Definitief Bijlagerapport Muurplanten
-
Upload
nienke-torensma -
Category
Documents
-
view
351 -
download
4
Transcript of Definitief Bijlagerapport Muurplanten
Definitief
Leeuwarden, januari 2016
Nienke Torensma
Muurplanten in de stad
Een gezamenlijke aanpak om de
muurplanten in kaart te brengen
voor een betere bescherming
Colofon
Bijlagerapport:
Muurplanten in de stad
Een gezamenlijke aanpak om de muurplanten in kaart brengen
voor een betere bescherming
Omslagfoto:
Een oude muur in het centrum van Nijmegen
met o.a. de beschermde tongvarens
Foto’s rapportage:
Nienke Torensma (tenzij anders vermeld)
Auteur:
Nienke Torensma
student nummer: 150111270601
email: [email protected]
Opleiding:
Milieukunde, major Natuur en Milieu
Onderwijsinstelling:
Van Hall Larenstein Leeuwarden
Begeleiding:
Astrid Valent & Mareie de Jong
Opdrachtgever:
RAVON, afdeling FLORON
Begeleider:
L.B. Sparrius
Website:
www.floron.nl/muurplanten
Datum: 29 januari 2016
© Dit rapport is gebaseerd op het door FLORON uitgeroepen ‘Jaar van de muurplanten’.
Teksten mogen alleen worden overgenomen met de juiste bronvermelding.
Inhoudsopgave
Bijlage 1: Lijst met typische muurplanten en karakteristieke muurbegeleiders ........................ 4
Bijlage 2: De diepte-interviews per belangengroep .................................................................. 9
Bijlage 3: Beoordeling van de steden ...................................................................................... 17
Bijlage 4: Situatiebeschrijving per onderzoekstad .................................................................. 22
Bijlage 5: De uitgewerkte motivaties en ervaringen per situatie en per belangengroep. ........ 35
Bijlage 6: Uitleg van de onderdelen van de methodieken van steden ..................................... 44
Bijlage 7: De uitgewerkte methodieken van steden ................................................................ 46
Bijlage 8: Visie en beleid van de casegebieden ....................................................................... 50
Bijlage 9: Drijfveer, motieven en ervaringen uit Amsterdam ................................................. 53
Bijlage 10: Drijfveer, motieven en ervaringen uit Den Haag .................................................. 58
Bijlage 11: Drijfveer, motieven en ervaringen uit Nijmegen .................................................. 63
Bijlage 12: Inventarisatie methodieken per casegebied .......................................................... 66
Bijlage 13: Scoringstabel ......................................................................................................... 68
Bijlage 14: Extra de Zoekkaart Muurplanten van FLORON .................................................. 71
4
Bijlage 1: Lijst met typische muurplanten en karakteristieke
muurbegeleiders
Typische muurplanten:
Steenbreekvaren Tongvaren Schubvaren
Blaasvaren Zwartsteel Groensteel
Rechte driehoeksvaren Genaalde streepvaren Muurvaren
Pijlscheefkelk Muurbloem Muurleeuwenbek
Grote leeuwenbek Gele helmbloem Geelwitte helmbloem
Klein glaskruid Muurfijnstraal Stengelomvattend
havikskruid
Muurhavikskruid Stijf hardgras Plat beemdgras
Karakteristieke muurbegeleiders:
Mannetjesvaren Wijfjesvaren Smalle stekelvaren
Gewone eikvaren Gebogen driehoeksvaren Stijve naaldvaren
Zachte naaldvaren Adelaarsvaren Koningsvaren
Moerasvaren IJzervaren Smal venushaar
Rode spoorbloem Tripmadam Muurpeper
Muursla Stinkende gouwe Liggend vetmuur
Kandelaartje Vijg Vlinderstruik
Knolsteenbreek Grasklokje Kluwenhoornbloem
Vroegeling Wolfspoot Gewone hoornbloem
Moederkruid Marjoleinbekje Halsbloem
5
Foto’s van de typische muurplanten
Steenbreekvaren
Tongvaren
Schubvaren Blaasvaren
Zwartsteel Groensteel (© Peter Wetzels)
6
Rechte driehoeksvaren (©Michiel van Vliet)
Genaalde streepvaren (© Kim Lotterman)
Muurvaren
Pijlscheefkelk
Grote leeuwenbek
7
Muurleeuwenbek Muurbloem
Gele helmbloem
Geelwitte helmbloem
Klein glaskruid
Muurfijnstraal
8
Stengelomvattend havikskruid
Muurhavikskruid (© Niels Eimers)
Stijf hardgras (© Ton Denters)
Plat beemdgras
9
Bijlage 2: De diepte-interviews per belangengroep
1. Diepte-interview voor vrijwilligersgroepen
Dit is een diepte-interview met open vragen over het onderwerp muurplanten in de stedelijke
omgeving. De nadruk van het interview ligt op de meningen, motivaties, ervaringen en ideeën
van de belangengroepen. Elk antwoord is acceptabel en is waardevol voor het kwalitatief
onderzoek. Het kan voorkomen dat een bepaalde vraag niet te beantwoorden valt, dan zal dit
worden geaccepteerd door de onderzoeker. De gegevens worden uitsluitend voor het
kwalitatieve afstudeeronderzoek gebruikt en de meningen worden anoniem en vertrouwelijk
hierin verwerkt en gepresenteerd.
De thema’s met de vragen
1. Muurplanten in de stad
a) Kun je iets vertellen over jullie vrijwilligersgroep en wat jullie doelstelling (drijfveer) is?
b) Is er aandacht voor muurplanten binnen jullie vrijwilligersgroep?
c) Wat vinden jullie van de huidige omgang van muurplanten in de stedelijke omgeving?
d) Wat doen jullie zelf met het thema muurplanten in de stedelijke omgeving?
2. Muurplanten initiatieven
a) Welke muurplanteninitiatieven zijn er in de stad en wat is jullie bijdrage bij deze
initiatieven?
b) Met welke methodiek zijn de initiatieven, met name de muurplanteninventarisaties
uitgevoerd?
c) Wat is jullie motief (belang) om muurplanteninitiatieven uit te voeren of om er betrokken
bij te willen zijn?
d) Welke ervaringen hebben jullie bij de muurplanteninitiatieven?
3. FLORON
a) Kennen jullie FLORON en waarvan?
b) Hoe zien jullie FLORON als organisatie?
4. Communicatie
a) Met wie hebben jullie contact bij de muurplanteninitiatieven?
10
b) Hebben jullie behoefte aan contacten of samenwerking met andere belangengroepen bij
initiatieven?
c) Wat verwachten jullie van FLORON op het gebied van communicatie?
5. Het landelijk meetnet muurplanten
a) Wat gebeurt er met de gegevens uit de muurplanteninventarisaties?
b) Hebben jullie behoefte aan een standaard methode voor het inventariseren van
muurplanten?
d) Zouden jullie bereid zijn om de gegevens ter beschikking te stellen voor het landelijk
meetnet muurplanten?
e) Hoe kan FLORON de vrijwilligersgroepen in de stad betrekken bij het landelijk meetnet?
6. Afsluitende vraag
a) Wat vinden jullie van het idee om in het najaar een landelijke muurplantenbijeenkomst te
organiseren?
Ruimte voor opmerkingen en vragen
Als er opmerkingen en vragen zijn over dit interview of over het onderzoek, dan hoor ik dat
graag!
Dankwoord
Dank voor je of jullie tijd voor het
afnemen van dit interview, zodat de
vragen en eventuele doorvragen
beantwoord konden worden.
De verwerkte gegevens worden na dit
interview naar jullie opgestuurd, zodat er
geen foutief beeld ontstaat van de
werkelijke situatie, waar mijn conclusies
op gebaseerd worden.
Met vriendelijke groet,
Nienke Torensma
11
2. Diepte-interview voor gemeenten
De thema’s met de vragen
1. Muurplanten in de stad
a) Waar staan jullie als gemeente voor met betrekking tot het stedelijk groen?
b) Is er aandacht voor muurplanten binnen de gemeente?
c) Welke kijk heeft de gemeente op de huidige omgang van de muurplanten in de stedelijke
omgeving?
d) Wat doet de gemeente met het thema muurplanten in de stedelijke omgeving?
2. Muurplanten initiatieven
e) Welke muurplanteninitiatieven zijn er in de stad en treedt de gemeente hierbij als
initiatiefnemer op?
f) Met welke methodiek zijn de initiatieven, met name de muurplanteninventarisaties
uitgevoerd?
g) Welke interne partijen zijn er betrokken bij de muurplanteninitiatieven?
h) Wat is het motief (belang) van de gemeente om muurplanteninitiatieven uit te voeren of te
ondersteunen?
i) Welke ervaringen heeft de gemeente bij de muurplanteninitiatieven?
3. Stadsecoloog
a) Hoe is de stadsecoloog betrokken bij de muurplanteninitiatieven?
b) Wat is voor de stadsecoloog de voornaamste reden (motivatie) om de muurplanten in de
stad te gaan inventariseren?
c) Wat zijn de ervaringen van de stadsecoloog bij de muurplanteninventarisaties?
4. Beheerder van de begroeide (grachten)muren
a) Hoe is de beheerder van de (grachten)muren betrokken bij de muurplanteninitiatieven?
b) Wat is voor de beheerder de voornaamste reden waarom er aandacht wordt besteed aan
muurplanten door middel van het uitvoeren van inventarisaties?
c) Wat zijn de ervaringen van de beheerder bij de muurplanteninitiatieven in de stad?
12
5. FLORON
c) Kent de gemeente FLORON en waarvan?
d) Hoe zien jullie FLORON als organisatie?
6. Communicatie
f) Met welke partijen heeft de gemeente contact over muurplanteninitiatieven en welke
partijen zijn er daadwerkelijk betrokken bij de initiatieven?
g) Hebben jullie behoefte aan contact en of samenwerking met andere belangengroepen bij
initiatieven?
h) Wat verwachten jullie van FLORON op het gebied van communicatie?
