100% 400
Marsdijk 10% 37% 19% 21% 0% 0% 14% 100% 380
Kloosterveen 0% 40% 33% 18% 0% 0% 9% 100% 140
totaal 17% 46% 17% 7% 3% 1% 8% 100% 3.140
107
tabe l B -8 : Wo onwense n per wijk va n ver hu isg ene ig de huis ho udens naa r g ewenst woni ng type
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -9 : Verh uis redene n van w oni ng z oeken den pe r wijk
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -1 0 : A ntwo ord op d e vraag naa r wi jk : z o u u u w huurw on ing wi l le n ko pe n?
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Centrum Lariks Noorderpark Assen-oost Pittelo Assen-west Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied totaal
woning in een woonzorgcentrum 4% 3% 4% 1% 5% 1% 0% 3% 1% 0% 2%
rijtjeswoning 32% 39% 35% 37% 22% 38% 24% 13% 23% 0% 29%
hoekwoning 34% 46% 41% 46% 31% 46% 32% 35% 34% 0% 38%
vrijstaande woning 34% 26% 40% 45% 24% 37% 34% 49% 54% 65% 40%
twee-onder-een-kapwoning 39% 36% 43% 33% 25% 41% 34% 37% 43% 34% 37%
boerderij 15% 3% 14% 10% 6% 19% 20% 11% 18% 40% 13%
appartement met lift 37% 36% 32% 20% 39% 31% 28% 19% 7% 25% 26%
appartement zonder lift 11% 8% 6% 2% 3% 11% 8% 4% 4% 0% 6%
woonwagen of woonboot 1% 2% 1% 0% 3% 3% 0% 0% 2% 0% 1%
ander woningtype 4% 9% 11% 10% 9% 8% 10% 17% 7% 0% 10%
N = 600 890 950 820 290 390 850 970 780 40 6.580
Centrum Lariks Noorderpark Assen-
oost
Pittelo Assen-
west
Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied totaal
veranderingen in uw huishouden (huwelijk of gaan
samenwonen, scheiding, geboorte van kinderen, uit huis gaan
van kinderen etc.)36% 33% 38% 34% 27% 27% 34% 36% 28% 24% 33%
gezondheid en/of behoefte aan zorg(voorzieningen) 10% 10% 20% 8% 13% 8% 7% 8% 2% 20% 10%
om zorg te kunnen verlenen of ontvangen van/aan uw partner,
ouder(s), kind(eren), of ander familielid, vriend of kennis 7% 0% 1% 4% 1% 3% 0% 8% 1% 0% 3%
de kwaliteit van de woning 32% 33% 18% 29% 9% 21% 19% 14% 15% 33% 22%
de grootte / oppervlakte van de woning 49% 55% 47% 38% 27% 26% 49% 49% 43% 30% 45%
de woonomgeving (betere voorzieningen, meer rust, minder
overlast etc.)38% 41% 39% 36% 36% 27% 37% 27% 39% 14% 36%
werk en/of studie 13% 14% 21% 12% 14% 13% 14% 19% 13% 10% 15%
sociale redenen (dichter bij familie en/of vrienden wonen) 8% 7% 7% 5% 20% 8% 11% 10% 11% 0% 9%
andere reden 32% 28% 19% 19% 14% 19% 22% 27% 22% 34% 23%
N = 600 890 950 820 290 380 850 970 780 40 6.570
ja hangt af van de prijs nee weet niet onbekend totaal N =
Centrum 7% 8% 76% 7% 2% 100% 710
Lariks 3% 14% 72% 9% 3% 100% 1.390
Noorderpark 4% 16% 72% 4% 3% 100% 2.230
Assen-oost 2% 22% 57% 12% 6% 100% 1.430
Pittelo 4% 22% 59% 11% 4% 100% 410
Assen-west 6% 19% 61% 9% 5% 100% 390
Peelo 8% 19% 62% 9% 2% 100% 540
Marsdijk 8% 20% 57% 12% 2% 100% 580
Kloosterveen 10% 16% 65% 5% 3% 100% 440
totaal 5% 17% 67% 8% 3% 100% 8.120
108
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l B -1 1 : In teresse va n h uish ou dens v oor ee n du urz ame woni ng per w ij k
