Een verhaal over een halloweennacht, een zotte...

10
Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas van Karo en een fantastische vis. Tekst en illustraties: klas Karo, oktober 2018

Transcript of Een verhaal over een halloweennacht, een zotte...

Page 1: Een verhaal over een halloweennacht, een zotte …scholen.stad.gent/sites/default/files/document_files...Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas

Milla de vis

Een verhaal over een halloweennacht,

een zotte koning, de klas van Karo en een

fantastische vis.

Tekst en illustraties: klas Karo, oktober 2018

Page 2: Een verhaal over een halloweennacht, een zotte …scholen.stad.gent/sites/default/files/document_files...Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas

Milla de vis

Ons verhaal begint in de vroege avond van 31 oktober. De schoolbus waarmee de klas van

Karo op bosklas was vertrokken, begon na een half uurtje rijden plots te vertragen en te

schokken om uiteindelijk met een lange zucht stil te vallen.

Karo, die de bus bestuurde, begon vreselijk te vloeken: “Verdomme! Allee komaan, dat

meen je toch niet...” Ze keek naar de wijzer van de benzinetank. Bijna leeg…. “Zeg dat het

niet waar is hé ! Panne!” Ze startte de motor opnieuw.

Na een paar keer proberen lukte het. Oef !

De kinderen hadden eerst niet door dat er iets aan de hand was met de bus, ze vertelden om

het luidst griezelverhalen aan elkaar en er werd tijdens de rit luid gelachen.

Toen Tania haar honderdste poging om de kinderen wat stiller te krijgen weinig effect had,

greep Karo naar de micro terwijl ze met haar voet hard op de rem trapte. “Hey Karo, zijde

zot ofwa??” brulde er iemand en Karo zei kwaad: “Gasten, 't is nu genoeg! Stop nu

alsjeblieft met brullen! Ik kan me met zo’n lawaai echt niet concentreren op de baan.

Komaan zeg….”

“Doe zelf eens normaal mens!”, zei Femke.

Tania probeerde de kinderen wat rustiger te maken. “Komaan gasten,…. Over een half

uurtje zijn we er. Probeer het nu wat rustig te houden zodat Karo verder kan rijden zonder

gedoe.”

“Goed dat we onze gordels aan hebben”, zei Regilio, “anders waren we daarnet misschien

allemaal met een voorwaartse dubbele salto door de vooruit van de bus gevlogen. BAM !

KRAK!”

“Ja”, zei Django, “En dan waren we nu aan het bloeden en lag ons hoofd er misschien af en

liepen we rond als zombies...”

Page 3: Een verhaal over een halloweennacht, een zotte …scholen.stad.gent/sites/default/files/document_files...Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas

Er werd nog wat verder gegriezeld maar niet zo luid meer. En ook niet zo lang meer, want

even later schokte de bus opnieuw en stonden we echt in panne.

“Wat doe je nu Karo?”, vroeg Ilia. “Waarom stop je ?”.

Maxime keek naar buiten. Het was donker buiten en de volle maan scheen fel deze avond.

“Juf Karo, zijn we er al?”, vroeg hij.

Karo zuchtte, draaide zich om naar de kinderen en zei met een klein stemmetje: “Het spijt

mij tsjoepkes, maar euh… We zitten zonder benzine… De tank is echt leeg nu...ik ben

onderweg vergeten stoppen bij een tankstation...”

Over de volgende 5 minuten gaan we je niet te veel vertellen. Boze kinderen. Een juf die op

ontploffen stond van de stress. Roepen. Paniek…. Je kan je er wel iets bij voorstellen… ?

Hier stonden we dan: twee volwassenen en zes kinderen in the middle of nowhere met een

kapotte bus aan de rand van een bos. En niemand, echt niemand die bereik had op zijn

smartphone.

“Ja, wat had je gedacht,… zo'n stom boerengat”, zei Femke.

Ze had gelijk…. Geen huizen in de buurt, geen mens te bespeuren. Er was geen verkeer op

de weg. Zelfs geen straatverlichting. Niks. Er was alleen een koude wind, een grote volle

maan en wolken die voorbij zweefden zodat het af en toe nog donkerder werd.

We hoorden het geritsel van oude droge bladeren die nog aan de hoge bomen hingen en

plots stak er een kille wind op die iedereen koude rillingen gaf.

“Daar, licht!” riep Ilia luid. Hij had gelijk !