7. Het landelijk meetnet muurplanten
c) Wat gebeurt er met de gegevens uit de muurplanteninventarisaties?
d) Heeft de gemeente behoefte aan een standaard methode voor het inventariseren van
muurplanten?
e) Is de gemeente bereid om de gegevens ter beschikking te stellen voor het landelijk
meetnet van FLORON, zodat het bijdraagt aan de verrijking van landelijk gegevens over
muurplanten?
f) Hoe kan FLORON de gemeente betrekken bij het landelijk meetnet?
8. Afsluitende vraag
b) Wat vinden jullie van het idee om in het najaar een landelijke muurplantenbijeenkomst te
organiseren?
Ruimte voor opmerkingen en vragen
Als er opmerkingen en vragen zijn over
dit interview of over het onderzoek, dan
hoor ik dat graag!
13
3. Diepte-interview voor adviesbureaus
De thema’s met de vragen
1. Muurplanten in de stad
a) Waarom wordt jullie adviesbureau betrokken bij het thema muurplanten in de stad?
b) Wat vinden jullie van de huidige omgang van muurplanten in de stedelijke omgeving?
c) Wat doen jullie precies met het thema muurplanten in de stedelijke omgeving?
2. Muurplanten initiatieven
j) Voor welke muurplanteninitiatieven zijn jullie gevraagd om uit te voeren of om te
ondersteunen?
k) Met welke methodiek zijn de initiatieven, met name de muurplanteninventarisaties
uitgevoerd?
l) Wat is jullie motief (belang) om muurplanteninitiatieven uit te voeren of om er betrokken
bij te willen zijn?
m) Welke ervaringen hebben jullie bij de muurplanteninitiatieven?
3. FLORON
e) Kennen jullie FLORON en waarvan?
f) Hoe zien jullie FLORON als organisatie?
4. Communicatie
i) Welke andere belangengroepen zijn er betrokken bij de muurplanteninitiatieven?
j) Wat verwachten jullie van FLORON op het gebied van communicatie?
5. Het landelijk meetnet muurplanten
g) Wat gebeurt er met de gegevens uit de muurplanteninventarisaties?
h) Hebben jullie behoefte aan een standaard methode voor het inventariseren van
muurplanten?
i) Zijn jullie bereid om gegevens ter beschikking te stellen voor het landelijk meetnet van
FLORON, zodat het bijdraagt aan de verrijking van landelijk gegevens over muurplanten?
14
j) Hoe kan FLORON de adviesbureaus betrekken bij het landelijk meetnet?
6. Afsluitende vraag
c) Wat vinden jullie van het idee om in het najaar een landelijke muurplantenbijeenkomst te
organiseren?
Ruimte voor opmerkingen en vragen
Als er opmerkingen en vragen zijn over
dit interview of over het onderzoek, dan
hoor ik dat graag!
15
4. Diepte-interview voor waterschappen
De thema’s met de vragen
1. Muurplanten in de stad
d) Is er aandacht voor muurplanten binnen het waterschap?
e) Welke kijk heeft het waterschap op de huidige omgang van muurplanten in de stedelijke
omgeving?
f) Wat doet het waterschap precies met het thema muurplanten in de stedelijke omgeving?
2. Muurplanten initiatieven
n) Welke muurplanteninitiatieven zijn er in de stad en is het waterschap hierbij betrokken?
o) Met welke methodiek zijn de initiatieven, met name de muurplanteninventarisaties
uitgevoerd?
p) Wat is het motief (belang) het waterschap om betrokken te zijn bij de
muurplanteninitiatieven?
q) Welke ervaringen heeft het waterschap bij de muurplanteninitiatieven?
3. FLORON
g) Kennen jullie FLORON en waarvan?
h) Hoe zien jullie FLORON als organisatie?
4. Communicatie
k) Met welke andere belangengroepen heeft het waterschap contact als het gaat over de
muurplanteninitiatieven?
l) Heeft het waterschap behoefte aan contacten of samenwerking met andere
belangengroepen bij de initiatieven?
m) Wat verwachten jullie van FLORON op het gebied van communicatie?
5. Het landelijk meetnet muurplanten
k) Wat gebeurt er met de gegevens uit de muurplanteninventarisaties?
l) Heeft het waterschap behoefte aan een standaard methode voor het inventariseren van
muurplanten?
16
m) Is het waterschap bereid om de gegevens ter beschikking te stellen voor het landelijk
meetnet muurplanten?
n) Hoe kan FLORON het waterschap betrekken bij het landelijk meetnet?
6. Afsluitende vraag
d) Wat vinden jullie van het idee om een landelijke muurplantenbijeenkomst te organiseren?
Ruimte voor opmerkingen en vragen
Als er opmerkingen en vragen zijn over
dit interview of over het onderzoek, dan
hoor ik dat graag!
17
Bijlage 3: Beoordeling van de steden Op basis van kenmerken van de muurplanteninitiatieven in de stad met daarbij de afwegende
opmerkingen om tot de keuze te komen van de drie casegebieden.
Een stad met:
Initiatief-
groep 1
( I: gemeente of
provincie
U: stadsecoloog,
adviesbureau,
waterschap of
vrijwilligersgroep/
NME-organisatie/
muurplantenexpert)
Huidige
muurplanten
initiatieven
Toegankelijke
gegevens voor
iedereen
Eigen
gehanteerde
methodiek bij
muurplanten-
inventarisaties
Afwegende
opmerkingen
Het
case-
gebied
Amersfoort + - -
Een ervaren stad
waarin vele
historische
initiatieven
werden
uitgevoerd.
In de literatuur is
te vinden dat er in
de zomermaanden
speciale
muurplanten
vaartochten
worden gehouden
(NME-initiatief).
Breda - + +
Een gemotiveerde
stad, waarin
vrijwilligers-
groepen de
stadsplanten in
kaart brengen,
waarvan
muurplanten een
onderdeel zijn. Er
is geen echt
muurplanten-
initiatief bekend in
Breda.
18
Den Haag + - -
De meest
gedreven stad,
waarin
belangengroepen
in de toekomst
initiatieven wil
gaan uitvoeren
aan de hand van
ervaringen van
andere steden.
X
Gouda + + +
De ecoloog van
Cyclus bv.
(voormalig
stadsecoloog van
Gouda) voert al
jarenlang in zijn
eentje de
muurplanten-
initiatieven uit.
’s-Hertogenbosch - - -
Een stad waar
geen initiatieven
meer plaatsvinden,
omdat de
inventariserende
vrijwilligersgroep
is opgeheven.
Maastricht - - -
Een historische
stad met vele oude
vestingwerken
waar beschermde
muurplanten en de
muurhagedis op
voorkomen. Uit de
literatuur zijn
alleen historische
uitgevoerde
initiatieven
bekend.
Rotterdam + - +
Een stad met een
ervaren
organisatie,
Bureau
Stadsnatuur
Rotterdam die de
muurplanten-
inventarisaties in
de stad uitvoert.
19
Tilburg + - +
Gemotiveerde
stad, waarin
vrijwilligers-
groepen dit jaar
zijn begonnen met
het uitvoeren van
muurplanten-
inventarisaties in
de stad.
Utrecht + + +
Een ervaren stad
met één
muurplantenexpert
(Ecologisch
Adviesbureau
Maes), die alle
initiatieven
uitvoert in Utrecht,
maar ook in
andere steden.
Valkenburg - - -
Een stad met veel
beschermde
muurplanten. Door
het afgeronde
herstel- en
restauratieproject
zijn vele
muurplanten
verdwenen en is
het een uitdaging
om de
rijkbegroeide
muren terug te
krijgen.
Zoetermeer + - -
Een stad met
weinig locaties
met (beschermde)
muurplanten en er
zijn geen huidige
initiatieven in de
literatuur bekend.
20
Een stad met:
Initiatief-
groep 2 (I:
vrijwilligersgroep,
muurplantenexpert
of NME-organisatie
U:
vrijwilligersgroep,
muurplantenexpert
of NME-organisatie
(de gemeente is op
de hoogte en steunt
het initiatief)).
huidige
muurplanten
initiatieven
(gratis)
toegankelijke
gegevens voor
derden
een in de
literatuur
bekende
gehanteerde
methodiek
Afwegende
opmerkingen
Het
case-
gebied
Amsterdam + + +
De meest ervaren
stad met vele
initiatieven en
met een effectief
muurplanten-
netwerk.
X
Delft + + +
Een gemotiveerde
stad, met
varendeskundigen,
waardoor er enkele
inventarisatie-
rapporten zijn
uitgebracht over
alleen de
gevonden
varenssoorten op
de muren van
Delft.
Haarlem - - -
De stad is
betrokken bij de
muurplanten-
werkgroep Noord-
Holland.
Daarnaast is het in
muurplanten
gespecialiseerd
adviesbureau B&d
Natuuradvies
gevestigd in
Haarlem.
21
Hoorn + - -
In de stad is de
vrijwilligersgroep
actief met
muurplanten en
geven ook
muurplanten-
excursies om
muurplanten in
kaart te brengen.
Een stad met:
Initiatief-
groep 3
(Geen
initiatiefnemer.
Muurplanten-
gegevens worden
wel verkregen door
actieve op zichzelf
staande vrijwilligers
of door quickscans
van de gemeente.
Er is geen
samenwerking
tussen gemeente,
vrijwilligers en
NME-organisaties.
huidige
muurplanten
initiatieven
(gratis)
toegankelijke
gegevens voor
derden
een in de
literatuur
bekende
gehanteerde
methodiek
Afwegende
opmerkingen
Het
case-
gebied
Nijmegen - - -
Een kansrijke
stad, waar geen
initiatieven
bekent zijn, maar
wel veel
vrijwilligers en
NME-
organisaties
actief zijn.