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -1 2 : Aan ta l verh uis de huis ho udens i n de per io de 2 0 0 4 -20 0 9 als aan dee l v an het t ota al
aan tal hu ish oude ns i n 2 0 0 9 naar w ij k
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -1 3 : Bin nen Assen v erhu isde pers one n: va n v or ig e wijk na ar h ui dig e wi jk , 2 0 0 2 -20 0 8
Bron: buurtmonitor Assen, bewerking RIGO
tabe l B -1 4 : Gewenste w ij k in Asse n na ar hu idig e wi jk (meerdere antwo or den mo g el i j k)
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
Centrum Lariks Noorderpark Assen-oost Pittelo Assen-west Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied totaal
ja, maar ik wil er niets extra voor betalen 17% 28% 23% 20% 21% 15% 22% 27% 19% 10% 22%
ja, voor zover zich dat terugverdient binnen 5 jaar 23% 19% 22% 23% 29% 31% 30% 34% 33% 21% 27%
ja, voor zover zich dat terugverdient binnen 10 jaar 12% 11% 12% 10% 10% 20% 14% 14% 16% 13% 13%
ja, voor zover zich dat terugverdient binnen 20 jaar 1% 1% 2% 1% 2% 3% 1% 2% 3% 7% 2%
ja, en ik wil er extra voor betalen, ook als zich dat
niet terugverdient10% 3% 4% 6% 2% 4% 4% 4% 4% 9% 5%
nee 16% 15% 12% 16% 16% 14% 12% 10% 13% 24% 13%
weet niet 13% 13% 16% 17% 13% 10% 13% 5% 9% 9% 12%
onbekend 8% 10% 9% 7% 7% 4% 5% 3% 2% 7% 6%
totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
N= 2.760 2.940 4.180 3.530 1.530 1.730 2.860 4.750 3.300 410 27.970
Centrum Lariks Noorderpark Assen-oost Pittelo Assen-west Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied totaal
aandeel 44% 43% 41% 41% 30% 32% 36% 37% 94% 21% 43%
huidige wijk
Centrum Lariks Noorderpark Assen-oost Pittelo Assen-west Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied
Centrum 24% 13% 11% 14% 9% 9% 8% 6% 5% 6%
Lariks 10% 27% 15% 8% 20% 10% 10% 5% 7% 4%
Noorderpark 12% 19% 27% 8% 15% 12% 12% 8% 7% 6%
Assen-oost 14% 10% 10% 38% 8% 10% 8% 9% 6% 17%
Pittelo 5% 8% 6% 4% 23% 5% 5% 3% 4% 2%
Assen-west 7% 4% 5% 5% 3% 29% 3% 3% 6% 6%
Peelo 8% 7% 11% 7% 8% 4% 36% 11% 10% 8%
Marsdijk 11% 8% 11% 11% 9% 10% 13% 49% 15% 23%
Kloosterveen 7% 4% 3% 3% 4% 9% 4% 5% 38% 15%
Buitengebied 1% 1% 1% 1% 0% 1% 1% 1% 2% 12%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
N = 2.173 2.248 2.898 2.613 968 869 1.736 2.748 3.886 247
vorig
e w
ijk
Centrum Lariks Noorderpark Assen-oost Pittelo Assen-west Peelo Marsdijk Kloosterveen Buitengebied weet niet
Centrum (N=440) 74% 19% 20% 15% 6% 17% 18% 33% 23% 14% 3%
Lariks (N=740) 56% 43% 36% 10% 18% 21% 20% 33% 28% 15% 4%
Noorderpark (N=830) 59% 29% 51% 7% 9% 17% 18% 38% 33% 24% 7%
Assen-oost (N=680) 36% 14% 17% 67% 12% 11% 22% 28% 15% 18% 6%
Pittelo (N=240) 58% 7% 8% 8% 19% 3% 11% 28% 26% 11% 8%
Assen-west (N=320) 34% 40% 10% 13% 7% 63% 9% 11% 22% 27% 6%
Peelo (N=680) 39% 8% 24% 10% 5% 2% 41% 32% 27% 31% 5%
Marsdijk (N=790) 28% 3% 7% 10% 11% 11% 13% 73% 22% 28% 3%
Kloosterveen (N=630) 29% 7% 6% 3% 6% 14% 8% 20% 80% 36% 3%
gemeente Assen (N = 5.390) 45% 19% 22% 17% 10% 16% 19% 36% 31% 24% 5%
gewenste wijk
huid
ige
wijk
109
