Dimensie 3_3_2012 - Design for Impact
-
Author
oliver-dewolf -
Category
Education
-
view
31 -
download
3
Embed Size (px)
Transcript of Dimensie 3_3_2012 - Design for Impact
-
Duurzaam zet de toonRio+20
BURUNDI
EN RWANDA50 jaar onafhankelijk
dimensieHET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Nr 3 / 2012 TWEEMAANDELIJKS MEI-JUNI-JULI 2012 P308613 AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X
-
MEI-JUNI-JULI 2012
6 >
We zijn allen kinderen van Rio
18-19 >
Burundi en Rwandain een oogopslag
10/11/12 >
Ontbossing op je bord
Mwaro
Gitega
Muramvya
Bubanza
Kayanza NgoziCibitoke
Ruyiga
Cankuzo
Karuzi
Muyinga
Kirundo
Kibuye
Nyanza
RwamaganaKigali
Bujumbura
DR
CONGO
TANZANIA
Kivumeer
4-5 RIO+20
8-9 Rio+20 gaat niet over milieu maar over economie
13 Energie uit de grond
14-15 Het Zuiden kleurt groen
16 Broeikasgassen: de wereld op zn kop?
17 Kigali: een groene stad
20 Burundese landbouw opnieuw in de startblokken
21 Corruptie bestrijden om investeerders aan te trekken
22 Agaseke amahoro,niet zomaar mandjes
23 Twee gezichten van Burundi
24-25 Burundi vernieuwt zijn wegennet na de crisis
26-27 Design for Impact
28-29 Youth are the future
30 Prijs Belgische Ontwikkelingssa-menwerking 2012
31 Zicht op het leven
32 Vrijwilligerswerk of vrijwilligerstoerisme?
33-35 Puntkomma
36 De Dagen van de Belgische Ontwik-kelingssamenwerking
BURUNDIB NDIURRBUBURUNURBBBB
Mwaro
Gitega
Muramvya
Bubanza
Kayanza NgoziCibitoke
Ruyiga
Cankuzo
Karuzi
Muyinga
Kirundo
Kibuye
Byumba
Nyanza
RwamaganaKigali
Bujumbura
RWANDAN AR NDRWR
OEGANDA
DR
CONGO
TANZANIA
Kivumeer
of per mail aan :[email protected]
Gratis abonnement op :www.dimensie-3.be
ment op :
RIO+20VN-Topvoor een duurzame toekomst
Burundi en Rwanda50 jaar onafhankelijk
> DOSSIERS
2 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
Overzicht
-
dimensie3
FOTOLIA/Gunnar Assmy
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 3
edit
oria
al
Tweemaandelijks
tijdschrift uitgegeven
door de Directie-Generaal
Ontwikkelingssamenwerking
(DGD)
Redactie:
DGD - DIRECTIE SENSIBILISE-
RINGSPROGRAMMA'S
Karmelietenstraat, 15
B-1000 Brussel
Tel. +32 (0)2 501 48 81
Fax +32 (0)2 501 45 44
E-mail : [email protected]
www.diplomatie.be www.dg-d.be
Redactiesecretariaat:
Elise Pirsoul, Jean-Michel Corhay,
Chris Simoens
Layout en productie:
www.mwp.be
De artikels geven niet noodzakelijk het
offi cile standpunt weer van DGD of
van de Belgische regering. Overname
van de artikels is toegestaan mits
bronvermelding en een kopie voor de
redactie.
Dimensie 3 verschijnt 5 maal per jaar om
de 2 maanden, behalve in de zomer.
Gedrukt op 100% gerecycleerd papier.
Abonnement:
Gratis in Belgi. In het buitenland enkel
de elektronische versie.
Nu of nooit!
Griekenland staat onder economisch toezicht, de situatie in Spanje, Portugal, Itali wordt nauwlettend in het oog gehouden Terwijl Europa het hoofd biedt aan een zware economische crisis en nadenkt over middelen om de economie weer op gang te brengen, lijkt de politiek weinig aandacht te hebben voor de milieuproblemen die zich hier en daar voordoen natuurrampen, stijging van het waterpeil, hongersnoden, energieproblemen, het schaars worden van natuurlijke hulpbronnen. Economie en milieu zijn nochtans twee domeinen die nauw met elkaar verweven zijn. De economie tast het milieu zwaar aan, maar zonder milieu is er geen economie.
Op de Conferentie van Rio+20 van 22 juni 2012 is het hoofdthema dan ook de groene economie, waarbij het om meer zal moeten gaan dan het groenwassen van de economie. We hebben geen andere keuze dan het ontwikkelingsparadigma op wereldschaal te wijzigen. Europa moet zijn sociaal model en zijn milieudoelstellingen verder ontwikkelen, maar niet op eigen houtje. De Conferentie van Rio is een goede gelegenheid om wereldwijd de verbintenis aan te gaan van een grotere coherentie van het beleid opdat de ontwikkeling, waarop iedereen recht heeft, zo duurzaam mogelijk zou zijn, aldus de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Hij zal in Rio daarom pleiten voor meer coherentie tussen economie, milieu en de solidariteit met de landen in het Zuiden.
Om te beseffen hoe belangrijk deze conferentie wel is, moeten we maar enkele decennia teruggaan in de tijd. Wie had toen durven dromen dat duurzame ontwikkeling een gangbaar begrip zou worden; milieu een sociale, politieke en zelfs economische kwestie en de klimaatwijziging een echt maatschappelijk thema? De kentering kwam er op de doorslaggevende Top van Rio in 1992. En nu maar hopen dat de wereldleiders erin zullen slagen af te stappen van de gebruikelijke economische paden, de winsteconomie en haar inherente stimulans tot (over)consumptie om van Rio+20 opnieuw een positieve mijlpaal te maken voor de toekomstige generaties in het Zuiden en het Noorden.
Laat ons nog verder terugkijken. 50 jaar geleden werden Burundi en Rwanda onafhankelijk, twee jaar na hun grote buurland Congo. De vreugde was echter van korte duur. Oorlogen teisterden het gebied en vernielden alles, de stenen, de mensen en hun zielen. Vandaag zwijgen de wapens wel, maar de uitdagingen blijven enorm groot. In deze landen die kleiner, maar dichter bevolkt zijn dan Belgi, leeft 90% van de bevolking op het platteland en van het bewerken van de grond, die op de fl anken van heuvels soms onbruikbaar is.
Maar zowel op het platteland als in steden zoals Kigali en Bujumbura is er verandering. Beide landen vertonen momenteel groeicijfers die ons Westerse landen doen verbleken. Rwanda is een toonbeeld voor de strijd tegen corruptie en voor duurzame ontwikkeling in de hoofdstad. Beide landen, respectievelijk het tweede en het derde belangrijkste partnerland van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, krijgen steun van BTC in belangrijke sectoren, zoals wegeninfrastructuur en landbouw (Burundi) of energie (Rwanda).
Met de Conferentie van Rio+20 en de onafhankelijkheidsvieringen van Burundi en Rwanda staan ons voor de vakantie nog veel werk en grote dingen te wachten. Afspraak in september!
DE REDACTIE
-
De top zal zich vooral buigen over twee themas:
Groene economie: Hoe kunnen we een groene economie uitbouwen die
leidt tot duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding? Hoe kunnen we
ontwikkelingslanden helpen om een groen pad naar ontwikkeling te volgen?
Internationale cordinatie: Welke instelling of structuur laat toe om
duurzame ontwikkeling internationaal te cordineren?
De uitdagingen liggen in 7 prioritaire domeinen (zie fotos): jobs, energie,
steden, voedsel, water, oceanen en natuurrampen.
RIO+20
De uitdad gingen liggen in 7 prioritaire domeinen (zie fotos): jobs, energie,
steden, voedsel, water, oceanen en natuurrampen.
RIO+20
1. STEDEN
2. RAMPEN
3. ENERGIE
Vandaag al leeft de helft van de wereld
in verstedelijkte gebieden, en dat zal
alleen maar toenemen. 828 miljoen
mensen wonen in sloppenwijken.
Jaarlijks worden 250 miljoen mensen getroffen
door natuurrampen. Dat aantal is de laatste 15
jaar meer dan verdubbeld. De overbevolking,
de milieuvervuiling en de klimaatverandering
maken de impact alleen maar erger.
2,7 miljard mensen sprokkelen hun energie om te
koken en te verwarmen uit hun directe omgeving:
hout, mest, resten van gewassen. 1,4 miljard
mensen hebben geen toegang tot elektriciteit.
Op 22 juni 2012 verenigt de hele
wereld zich op een top die beslissend
kan zijn voor de toekomst van de
mensheid. Zal, 20 jaar na de Top van
de Aarde in Rio de Janeiro, Rio+20 een
nieuw keerpunt zijn naar duurzame
ontwikkeling en armoedebestrijding?CHRIS SIMOENS
-
6. OCEANEN
5. JOBS
7. WATER
4. VOEDSEL
Wereldwijd zitten bijna 200
miljoen mensen zonder werk,
6,2 % van de actieve bevolking.
40 % ervan zijn jongeren.
2,6 miljard mensen waaronder 1 miljard
kinderen hebben geen toegang tot sanitaire
voorzieningen. Meer dan 1 miljard mensen
moet het doen zonder veilig water. Tegen 2050
leeft minstens 1 op 4 mensen in een land dat
regelmatig een tekort heeft aan water.
Vinden we straks in de oceanen
nauwelijks vissen, maar wel heel veel
algen, kwallen en plastic? Tegen 2100
zou de teloorgang van de oceanen
alleen al door de klimaatverandering
1500 miljard euro per jaar bedragen.
Wereldwijd lijden 950 miljoen mensen
honger. Dubbel zoveel mensen hebben een
tekort aan mineralen en vitaminen. En 186
miljoen kinderen zijn te klein voor hun leeftijd
wat wijst op ondervoeding.
L
aure
nt
Ballesta
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 5
-
De Aardetop die in 1992 in Rio de Janeiro plaatsvond, vormde een keerpunt in de
opvattingen over de wisselwerking tussen ontwikkeling en milieu. Op deze top werd
het voor die tijd vernieuwende begrip duurzame ontwikkeling offi cieel gemaakt en
kwamen themas als woestijnvorming, klimaat en biodiversiteit aan bod. Vandaag,
20 jaar later, zijn deze themas meer dan ooit actueel. Aan de vooravond van Rio+20
nemen wij de hoofdbeginselen opnieuw onder de loep.
ELISE PIRSOUL
ONLINEwww.sei-international.org
De Verklaring van Rio
Met de afkondiging van de Verkla-ring van Rio keurden de belang-rijkste wereldleiders 27 beginselen goed die het begrip duurzame ont-wikkeling omschrijven:Mensen staan centraal in de zorg voor duurzame ontwikkeling. Zij hebben recht op een gezond en productief leven in harmonie met de natuur (beginsel 1).Teneinde duurzame ontwikkeling te bereiken, dient milieubescherming een integrerend bestanddeel van het ontwikkelingsproces te vormen en niet afzonderlijk daarvan te worden beschouwd (beginsel 4).
Agenda 21Agenda 21 werd opgevat als een uit-voerig actieplan dat ten doel heeft deze duurzame ontwikkeling in de 21e eeuw te bereiken. Tot op heden geldt het programma Actie 21 als refe-rentie voor duurzame ontwikkeling op vlak van ruimtegebruik.De Conferentie van Rio benadrukt tevens de rol van de verschillende actoren voor duurzame ontwikkeling:vrouwen, jongeren en kinderen, autochtone bevolkingsgroepen, ngos, lokale gemeenschappen, vakverbon-den, ondernemingen, onderzoekers en landbouwers.
Belangrijke themas
De Conferentie van Rio keurde enkele Ver-dragen/Verklaringen goed met betrek-king tot belangrijke ontwikkelingsthemas. Het Klimaatverdrag, waarin de nood-
zaak wordt bevestigd om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, en die leidde tot de ondertekening van het Kyotoprotocol in 1997.
