Dimensie 3_3_2012 - Design for Impact

of 36 /36
Duurzaam zet de toon Rio+20 BURUNDI EN RWANDA 50 jaar onafhankelijk dimensie HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Nr 3 / 2012 • TWEEMAANDELIJKS MEI-JUNI-JULI 2012 • P308613 • AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X

Embed Size (px)

Transcript of Dimensie 3_3_2012 - Design for Impact

  • Duurzaam zet de toonRio+20

    BURUNDI

    EN RWANDA50 jaar onafhankelijk

    dimensieHET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE

    ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

    Nr 3 / 2012 TWEEMAANDELIJKS MEI-JUNI-JULI 2012 P308613 AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X

  • MEI-JUNI-JULI 2012

    6 >

    We zijn allen kinderen van Rio

    18-19 >

    Burundi en Rwandain een oogopslag

    10/11/12 >

    Ontbossing op je bord

    Mwaro

    Gitega

    Muramvya

    Bubanza

    Kayanza NgoziCibitoke

    Ruyiga

    Cankuzo

    Karuzi

    Muyinga

    Kirundo

    Kibuye

    Nyanza

    RwamaganaKigali

    Bujumbura

    DR

    CONGO

    TANZANIA

    Kivumeer

    4-5 RIO+20

    8-9 Rio+20 gaat niet over milieu maar over economie

    13 Energie uit de grond

    14-15 Het Zuiden kleurt groen

    16 Broeikasgassen: de wereld op zn kop?

    17 Kigali: een groene stad

    20 Burundese landbouw opnieuw in de startblokken

    21 Corruptie bestrijden om investeerders aan te trekken

    22 Agaseke amahoro,niet zomaar mandjes

    23 Twee gezichten van Burundi

    24-25 Burundi vernieuwt zijn wegennet na de crisis

    26-27 Design for Impact

    28-29 Youth are the future

    30 Prijs Belgische Ontwikkelingssa-menwerking 2012

    31 Zicht op het leven

    32 Vrijwilligerswerk of vrijwilligerstoerisme?

    33-35 Puntkomma

    36 De Dagen van de Belgische Ontwik-kelingssamenwerking

    BURUNDIB NDIURRBUBURUNURBBBB

    Mwaro

    Gitega

    Muramvya

    Bubanza

    Kayanza NgoziCibitoke

    Ruyiga

    Cankuzo

    Karuzi

    Muyinga

    Kirundo

    Kibuye

    Byumba

    Nyanza

    RwamaganaKigali

    Bujumbura

    RWANDAN AR NDRWR

    OEGANDA

    DR

    CONGO

    TANZANIA

    Kivumeer

    of per mail aan :[email protected]

    Gratis abonnement op :www.dimensie-3.be

    ment op :

    RIO+20VN-Topvoor een duurzame toekomst

    Burundi en Rwanda50 jaar onafhankelijk

    > DOSSIERS

    2 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

    Overzicht

  • dimensie3

    FOTOLIA/Gunnar Assmy

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 3

    edit

    oria

    al

    Tweemaandelijks

    tijdschrift uitgegeven

    door de Directie-Generaal

    Ontwikkelingssamenwerking

    (DGD)

    Redactie:

    DGD - DIRECTIE SENSIBILISE-

    RINGSPROGRAMMA'S

    Karmelietenstraat, 15

    B-1000 Brussel

    Tel. +32 (0)2 501 48 81

    Fax +32 (0)2 501 45 44

    E-mail : [email protected]

    www.diplomatie.be www.dg-d.be

    Redactiesecretariaat:

    Elise Pirsoul, Jean-Michel Corhay,

    Chris Simoens

    Layout en productie:

    www.mwp.be

    De artikels geven niet noodzakelijk het

    offi cile standpunt weer van DGD of

    van de Belgische regering. Overname

    van de artikels is toegestaan mits

    bronvermelding en een kopie voor de

    redactie.

    Dimensie 3 verschijnt 5 maal per jaar om

    de 2 maanden, behalve in de zomer.

    Gedrukt op 100% gerecycleerd papier.

    Abonnement:

    Gratis in Belgi. In het buitenland enkel

    de elektronische versie.

    Nu of nooit!

    Griekenland staat onder economisch toezicht, de situatie in Spanje, Portugal, Itali wordt nauwlettend in het oog gehouden Terwijl Europa het hoofd biedt aan een zware economische crisis en nadenkt over middelen om de economie weer op gang te brengen, lijkt de politiek weinig aandacht te hebben voor de milieuproblemen die zich hier en daar voordoen natuurrampen, stijging van het waterpeil, hongersnoden, energieproblemen, het schaars worden van natuurlijke hulpbronnen. Economie en milieu zijn nochtans twee domeinen die nauw met elkaar verweven zijn. De economie tast het milieu zwaar aan, maar zonder milieu is er geen economie.

    Op de Conferentie van Rio+20 van 22 juni 2012 is het hoofdthema dan ook de groene economie, waarbij het om meer zal moeten gaan dan het groenwassen van de economie. We hebben geen andere keuze dan het ontwikkelingsparadigma op wereldschaal te wijzigen. Europa moet zijn sociaal model en zijn milieudoelstellingen verder ontwikkelen, maar niet op eigen houtje. De Conferentie van Rio is een goede gelegenheid om wereldwijd de verbintenis aan te gaan van een grotere coherentie van het beleid opdat de ontwikkeling, waarop iedereen recht heeft, zo duurzaam mogelijk zou zijn, aldus de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Hij zal in Rio daarom pleiten voor meer coherentie tussen economie, milieu en de solidariteit met de landen in het Zuiden.

    Om te beseffen hoe belangrijk deze conferentie wel is, moeten we maar enkele decennia teruggaan in de tijd. Wie had toen durven dromen dat duurzame ontwikkeling een gangbaar begrip zou worden; milieu een sociale, politieke en zelfs economische kwestie en de klimaatwijziging een echt maatschappelijk thema? De kentering kwam er op de doorslaggevende Top van Rio in 1992. En nu maar hopen dat de wereldleiders erin zullen slagen af te stappen van de gebruikelijke economische paden, de winsteconomie en haar inherente stimulans tot (over)consumptie om van Rio+20 opnieuw een positieve mijlpaal te maken voor de toekomstige generaties in het Zuiden en het Noorden.

    Laat ons nog verder terugkijken. 50 jaar geleden werden Burundi en Rwanda onafhankelijk, twee jaar na hun grote buurland Congo. De vreugde was echter van korte duur. Oorlogen teisterden het gebied en vernielden alles, de stenen, de mensen en hun zielen. Vandaag zwijgen de wapens wel, maar de uitdagingen blijven enorm groot. In deze landen die kleiner, maar dichter bevolkt zijn dan Belgi, leeft 90% van de bevolking op het platteland en van het bewerken van de grond, die op de fl anken van heuvels soms onbruikbaar is.

    Maar zowel op het platteland als in steden zoals Kigali en Bujumbura is er verandering. Beide landen vertonen momenteel groeicijfers die ons Westerse landen doen verbleken. Rwanda is een toonbeeld voor de strijd tegen corruptie en voor duurzame ontwikkeling in de hoofdstad. Beide landen, respectievelijk het tweede en het derde belangrijkste partnerland van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, krijgen steun van BTC in belangrijke sectoren, zoals wegeninfrastructuur en landbouw (Burundi) of energie (Rwanda).

    Met de Conferentie van Rio+20 en de onafhankelijkheidsvieringen van Burundi en Rwanda staan ons voor de vakantie nog veel werk en grote dingen te wachten. Afspraak in september!

    DE REDACTIE

  • De top zal zich vooral buigen over twee themas:

    Groene economie: Hoe kunnen we een groene economie uitbouwen die

    leidt tot duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding? Hoe kunnen we

    ontwikkelingslanden helpen om een groen pad naar ontwikkeling te volgen?

    Internationale cordinatie: Welke instelling of structuur laat toe om

    duurzame ontwikkeling internationaal te cordineren?

    De uitdagingen liggen in 7 prioritaire domeinen (zie fotos): jobs, energie,

    steden, voedsel, water, oceanen en natuurrampen.

    RIO+20

    De uitdad gingen liggen in 7 prioritaire domeinen (zie fotos): jobs, energie,

    steden, voedsel, water, oceanen en natuurrampen.

    RIO+20

    1. STEDEN

    2. RAMPEN

    3. ENERGIE

    Vandaag al leeft de helft van de wereld

    in verstedelijkte gebieden, en dat zal

    alleen maar toenemen. 828 miljoen

    mensen wonen in sloppenwijken.

    Jaarlijks worden 250 miljoen mensen getroffen

    door natuurrampen. Dat aantal is de laatste 15

    jaar meer dan verdubbeld. De overbevolking,

    de milieuvervuiling en de klimaatverandering

    maken de impact alleen maar erger.

    2,7 miljard mensen sprokkelen hun energie om te

    koken en te verwarmen uit hun directe omgeving:

    hout, mest, resten van gewassen. 1,4 miljard

    mensen hebben geen toegang tot elektriciteit.

    Op 22 juni 2012 verenigt de hele

    wereld zich op een top die beslissend

    kan zijn voor de toekomst van de

    mensheid. Zal, 20 jaar na de Top van

    de Aarde in Rio de Janeiro, Rio+20 een

    nieuw keerpunt zijn naar duurzame

    ontwikkeling en armoedebestrijding?CHRIS SIMOENS

  • 6. OCEANEN

    5. JOBS

    7. WATER

    4. VOEDSEL

    Wereldwijd zitten bijna 200

    miljoen mensen zonder werk,

    6,2 % van de actieve bevolking.

    40 % ervan zijn jongeren.

    2,6 miljard mensen waaronder 1 miljard

    kinderen hebben geen toegang tot sanitaire

    voorzieningen. Meer dan 1 miljard mensen

    moet het doen zonder veilig water. Tegen 2050

    leeft minstens 1 op 4 mensen in een land dat

    regelmatig een tekort heeft aan water.

    Vinden we straks in de oceanen

    nauwelijks vissen, maar wel heel veel

    algen, kwallen en plastic? Tegen 2100

    zou de teloorgang van de oceanen

    alleen al door de klimaatverandering

    1500 miljard euro per jaar bedragen.

    Wereldwijd lijden 950 miljoen mensen

    honger. Dubbel zoveel mensen hebben een

    tekort aan mineralen en vitaminen. En 186

    miljoen kinderen zijn te klein voor hun leeftijd

    wat wijst op ondervoeding.

    L

    aure

    nt

    Ballesta

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 5

  • De Aardetop die in 1992 in Rio de Janeiro plaatsvond, vormde een keerpunt in de

    opvattingen over de wisselwerking tussen ontwikkeling en milieu. Op deze top werd

    het voor die tijd vernieuwende begrip duurzame ontwikkeling offi cieel gemaakt en

    kwamen themas als woestijnvorming, klimaat en biodiversiteit aan bod. Vandaag,

    20 jaar later, zijn deze themas meer dan ooit actueel. Aan de vooravond van Rio+20

    nemen wij de hoofdbeginselen opnieuw onder de loep.

    ELISE PIRSOUL

    ONLINEwww.sei-international.org

    De Verklaring van Rio

    Met de afkondiging van de Verkla-ring van Rio keurden de belang-rijkste wereldleiders 27 beginselen goed die het begrip duurzame ont-wikkeling omschrijven:Mensen staan centraal in de zorg voor duurzame ontwikkeling. Zij hebben recht op een gezond en productief leven in harmonie met de natuur (beginsel 1).Teneinde duurzame ontwikkeling te bereiken, dient milieubescherming een integrerend bestanddeel van het ontwikkelingsproces te vormen en niet afzonderlijk daarvan te worden beschouwd (beginsel 4).

    Agenda 21Agenda 21 werd opgevat als een uit-voerig actieplan dat ten doel heeft deze duurzame ontwikkeling in de 21e eeuw te bereiken. Tot op heden geldt het programma Actie 21 als refe-rentie voor duurzame ontwikkeling op vlak van ruimtegebruik.De Conferentie van Rio benadrukt tevens de rol van de verschillende actoren voor duurzame ontwikkeling:vrouwen, jongeren en kinderen, autochtone bevolkingsgroepen, ngos, lokale gemeenschappen, vakverbon-den, ondernemingen, onderzoekers en landbouwers.

