Implementatie N@Tschool! Lessons learned Jordy Vondermans april 2011.
Een ELO als rode draad voor het leren? Het gebruik van N@tschool in de master Leren & Innoveren 10...
-
Upload
philomena-ten -
Category
Documents
-
view
215 -
download
1
Transcript of Een ELO als rode draad voor het leren? Het gebruik van N@tschool in de master Leren & Innoveren 10...
Een ELO als rode draad voor het leren?
Het gebruik van N@tschool in de master Leren & Innoveren10 maart 2014, Erik Bolhuis & Aike van der Hoeff
Presentatie
Van een onderzoek naar de invoering van de elektronische leeromgeving in de educatieve master Leren & Innoveren:
- Theoretisch kader
- Onderzoeksvragen en methode
- Resultaten
- Conclusies
- Discussie
Huidige generatie ELO’s
• Huidige generatie ELO’s, ook wel ‘Digital teaching Platforms’ genoemd, zijn bedoeld om een sturend instrument te zijn in handen van de leraar, dus leraar gecentreerd
• Bedoeld voor een constructivistische manier van leren
• Bedoeld voor gepersonaliseerd leren• Bedoeld om altijd te gebruiken, dus ook tijdens
contacttijd (face-to-face)
Dede, Christopher & Richards, John (2012),Digital Teaching Platforms, Teachers College Press,
New York ISBN 978-0-8077-5316-3
Wat is een DTP precies?
• Een digitale omgeving voor docenten en studenten• Bevat het curriculum (wat moet er geleerd worden)
en de toetsing (hoe wordt er beoordeeld)• Ondersteunt real-time leraar-gestuurde interactie• Veronderstelt on-to-one computing, d.w.z. elke
student een laptop/tablet, en de leraar een laptop/tablet en een digibord
bron: Van der Hoeff (2013) De ELO als rode draad in het onderwijs. In: Bolhuis & Van der Hoeff. (2013) Onderwijs met ICT: Leren lesgeven met technologie. Bussum: Coutinho.
9 sleutelfactoren bij invoering van technologie in het onderwijs (de belangrijkste 4)1. Technologie integreren in alle delen van het
schooljaar2. schoolleiders beheersen change-management3. Dagelijks online samenwerken door
leerlingen/studenten4. Technologie minstens wekelijks integreren in
het kern-curriculumGreaves, T.; Hayes, J.; Wilson, L.; Gielniak, M.; & Peterson, R., e Technology Factor: Nine Keys to
Student Achievement and Cost-Effectiveness, MDR 2010. http://pearsonfoundation.org/downloads/ProjectRED_TheTechnolgyFactor.pdf
OnderzoekHoe wordt de ELO in de educatieve master gebruikt?
Met de deelvragen:
1.Wat is de visie op het gebruik van de elo? 2.Wat zijn de intenties m.b.t. de invoering van de ELO? 3.Hoe wordt de elo door docenten geïnterpreteerd? 4.Wat is van de intenties terug te zien in het onderwijs? 5.Hoe wordt dit door studenten ervaren en wat is het resultaat
daarvan?
Van den Akker, J. (2005). Curriculum development re-invented: evolving challenges for SLO. In: Curriculum development re-invented. Letschert, J. (Ed). Enschede: SLO.
OnderzoekMixed method (Digitale vragenlijst, Interview, log-files).
Ontwikkelaars: N = 6Docenten: N = 11Studenten: N = 117, Vragenlijst 1: N = 5: Eigen vragenlijst naar gebruik ELOVragenlijst 2: N = 18: LICTO-vragenlijst
Wat is de Visie op gebruik ELO?
• De ontmoeting staat bij de Master Leren en Innoveren centraal. Dit is de ontmoeting met docenten, lectoren en medestudenten.
• Naast de ontmoeting is studeren belangrijk. Dit gebeurt individueel en groepsgewijs.
• Zowel de ontmoeting als het studeren wordt digitaal ondersteund en/of uitgebreid.
• Het digitale deel is op elk moment, vanaf elke plaats op elk device te ontsluiten.
Gevolgen voor de ELO• Nadruk op naslagfunctie
• Nadruk op eenvormigheid
• BOYD
• Andere functies mogen:
• Groepsruimte, waarin documenten worden gedeeld
• Discussie-fora
• Diagnostische toetsen
Intenties m.b.t. de ELO • 2012: Blackboard 7 -> Blackboard ?