f ig u ur B -5 : De g ewenste w oonw ij k va n s ta rters*
*Van de 1.550 starters die mogelijk in Assen op zoek zijn naar een woning en de vraag hebben ingevuld Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -1 5 : Ontwik kel ing van het a an tal 6 5 -p lussers per wijk i n g emeente Assen volg ens de
mig rat ie -n ul prog n ose
Bron: buurtmonitor Assen, RIGO-prognose
f ig u ur B -6 : Ma te va n beper king n aa r wi jk i n Asse n
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
Cen
trum
Mar
sdijk
Larik
s
Noo
rder
park
Klo
oste
rvee
n
Ass
en-o
ost
Pee
lo
Ass
en-w
est
Pitt
elo
Bui
teng
ebie
d
woont (nog)
niet in de wijk
woont in de
wijk
2008 % 2020 verschil 2008-2020 2030 verschil 2020-2030 verschil 2008-2030
Noorderpark 1.820 21% 2.220 400 2.240 20 420
Centrum 1.740 33% 1.600 -140 1.470 -120 -260
Assen-oost 1.600 20% 1.950 350 2.160 200 550
Lariks 1.370 24% 1.310 -50 1.370 60 10
Marsdijk 850 6% 1.900 1.060 3.370 1.470 2.520
Assen-west 540 13% 1.070 520 1.240 180 700
Pittelo 520 13% 800 280 1.010 210 490
Peelo 450 6% 1.130 680 1.760 620 1.300
Kloosterveen 360 4% 900 540 1.630 730 1.270
Buitengebied 180 16% 320 140 360 40 190
totaal 9.430 14% 13.210 3.780 16.620 3.410 7.190
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Cen
trum
(N =
2.7
60)
Noo
rder
park
(N =
4.1
85)
Larik
s (N
= 2
.945
)
Pitt
elo
(N =
1.5
25)
Ass
en-o
ost
(N =
3.5
30)
Ass
en-w
est
(N =
1.7
25)
Pee
lo (
N =
2.8
60)
Mar
sdijk
(N
= 4
.745
)
Klo
oste
rvee
n (N
= 3
.295
)
Bui
teng
ebie
d (N
= 4
05)
lichte beperkingen matige beperkingen ernstige beperkingen
110
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l B -1 6 : Ontwik kel ing van de beh oef te aa n z org a rrang emente n pe r wi jk op bas is van de
prog n ose mig ra t ie - nu l
Bron: RIGO / AAK
f ig u ur B -7 : Het a an dee l sen iore nwon ing en naa r wi jk i n Assen
Bron: Woonwensenonderzoek Assen, volgens definitie bewoners
2009 2015 2020
Centrum ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 90 91 85
zorg in directe omgeving 151 149 142
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 11 10 9
zorg in directe omgeving 9 8 7
Lariks ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 76 69 62
zorg in directe omgeving 124 115 108
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 11 11 11
zorg in directe omgeving 9 9 9
Noorderpark ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 72 92 104
zorg in directe omgeving 143 171 186
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 17 17 17
zorg in directe omgeving 14 14 13
Assen-oost ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 73 82 85
zorg in directe omgeving 132 146 155
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 16 15 15
zorg in directe omgeving 13 12 12
Pittelo ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 16 23 28
zorg in directe omgeving 34 46 57
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 8 8 8
zorg in directe omgeving 6 6 6
Assen-west ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 14 23 31