    Belangrijke themas

    De Conferentie van Rio keurde enkele Ver-dragen/Verklaringen goed met betrek-king tot belangrijke ontwikkelingsthemas. Het Klimaatverdrag, waarin de nood-

    zaak wordt bevestigd om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, en die leidde tot de ondertekening van het Kyotoprotocol in 1997.

    De Verklaring over de bossen. Het Verdrag inzake de biologische

    diversiteit dat het gebruik van het gene-tisch patrimonium wereldwijd aan een aantal voorwaarden onderwerpt.

    Het Verdrag ter bestrijding van de woestijnvorming.

    Volgens de meest geciteerde defi nitie is duurzame ontwikkeling

    ontwikkeling waarbij aan de behoeften van de huidige generatie

    tegemoet wordt gekomen zonder dat toekomstige generaties

    eenzelfde kans wordt ontnomen. Het betreft een socio-

    ecologisch proces dat erop gericht is aan de noden van de mens

    te voldoen en tegelijk het natuurlijke milieu te beschermen.

    Het concept vond in 1987 ingang na de publicatie van het

    Rapport van de Commissie Brundtland.

    HOUDBAAR

    Op het raakvlak tussen de drie basisdoelstellingen, liggen

    de zogenaamde Drie pijlers van duurzame ontwikkeling.

    ECONOMISCHE EN SOCIALE ONTWIKKELING MET RESPECT VOOR HET MILIEU DUURZAAM

    ECONOMISCHRECHT-

    VAARDIG

    SOCIAAL

    LEEFBAAR

    ( Wikipdia / Johan

    n D

    ro)

    MILIEU

    We zijn allen kind

    6 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

  • d

    ounia

    road

    trip

    UN Photo / Michos Tzavaros

    Wij erven de aarde niet van onze voorouders, maar lenen ze van onze kinderen.

    ANTOINE DE SAINT-EXUPRY

    eren van Rio

    Toespraak op de VN-conferentie voor

    Milieu en Ontwikkeling in 1992

    DUURZAME ONTWIK-

    KELING: LATEN

    WE COHERENT ZIJN

    In Afrika de kleinschalige landbouw ondersteunen terwijl

    de markten van het continent overspoeld worden door

    gesubsidieerde producten? Is dat coherent? Hoe kunnen

    we staande houden dat we de ontwikkelingslanden helpen

    als de steun die enerzijds via ontwikkelingsprojecten wordt

    verleend anderzijds verloren gaat door een ongunstig eco-

    nomisch of milieubeleid? Deze vragen, die steeds vaker

    terugkomen in debatten over de doeltreffendheid van de

    hulp, vormen een aandachtspunt dat de Belgische regering

    grondig wil bestuderen.

    De conferentie van Rio zal een gelegenheid zijn om dit debat

    over de coherentie van het ontwikkelingsbeleid op wereldni-

    veau te voeren, verklaarde de minister van Ontwikkelings-

    samenwerking, Paul Magnette. Om duurzame ontwikkeling

    te verwezenlijken zijn inderdaad beleidsmaatregelen nodig

    die op verschillende fronten worden genomen met het oog

    op de mondiale uitdagingen: extreme armoede, ongelijkheid,

    voedselzekerheid, onderwijs, klimaatverandering, verontreini-

    ging van zeen en oceanen, en wanpraktijken in de fi nancile

    wereld. De instellingen moeten in die zin versterkt worden,

    aldus de minister, die ijvert voor een kader voor de coheren-

    tie van het ontwikkelingsbeleid. Zo stelt hij een interministe-

    rile conferentie en een interdepartementale commissie voor,

    naast een mechanisme dat de impact van de beleidsmaatre-

    gelen op de ontwikkeling analyseert.

    De coherentie van het beleid vormde het thema van de

    Staten-Generaal van de Belgische Ontwikkelingssa-

    menwerking, die op 8 mei 2012 plaatsvond en die alle

    actoren van de Belgische ontwikkelingssamenwerking

    samenbracht.

    EP

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 7

  • Rio+20 gaat niet over milieu maar

    over economieCHRIS VANDEN BILCKE,

    VAN HET VN-MILIEUPROGRAMMA

    De balans van twee decennia duurzame ontwikkeling, van de aardetop in Rio in 1992 tot

    nu, valt voor Chris Vanden Bilcke van UNEP, het milieuprogramma van de VN, voorzichtig

    positief uit. Maar er is nood aan een grondige herziening van het groeimodel.

    De economie

    van de toekomst

    zal groen zijn of

    ze zal niet zijn.

    8 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

    Blauwvintonijnen zitten vast in de vangnetten

    van een vissersboot. Ondanks de quotas voor

    visvangst, blijft deze diersoort met uitsterven

    bedreigd. Illegale vangsten zijn goed voor meer

    dan de helft van de totale visvangst.

    Greenpeace

  • dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 9

    Chris Vanden Bilcke volgt al ruim dertig jaar het thema duurzame ontwikkeling op. Hij werkte jaren lang op de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken. Sinds vorig jaar is hij directeur van het verbindingsbureau van UNEP bij de EU in Brussel. Het magazine MO* stelde hem enkele vragen naar aanlei-ding van Rio+20.

    Volgens sommigen is het concept

    duurzame ontwikkeling anno 2012

    een lege doos, een gemiste kans.

    Ikzelf zie het als 60 procent positief, 40 procent negatief. Duurzame ontwikke-ling is als concept doorgebroken, en de betrokkenheid van staatshoofden en regeringsleiders is onmiskenbaar gegroeid. Kijk naar de klimaatconferen-ties in Kopenhagen of de debatten bij de jaarlijkse septemberstart van de Alge-mene Vergadering van de VN. In 1992 zaten de ontwikkelingslanden nog heel sterk in het defensief als het ging over mondiaal milieubeleid. De conferentie van Rio in 1992 heette niet conferentie over duurzame ontwikkeling maar over milieu en ontwikkeling. Ontwikkelings-landen waren er helemaal niet zeker van dat die twee een positief verband kon-den hebben.Het was een hele stap vooruit dat een Com-missie voor Duurzame Ontwikkeling (CSD) gecreerd kon worden. De CSD zelf werd echter een mislukking. Ze heeft geen impact gehad op beleidsbeslissing en van een instantie met gewicht zoals de VN-landbouw- en voedselorganisatie FAO. Vandaag is ze op een dood spoor beland en moet ze vervangen worden, hetzij door er een raad van te maken, hetzij door ze onder te brengen bij Ecosoc, de econo-mische en sociale raad van de VN. Ook de zeven tijdsgebonden doelstellingen die werden afgesproken in Johannesburg (onder andere het afremmen van het bio-diversiteitsverlies tegen 2010) werden niet gehaald.

    Duurzame productie en

    consumptie was een opvallend

    thema in Johannesburg, maar

    het werd nauwelijks uitgewerkt

    in de voorbije tien jaar.

    Dat heeft alles te maken met de positie van de VS. China is relatief overtuigd van de noodzaak ervan vanwege zijn eigen honger naar grondstoffen. Maar de VS heeft zich geweerd als een duivel in een wijwatervat om de tekst aan te passen. Het voorstel was de formulering 'niet-duur-zame patronen veranderen' op te nemen in de tekst, maar de VS wilde dat vervangen

    zien door 'duurzame productie- en consumptiepatronen promoten', wat veel zwakker is. Maar dan nog wilde de VS het thema opbergen. Pas in de voorbije twee jaar trad het weer op de voorgrond, onder andere dankzij Zweden, dat het al die tijd op de agenda hield. En ook dankzij Bel-gi, trouwens.

    Zal het in juni in Rio opnieuw aan

    bod komen?

    Twee themas die voor mij heel cruciaal zijn en waar het in Rio over mt gaan, zijn duurzame productie en consumptie en 'voorbij bnp'. Het hele verhaal over crisis, groei en vooruitgang wordt enkel afge-meten aan het bruto nationaal product, en dat moet gecorrigeerd worden, door ook te spreken over duurzame productie en consumptie. Rio kan de aanzet zijn om de weerstand tegen de twee themas weg te nemen en om het proces in een stroomver-snelling te brengen.

    Groene economie, daar zal het

    over gaan in Rio. Wat moeten we

    ons daar bij voorstellen?

    Iedereen vult dat begrip anders in, en dat baart me zorgen. In Rio zullen ongetwijfeld verschillende visies naar boven komen. UNEP-directeur Achim Steiner en EU-milieucommissaris Janez Potocnik zijn het er over eens dat groene economie geen

    milieuverhaal is maar een economisch verhaal, dat naar de kern gaat van ons maatschappelijk model. De conferentie van Rio+20 zal in die zin een economische conferentie zijn. De economie van de toe-komst zal groen zijn of ze zal niet zijn. Als je niet beseft dat we met de enge bnp-analy-ses fout zitten, dat we moeten focussen op duurzame productie en consumptie en op een zuiniger gebruik van grondstoffen, als je dat niet inbouwt in de basis van je eco-nomisch systeem, dan zit je volkomen fout.

    Is groene economie voor u gelijk

    aan groene groei?

    Als je het hebt over groene groei, dan geef je in zekere zin aan dat je wilt door-gaan op de bekende weg. Dat is niet de oplossing. Het concept van groene eco-nomie creert impliciet meer ruimte voor het herdenken van het groeiconcept. Het moet een economie zijn die de natuur-lijke hulpbronnen integreert in haar ver-trekbasis. Als je dat consequent doet, kom je tot de schokkende vaststelling dat veel van wat men altijd als economische groei bestempelde, verlies is.Overbevissing is daar een duidelijk voor-beeld van. En van de zeven doelstel-lingen van Johannesburg was om tegen 2015 de visvoorraden terug te brengen tot het niveau van duurzame ontginning. Niemand heeft daar iets mee gedaan, terwijl er in werkelijkheid een verlies van miljarden euro mee gemoeid is. Het is dus heel belangrijk om de natuur mee in rekening te brengen. Het TEEB-rapport (The Economics of Ecosystems and Biodi-versity) leverde een belangrijke bijdrage tot die nieuwe kijk.

    Houdt dit niet het risico in dat de

    natuur meteen ook in handen valt

    van de kapitaalkrachtige groepen,

    de Coca-Colas en de Nestls?Ik denk dat de maatschappij en de politiek zich heel goed bewust zijn van het gevaar van de privatisering van de common goodsdoor de fi nancile wereld. Men zal basis-voorzieningen zoals water en lucht niet zomaar ten prooi zal laten vallen van de kapitalistische benadering.Het is niet omdat de dienstverlening via een multinational gebeurt, dat de prijszet-ting noodzakelijkerwijs fout is. De prijszet-ting kan het midden houden tussen een privaat en een publiek oogmerk.

    ALMA DE WALSCHE

    Het interview is een verkorte versie van het uitge-

    breide zaterdaginterview dat verschenen is op

    www.MO.be, de website van MO*-magazine.

    Het hele verhaal over crisis,

    groei en vooruitgang wordt

    enkel afgemeten aan het

    bruto nationaal product,

    en dat moet gecorrigeerd

    worden, door ook te

    spreken over duurzame

    productie en consumptie.

    CHRIS VANDEN BILCKE

    A

    lma D

    e W

    als

    ch

    e (M

    O*)

  • PLANTAARDIGE OLIE : 15 % !

    ADVIES VAN DE VOEDINGSDESKUNDIGE

    De grote Aziatische palmolie-producenten kunnen hun palmolieplantages in Indone-si en Maleisi goed voor 80 % van de wereldproductie om milieu-redenen niet eindeloos uitbreiden. Maar de vraag naar palmolie in het Zuiden is aanzienlijk toegenomen. Vooral in China en India, die meer dan 80% van de con-sumptie voor hun rekening nemen. Ook in het Noorden, in de Verenigde Staten en Europa, is de vraag naar palmolie sinds 2000 jaarlijks met 13% gestegen.Koploper is de levensmiddelenindustrie met 80% van de consumptie, gevolgd door de cosmetica-industrie met 19% en, ten slotte, brandstof met 1%. De palmolie-consumptie van een Europeaan bedraagt ongeveer 60 kilo/jaar, wereldwijd 20 kilo/jaar per persoon.Palmolie is de meest gebruikte olie in de wereld: 30% van alle plantaardige oliesoor-ten, gevolgd door sojaolie (24%), koolzaad-olie (12%) en zonnebloemolie (7%). Dertig jaar lang is de productie van palmolie om de 10 jaar verdubbeld. Dit jaar bedraagt ze 50 miljoen ton.Door de bevolkingsgroei en de ontwikke-ling van biobrandstoffen wereldwijd, zou de vraag naar olie tegen 2020 nog met 30 % toenemen.