De Verklaring over de bossen. Het Verdrag inzake de biologische
diversiteit dat het gebruik van het gene-tisch patrimonium wereldwijd aan een aantal voorwaarden onderwerpt.
Het Verdrag ter bestrijding van de woestijnvorming.
Volgens de meest geciteerde defi nitie is duurzame ontwikkeling
ontwikkeling waarbij aan de behoeften van de huidige generatie
tegemoet wordt gekomen zonder dat toekomstige generaties
eenzelfde kans wordt ontnomen. Het betreft een socio-
ecologisch proces dat erop gericht is aan de noden van de mens
te voldoen en tegelijk het natuurlijke milieu te beschermen.
Het concept vond in 1987 ingang na de publicatie van het
Rapport van de Commissie Brundtland.
HOUDBAAR
Op het raakvlak tussen de drie basisdoelstellingen, liggen
de zogenaamde Drie pijlers van duurzame ontwikkeling.
ECONOMISCHE EN SOCIALE ONTWIKKELING MET RESPECT VOOR HET MILIEU DUURZAAM
ECONOMISCHRECHT-
VAARDIG
SOCIAAL
LEEFBAAR
( Wikipdia / Johan
n D
ro)
MILIEU
We zijn allen kind
6 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
-
d
ounia
road
trip
UN Photo / Michos Tzavaros
Wij erven de aarde niet van onze voorouders, maar lenen ze van onze kinderen.
ANTOINE DE SAINT-EXUPRY
eren van Rio
Toespraak op de VN-conferentie voor
Milieu en Ontwikkeling in 1992
DUURZAME ONTWIK-
KELING: LATEN
WE COHERENT ZIJN
In Afrika de kleinschalige landbouw ondersteunen terwijl
de markten van het continent overspoeld worden door
gesubsidieerde producten? Is dat coherent? Hoe kunnen
we staande houden dat we de ontwikkelingslanden helpen
als de steun die enerzijds via ontwikkelingsprojecten wordt
verleend anderzijds verloren gaat door een ongunstig eco-
nomisch of milieubeleid? Deze vragen, die steeds vaker
terugkomen in debatten over de doeltreffendheid van de
hulp, vormen een aandachtspunt dat de Belgische regering
grondig wil bestuderen.
De conferentie van Rio zal een gelegenheid zijn om dit debat
over de coherentie van het ontwikkelingsbeleid op wereldni-
veau te voeren, verklaarde de minister van Ontwikkelings-
samenwerking, Paul Magnette. Om duurzame ontwikkeling
te verwezenlijken zijn inderdaad beleidsmaatregelen nodig
die op verschillende fronten worden genomen met het oog
op de mondiale uitdagingen: extreme armoede, ongelijkheid,
voedselzekerheid, onderwijs, klimaatverandering, verontreini-
ging van zeen en oceanen, en wanpraktijken in de fi nancile
wereld. De instellingen moeten in die zin versterkt worden,
aldus de minister, die ijvert voor een kader voor de coheren-
tie van het ontwikkelingsbeleid. Zo stelt hij een interministe-
rile conferentie en een interdepartementale commissie voor,
naast een mechanisme dat de impact van de beleidsmaatre-
gelen op de ontwikkeling analyseert.
De coherentie van het beleid vormde het thema van de
Staten-Generaal van de Belgische Ontwikkelingssa-
menwerking, die op 8 mei 2012 plaatsvond en die alle
actoren van de Belgische ontwikkelingssamenwerking
samenbracht.
EP
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 7
-
Rio+20 gaat niet over milieu maar
over economieCHRIS VANDEN BILCKE,
VAN HET VN-MILIEUPROGRAMMA
De balans van twee decennia duurzame ontwikkeling, van de aardetop in Rio in 1992 tot
nu, valt voor Chris Vanden Bilcke van UNEP, het milieuprogramma van de VN, voorzichtig
positief uit. Maar er is nood aan een grondige herziening van het groeimodel.
De economie
van de toekomst
zal groen zijn of
ze zal niet zijn.
8 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
Blauwvintonijnen zitten vast in de vangnetten
van een vissersboot. Ondanks de quotas voor
visvangst, blijft deze diersoort met uitsterven
bedreigd. Illegale vangsten zijn goed voor meer
dan de helft van de totale visvangst.
Greenpeace
-
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 9
Chris Vanden Bilcke volgt al ruim dertig jaar het thema duurzame ontwikkeling op. Hij werkte jaren lang op de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken. Sinds vorig jaar is hij directeur van het verbindingsbureau van UNEP bij de EU in Brussel. Het magazine MO* stelde hem enkele vragen naar aanlei-ding van Rio+20.
Volgens sommigen is het concept
duurzame ontwikkeling anno 2012
een lege doos, een gemiste kans.
Ikzelf zie het als 60 procent positief, 40 procent negatief. Duurzame ontwikke-ling is als concept doorgebroken, en de betrokkenheid van staatshoofden en regeringsleiders is onmiskenbaar gegroeid. Kijk naar de klimaatconferen-ties in Kopenhagen of de debatten bij de jaarlijkse septemberstart van de Alge-mene Vergadering van de VN. In 1992 zaten de ontwikkelingslanden nog heel sterk in het defensief als het ging over mondiaal milieubeleid. De conferentie van Rio in 1992 heette niet conferentie over duurzame ontwikkeling maar over milieu en ontwikkeling. Ontwikkelings-landen waren er helemaal niet zeker van dat die twee een positief verband kon-den hebben.Het was een hele stap vooruit dat een Com-missie voor Duurzame Ontwikkeling (CSD) gecreerd kon worden. De CSD zelf werd echter een mislukking. Ze heeft geen impact gehad op beleidsbeslissing en van een instantie met gewicht zoals de VN-landbouw- en voedselorganisatie FAO. Vandaag is ze op een dood spoor beland en moet ze vervangen worden, hetzij door er een raad van te maken, hetzij door ze onder te brengen bij Ecosoc, de econo-mische en sociale raad van de VN. Ook de zeven tijdsgebonden doelstellingen die werden afgesproken in Johannesburg (onder andere het afremmen van het bio-diversiteitsverlies tegen 2010) werden niet gehaald.
Duurzame productie en
consumptie was een opvallend
thema in Johannesburg, maar
het werd nauwelijks uitgewerkt
in de voorbije tien jaar.
Dat heeft alles te maken met de positie van de VS. China is relatief overtuigd van de noodzaak ervan vanwege zijn eigen honger naar grondstoffen. Maar de VS heeft zich geweerd als een duivel in een wijwatervat om de tekst aan te passen. Het voorstel was de formulering 'niet-duur-zame patronen veranderen' op te nemen in de tekst, maar de VS wilde dat vervangen
zien door 'duurzame productie- en consumptiepatronen promoten', wat veel zwakker is. Maar dan nog wilde de VS het thema opbergen. Pas in de voorbije twee jaar trad het weer op de voorgrond, onder andere dankzij Zweden, dat het al die tijd op de agenda hield. En ook dankzij Bel-gi, trouwens.
Zal het in juni in Rio opnieuw aan
bod komen?
Twee themas die voor mij heel cruciaal zijn en waar het in Rio over mt gaan, zijn duurzame productie en consumptie en 'voorbij bnp'. Het hele verhaal over crisis, groei en vooruitgang wordt enkel afge-meten aan het bruto nationaal product, en dat moet gecorrigeerd worden, door ook te spreken over duurzame productie en consumptie. Rio kan de aanzet zijn om de weerstand tegen de twee themas weg te nemen en om het proces in een stroomver-snelling te brengen.
Groene economie, daar zal het
over gaan in Rio. Wat moeten we
ons daar bij voorstellen?
Iedereen vult dat begrip anders in, en dat baart me zorgen. In Rio zullen ongetwijfeld verschillende visies naar boven komen. UNEP-directeur Achim Steiner en EU-milieucommissaris Janez Potocnik zijn het er over eens dat groene economie geen
milieuverhaal is maar een economisch verhaal, dat naar de kern gaat van ons maatschappelijk model. De conferentie van Rio+20 zal in die zin een economische conferentie zijn. De economie van de toe-komst zal groen zijn of ze zal niet zijn. Als je niet beseft dat we met de enge bnp-analy-ses fout zitten, dat we moeten focussen op duurzame productie en consumptie en op een zuiniger gebruik van grondstoffen, als je dat niet inbouwt in de basis van je eco-nomisch systeem, dan zit je volkomen fout.
Is groene economie voor u gelijk
aan groene groei?
Als je het hebt over groene groei, dan geef je in zekere zin aan dat je wilt door-gaan op de bekende weg. Dat is niet de oplossing. Het concept van groene eco-nomie creert impliciet meer ruimte voor het herdenken van het groeiconcept. Het moet een economie zijn die de natuur-lijke hulpbronnen integreert in haar ver-trekbasis. Als je dat consequent doet, kom je tot de schokkende vaststelling dat veel van wat men altijd als economische groei bestempelde, verlies is.Overbevissing is daar een duidelijk voor-beeld van. En van de zeven doelstel-lingen van Johannesburg was om tegen 2015 de visvoorraden terug te brengen tot het niveau van duurzame ontginning. Niemand heeft daar iets mee gedaan, terwijl er in werkelijkheid een verlies van miljarden euro mee gemoeid is. Het is dus heel belangrijk om de natuur mee in rekening te brengen. Het TEEB-rapport (The Economics of Ecosystems and Biodi-versity) leverde een belangrijke bijdrage tot die nieuwe kijk.
Houdt dit niet het risico in dat de
natuur meteen ook in handen valt
van de kapitaalkrachtige groepen,
de Coca-Colas en de Nestls?Ik denk dat de maatschappij en de politiek zich heel goed bewust zijn van het gevaar van de privatisering van de common goodsdoor de fi nancile wereld. Men zal basis-voorzieningen zoals water en lucht niet zomaar ten prooi zal laten vallen van de kapitalistische benadering.Het is niet omdat de dienstverlening via een multinational gebeurt, dat de prijszet-ting noodzakelijkerwijs fout is. De prijszet-ting kan het midden houden tussen een privaat en een publiek oogmerk.
ALMA DE WALSCHE
Het interview is een verkorte versie van het uitge-
breide zaterdaginterview dat verschenen is op
www.MO.be, de website van MO*-magazine.
Het hele verhaal over crisis,
groei en vooruitgang wordt
enkel afgemeten aan het
bruto nationaal product,
en dat moet gecorrigeerd
worden, door ook te
spreken over duurzame
productie en consumptie.
CHRIS VANDEN BILCKE
A
lma D
e W
als
ch
e (M
O*)
-
PLANTAARDIGE OLIE : 15 % !
ADVIES VAN DE VOEDINGSDESKUNDIGE
De grote Aziatische palmolie-producenten kunnen hun palmolieplantages in Indone-si en Maleisi goed voor 80 % van de wereldproductie om milieu-redenen niet eindeloos uitbreiden. Maar de vraag naar palmolie in het Zuiden is aanzienlijk toegenomen. Vooral in China en India, die meer dan 80% van de con-sumptie voor hun rekening nemen. Ook in het Noorden, in de Verenigde Staten en Europa, is de vraag naar palmolie sinds 2000 jaarlijks met 13% gestegen.Koploper is de levensmiddelenindustrie met 80% van de consumptie, gevolgd door de cosmetica-industrie met 19% en, ten slotte, brandstof met 1%. De palmolie-consumptie van een Europeaan bedraagt ongeveer 60 kilo/jaar, wereldwijd 20 kilo/jaar per persoon.Palmolie is de meest gebruikte olie in de wereld: 30% van alle plantaardige oliesoor-ten, gevolgd door sojaolie (24%), koolzaad-olie (12%) en zonnebloemolie (7%). Dertig jaar lang is de productie van palmolie om de 10 jaar verdubbeld. Dit jaar bedraagt ze 50 miljoen ton.Door de bevolkingsgroei en de ontwikke-ling van biobrandstoffen wereldwijd, zou de vraag naar olie tegen 2020 nog met 30 % toenemen.
