Disease management programma’s: wat weten we en wat is nodig?
description
Transcript of Disease management programma’s: wat weten we en wat is nodig?
1 25 April 2012 – Disease management
Disease management programma’s: wat weten we en wat is nodig?
Simone de BruinCaroline Baan25 april 2012
25 April 2012 – Disease management
Prestaties van de Nederlandse zorg Patiëntenparticipatie
ZorgboerderijenChronisch zieken
Disease management
Multimorbiditeit Zorggroepen
AWBZ/Wmo
Integrale bekostiging Zorgvernieuwingen
Zorgonderzoek
25 April 2012 – Disease management
Deze presentatie
1. Klinische en economische effecten van disease management programma’s
voor mensen met één chronische aandoening
2. Kenmerken van disease management programma’s voor mensen met
meerdere chronische aandoeningen
3. Klinische en economische effecten van disease management programma’s
voor mensen met meerdere chronische aandoeningen
25 April 2012 – Disease management
5
Waarom disease management?
● Toenemend aantal mensen met een chronische aandoening
● Zorg voor chronisch zieken vereist vaak de betrokkenheid van meerdere
zorgverleners
– Coördinatie van zorg gecompliceerd
– Onvoldoende afstemming tussen betrokken zorgverleners
– Gefragmenteerde, inadequate en ineffectieve zorg
– Onvoldoende aandacht voor integrale zorgvraag
● Disease management zou leiden tot betere zorg en continuïteit van zorg, en
daarmee tot o.a. verbeterde patiëntuitkomsten en verminderde zorguitgaven
25 April 2012 – Disease management
Effectiviteit van disease management (1)? Programma’s voor mensen met één chronische aandoening
Klinische uitkomstmaten en procesmaten
●Sterfte: 10% en 20% lagere kans op sterfte bij respectievelijk patiënten met COPD en
hartfalen
●Kwaliteit van leven: toename kwaliteit van leven bij patiënten met COPD en hartfalen
●Zorgconsumptie: 10% en 20% lagere kans op heropname bij respectievelijk patiënten
met COPD en hartfalen
●Oog- en voetonderzoek: ca. 100% hogere kans op oog- en voetonderzoek bij patiënten
met diabetes
●HbA1c-waarden en bloeddruk: lagere HbA1c waarden (5,0 mmol/ml) en bloeddruk (2,8
mmHg)
●Verbetering in depressieve klachten: 40% hogere kans op een absoluut aantal patiënten
met tenminste 50% verbetering in depressieve klachten
25 April 2012 – Disease management
Drewes, Vrijhoef et al. (2012), submitted.
Effectiviteit van disease management (2)?
Programma’s voor mensen met één chronische aandoening
Economische uitkomstmaten
●Meest consistente bewijs voor effect van disease management op de zorguitgaven voor
mensen met hartfalen
●Uiteenlopend bewijs voor effect van disease management op de zorguitgaven voor
mensen met diabetes of COPD
●Geen bewijs voor effect van disease management op zorguitgaven voor mensen met
depressie
De Bruin, Heijink et al. (2011). Health Policy
25 April 2012 – Disease management
Effect disease management op zorguitgaven
9-151†
-528*
-16996
3305
913†
-121*
-286*-578
-3333†
-4970
589†
45937†
-863†
828192†
-260*-2449*
-2533*
-2483*
-20000
-15000
-10000
-5000
0
5000
10000
15000
Incr
emen
tal c
osts
($ p
er p
atie
nt)
Diabetes Depression Heart failure COPD
25 April 2012 – Disease management
Kenmerken zorgprogramma’s voor mensen met multimorbiditeit (1)
Zoekstrategie● Systematische literatuurstudie in meerdere elektronische databases● Engelstalige artikelen● Artikelen gepubliceerd tussen januari 1995 and januari 2011
Inclusiecriteria● Programma’s voor mensen van 18 jaar of ouder● Doelgroep van het programma bestond uit mensen met meerdere chronische aandoeningen en/of functionele beperkingen ● Programma’s moesten interventies omvatten die aan tenminste twee componenten van het chronische zorgmodel (Wagner et al.)