X
Zwolle - - -
Er zijn in de
literatuur geen
initiatieven
bekend. Er zijn in
Zwolle wel kansen
voor de
muurplanten in
deze stad.
22
Bijlage 4: Situatiebeschrijving per onderzoekstad
Elke stad die meegenomen is in het verkennend onderzoek zijn muurplanteninitiatieven
aanwezig of kort geleden aanwezig geweest. Bij elke stad wordt een muurplanteninitiatief of
worden muurplanteninitiatieven met een bepaald doel beschreven, waaruit blijkt dat er
betrokkenheid is van diverse belangengroepen in de desbetreffende stad.
Situatie Amersfoort
In Amersfoort wordt er veel aandacht besteed aan muurplanten door de gemeente Amersfoort,
het IVN Amersfoort, Waterlijn en de KNNV afdeling Amersfoort. Er zijn in Amersfoort
muurplanteninitiatieven met diverse doelen. De belangrijkste drie doelen zijn het in kaart
brengen van de muurflora, het beschermen en behouden van de muurplanten en
natuureducatie over de muurplanten en het bijbehorend biotoop.
De inventarisaties van de muurplanten op de Amersfoortse grachtenmuren zijn al vrij vroeg
begonnen, namelijk de NJN inventariseerden de muurplanten actief op de grachtenmuren in
de jaren ’60 (Beylsmit en maten, 1965). De gemeente Amersfoort heeft de laatste jaren meerdere
malen de muurplanten geïnventariseerd (van Assema, 2004, van Assema, 2007 en van Assema, 2011).
De ontwikkeling van de beschermde muurplanten worden bijgehouden en de
geïnventariseerde gegevens worden opgenomen in de gemeentelijke natuurdatabase.
Bij herstel- en renovatieprojecten van (grachten)muren wordt er rekening gehouden met
muurplanten (soort mortel, steensoort en vochttoestand) en gebruik gemaakt van de
gemeentelijke natuurdatabase, om te kijken of er beschermde muurplanten aanwezig zijn. Er
wordt door de gemeente of door gespecialiseerde adviesbureaus (bv. Ecologisch adviesbureau
Maes, Ecogroen Advies en Bureau Viridis) voorafgaand aan dergelijke herstel- en
renovatieprojecten een ecologische quickscan uitgevoerd en/of een advies gerapporteerd,
zoals bij de Havik in de binnenstad van Amersfoort (Maes, 2008), met als doel om de
muurplanten te beschermen en te behouden.
Vrijwilligers van het IVN Amersfoort en de KNNV afdeling Amersfoort dragen bij aan de
bescherming en behouden van de kademuren met muurplanten door in juni samen met
Waterlijn de kademuren vrij te houden van opslag van zaailingen van houtige gewassen (IVN
Amersfoort, 2014). Zaailingen van jonge boompjes tasten met hun wortels de grachtenmuren
aan.
De KNNV afdeling Amersfoort voert van tijd tot tijd planteninventarisaties uit in opdracht
van de gemeente Amersfoort. Voor muurplanten is er in 2014 een inventarisatie uitgevoerd
van muurvarens in de grachten van de nieuwbouwwijk in Amersfoort Vathorst – De Laak met
behulp van een varendeskundige, werkzaam bij Naturalis (de Wilde, 2015). Uit dit onderzoek
bleek dat er op één locatie na, er nergens muurvarens voorkwamen. Om dit te verklaren is er
door een enthousiaste vrijwilliger van de KNNV afdeling Amersfoort een nader onderzoek
gestart. Een onderzoek naar de constructie van de kademuren, de samenstelling van de mortel
en de aansluiting op een bepaald terrein (de Wilde, 2015).
NME-initiatieven komen voornamelijk van het IVN Amersfoort. In het verleden, januari 2002
hebben de gemeente Amersfoort en het IVN Amersfoort een wandelingenboekje uitgegeven,
genaamd ‘Van Monnikendam tot Tripmadam’ over de muurbegroeiingen en historische
plekjes van de oude binnenstad (Poppe en van Assema, 2002). Het IVN heeft speciaal een geo-
wandeling langs de muurplanten (www.my.viewranger.com) en soms worden oude stadsmuren
(15de eeuw) meegenomen in een IVN stadswandeling. In het boek Natuur in Nederland wordt
specifiek een hoofdstuk besteed aan de stadsnatuur van Amersfoort, waarin de muurplanten
op de grachtenmuren worden beschreven (Berendse, F., 2011).
23
Als laatste worden er in de zomermaanden elke twee weken speciale vaartochten langs de
muurplanten georganiseerd door Waterlijn. Het thema van zo’n boottocht heet ‘Natuur op de
kademuur’. Een gids van Waterlijn, bijgeschoold door de gemeente Amersfoort en KNNV
afdeling Amersfoort, vertelt de toeristen over de bijzondere flora op de kademuren
(www.amersfoort-rondvaarten.nl). De grachtenmuren worden door de ‘groene schippers’ (meestal
ook vrijwilliger van IVN of de KNNV) vooraf aan deze speciale vaartochten geïnspecteerd op
de aanwezige muurplanten, zodat er een beeld wordt verkregen waar welke planten staan.
Deze inspectie wordt niet vastgelegd als een echte inventarisatie.
Situatie Breda (www.stadsplantenbreda.nl)
Een muurplanteninitiatief heeft in Breda nog niet plaatsgevonden, maar met een initiatief om
alle stadsplanten in kaart te brengen zijn alle muurplanten meegenomen.
Dit stadsplanteninitiatief is uitgevoerd in de jaren 2010-2014 door het IVN Mark & Donge en
de KNNV afdeling Breda in opdracht van de gemeente en onder de naam Werkgroep
Stadsplanten Breda. Het resultaat is een complete lijst aan stadsplanten in Breda in de periode
2010-2014 en een publicatie genaamd De Stadsplanten van Breda, dat is uitgebracht in
november 2013 (van Diemen et al., 2013). Wat betreft typische muurplanten zijn er exemplaren
gevonden van steenbreekvaren, muurvaren, tongvaren, zwartsteel, gele helmbloem, klein
glaskruid, muurleeuwenbek en muurfijnstraal. Verder is er gekeken in kelderputten en zijn er
varens als tongvaren, lintvaren, mannetjesvaren en wijfjesvaren gevonden. Tijdens de
inventarisatiewerkzaamheden zijn er ondertussen ook stadswandelingen (3x per jaar) en
lezingen (4x per jaar) gehouden over de stadsplanten. Als laatste wordt er in Breda rekening
gehouden met muurplanten bij herstel- en renovatieprojecten. Bij een bepaald
renovatieproject is er rekening gehouden met de aanwezige steenbreekvarens en bij een
tweede project, namelijk het slopen van een complex, wordt er rekening gehouden met de
vele aanwezige muurvarens op dat complex.
Situatie Delft
In Delft is er vanuit de gemeente Delft en vanuit de vrijwilligersgroep de KNNV afdeling
Delfland aandacht en interesse voor de muurplanten, met name in varens die op de muren
groeien. In de stad Delft staan twee doelen centraal, namelijk het inventariseren van
muurplanten en het beschermen en behouden van de muurplanten in de stad.
Grachtenmuren en bruggen in het centrum van Delft worden al sinds 1989 muurplanten
geïnventariseerd door muurplantenexperts van de KNNV afdeling Delfland. Eens in de vijf
jaar voert de KNNV afdeling Delfland een grote muurplanteninventarisatie uit. In de jaren
1989/1990 zijn (van Poelgeest en de Vries, 1991), 1994 (Visser, 1994), 1999 (van der Ham, 2000), 2004
(KNNV afdeling Regio Delft, 2004), 2009a en 2009b (a: van der Ham, 2009 en b: van der Ham, 2010) en
2014 (Nonhof en van der Ham, 2014) zijn er muurplanteninventarisaties geweest in de Delft. In de
inventarisatierapporten van 2000 en 2009a komen alleen de muurvarens aanbod en niet de
muurflora.
Uit de laatste inventarisatie is gebleken dat de muurplanten in het centrum van Delft en in
Tu-noord het erg goed doen, want ondanks de regelmatige herstel- en
renovatiewerkzaamheden nemen de aantallen en soorten muurplanten toe in Delft (Nonhof en
van der Ham, 2014).
In Delft wordt er onderscheid gemaakt in inwonende muurplanten, die voorkomen in het
verweerd materiaal (scheuren in het metselwerk) van de bakstenenmuren en in muurplanten
die voorkomen in een aanhangende zode op de kadewanden (figuur 1). Bij de laatste vorm
zorgt het regenwater voor voedingsmateriaal (zand, stof etc.), dat tot een centimeter dik (een
24
zode) kan blijven hangen op de muur. Begroeiing van mos is vaak het eerste wat zich op deze
zode bevestigd en kan daarna plaats maken voor pionier muurplanten (zoals: muurvaren en
muurleeuwenbek).
De gemeente Delft is de laatste jaren betrokken bij de inventarisaties. De inventarisaties in het
jaar 2009 en 2011 zijn in opdracht van de gemeente Delft uitgevoerd door de KNNV afdeling
Delfland.
De gemeente Delft heeft in het jaar 2005 een Beschermingsplan Muurplanten opgesteld,
waarin regels zijn opgenomen over hoe de gemeente met haar muurplanten omgaat (Gemeente
Delft, 2005). Er zijn maatregelen opgesteld om bij herstel- en renovatieprojecten met name van
kademuren en brugconstructiemuren rekening te houden met het behoud van de unieke
muurflora in Delft. Aan de hand van het Beschermingsplan Muurplanten wordt er geprobeerd
om zoveel mogelijk muurplanten te behouden op dezelfde plek en als dat niet mogelijk is
wordt er geprobeerd om de muurplanten op een juiste manier over te verplaatsten naar een
ander geschikte groeiplek. Een voorbeeld van een succesvolle overplaatsing is van een
keermuur in de TU wijk. Tongvarens zijn van deze keermuur overgeplaatst naar het
milieucentrum (Nonhof en van der Ham, 2014).