zorg in directe omgeving 33 53 70
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 8 9 8
zorg in directe omgeving 7 7 7
Peelo ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 16 22 28
zorg in directe omgeving 32 46 65
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 14 15 15
zorg in directe omgeving 11 12 12
Marsdijk ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 19 37 53
zorg in directe omgeving 49 83 119
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 26 27 28
zorg in directe omgeving 21 22 22
Kloosterveen ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 6 13 22
zorg in directe omgeving 19 37 55
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 19 21 22
zorg in directe omgeving 15 17 18
Buitengebied ouderen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 6 8 10
zorg in directe omgeving 12 17 22
overige doelgroepen 24 uurs toezicht en/of begeleiding 2 2 2
zorg in directe omgeving 2 2 2
prognose migratie nul
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
18%
20%
Cen
trum
(N
= 2
.760
)
Noo
rder
park
(N =
4.1
85)
Larik
s (N
= 2
.945
)
Pitte
lo (
N =
1.5
25)
Ass
en-o
ost
(N =
3.5
30)
Bui
teng
ebie
d (N
= 4
05)
Ass
en-w
est
(N =
1.7
25)
Pee
lo (
N =
2.8
60)
Klo
oste
rvee
n (N
= 3
.295
)
Mar
sdijk
(N
= 4
.745
)
111
f ig u ur B -8 : Het a an dee l n ul tredenw oni ng en n aar w ij k in Asse n
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -1 7 : S pre i di ng va n de in komensg r oepen over de wij ken v an Assen en he t aa ndee l per
wijk
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
f ig u ur B -9 : Sp re i di ng van d e doe lg r oep o ver de w ij ken van Assen
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Bui
teng
ebie
d (N
= 4
05)
Cen
trum
(N =
2.7
60)
Noo
rder
park
(N =
4.1
85)
Ass
en-o
ost
(N =
3.5
30)
Larik
s (N
= 2
.945
)
Ass
en-w
est
(N =
1.7
25)
Pitt
elo
(N =
1.5
25)
Klo
oste
rvee
n (N
= 3
.295
)
Mar
sdijk
(N
= 4
.745
)
Pee
lo (
N =
2.8
60)
aantal aandeel
aandeel van totaal aantal
huishoudens per wijk aantal aandeel
aandeel van totaal aantal
huishoudens per wijk
Centrum 990 10% 36% 1.190 43% 43%
Lariks 1.720 17% 58% 990 34% 34%
Noorderpark 1.740 18% 41% 1.830 44% 44%
Assen-oost 1.630 17% 46% 1.270 36% 36%
Pittelo 700 7% 46% 620 41% 41%
Assen-west 540 5% 31% 690 40% 40%
Peelo 1.030 10% 36% 1.260 44% 44%
Marsdijk 930 9% 20% 2.210 46% 46%
Kloosterveen 510 5% 16% 1.280 39% 39%
Buitengebied 90 1% 21% 190 48% 48%
totaal 9.870 100% 35% 11.530 41% 41%
middeninkomensdoelgroep
112
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
tabe l B -1 8 : De wo onqu ote n in de ko opsecto r i n k lasse n na ar wi jk*
*Woonquote: totale woonlasten van huishoudens als aandeel van het bruto huishoudeninkomen Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -1 9 : De w o onqu ote n in de hu ursecto r i n kl asse n na ar wi jk*
*Woonquote: totale woonlasten van huishoudens als aandeel van het bruto huishoudeninkomen Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -2 0 : Zorg v an huis h oude ns ove r in kome nsver l i es / -da l i ng na ar h ui dig e wi jk*
