Een reis door Europa

Gemaakt door: Claudia

Intro

Hallo,Deze presentatie gaat over een reis door Europa. De opdracht is dat je een reis door Europa moet organiseren en dat je het dagprogramma moet laten zien. Dit is onze gids, Maria.

Het vertrek

‘Hier jongens!’, roept Maria als ze ziet dat haar reizigers er aan komen. ‘Welkom ik ben Maria, jullie gids voor de komende week’. ‘We

pakken de eerst volgende trein naar Schiphol’.

“Kom jongens, volg mij” zegt Maria. “We moeten opschieten nu we vertraging hadden in de trein. Ons vliegtuig vertrekt over 10 minuten. Als we snel zijn kunnen we het nog net halen.“

“Oke jongens zitten de reis gaat beginnen.”

“Wat mooi hé jongens? Vraagt Maria aan haar reizigers. “Ik zal jullie iets vertellen over het schitterende Londen’

Londen bestaat al bijna 2000 jaar. Toen de tijd van de Romeinen hebben zij de stad gesticht. Ze hadden een handige plek gekozen. Niet ver van zee, op een kruising van twee belangrijke wegen en bij de rivier de Theems. Makkelijk te bereiken dus. Londen trok veel handelaren aan. Daar kwamen weer andere mensen op af. Zo werd Londen steeds groter en zo groeide het uit tot de grootste stad van Europa. Londen is klein begonnen. Dat kun je nog zien. Door de groei van Londen zijn er allerlei omliggende dorpen er aan zijn vast gegroeid. Daar buiten ontstonden nieuwe steden. Veel mensen die daar wonen , werken in het centrum. Elke dag reizen ze naar hun werk met treinen, metro’s, bussen en auto’s. Die mensen noem forenzen. Heeft iemand no…

Maria hoort een gegil. Mijn kind is weg! Richella!Dan opeens horen ze een gemene lach. Jullie moeten de eerste opdracht op een bus zien te vinden . Lees de opdracht en doe wat er in staat!Dan is het stil.

Hier zie ik de brief! Roept Maria na een half uur zoeken.Ze kan de brief nog net te pakken krijgen. De bus rijdt weg. Snel rennen ze naar het dichtst bijzijnde park

De opdracht:

Zoek uit waarom steden op bepaalde plaatsen ontstaan.

Laat het antwoord achter in prullenbak 3 aan de linkerkant.

Maak een wandeling van een half uur.Dan hangt er een briefje achter op de

boom achter de prullenbak waar jullie het antwoord hebben opgeschreven.

Is het antwoord fout dan…

M.v.g de ontvoerder van Richella

Oke aan de slag. We gaan het antwoord op deze vraag zoeken.We gaan naar een museum!

Kom jongens we gaan naar binnen. Als het goed is moet hier het antwoord van de opdracht te vinden zijn. Ze lopen met z’n allen naar binnen.

Hier naar boven!

Waarom steden op bepaalde plaatsen ontstaan.

Een stad bestaat niet zomaar op een mooie plek. Er zijn steden aan de kust en aan een rivier. Zo kan er makkelijk handel komen. Sommige steden ontstaan op de plek waar veel olie, gas of steenkool in de grond zit. Vaak zijn er veel fabrieken. In Duitsland is zo’n voorbeeld. Er zijn ook steden waar kantoren staan. Vaak zijn dat steden die makkelijk bereikbaar zijn.

Oké dat weten we nu. We hangen een briefje op. Even een wandeling maken.

Als ze terug komen is de brief weg. Er hangt de volgende opdracht. Snel pakken ze de brief.

Opdracht 2:

Je moet er achter zien te komen wat een handelsstad, industriestad en een dienstencentrum is. Vlieg naar parijs en hang het dan achter de Mona Lisa in het Louvre. Wacht daar totdat de brief weg is. Ga op zoek naar een ander heel bekend schilderij van Leonardo da Vinci. Daar hangt dan de volgende opdracht.

Duivelse killende groeten: d.o Richella

Die nacht zitten ze al in het vliegtuig. Ze zitten al vast te bedenken wat het antwoord zou kunnen zijn van de opdracht. Simone, de moeder van Richella, is nog steeds niet gekalmeerd. Waar is ze? Zou ze wel in goede handen zijn. Of is de dood…..

Oke jongens we moeten naar het Louvre als we het antwoord weten. “Ik weet het!” riep Steffanie.

Aangekomen in Parijs

Wat zijn handelssteden, industrie steden en dienstencentra?