In de verte zagen we een piepklein vierkant lichtje branden.

“Kom gasten. Ik denk dat daar een huis is. We gaan er zo rap mogelijk naartoe. Dan kunnen

we Eva bellen en kan zij hulp sturen.”

De grond was modderig en er hing een regenbui in de lucht. We stapten snel door langs de

kant van de weg.

“Ik zweer het u! Als mijn Louis-Vuitton-broek vuil wordt of scheurt, stuur ik de rekening

naar school en mogen jullie mij een nieuwe kopen. Plus een schadevergoeding”, zei Dusan.

En zo stapten we met ons achten dicht bij elkaar door de modder, daarna door een stukje bos

en tenslotte nog stukje op een gewone weg.

De wandeling duurde zeker een uur en iedereen was moe, had koud en dorst en honger.

Eindelijk kwamen we dichter en dichter bij het licht.

Het kwam uit een klein cafeetje. Ernaast stonden er nog enkele huizen en een winkel. We

waren in een klein dorpje beland.

We gingen het café binnen. Alle kinderen ploften zich neer bij een tafel in de hoek.

Karo zei: “Ik zal eerst iets bestellen om te drinken voor jullie en dan ga ik bellen. Oké ?”

De kinderen waren zo moe dat ze zelfs geen kracht meer hadden om te antwoorden.

Iedereen zat een beetje voor zich uit te staren.

Achter de toog stond er een vrouw een glas af te drogen. “Madam”, zei ze tegen Karo.

“Wa komt gij hier doen met die kindjes zo laat op den avond ?”

Karo vertelde het hele verhaal en vroeg of ze even mocht bellen.

Ze belde. Vloekte. Belde nog eens. Vloekte harder…. “Eva, please…. Neem die telefoon

op !”

Maar Eva nam niet op. (Ze zat in bad.) Dus Karo sprak gewoon een boodschap in.

Page 4: Een verhaal over een halloweennacht, een zotte …scholen.stad.gent/sites/default/files/document_files...Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas

“Mevrouw,… denk je dat ik hier ergens kan overnachten met mijn gasten ? Onze bus staat

in panne. Ik denk dat ik pas morgen iets geregeld kan krijgen…”, vroeg Karo.

“Hebde gij hier een hotel gezien meiske ?”, lachte de vrouw en met haar hoofd wees ze in

de richting van de deur. Ze zei: “Ge kunt ne keer proberen daar aan den overkant, daar staat

ter een groot kasteel. Der woont daar zjust nen ouwe vent, misschien kunde daar wel slapen

met uw gastjes. Plekke genoeg in ieder geval…..”

Ineens vielen alle gesprekken stil. Niemand bewoog nog en alle gasten in het café keken

elkaar vluchtig aan. Een oude man die aan de toog zat, dronk zijn glas in één keer leeg en

kwakte zijn glas hard neer.

Hij was zat. Hij kwam van zijn barkruk en brulde : “Ge gaat die mensen toch nie naar da

spuukhuis sturen Janine ! Hoe durfde !”

Plots waren de kinderen weer helmaal wakker. De jongens riepen: “Een spookhuis??

Woehoe, de max! We gaan er naartoe, zo cool!!”

Femke draaide met haar ogen en mompelde: “Jaja, gaan jullie maar, ik blijf hier.”

“Jongens, jongens!! Rustig aan, niemand gaat hier zomaar ergens zomaar naar toe”, zei

Karo en tegen de oude man zei ze: “Meneer, ik vind dit niet grappig. Met uw flauwe kul

maak je de kinderen bang.

“Dat denkt ze ! Wij willen zombies zien!!”, fluisterde Django op de achtergrond.

“Kom gasten, neem jullie spullen mee, we gaan es gaan zien bij dat kasteel.”

“Maar neen, stop!! Ik meen het!!! Dat kasteel is vervloekt… jullie lopen gevaar, echt waar!”,

riep de man.”

“Zeg Gerard, diene vloek is een vertelselke om kinders bang te maken. Laat die mensen ne

keer gerust...”, zei de barvrouw.

De oude man, Gerard dus, maakte zich echt kwaad: “Ah ja ?! En die kinderen die in ’t

kasteelbos verdwenen zijn ? Hé ?! Weet ge ’t nie meer misschien ?! Margotje Van de Venne,

Floris Van Cappeel en Mohamedje… dat schoon ventje…”.

“Wat??” zeiden Karo en de kinderen in koor.