    OntbossingVolgens de FAO is in het laatste decennium jaarlijks 13 miljoen hectare bos van de aard-bol verdwenen. Twee industrien liggen daaraan ten grondslag: de houthandel en de palmolieontginning (Elaeis guineensis). De overheden grijpen niet in.Palmbomen worden gekweekt als een monocultuur op ontboste grond. De plan-tages putten de waterreserves uit en vergiftigen het water met pesticiden. Na twintig jaar ontginning verkeert de bodem in slechte staat. Op de plantages werken goedkope arbeidskrachten.

    Wereldwijd zijn er nog 60% familieplan-tages. De overige palmolieplantages zijn voornamelijk in handen van grote inter-nationale groepen, zoals de Maleisische Sime Darby of de Indonesische Sinar Mas, die allebei worden gefi nancierd met Chi-nees kapitaal. De westerse multinationals in levensmiddelen zoals Unilever (tot in 2010 wereldwijd de grootste palmolie-consument), Procter & Gamble, Nestlen Cargill hebben zich uit de productie teruggetrokken en doen nu een beroep op de voornoemde leveranciers.

    Indonesi bijna kaalgepluktIn Indonesi werd 90% van de bossen gekapt, eerst voor de houthandel en nadien voor de palmolieplantages. Volgens een studie van de Wereldbank verdwijnen jaarlijks nog steeds 1,8 miljoen hectare

    ONTBOSSING OP JE BORD

    DE TREK VAN PALMOLIE-

    PLANTAGES NAAR AFRIKA

    De uitbreiding van de palmolieplantages veroorzaakt een grootschalige ontbossing in

    Indonesi en Maleisi, de twee grootste palmolieproducenten ter wereld. Nadat palmolie de

    economien van Zuidoost-Azi een enorme duw in de rug heeft gegeven, ook al ging dat ten

    koste van het milieu, doet ze nu ook haar herintrede in Afrika.

    P

    . G

    ou

    x

    a

    lib

    ab

    a.c

    om

    Ontbossing in Indonesi

    10 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

  • Vaak voorgesteld als 'plantaardige olie is palmolie aanwezig in heel veel

    bereide voedingswaren zoals pizzas, fi jne broodjes, koekjes en gebakjes,

    ontbijtgranen en graanrepen, snoep, broodbeleg

    Palmolie heeft voor de levensmiddelenindustrie immers twee heel belang-

    rijke troeven: de lage kostprijs en de semi-vaste (romige) textuur bij kamer-

    temperatuur. Dat is een zeer belangrijk kenmerk want de bereiding van fi jne

    broodjes en andere zachte en fondant koekjes vereist semi-vaste vetstof-

    fen. Als de industrie gebruik zou maken van (bij kamertemperatuur) volledig

    vloeibare olin, zouden deze voedingswaren er immers veel droger uitzien,

    het broodbeleg zou vloeibaar zijn enz.

    De vastheid van een vetstof bij kamertemperatuur hangt af van de vetzuur-

    samenstelling: hoe meer verzadigde vetzuren (VVZ) de 'slechte vetten'

    hoe vaster de vetstof zal zijn. Palmolie bestaat voor 50% uit verzadigde

    vetzuren, reuzel uit 40%, boter uit 65%, kopraolie (coco) uit 90%. Vloei-

    bare olin bestaan daarentegen grotendeels uit onverzadigde vetzuren,

    met een neutraal of positief effect op de gezondheid. Voorbeelden hiervan

    zijn: olijfolie met slechts 16% VVZ, zonnebloemolie met 11% of koolzaad-

    olie met 8%.

    De levensmiddelenindustrie heeft dus niet zoveel keuze om bij de consu-

    ment in de smaak te vallen. Ze gebruikt:

    ofwel boter, wat duur is en 50 gr. VVZ per 100 gr bevat,

    ofwel vloeibare olin, die grotendeels uit onverzadigde vetzuren bestaan

    en die gehydrogeneerd moeten worden. Door dit proces worden de

    onverzadigde vetzuren in verzadigde vetzuren omgezet en krijgt de vet-

    stof een vastere vorm (door de hoeveelheid VVZ te verhogen),

    ofwel, olin met een semi-vaste structuur, zoals palmolie of kopraolie.

    Deze drie bewerkingen hebben hoe dan ook tot gevolg dat de vetstoffen in

    de voedingswaren voor ongeveer 50% uit VVZ bestaan.

    Het kan dus niet worden ontkend dat palmolie veel verzadigde vetzuren

    bevat. Het echte probleem is dat deze olie van dubieuze kwaliteit in alle

    hierboven beschreven voedingswaren aanwezig is. Om nog te zwijgen van

    het feit dat deze voedingswaren niet de noodzakelijke vitamines, minerale

    zouten, essentile vetzuren en ander belangrijke voedingsstoffen bevatten.

    Het is zaak bereide voedingswaren te controleren op de aanwezigheid van

    gedeeltelijk gehydrogeneerde vetstoffen, omdat deze schadelijk kunnen

    zijn voor de gezondheid.

    Het is tijd dat wij, als consument,

    ons er rekenschap van geven dat de

    meeste van deze voedingswaren te

    veel vetstoffen bevatten en dat we er

    best niet te veel van eten, ongeacht of

    ze bereid zijn met palmolie, kopraolie,

    boter of een andere vetstof.

    MARIE VANDENBERGHE

    Ditetiste, bestuurster van de

    Union Professionnelle des diplms

    en Dittique.

    oerwoud. In dit tempo zullen alle valleibos-sen op het Eiland Borneo, met uitzondering van de beschermde gebieden, binnen de 10 jaar volledig verdwenen zijn.Deze ontbossing leidt vanzelfsprekend ook tot de onteigening van de lokale bevolkingsgroepen, die daardoor worden beroofd van hun belangrijkste middelen van bestaan. Vaak zijn ze gedwong en de grond van hun voorouders af te staan aan buitenlandse investeerders, die daarbij kunnen rekenen op de hulp van de poli-tieke autoriteiten en, zo nodig, van het leger. De rapporten van de World Rain-forest Movement en van verenigingen zoals Survival International maken gewag van dreigementen, geweldpleging, schending en van de mensenrechten en vernietiging van eigendommen.Deze bossen zijn nochtans een bron van zeldzame biodiversiteit: 10 15% van de wereldwijd bekende planten, zoog-dieren en vogels bevinden zich in Indo-nesi. Sommige diersoorten zoals de

    symbolische orang-oetang, de olifant en de Sumatraanse tijger zijn op korte ter-mijn met uitsterven bedreigd.Toch plant de Indonesische regering, vol-gens een rapport van WWF, de palmolie-plantages met 14 miljoen hectare uit te breiden. Ze zal 5,6 miljard dollar investeren in de grootste palmolieplantage ter wereld: meer dan 1 miljoen hectare. Daarnaast heeft de Association of Indonesian Palm Oil Producers aangekondigd dat de export in 2012 aanzienlijk zal toenemen en dat die export voornamelijk bestemd is om te vol-doen aan de vraag van de groeilanden.

    AfrikaMet zijn uitgestrekte oppervlakte vrucht-bare grond, heeft ook Afrika een groot potentieel voor de productie van palmolie en is het een ideaal bruggenhoofd naar de markten van de Maghreb en Europa. Tal van Afrikaanse regeringen die door palm-olieproductiebedrijven werden benaderd, zijn niet ongevoelig voor de potentile

    exportinkomsten. Sinds een aantal maan-den is er dan ook een toename van het aantal vestigingsprojecten.Het Singaporese bedrijf Olam zette met de Gabonese regering een joint-venture op voor een palmolieplantage van 300.000 hectare. Het Maleisische bedrijf Sime Darby kreeg in Liberia een concessie van 63 jaar in handen voor eenzelfde oppervlakte en is zinnens zich ook in het zuidwesten van Kameroen te vestigen. De dorpsgemeen-schappen aldaar vrezen dat 60.000 hectare bos zullen verdwijnen.Nigeria was tot in 1965 met 30% wereld-wijd de grootste exporteur van palmolie, een derde van de totale productie van het land. Sinds 1985 bekleedt Maleisi deze plaats en moest Nigeria palmolie invoeren. De Nigeriaanse regering wil de palmolie-industrie weer op gang brengen maar het blijft wachten op particuliere investeerders.

    c

    incin

    natizo

    o.o

    rg

    neo-planete.com

    Extractie-eenheid van palmolie in Indonesi

    Vruchten van de oliepalm

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 11

  • Ook Ivoorkust houdt zich al vijftig jaar bezig met de productie van palmolie; 69 % daarvan is afkomstig van traditionele dorpsplantages en 31% van industrile plantages. De palmolieproductie stelt meer dan twee miljoen mensen recht-streeks of onrechtstreeks te werk. Dorpe-lingen en bedrijven zijn momenteel bezig met het vervangen van palmbomen op braakliggende grond. Hun doel is het ren-dement van vier ton palmolie per hectare (tegen zeven tot negen ton in Zuidoost-Azi) op te voeren en nog beter te doen dan de Aziatische landen.Door de grote binnenlandse vraag en de geringe productie vergeleken bij die van de Zuidoost-Aziatische grootprodu-centen, heeft de Ivoriaanse palmolie het moeilijk om de belangrijkste importge-bieden zoals Europa, India en China te veroveren. En op de binnenlandse en subregionale markt moet ze optornen tegen de oneerlijke concurrentie van palmolie die op frauduleuze wijze wordt ingevoerd.In de jaren 20 van de vorige eeuw had Belgisch-Congo de grootste palmolieplan-tage, met name die van de gebroeders Lever, de grondleggers van een van de machtigste multinationals. Vandaag gaat het Chinese telecommunicatiebedrijf ZTEin DR Congo van start met 100.000 ha, via haar fi liaal ZTE Agribusiness Congo. Palm-olie doet dus een opgemerkte herintrede in Afrika, haar continent van oorsprong, na een lange tussenstop in Azi met de wel-bekende gevolgen.