Handelssteden hadden we al bij het vorige antwoord beschreven: een stad bestaat niet zomaar op een bepaalde plek. Meestal liggen steden op plaatsen die goed bereikbaar zijn. De rivieren, havens of bij een kruising van belangrijke wegen vind je handelssteden. Een dienstencentrum is een stad waar hele hoge flats staan. De meeste flats zijn voor banken. Zo’n dienstencentrum is Frankfurt. Veel bedrijven willen een kantoor in het centrum. Maar zo veel ruimte is er niet. Daarom worden de flats steeds hoger en hoger. Een industriestad is een plaats waar ze veel steenkool, bruinkool en ijzererts hebben. Ruhrgebied is zo’n industriestad. In de 19de eeuw hadden ze steenkool, bruinkool en ijzererts daar gevonden. Steenkool was toen een van de belangrijkste dingen die ze toen hadden. Ze maken hun huis warm en ze gebruikte het als ze eten moesten koken. IJzer is een grondstof voor staal. Staal is dan weer een grondstof voor andere producten. Voor veel mensen was er werk in de fabrieken.

Volg mij ik heb een kaart van het Louvre. We moeten.. Eeeh… volgens mij heb ik de kaart van Frankrijk. Dan moeten we het zelf maar uitzoeken. Ooh misschien kunnen we het aan die mensen vragen? Pour.. Eh. Hallo…eh..ca va? Bonjour, je m’apelle Denise. Oops! Het waren dus fransen. Hoi, ik ben Denise. Hé? Maar spreekt u ook Nederlands?, vraagt Maria verward. Ja zeker. Ik ben op mijn 20ste in Frankrijk gaan wonen. Ik ben nu 27. Ik werd verliefd op Pierre. wat kan ik voor jullie doen? Nou wij moeten uit zien te zoeken in welk gebouw de Mona Lisa hangt. Is het de linkse of de rechtse? De linkse. Oké bedankt! Wacht ik kan jullie de weg wijzen. Volg mij!

Snel verstoppen ze de brief achter het schilderij. En gaan op zoek naar een ander heel bekend schilderij van Leonardo da Vinci.

Leonardo da Vinci. Aan het laatste avond maal.

Hier nog een ander heel bekend schilderij. Het laatste avondmaal! Kom we gaan kijken of er een briefje achter hangt. En ja hoor. Snel gingen ze naar een vijvertje zo ver mogelijk van het Louvre. Toen ze er waren bekeken ze het briefje.

Even kijken wat staat er nu weer in.

Beste mensen,Jullie moeten er achter komen wat voordelen en nadelen zijn van: vervoer op de weg, water en per spoor. Laat het berichtje achter in Italië. Bij de toren van Pisa. Niemand heeft de top behaald. Dus… In de Kathedrale ligt de volgende aanwijzing.

Groeten: Richella de ontvoerder

Dit is niet zo moeilijk! Op naar Italië!

Deze kant op ik zie de toren van Pisa al. Toen ze bij de toren van Pisa om hoog klommen zagen ze een prachtig uitzicht. Zo moeilijk is het toch niet? We kunnen makkelijk naar boven lopen. Tot dat ze bij de top kwamen zagen ze iets angstaanjagends.

Geen wonder dat niemand het haalde! Hier zijn gewoon monsters! Hoe kunnen we nou het antwoord achter laten?

Dan opeens stapt er een verschrikkelijk monster naar buiten. Ze ziet er eng uit. Welkom in de hel van je leven! Ik ben de koning in van deze groep. Ik heb een afschuwelijk leven! Maar wat is er dan gebeurd?

Ooit was ik een gelukkige prinses. Ik had het beste leven. Ik had een geweldige prins.

Tot dat er opeens een ander op dook. Mijn prins werd verliefd. Ik was woedend! En mijn ouders maar dansen dat ik mijn prins kwijt was! Ik kon ze wel vermoorden! Dat is nou net wat ik ook ga doen! Tenminste als jullie het foute antwoord geven. Hun leven ligt totaal in jullie handen. Oooh! Een bedreiging! Sist Maria. Stil, geef het antwoord nou maar!

Voordelen van vervoer in de lucht, per spoor en op de weg.

Op de weg: Je kunt op plekken komen waar geen vliegtuig of trein kan komen. Je hoeft minder omwegen te maken.

Per spoor: Het is snel. Er kunnen veel mensen in.

In de lucht: Je hebt een mooi uitzicht. Er kunnen meer mensen in dan in een trein en auto.

Nadelen:

Op de weg: auto’s, bussen en ander rijden verkeer, behalve fietsers en etc., verbruiken benzine. Dat zorgt voor luchtvervuiling. Dat is slecht voor het milieu.