“Jaaa madam, ge hoort het goed! Er gebeuren daar rare dingen bij dat kasteel… ”, en Gerard

begon te vertellen. Wilt ge het weten of interesseert het u niet ?”

“Vertel maar”, zei Karo. ‘’t is nu ook niet dat we gehaast zijn.”

De oude man vertelde: “Hoe het allemaal zjust in mekaar zit weet ik ook niet…. Maar dat

weet ik wel….Wacht…. Ik ga proberen in ’t schoon Vlaams te klappen hé madam. Dat ge

mij goe verstaat….

Het begon allemaal op een donkere stormachtige avond, dinsdag 31 oktober 1949. Het was

de avond voor Allerheiligen, maar nu noemen de mensen dat Halloween. In die tijd woonde

er hier nog een koning in het kasteel. Hij had geen vrouw meer. Maar wel een butler. En

heel schone viskes. Dat kwam zo:

Op een dag kwam de butler van de koning terug van vissenjacht. Meestal viste de butler

forellen of paling en die maakte hij dan klaar voor de koning. De butler kon heel goed koken

en hij kreeg er dan ook altijd veel complimentjes over. Dat maakte de butler blij. Na jaren

waren de butler en de koning eigenlijk heel goede, trouwe vrienden geworden. Maar op een

dag gebeurde er iets dat alles veranderde….De butler had op een dag een heel andere soort

vis uit de vijver gehaald: het was een mooie dikke goudkleurige vis, met prachtige,

glanzende ogen en sierlijke vinnen. Hij toonde die prachtige vis meteen aan zijn vriend, de

koning en vertelde er meteen bij hoe hij de vis zou grillen in de oven.

“Ooooh, waw ! Wat een mooie vis is dat! Kom hier jij schoonheid!”

Page 5: Een verhaal over een halloweennacht, een zotte …scholen.stad.gent/sites/default/files/document_files...Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas

De koning was op slag verliefd. “Neenee Oscar, die gaan we niet opeten! Deze schoonheid

wil ik bij mij. Voor altijd. Ik noem haar Milla. Zoals mijn vrouw. En weet je wat, vanaf

vandaag worden er hier nooit meer vissen gegeten! Ga jij maar iets anders vangen, …

konijnen….. of kikkers of zo”.

Oscar smeet alle andere gevangen vissen terug in de vijver. Hij was ontgoocheld en vanaf

die dag was hun vriendschap kapot.

Wat Oscar ook deed voor de koning, het was gedaan met de toffe momenten samen, de

complimenten en de leuke babbels. Oscar kreeg geen aandacht meer van de koning. Zijn

lieve baas leek wel betoverd door die stomme vis. Hij praatte er hele dagen tegen als een

verliefde gek en hij zag de butler, die jaren lang zijn vriend was geweest, niet meer staan.

Na een tijdje werden er kleine babyvisjes geboren. Ze leefden allemaal in het grote gouden

aquarium dat op een mooie tafel stond in de slaapkamer van de koning. De koning praatte

alleen nog tegen zijn vissen. Hij leek wel gek geworden.

Op een nacht, de nacht van 31 oktober, werd de koning plots wakker van een luid gekraak

en gedonder. De koning zat rechtop in zijn bed en riep half slaapdronken. “Mijn visjes! Mijn

lievelievelieve schatjes….! Jullie zijn zeker bang?!”

Hij stapte uit zijn bed en liep naar het aquarium. “Oh, mijn lieve schatjes, jullie slapen nog.

Alles is oké hoor. Ik ben bij jullie. Milla, mijn schoonheid, slaapt zacht mijn zoeteke. Niet

bang zijn hé…. Ik…”

Maar toen greep er iemand de nek van de koning vast en duwde het hoofd van de arme man

onder in het aquarium. De koning verdronk…. Brubbelend tussen zijn visjes. Het was zijn

jaloerse butler die de moord had gepleegd. Hij kon het niet verdragen dat hij geen

aandacht meer had gekregen van de koning sinds de dag dat hij die stomme goudvis had

meegebracht. De butler haatte die stomme vissen. En hij smeet Milla de vis en haar

kinderen in de ijskoude vijver. Milla overleefde het, maar al haar kindjes bevroren en gingen

dood.