    Greenpalm, RSPOPalmolie is in trek bij ondernemers van-wege haar chemische eigenschappen en lage kostprijs in vergelijking met andere plantaardige oliesoorten (soja, koolzaad, arachide). Het rendement van palmolie ligt immers 10 maal hoger dan dat van soja. Toch heerst er almaar meer wan-trouwen voor het product. Want naast de negatieve impact van palmolieplantages op het milieu, zou ook de gezondheid lijden onder het jarenlange gebruik van palmolie (zie kader).Sommige levensmiddelenbedrijven slaan nu zelfs een mea culpa. Toch moei-lijk te geloven Deze reuzen van de levensmiddelenindustrie traden toe tot GreenPalm, een programma dat ontbos-sing bestrijdt, maar ze betalen slechts het (veeleer lage) bedrag van 1 dollar per ton gebruikte olie. Dankzij dit initiatief kan het bedrijf in kwestie palmolie blijven gebruiken en op de verpakking een label plaatsen: Neemt deel aan de strijd tegen de ontbossing. Er wordt dus helemaal niets gezegd over duurzame palmolie,

    een nuance die de consument vaak ont-gaat. Het is eens te meer niet meer dan een kwestie van woorden.In 2004 organiseerden de actoren van de sector en de ngos een Ronde Tafel over duurzame palmolie (RSPO) om de duurzaamheidscriteria voor de produc-tie van palmolie vast te leggen. Het was een eerste stap in de richting van een regulering van deze markt. De grote afwezigen, zonder wie geen vooruitgang kan worden geboekt, waren evenwel de Chinese levensmiddelenbedrijven en de regering en in het algemeen.Volgens sommige verenigingen kan deze RSPO worden vergeleken met greenwa-shing. In 2009 publiceerde Greenpeaceeen rapport onder de titel La face cache de Sinar Mas, waarin de illegale ontbos-singspraktijken van dit bedrijf worden aangeklaagd (geen ontbossingsvergun-ning, geen milieu-effectevaluatie, vernie-tiging van de turfvoorraad), terwijl twee dochtermaatschappijen toch tot de RSPO zijn toegetreden.Het Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC beindigde zijn rapport van 2011 over palmolie in het wereldwijde han-delsverkeer met deze woorden: Duur-zame palmolie heeft een marktaandeel van slechts 7,5%. Van de 7,5% gecerti-ficeerde duurzame olie wordt evenwel verwacht dat ze de komende jaren snel zal toenemen. De vraag blijft echter wat de kwaliteit van haar certifi catie zal zijn. 'Gesegregeerde' olie, de enige olie die werkelijk als duurzaam beschouwd kan worden, maakt slechts een klein deel van deze 7,5% uit en raakt slechts met moeite verkocht. De markt van 'bio' palmolie is

    zeer beperkt (0,2%). In een communiqu van 18 maart 2010 verklaarde FLO, die tal van organisaties met een 'eerlijk' label verenigt, waaronder Max Havelaar, dat er geen eerlijke handelsstandaard voor palmolie bestaat die internationaal erkend is. Dit belet echter niet dat voedingspro-ducten die voor andere bestanddelen uit hun samenstelling als eerlijk erkend wer-den, palmolie zouden bevatten.Het rapport Arnaque lhuile de palme durable (2011) van Les Amis de la Terre stelt: Er moet worden vastgesteld dat de Europese invoer van palmolie is blijven stijgen hoewel een aantal bedrijven en grootwarenhuizen hadden aangekondigd ze niet langer in de handel te zullen bre ng -en. [...] De belangrijkste reden voor de invoer van palmolie in Europa is in werke-lijkheid de ontwikkeling van biobrandstof-fen. Les Amis de la Terre is van mening dat het grootste deel van de Europese productie van koolzaad- en zonnebloem-olie wordt aangewend voor biobrandstof-fen en dat de levensmiddelenbedrijven en andere sectoren ter vervanging hiervan meer palmolie invoeren.In verband met 'duurzame' palmolie en de RSPO, luidt het dan ook dat de criteria te zwak zijn. Deze certifi cering wordt in de eerste plaats gebruikt om het probleem van overconsumptie in de rijke landen te omzeilen. In plaats van zich te laten leiden door de denkbeeldige ontwikkeling van een duurzame voor de export bestemde monocultuur, zouden de westerse landen er beter aan doen hun te grote oliecon-sumptie terug te dringen en meer gebruik te maken van lokale oliesoorten.

    JEAN-MICHEL CORHAY

    Sommige

    diersoorten zoals

    de symbolische

    orang-oetang, zijn

    op korte termijn

    met uitsterven

    bedreigd.

    e

    nviro

    nm

    en

    t.co

    .za

    12 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

  • W kijken tv en kunnen pro-bleemloos de batterijen van onze gsm opladen", vertelt Donatien Ndo-rayabo. Hij woont in het district Rubavu in het westen van Rwanda, dicht bij de mini-elektriciteitscentrale van Keya. Deze centrale levert 2,2 MW (3% van de elektriciteit die in Rwanda wordt geproduceerd).Jean Berchmans Bahige van het over-heidsbedrijf EWSA (Energy, Water and Sanitation Authority) in Rubavu, vertelt mij dat meer dan 80 families elektriciteit hebben dankzij deze minicentrale. De gezondheidscentra van Biruyi, Kivumu, Kimbiri en Nyamyumba, de kantoren van de lokale adminis-tratie, de centres de ngoce en de kerken hebben nu licht.

    De bouw van de miniwaterkrachtcentrale van Keya, en van Nkora en Cyimbili in dezelfde streek, werd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking gefi nancierd (11 miljard FRW). De Belgische regering beloofde overigens voor de komende vier jaar 55 miljoen euro steun voor de ontwik-keling van de energiesector in Rwanda. Volgens Jean-Yves Saliez (BTC) gaat de komende vier jaar 27 miljoen euro naar projecten voor geothermische energie, 17 miljoen naar het bevorderen van de toegang tot energie, 6 miljoen naar het uitbreiden van het aandeel van de pri-vsector in de energieproductie en 5 miljoen naar het verder uitbouwen van de bevoegdheden van het ministerie van

    Infrastructuur.Zeven mini- en microcen-trales leveren 17,75% van de elektrische stroom. Toch is volgens de meest recente statistieken slechts 10,8% van de Rwandese bevolking op het elektrici-teitsnet aangesloten.

    Hernieuwbare energie Om meer Rwandezen toegang te geven tot elektriciteit onderzoekt het ministerie van Infrastructuur andere energiebronnen. Volgens Emmanuel Hategeka, directeur van het exploitatieproject voor geothermische energie, zou-den in het noorden van het land, met name in Karisimbi en Kinigi, twee warmwaterbronnen kunnen worden gexploiteerd. Tegen de maand september moet het mogelijk zijn tot aan de bronnen te boren. De werken zullen door een Chinese fi rma worden uitgevoerd, zegt Hategeka. Volgens de prog-noses zouden deze bronnen meer dan 700 MW kunnen leveren. De

    regering wil er minstens 300 MW uithalen. En van de partners van het project is de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.Naast de aanleg van hydro-elektrische stuw-dammen en van koppellijnen fi nancierde de Belgische Ontwikkelingssamenwerking de uitbreiding van elektriciteitslijnen op het platteland in de oostelijke provincie en de lijn Kigali-Kiyumba over een lengte van 84 km in de zuidelijke provincie.Daarnaast is de Rwandese overheid begonnen met de ontginning van methaan-gas in het Kivumeer. De ontginningsinstal-latie werd door de Isralische fi rma Ludan Engineering gebouwd. Op een diepte van 350 m gaat het gas via een gasleiding naar de centrale van Rubavu, waar het in elek-triciteit wordt omgezet.Niet ver van Kibuye zet Contour Globaleen project op voor de productie van 25 MW elektrische energie uit methaangas. Opnieuw met de steun van de Belgische regering (10 miljoen euro) via BIO, haar Ontwikkelingsbank.Volgens Laurent Sibomana, technisch direc-teur van het ontginningsplatform, levert de centrale van Rubavu elke dag minimaal 26 MW. Momenteel kost 1 kW meer dan 120 FRW (0,25 dollar) voor de gewone klanten en 105 FRW voor de bedrijven.Sibomana spreekt over enorme gas-reserves in het Kivumeer: 39 miljard ontginbare kubieke meter. Volgens een technicus van het ministerie van infra-structuur hernieuwt het gas zich met een tempo van 120 miljoen kubieke meter per jaar, waardoor het een praktisch onuitput-telijke energiebron is.

    SOLANGE AYANONE

    Infosud Belgique-Syfi a Grands-Lacs

    1 Tussen 50 en 500 kW voor een microcentrale, en

    tussen 500kW en 10MW voor een minicentrale, vol-

    gens de meest gebrukelijke classifi catie.

    Dankzij de bouw van mini- en micro-elektriciteitscentrales1 is de

    elektriciteitsproductie in Rwanda er sterk op vooruitgegaan. Toch hebben veel

    Rwandezen nog steeds geen aansluiting op het elektriciteitsnet. Geothermie

    (warmwaterbronnen) en gas kunnen een oplossing bieden.

    Energie uit de grond

    Info

    sud

    / S

    yfi a

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 13

  • M isschien hebben we de indruk dat de mensen in het Zuiden zich weinig om het milieu bekommeren. Maar vaak putten de mensen de bodem uit of kappen ze bos uit pure noodzaak: om te overleven. Daarom spitsen veel initiatieven zich toe op werkgelegenheid.

    HET ZUIDEN KLEURT GROENEetbare daken, oud krantenpapier als grondstof voor

    elegante ambachtelijke voorwerpen, bomen planten om

    de vissen in het Tanganyikameer te voeden

    Het is frappant: meer en meer mensen in het Zuiden

    nemen groene initiatieven. Maak kennis met de projecten

    van enkele pioniers.

    Duurzaam licht

    De ngo Bapesu van Christian Tabifor (Kameroen) wil zowel het milieu beschermen als de minstbedeelden helpen. Armoede is de belangrijkste oorzaak van milieuschade in Zwart Afrika, zegt Tabifor. En milieuschade zoals woestijnvorming zorgt op zijn beurt voor meer armoede. In een proefproject heeft de ngo in twee dorpen zonder elektriciteit 'zonnekits' uitgedeeld: lampen die met de zon herladen kunnen worden, zonnepanelen,

    telefoonconnectoren Kinderen kunnen nu 's avonds hun huiswerk maken en de mensen

    kappen niet langer bomen om 's nachts hun huizen te verlichten. Bovendien kunnen ze

    zich, als het donker is, wijden aan winstgevende activiteiten. Later zal Bapesu ook andere dorpen helpen. Ze wil er arme mensen winkeltjes laten opstarten die 'zonneproducten'

    verkopen of verhuren.

    Eetbare

    groene daken

    In Colombia slaan veel mensen op de

    vlucht voor milieuproblemen (zoals

    zware regenval) of om veiliger oorden

    op te zoeken. Maar in de steden waar

    ze terecht komen begint een nieuwe

    overlevingsstrijd. Carolina Forero van

    de universiteit Javeriana (faculteit eco-

    logie) wilde daar iets aan doen. We moeten onze kennis in dienst stellen van hen die het nodig hebben zodat ook zij een menswaardig leven kunnen lei-den, vindt ze. Ze leerde 100 families uit Soacha biologische groenten kwe-

    ken op hun dak: sla, spinazie, radijsjes,

    ajuin en peterselie. De groenten worden

    gezaaid in gerecycleerde plastic fl es-

    sen die met elkaar verbonden zijn door

    buisjes. De buisjes voeren regenwater

    aan. Elk dak kan tot 576 planten dragen

    die om de 2 maanden geoogst worden.

    In tijden van hoge voedselprijzen kan

    dat tellen. De daken vangen ook water

    op dat anders erosie zou veroorzaken.

    En er is nog een voordeel, zegt een tevreden Rosa Murillo, moeder van

    5 kinderen. Het is veel koeler in huis sinds we groenten kweken op het dak.

    C

    aro

    lina F

    ore

    ro

    B

    ap

    esu

    14 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

  • Bomen voeden vissen

    Klimaatverandering zorgt niet alleen voor droogtes, overstromingen en rampzalige orkanen.

    Er kan ook te weinig wind waaien. Dat ondervinden de talloze vissers die hun vis, en hun

    inkomen, uit het Tanganyikameer halen. Normaal zorgt de wind voor een stevige vermeng-

    ing van het water in het meer. Hierdoor komt voedsel uit de diepere lagen (tot 1.800 m!)

    ter beschikking van de vissen die hoger leven. Maar de laatste jaren is er steeds minder

    wind. Het voedsel bezinkt en de vissen sterven van honger. Meer dan 30 % van de vispro-

    ductie is al verloren gegaan, en 1 miljoen vissers dreigen hun baan te verliezen. Dat zou

    honger betekenen voor ruim 10 miljoen mensen. Deo Baribwegure (Tanzania) wacht alvast

    niet op de politiek. Met man en macht wil hij bomen planten aan de oevers zodat er meer

    voedingstoffen in het oeverwater terecht komen. Hij wil ook de plaatselijke bevolking en de

    internationale gemeenschap sensibiliseren. De vissers moeten het belang van bomen en milieuvriendelijk vissen inzien, en de wereld moeten we wakker schudden met de concrete, nefaste gevolgen van de klimaatverandering, zegt Baribwegure.

    Bijen beschermen

    woud

    Nadat ze vele jaren werkte voor interna-

    tionale ngos zoals World Vision, richtte Yedityah Mella (Indonesia) in 2010 haar

    eigen ngo op: Tri Mutiara Foundation. In het afgelegen Polen-district wil ze arme

    boeren helpen die hun school niet hebben

    afgemaakt. Onder andere met spelletjes

    brengt ze hen bij dat het belangrijk is het

    bos te beschermen en bosbrand en ille-

    gale houtkap te voorkomen. Bovenal leert

    ze hen bijen houden en honing oogsten.