* Van de 27.080 huishoudens die de vraag hebben ingevuld Bron: Woonwensenonderzoek Assen
< 10% 10% tot 20% 20% tot 30% 30% tot 40% > 40% totaal
Centrum 6% 32% 28% 17% 16% 100%
Lariks 4% 24% 25% 17% 30% 100%
Noorderpark 2% 31% 31% 18% 18% 100%
Assen-oost 4% 32% 32% 13% 20% 100%
Pittelo 5% 24% 22% 18% 31% 100%
Assen-west 4% 35% 30% 13% 18% 100%
Peelo 2% 31% 32% 15% 21% 100%
Marsdijk 4% 30% 35% 17% 13% 100%
Kloosterveen 3% 30% 38% 14% 14% 100%
Buitengebied 1% 26% 34% 17% 22% 100%
totaal 4% 30% 32% 16% 18% 100%
< 20% 20% tot 30% 30% tot 40% 40% tot 50% > 50% totaal
Centrum 6% 28% 24% 15% 27% 100%
Lariks 7% 27% 22% 25% 19% 100%
Noorderpark 11% 32% 25% 15% 18% 100%
Assen-oost 4% 32% 22% 16% 26% 100%
Pittelo 6% 17% 25% 25% 27% 100%
Assen-west 8% 31% 16% 19% 26% 100%
Peelo 8% 25% 24% 17% 26% 100%
Marsdijk 11% 16% 23% 28% 22% 100%
Kloosterveen 5% 31% 23% 18% 23% 100%
totaal 7% 28% 23% 19% 23% 100%
aantal aandeel
aandeel van totaal aantal
huishoudens per wijk
Centrum 890 10% 34%
Lariks 1.100 12% 39%
Noorderpark 1.370 15% 34%
Assen-oost 1.260 14% 37%
Pittelo 510 6% 35%
Assen-west 510 6% 30%
Peelo 890 10% 32%
Marsdijk 1.400 16% 30%
Kloosterveen 810 9% 25%
Buitengebied 100 1% 24%
totaal 8.840 100% 33%
113
tabe l B -2 1 : Gemi dde ld o or dee l v an bewo ners o ver de kwal ite it v an de w oon - en lee fomg ev ing
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -2 2 : Gemi ddel d oor dee l va n h uur ders va n Act ium e n W oonc oncep t over de kw al ite i t
van de woo n- en lee f omg ev ing
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
woon-
omgeving
kwaliteit
woningen buurt
kwaliteit eigen
woning
indeling
woning
aantal
slaapkamers
onderhoud
woning
kwaliteit eigen
buitenruimte
oppervlakte eigen
buitenruimte
berging
woning
parkeren bij
woning
Centrum 7,9 7,6 7,5 7,6 6,9 7,1 7,0 6,8 6,5 6,4
Lariks 7,3 6,6 6,9 7,1 6,5 6,9 6,8 6,6 6,6 7,0
Noorderpark 7,3 7,0 7,3 7,4 6,9 7,3 7,2 7,2 7,0 7,5
Assen-oost 7,7 6,7 7,3 7,5 7,2 7,3 7,6 7,4 6,9 7,5
Pittelo 7,3 6,9 7,3 7,7 7,6 7,3 7,5 7,3 7,0 7,0
Assen-west 7,7 7,2 7,4 7,7 7,6 7,3 7,6 7,5 7,0 7,2
Peelo 7,3 7,0 7,4 7,5 7,5 7,1 7,4 7,4 6,5 7,4
Marsdijk 8,0 7,8 7,9 7,8 7,6 7,8 7,9 7,8 7,1 7,6
Kloosterveen 7,7 7,8 8,0 7,9 7,9 8,0 7,8 7,7 7,3 7,6
Buitengebied 8,7 8,0 8,1 7,9 7,7 7,9 8,9 9,0 8,7 9,3
gemeente Assen 7,6 7,2 7,5 7,6 7,3 7,4 7,5 7,4 7,0 7,3
huurders van Actium
en Woonconcept 7,0 6,6 6,8 7,0 6,7 6,7 6,7 6,7 6,2 7,0
eigenaarbewoners 7,9 7,5 8,0 7,9 7,7 7,9 7,9 7,8 7,4 7,6
waarden boven het gemeentelijk totaal plus 0,5
waarden onder het gemeentelijk totaal minus 0,5
woon-
omgeving
kwaliteit
woningen buurt
kwaliteit
eigen woning
indeling
woning
aantal
slaapkamers
onderhoud
woning
kwaliteit eigen
buitenruimte
oppervlakte eigen
buitenruimte
berging
woning
parkeren bij
woning
Centrum 7,1 6,9 7,0 7,0 6,5 6,8 6,3 6,2 5,8 5,5
Lariks 6,8 6,0 6,3 6,7 6,6 6,3 6,3 6,2 6,1 6,8