De plekken met bijzondere muurplanten worden doorgegeven aan de stadsecoloog van de
gemeente Delft, die verantwoordelijk is voor het groenbeleid in de stad. De stadsecoloog
besteed via publicaties, interviews, blogs en twitter aandacht aan de muurplanten in Delft.
Als laatste heeft de KNNV afdeling Delfland een rapport opgesteld over het
muurplantenbiotoop en vergelijkingen gemaakt met de muurplantenbiotopen van andere
steden (Amsterdam, Rotterdam en Leiden) om te komen tot een geschikte aanpak voor het
beheer en onderhoud van het biotoop (Van der Ham en Nonhof, 2010). Met deze rapportage en met
de conclusies uit de eerdere inventarisaties wordt er in Delft door de KNNV afdeling Delfland
gewerkt met een streefbeeld muurflora (Nonhof, 2013).
Situatie Gouda
In de stad Gouda worden de muurplanten in opdracht van de gemeente al jaren lang
geïnventariseerd. Vanaf 1991 worden de muurplanten om het jaar in kaart gebracht (Cyclus,
2013). Het inventariseren van muurplanten en adviseren over het toekomstig beheer dat past
bij de situatie van de muurplanten wordt gedaan door een ecoloog van Cyclus en is een
Figuur 1: Het Klein glaskruid is een inwonende muurplant, doordat de plant groeit in een scheur van de muur.
De meerdere Zwartstelen groeien in een aanhangende zode (op een laagje mos) op de kademuur.
25
voormalig stadsecoloog van de gemeente Gouda. Cyclus werkt voor bedrijven en overheden
aan een schone, hele en veilige leefomgeving (www.cyclusnv.nl).. Sinds de jaren ’90 wordt er
door de gemeente Gouda gewerkt met beleid voor muurplanten en worden begroeide muren
niet meer schoongespoten (chemisch of met de hoge druk). Het inventariseren is nodig voor
de herstel- en renovatieprojecten die tegenwoordig nog lopen aan kademuren en bruggen in
het centrum van de stad.
De ecoloog inventariseert en rapporteert over muurplanten in opdracht van de gemeente
Gouda. De resultaten van de inventarisaties worden bijgehouden door Cyclus en de gemeente
Gouda in het boekje ‘Goudse Muurplanten. Dit boekje geeft een overzicht van alle gevonden
muurplanten per locatie in de periode van 1995-2015 (Cyclus, 2015). Het bevat daarnaast ook
een leuke wandeling langs de Goudse gracht-, kade-, sluis- en brugmuren in de historische
binnenstad van Gouda. Het boekje is gratis aan te vragen of af te halen bij Cyclus of bij de
gemeente Gouda. Als laatste organiseert Cyclus in opdracht van de gemeente om het jaar
excursies over muurplanten en stadsbomen in de Goudse binnenstad.
Situatie Haarlem
In Haarlem worden de muurplanten vooral in kaart gebracht door individuele floristen. Er zijn
in Haarlem actieve floristen die een oogje in het zeil houden, zodat er geen beschermde
muurplanten opzettelijk verdwijnen. In 2010 en 2015 zijn de muurplanten door actieve
floristen in kaart gebracht, waarvan er in 2010 een inventarisatierapport is opgesteld (Bach
Kolling et al., 2010).
De gemeente Haarlem heeft interesse getoond in een mogelijk inventarisatierapport van de
gegevens van 2015. Deze gegevens zijn verkregen door één actieve florist, die vlakdekkend
alle begroeide trajecten in Haarlem heeft geïnventariseerd.
Langs de Haarlemse grachtenmuren, met name langs de Nieuwe Gracht staat een bijzonder
aantal exemplaren van het beschermde zwartsteel. Deze plek was vroeger waarschijnlijk de
grootste plek van Nederland, maar door herstel- en renovatiewerkzaamheden zijn veel
exemplaren van zwartsteel verdwenen (Maes, N.C.M., P.A. Bakker, 2002).
Verder is het bijzonder dat de enige blaasvaren van Haarlem bespaard is gebleven bij herstel-
en renovatiewerkzaamheden. Vrijwilligers zijn alert geweest en hebben de blaasvaren gemeld
bij de gemeente, zodat er rekening kon worden gehouden met deze beschermde en zeldzame
muurvaren tijdens de herstel- en renovatiewerkzaamheden.
In de jaren 2016/2017 staan herstel- en renovatiewerkzaamheden bij de Nieuwe Gracht op de
planning, waar een ontheffing is verkregen, mits er wordt gewerkt volgens de maatregelen
van het protocol, dat er rekening wordt gehouden met (beschermde) muurplanten
(www.haarlem.nl). Vrijwilligers hebben aangeboden om gedurende de herstel- en
renovatiewerkzaamheden de transplantatie van de beschermde muurplanten (Zwartsteel en
Steenbreekvaren) te willen verzorgen (Dhr. Buiten, persoonlijke mededeling, 12 december 2015).
De stad Haarlem gaf al vrij vroeg aandacht aan het openbare groen in de stad, want de
gemeente Haarlem had de eerste stadsecoloog in dienst, die mocht opereren op het gebied van
het openbaar stedelijk groen, maar bevat sinds 2014 geen stadsecoloog meer
(www.vroegevogels.vara.nl). De gemeente Haarlem heeft een eigen ecologisch beleid, waarin
spontane muurbegroeiingen (het muurplantenbiotoop) zijn opgenomen in de definitie van het
stedelijk groen, zodat bij maatregelen van het behouden en uitbreiden van het stedelijk groen
ook rekening wordt gehouden met muurplanten (gemeente Haarlem, 2013). Belangrijk voor de
26
gemeente Haarlem is dat er enkele populaties met bijzondere muurplanten blijven
voortbestaan.
Het adviesbureau B&d Natuuradvies gevestigd in Haarlem is ook betrokken bij de
muurplanten in Haarlem. Het adviesbureau B&d Natuuradvies heeft sinds de jaren ’90 veel
kennis over muurplanten opgebouwd en is betrokken bij inventarisaties en bij de advisering
voor landelijke herstel- en renovatieprojecten (www.muurplanten.nl).
Als laatste wordt de stad Haarlem meegenomen met de muurplanteninventarisaties van de
provincie Noord-Holland. Deze inventarisaties zijn tot nu toe twee keer uitgevoerd, namelijk
in het jaar 1990 en 2010 en enkele vrijwilligers van Haarlem zijn actief in de
muurplantenwerkgroep Haarlem (Werk- en Adviesgroep Muurplanten Noord-Holland, 2010).
Situatie ’s-Hertogenbosch
’s-Hertogenbosch heeft een rijke historie en bevat vele vestingwerken en een eeuwenoud
stelsel van waterlopen binnen de muren van de stad. Op deze muren en op de vestingmuren
vinden de muurplanten een geschikt biotoop. Er is in ’s-Hertogenbosch speciale aandacht
voor de natuur in de binnenstad door vrijwilligers van het IVN ’s-Hertogenbosch. Het IVN
geeft excursies en stadswandelingen over de natuur in de Bossche binnenstad (figuur 2), want
in het centrum van Den Bosch komt men verassende groene hoeken tegen, zoals muren vol
met muurplanten. De stadswandeling natuur in de Bossche binnenstad is te vinden op de
website van het IVN (www.ivn-s-hertogenbosch.nl).
De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft alle groene vrijwilligersgroepen van ‘s-Hertogenbosch
betrokken bij het stadsvernieuwingsproject, waarin vele stadswallen en vestingwerken
gerenoveerd moesten worden. Bij deze renovaties was het doel om zoveel mogelijk van de
aanwezige korstmossen, blad- en levermossen en muurplanten te besparen tijdens en na de
werkzaamheden. De flora en fauna van de muren zijn gedurende een aantal jaren gemonitord
door natuurvrijwilligers van het IVN ’s-Hertogenbosch en van de KNNV.
Henk Vennix en Jan Maassen, beiden intensief betrokken bij de monitoring, hebben een boek
geschreven over alles wat leeft op en om de vesting. Het boek genaamd De groene
vestingmuren van ’s-Hertogenbosch, heeft als doel om een breder draagvlak te creëren bij
soortgelijke projecten elders in Nederland (Maassen en Vennix, 2008). De monitoring is in 2005
afgerond en er zijn tegenwoordig geen plannen om de monitoring voort te zetten.
Figuur 2: IVN Wandeling door het centrum van 's Hertogenbosch.
27
Situatie Hoorn
In Hoorn en omgeving zijn natuurvrijwilligers actief met het thema muurplanten in de stad.
De KNNV afdeling Hoorn/West-Friesland bevat een plantenwerkgroep die de muurplanten in
kaart brengt in West-Friesland. Vanaf 1984 wordt er door de plantenwerkgroep af en toe de
muurbegroeiing in Hoorn geïnventariseerd en sinds 1993 iets geregelder. In 1994 heeft een
inventarisatie geleid tot het eerste inventarisatierapport over de Muurflora van Hoorn
(plantenwerkgroep Hoorn/West-Friesland, 1994). Dit veldseizoen is erop 30 september afgesloten met
een excursies om de muurplanten gezamenlijk in kaart te brengen in Hoorn
(www.knnvhoorn.org). Daarnaast wordt Hoorn meegenomen in de provinciale inventarisaties
door de Werk- en Adviesgroep Muurplanten Noord-Holland (Werk- en Adviesgroep Muurplanten
Noord-Holland, 2010).
Er zijn in de jaren overleg geweest met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier,
die veel kademuren en sluizen in beheer heeft en met de gemeente Hoorn. In 1994 is er voor
het eerst geprobeerd om de muurplanten te beschermen bij herstel- en
renovatiewerkzaamheden, namelijk bij de sluis bij de Hoofdtoren (Ter Horst, 2013). De
aanwezige muurplanten zijn uit de muur gehaald en elders opgeslagen en na de
werkzaamheden teruggeplaatst. Helaas met een tegenvallend resultaat.