OntbossingVolgens de FAO is in het laatste decennium jaarlijks 13 miljoen hectare bos van de aard-bol verdwenen. Twee industrien liggen daaraan ten grondslag: de houthandel en de palmolieontginning (Elaeis guineensis). De overheden grijpen niet in.Palmbomen worden gekweekt als een monocultuur op ontboste grond. De plan-tages putten de waterreserves uit en vergiftigen het water met pesticiden. Na twintig jaar ontginning verkeert de bodem in slechte staat. Op de plantages werken goedkope arbeidskrachten.
Wereldwijd zijn er nog 60% familieplan-tages. De overige palmolieplantages zijn voornamelijk in handen van grote inter-nationale groepen, zoals de Maleisische Sime Darby of de Indonesische Sinar Mas, die allebei worden gefi nancierd met Chi-nees kapitaal. De westerse multinationals in levensmiddelen zoals Unilever (tot in 2010 wereldwijd de grootste palmolie-consument), Procter & Gamble, Nestlen Cargill hebben zich uit de productie teruggetrokken en doen nu een beroep op de voornoemde leveranciers.
Indonesi bijna kaalgepluktIn Indonesi werd 90% van de bossen gekapt, eerst voor de houthandel en nadien voor de palmolieplantages. Volgens een studie van de Wereldbank verdwijnen jaarlijks nog steeds 1,8 miljoen hectare
ONTBOSSING OP JE BORD
DE TREK VAN PALMOLIE-
PLANTAGES NAAR AFRIKA
De uitbreiding van de palmolieplantages veroorzaakt een grootschalige ontbossing in
Indonesi en Maleisi, de twee grootste palmolieproducenten ter wereld. Nadat palmolie de
economien van Zuidoost-Azi een enorme duw in de rug heeft gegeven, ook al ging dat ten
koste van het milieu, doet ze nu ook haar herintrede in Afrika.
P
. G
ou
x
a
lib
ab
a.c
om
Ontbossing in Indonesi
10 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
-
Vaak voorgesteld als 'plantaardige olie is palmolie aanwezig in heel veel
bereide voedingswaren zoals pizzas, fi jne broodjes, koekjes en gebakjes,
ontbijtgranen en graanrepen, snoep, broodbeleg
Palmolie heeft voor de levensmiddelenindustrie immers twee heel belang-
rijke troeven: de lage kostprijs en de semi-vaste (romige) textuur bij kamer-
temperatuur. Dat is een zeer belangrijk kenmerk want de bereiding van fi jne
broodjes en andere zachte en fondant koekjes vereist semi-vaste vetstof-
fen. Als de industrie gebruik zou maken van (bij kamertemperatuur) volledig
vloeibare olin, zouden deze voedingswaren er immers veel droger uitzien,
het broodbeleg zou vloeibaar zijn enz.
De vastheid van een vetstof bij kamertemperatuur hangt af van de vetzuur-
samenstelling: hoe meer verzadigde vetzuren (VVZ) de 'slechte vetten'
hoe vaster de vetstof zal zijn. Palmolie bestaat voor 50% uit verzadigde
vetzuren, reuzel uit 40%, boter uit 65%, kopraolie (coco) uit 90%. Vloei-
bare olin bestaan daarentegen grotendeels uit onverzadigde vetzuren,
met een neutraal of positief effect op de gezondheid. Voorbeelden hiervan
zijn: olijfolie met slechts 16% VVZ, zonnebloemolie met 11% of koolzaad-
olie met 8%.
De levensmiddelenindustrie heeft dus niet zoveel keuze om bij de consu-
ment in de smaak te vallen. Ze gebruikt:
ofwel boter, wat duur is en 50 gr. VVZ per 100 gr bevat,
ofwel vloeibare olin, die grotendeels uit onverzadigde vetzuren bestaan
en die gehydrogeneerd moeten worden. Door dit proces worden de
onverzadigde vetzuren in verzadigde vetzuren omgezet en krijgt de vet-
stof een vastere vorm (door de hoeveelheid VVZ te verhogen),
ofwel, olin met een semi-vaste structuur, zoals palmolie of kopraolie.
Deze drie bewerkingen hebben hoe dan ook tot gevolg dat de vetstoffen in
de voedingswaren voor ongeveer 50% uit VVZ bestaan.
Het kan dus niet worden ontkend dat palmolie veel verzadigde vetzuren
bevat. Het echte probleem is dat deze olie van dubieuze kwaliteit in alle
hierboven beschreven voedingswaren aanwezig is. Om nog te zwijgen van
het feit dat deze voedingswaren niet de noodzakelijke vitamines, minerale
zouten, essentile vetzuren en ander belangrijke voedingsstoffen bevatten.
Het is zaak bereide voedingswaren te controleren op de aanwezigheid van
gedeeltelijk gehydrogeneerde vetstoffen, omdat deze schadelijk kunnen
zijn voor de gezondheid.
Het is tijd dat wij, als consument,
ons er rekenschap van geven dat de
meeste van deze voedingswaren te
veel vetstoffen bevatten en dat we er
best niet te veel van eten, ongeacht of
ze bereid zijn met palmolie, kopraolie,
boter of een andere vetstof.
MARIE VANDENBERGHE
Ditetiste, bestuurster van de
Union Professionnelle des diplms
en Dittique.
oerwoud. In dit tempo zullen alle valleibos-sen op het Eiland Borneo, met uitzondering van de beschermde gebieden, binnen de 10 jaar volledig verdwenen zijn.Deze ontbossing leidt vanzelfsprekend ook tot de onteigening van de lokale bevolkingsgroepen, die daardoor worden beroofd van hun belangrijkste middelen van bestaan. Vaak zijn ze gedwong en de grond van hun voorouders af te staan aan buitenlandse investeerders, die daarbij kunnen rekenen op de hulp van de poli-tieke autoriteiten en, zo nodig, van het leger. De rapporten van de World Rain-forest Movement en van verenigingen zoals Survival International maken gewag van dreigementen, geweldpleging, schending en van de mensenrechten en vernietiging van eigendommen.Deze bossen zijn nochtans een bron van zeldzame biodiversiteit: 10 15% van de wereldwijd bekende planten, zoog-dieren en vogels bevinden zich in Indo-nesi. Sommige diersoorten zoals de
symbolische orang-oetang, de olifant en de Sumatraanse tijger zijn op korte ter-mijn met uitsterven bedreigd.Toch plant de Indonesische regering, vol-gens een rapport van WWF, de palmolie-plantages met 14 miljoen hectare uit te breiden. Ze zal 5,6 miljard dollar investeren in de grootste palmolieplantage ter wereld: meer dan 1 miljoen hectare. Daarnaast heeft de Association of Indonesian Palm Oil Producers aangekondigd dat de export in 2012 aanzienlijk zal toenemen en dat die export voornamelijk bestemd is om te vol-doen aan de vraag van de groeilanden.
AfrikaMet zijn uitgestrekte oppervlakte vrucht-bare grond, heeft ook Afrika een groot potentieel voor de productie van palmolie en is het een ideaal bruggenhoofd naar de markten van de Maghreb en Europa. Tal van Afrikaanse regeringen die door palm-olieproductiebedrijven werden benaderd, zijn niet ongevoelig voor de potentile
exportinkomsten. Sinds een aantal maan-den is er dan ook een toename van het aantal vestigingsprojecten.Het Singaporese bedrijf Olam zette met de Gabonese regering een joint-venture op voor een palmolieplantage van 300.000 hectare. Het Maleisische bedrijf Sime Darby kreeg in Liberia een concessie van 63 jaar in handen voor eenzelfde oppervlakte en is zinnens zich ook in het zuidwesten van Kameroen te vestigen. De dorpsgemeen-schappen aldaar vrezen dat 60.000 hectare bos zullen verdwijnen.Nigeria was tot in 1965 met 30% wereld-wijd de grootste exporteur van palmolie, een derde van de totale productie van het land. Sinds 1985 bekleedt Maleisi deze plaats en moest Nigeria palmolie invoeren. De Nigeriaanse regering wil de palmolie-industrie weer op gang brengen maar het blijft wachten op particuliere investeerders.
c
incin
natizo
o.o
rg
neo-planete.com
Extractie-eenheid van palmolie in Indonesi
Vruchten van de oliepalm
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 11
-
Ook Ivoorkust houdt zich al vijftig jaar bezig met de productie van palmolie; 69 % daarvan is afkomstig van traditionele dorpsplantages en 31% van industrile plantages. De palmolieproductie stelt meer dan twee miljoen mensen recht-streeks of onrechtstreeks te werk. Dorpe-lingen en bedrijven zijn momenteel bezig met het vervangen van palmbomen op braakliggende grond. Hun doel is het ren-dement van vier ton palmolie per hectare (tegen zeven tot negen ton in Zuidoost-Azi) op te voeren en nog beter te doen dan de Aziatische landen.Door de grote binnenlandse vraag en de geringe productie vergeleken bij die van de Zuidoost-Aziatische grootprodu-centen, heeft de Ivoriaanse palmolie het moeilijk om de belangrijkste importge-bieden zoals Europa, India en China te veroveren. En op de binnenlandse en subregionale markt moet ze optornen tegen de oneerlijke concurrentie van palmolie die op frauduleuze wijze wordt ingevoerd.In de jaren 20 van de vorige eeuw had Belgisch-Congo de grootste palmolieplan-tage, met name die van de gebroeders Lever, de grondleggers van een van de machtigste multinationals. Vandaag gaat het Chinese telecommunicatiebedrijf ZTEin DR Congo van start met 100.000 ha, via haar fi liaal ZTE Agribusiness Congo. Palm-olie doet dus een opgemerkte herintrede in Afrika, haar continent van oorsprong, na een lange tussenstop in Azi met de wel-bekende gevolgen.