Noorderpark 6,9 6,7 6,9 7,1 6,5 6,8 6,5 6,5 6,5 7,3
Assen-oost 7,2 6,3 6,7 7,1 6,9 6,8 7,0 6,9 6,3 7,2
Pittelo 6,9 6,7 6,9 7,5 7,2 7,1 7,4 7,4 6,7 6,8
Assen-west 6,7 6,7 6,7 7,2 7,3 6,7 6,8 6,7 6,2 6,8
Peelo 7,3 6,7 6,7 7,0 6,7 6,4 7,0 7,1 6,3 7,5
Marsdijk 7,0 6,8 6,9 6,8 6,3 6,8 7,2 7,4 5,9 6,7
Kloosterveen 7,2 7,6 7,7 7,2 7,4 7,4 7,3 7,3 6,1 7,4
huurders Actium
en WC totaal7,0 6,6 6,8 7,0 6,7 6,7 6,7 6,7 6,2 7,0
waarden boven het totaal huurders plus 0,5
waarden onder het totaal huurders minus 0,5
114
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen
f ig u ur B -1 0 : Gemidde ld o ordee l van bew oners o ver de kwal ite i t va n de won ing en i n hu n
buur t op w ij kn ivea u
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -2 3 : Oordee l va n h uur ders va n Act ium en W o onco ncept o ver de oppe rvl akte v an h un
woni ng na ar wi jk
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
veel te klein te klein goed te groot veel te groot onbekend totaal
Centrum 5% 23% 69% 2% 1% 1% 100%
Lariks 3% 20% 71% 1% 0% 5% 100%
Noorderpark 1% 15% 77% 3% 0% 3% 100%
Assen-oost 1% 17% 78% 1% 0% 2% 100%
Pittelo 1% 5% 84% 5% 1% 3% 100%
Assen-west 0% 8% 90% 1% 0% 1% 100%
Peelo 5% 16% 74% 0% 0% 5% 100%
Marsdijk 2% 43% 53% 3% 0% 0% 100%
Kloosterveen 3% 14% 80% 0% 0% 3% 100%
huurders Actium
en WC totaal2% 18% 75% 2% 0% 3% 100%
115
f ig u ur B -1 1 : De ver hu isg en e ig dhei d pe r wi jk ( t ota al e n on der huu rders va n Ac t i um en Wo o n-
concept ) en de m ate wa ar i n de kwa lit e it va n de won i ng ( l in ks ) en de wo onomg e ving ( rech ts )
een rol s pee l t b i j de ve rh ui swens
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
tabe l B -2 4 : Het aa nta l ve rhu isg ene ig den per w ij k e n aa nta l wo ni ng z oeken den dat z ic h o p
een bepa al de wij k o r iën tee rt
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
f ig u ur B -1 2 : Vraag d ruk na ar wi jk
Bron: Woonwensenonderzoek Assen
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Larik
s
Pee
lo
Klo
oste
rvee
n
Ass
en-o
ost
Noo
rder
park
Ass
en-w
est
Cen
trum
Mar
sdijk
Pitt
elo
Bui
teng
ebie
d
kwaliteit woning niet
als verhuisreden
kwaliteit woning als
verhuisreden
verhuisgeneigdheid
huurders Actium en Woonconcept
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Larik
s
Pee
lo
Klo
oste
rvee
n
Ass
en-o
ost
Noo
rder
park
Ass
en-w
est
Cen
trum
Mar
sdijk
Pitt
elo
Bui
teng
ebie
d
woonomgeving niet
als verhuisreden
woonomgeving als
verhuisreden
verhuisgeneigdheid
huurders Actium en Woonconcept
verhuisgeneigden woningzoekenden vraagdruk
woningzoekenden
incl. starters
vraagdruk
incl. starters
Centrum 600 2.400 4,0 3.510 5,9
Lariks 890 1.000 1,1 1.210 1,4
Noorderpark 950 1.210 1,3 1.410 1,5
Assen-oost 820 900 1,1 1.060 1,3
Pittelo 290 550 1,9 610 2,1
Assen-west 380 850 2,2 950 2,5
Peelo 850 1.010 1,2 1.130 1,3
Marsdijk 970 1.920 2,0 2.270 2,3
Kloosterveen 780 1.690 2,2 1.870 2,4
Buitengebied 40 1.290 32,3 1.320 30,2
116
Een vernieuwde blik op de woningmarkt in Assen