In 2010 is er voorkomen dat mooi begroeide kademuren werden schoongespoten door de
beheerders van de gemeente Hoorn (Ter Horst, 2013).
In 2011 heeft de belangrijkste beschermingsactie plaatsgevonden. Bij herstel- en
restauratiewerkzaamheden aan de verzakte Oude Doelenkade is gewerkt met een
transplantatieproject. De plantenwerkgroep KNNV afdeling Hoorn/West-Friesland heeft
gezorgd voor een succesvolle transplantatie van muurplanten. De planten zijn uit de verzakte
muur getransporteerd, opgeslagen en eind mei 2012 weer teruggezet in de vervangen muur
(Ter Horst, 2013). Deze vervangen muur heeft een betonnen schort met daarvoor een muur van
de oude dekstenen. De voegen van deze dekstenen zijn gevuld met kalkrijke zachte mortel,
waarin de muurplanten zijn terug geplant. Veel van deze terug geplante muurplanten zijn
aangeslagen, waaronder de steenbreekvaren. In de herfst zijn zelfs nieuw uitgelopen varens
gaan groeien en dit betekend dat er een uitbreiding heeft plaatsgevonden.
Verder zijn er projecten geweest waarin hele stukken muur met muurplanten zijn uitgezaagd
en verplaatst naar andere geschikte muren. Deze methodiek heeft in de praktijk nog geen
succes gehad, mede door een verkeerde plaats van terugplaatsing of doordat de muur te harde
specie tussen de voegen bevat.
Al met al, heeft de waakzaamheid en actief handelen van de plantenwerkgroep KNNV
afdeling Hoorn/West-Friesland ervoor gezorgd dat er rekening gehouden werd met de
muurplanten bij herstel- en renovatiewerkzaamheden in Hoorn en omgeving.
Situatie Maastricht
Maastricht is een historische stad met oude vestingwerken, oude landschapsstructuren met een
groen karakter (Canoot et al., 2012). De gemeente Maastricht heeft als doel om de oude
vestingwerken met de militaire geschiedenis te blijven behouden, versterken, beleefbaar te
maken en meer betekenis te geven in de stad. De manier waarop dit gebeurd staat beschreven
in de Vestingvisie 2010-2025 Maastricht (Canoot et al., 2012). De natuurwaarden vormen een
belangrijk onderdeel in deze visie. Maastricht herbergt 50 beschermde planten- en
diersoorten, waaronder waardevolle beschermde muurplanten en de muurhagedis. De oude
muren bevatten bijzondere muurplanten, zoals Muurbloem, Stengelomvattend havikskruid,
28
Pijlscheefkelk en Blaasvaren. Maastricht heeft verschillende muurplanteninitiatieven en zijn
vrijwel altijd gelinkt aan de bijzondere muurplanten en de muurhagedis.
De beleving van stadsnatuur en cultuur heeft altijd geleefd in Maastricht. In 1995 is er een
boekje Levende Muren uitgebracht door het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg en de
Gemeente Maastricht (Graatsma, 1995). De doelstelling van dit boekje is om de burgers kennis
te laten maken met de grote stadsecologische waarden van de stad Maastricht. Het gaat vooral
om de overgebleven oude stadsomwallingen en vestingwerken die een verscheidenheid aan
planten en dieren herbergen (Graatsma, 1995). Een vervolg op dit boekje is de Jac. P. Thijsse
wandeling Maastricht uitgebracht door het centrum voor Natuur- en Milieueducatie
Maastricht (CNME) (Graatsma en de Jong, 1997). In beide boekjes zijn natuurwandelingen door
Maastricht opgenomen met een bijzondere aandacht voor de muurplanten in Maastricht.
De gemeente Maastricht, afdeling Groen, heeft een eigen regulier groen- en muurbeheer en
houdt rekening met het muurplantenbiotoop, door het te behouden, zo mogelijk uit te breiden
en te verbinden (Canoot et al., 2012). Het verbinden van biotopen is in ontwikkeling bij de Hoge
Fronten en Lage Fronten, om ze door middel van een ‘droge’ gracht met elkaar te verbinden
(www.belvedere-maastricht.nl). Deze maatregel is gunstig voor de muurplanten en voor de
muurhagedis, een inheemse soort, die alleen in Maastricht voorkomt en voornamelijk leeft in
een geïsoleerd gebied (in twee deelpopulaties, namelijk in de Hoge Fronten en in de Lage
Fronten).
Naast de gemeente die de belangrijke natuurwaarden heeft opgenomen in haar Vestingvisie
worden belangrijke muurplantenlocaties (oude vestingwerken en forten) onderhouden door
het CNME Maastricht en Regio voor de gemeente of bij forten voor Natuurmonumenten
(Hornman, 2012). Sinds de oprichting van het CNME in 1995 heeft het CNME zich naast NME
ook bezig gehouden met onderhoud, beheer en begeleiding van herstel- en renovatieprojecten
aan de oude stadsmuren in Maastricht. Het CNME heeft een speciaal uitvoeringsteam, dat
zich richt op het onderhoud en beheer van oude vestingwerken en forten. De leden van het
uitvoeringsteam hebben een interne flora cursus gevolgd met daarin het onderdeel
muurplanten van Maastricht. Verder worden de natuurwaarden in de onderhoudsgebieden
door het CNME elk jaar gemonitord (Op den Kamp en Frissen, 2014).
Als laatste worden veelal de herstel- en restauratiewerkzaamheden aan de oude muren door de
gemeente Maastricht begeleid door het CNME. Muren worden structureel onderhouden met
het belang voor de muurplanten en de muurhagedis. In eerste instantie zal het gunstig moeten
blijven voor de muurhagedis (Hoge Fronten en Lage Fronten), maar tegelijk ook voor
bijzondere muurplanten.
Er wordt gefaseerd te werk gegaan en alleen het nodige wordt aangepakt. Bij het opnieuw
voegen van de muren, blijft een bepaald percentage oude stukken muren bespaart voor de
muurplanten en worden er geschikte schuilplekken gecreëerd voor de muurhagedis (figuur 3).
Houtige gewassen (boompjes) en klimop worden bij de onderhoudswerkzaamheden
verwijderd, om meer ruimte te bieden voor de muurplanten zelf.
29
Figuur 3: een gecreëerde schuilplek voor de muurhagedis.
Situatie Rotterdam In Rotterdam zijn er geen vrijwilligersgroepen, die als een actiegroep te werk gaat met als
doel om muurplanten in stand te houden en te beschermen. Rotterdam heeft sinds april 2014
wel een Rotterdamse Florawerkgroep, die door middel van inventarisatieavonden onderzoekt
welke wilde planten er voorkomen in Rotterdam en nabije omgeving
(www.rotterdamseflorawerkgroep.wordpress.com). Muurplanten worden tijdens zulke
inventarisatieavonden meegenomen.
In Rotterdam zit een zelfstandige professionele organisatie Bureau Stadsnatuur Rotterdam
(BSR), dat vroeger deel uit maakte van Gemeentewerken (tegenwoordig Stadsbeheer) van de
gemeente Rotterdam. BSR heeft als specialisatie Stadsecologie en heeft daarbij veel aandacht
voor de muurplanten in Rotterdam. BSR voert in opdracht van de gemeente Rotterdam
muurplanteninventarisaties uit en dan met name bij de locaties die in aanmerking komen voor
herstel- en renovatieprojecten. Door deze herstel- en renovatieprojecten verdwijnen in hoog
tempo geschikte groeiplaatsen in Rotterdam (Andeweg, 1994).
De inventarisaties van muurplanten zijn begonnen in 1991, door middel van een onderzoek
naar de aanwezigheid van muurplanten in Rotterdam, want er was toen niks over de
muurplanten bekend in Rotterdam. In 1992 werd dit onderzoek uitgebreid met de kademuren
in de haven. Sindsdien wordt er door BSR geprobeerd om minimaal eens in de vijf jaar elke
muur met muurplanten opnieuw te inventariseren. De inventarisatiegegevens worden
opgeslagen in een eigen database.
In de havenstad Rotterdam is door dit onderzoek bekend geworden dat het rijk is aan
muurbegroeiingen (Andeweg, 1994). Enkele beschermde muurplanten als Tongvaren,
Steenbreekvaren, Schubvaren, Klein glaskruid en Zwartsteel komen voor op oude muren in de
binnenstad en in de havens (figuur 4).
30
Figuur 4: beschermde muurplanten in Rotterdam. Met de klok mee: Tongvaren, Steenbreekvaren en Schubvaren
op één foto, Zwartsteel en Klein glaskruid (linksonder).
BSR zet zich in voor beschermingsacties, die voortvloeien uit de wettelijke status van
muurplanten, maar ook voor muurplanten die voorkomen op muren met beschermde
medeplanten. De aanwezigheid van muurvarens wordt net zo hard gemarkeerd als de
aanwezigheid van een beschermde zwartsteel (Dhr. Andeweg, persoonlijke mededeling, 28 september
2015).
Beschermingsmaatregelen in Rotterdam zijn bijvoorbeeld: het uitzagen van blokken met
zwartstelen, het verplanten van de eerste en enige Rotterdamse Noordse Streepvaren (helaas
mislukt), het bouwen en restaureren van muurplantvriendelijke muren en het verplaatsen van
stukken oude stukken muur en verwerken in een nieuwe inrichting. Daarnaast zijn er op veel
plaatsen beschermde en niet beschermde muurplanten ontzien bij
schoonmaakwerkzaamheden of herstelwerkzaamheden. In het stadsgebied van Rotterdam
heeft vrijwel iedere muur met muurplanten in de afgelopen 20 jaar te maken gehad met één
van de bovenstaande beschermingsmaatregelen.