• 2012: Europese aanbestedingstraject
• April 2013: nieuwe ELO: N@tschool
• Mei - September invoering ELO
• Mei inrichting ELO
• Juni scholing key-users
• Juli - september scholing docenten
Invoering ELO II• Scholing MLI door key-user in de vorm van
werksessies
• Veel on-the-job ondersteuning door korte lijntjes
• Video’s op YouTube, bijvoorbeeld: http://youtu.be/frOuLPlyTqQ
• Afspraken over de opzet
• Controle en rapportage over de opgezette onderwijseenheden.
Instructie
Rapportage
Hoe wordt de ELO door docenten geïnterpreteerd?- Bij aanvang was de opzet gelijk
- Na een half jaar, zijn er verschillen in opzet
- Maar niet alleen in opzet. Ook in gebruik
Master Projecten Innovatie Begeleiden Compex
Som 2961 1510 631 413 2333
Gemddelde 58,05 29,61 12,37 8,10 45,75
St.dev 31,24 21,48 11,08 15,41 31,38
Docenten, direct na de invoering:
‚Ik voel me slecht thuis in de ELO. Ik kijk er zo min mogelijk in’
‚Het kost me veel tijd om alles goed er in te krijgen’
‚Ik krijg goede reacties van studenten’
‚Prettige leeromgeving, studenten zijn blij met de opzet’
‚Ik heb alles te snel in willen zetten. Niet alles werkt goed. De hele invoering is veel te gehaast gebeurd’
Docenten, na een half jaar:
‚Ik gebruik de ELO alle lessen. Ik zou zo langzamerhand ook wel wat meer er mee willen doen’
‚Ik gebruik de ELO niet veel. Maar waarom zou ik? De ELO is een hulpmiddel, geen doel?’
Kort scholingsmoment
Gebruik van Webtools in N@tschool: o.a. Answergarden, titan-pad, socrative.
Gebruik van log-files om zicht te krijgen op de mate waarin een student actief is in de onderwijseenheid
Gebruik door studenten (vragenlijst n = 51)
Gebruik digitale middelen door studenten in hun eigen lespraktijk (vragenlijst, N = 18)
Conclusies
Visie: fysieke omgeving is leidraad, digitale omgeving is daaraan ondergeschikt.
Intenties: Gericht op een geordende ELO, BOYD-ready
Docenten: op orde, maar gaan daarna ieder op zijn eigen wijze mee aan de gang. De één voelt zich er thuis, de ander niet.
Gebruik: heel verschillend
Studenten: maken er ook heel verschillende gebruik naar
Vervolgonderzoek
Hoe waarderen studenten de ELO?
Diepte interview met een negental studenten die respectievelijk weinig gebruiken, middelmatig gebruiken en veel gebruiken.
Vervolgstap
• Herziening visie?• Integreren met didactiek bijeenkomsten?• Groepselementen gebruiken (Opslag
documenten, discussie-fora)• Sociale aanwezigheid: afspraken maken
Literatuur
• Dede, C & Richards, J. (2012), Digital Teaching Platforms, New York, Teachers College Press• Droste, J. (2003). Het kiezen van een elektronische leeromgeving. Den Bosch: Cinop.• Higgins, S. (2003). Does ICT improve learning and teaching in schools? London: BERA.• Kennisnet (2013). Vier in balans. De laatste stand van zaken van ict in het onderwijs. Zoetermeer:
Kennisnet.• Means, B., Toyama, Y., Murphy, R., Bakia, M. & Jones, K. (2009). Evaluation of evidence-based
practicies in online learning: a meta-analysis and review of online learning studies. Washington: U.S. Department of Education.
• Liao, Y.C. & Hao, Y. (2008). Large-scale studies and quantative methods. In: Voogt, J. & Knezek, G. International Handbook of information technology in primary and secundary education. p. 1019-1036.
• Onderwijsraad (2011). Naar hogere leerprestaties in het voortgezet onderwijs. Den Haag: SDU.• Strijker, I. & Van ‚t Riet, P. (2012). De LICTO-schaal voor ICT-gebruik docenten. Zwolle: Lectoraat ICT en
Onderwijsinnovatie. • Van den Akker, J. (2005). Curriculum development re-invented: evolving challenges for SLO. In: Curriculum
development re-invented. Letschert, J. (Ed). Enschede: SLO.• Van der Hoeff, A. (2013). De ELO als rode draad voor het leren. In: Bolhuis, E. & Van der Hoeff, A. (2013)
Onderwijs met ICT: Leren lesgeven met technologie. Bussum: Coutinho. • Voogt, J. & Roblin, N.P. (2012). Effectiviteit van leermaterialen in het voortgezet onderwijs: een
literatuurstudie. Enschede: Universiteit van Twente.