gerelateerd waren
Beschrijven kenmerken van de programma’s● Onderzoeksopzet● Doelgroep● Setting● Inhoud van het programma beschreven aan de hand van het chronische zorgmodel● Kenmerken standaardzorg● Uitkomsten
25 April 2012 – Disease management
10
Kenmerken zorgprogramma’s voor mensen met multimorbiditeit (2)
● 28 verschillende programma’s geïdentificeerd
● Landen
– VS
– Canada
– Australië
– Italië
– Noorwegen
– Groot-Brittannië
– Nederland
● Doelgroepen
– Kwetsbare ouderen met meerdere niet gespecificeerde chronische aandoeningen, functionele
beperkingen, complexe zorgvraag, en/of hoog zorggebruik
– Multimorbide ouderen met een (acute) ziekenhuisopname en soms frequente heropnames of
verhoogd risico op heropname
– Ouderen met specifieke chronische aandoeningen
– Mensen van 50 jaar of ouder met risico op functionele achteruitgang en lichamelijke beperkingen
25 April 2012 – Disease management
11
Kenmerken zorgprogramma’s voor mensen met multimorbiditeit (3)
● Settings– Huisartsenpraktijken– Ziekenhuizen– Gespecialiseerde klinieken (bv. geriatrische klinieken)– Thuiszorgorganisaties– Lokale welzijnsorganisaties of buurtcentra
25 April 2012 – Disease management
12
Kenmerken zorgprogramma’s voor mensen met multimorbiditeit (4)
B.v. dagopvang voor ouderen, transportservice, maaltijdvoorziening
B.v. het betrekken van patiënten bij het opstellen van het zorgplan, patiënteneducatie ter bevordering van zelfmanagement
E.g. werkgroepen die nieuwe samenwerken tussen partners ondersteunen, management team dat kwaliteitsverbetering ondersteunt
Bv. het aanstellen van een case manager, werken in multidisciplinaire teams, ontwikkeling individueel zorgplan
Bv. elektronische patiëntendossiers, telemonitoring
Bv. implementatie van evidence-based richtlijnen, trainen van teams om te werken met nieuwe protocollen
25 April 2012 – Disease management
13
Effecten zorgprogramma’s voor mensen met multimorbiditeit
● Redelijk consistent bewijs voor een gunstig effect van zorgprogramma’s op intramuraal
zorggebruik/intramurale zorgkosten, gezond gedrag, kwaliteit van zorg en tevredenheid
van patiënten en zorgverleners
● Uiteenlopend bewijs voor een gunstig effect van zorgprogramma’s op depressieve
symptomen, kwaliteit van leven (mentaal functioneren), medicatiegebruik en
extramuraal zorggebruik/extramurale zorgkosten
● Geen/nauwelijks bewijs voor een gunstig effect van zorgprogramma’s op cognitief
functioneren, functionele status, sterfte, kwaliteit van leven (fysiek functioneren),
belasting mantelzorgers
De Bruin, Versnel et al. (2012), geaccepteerd door Health Policy
25 April 2012 – Disease management
14
Belangrijkste conclusiesKenmerken● Diverse zorgprogramma’s voor mensen met multimorbiditeit ontwikkeld.● Grote variatie in programma’s voor wat betreft doelgroepen, settings, aantal interventies en
aantal toegepaste elementen van het chronische zorgmodel.● Aandacht voor toegang tot lokale hulpbronnen → meer aandacht voor (psycho)sociale
hulpvraag?
Effecten● Effecten van zorgprogramma’s waren over het algemeen vergelijkbaar of gunstiger dan die
van standaard zorg.● Zorgprogramma’s verminderen mogelijk de intramurale zorgkosten, verbeteren gezond
gedrag en ervaren kwaliteit van zorg en realiseren tevredenheid bij patiënten en zorgverleners.
Algemeen ● Gezien de heterogeniteit van de programma’s is het nog te vroeg om harde conclusies te
trekken ten aanzien van hun effectiviteit.● Goed opgezette (economische) evaluatiestudies zijn nodig om na te gaan welke
programma’s of programmaonderdelen voor welke patiënten zullen leiden tot positieve uitkomsten van de zorg.
25 April 2012 – Disease management
Wat is er nog nodig?
● Het is lastig om disease management programma’s en hun effectiviteit met elkaar te
vergelijken.
● Bij de evaluatie van disease management programma’s wordt vaak geen rekening
gehouden met de context (regio; land) waarin het programma is geïmplementeerd.
● Vaak weinig aandacht voor belemmerende en bevorderende factoren in het
implementatieproces.
● Goede beschrijving van de inhoud van het programma en de standaardzorg waarmee
disease management programma’s vergeleken worden ontbreken vaak.
● Er is nog weinig bekend over de lange termijn effecten van disease management.
● Het is nog onduidelijk welke patiënten het meest gebaat zijn bij disease management, en
welke programma’s en/of programmaonderdelen voor welke patiënten zullen leiden tot
positieve uitkomsten van de zorg.
→ Praktijkervaringen zoals die worden opgedaan in het ZonMw programma Disease
management en verder onderzoek zijn daarom van belang
25 April 2012 – Disease management
Voor informatie of vragen kunt u contact
opnemen met:
16 25 April 2012 – Disease management
17
Prevalentie van multimorbiditeit
Van Oostrom et al., 2011
Prevalentie van chronische
aandoeningen
Prevalentie van multimorbiditeit
0-14 jr 12,6% 0,6%
15-24 jr 15,2% 2,0%
25-54 jr 30,0% 8,1%
55-64 jr 52,9% 22,7%
65-74 jr 70,0% 39,1%
>75 jr 83,5% 59,2%
25 April 2012 – Disease management
18
Chronic care model
www.improvingchroniccare.org
25 April 2012 – Disease management