Sindsdien hangt er daar een vloek over het kasteel en het bos. Ze noemen het de vloek van

Milla de vis. Om de paar jaar, op de nacht van 31 oktober verdwijnen er daar kinderen. Ze

zeggen dat Milla de vis nog altijd in die vijver rond zwemt en dat ze kinderen in het water

lokt door een betoverend liedje te zingen. Dat ze zich wil wreken omdat haar kinders dood

zijn. Dat ze daarom onze kinders wil verdrinken….En ze zeggen ook dat die butler nog altijd

in’t kasteel woont en alle dagen nog gaat vissen maar vissen om Milla te vangen en haar op

te eten! En meer weet ik er ook niet van….”

De man stopte met praten en keek ons glimlachend aan. We wisten niet wat we van dit

verhaal moesten geloven…. Maar dat die man een goede verteller was, dat stond vast….

Iedereen keek met grote ogen naar Gerard toen hij na zijn verhaal een sigaretje rolde en het

opstak.

“Gerard, ge weet dat je hier niet meer mag roken”, zei de barvrouw.

“En trouwens Gerard, da’s allemaal gezever. Hoe weet jij eigenlijk van dat verhaal?”, vroeg

de barvrouw.

“Van op Facebook hé.”, zei Gerard. En hij lachte…

“Ja zeg hé, wat een zeveraar”, fluisterde Karo tegen de kinderen. “Kom gasten, we zijn weg!

We gaan eens kijken bij dat kasteel.”

Page 6: Een verhaal over een halloweennacht, een zotte …scholen.stad.gent/sites/default/files/document_files...Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas

Na een poosje wandelen, kwamen we aan een groot verroest metalen hek dat vol hing met

spinnenwebben. We moesten er met z’n allen tegen duwen om het open te krijgen. De

scharnieren kraakten en piepten vreselijk. Iedereen kreeg er kippenvel van.

Het was griezelig stil op het domein van het kasteel en eventjes wisten we niet wat we

moesten doen: verder stappen of terug keren…Maar toen zei Django: “Gaan we hier nu

blijven staan wortel schieten of wa...?”

We stapten dichter en dichter naar het kasteel toe. In de verte zagen we een grote houten

voordeur. Voor het kasteel was er een vijver waar er een dikke laag mist overhing.

Plots zagen we een klein lichtje in het kasteel branden, dat van het ene raam naar het andere

flitste.

“Ah”, zei Karo, “er is iemand thuis in het kasteel. Kom!”

Met grote passen liepen we rond de vijver, in de richting van het kasteel. “Amai dat is een

groot kasteel hé jongens! Kijk er eens goed naar en denk eens aan de les WO van vorige

week,…. in welke eeuw zou dit gebouwd zijn denk je?” Niemand antwoordde en toen Karo

zich naar de kinderen omdraaide, zag ze Regilio nog net een duik nemen in de vijver. “Regi !

Nee ! Niet doen !” brulde ze, maar op hetzelfde moment zag ze ook Dusan de vijver

induiken en meteen daarna sprong ook Ilia in de vijver terwijl hij riep: “Allée Dusan, wat

doe jij nu ? ! Uw nieuwe Vuitton- broek gaat vuil worden!” en SPLASH…. weg was hij.

Tania probeerde hem nog tegen te houden maar ze had alleen Ilia zijn schoen kunnen redden.

“ Karooooo, help!!! Die gasten zijn hier allemaal beginnen flippen. Die springen hier

allemaal in dat water” riep Tania en terwijl ze het zei zagen we ook Maxime onder water

verdwijnen.

Alleen Femke en Django bleven nog over maar plots werden hun ogen wazig en begonnen

Page 7: Een verhaal over een halloweennacht, een zotte …scholen.stad.gent/sites/default/files/document_files...Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas

ook zij als betoverd naar de vijver te stappen.

“Miljaar, het is die vis! Milla de vis! Die vent had gelijk ! Femke, Django! Niet luisteren

naar Milla! Steekt uw vingers in jullie oren!”

Wonder bij wonder, luisterden ze en konden we hen zo redden.

“Oh my God, Oh my God, wat gebeurt er hier allemaal? Waar zijn ze? Wat moeten we nu

doen?”

“Oké, eventjes niet panikeren kinderen. Rap naar dat kasteel, kom !”

Vlug, vlug renden we naar het kasteel, bonkten we op de voordeur en riepen: “Help ons !

Laat ons binnen!!”

Het leek een eeuwigheid te duren, maar eindelijk hoorden we gepiep, gekraak en veel

sleutelgerinkel waardoor tien sloten open gingen en de deur traag openging.