    Dat levert een inkomen op, en meteen

    begrijpen de boeren dat ze daarvoor bos-

    sen nodig hebben. En het werkt, zegt een glunderende Mella. Ik merk dat de mensen begaan zijn met de bossen en dat de bijen het goed doen.

    Een inkomen

    uit afval

    Een tijd terug sloeg een tyfoon hard toe in

    de provincie Benguet (Filippijnen), woon-

    plek van de Ibaloi-stam. Daarop bood

    Soledad Valencia hen groen werk aan. Ze

    leerde hen weven met reepjes oud kranten-

    papier. Manden, tassen, siervoorwerpen,

    meubels stuk voor stuk elegant ambach-

    telijk werk was het resultaat. Vooral achter-

    gestelde vrouwen halen er een inkomen uit.

    Ondertussen werd Valencia overladen met

    onderscheidingen, onder meer voor het

    'best gerecycleerde product' van de stad

    Baguio. De etnische voorwerpen worden

    ook verkocht in Europa en de VS.

    Y

    ed

    ityah

    Mella

    CHRIS SIMOENS

    C

    hris S

    imo

    ens

    S

    ole

    dad

    Vale

    ncia

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 15

  • M et 'mitigatie' worden de maatregelen bedoeld die leiden tot het verminde-ren van de hoeveelheid broeikasgassen. Dat gebeurt op ver-schillende manieren: voorkomen dat bos-sen verdwijnen, herbebossen, verminde-ren van de uitstoot van broeikasgassen door fabrieken, autos enzovoort.

    Van SEI tot UN, en verderHet gereputeerde Stockholm Environment Institute (SEI) kreeg van Oxfam de opdracht een vergelijkende studie te maken omtrent genomen mitigatie-maatregelen. Het insti-tuut maakte daartoe gebruik van vier zeer gerespecteerde bronnen: United Nations Environment Programme (UNEP), McKinsey & Company Climate Desk, klimaatexpert Dr. Frank Jotzo, en Climate Action Tracker.

    De vervuiler betaalt te weinigHet SEI stelt in zijn eindrapport dat Wes-terse landen verantwoordelijk zijn voor 75 % van de historische emissies. Vandaag spuwen ze nog 60 % ervan uit. Bovendien beschikken die landen over meer fi nancile middelen dan ontwikkelingslanden. Des-ondanks tonen alle vier de geraadpleegde bronnen aan dat de ontwikkelingslanden zich intussen tot mr mitigatie-inspannin-gen hebben gengageerd dan hun rijkere tegenvoeters. Onder meer is de kans reel dat Brazili, Zuid-Afrika, India en China (de zogenaamde BASIC-landen) tegen 2020 hun uitstoot drastischer zullen verminderen dan de Verenigde Staten, Europa, Japan, Canada, Australi, Nieuw-Zeeland en Rus-land. Dat is des te frappanter wanneer we beseffen dat deze laatste intussen een groot

    deel van hun broeikasgasuitstoot hebben gexporteerd naar ontwikkelingslanden. Steeds vaker, namelijk, laten ze daar hun goederen produceren.

    Derde wereld in actieBrigitte Gloire, experte 'Klimaat en Duur-zame Ontwikkeling' bij Oxfam, geeft enkele voorbeelden van mitigatie-maatregelen. Om te beginnen zijn er Brazili en Indo-nesi, die heel wat maatregelen nemen om ontbossing tegen te gaan, stelt ze. De Chi-nezen willen dan weer tegen 2020 dubbel zoveel hernieuwbare energie gebruiken als vandaag. Ook verstrengen ze energie-effi ci-entienormen voor gebouwen en toestellen.

    Fabrieken die onvoldoende energie-effi cint zijn, worden gesloten. Bovendien willen de Chinezen meer bos op hun grondgebied. In India is er dan weer het 'National Action Plan on Climate Change'. Dat plan streeft naar een productieverhoging van 1.000 MW fotovoltasche panelen per jaar, en het plaatsen van minstens 1.000 MW thermische zonnesystemen. Voorts zijn er maatregelen die moeten leiden tot een grotere energie-effi cintie van gemeenten en steden, bouw- en agrarische sector, en energie-intensieve industrile sectoren. Apparaten die energie-effi cint zijn, krijgen belastingsvoordelen. De Indirs streven ook naar energiezuinigere mobiliteit: autos mogen alsmaar minder verbruiken, het openbaar vervoer wordt gepromoot

    Derde wereld in actieIn drie van de vier SEI-bronnen is te vinden in hoeverre de huidige mitigatie-engage-menten vermijden dat de gevaarlijke grens van 2C opwarming wordt overschreden. Alle drie komen ze tot de conclusie dat de temperatuursverhoging groter zal zijn: ze zou namelijk 2,5 5 C bedragen. Een deel van de verklaring ligt uiteraard bij de magere inspanningen van de grootste ver-vuilers. Maar ook de ontwikkelingslanden zouden nog onvoldoende inspanningen leveren. Ze moeten meer fi nancile en tech-nische hulp krijgen, zodat ze in staat zijn nog meer mitigatie-maatregelen te nemen, besluit het rapport.

    KOEN VANDEPOPULIERE

    De klimaatverandering is vooral te wijten aan de broeikasgassen die de gendustrialiseerde,

    vaak Westerse, landen uitstoten. Terwijl het net de ontwikkelingslanden zijn die het meest

    zullen lijden onder de gevolgen ervan. De conclusie lijkt evident: de grootste vervuilers

    moeten de meeste inspanningen leveren om het tij te keren. Het gereputeerde Stockholm

    Environment Institute, echter, stelt vast dat de realiteit compleet anders is.

    GROOTSTE VERVUILERS BETALEN TE WEINIG

    ONLINEwww.sei-international.org

    Brigitte Gloire tijdens de United Nations Climate

    Change Conference, eind 2011 te Durban,

    Zuid-Afrika.

    BROEIKASGASSEN:DE WERELD OP ZN KOP?

    K

    . Vand

    ep

    op

    uliere

    16 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

  • Bomen voor iedereen! Voort-aan moet elke eigenaar in Kigali ten minste vijf bomen op zijn stuk grond planten. De plantjes zijn zeer in trek bij leerlingen en leerkrachten, land-bouwers en handelaars die hun gebouw van een groene rand wil-len voorzien. Op school krijgen alle kinderen de dagelijkse zorg toege-wezen voor een boom die ze dan kunnen zien groeien, net als zij. Bij gezinnen en school-centra genieten fruit-bomen de voorkeur. De dorpelingen daarentegen zijn tuk op bomen die geschikt zijn als brandhout of voor de bouw: cipressen, zilvereiken, eucalyptusbomenDe Rwandezen zorgen goed voor hun bomen, en dat mag iedereen weten. Grote vestigingen zoals SULFO, een zeepfabriek in Kigali, gaan zelfs zo ver dat ze hun prot-gs van een naamkaartje voorzien. Op de kleine cipressen, dennen en sparren die voor de fabriek met de wind meewiegen, is een kaartje aangebracht waarop te lezen staat: bomen SULFO.Handelaars proberen elkaar de loef af te steken door de bomen voor hun winkel zo goed mogelijk te verzorgen. Ik heb een arbeider moeten aanwerven om mijn

    bomen regelmatig te begieten, want in de hitte zorgen ze voor verkoeling en boven-dien doen ze mijn stukje grond veel beter tot zijn recht komen, zegt een groothan-delaar die in de handelswijk is gevestigd.

    Deze bomen zijn een uithangbord voor de han-delaars, merkt een amb-tenaar van het Ministerie van Natuurlijke Rijkdom-men op.Een uithangbord, ook voor Kigali: Het imago van de stad moet worden opge-krikt want ze is immers de toegangspoort tot het land!, zegt een verant-woordelijke van het district

    Nyarugenge. Deze groene passie is een buitenkans voor Norman Gatarayiha, een tuinbouwingenieur van 61. Hij zegt: Ik ben fi er dat ik gekozen werd om de stad Kigali, een van mijn grootste klanten, op te tooien. Bijna alle bomen en bloemen langs de weg en rond de villas van de hoofdstad komen uit zijn kwekerij. Sinds bijna 20 jaar teelt Gatarayiha planten die hij nu voor een goudprijs aan de man brengt.

    Zware boetesOok al zijn de straten in de steden omzoomd met bomen, iedereen laat ze ongemoeid. Een boom al dan niet per ongeluk beschadigen, kan met name een boete tot 1700 dollars opleveren.

    Wanneer er geld in het spel is, houden de mensen zich aan de regels, luidt de mening van een verantwoordelijke van de stad. Sommige straten van Kigali bie-den een prachtige aanblik: viervaksbanen over zowat dertig kilometer zijn geschei-den door een middenberm met honder-den palmbomen en geven uit op rotondes die met bloemen zijn versierd.Groen en hygine. Sinds vijf jaar zijn overtredingen van de netheidsvoor-schriften in de stad wettelijk geregeld, met boetes die kunnen oplopen van 1.500 80.000 Rwf (2,5 tot 130 dollar). Op straat plassen of spuwen bijvoorbeeld, kan wor-den bestraft met een boete van 1.500 Rwf. Afval storten op een plaats die daar niet voor bestemd is kost 40.000 Rwf, oftewel 65 dollar. Schoonmaakbedrijven maken de lanen elke dag schoon. Kigali zag haar oppervlakte in 15 jaar ver-drievoudigen; het bevolkingsaantal ligt vier keer hoger dan in 1994 en de stad telt nu 1 miljoen inwoners. Overal duiken imposante gebouwen en villas met een exotische beplanting op. De huizen zijn tegen de heu-vels aangebouwd. Maar ondanks dit daad-krachtig verfraaiingsbeleid, is er nog veel werk aan de winkel. De elektriciteits- en drinkwaterinstallaties zijn nog ontoereikend en verkeren in slechte staat, en 90 % van de wegen zijn onverhard.

    ALBERT-BAUDOUIN TWIZEYIMANA

    Infosud Belgique - Syfi a Grands Lac

    Na de genocide van 1994 vielen hele bossen ten prooi aan de bouw en aan

    het grote energieverbruik. In 2003 startte de regering in Kigali dan ook een

    daadkrachtig herbebossingsbeleid en werd de verfraaiing ingezet.

    Kigali een groene stad

    Op school krijgen

    alle kinderen de

    dagelijkse zorg

    toegewezen voor

    een boom die ze

    dan kunnen zien

    groeien, net als zij.

    BURUNDI EN RWANDA

    50 JAARONAFHANKELIJK

    In

    fosu

    d /

    Syfi a

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 17

  • Burundi en Rwandain een oogopslagBurundi en Rwanda : 50 jaar geleden werden deze Centraal-Afrikaanse landen onafhankelijk. Er ontvouwde zich een woelige ges-

    chiedenis met gewelddadige interne confl icten die uitmondde in het herstel van de staatsstructuur en het sociale weefsel. Vandaag

    bloeien de twee jonge staten opnieuw op met een economische groei van 4 7 %. Maar de heropbouw is hiermee niet ten einde.

    Beide landen staan voor zware uitdagingen, veroorzaakt door de enorme bevolkingsdruk op het akkerland en een gebrek aan

    energiebronnen. We stellen u een actueel panorama voor van deze oude partners van de Belgische ontwikkelingssamenwerking,

    via gezichten, landschappen, uitdagingen en hoop van de Duizend heuvels gelegen in het hart van het Grote Merengebied.