BSR beheerd de inventarisatiegegevens van muurplanten, beschermd en de niet beschermde
muurplanten. De gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam vraagt BSR om
gegevens te inventariseren, te leveren en om advies bij herstel- en renovatieprojecten
(Andeweg, 2007).
Als er gekeken wordt naar de gemeente Rotterdam met betrekking tot het Stedelijk Groen,
dan bestaat het uit twee clusters (www.rotterdam.nl), namelijk cluster Stadsbeheer
(verantwoordelijk voor het groenbeleid) en Stadsontwikkeling (verantwoordelijk voor de
projecten, zoals de herstel- en renovatieprojecten). Muurplanten zijn niet opgenomen in het
groenbeleidsplan van de gemeente en er is geen sprake van ecologisch beleid. Binnenkort
wordt er een Gedragscode Flora- en faunawet ingevoerd, als het door het ministerie is
goedgekeurd (Dhr. Meijer, persoonlijke mededeling, 1 september 2015).
Er bestaat een Natuurkaart van Rotterdam. Dit is echter geen beleid, maar een indicatie van de
kerngebieden en ecologische verbindingszones waar sprake is van grote natuurwaarden, zodat
31
er een overzicht wordt gegeven van de potentiële groene plekken van Rotterdam waar gericht
beheer op aangepast kan worden (Gemeente Rotterdam, 2014).
Een belangrijk onderdeel van cluster Stadsontwikkeling is het Ingenieursbureau Rotterdam.
Hieronder valt de afdeling Milieu, Ruimte en Ondergrond en de afdeling Waterbouw en
Civiele Infra (www.rotterdam.nl), die verantwoordelijk zijn voor de interne voorbereiding en de
uitvoering van herstel- en renovatieprojecten. Het is van belang om geen schade toe te
brengen aan beschermde muurplanten tijdens de uitvoering van herstel- en renovatieprojecten.
Beheerders van waterbouw en Civiele Infra beheren de kademuren in de technische zin en
hebben ervaring met muurplanten en staan open voor experimenten om op technisch vlak ook
beter rekening te houden met de muurplanten.
Een experimenteel project op technisch vlak is bijvoorbeeld het project bij de linker
Rottekade. Hier is de oude kademuur vervangen voor een nieuwe stevigere kademuur met een
stalen damwand en fundering van gewapend beton (van Iersel, 2014). Voor de constructie, in de
spouw, is een speciale laag aangebracht met substraat, wat voor capillaire opstijging van het
grachtwater en voor een inzijging van het regenwater zorgt, zodat de capillaire werking van
de muur gewaarborgd blijft. Op de oude muur stonden 15 varens, waarvan vier beschermd
zijn (Tongvaren en Zwartsteel) en deze zijn teruggeplaatst in de nieuwe muur. Het blijft een
experiment, waarbij het afwachten is of de omstandigheden voor de teruggeplaatste
muurplanten optimaal genoeg is gemaakt. Wat beheerders opvielen is dat er naast de te
basische omstandigheden van de mortel ook de watervogels een probleem kunnen zijn, die de
te laag teruggeplaatste muurplanten eraf halen voor hun nestmateriaal (Dhr. Meijer, persoonlijke
mededeling, 1 september 2015).
Situatie Tilburg Tilburg wil de komende jaren meer aandacht besteden aan muurplanten. De komende jaren
worden de muurplanten in kaart gebracht om iets te kunnen zeggen over de rijkdom en de
bedreigingen van de muurplanten in Tilburg. De stadsecoloog van de gemeente Tilburg heeft
de KNNV afdeling Tilburg gevraagd om de muurplanten te inventariseren om de groeilocaties
van de muurplanten zichtbaar te maken en hierdoor bij te dragen aan een betere bescherming
van de muurplanten in de stad.
De natuurvrijwilligers van de KNNV afdeling Tilburg hebben zelf een initiatief opgezet,
voordat de muurplanten geïnventariseerd werden. Het muurplanteninitiatief is het geven van
een cursus muurplanten herkennen en dit in samenwerking met de Muurplantenwerkgroep
KNNV afdeling Amsterdam (www.knnv.nl). Er waren 22 deelnemers en de cursus bestond uit
meerdere bijeenkomsten en excursies. Eén van de excursies was in het floristisch rijk
muurplantengebied, de Piushaven. De deelnemers kregen kennis van muurplanten en leerden
muurplanten herkennen in de stad. Ze kregen documenten met veel verhelderende foto’s van
soorten muurplanten.
Na de cursus is men gevraagd om een deel van de stad te inventariseren op voorkomen van
muurplanten. Hiertoe is de stad is ingedeeld in wijken, waarbij men een wijk kon kiezen om
alleen of in duo te gaan inventariseren. Helaas bleek dit een te intensieve methodiek te zijn
om de gehele inventarisatie in een jaar te doen voltooien. Toch is een (beperkt) deel van de
stad geïnventariseerd, wat inzicht geeft in kansrijke gebieden wat betreft het aantreffen van
muurplanten. Van de huidige waarnemingen zijn zogenaamde hotspot-kaarten gemaakt. Deze
zijn dus nog niet volledig.
Naast de inventarisaties worden er muurplantenexcursies en natuurvaartochten gehouden voor
publiek in de Piushaven, het muurplantenwalhalla van Tilburg (www.piushaven.nl).
Uiteindelijk wil je samen met de gemeente Tilburg bijdragen aan een betere bescherming van
de muurplanten in de stad en de muurplanten een kans geven om te groeien. In de Nota
Biodiversiteit voor Iedereen van de gemeente Tilburg is de doelstelling de biodiversiteit in de
32
stad te verhogen en beter te beschermen (Projectgroep gemeente Tilburg, 2010). Deze doelstelling
geeft mogelijkheden voor de muurplanten in deze stad.
Situatie Utrecht
In de jaren ’60 werd er in Utrecht al gekeken naar muurplanten door vrijwilligers (C.J.N., 1961).
Vanaf 1975 is op initiatief van de gemeente Utrecht begonnen met het inventariseren van
muurplanten in de stad en zijn de eerste experimenten met muurplanten, door het verplaatsen
van stenen met muurplanten uitgevoerd. Utrecht is een voorbeeld voor vele andere steden
geworden door het initiatief de Wolkenmethode (Ingenieursbureau Utrecht, 2002). Dit is een
initiatief met als doel om de muurplanten te behouden bij herstel- en
restauratiewerkzaamheden. Bij de wolkenmethode worden de oude stenen met muurplanten
bespaard, door alleen de muur eromheen te restaureren of te herstellen. Het voordeel van deze
methodiek is dat er een groot deel van het muurplantenbiotoop intact blijft en het voor de
muurplanten mogelijk maakt om zich in stand te houden en waar mogelijk ook weer te
kunnen uitbreiden. Dit laatste hangt vooral af van het gebruikte materiaal van de
gerestaureerde muur eromheen.
Andere initiatieven zijn het jaarlijks inventariseren van de Plompetorengracht (figuur 9 in
paragraaf 4.1) en het inventariseren voorafgaand aan herstel- en restauratiewerkzaamheden.
Al deze inventarisaties worden uitgevoerd door het Ecologisch Adviesbureau Maes.
Het Ecologisch Adviesbureau Maes heeft niet alleen voor de gemeente Utrecht inventarisaties
uitgevoerd, maar ook voor vele andere opdrachtgevers in het land, waarbij
inventarisatierapporten met advies voor het behoud van de muurplanten zijn opgesteld
(www.ecologischadviesbureaumaes.nl).
Een belangrijk advies is de noodzaak van de restauratie, want in vele gevallen is het niet altijd
noodzakelijk om de gehele muur te restaureren en dan blijkt een kleinschalige aanpak
effectiever en kan er daardoor kosten bespaard worden.
In het verleden is een wandelroute opgesteld langs de bijzondere plekken met muurplanten in
Utrecht (Maes en van Herk, 1988). Als laatste zijn er boeken en artikelen geschreven over de
problematiek van muurplanten in de stad (Maes en Bakker, 2002 en Maes en Krüse, 2011).
De belangengroepen die betrokken zijn bij de muurplanteninitiatieven zijn de gemeente
Utrecht, het Ecologisch Adviesbureau Maes, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (als
beheerder van bepaalde muren en objecten), KNNV afdeling Utrecht, IVN Utrecht en de
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (afdeling Erfgoed van de gemeente Utrecht). De
rijksdienst voor het cultureel erfgoed heeft kennis over de constructie van de oude muren en
het voortbestaan hiervan. Bij herstel- en renovatieprojecten is het van belang dat er
communicatie en samenwerking aanwezig is tussen technici, ecologen en politiek. Voor een
ecoloog is het wel vrij lastig om advies te geven aan de technici en velen haken daarbij ook af
als het gaat over technische ontwikkelingen en overwegingen.
Situatie Valkenburg
In Limburg vormt Valkenburg naast Maastricht een kerngebied voor vele muurplantensoorten
en enkele beschermde muurplanten, zoals Pijlscheefkelk, Muurbloem en Blaasvaren. In
Valkenburg is er wel het één en ander veranderd voor de muurplanten en het aanzicht van de
muren. Er is in de afgelopen jaren door de gemeente Valkenburg in fases een herstel- en
renovatieproject uitgevoerd aan de kademuren, die zich aan de Geul en Molentak in
Valkenburg bevinden (De Redelijkheid, 2015). Enkele plekken met rijke muurplantenbegroeiing
zijn hierdoor verdwenen, maar er is door middel van een ecologisch plan van het waterschap
33
Roer en Overmaas geprobeerd om zoveel mogelijk muurplanten te besparen (Damstra, 2006).
Dit ecologisch plan kon niet worden opgesteld, zonder te weten op welke plekken
muurplanten staan en het aantal soorten en de variatie aan soorten. Deze informatie is
verkregen door ecoloog en muurplantenexpert Henk Hilligers, die alle muurplanten in kaart
heeft gebracht (Hilligers, 2003). Om deze inventarisatie mogelijk te maken zijn de Geul en
Molentak enige tijd drooggelegd, zodat de muurvegetatie van dichtbij bekeken kon worden.