Greenpalm, RSPOPalmolie is in trek bij ondernemers van-wege haar chemische eigenschappen en lage kostprijs in vergelijking met andere plantaardige oliesoorten (soja, koolzaad, arachide). Het rendement van palmolie ligt immers 10 maal hoger dan dat van soja. Toch heerst er almaar meer wan-trouwen voor het product. Want naast de negatieve impact van palmolieplantages op het milieu, zou ook de gezondheid lijden onder het jarenlange gebruik van palmolie (zie kader).Sommige levensmiddelenbedrijven slaan nu zelfs een mea culpa. Toch moei-lijk te geloven Deze reuzen van de levensmiddelenindustrie traden toe tot GreenPalm, een programma dat ontbos-sing bestrijdt, maar ze betalen slechts het (veeleer lage) bedrag van 1 dollar per ton gebruikte olie. Dankzij dit initiatief kan het bedrijf in kwestie palmolie blijven gebruiken en op de verpakking een label plaatsen: Neemt deel aan de strijd tegen de ontbossing. Er wordt dus helemaal niets gezegd over duurzame palmolie,
een nuance die de consument vaak ont-gaat. Het is eens te meer niet meer dan een kwestie van woorden.In 2004 organiseerden de actoren van de sector en de ngos een Ronde Tafel over duurzame palmolie (RSPO) om de duurzaamheidscriteria voor de produc-tie van palmolie vast te leggen. Het was een eerste stap in de richting van een regulering van deze markt. De grote afwezigen, zonder wie geen vooruitgang kan worden geboekt, waren evenwel de Chinese levensmiddelenbedrijven en de regering en in het algemeen.Volgens sommige verenigingen kan deze RSPO worden vergeleken met greenwa-shing. In 2009 publiceerde Greenpeaceeen rapport onder de titel La face cache de Sinar Mas, waarin de illegale ontbos-singspraktijken van dit bedrijf worden aangeklaagd (geen ontbossingsvergun-ning, geen milieu-effectevaluatie, vernie-tiging van de turfvoorraad), terwijl twee dochtermaatschappijen toch tot de RSPO zijn toegetreden.Het Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC beindigde zijn rapport van 2011 over palmolie in het wereldwijde han-delsverkeer met deze woorden: Duur-zame palmolie heeft een marktaandeel van slechts 7,5%. Van de 7,5% gecerti-ficeerde duurzame olie wordt evenwel verwacht dat ze de komende jaren snel zal toenemen. De vraag blijft echter wat de kwaliteit van haar certifi catie zal zijn. 'Gesegregeerde' olie, de enige olie die werkelijk als duurzaam beschouwd kan worden, maakt slechts een klein deel van deze 7,5% uit en raakt slechts met moeite verkocht. De markt van 'bio' palmolie is
zeer beperkt (0,2%). In een communiqu van 18 maart 2010 verklaarde FLO, die tal van organisaties met een 'eerlijk' label verenigt, waaronder Max Havelaar, dat er geen eerlijke handelsstandaard voor palmolie bestaat die internationaal erkend is. Dit belet echter niet dat voedingspro-ducten die voor andere bestanddelen uit hun samenstelling als eerlijk erkend wer-den, palmolie zouden bevatten.Het rapport Arnaque lhuile de palme durable (2011) van Les Amis de la Terre stelt: Er moet worden vastgesteld dat de Europese invoer van palmolie is blijven stijgen hoewel een aantal bedrijven en grootwarenhuizen hadden aangekondigd ze niet langer in de handel te zullen bre ng -en. [...] De belangrijkste reden voor de invoer van palmolie in Europa is in werke-lijkheid de ontwikkeling van biobrandstof-fen. Les Amis de la Terre is van mening dat het grootste deel van de Europese productie van koolzaad- en zonnebloem-olie wordt aangewend voor biobrandstof-fen en dat de levensmiddelenbedrijven en andere sectoren ter vervanging hiervan meer palmolie invoeren.In verband met 'duurzame' palmolie en de RSPO, luidt het dan ook dat de criteria te zwak zijn. Deze certifi cering wordt in de eerste plaats gebruikt om het probleem van overconsumptie in de rijke landen te omzeilen. In plaats van zich te laten leiden door de denkbeeldige ontwikkeling van een duurzame voor de export bestemde monocultuur, zouden de westerse landen er beter aan doen hun te grote oliecon-sumptie terug te dringen en meer gebruik te maken van lokale oliesoorten.
JEAN-MICHEL CORHAY
Sommige
diersoorten zoals
de symbolische
orang-oetang, zijn
op korte termijn
met uitsterven
bedreigd.
e
nviro
nm
en
t.co
.za
12 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
-
W kijken tv en kunnen pro-bleemloos de batterijen van onze gsm opladen", vertelt Donatien Ndo-rayabo. Hij woont in het district Rubavu in het westen van Rwanda, dicht bij de mini-elektriciteitscentrale van Keya. Deze centrale levert 2,2 MW (3% van de elektriciteit die in Rwanda wordt geproduceerd).Jean Berchmans Bahige van het over-heidsbedrijf EWSA (Energy, Water and Sanitation Authority) in Rubavu, vertelt mij dat meer dan 80 families elektriciteit hebben dankzij deze minicentrale. De gezondheidscentra van Biruyi, Kivumu, Kimbiri en Nyamyumba, de kantoren van de lokale adminis-tratie, de centres de ngoce en de kerken hebben nu licht.
De bouw van de miniwaterkrachtcentrale van Keya, en van Nkora en Cyimbili in dezelfde streek, werd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking gefi nancierd (11 miljard FRW). De Belgische regering beloofde overigens voor de komende vier jaar 55 miljoen euro steun voor de ontwik-keling van de energiesector in Rwanda. Volgens Jean-Yves Saliez (BTC) gaat de komende vier jaar 27 miljoen euro naar projecten voor geothermische energie, 17 miljoen naar het bevorderen van de toegang tot energie, 6 miljoen naar het uitbreiden van het aandeel van de pri-vsector in de energieproductie en 5 miljoen naar het verder uitbouwen van de bevoegdheden van het ministerie van
Infrastructuur.Zeven mini- en microcen-trales leveren 17,75% van de elektrische stroom. Toch is volgens de meest recente statistieken slechts 10,8% van de Rwandese bevolking op het elektrici-teitsnet aangesloten.
Hernieuwbare energie Om meer Rwandezen toegang te geven tot elektriciteit onderzoekt het ministerie van Infrastructuur andere energiebronnen. Volgens Emmanuel Hategeka, directeur van het exploitatieproject voor geothermische energie, zou-den in het noorden van het land, met name in Karisimbi en Kinigi, twee warmwaterbronnen kunnen worden gexploiteerd. Tegen de maand september moet het mogelijk zijn tot aan de bronnen te boren. De werken zullen door een Chinese fi rma worden uitgevoerd, zegt Hategeka. Volgens de prog-noses zouden deze bronnen meer dan 700 MW kunnen leveren. De
regering wil er minstens 300 MW uithalen. En van de partners van het project is de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.Naast de aanleg van hydro-elektrische stuw-dammen en van koppellijnen fi nancierde de Belgische Ontwikkelingssamenwerking de uitbreiding van elektriciteitslijnen op het platteland in de oostelijke provincie en de lijn Kigali-Kiyumba over een lengte van 84 km in de zuidelijke provincie.Daarnaast is de Rwandese overheid begonnen met de ontginning van methaan-gas in het Kivumeer. De ontginningsinstal-latie werd door de Isralische fi rma Ludan Engineering gebouwd. Op een diepte van 350 m gaat het gas via een gasleiding naar de centrale van Rubavu, waar het in elek-triciteit wordt omgezet.Niet ver van Kibuye zet Contour Globaleen project op voor de productie van 25 MW elektrische energie uit methaangas. Opnieuw met de steun van de Belgische regering (10 miljoen euro) via BIO, haar Ontwikkelingsbank.Volgens Laurent Sibomana, technisch direc-teur van het ontginningsplatform, levert de centrale van Rubavu elke dag minimaal 26 MW. Momenteel kost 1 kW meer dan 120 FRW (0,25 dollar) voor de gewone klanten en 105 FRW voor de bedrijven.Sibomana spreekt over enorme gas-reserves in het Kivumeer: 39 miljard ontginbare kubieke meter. Volgens een technicus van het ministerie van infra-structuur hernieuwt het gas zich met een tempo van 120 miljoen kubieke meter per jaar, waardoor het een praktisch onuitput-telijke energiebron is.
SOLANGE AYANONE
Infosud Belgique-Syfi a Grands-Lacs
1 Tussen 50 en 500 kW voor een microcentrale, en
tussen 500kW en 10MW voor een minicentrale, vol-
gens de meest gebrukelijke classifi catie.
Dankzij de bouw van mini- en micro-elektriciteitscentrales1 is de
elektriciteitsproductie in Rwanda er sterk op vooruitgegaan. Toch hebben veel
Rwandezen nog steeds geen aansluiting op het elektriciteitsnet. Geothermie
(warmwaterbronnen) en gas kunnen een oplossing bieden.
Energie uit de grond
Info
sud
/ S
yfi a
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 13
-
M isschien hebben we de indruk dat de mensen in het Zuiden zich weinig om het milieu bekommeren. Maar vaak putten de mensen de bodem uit of kappen ze bos uit pure noodzaak: om te overleven. Daarom spitsen veel initiatieven zich toe op werkgelegenheid.
HET ZUIDEN KLEURT GROENEetbare daken, oud krantenpapier als grondstof voor
elegante ambachtelijke voorwerpen, bomen planten om
de vissen in het Tanganyikameer te voeden
Het is frappant: meer en meer mensen in het Zuiden
nemen groene initiatieven. Maak kennis met de projecten
van enkele pioniers.
Duurzaam licht
De ngo Bapesu van Christian Tabifor (Kameroen) wil zowel het milieu beschermen als de minstbedeelden helpen. Armoede is de belangrijkste oorzaak van milieuschade in Zwart Afrika, zegt Tabifor. En milieuschade zoals woestijnvorming zorgt op zijn beurt voor meer armoede. In een proefproject heeft de ngo in twee dorpen zonder elektriciteit 'zonnekits' uitgedeeld: lampen die met de zon herladen kunnen worden, zonnepanelen,
telefoonconnectoren Kinderen kunnen nu 's avonds hun huiswerk maken en de mensen
kappen niet langer bomen om 's nachts hun huizen te verlichten. Bovendien kunnen ze
zich, als het donker is, wijden aan winstgevende activiteiten. Later zal Bapesu ook andere dorpen helpen. Ze wil er arme mensen winkeltjes laten opstarten die 'zonneproducten'
verkopen of verhuren.
Eetbare
groene daken
In Colombia slaan veel mensen op de
vlucht voor milieuproblemen (zoals
zware regenval) of om veiliger oorden
op te zoeken. Maar in de steden waar
ze terecht komen begint een nieuwe
overlevingsstrijd. Carolina Forero van
de universiteit Javeriana (faculteit eco-
logie) wilde daar iets aan doen. We moeten onze kennis in dienst stellen van hen die het nodig hebben zodat ook zij een menswaardig leven kunnen lei-den, vindt ze. Ze leerde 100 families uit Soacha biologische groenten kwe-
ken op hun dak: sla, spinazie, radijsjes,
ajuin en peterselie. De groenten worden
gezaaid in gerecycleerde plastic fl es-
sen die met elkaar verbonden zijn door
buisjes. De buisjes voeren regenwater
aan. Elk dak kan tot 576 planten dragen
die om de 2 maanden geoogst worden.
In tijden van hoge voedselprijzen kan
dat tellen. De daken vangen ook water
op dat anders erosie zou veroorzaken.
En er is nog een voordeel, zegt een tevreden Rosa Murillo, moeder van
5 kinderen. Het is veel koeler in huis sinds we groenten kweken op het dak.
C
aro
lina F
ore
ro
B
ap
esu
14 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
-
Bomen voeden vissen
Klimaatverandering zorgt niet alleen voor droogtes, overstromingen en rampzalige orkanen.
Er kan ook te weinig wind waaien. Dat ondervinden de talloze vissers die hun vis, en hun
inkomen, uit het Tanganyikameer halen. Normaal zorgt de wind voor een stevige vermeng-
ing van het water in het meer. Hierdoor komt voedsel uit de diepere lagen (tot 1.800 m!)
ter beschikking van de vissen die hoger leven. Maar de laatste jaren is er steeds minder
wind. Het voedsel bezinkt en de vissen sterven van honger. Meer dan 30 % van de vispro-
ductie is al verloren gegaan, en 1 miljoen vissers dreigen hun baan te verliezen. Dat zou
honger betekenen voor ruim 10 miljoen mensen. Deo Baribwegure (Tanzania) wacht alvast
niet op de politiek. Met man en macht wil hij bomen planten aan de oevers zodat er meer
voedingstoffen in het oeverwater terecht komen. Hij wil ook de plaatselijke bevolking en de
internationale gemeenschap sensibiliseren. De vissers moeten het belang van bomen en milieuvriendelijk vissen inzien, en de wereld moeten we wakker schudden met de concrete, nefaste gevolgen van de klimaatverandering, zegt Baribwegure.
Bijen beschermen
woud
Nadat ze vele jaren werkte voor interna-
tionale ngos zoals World Vision, richtte Yedityah Mella (Indonesia) in 2010 haar
eigen ngo op: Tri Mutiara Foundation. In het afgelegen Polen-district wil ze arme
boeren helpen die hun school niet hebben
afgemaakt. Onder andere met spelletjes
brengt ze hen bij dat het belangrijk is het
bos te beschermen en bosbrand en ille-
gale houtkap te voorkomen. Bovenal leert
ze hen bijen houden en honing oogsten.