    HISTORISCHE DATA

    XVde eeuw 1899 1914 1966 1973 1993

    1ste Juli

    1962

    Tutsi-veehouders (Oeganda,

    Ethiopi) veroveren gebied

    bewoond door Hutu-landbouwers

    en pygmeen

    Rwanda-Urundi

    wordt Duitse

    kolonie

    Belgi krijgt

    mandaat over

    Rwanda en

    Burundi

    Kapitein Michael

    Micombero zet

    laatste mwami

    (koning), Ntare

    V, af en roept

    republiek uit

    Slachtpartij Hutus

    (350.000 slachtoffers)

    Eerste democratisch

    verkozen president

    Melchiro Ndadaye wordt

    vermoord na 100 dagen

    dienst, gevolgd door

    burgeroorlog (200.000

    slachtoffers)

    Onafhankelijkheid

    HISTORISCHE DATA

    1914 1959 1963 1973 1990 1994

    1ste Juli

    1962

    Tutsi-veehouders uit

    Oeganda en Ethiopi

    veroveren gebied bewoond

    door Hutu-landbouwers

    en pygmeen

    Rwanda-Urundi

    wordt Duitse

    kolonie

    Belgi krijgt

    mandaat over

    Rwanda en

    Burundi

    Hutus zetten

    Tutsi-koning af

    - burgeroorlog

    Gregoire Kayibanda

    wordt eerste

    president

    Generaal

    Habyarimana komt

    aan de macht na

    staatsgreep

    Burgeroorlog door

    Front Patriotique

    Rwandais (= Tutsi-

    vluchtelingen)

    Genocide na moord op

    generaal Habyarimana

    (800.000 slachtoffers)

    Juli 1994: Pasteur

    Bizmungu wordt

    president en Paul

    Kagame minister van

    landsverdediging en

    vicepresident

    Onafhankelijkheid

    1899XVde eeuw

    Bevolking : ................................................10,9 miljoen

    Oppervlakte : .............................................26.338 km

    Hoofdstad (2009) : ................ Kigali, 909.000 inwoners

    Demografi eDichtheid : ........................................415 inwoners/km

    Bevolking 2050 : ......................................23,1 miljoen

    Aantal kinderen per vrouw : ...................................4,6

    Stadsbevolking : .................................................. 19 %

    Gezondheid en ontwikkelingLevensverwachting : ... 55 (mannen : 54, vrouwen : 57)

    Kindersterfte (< 5 jaar oud) per 1.000 ...................50

    HIV-besmettingsgraad (2009) : ......................... 2,9 %

    Geneesheren per 1000 (2005) : ......................... 0,024

    Alfabetisering (2003) : ...................................... 70,4 %

    Internetgebruikers (2009) : ............................ 450.000

    PolitiekRegeringstype : republiek, presidentieel, meerpartijenPresident : ................................................Paul Kagame

    EconomieBNP (2010) : ...................................540 USD per capita

    Economische groei : ........................................... 8,6 %

    Werkgelegenheid (2001) : landbouw ................ 90 %,industrie en diensten 10 %

    Percentage bevolking onder 2 USD/dag

    (2000/2009) : ........................................................ 90 %

    Belangrijkste exportproducten :

    koffi e, thee, dierenhuiden, tinerts

    Belangrijkste energiebron : ............. hydro-electriciteit

    RWANDA

    Bevolking : ................................................10,2 miljoen

    Oppervlakte : .............................................25.680 km

    Hoofdstad (2009) : ........Bujumbura, 455.000 inwoners

    Demografi eDichtheid : ........................................367 inwoners/km

    Bevolking 2050 : ......................................27,1 miljoen

    Aantal kinderen per vrouw : ...................................6,4

    Stadsbevolking : .................................................. 11 %

    Gezondheid en ontwikkelingLevensverwachting : ... 57 (mannen : 56, vrouwen : 59)

    Kindersterfte (< 5 jaar oud) per 1000 : ...................66

    HIV-besmettingsgraad (2009) : ........................ 3,3 %)

    Geneesheren per 1000 (2006) : ...........................0,03)

    Alfabetisering (2003) : ...................................... 59,3 %

    Internetgebruikers (2009) : ............................ 157,800

    PolitiekRegeringstype : republiek, presidentieel, meerpartijenPresident : .........................................Pierre Nkurunziza

    EconomieBNP : ...............................................400 USD per capita

    Economische groei (2011) : ............................... 4,2 %

    Werkgelegenheid (2002) : landbouw ............... 93,6 %industrie ................... 2,3 %diensten ................. 4,1 %)

    Percentage bevolking onder 2 USD/dag

    (2000/2009) : ...................................................... 94 % )

    Belangrijkste exportproducten :

    koffi e, thee, suiker, katoen, dierenhuiden

    Belangrijkste energiebron : ............. hydro-electriciteit

    BURUNDI

    18 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

  • OEGANDA

    DRCONGO

    TANZANIA

    Bururi

    Mwaro

    Gitegagagat

    MuramM

    Tanganyikameeryikam

    Bubanzaaa

    Kayanzaay NgoziCibitoke

    RuyigaRRuy

    Cankuzouu

    Karuziuzuz

    MuyingaMuM

    Kirundo

    RutanaR

    MakambaM

    Kibuye

    Byumba

    Nyanza

    RwamaganaKigali

    Bujumbura

    OOEEGGAANNDDAA

    DRCONGOO

    TANZANIA

    Kivumeerm

    GEZONDHEID (55 miljoen)

    ENERGIE (55 miljoen)

    DECENTRALISATIE (28 miljoen)

    ANDER(22 miljoen)

    D(

    17,5%

    34,4%

    )

    34,4%

    13,8%

    ENERGIE(42 millions)

    LANDBOUW (49 millions)

    GEZONDHEID (25 millions)

    ONDERWIJS (22 millions) 16,7%22,8%

    27,9% 32,6%

    367inw./km2

    363inw./km2

    26.338 km2 27.834 km2 30.528 km2

    415inw./km2

    10,9 miljoen inwoners

    RWANDA BURUNDI BELGI

    10,2 miljoen inwoners 11 miljoen inwoners

    ENERGIE(42 millions)

    LANDBOUW (49 millionss))

    GEZONDHEID (25 millions)

    ONDERWIJS(22 milliononsns) 16,7%22,8%

    )

    27,9% 32,6%

    2000 2005 2010

    Einde burgeroorlog

    - vredesovereen-

    komst Hutu-rebel-

    len en president

    Buyoya

    Nieuwe

    grondwet - Na

    verkiezingen wordt

    ex-rebellenleider

    Pierre Nkurunziza

    president

    Herverkiezing

    Nkurunziza

    Alle cijfers slaan op 2011, tenzij anders vermeld.

    Bronnen: Population reference bureau (www.prb.org) , CIA Factbook (www.cia.gov)

    en Nationaal Instituut Statistiek Rwanda.

    2000 2003 2009

    Paul Kagame

    wordt president

    Eerste post-

    genocide

    presidentile

    verkiezingen

    Paul Kagame blijft

    aan de macht

    Toetreding tot

    Commonwealth

    Ontwikkelingssamenwerking

    met Belgi

    Totale offi cile hulp (ODA) : .............56,7 miljoen euro

    Gouvernementeel samenwerkingsprogramma

    2011-2014 : ........................................160 miljoen euro

    Ontwikkelingssamenwerking

    met Belgi

    Totale offi cile hulp (ODA) : ................45 miljoen euro

    Gouvernementeel samenwerkingsprogramma

    2010-2013 : ........................................150 miljoen euro

    BURUNDI EN RWANDA

    50 JAARONAFHANKELIJK

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 19

  • H oewel landbouw slechts 10 % uitmaakt van de overheids-begroting, is het n van de belangrijkste pijlers van de Burundese economie. Volgens het Burundese ministerie van Landbouw en Veeteelt schommelt het aandeel van de landbouwsector in het BBP in 2011 rond

    de 50%. Momenteel laat de productivi-teit nog te wensen over. De landbouw is immers in hoofdzaak een zelfvoorzie-ningslandbouw die voor 90% in stand wordt gehouden door de grote krachtin-spanningen van de plattelandsbevolking. Daarenboven wordt de versnippering van de landbouwbedrijven (gemiddeld minder dan 0,5 ha) verergerd door de bevolkingsaangroei.

    Betere landbouw dankzij ontwikkelingssamenwerking

    Om zijn landbouw te ondersteunen rekent Burundi vooral op externe hulp. Maar door de sociaal-politieke crisis die het land tien jaar lang heeft geteisterd, werd de ontwikkelingssamenwerking stopgezet. Vandaag wil men de land-bouw nieuw leven inblazen. Voor de peri-ode 2012-2017 zou de externe hulp voor de landbouw 670 miljard FBU bedragen. De verwachte steun kadert in het Plan national dinvestissement agricole (PNIA). Het plan cordineert de investeringen in de landbouwsector voor de komende zes jaar, aldus Odette Kayitesi, minister van

    Landbouw en Veeteelt. Het aandeel van Belgi in dit omvangrijk initiatief is aan-zienlijk. Als tweede bilaterale donor van Burundi na Frankrijk (2010) wil Belgi de landbouw opkrikken. Sinds de Belgisch-Burundese samenwerking enkele jaren geleden opnieuw werd opgestar t, engageert dit land zich buitengewoon sterk in de landbouw. Met name via de ver s terking van het Ministerie van Land-bouw en van het Institut des sciences agro-nomiques (ISABU), en via de ontwikkeling van de landbouw in de provincies Cibi-toke, Ruyigi en Kirundo, getuigt Pierre Bayubahe, landbouwingenieur. Zo heeft het Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC in september 2011 het Programme dappui institutionnel et organisationnel au secteur agricole (PAIOSA) opgestart om de resultaten van de vroegere projecten niet verloren te laten gaan. Met een fi nan-ciering van 49 miljoen euro, zal het pro-gramma de landbouw professionaliseren en landbouwinstellingen versterken.

    SILVRE HICUBURUNDI

    Infosud Belgique - Syfi a Grands Lacs

    BURUNDESE

    LANDBOUW OPNIEUW IN

    DE STARTBLOKKEN

    Meer dan 90 % van de Burun-

    dese bevolking is rechtstreeks

    afhankelijk van de landbouw.

    De landbouwsector wordt

    evenwel ondermijnd door de

    versnippering van de land-

    bouwbedrijven, met name

    wegens de bevolkingsdruk

    en de lage opbrengst. Met de

    steun van haar partners, waa-

    ronder Belgi, doet de rege-

    ring inspanningen om deze

    noodlijdende sector nieuw

    leven in te blazen.

    Info

    sud

    / S

    yfi a

    BURUNDI EN RWANDA

    50 JAARONAFHANKELIJK

    20 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

  • O p een affi che aan de ingang van de rechtbanken in Kigali staat het volgende: Cor-ruptie is strafbaar. Als onze ambtenaren zich laten omkopen of iemand anders proberen om te kopen, rekenen wij op u om ze aan te geven. Zelfs in de rechtszalen hangen affi ches met de bood-schap: Laten we de strijd aanbinden met corruptie. Onze rechtbanken maken komaf met corruptie. De dienst van de nationale ombudsman publiceert tweemaal per jaar de lijst van personen die zich schul-dig maakten aan corruptie en die hiervoor werden veroordeeld.Begin 2009 werd de Conseil consulta-tif anti-corruption in het leven geroe-pen. Deze is samengesteld uit verte-genwoordigers van de verschillende overheidsagent schappen. De ombuds-man cordineert de activiteiten van de adviesraad. Deze heeft als hoofdtaak toezicht uit te oefenen op het gebruik van overheidsgeld. Rwanda wil de nultole-rantie hanteren voor corruptie. Daarom is de strijd tegen corruptie ook van toepas-sing op zij die tot nog toe als onaantastbaar werden beschouwd (nvdr: personen uit de onmiddellijke omgeving van de partij die aan de macht is), zegt een offi cier van de gerechtelijke politie van Kigali.Hoge overheidsverantwoor-delijken komen dus net zo goed in de gevangenis terecht als verantwoordelij-ken van de basisorganisa-ties. Het Hoog Gerechtshof trekt jaarlijks een week uit om voorrang te geven aan dossiers rond geldverduis-tering. Deze ontwikkeling ging niet onopgemerkt voor-bij aan Transparency Inter-national, de internationale

    organisatie die zich inzet voor de strijd tegen corruptie. Volgens haar rangschikking staat Rwanda in de strijd tegen corruptie op de 4de plaats als Afrikaans land, en op de 49ste

    plaats wereldwijd.