Een oude man met één oog, een lange kromme neus en een bochel op zijn rug stond aan de

deur.

“Goeie avond meneer, sorry voor het storen. We zoeken een plaats om te slapen. Kunt u ons

helpen aub?”, vroeg Karo.

De oude man zei geen woord en liet ons binnen. De deur sloeg achter ons dicht. De man

keek ons met zijn ene oog van kop tot teen aan.

We kropen wat dichter bij elkaar, we voelden ons echt niet echt veilig bij die rare man.

Karo voelde koude rillingen over haar rug lopen maar probeerde moedig te zijn om Django

en Femke gerust te stellen. Ze schraapte haar keel en zei: “ Euh…we…euh, we zijn een paar

kinderen kwijt. Allée…ze zijn verdwenen… daar.”, en ze wees door het vuile raam naar

buiten naar de vijver.

De oude man keek langzaam op in de richting die Karo aanwees. Hij antwoordde niet en

Page 8: Een verhaal over een halloweennacht, een zotte …scholen.stad.gent/sites/default/files/document_files...Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas

maakte alleen maar een grommend geluid.

We keken naar elkaar en Django fluisterde: “Ik vertrouw diene gast niet”.

De man keek hem strak aan.

“Weet u soms waar ze zijn….?” ,vroeg Karo.

Hij lachte geheimzinnig, keek nog eens naar buiten, stapte zonder iets te zeggen weg en

verdween achter een deur.

“Karo, diene gast is niet te vertrouwen, ik zie dat aan zijn ogen!”, zei Femke nerveus.

“Aan zijn 1 oog bedoel je”, lachte Django, “ Je zei: ogen, maar hij heeft maar 1 oog.”

Eventjes leek het erop dat die twee in lachen gingen uitbarsten maar toen ze Tania haar boze

blik zagen, hielden ze zich in.

“Mannekes, ’t is hier niet om te lachen. We moeten zien dat we de andere kinderen

terugvinden. Ik ben er zeker van dat die kerel er iets mee te maken heeft”, zei Karo met

tranen in haar ogen.

“Ik denk dat ik een plan heb!” zei Django opgewonden.

“Als we die vent nu eens een slaappil geven, zonder dat hij het merkt! Dan snurkt hij een

hele nacht en zo hebben we tijd om uit te zoeken waar ze zijn.”

“Goed plan ! Doen we. En we binden voor de zekerheid dan ook zijn handen en voeten vast!”

Zo gezegd, zo gedaan.

Het was niet moeilijk om de butler zijn kamer te vinden, we moesten maar het gesnurk

volgen.

Tania liet een slaappil in zijn mond vallen en Karo en Femke bonden hem vast. Django

stond aan de deur van zijn slaapkamer, op uitkijk…..

(Hoe we aan die slaappil zijn geraakt is een mysterie, we wisten het zelf ook niet, maar het

paste gewoon goed bij het verhaal.)

“Hé, kom eens allemaal, ik hoor iets. Er komt iemand…. Of… Iets….” We gingen snel bij

Django staan en luisterden.

“Ja ik hoor het ook.”, fluisterde Tania . “Het lijkt op…”

“O nee… ”, zei Femke .

Het geluid kwam dichter en dichter en we hielden onze adem in….wat kwam er op ons af?

Het was een stokoude hond. We waren allemaal opgelucht dat het “maar” een hond was. Hij

liep mank en kwam op zijn gemakje naar ons. Hij keek Django aan met zijn oude ogen.

Net toen Femke zijn kop wou aaien, draaide de hond zich om en liep hij weg. Op het einde

van de gang sloeg hij links af.

“Ik denk dat we hem moeten volgen”, zei Karo. “Wat denken jullie?” We keken elkaar aan

en knikten.

Zo snel en stil mogelijk volgden we de hond. Soms konden we hem goed zien, door het licht

van de maan dat naar binnen scheen. Maar soms was het pikkedonker en moesten we het

doen met het geluid van het getik van zijn nagels op de stenen vloer.

Na een kwartiertje stopte de hond en legde hij zich neer voor een deur.

We trokken aan de deurklink maar er kwam geen beweging in.

“Ja zeg! Blinde mollen dat we zijn, “ Duwen, staat er hier !” zei Femke.

We duwden samen tegen de deur en ze vloog open.