Dat levert een inkomen op, en meteen
begrijpen de boeren dat ze daarvoor bos-
sen nodig hebben. En het werkt, zegt een glunderende Mella. Ik merk dat de mensen begaan zijn met de bossen en dat de bijen het goed doen.
Een inkomen
uit afval
Een tijd terug sloeg een tyfoon hard toe in
de provincie Benguet (Filippijnen), woon-
plek van de Ibaloi-stam. Daarop bood
Soledad Valencia hen groen werk aan. Ze
leerde hen weven met reepjes oud kranten-
papier. Manden, tassen, siervoorwerpen,
meubels stuk voor stuk elegant ambach-
telijk werk was het resultaat. Vooral achter-
gestelde vrouwen halen er een inkomen uit.
Ondertussen werd Valencia overladen met
onderscheidingen, onder meer voor het
'best gerecycleerde product' van de stad
Baguio. De etnische voorwerpen worden
ook verkocht in Europa en de VS.
Y
ed
ityah
Mella
CHRIS SIMOENS
C
hris S
imo
ens
S
ole
dad
Vale
ncia
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 15
-
M et 'mitigatie' worden de maatregelen bedoeld die leiden tot het verminde-ren van de hoeveelheid broeikasgassen. Dat gebeurt op ver-schillende manieren: voorkomen dat bos-sen verdwijnen, herbebossen, verminde-ren van de uitstoot van broeikasgassen door fabrieken, autos enzovoort.
Van SEI tot UN, en verderHet gereputeerde Stockholm Environment Institute (SEI) kreeg van Oxfam de opdracht een vergelijkende studie te maken omtrent genomen mitigatie-maatregelen. Het insti-tuut maakte daartoe gebruik van vier zeer gerespecteerde bronnen: United Nations Environment Programme (UNEP), McKinsey & Company Climate Desk, klimaatexpert Dr. Frank Jotzo, en Climate Action Tracker.
De vervuiler betaalt te weinigHet SEI stelt in zijn eindrapport dat Wes-terse landen verantwoordelijk zijn voor 75 % van de historische emissies. Vandaag spuwen ze nog 60 % ervan uit. Bovendien beschikken die landen over meer fi nancile middelen dan ontwikkelingslanden. Des-ondanks tonen alle vier de geraadpleegde bronnen aan dat de ontwikkelingslanden zich intussen tot mr mitigatie-inspannin-gen hebben gengageerd dan hun rijkere tegenvoeters. Onder meer is de kans reel dat Brazili, Zuid-Afrika, India en China (de zogenaamde BASIC-landen) tegen 2020 hun uitstoot drastischer zullen verminderen dan de Verenigde Staten, Europa, Japan, Canada, Australi, Nieuw-Zeeland en Rus-land. Dat is des te frappanter wanneer we beseffen dat deze laatste intussen een groot
deel van hun broeikasgasuitstoot hebben gexporteerd naar ontwikkelingslanden. Steeds vaker, namelijk, laten ze daar hun goederen produceren.
Derde wereld in actieBrigitte Gloire, experte 'Klimaat en Duur-zame Ontwikkeling' bij Oxfam, geeft enkele voorbeelden van mitigatie-maatregelen. Om te beginnen zijn er Brazili en Indo-nesi, die heel wat maatregelen nemen om ontbossing tegen te gaan, stelt ze. De Chi-nezen willen dan weer tegen 2020 dubbel zoveel hernieuwbare energie gebruiken als vandaag. Ook verstrengen ze energie-effi ci-entienormen voor gebouwen en toestellen.
Fabrieken die onvoldoende energie-effi cint zijn, worden gesloten. Bovendien willen de Chinezen meer bos op hun grondgebied. In India is er dan weer het 'National Action Plan on Climate Change'. Dat plan streeft naar een productieverhoging van 1.000 MW fotovoltasche panelen per jaar, en het plaatsen van minstens 1.000 MW thermische zonnesystemen. Voorts zijn er maatregelen die moeten leiden tot een grotere energie-effi cintie van gemeenten en steden, bouw- en agrarische sector, en energie-intensieve industrile sectoren. Apparaten die energie-effi cint zijn, krijgen belastingsvoordelen. De Indirs streven ook naar energiezuinigere mobiliteit: autos mogen alsmaar minder verbruiken, het openbaar vervoer wordt gepromoot
Derde wereld in actieIn drie van de vier SEI-bronnen is te vinden in hoeverre de huidige mitigatie-engage-menten vermijden dat de gevaarlijke grens van 2C opwarming wordt overschreden. Alle drie komen ze tot de conclusie dat de temperatuursverhoging groter zal zijn: ze zou namelijk 2,5 5 C bedragen. Een deel van de verklaring ligt uiteraard bij de magere inspanningen van de grootste ver-vuilers. Maar ook de ontwikkelingslanden zouden nog onvoldoende inspanningen leveren. Ze moeten meer fi nancile en tech-nische hulp krijgen, zodat ze in staat zijn nog meer mitigatie-maatregelen te nemen, besluit het rapport.
KOEN VANDEPOPULIERE
De klimaatverandering is vooral te wijten aan de broeikasgassen die de gendustrialiseerde,
vaak Westerse, landen uitstoten. Terwijl het net de ontwikkelingslanden zijn die het meest
zullen lijden onder de gevolgen ervan. De conclusie lijkt evident: de grootste vervuilers
moeten de meeste inspanningen leveren om het tij te keren. Het gereputeerde Stockholm
Environment Institute, echter, stelt vast dat de realiteit compleet anders is.
GROOTSTE VERVUILERS BETALEN TE WEINIG
ONLINEwww.sei-international.org
Brigitte Gloire tijdens de United Nations Climate
Change Conference, eind 2011 te Durban,
Zuid-Afrika.
BROEIKASGASSEN:DE WERELD OP ZN KOP?
K
. Vand
ep
op
uliere
16 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
-
Bomen voor iedereen! Voort-aan moet elke eigenaar in Kigali ten minste vijf bomen op zijn stuk grond planten. De plantjes zijn zeer in trek bij leerlingen en leerkrachten, land-bouwers en handelaars die hun gebouw van een groene rand wil-len voorzien. Op school krijgen alle kinderen de dagelijkse zorg toege-wezen voor een boom die ze dan kunnen zien groeien, net als zij. Bij gezinnen en school-centra genieten fruit-bomen de voorkeur. De dorpelingen daarentegen zijn tuk op bomen die geschikt zijn als brandhout of voor de bouw: cipressen, zilvereiken, eucalyptusbomenDe Rwandezen zorgen goed voor hun bomen, en dat mag iedereen weten. Grote vestigingen zoals SULFO, een zeepfabriek in Kigali, gaan zelfs zo ver dat ze hun prot-gs van een naamkaartje voorzien. Op de kleine cipressen, dennen en sparren die voor de fabriek met de wind meewiegen, is een kaartje aangebracht waarop te lezen staat: bomen SULFO.Handelaars proberen elkaar de loef af te steken door de bomen voor hun winkel zo goed mogelijk te verzorgen. Ik heb een arbeider moeten aanwerven om mijn
bomen regelmatig te begieten, want in de hitte zorgen ze voor verkoeling en boven-dien doen ze mijn stukje grond veel beter tot zijn recht komen, zegt een groothan-delaar die in de handelswijk is gevestigd.
Deze bomen zijn een uithangbord voor de han-delaars, merkt een amb-tenaar van het Ministerie van Natuurlijke Rijkdom-men op.Een uithangbord, ook voor Kigali: Het imago van de stad moet worden opge-krikt want ze is immers de toegangspoort tot het land!, zegt een verant-woordelijke van het district
Nyarugenge. Deze groene passie is een buitenkans voor Norman Gatarayiha, een tuinbouwingenieur van 61. Hij zegt: Ik ben fi er dat ik gekozen werd om de stad Kigali, een van mijn grootste klanten, op te tooien. Bijna alle bomen en bloemen langs de weg en rond de villas van de hoofdstad komen uit zijn kwekerij. Sinds bijna 20 jaar teelt Gatarayiha planten die hij nu voor een goudprijs aan de man brengt.
Zware boetesOok al zijn de straten in de steden omzoomd met bomen, iedereen laat ze ongemoeid. Een boom al dan niet per ongeluk beschadigen, kan met name een boete tot 1700 dollars opleveren.
Wanneer er geld in het spel is, houden de mensen zich aan de regels, luidt de mening van een verantwoordelijke van de stad. Sommige straten van Kigali bie-den een prachtige aanblik: viervaksbanen over zowat dertig kilometer zijn geschei-den door een middenberm met honder-den palmbomen en geven uit op rotondes die met bloemen zijn versierd.Groen en hygine. Sinds vijf jaar zijn overtredingen van de netheidsvoor-schriften in de stad wettelijk geregeld, met boetes die kunnen oplopen van 1.500 80.000 Rwf (2,5 tot 130 dollar). Op straat plassen of spuwen bijvoorbeeld, kan wor-den bestraft met een boete van 1.500 Rwf. Afval storten op een plaats die daar niet voor bestemd is kost 40.000 Rwf, oftewel 65 dollar. Schoonmaakbedrijven maken de lanen elke dag schoon. Kigali zag haar oppervlakte in 15 jaar ver-drievoudigen; het bevolkingsaantal ligt vier keer hoger dan in 1994 en de stad telt nu 1 miljoen inwoners. Overal duiken imposante gebouwen en villas met een exotische beplanting op. De huizen zijn tegen de heu-vels aangebouwd. Maar ondanks dit daad-krachtig verfraaiingsbeleid, is er nog veel werk aan de winkel. De elektriciteits- en drinkwaterinstallaties zijn nog ontoereikend en verkeren in slechte staat, en 90 % van de wegen zijn onverhard.
ALBERT-BAUDOUIN TWIZEYIMANA
Infosud Belgique - Syfi a Grands Lac
Na de genocide van 1994 vielen hele bossen ten prooi aan de bouw en aan
het grote energieverbruik. In 2003 startte de regering in Kigali dan ook een
daadkrachtig herbebossingsbeleid en werd de verfraaiing ingezet.
Kigali een groene stad
Op school krijgen
alle kinderen de
dagelijkse zorg
toegewezen voor
een boom die ze
dan kunnen zien
groeien, net als zij.
BURUNDI EN RWANDA
50 JAARONAFHANKELIJK
In
fosu
d /
Syfi a
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 17
-
Burundi en Rwandain een oogopslagBurundi en Rwanda : 50 jaar geleden werden deze Centraal-Afrikaanse landen onafhankelijk. Er ontvouwde zich een woelige ges-
chiedenis met gewelddadige interne confl icten die uitmondde in het herstel van de staatsstructuur en het sociale weefsel. Vandaag
bloeien de twee jonge staten opnieuw op met een economische groei van 4 7 %. Maar de heropbouw is hiermee niet ten einde.
Beide landen staan voor zware uitdagingen, veroorzaakt door de enorme bevolkingsdruk op het akkerland en een gebrek aan
energiebronnen. We stellen u een actueel panorama voor van deze oude partners van de Belgische ontwikkelingssamenwerking,
via gezichten, landschappen, uitdagingen en hoop van de Duizend heuvels gelegen in het hart van het Grote Merengebied.