Het ecologisch plan hield in dat er zoveel mogelijk van de geïnventariseerde muurplanten van
de oude muren werden gehaald en via het onderbrengen in een kweekbedrijf later weer
worden teruggeplaatst in de gerenoveerde mergelmuur. Bij het plan is rekening gehouden met
de sleutelfactoren van het muurplantenmilieu. Een belangrijke sleutelfactor is de
vochtopname door de planten. Bij het terugplaatsen is rekening gehouden met plekken die
beter in contact staan met het sijpelde regenwater en plekken die in contact staan met het
beekwater. Verder is er rekening gehouden met het feit dat een muurplant enige tijd nodig
heeft om zich dieper en steviger te vestigen in de ‘nieuwe muur’. Om de vestigingscapaciteit
te vergroten is er bij het terugplaatsen van de muurplanten gebruik gemaakt van strookjes jute.
De toekomst zal leren of het ecologisch plan heeft gewerkt , zodat de diverse en bloeirijke
muren met muurplanten ook terugkomen in Valkenburg (De Redelijkheid, 2015).
Naast de kademuren van de Geul en Molentak bevat Valkenburg muurplanten op oude
vestingwerken, zoals op de ruïnemuren van Kasteel Valkenburg. Door middel van het
uitvoeren van quickscans is de gemeente Valkenburg op de hoogte van de aanwezigheid van
beschermde muurplanten op vestingwerken (Peeters, 2007).
Situatie Zoetermeer
Zoetermeer is een moderne stad, waar weinig oude (kade)muren aanwezig zijn. Toch valt de
KNNV afdeling Zoetermeer op dat er blijkbaar wel muurplanten voorkomen op jonge muren
en op muren zonder de speciale kalkspecie.
In het voorjaar is er voor het eerst een muurplantenzoektocht, in het kader van het jaar van de
muurplanten, gehouden in de kadebuurt (De Leyens, een wijk van Zoetermeer) door de
plantenwerkgroep van de KNNV afdeling Zoetermeer. Ontdekkingen zijn het een en ander
aan muurvarens, zoals mannetjesvaren, muurvaren, steenbreekvaren en tongvaren. Als
bijzonderheid zijn een paar plekken gevonden van moerasvaren. De beschermde soorten
worden door de plantenwerkgroep van de KNNV afdeling Zoetermeer als puntlocatie met
GPS-coördinaten genoteerd.
De gemeente Zoetermeer houdt rekening met de muurplanten. De gemeente Zoetermeer heeft
een eigen gedragscode, namelijk de Zoetermeerse gedragscode Flora- en faunawet. Deze
gedragscode is in 2015 goedgekeurd door het ministerie van Economisch Zaken en heeft een
geldigheid tot 2020 (Gemeente Zoetermeer, 2015). Bij herstel- en renovatieprojecten wordt ook de
gedragscode gehanteerd en worden de groeiplaatsen van muurplanten minimaal behouden.
Minimaal behouden betekend 50% van de groeiplaatsen wordt behouden of op een juiste
manier, onder begeleiding van een deskundige, verplaatst naar een andere geschikte
groeiplaats. In de jaren ’90 zijn er veel steenbreekvarens aangetroffen op een muurtje van een
parkeergarage, dat afgebroken moest worden. Deze zijn getransplanteerd naar een nieuwe
geschikte muur, maar hebben het allemaal jammer genoeg niet overleefd.
Bij herstel- en renovatieprojecten wordt vooraf gekeken of er beschermde muurplanten staan
en deze inventarisatie inclusief advies wordt in een rapportage geleverd aan de gemeente
Zoetermeer (Maes, 1997).
Als laatste zijn er twee natuur- en milieueducatieve muurplanteninitiatieven bekend in
34
Zoetermeer. Er is door de gemeente in 2011 een Veldgids beschermde planten en dieren van
Zoetermeer gemaakt, met o.a. ook de beschermde muurplanten die voorkomen in Zoetermeer
met omschrijving, foto’s en groeiplaatsen (Vos en Szegedi, 2011). Verder kan men in de
Natuurtuin in het Westerpark een bijzonder landschap vinden van een oude boerenhoeve met
een oude kalkrijke muur met muurplanten (Team Natuur en Milieueducatie, 2009).
Situatie Zwolle
Zwolle is een stad rijk aan natuur en historie. De historische binnenstad, met historische
gevels, oude stadsmuren, -torens en stadspoort geven mogelijkheden voor de muurplanten om
zich noordelijk in het land ook uit te breiden.
In Zwolle worden muurplantengegevens van het voorkomen van de muurplanten in de
binnenstad verkregen door vrijwilligers en de stadsecoloog. Vrijwilligers geven de locaties
van muurplanten door op waarneming.nl. In de jaren negentig is er een particuliere
inventarisatie geweest van de vrijwilliger Piet Bremer.
Bij herstel- en renovatiewerkzaamheden heeft de gemeente Zwolle aandacht voor de
muurplanten (beschermd, maar ook andere typische muurplanten). Er zijn bij de herstel- en
renovatieprojecten zoals Peperbus (muurvarens op 70m hoogte), Kerkhofmuur Rooms-
Katholiek Kerkhof (muurvarens), Katerveersluizen (muurvarens), Kademuur Rodetorenplein
(tongvaren) en bij stadsmuren rekening gehouden met de muurplanten.
Daarnaast zijn er bij een nieuwbouwproject geschikte muren voor muurplanten aangelegd
door de gemeente. Het adviesbureau Ecogroen Advies Zwolle is in enkele gevallen betrokken
bij herstel- en restauratieprojecten van de gemeente Zwolle. In 2011 is de oude spoorbrug
over de IJssel bij Zwolle gesloopt ten behoeve van een nieuw spoorbrug. Op de oude
spoorbrug groeiden een dertigtal steenbreekvarens en deze zijn door Ecogroen Advies Zwolle
met succes verplant in een oude stadsmuur in Hattem (Heinen, 2014).
35
Bijlage 5: De uitgewerkte motivaties en ervaringen per situatie en per
belangengroep.
Situatie Belangengroep Motief kort
omschreven Ervaring
Amersfoort Stadsecoloog Muurplanten zijn een belangrijk aspect voor de natuur in de stad en geven een rustieke uitstraling van de muren (meerwaarde voor monumentenzorg).
Positief, want er wordt rekening gehouden met muurplanten tijdens herstel- en renovatieprojecten. Daarnaast worden er door vrijwilligers wandelingen en excursies gehouden over de muurplanten en zelfs zaailingen van jonge boompjes worden door vrijwilligers actief verwijderd om de aantasting van de kademuur zo lang mogelijk uit te stellen.
IVN Amersfoort De planten op de kademuren zijn bijzonder en mooi. De activiteiten voor het behouden van de muurplanten zijn leuk en vol met pret.
Positief: - Er zijn goede contacten met de gemeente Amersfoort, de KNNV afdeling Amersfoort en met Waterlijn. - Bij herstel- en renovatieprojecten is de gemeente Amersfoort verantwoordelijk en wordt er rekening gehouden met de bouwmaterialen, die de groei van de muurplanten bevorderen.
Waterlijn Het is mooi om Amersfoort vanaf de waterlijn te bekijken en dan ook wat er specifiek op de kademuren groeien.
- Voor de schippers is er een lezing gehouden door de stadsecoloog, zodat er tijdens alle vaartochten iets gezegd kan worden over de bijzondere plantengroei op de kademuren.
KNNV afdeling Amersfoort
Persoonlijk kunnen leden van de plantenwerkgroep zich erg betrokken voelen bij een bepaald inventarisatieproject. Een bijzondere interesse ging uit naar het inventarisatieproject muurvarens in Vathorst, waar ook een nader onderzoek om een verschijnsel rondom muurvarens heeft plaatsgevonden.
Positief: - Voor een inventarisatie hangt de hoeveelheid enthousiasme af van het aantal gevonden muurplanten en de bijzondere soorten. - Factoren als de constructie van de kademuur, de samenstelling van de mortel en de aansluiting van de muur op de bestrating zijn van belang voor de vestiging van een muurvaren. - Op kademuren worden ook tuinvariatie muurvarens gevonden.
36
Breda Werkgroep Stadsplanten Breda/ KNNV afdeling Breda en het IVN Mark & Donge
Leuke bezigheid, het inventariseren van de stadsplanten met ook de muurplanten in de stad. - Bezorgdheid over de oude muren, want er blijven steeds minder van bestaan. - De betrokkenheid van mensen in de stad vergroten door de stadsplanten in kaart te brengen. De meeste mensen wonen in een stad en dan breng je de natuur in de stad naar voren.
- Weinig animo voor stadsplanteninitiatieven. - De betrokkenheid van mensen in de stad is nog niet verhoogd door de initiatieven. - Nuttige uitgave van het boek Stadsplanten van Breda.
Delft KNNV afdeling Delfland
Het is leuk om een beeld te krijgen van de totale populatie aan muurflora in Delft. Door er een vijfjarige inventarisatiesessie van te maken is het mogelijk om trends te monitoren.
Het is belangrijk dat de gemeente geïnteresseerd is in muurflora, zodat het beheer op de muurplanten aangepast kan worden en de inventarisaties gefinancierd kan worden.
Stadsecoloog Muurplanten dragen bij aan de leefbaarheid van de stad, dat nog los staat van dat enkele muurplanten een beschermde status hebben in de Flora- en faunawet.
Een stadsecoloog is belangrijk voor een gemeente, want sinds er een stadsecoloog is binnen de gemeente Delft, is de gemeente betrokken bij de muurplanten en de initiatieven. Voor de inventarisaties is het erg waardevol dat er vrijwilligers zijn gespecialiseerd in muurplanten, zoals de KNNV afdeling Delfland en is het uitvoeren van muurplanteninventarisaties eenvoudiger.