Page 9: Een verhaal over een halloweennacht, een zotte …scholen.stad.gent/sites/default/files/document_files...Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas

Karo werd stevig vastgepakt en kreeg de hardste knuffel ooit. “Juf!”, zei Ilia.

“Datwaszoraarwijwarenindievijverendanwasereenlangeglijbaanenineenswarenwijhieren…”

“Rustig Ilia, rustig !”, zei Karo. Vertel het mij straks. Is alles oké met jullie?”

“Jaja. Alles oké. Maar we willen hier weg. Want het is hier super saai”, zei Dusan . “En die

zitten hier al langer veel langer dan ons en ze beginnen zich letterlijk en figuurlijk dood te

vervelen.”

Hij wees naar een tiental andere kinderen. Ze zagen er allemaal een paar jaar ouder uit.

Sommigen leken zelfs al bijna volwassen.

“Oké jongens en meisjes. We hebben een gids die ons hier weg zal brengen.”

De hele bende volgde de hond en na een paar minuten stappen door kronkelige gangen,

waren we plots buiten. We liepen we zo snel als we konden weg van dat kasteel.

Toen we langs de vijver renden, sprong er plots een gouden vis uit het water aan de rand van

de vijver.

“ Nee, nee ! Laat die kinderen hier ! Neem me mijn kindjes niet weer af!” zei een zacht

gouden stemmetje.

Het was Milla de vis. Er kwamen tranen uit haar vissenogen.

“Maar Milla, dat zijn jouw kinderen niet!”, zei Femke. “Zij moeten wel terug naar hun

ouders hé!”

“Neem me dan mee, neem me mee, alstublieft ! Ik smeek het u. Ik ben hier zo eenzaam!”,

snikte Milla.

“Allée juf...waarom niet?”, vroeg onze grote dierenvriend Regilio. “Zij heeft ons toch niks

misdaan. En das toch wijs. Een viske voor in de klas.”

Page 10: Een verhaal over een halloweennacht, een zotte …scholen.stad.gent/sites/default/files/document_files...Milla de vis Een verhaal over een halloweennacht, een zotte koning, de klas

“Mijn pepe heeft nog een aquarium staan denk ik”, zei Femke. Ik denk dat we dat wel

mogen gebruiken.”

Regilio deed een schoen uit en schepte er water in om Milla mee te kunnen nemen. “Ja sorry

hé meiske,..., ge zult efkens uwe neus moeten dichtknijpen”, zei hij al knipogend naar Milla.

“Wow,…”, zei Maxime…. “Die oude zatlap had dus wel gelijk hé.”

Toen we eindelijk terug in het cafeetje waren, vertelden we aan de gasten die er nog zaten

wat er allemaal gebeurd was. De barvrouw lachte. Niemand geloofde ons.

En de oude zatte man die ons het verhaal over Milla had verteld was al lang naar huis.

Niemand nam het voor ons op. En de kinderen die we hadden gered wandelden gewoon weg.

Als zombies. Zonder nog iets te zeggen of afscheid te nemen.

Karo zei: “Komaan gasten, ik wil hier weg. Dit hele dorp is gewoon gestoord.”

Toen we naar buiten stapten, kwam Eva net op ons af. “Awel, Karootje… Ge weet toch dat

ge mij uit mijn bad gebeld hé ! Maar kom… ’t Is u vergeven. Ik heb er al wat benzine in

gegoten. Ik rij wel nu. Recht naar een tankstation. Zet gij u maar op uw gemak bij uw

gasten.”

Eindelijk konden we dit rare dorp met hun vreemde inwoners verlaten.

Het werd nog een fijne bosklas. Maar niemand,… niemand geloofde ooit wat wij tijdens die

gekke halloweennacht hadden beleefd.

Daarom hebben wij besloten om ons verhaal op te schrijven. Zodat iedereen kan lezen hoe

wij, de klas van Karo, de kinderen en de vis Milla hebben gered.

Milla woont nu in een aquarium in onze klas. In de dierenwinkel kochten we nog een paar

vissen, zodat ze zich niet te eenzaam voelt. Milla stelt het daar goed. Ze is gelukkig in haar

nieuwe aquarium en vond er een nieuwe man, een mooie guppie die we Gerard noemden.

Onlangs kreeg Milla een tiental baby’s. De kinderen van onze klas zijn trots op Milla en

haar baby’s. We verzorgen haar goed.

Als je onze vissen ook eens wilt zien, kom ons dan maar eens een bezoekje brengen.

Einde