HISTORISCHE DATA
XVde eeuw 1899 1914 1966 1973 1993
1ste Juli
1962
Tutsi-veehouders (Oeganda,
Ethiopi) veroveren gebied
bewoond door Hutu-landbouwers
en pygmeen
Rwanda-Urundi
wordt Duitse
kolonie
Belgi krijgt
mandaat over
Rwanda en
Burundi
Kapitein Michael
Micombero zet
laatste mwami
(koning), Ntare
V, af en roept
republiek uit
Slachtpartij Hutus
(350.000 slachtoffers)
Eerste democratisch
verkozen president
Melchiro Ndadaye wordt
vermoord na 100 dagen
dienst, gevolgd door
burgeroorlog (200.000
slachtoffers)
Onafhankelijkheid
HISTORISCHE DATA
1914 1959 1963 1973 1990 1994
1ste Juli
1962
Tutsi-veehouders uit
Oeganda en Ethiopi
veroveren gebied bewoond
door Hutu-landbouwers
en pygmeen
Rwanda-Urundi
wordt Duitse
kolonie
Belgi krijgt
mandaat over
Rwanda en
Burundi
Hutus zetten
Tutsi-koning af
- burgeroorlog
Gregoire Kayibanda
wordt eerste
president
Generaal
Habyarimana komt
aan de macht na
staatsgreep
Burgeroorlog door
Front Patriotique
Rwandais (= Tutsi-
vluchtelingen)
Genocide na moord op
generaal Habyarimana
(800.000 slachtoffers)
Juli 1994: Pasteur
Bizmungu wordt
president en Paul
Kagame minister van
landsverdediging en
vicepresident
Onafhankelijkheid
1899XVde eeuw
Bevolking : ................................................10,9 miljoen
Oppervlakte : .............................................26.338 km
Hoofdstad (2009) : ................ Kigali, 909.000 inwoners
Demografi eDichtheid : ........................................415 inwoners/km
Bevolking 2050 : ......................................23,1 miljoen
Aantal kinderen per vrouw : ...................................4,6
Stadsbevolking : .................................................. 19 %
Gezondheid en ontwikkelingLevensverwachting : ... 55 (mannen : 54, vrouwen : 57)
Kindersterfte (< 5 jaar oud) per 1.000 ...................50
HIV-besmettingsgraad (2009) : ......................... 2,9 %
Geneesheren per 1000 (2005) : ......................... 0,024
Alfabetisering (2003) : ...................................... 70,4 %
Internetgebruikers (2009) : ............................ 450.000
PolitiekRegeringstype : republiek, presidentieel, meerpartijenPresident : ................................................Paul Kagame
EconomieBNP (2010) : ...................................540 USD per capita
Economische groei : ........................................... 8,6 %
Werkgelegenheid (2001) : landbouw ................ 90 %,industrie en diensten 10 %
Percentage bevolking onder 2 USD/dag
(2000/2009) : ........................................................ 90 %
Belangrijkste exportproducten :
koffi e, thee, dierenhuiden, tinerts
Belangrijkste energiebron : ............. hydro-electriciteit
RWANDA
Bevolking : ................................................10,2 miljoen
Oppervlakte : .............................................25.680 km
Hoofdstad (2009) : ........Bujumbura, 455.000 inwoners
Demografi eDichtheid : ........................................367 inwoners/km
Bevolking 2050 : ......................................27,1 miljoen
Aantal kinderen per vrouw : ...................................6,4
Stadsbevolking : .................................................. 11 %
Gezondheid en ontwikkelingLevensverwachting : ... 57 (mannen : 56, vrouwen : 59)
Kindersterfte (< 5 jaar oud) per 1000 : ...................66
HIV-besmettingsgraad (2009) : ........................ 3,3 %)
Geneesheren per 1000 (2006) : ...........................0,03)
Alfabetisering (2003) : ...................................... 59,3 %
Internetgebruikers (2009) : ............................ 157,800
PolitiekRegeringstype : republiek, presidentieel, meerpartijenPresident : .........................................Pierre Nkurunziza
EconomieBNP : ...............................................400 USD per capita
Economische groei (2011) : ............................... 4,2 %
Werkgelegenheid (2002) : landbouw ............... 93,6 %industrie ................... 2,3 %diensten ................. 4,1 %)
Percentage bevolking onder 2 USD/dag
(2000/2009) : ...................................................... 94 % )
Belangrijkste exportproducten :
koffi e, thee, suiker, katoen, dierenhuiden
Belangrijkste energiebron : ............. hydro-electriciteit
BURUNDI
18 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
-
OEGANDA
DRCONGO
TANZANIA
Bururi
Mwaro
Gitegagagat
MuramM
Tanganyikameeryikam
Bubanzaaa
Kayanzaay NgoziCibitoke
RuyigaRRuy
Cankuzouu
Karuziuzuz
MuyingaMuM
Kirundo
RutanaR
MakambaM
Kibuye
Byumba
Nyanza
RwamaganaKigali
Bujumbura
OOEEGGAANNDDAA
DRCONGOO
TANZANIA
Kivumeerm
GEZONDHEID (55 miljoen)
ENERGIE (55 miljoen)
DECENTRALISATIE (28 miljoen)
ANDER(22 miljoen)
D(
17,5%
34,4%
)
34,4%
13,8%
ENERGIE(42 millions)
LANDBOUW (49 millions)
GEZONDHEID (25 millions)
ONDERWIJS (22 millions) 16,7%22,8%
27,9% 32,6%
367inw./km2
363inw./km2
26.338 km2 27.834 km2 30.528 km2
415inw./km2
10,9 miljoen inwoners
RWANDA BURUNDI BELGI
10,2 miljoen inwoners 11 miljoen inwoners
ENERGIE(42 millions)
LANDBOUW (49 millionss))
GEZONDHEID (25 millions)
ONDERWIJS(22 milliononsns) 16,7%22,8%
)
27,9% 32,6%
2000 2005 2010
Einde burgeroorlog
- vredesovereen-
komst Hutu-rebel-
len en president
Buyoya
Nieuwe
grondwet - Na
verkiezingen wordt
ex-rebellenleider
Pierre Nkurunziza
president
Herverkiezing
Nkurunziza
Alle cijfers slaan op 2011, tenzij anders vermeld.
Bronnen: Population reference bureau (www.prb.org) , CIA Factbook (www.cia.gov)
en Nationaal Instituut Statistiek Rwanda.
2000 2003 2009
Paul Kagame
wordt president
Eerste post-
genocide
presidentile
verkiezingen
Paul Kagame blijft
aan de macht
Toetreding tot
Commonwealth
Ontwikkelingssamenwerking
met Belgi
Totale offi cile hulp (ODA) : .............56,7 miljoen euro
Gouvernementeel samenwerkingsprogramma
2011-2014 : ........................................160 miljoen euro
Ontwikkelingssamenwerking
met Belgi
Totale offi cile hulp (ODA) : ................45 miljoen euro
Gouvernementeel samenwerkingsprogramma
2010-2013 : ........................................150 miljoen euro
BURUNDI EN RWANDA
50 JAARONAFHANKELIJK
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 19
-
H oewel landbouw slechts 10 % uitmaakt van de overheids-begroting, is het n van de belangrijkste pijlers van de Burundese economie. Volgens het Burundese ministerie van Landbouw en Veeteelt schommelt het aandeel van de landbouwsector in het BBP in 2011 rond
de 50%. Momenteel laat de productivi-teit nog te wensen over. De landbouw is immers in hoofdzaak een zelfvoorzie-ningslandbouw die voor 90% in stand wordt gehouden door de grote krachtin-spanningen van de plattelandsbevolking. Daarenboven wordt de versnippering van de landbouwbedrijven (gemiddeld minder dan 0,5 ha) verergerd door de bevolkingsaangroei.
Betere landbouw dankzij ontwikkelingssamenwerking
Om zijn landbouw te ondersteunen rekent Burundi vooral op externe hulp. Maar door de sociaal-politieke crisis die het land tien jaar lang heeft geteisterd, werd de ontwikkelingssamenwerking stopgezet. Vandaag wil men de land-bouw nieuw leven inblazen. Voor de peri-ode 2012-2017 zou de externe hulp voor de landbouw 670 miljard FBU bedragen. De verwachte steun kadert in het Plan national dinvestissement agricole (PNIA). Het plan cordineert de investeringen in de landbouwsector voor de komende zes jaar, aldus Odette Kayitesi, minister van
Landbouw en Veeteelt. Het aandeel van Belgi in dit omvangrijk initiatief is aan-zienlijk. Als tweede bilaterale donor van Burundi na Frankrijk (2010) wil Belgi de landbouw opkrikken. Sinds de Belgisch-Burundese samenwerking enkele jaren geleden opnieuw werd opgestar t, engageert dit land zich buitengewoon sterk in de landbouw. Met name via de ver s terking van het Ministerie van Land-bouw en van het Institut des sciences agro-nomiques (ISABU), en via de ontwikkeling van de landbouw in de provincies Cibi-toke, Ruyigi en Kirundo, getuigt Pierre Bayubahe, landbouwingenieur. Zo heeft het Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC in september 2011 het Programme dappui institutionnel et organisationnel au secteur agricole (PAIOSA) opgestart om de resultaten van de vroegere projecten niet verloren te laten gaan. Met een fi nan-ciering van 49 miljoen euro, zal het pro-gramma de landbouw professionaliseren en landbouwinstellingen versterken.
SILVRE HICUBURUNDI
Infosud Belgique - Syfi a Grands Lacs
BURUNDESE
LANDBOUW OPNIEUW IN
DE STARTBLOKKEN
Meer dan 90 % van de Burun-
dese bevolking is rechtstreeks
afhankelijk van de landbouw.
De landbouwsector wordt
evenwel ondermijnd door de
versnippering van de land-
bouwbedrijven, met name
wegens de bevolkingsdruk
en de lage opbrengst. Met de
steun van haar partners, waa-
ronder Belgi, doet de rege-
ring inspanningen om deze
noodlijdende sector nieuw
leven in te blazen.
Info
sud
/ S
yfi a
BURUNDI EN RWANDA
50 JAARONAFHANKELIJK
20 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
-
O p een affi che aan de ingang van de rechtbanken in Kigali staat het volgende: Cor-ruptie is strafbaar. Als onze ambtenaren zich laten omkopen of iemand anders proberen om te kopen, rekenen wij op u om ze aan te geven. Zelfs in de rechtszalen hangen affi ches met de bood-schap: Laten we de strijd aanbinden met corruptie. Onze rechtbanken maken komaf met corruptie. De dienst van de nationale ombudsman publiceert tweemaal per jaar de lijst van personen die zich schul-dig maakten aan corruptie en die hiervoor werden veroordeeld.Begin 2009 werd de Conseil consulta-tif anti-corruption in het leven geroe-pen. Deze is samengesteld uit verte-genwoordigers van de verschillende overheidsagent schappen. De ombuds-man cordineert de activiteiten van de adviesraad. Deze heeft als hoofdtaak toezicht uit te oefenen op het gebruik van overheidsgeld. Rwanda wil de nultole-rantie hanteren voor corruptie. Daarom is de strijd tegen corruptie ook van toepas-sing op zij die tot nog toe als onaantastbaar werden beschouwd (nvdr: personen uit de onmiddellijke omgeving van de partij die aan de macht is), zegt een offi cier van de gerechtelijke politie van Kigali.Hoge overheidsverantwoor-delijken komen dus net zo goed in de gevangenis terecht als verantwoordelij-ken van de basisorganisa-ties. Het Hoog Gerechtshof trekt jaarlijks een week uit om voorrang te geven aan dossiers rond geldverduis-tering. Deze ontwikkeling ging niet onopgemerkt voor-bij aan Transparency Inter-national, de internationale
organisatie die zich inzet voor de strijd tegen corruptie. Volgens haar rangschikking staat Rwanda in de strijd tegen corruptie op de 4de plaats als Afrikaans land, en op de 49ste
plaats wereldwijd.
Basisorganisaties niet corruptievrij
Uit het rapport van de ombudsman van 2011 blijkt dat 53% van de geregistreerde gevallen van corruptie zich voordoen in de basisorganisaties, 43% in het gerechtelijk apparaat en 28% bij overheidsopdrach-ten. Volgens een mensenrechtenactivist van Kigali worden te veel instanties geleid door personen die niet voor hun werk wor-den betaald. En dat werkt corruptie in de hand, vindt hij. De verantwoordelijken van de administratieve basisorganisaties (Imi-dugudu), de bemiddelaars (Abunzi) die moeten oordelen over alle fi nancile zaken tot drie miljoen RWF (5.400 dollars), en de 'integere rechters' (Inyangamugayo) van de Gacaca-volksrechtbanken die levenslange straffen kunnen uitspreken, kunnen bijna niet anders dan smeergeld aannemen, omdat ze veel tijd in hun werk steken zon-der betaling.