    Basisorganisaties niet corruptievrij

    Uit het rapport van de ombudsman van 2011 blijkt dat 53% van de geregistreerde gevallen van corruptie zich voordoen in de basisorganisaties, 43% in het gerechtelijk apparaat en 28% bij overheidsopdrach-ten. Volgens een mensenrechtenactivist van Kigali worden te veel instanties geleid door personen die niet voor hun werk wor-den betaald. En dat werkt corruptie in de hand, vindt hij. De verantwoordelijken van de administratieve basisorganisaties (Imi-dugudu), de bemiddelaars (Abunzi) die moeten oordelen over alle fi nancile zaken tot drie miljoen RWF (5.400 dollars), en de 'integere rechters' (Inyangamugayo) van de Gacaca-volksrechtbanken die levenslange straffen kunnen uitspreken, kunnen bijna niet anders dan smeergeld aannemen, omdat ze veel tijd in hun werk steken zon-der betaling.

    Online dienstenSinds ongeveer vijf jaar kan een buiten-lander zijn visum via internet verkrijgen zonder dat hij daarvoor contact moet opnemen met de ambtenaren van de immigratiediensten. Een commercieel bedrijf kan een registratiecertificaat online aanvragen; overheidsopdrach-ten alsook de selectiecriteria worden op internet bekendgemaakt. De online diensten zorgen ervoor dat de aanvrager niet in contact moet komen met een amb-tenaar die smeergeld kan eisen, zegt een ambtenaar van het ministerie van het lokale bestuur. Een Aziatische onderne-mer die zopas een bedrijf opstartte in het oosten van het land, deelt deze mening: Ik heb alle wettelijke documenten verkre-gen zonder een beroep te moeten doen op een ambtenaar. En zodra zakenlui begrepen hebben dat ze niet gedwongen worden om telkens smeergeld te geven, voelen ze zich al veel beter op hun gemak, zegt hij.

    ALBERT-BAUDOUIN TWIZEYIMANA

    Infosud Belgique- Syfi a Grands-Lacs

    -

    Rwanda wil de

    nultolerantie hanteren

    voor corruptie.

    Daarom is de strijd

    tegen corruptie ook

    van toepassing op

    zij die tot nog toe

    als onaantastbaar

    werden beschouwd.

    De strijd tegen corruptie, het stokpaardje van de Rwandese regering, maakt

    justitie geloofwaardiger en trekt investeerders aan. Maar de basisorganisaties

    zijn nog niet helemaal corruptievrij.

    om investeerders aan te trekken

    CORRUPTIE BESTRIJDEN

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 21

    BURUNDI EN RWANDA

    50 JAARONAFHANKELIJK

  • c

    hang

    ents

    .co

    m

    Uduseke1zijn mandjes geweven uit sisal. In Afrika en ook in

    het Westen zijn ze hoe langer hoe meer een voorwerp voor

    dagelijks gebruik. Maar wat is de geschiedenis van deze

    mandjes? Waarom zijn ze zo bekend? We namen een kijkje in

    Kigali bij African Handicraft.

    AGASEKE

    AMAHORO,

    T ot voor een paar jaar waren uduseke gewoon mandjes. Ze zijn handig om levensmid-delen zoals bloem of bonen in te vervoeren. Ze worden vooral door de vrouwen op het platteland gemaakt, zegt mandenvlechtster Mukanyarwaya Euphra-sie van African Handicraft. De grondstof is sisal, een plant met sterke vezels die erg geschikt is voor vlechtwerk. Een agas-eke vlechten duurt een week, voegt Mukeshimana Flicit eraan toe.Vr de kolonisatie was manden leren vlechten een verplicht onderdeel van de opleiding van meisjes. Maar met de komst van de Belgen bleven de meisjes niet meer thuis vertelt Franois Ingabire, een van de projectverantwoordelijken bij African Handicraft. Ze gingen naar school en zo leerden ze niet langer manden vlechten. De mandjes in de vorm van een hut zijn echter nooit verdwenen. Onze moeders en grootmoeders bewaarden er niet alleen levensmiddelen in maar ook persoonlijke spulletjes, wat dan weer de mannen nieuwsgierig maakt, vertelt Euphrasie. Zoiets als een schatkamertje alleen voor vrouwen!, voegt Mukarugira Esperance er lachend aan toe.

    VredeEn vandaag? Wie vlecht nu uduseke en waarom zie je ze overal in Kigali? Euphra-sie moet even glimlachen: Agaseke Amahoro is voor de buitenwereld het symbool van het nieuwe Rwanda. Na de genocide en de rampzalige gevol-gen ervan, zijn uduseke omgedoopt tot

    uduseke amahoro, wat zoveel betekent als uduseke van vrede. En ze hebben nog een extra betekenis gekregen: man-denvlechten brengt vrouwen uit de stad en van het platteland samen. De meesten onder hen maakten de genocide mee en hadden werk nodig.African Handicraft is een coperatieve ambachtelijke vereniging. Het idee dat in 2009 ontstond kreeg in 2011 vorm. Het opzet was de ambachtelijke sector een stevige en duurzame basis te geven en een ander beeld van Rwanda te scheppen. De toeristen vonden de mandjes mooi en namen ze mee naar hun land, zegt Euphrasie. De vereniging telt nu meer dan veertig vrouwen die hier dagelijks bij African Handicraft uduseke vlechten. Zoals u ziet nemen deze mandjes in ons leven een heel belangrijke plaats in!

    AlomtegenwoordigIntussen wemelt het in de straten van Kigali van uduseke. De mandjes zijn uit-gegroeid tot het symbool van het nieuwe Rwanda, je ziet ze echt overal. Wie twee

    stappen buiten de luchthaven zet, ziet meteen de reclameborden met de mand-jes. De affi ches komen je tegemoet in de stad, in hotels en handelszaken. Maar het mandje is ook een inspiratiebron voor andere producten: van oorbellen en onderzetters tot kerstballen, te veel om op te noemen. De agaseke komt zelfs voor in het wapen van Rwanda en sinds 2009 staat dit wapen afgebeeld op het bankbiljet van 5.000 francs.Het gerucht gaat zelfs dat het succes van deze mandjes de namaakindustrie in China niet is ontgaan. Wat is hiervan aan? De Rwandese regering heeft in elk geval het voortouw genomen door te eisen dat elke agaseke en elk afgeleid product het label Made in Rwandamoet krijgen.

    WENDY BASHI

    Infosud Belgique - Syfi a Grands Lacs

    1 Agaseke betekent kleine mand, Uduseke is de meer-

    voudsvorm van Agaseke en Ibiseke is een mand die

    groter is dan het doorsneemodel.

    niet zomaar mandjes

    BURUNDI EN RWANDA

    50 JAARONAFHANKELIJK

    22 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

  • Je merkt haar nauwelijks op in de gangen van de ambassade van Burundi

    waar ze momenteel werkt. Net als haar Burundese zusters is ze discreet,

    ze praat zachtjes en behoedzaam. Ze is nochtans een ster in haar eigen

    land: elke Burundees kent Marie-Louise. Toneelschrijfster, actrice,

    vertelster, auteur, politica, militante Bekend als een van de belangrijkste

    Burundese auteurs stelde ze haar pen en wijze woorden heel vaak ten

    dienste van de vrede in haar land.

    Ze beleefde de pijnlijke geschiedenis van haar land, de 10 jaar durende burgeroorlog, van dichtbij. Tijdens de oorlog werd mijn man in ons huis aangevallen en voor dood achtergelaten. Nadien moest hij naar Belgi vluchten. Ondertussen moest ik me verstoppen telkens er gevaar dreigde, tot ik mijn man eind jaren '90 in Belgi vervoegde. Ze voegt daaraan toe: Ik leef hier maar mijn ziel is in Burundi. Telkens als ik uitgenodigd word, keer ik terug naar mijn land.

    Op de vraag hoe ze van een artieste een militante werd, antwoordt ze: Mijn credo is 'met elkaar praten' want de meeste problemen (Nvdr: etnische confl icten, slachtpartijen) in Burundi worden veroorzaakt door het feit dat we onze gevoelens niet genoeg uiten. Als het er dan uitkomt, ontploft de boel. In onze cultuur 'wenen we in ons binnenste', we kroppen onze frustraties op, we zijn uit op wraak. Met haar toneelgroep speelde Marie-Louise stukken over aids of over geweld tegen vrouwen. Ze is de auteur van en verantwoordelijke voor het op de radio uitgezonden feuilleton Umubanyi niwe muryango (Onze buren zijn onze familie) dat pleit voor tolerantie en etnische verzoening en dat al snel veel bekendheid verwierf in Burundi. Daarna volgden nog een aantal andere feuilletons en nam ze deel aan een vredeskaravaan die in de dorpen fi lms vertoonde om de bevolking tot spreken aan te sporen.

    Ze ziet ook wel dat haar land gunstig evolueert: De veiligheid is erop vooruitgegaan, er sterven nog steeds mensen en door de kwetsbaarheid van het grootste deel van de bevolking is de situatie nog lang niet stabiel. Maar ik koester hoop en zie een aantal bemoedigende tekens: de laatste vluchtelingen zijn naar het land teruggekeerd, en zelfs studenten die in Belgi een studiebeurs kregen beslissen na hun studies naar hun land terug te keren.

    Toch blijft Marie-Louise zich voor haar land inzetten: Ik ben nog steeds nauw betrokken bij culturele activiteiten ten voordele van Burundi: ik schrijf toneelstukken voor verenigingen. Verleden week was ik met mijn groep volksdansers op de Beau vlo de Ravel (die in oktober in Burundi zal plaatshebben), samen met een Zwitserse vereniging maakte ik een bloemlezing van de schrijvers van de 3 landen (Burundi, Rwanda en Congo). En tot slot wil ik in de toekomst nog een nieuw boek publiceren, een soort historische roman over de geschiedenis van een vrouw tijdens de burgeroorlog.

    Twee gezichten van BurundiMarie-Louise en Sybille: twee grote Burundese artiesten. De eerste was getuige van

    de pijnlijke geschiedenis van haar land en drukte er haar stempel op; de tweede is

    het gezicht van de sterke nieuwe garde, ze is creatief en veelbelovend. Hoewel beide

    vrouwen tegenwoordig in Belgi leven, blijft hun blik vol hoop gericht op vrede en

    ontwikkeling in hun verre land van herkomst.

    Ze is zangeres vanaf haar prilste jeugd. Dan werd ze ook producer en

    cineaste Op haar 29e kan Sybille prat gaan op massas ervaring n een

    overvloed aan energie.

    Ik droom ervan om als zangeres internationale erkenning te genieten, vertrouwt Sybille mij toe. Miriam Makeba, Anglique Kidjio dat zijn vrouwen die hun talent gebruiken om iets te betekenen voor hun land. Ik zie mezelf immers niet alleen in een vertolkende rol: ik droom ervan om de Burundese cultuur ver over de landsgrenzen heen uit te dragen. Daartoe zijn projecten nodig die op een internationale leest zijn geschoeid.

    En het blijft niet bij vrome wensen: in Burundi zet Sybille zich in voor de ngo Menya Media, actief in cultuurproductie en gemeenschapsontwikkeling. Om haar doel beter te bereiken, volgde zij hogere studies in dit vakgebied en in november 2011 behaalde

    zij een master in audiovisuele productie. Aansluitend producete zij voor Tl Bruxelles de socioculturele uitzending Un Peu de Tous. En nu keer ik terug naar Burundi om me daar toe te leggen op de zuiver cinematografi sche productie, wat zeer moeilijk is omdat de sector in Burundi nog in zijn kinderschoenen staat.

    "Ik voel me thuis in Belgi, want ik word hier niet als vreemdelinge beschouwd. Alles bevalt me hier, behalve het weer. Ideaal zou zijn dat ik in Burundi kon wonen en af en toe naar Belgi kon komen voor

    opdrachten van bepaalde duur. Momenteel moet ik nog samenwerken met mensen uit het vak om meer ervaring op te doen en om contacten te leggen die mij helpen om de projecten in Burundi op de juiste manier aan te pakken.