Per spoor: treinen rijden op Stoom, elektromotor en/of dieselmotor. Dat zorgt ook voorlucht vervuiling. Heb je haast? Treinen hebben vaak vertraging te laat komen op je werk is dan dus een gewoonte.

In de lucht: Net als auto’s vliegen vliegtuigen op motors. Dat zorgt allemaal voor lucht vervuiling.

Mm, goed ja, zegt ze mompelend. En nu weg wezen! Ze rennen weg. Zo hard ze kunnen. Zodat ze niet gepakt kunnen worden.

Hier naar binnen!

Zoek uit wat in West-Europa probleem gebieden zijn. Leg uit waarom die het moeilijk hebben. Laat het antwoord achter in Bern. Op de speer van het mannetje, dat bij de klok staat. Ga dan naar Moskou. Daar hangt de laatste opdracht.

Dodelijke groeten: d.o. Richella

Oke we zijn in Bern. Het antwoord? Laten we het maar even aan een voorbijganger vragen.

Mag ik u iets vragen?

Ja, natuurlijk

Weet u wat probleem gebieden zijn in West- Europa?

De Randstad, Londen, het Ruhrgebied en Parijs. Het zijn drukke en dichtbevolkte gebieden van West-Europa. De welvaart is hier groot. Maar dat is niet overal zo. In Midden-frankrijk, in delen van Ierland en in Wallonië zijn de meeste gemiddeld minder rijk. En in verhouding zitten meer mensen zonder werk. Op het Franse platteland werken boeren met steeds grotere machines. Op het land is daarom voor weinig mensen werk. Gemiddeld wonen er maar 50 mensen per vierkante kilometer. In Frankrijk staan de fabrieken en kantoren bijna allemaal in grote steden. Daarom zijn veel mensen van het platteland naar de stad getrokken. In 1997 wonen er in Frankrijk 60 miljoen mensen. Daarvan wonen er 40 miljoen in een stad. In Ierland wordt het ‘ s zomers meestal niet veel warmer dan 17 graden. En het regent nog vaker dan in Nederland. Veel vakantiegangers gaan naar Ierland om van de natuur te genieten of toe vissen. Ierland noemt men ook wel het ‘groene eiland’. In Ierland zijn 800 meren en rivieren die nog vol zitten met zalm en forel. Dat vind je bijna nergens meer in Europa. In Ierland zijn maar een paar grote steden met industrie. Het grootste deel is landbouw en natuurgebied.

Bedankt!

Zo die hangt. Op naar Moskou!

Oke we zijn er. Volgens mij moeten we naar de deur.

Als ze bij de deur zijn willen ze de brief pakken. Opeens gaat de deur open en dicht. Ze gaan naar binnen.

Ze zien in het begin helemaal niets. Ze willen omdraaien als ze opeens een geest zien. De deur is gesloten. Ze kunnen niet meer weg. Dan vraagt de geest: jullie willen vast de opdracht weten. De opdracht is:

De opdracht luidt:

jullie kunnen de begrippen uitleggen: forens, industriestad, handelsstad, dienstcentrum, welvaart, dichtbevolkt, delfstoffen. Laat het antwoord achter in Berlicum. Op de school O.B.S. De kleine beer.

Laatste groeten de ontvoerder Richella.

Mm, zegt Maria. Dat is niet zo moeilijk.

Antwoord:

Mensen die in Londen wonen , werken in het centrum. Elke dag reizen ze naar hun werk met treinen, metro’s, bussen en auto’s. Die mensen noem forenzen. Handelssteden hadden we al bij het een paard vorige antwoord al beschreven: een stad bestaat niet zomaar op een bepaalde plek. Meestal liggen steden op plaatsen die goed bereikbaar zijn. De rivieren, havens of bij een kruising van belangrijke wegen vind je handelssteden. Een dienstencentrum is een stad waar hele hoge flats staan. De meeste flats zijn voor banken. Daarom worden de flats steeds hoger en hoger. Een industriestad is een plaats waar ze veel steenkool, bruinkool en ijzererts hebben. West- Europa is een welvarender dan Oost-Europa of Zuid-Europa. In West-Europa is de grond bijna overal vruchtbaar en het klimaat niet te warm of te koud. In West-Europa zitten ook veel delfstoffen in de grond. De Randstad in Nederland, Londen, het Ruhrgebied en Parijs. Dat zijn dus dicht bevolkte gebieden.

Yes! Het is gelukt! Op naar Berlicum!

Als ze zijn aangekomen laten ze het briefje achter. Dan komt Richella naar buiten. Mama! Iedereen was weer gelukkig

Einde!

Dit was het! Doei!