Online dienstenSinds ongeveer vijf jaar kan een buiten-lander zijn visum via internet verkrijgen zonder dat hij daarvoor contact moet opnemen met de ambtenaren van de immigratiediensten. Een commercieel bedrijf kan een registratiecertificaat online aanvragen; overheidsopdrach-ten alsook de selectiecriteria worden op internet bekendgemaakt. De online diensten zorgen ervoor dat de aanvrager niet in contact moet komen met een amb-tenaar die smeergeld kan eisen, zegt een ambtenaar van het ministerie van het lokale bestuur. Een Aziatische onderne-mer die zopas een bedrijf opstartte in het oosten van het land, deelt deze mening: Ik heb alle wettelijke documenten verkre-gen zonder een beroep te moeten doen op een ambtenaar. En zodra zakenlui begrepen hebben dat ze niet gedwongen worden om telkens smeergeld te geven, voelen ze zich al veel beter op hun gemak, zegt hij.
ALBERT-BAUDOUIN TWIZEYIMANA
Infosud Belgique- Syfi a Grands-Lacs
-
Rwanda wil de
nultolerantie hanteren
voor corruptie.
Daarom is de strijd
tegen corruptie ook
van toepassing op
zij die tot nog toe
als onaantastbaar
werden beschouwd.
De strijd tegen corruptie, het stokpaardje van de Rwandese regering, maakt
justitie geloofwaardiger en trekt investeerders aan. Maar de basisorganisaties
zijn nog niet helemaal corruptievrij.
om investeerders aan te trekken
CORRUPTIE BESTRIJDEN
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 21
BURUNDI EN RWANDA
50 JAARONAFHANKELIJK
-
c
hang
ents
.co
m
Uduseke1zijn mandjes geweven uit sisal. In Afrika en ook in
het Westen zijn ze hoe langer hoe meer een voorwerp voor
dagelijks gebruik. Maar wat is de geschiedenis van deze
mandjes? Waarom zijn ze zo bekend? We namen een kijkje in
Kigali bij African Handicraft.
AGASEKE
AMAHORO,
T ot voor een paar jaar waren uduseke gewoon mandjes. Ze zijn handig om levensmid-delen zoals bloem of bonen in te vervoeren. Ze worden vooral door de vrouwen op het platteland gemaakt, zegt mandenvlechtster Mukanyarwaya Euphra-sie van African Handicraft. De grondstof is sisal, een plant met sterke vezels die erg geschikt is voor vlechtwerk. Een agas-eke vlechten duurt een week, voegt Mukeshimana Flicit eraan toe.Vr de kolonisatie was manden leren vlechten een verplicht onderdeel van de opleiding van meisjes. Maar met de komst van de Belgen bleven de meisjes niet meer thuis vertelt Franois Ingabire, een van de projectverantwoordelijken bij African Handicraft. Ze gingen naar school en zo leerden ze niet langer manden vlechten. De mandjes in de vorm van een hut zijn echter nooit verdwenen. Onze moeders en grootmoeders bewaarden er niet alleen levensmiddelen in maar ook persoonlijke spulletjes, wat dan weer de mannen nieuwsgierig maakt, vertelt Euphrasie. Zoiets als een schatkamertje alleen voor vrouwen!, voegt Mukarugira Esperance er lachend aan toe.
VredeEn vandaag? Wie vlecht nu uduseke en waarom zie je ze overal in Kigali? Euphra-sie moet even glimlachen: Agaseke Amahoro is voor de buitenwereld het symbool van het nieuwe Rwanda. Na de genocide en de rampzalige gevol-gen ervan, zijn uduseke omgedoopt tot
uduseke amahoro, wat zoveel betekent als uduseke van vrede. En ze hebben nog een extra betekenis gekregen: man-denvlechten brengt vrouwen uit de stad en van het platteland samen. De meesten onder hen maakten de genocide mee en hadden werk nodig.African Handicraft is een coperatieve ambachtelijke vereniging. Het idee dat in 2009 ontstond kreeg in 2011 vorm. Het opzet was de ambachtelijke sector een stevige en duurzame basis te geven en een ander beeld van Rwanda te scheppen. De toeristen vonden de mandjes mooi en namen ze mee naar hun land, zegt Euphrasie. De vereniging telt nu meer dan veertig vrouwen die hier dagelijks bij African Handicraft uduseke vlechten. Zoals u ziet nemen deze mandjes in ons leven een heel belangrijke plaats in!
AlomtegenwoordigIntussen wemelt het in de straten van Kigali van uduseke. De mandjes zijn uit-gegroeid tot het symbool van het nieuwe Rwanda, je ziet ze echt overal. Wie twee
stappen buiten de luchthaven zet, ziet meteen de reclameborden met de mand-jes. De affi ches komen je tegemoet in de stad, in hotels en handelszaken. Maar het mandje is ook een inspiratiebron voor andere producten: van oorbellen en onderzetters tot kerstballen, te veel om op te noemen. De agaseke komt zelfs voor in het wapen van Rwanda en sinds 2009 staat dit wapen afgebeeld op het bankbiljet van 5.000 francs.Het gerucht gaat zelfs dat het succes van deze mandjes de namaakindustrie in China niet is ontgaan. Wat is hiervan aan? De Rwandese regering heeft in elk geval het voortouw genomen door te eisen dat elke agaseke en elk afgeleid product het label Made in Rwandamoet krijgen.
WENDY BASHI
Infosud Belgique - Syfi a Grands Lacs
1 Agaseke betekent kleine mand, Uduseke is de meer-
voudsvorm van Agaseke en Ibiseke is een mand die
groter is dan het doorsneemodel.
niet zomaar mandjes
BURUNDI EN RWANDA
50 JAARONAFHANKELIJK
22 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
-
Je merkt haar nauwelijks op in de gangen van de ambassade van Burundi
waar ze momenteel werkt. Net als haar Burundese zusters is ze discreet,
ze praat zachtjes en behoedzaam. Ze is nochtans een ster in haar eigen
land: elke Burundees kent Marie-Louise. Toneelschrijfster, actrice,
vertelster, auteur, politica, militante Bekend als een van de belangrijkste
Burundese auteurs stelde ze haar pen en wijze woorden heel vaak ten
dienste van de vrede in haar land.
Ze beleefde de pijnlijke geschiedenis van haar land, de 10 jaar durende burgeroorlog, van dichtbij. Tijdens de oorlog werd mijn man in ons huis aangevallen en voor dood achtergelaten. Nadien moest hij naar Belgi vluchten. Ondertussen moest ik me verstoppen telkens er gevaar dreigde, tot ik mijn man eind jaren '90 in Belgi vervoegde. Ze voegt daaraan toe: Ik leef hier maar mijn ziel is in Burundi. Telkens als ik uitgenodigd word, keer ik terug naar mijn land.
Op de vraag hoe ze van een artieste een militante werd, antwoordt ze: Mijn credo is 'met elkaar praten' want de meeste problemen (Nvdr: etnische confl icten, slachtpartijen) in Burundi worden veroorzaakt door het feit dat we onze gevoelens niet genoeg uiten. Als het er dan uitkomt, ontploft de boel. In onze cultuur 'wenen we in ons binnenste', we kroppen onze frustraties op, we zijn uit op wraak. Met haar toneelgroep speelde Marie-Louise stukken over aids of over geweld tegen vrouwen. Ze is de auteur van en verantwoordelijke voor het op de radio uitgezonden feuilleton Umubanyi niwe muryango (Onze buren zijn onze familie) dat pleit voor tolerantie en etnische verzoening en dat al snel veel bekendheid verwierf in Burundi. Daarna volgden nog een aantal andere feuilletons en nam ze deel aan een vredeskaravaan die in de dorpen fi lms vertoonde om de bevolking tot spreken aan te sporen.
Ze ziet ook wel dat haar land gunstig evolueert: De veiligheid is erop vooruitgegaan, er sterven nog steeds mensen en door de kwetsbaarheid van het grootste deel van de bevolking is de situatie nog lang niet stabiel. Maar ik koester hoop en zie een aantal bemoedigende tekens: de laatste vluchtelingen zijn naar het land teruggekeerd, en zelfs studenten die in Belgi een studiebeurs kregen beslissen na hun studies naar hun land terug te keren.
Toch blijft Marie-Louise zich voor haar land inzetten: Ik ben nog steeds nauw betrokken bij culturele activiteiten ten voordele van Burundi: ik schrijf toneelstukken voor verenigingen. Verleden week was ik met mijn groep volksdansers op de Beau vlo de Ravel (die in oktober in Burundi zal plaatshebben), samen met een Zwitserse vereniging maakte ik een bloemlezing van de schrijvers van de 3 landen (Burundi, Rwanda en Congo). En tot slot wil ik in de toekomst nog een nieuw boek publiceren, een soort historische roman over de geschiedenis van een vrouw tijdens de burgeroorlog.
Twee gezichten van BurundiMarie-Louise en Sybille: twee grote Burundese artiesten. De eerste was getuige van
de pijnlijke geschiedenis van haar land en drukte er haar stempel op; de tweede is
het gezicht van de sterke nieuwe garde, ze is creatief en veelbelovend. Hoewel beide
vrouwen tegenwoordig in Belgi leven, blijft hun blik vol hoop gericht op vrede en
ontwikkeling in hun verre land van herkomst.
Ze is zangeres vanaf haar prilste jeugd. Dan werd ze ook producer en
cineaste Op haar 29e kan Sybille prat gaan op massas ervaring n een
overvloed aan energie.
Ik droom ervan om als zangeres internationale erkenning te genieten, vertrouwt Sybille mij toe. Miriam Makeba, Anglique Kidjio dat zijn vrouwen die hun talent gebruiken om iets te betekenen voor hun land. Ik zie mezelf immers niet alleen in een vertolkende rol: ik droom ervan om de Burundese cultuur ver over de landsgrenzen heen uit te dragen. Daartoe zijn projecten nodig die op een internationale leest zijn geschoeid.
En het blijft niet bij vrome wensen: in Burundi zet Sybille zich in voor de ngo Menya Media, actief in cultuurproductie en gemeenschapsontwikkeling. Om haar doel beter te bereiken, volgde zij hogere studies in dit vakgebied en in november 2011 behaalde
zij een master in audiovisuele productie. Aansluitend producete zij voor Tl Bruxelles de socioculturele uitzending Un Peu de Tous. En nu keer ik terug naar Burundi om me daar toe te leggen op de zuiver cinematografi sche productie, wat zeer moeilijk is omdat de sector in Burundi nog in zijn kinderschoenen staat.
"Ik voel me thuis in Belgi, want ik word hier niet als vreemdelinge beschouwd. Alles bevalt me hier, behalve het weer. Ideaal zou zijn dat ik in Burundi kon wonen en af en toe naar Belgi kon komen voor
opdrachten van bepaalde duur. Momenteel moet ik nog samenwerken met mensen uit het vak om meer ervaring op te doen en om contacten te leggen die mij helpen om de projecten in Burundi op de juiste manier aan te pakken.
Voor Sybille is er immers een heel duidelijke link tussen cultuur en ontwikkeling: Cultuur heeft in de eerste plaats een ontspanningsfunctie: mensen hebben nood aan ontspanning, zeker in mijn land; daarnaast heeft cultuur een economische functie, want zij creert jobs; tot slot heeft cultuur een opvoedende functie: zij brengt boodschappen over, geeft de problemen van een periode weer, zet aan tot nadenken.