    Voor Sybille is er immers een heel duidelijke link tussen cultuur en ontwikkeling: Cultuur heeft in de eerste plaats een ontspanningsfunctie: mensen hebben nood aan ontspanning, zeker in mijn land; daarnaast heeft cultuur een economische functie, want zij creert jobs; tot slot heeft cultuur een opvoedende functie: zij brengt boodschappen over, geeft de problemen van een periode weer, zet aan tot nadenken.

    En als je het waagt te vragen wat haar plannen zijn, komt er wellicht nooit een eind aan het gesprek! Op het programma: Menya Media verder uitbouwen en nieuwe projecten ontwikkelen, een muziekzender opstarten om de Burundese muziek te promoten en als haar wens uitkomt, een centrum voor audiovisuele vorming openen

    Marie-Louise Sybille

    Ik zie mezelf immers niet alleen in een vertolkende rol: ik droom ervan om de Burundese cultuur ver over de landsgrenzen heen uit te dragen.

    S

    yb

    ille

    Een afl evering van de uitzending die Sybille producete gaat over Marie-Louise. Klik hier:

    http://www.telebruxelles.net/portail/emissions/magazines-a-voir-en-ligne/un-peu-de-tous/17902-120212-marie-louise-du-burundi

    Sybille is te zien en te horen met haar liedjes GAHUNGA WA NDORE en KARIRE op YouTube.

    ELISE PIRSOUL

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 23

  • V an de 12.000 km wegen die Burundi doorkruisen is 2.000 km geplaveid. Het stadsbe-stuur van Bujumbura beheert slechts een vijftigtal km. De 'geklasseerde wegen' (zijnde nationale, gemeentelijke of provinciale wegen) worden normaliter

    onderhouden door de Burundese wegen-dienst. De lokale gemeenschappen zijn verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van het niet-geklasseerde wegennet. Door tien jaar burgeroorlog (1993-2002) kwamen bijna alle onder-houdswerken op een laag pitje te staan.

    BURUNDI VERNIHet al slecht onderhouden wegennet in Burundi had zwaar

    te lijden onder de aanhoudende crisis. Gelukkig is er verbe-

    tering in zicht. In de hoofdstad Bujumbura worden de wegen

    in de volkswijken opnieuw geplaveid dankzij de fi nancile

    hulp van Belgi en de EU. Dat komt niet alleen de hygine

    ten goede, maar stelt ook veel mensen te werk.

    Sinds 2002 hebben de internationale instellingen de hulpactiviteiten in deze sector hervat. De Wereldbank, de Afri-kaanse Ontwikkelingsbank en Belgi fi nan-cieren de aanleg van geplaveide wegen in de grote steden van het land, zegt Eusbe Miburo, gewezen kaderlid bij het ministe-rie van Openbare Werken. In Bujumbura werd meer dan 40 km wegen hersteld, waarvan 15 km op het conto van de Bel-gische Ontwikkelingssamenwerking. In Kirundo bijvoorbeeld, 200 km ten noor-den van Bujumbura, werd de nationale weg hersteld die door de stad loopt en Burundi met Rwanda verbindt. Daarnaast zullen nog eens 6 km straten geplaveid worden. Alles samen zal het Belgisch Ont-wikkelingsagentschap BTC 21 miljoen euro investeren om de straten in Burundi te verharden.

    De bewoners zijn blijOveral in Bujumbura verheugt de bevol-king zich over de geplaveide wegen die sinds 2008 worden aangelegd. De stad heeft letterlijk een gedaanteverande-ring ondergaan, vooral in de volkswij-ken en in de wijken van de voorstad. Het plaveien van de wegen biedt tal van voordelen: Sinds de wegen in Bwiza geplaveid zijn, verloopt het verkeer vlot-ter. Ook zijn de plassen vuil water uit het straatbeeld verdwenen die een broei-haard zijn voor muggen en dus een bron van malaria. De wijk is veel schoner dan vroeger, zegt Ndayahoze, de uitbater van een stalletje op de markt van Jabe in Bwiza. Iedereen heeft het over de betere hygine. Nadat de straten in de Quartier VI van Ngagara werden gepla-veid, is het hier zo schoon dat onze wijk nu de 'Zwitserse wijk' wordt genoemd, zegt Lise Kaneza, een scholiere die in deze wijk woont.

    Het werk is zeer arbeidsintensief. Er werden dan ook honderden mensen in dienst genomen om stenen bijeen te rapen, ze in de steengroeve te kappen, er vervolgens de straten mee te plaveien.

    Info

    sud

    / S

    yfi a

    24 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

  • IEUWT ZIJNwegennet na de crisisOok de praktische aspecten werden niet uit het oog verloren. De geplaveide wegen zijn zeer duurzaam, tussen dertig en veertig jaar, ze zijn makkelijker in het onderhoud, en ze kunnen worden open- en dichtgemaakt om ondergrondse water- en elektriciteitsleidingen of telefoonkabels te plaatsen. Dan is er nog de snelheidsbe-perking in de woonwijken, vertelt Artur Muhuzenge, wegenbouwdeskundige.

    Minder werkloosheid en meer economische bedrijvigheid

    Hygine, comfort, maar ook tewerkstel-ling. We stellen vast dat het plaveien van de straten de armoede doen afnemen. Het zorgt immers voor werkgelegenheid en een verdeling van de inkomsten onder de bevol-king, zegt Eusbe Miburo. Als bij toverslag verdween ook het beeld van werkloze jon-geren die de gewoonte hadden om rond te hangen op de ligalas ('straathoek' of 'onder de mangoboom'), omdat ze nu aan het werk zijn. Het werk is zeer arbeidsintensief. Er werden dan ook honderden mensen in dienst genomen om stenen bijeen te rapen, ze in de steengroeve te kappen, er vervol-gens de straten mee te plaveien, enzovoort, zegt een leider van de werkzaamheden in Kamenge. Keerzijde van de medaille: werk, jawel, maar wel precair werk. De 'verminde-ring van de armoede' is relatief. "Bedrij-ven doen vaak een beroep op dagloners die per opdracht of voor korte periodes, gaande van enkele dagen tot een maand, in dienst worden genomen", zegt Anicet Niyuhire, die meewerkte aan het plaveien van de straten in Bwiza. Hetzelfde geldt voor de meeste arbeiders die in de steen-groeven rond Bujumbura werden in dienst genomen. Weinig gewetensvolle onder-nemers of hun tussenpersonen maken mis-bruik van de armoede van de arbeiders, ook al hebben deze zich verenigd, door de prijs van de stenen zo laag mogelijk te hou-den, zegt Gervais Ndayongeje, een van de arbeiders.

    De bevolking betaalt meeMaar deze werkzaamheden leiden niet alleen tot werkgelegenheid. Om te garanderen dat de wegen zo goed mogelijk

    onderhouden worden, moeten we de straat-bewoners betrekken bij de bouw en het onderhoud van wegen en paden. Zo doen ze de know how op en eigenen ze zich de openbare nutsinfrastructuur toe, zegt een gemeenteraadslid van Cibitoke, een gemeente van Bujumbura.Deze toe-eigening kan worden tot stand gebracht door van de bevolking een fi nan-cile bijdrage te vragen. Na een oproep van het stadsbestuur van Bujumbura en van BTC, zonden de lokale media op 19 april jongstleden een spotje uit waarin de inwoners van Kinama, Kamenge en Cibi-toke (noorden van Bujumbura) worden opgeroepen een centje bij te dragen aan de werken die in hun wijk worden uitge-voerd. Verwacht bedrag: 30.000 Burun-dese francs per gezin, of zowat 20 dollar. Deze bijdrage werd altijd al gevraagd in de wijken waar de straten worden ver-nieuwd. Op die manier proberen we de bevolking van die wijken aan te sporen om zich deze infrastructuur toe te eigenen.

    De bijdrage wordt geraamd op basis van de middelen van de persoon in kwestie en van de standing van de wijk waar de werken worden uitgevoerd, zegt een administratief verantwoordelijke van de gemeente Kinindo.De werkzaamheden bieden nog een ander voordeel: een einde maken aan de nogal chaotische ontwikkeling van Bujumbura dat almaar meer uitbreidt. Tijdens de werkzaamheden werden som-mige huizen afgebroken die bijna midden in de straat waren opgetrokken, om plaats te maken voor de nieuwe weg zodat het verkeer vlotter zou verlopen en de weg makkelijker kan worden onderhouden. Dat is dan ook de reden waarom in de nieuwe wijken aan de rand van de stad voldoende plaats voor de wegen wordt voorzien, verklaart Salvator Ndayiro-rere, burgerlijk ingenieur.

    SILVRE HICUBURUNDI

    Info sud Belgique-Syfi a Grands-Lacs

    Info

    sud

    / S

    yfi a

    BURUNDI EN RWANDA

    50 JAARONAFHANKELIJK

    dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 25

  • E nkele jaren geleden was Oliver DeWolf zelf student 'Industri-eel productontwerpen' aan de Hogeschool West-Vlaanderen (Howest). Voor zijn eindwerk trok hij, samen met zijn vriendin-antropologe, naar Peru. Hij werkte er rond hernieuw-bare energie en gezond wonen. Een eye-opener, zegt De Wolf. We merkten dat een ontwerper levensverbeterende oplossingen kan bedenken door nauw samen te werken met de lokale gemeen-schap (co-creatie). De combinatie van een ontwerper met een antropologe was daarbij een match made in heaven!Cruciaal is dat je de noden en de gebrui-ken van de plaatselijke bevolking goed kent. En dat je weet welke materialen en kennis er ter beschikking is. De Wolf: Neem het voorbeeld van een couveuse. Het lijkt een geavanceerd toestel. Vaak wordt het ingevoerd. Maar overal rijden autos. Kunnen we geen couveuse maken met auto-onderdelen? Het bleek mogelijk dankzij de Toyota-couveuse. De koplamp zorgt voor warmte, het alarmsysteem kan ingebouwd worden enzovoort. De kost is minder dan 1000 euro en het toestel kan overal hersteld worden.Bedrijven, ngos, 4de pijlerorganisaties en lokale overheden zijn vaak op zoek naar vernieuwende en duurzame oplossin-gen voor mensen in het Zuiden. Alleen zijn ze te weinig op de hoogte van wat een industrieel (product)ontwerper

    allemaal kan. Daarom stelde DeWolf een pilootproject voor binnen Howest: Design for Impact. In september 2011 gaf hij het startschot.Ondertussen toverden de studenten al heel wat creatieve ontwerpen uit de koker. En dat allemaal op vraag van diverse bedrijven en organisaties (zie voorbeelden). DeWolf is een tevreden man. We zitten op de goede weg met onze innovatie die gedreven wordt door menselijke noden in plaats van door technologie. En meteen is aangetoond dat een technisch beroep allerminst saai hoeft te zijn. Design for Impact kan

    zijn creativiteit botvieren om duurzame oplossingen te vinden voor heel con-crete noden in het Zuiden. Design kan dus een sociale impact hebben. Open, sociaal, lokaal geproduceerd, kennisuit-wisseling en co-creatie, op maat en duur-zaam design, dat is waar het project om draait.

    CHRIS SIMOENS

    Creatieve studenten in Kortrijk bedenken producten in samenwerking met

    het Zuiden. Initiatiefnemer Oliver DeWolf doopte het pilootproject Design for

    Impact. Bedrijven en ngos hebben er oor naar.

    DESIGNIMPACT

    FOR

    ONLINEwww.designforimpact.be

    design-for-impact.blogspot.com

    DESIGN

    Open, sociaal, lokaal

    geproduceerd,

    kennisuitwisseling en

    co-creatie, op maat en

    duurzaam design, dat

    is waar het project

    om draait.

    OLIVER DEWOLF

    26 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3

  • Via de stedenband Kortrijk-

    Cebu zocht de Filippijnse ngo

    Pagtambayayong Foundation een goedkope en herbruikbare

    verpakking waarmee klanten

    biologisch geteelde rijst en

    andere voedingsmiddelen naar

    huis kunnen nemen. Student

    Floris Ampe ontwierp hiervoor

    een emmertje. De emmer zelf

    is een hergebruikte verpakking

    van mayonaise en yoghurt. De

    handvaten worden geweven

    uit afval van stickerpapier.

    Momenteel is er een testfase. De

    ngo verkoopt 200 stuks om te zien