En als je het waagt te vragen wat haar plannen zijn, komt er wellicht nooit een eind aan het gesprek! Op het programma: Menya Media verder uitbouwen en nieuwe projecten ontwikkelen, een muziekzender opstarten om de Burundese muziek te promoten en als haar wens uitkomt, een centrum voor audiovisuele vorming openen
Marie-Louise Sybille
Ik zie mezelf immers niet alleen in een vertolkende rol: ik droom ervan om de Burundese cultuur ver over de landsgrenzen heen uit te dragen.
S
yb
ille
Een afl evering van de uitzending die Sybille producete gaat over Marie-Louise. Klik hier:
http://www.telebruxelles.net/portail/emissions/magazines-a-voir-en-ligne/un-peu-de-tous/17902-120212-marie-louise-du-burundi
Sybille is te zien en te horen met haar liedjes GAHUNGA WA NDORE en KARIRE op YouTube.
ELISE PIRSOUL
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 23
-
V an de 12.000 km wegen die Burundi doorkruisen is 2.000 km geplaveid. Het stadsbe-stuur van Bujumbura beheert slechts een vijftigtal km. De 'geklasseerde wegen' (zijnde nationale, gemeentelijke of provinciale wegen) worden normaliter
onderhouden door de Burundese wegen-dienst. De lokale gemeenschappen zijn verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van het niet-geklasseerde wegennet. Door tien jaar burgeroorlog (1993-2002) kwamen bijna alle onder-houdswerken op een laag pitje te staan.
BURUNDI VERNIHet al slecht onderhouden wegennet in Burundi had zwaar
te lijden onder de aanhoudende crisis. Gelukkig is er verbe-
tering in zicht. In de hoofdstad Bujumbura worden de wegen
in de volkswijken opnieuw geplaveid dankzij de fi nancile
hulp van Belgi en de EU. Dat komt niet alleen de hygine
ten goede, maar stelt ook veel mensen te werk.
Sinds 2002 hebben de internationale instellingen de hulpactiviteiten in deze sector hervat. De Wereldbank, de Afri-kaanse Ontwikkelingsbank en Belgi fi nan-cieren de aanleg van geplaveide wegen in de grote steden van het land, zegt Eusbe Miburo, gewezen kaderlid bij het ministe-rie van Openbare Werken. In Bujumbura werd meer dan 40 km wegen hersteld, waarvan 15 km op het conto van de Bel-gische Ontwikkelingssamenwerking. In Kirundo bijvoorbeeld, 200 km ten noor-den van Bujumbura, werd de nationale weg hersteld die door de stad loopt en Burundi met Rwanda verbindt. Daarnaast zullen nog eens 6 km straten geplaveid worden. Alles samen zal het Belgisch Ont-wikkelingsagentschap BTC 21 miljoen euro investeren om de straten in Burundi te verharden.
De bewoners zijn blijOveral in Bujumbura verheugt de bevol-king zich over de geplaveide wegen die sinds 2008 worden aangelegd. De stad heeft letterlijk een gedaanteverande-ring ondergaan, vooral in de volkswij-ken en in de wijken van de voorstad. Het plaveien van de wegen biedt tal van voordelen: Sinds de wegen in Bwiza geplaveid zijn, verloopt het verkeer vlot-ter. Ook zijn de plassen vuil water uit het straatbeeld verdwenen die een broei-haard zijn voor muggen en dus een bron van malaria. De wijk is veel schoner dan vroeger, zegt Ndayahoze, de uitbater van een stalletje op de markt van Jabe in Bwiza. Iedereen heeft het over de betere hygine. Nadat de straten in de Quartier VI van Ngagara werden gepla-veid, is het hier zo schoon dat onze wijk nu de 'Zwitserse wijk' wordt genoemd, zegt Lise Kaneza, een scholiere die in deze wijk woont.
Het werk is zeer arbeidsintensief. Er werden dan ook honderden mensen in dienst genomen om stenen bijeen te rapen, ze in de steengroeve te kappen, er vervolgens de straten mee te plaveien.
Info
sud
/ S
yfi a
24 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
-
IEUWT ZIJNwegennet na de crisisOok de praktische aspecten werden niet uit het oog verloren. De geplaveide wegen zijn zeer duurzaam, tussen dertig en veertig jaar, ze zijn makkelijker in het onderhoud, en ze kunnen worden open- en dichtgemaakt om ondergrondse water- en elektriciteitsleidingen of telefoonkabels te plaatsen. Dan is er nog de snelheidsbe-perking in de woonwijken, vertelt Artur Muhuzenge, wegenbouwdeskundige.
Minder werkloosheid en meer economische bedrijvigheid
Hygine, comfort, maar ook tewerkstel-ling. We stellen vast dat het plaveien van de straten de armoede doen afnemen. Het zorgt immers voor werkgelegenheid en een verdeling van de inkomsten onder de bevol-king, zegt Eusbe Miburo. Als bij toverslag verdween ook het beeld van werkloze jon-geren die de gewoonte hadden om rond te hangen op de ligalas ('straathoek' of 'onder de mangoboom'), omdat ze nu aan het werk zijn. Het werk is zeer arbeidsintensief. Er werden dan ook honderden mensen in dienst genomen om stenen bijeen te rapen, ze in de steengroeve te kappen, er vervol-gens de straten mee te plaveien, enzovoort, zegt een leider van de werkzaamheden in Kamenge. Keerzijde van de medaille: werk, jawel, maar wel precair werk. De 'verminde-ring van de armoede' is relatief. "Bedrij-ven doen vaak een beroep op dagloners die per opdracht of voor korte periodes, gaande van enkele dagen tot een maand, in dienst worden genomen", zegt Anicet Niyuhire, die meewerkte aan het plaveien van de straten in Bwiza. Hetzelfde geldt voor de meeste arbeiders die in de steen-groeven rond Bujumbura werden in dienst genomen. Weinig gewetensvolle onder-nemers of hun tussenpersonen maken mis-bruik van de armoede van de arbeiders, ook al hebben deze zich verenigd, door de prijs van de stenen zo laag mogelijk te hou-den, zegt Gervais Ndayongeje, een van de arbeiders.
De bevolking betaalt meeMaar deze werkzaamheden leiden niet alleen tot werkgelegenheid. Om te garanderen dat de wegen zo goed mogelijk
onderhouden worden, moeten we de straat-bewoners betrekken bij de bouw en het onderhoud van wegen en paden. Zo doen ze de know how op en eigenen ze zich de openbare nutsinfrastructuur toe, zegt een gemeenteraadslid van Cibitoke, een gemeente van Bujumbura.Deze toe-eigening kan worden tot stand gebracht door van de bevolking een fi nan-cile bijdrage te vragen. Na een oproep van het stadsbestuur van Bujumbura en van BTC, zonden de lokale media op 19 april jongstleden een spotje uit waarin de inwoners van Kinama, Kamenge en Cibi-toke (noorden van Bujumbura) worden opgeroepen een centje bij te dragen aan de werken die in hun wijk worden uitge-voerd. Verwacht bedrag: 30.000 Burun-dese francs per gezin, of zowat 20 dollar. Deze bijdrage werd altijd al gevraagd in de wijken waar de straten worden ver-nieuwd. Op die manier proberen we de bevolking van die wijken aan te sporen om zich deze infrastructuur toe te eigenen.
De bijdrage wordt geraamd op basis van de middelen van de persoon in kwestie en van de standing van de wijk waar de werken worden uitgevoerd, zegt een administratief verantwoordelijke van de gemeente Kinindo.De werkzaamheden bieden nog een ander voordeel: een einde maken aan de nogal chaotische ontwikkeling van Bujumbura dat almaar meer uitbreidt. Tijdens de werkzaamheden werden som-mige huizen afgebroken die bijna midden in de straat waren opgetrokken, om plaats te maken voor de nieuwe weg zodat het verkeer vlotter zou verlopen en de weg makkelijker kan worden onderhouden. Dat is dan ook de reden waarom in de nieuwe wijken aan de rand van de stad voldoende plaats voor de wegen wordt voorzien, verklaart Salvator Ndayiro-rere, burgerlijk ingenieur.
SILVRE HICUBURUNDI
Info sud Belgique-Syfi a Grands-Lacs
Info
sud
/ S
yfi a
BURUNDI EN RWANDA
50 JAARONAFHANKELIJK
dimensie 3 I MEI-JUNI-JULI 2012 25
-
E nkele jaren geleden was Oliver DeWolf zelf student 'Industri-eel productontwerpen' aan de Hogeschool West-Vlaanderen (Howest). Voor zijn eindwerk trok hij, samen met zijn vriendin-antropologe, naar Peru. Hij werkte er rond hernieuw-bare energie en gezond wonen. Een eye-opener, zegt De Wolf. We merkten dat een ontwerper levensverbeterende oplossingen kan bedenken door nauw samen te werken met de lokale gemeen-schap (co-creatie). De combinatie van een ontwerper met een antropologe was daarbij een match made in heaven!Cruciaal is dat je de noden en de gebrui-ken van de plaatselijke bevolking goed kent. En dat je weet welke materialen en kennis er ter beschikking is. De Wolf: Neem het voorbeeld van een couveuse. Het lijkt een geavanceerd toestel. Vaak wordt het ingevoerd. Maar overal rijden autos. Kunnen we geen couveuse maken met auto-onderdelen? Het bleek mogelijk dankzij de Toyota-couveuse. De koplamp zorgt voor warmte, het alarmsysteem kan ingebouwd worden enzovoort. De kost is minder dan 1000 euro en het toestel kan overal hersteld worden.Bedrijven, ngos, 4de pijlerorganisaties en lokale overheden zijn vaak op zoek naar vernieuwende en duurzame oplossin-gen voor mensen in het Zuiden. Alleen zijn ze te weinig op de hoogte van wat een industrieel (product)ontwerper
allemaal kan. Daarom stelde DeWolf een pilootproject voor binnen Howest: Design for Impact. In september 2011 gaf hij het startschot.Ondertussen toverden de studenten al heel wat creatieve ontwerpen uit de koker. En dat allemaal op vraag van diverse bedrijven en organisaties (zie voorbeelden). DeWolf is een tevreden man. We zitten op de goede weg met onze innovatie die gedreven wordt door menselijke noden in plaats van door technologie. En meteen is aangetoond dat een technisch beroep allerminst saai hoeft te zijn. Design for Impact kan
zijn creativiteit botvieren om duurzame oplossingen te vinden voor heel con-crete noden in het Zuiden. Design kan dus een sociale impact hebben. Open, sociaal, lokaal geproduceerd, kennisuit-wisseling en co-creatie, op maat en duur-zaam design, dat is waar het project om draait.
CHRIS SIMOENS
Creatieve studenten in Kortrijk bedenken producten in samenwerking met
het Zuiden. Initiatiefnemer Oliver DeWolf doopte het pilootproject Design for
Impact. Bedrijven en ngos hebben er oor naar.
DESIGNIMPACT
FOR
ONLINEwww.designforimpact.be
design-for-impact.blogspot.com
DESIGN
Open, sociaal, lokaal
geproduceerd,
kennisuitwisseling en
co-creatie, op maat en
duurzaam design, dat
is waar het project
om draait.
OLIVER DEWOLF
26 MEI-JUNI-JULI 2012 I dimensie 3
-
Via de stedenband Kortrijk-
Cebu zocht de Filippijnse ngo
Pagtambayayong Foundation een goedkope en herbruikbare
verpakking waarmee klanten
biologisch geteelde rijst en
andere voedingsmiddelen naar
huis kunnen nemen. Student
Floris Ampe ontwierp hiervoor
een emmertje. De emmer zelf
is een hergebruikte verpakking
van mayonaise en yoghurt. De
handvaten worden geweven
uit afval van stickerpapier.
Momenteel is er een testfase. De
ngo verkoopt 200 stuks om te zien