Gouda Ecoloog Cyclus - De Flora- en faunawetgeving geven afspraken bij werkzaamheden door aannemers en hierop wordt toezicht gehouden door de ecoloog, zodat beschermde muurplanten geen schade ondervinden. - In oude vestigingssteden, zoals Gouda horen muurplanten thuis en
- Er vindt een sneeuwbaleffect plaats als er openbare excursies en stadswandelingen worden georganiseerd, want de bewoners zijn de ogen van de stad en ontdekken nieuwe groeiplekken en geven dit ook door. - De excursies worden druk bezocht en het wandelboekje over de Goudse muurplanten is openbaar beschikbaar, zodat mensen zelf de muurplanten in het centrum
37
geven zeker een belevingswaarde.
van Gouda kunnen vinden. Met deze initiatieven ontstaat er besef over de waardevolle muurplanten in de stad.
Haarlem Actieve floristen - Muurplanten behoren bij muren en vormen een unieke groep midden in de stad, in je directe leefomgeving. - Muurplanten voegen kwaliteit toe aan de leefomgeving en je komt ze overal tegen. - Een oude muur met muurplanten kan beschouwd worden als een klein natuurgebiedje - Leuke, rustgevende en populaire bezigheid, het inventariseren van muurplanten. Het levert telkens verassingen op, omdat tuinplanten nog wel eens verwilderen op muren.
- Positief, algemene interesse van muurplanten bij de bewoners, met name de woonbootbewoners zijn erg blij met een soortenlijstje wat er aan de wal van hun boot groeit aan muurplanten. - Negatief, want er zijn veel situaties van hoe herstel- en restauratiewerkzaamheden aan de muren niet moet en situaties met achterstallig onderhoud, zodat er bijvoorbeeld bomen in de kademuur groeien, die wel degelijk de muur aantast. Als laatste is een gehele inventarisatie moeilijk te doen als individu en is het makkelijk om dat met een groep te doen.
Gemeente Haarlem - Wettelijke beschermingsplicht. - Voortbestaan van rijke begroeide plekken met muurplanten.
Positief, een bestuur dat gericht is op groen en biodiversiteit werkt beter voor de bevordering van stadsnatuur, vooral als het gaat om een stad gaat met ecologische hotspots en potentiele locaties van ook muurplanten. Negatief, is dat het ontsluiten van ecologische data, zoals muurplantengegevens beter kan worden uitgevoerd.
B&d Natuuradvies Haarlem
- Gespecialiseerd in muurplanten (er zit werk in). - Bijzondere plantensoorten, die spontaan op muren gaan groeien. - Het geeft een fijn gevoel om nieuwe plekken van muurplanten te ontdekken en te zien hoe muurplanten een populatie ontwikkelen.
In vele steden worden muurplanten bedreigd, doordat de opdrachtgever alleen de Flora- en faunawet willen hanteren en niet verder kijkt naar andere mogelijkheden van de muurplanten.
38
’s-Hertogenbosch IVN ‘s-Hertogenbosch
Inventarisatie van muurplanten en educatie over muurplanten van uiterst belang voor het besef bij de mensen.
Een goede communicatie met vrijwilligers is van belang, want hoge eisen stellen, weinig feedback/respons en waardering op de geleverde inspanningen kan leiden tot demotivering onder de vrijwilligers. Met deze redenen is de plantenwerkgroep IVN ’s-Hertogenbosch gestopt.
Hoorn KNNV afdeling Hoorn/ West-Friesland
- Begroeide muren zijn een oogpunt voor biodiversiteit. - Muurplanten fleuren de oude kale muren op met veel kleur door de bloeiende planten en mooie varens.
Zonder inventarisaties van muurplanten en de waakzaamheid van vrijwilligers is er geen bescherming van muurplanten mogelijk in de stad, want het valt niemand op dat de muurplanten worden weggehaald tijdens herstel- en renovatieprojecten.
Maastricht CNME Maastricht - Planten die een beschermde status hebben moeten beschermd worden. - Maastricht heeft bijzondere muurplantenlocaties, waaronder de Hoge Fronten en Lang en Klein Grachtje. - Muurplanten dragen bij aan de stadsnatuur (ook in de geveltuinen van particulieren) en dragen bij aan natuur- en cultuur beleving.
Positief: - De gemeente pakt het thema muurplanten goed op in hun beleid en beheer en houdt er rekening mee. Bij het beheer gaat het niet altijd goed, zoals bij transplantaties van de muurplanten, veelal heeft dit met de periode van terugplaatsen te maken (te droge situatie). Het is altijd wel fijn om met een aannemer te werken die ervaring en verstand heeft van het muurplantenbiotoop. - De winst voor muurplantengroei valt te behalen bij particulieren (op eigen tuinmuurtjes en gevel) en op de gemeentelijke straatstenen. Daarnaast kan het thema muurplanten specifieker worden opgenomen in de NME, door regelmatig gehouden excursies en wandelroutes en door biotoopbeschrijving per muurplant.
Rotterdam Gemeente Rotterdam, cluster Stadsontwikkeling
- Gemeentelijke zorgplicht en juridische verplichting. - Het op de hoogte brengen van beheerders, zodat zij weten waar ze aan
Negatief: - De belangen liggen in Rotterdam meer bij vrije markteconomie en architectuur en minder bij ecologische aspecten. Kostenbesparing treedt op bij aspecten waar geen
39
toe zijn met hun beheerstaken.
draagvlak is vanuit de bewoners en vanuit het college van bestuur. - Bij het beschermen van muurplanten bij projecten gaat het met name mis op het vlak uitvoering en minder op de fase van interne voorbereiding.
Stadsecoloog - Kwalitatief goede leefomgeving. - Muurplanten-populaties geven een indicatie hoe het gesteld is met de ecologie in de stad.
Positief: - Uit ervaring is het zinvoller om de gehele muurplantenpopulatie, dus het biotoop te beschermen, i.p.v. van enkele beschermde soorten. De populatie geeft namelijk een indicatie van de toestand van de stadsecologie. - Goede ervaringen met beheerders en aannemers die tijdens hun werkzaamheden in contact zijn gekomen met muurplanten. Het is van belang om aannemers te vragen met enige ervaring met muurplanten.
Bureau Stadsnatuur Rotterdam
- Muurplanten zijn een element van natuurlijke kwaliteit van onze stedelijke omgeving. - Een goede, emotioneel gezonde leefomgeving is bekleed met een soortendiverse natuur en daar zijn muurplanten een gewaardeerd onderdeel van.
Positief, is dat het bezighouden met het inventariseren en adviseren over de bescherming van muurplanten in de stad geen onaangename werkzaamheid is. Het geeft een goed gevoel om met een muurplantenonderzoek en een aangename samenwerking met beheerders en uitvoerder de waardevolle muurplanten in stand/in leven kunt houden. Negatief, zijn vooral de niet geheel vrijwillige opdrachtgevers, waar BSR onderzoek naar muurplanten voor uitvoert. Maar ook de Flora- en faunawet op zichzelf, dat de laatste jaren het begrip natuurwaarde hecht aan het aspect beschermdheid. Met de inzet van BSR gaan er alsnog een heleboel muurplanten verloren, vooral te wijten aan werkzaamheden voor een totale afbraak van een mooi begroeide muur. Verder werkt men tegenwoordig in de uitvoering meer met
40
nieuwe plannen die gericht zijn op het doel vormgeving en andere functies op voorhand niet bespreekbaar zijn, want er zijn vooraf al keuzes gemaakt.
Tilburg KNNV afdeling Tilburg
Muurplanten zijn een interessant onderwerp voor floristen, want het bepaald de ouderdom van een wijk/stad en er zijn nog maar weinig initiatieven over dit onderwerp gaande.
Positief, want het is een prachtig doel om de gemeente te adviseren over de kwetsbare gebieden van muurplanten, d.m.v. inventarisatie onderzoek en daarbij een advies te geven over de bescherming van deze kwetsbare gebieden met muurplanten. Negatief, want het is jammer dat de capaciteit te beperkt is om een volledige stad te gaan inventariseren. Daarvoor heb je een coördinator nodig die er genoeg tijd in wil en kan steken en er zijn voldoende vrijwilligers nodig die willen inventariseren (liefst alleen of in duo’s) en dat ze dat persoonlijk ook kunnen.
Stadsecoloog Rijk begroeide plekken aan muurplanten zijn ware hotspots van de stedelijke natuur en daar dient energie ingestoken te worden om deze hotspots te behouden, ook voor in de toekomst. Daarnaast geeft het een goede beeldkwaliteit.
Verplaatsen van één a twee exemplaren van muurplanten is weinig zinvol en kost teveel energie en geld, men kan zich beter focussen op de ware rijke begroeide plekken (zoals de Piushaven in Tilburg) en potentiële plekken geschikt maken voor muurplanten.
Utrecht Gemeente Utrecht Muurplanten zijn een aanvulling voor de stadsnatuur. Muren met muurplanten bevatten een belevingswaarde en een aantrekkelijk aanzicht.
Positief, de gemeente staat open voor burgerinitiatieven en duurzaamheid met betrekking tot muurplanten in de stad. Hierbij is openheid van initiatieven en toegankelijkheid van data belangrijk. Negatief, voor de gemeente zelf is het in de praktijk moeilijk om geld vrij te maken voor muurplanteninitiatieven (zonder maatschappelijke vraag) en worden muurplanten alleen actueel bij herstel- en renovatieprojecten, waarbij de Flora- en Faunawet geldt.
41
Ecologisch Adviesbureau Maes
- Het geeft een plezierig en voldaan gevoel om muurplanten te inventariseren voor de stad. - Muurplanten zijn naast bomen de belangrijkste elementen van de ecologie in de stad, doordat het zich spontaan ontwikkeld heeft tot enkele topstukken in Utrecht. - Meer inventarisaties van muurplanten en interesses in muurplanten zorgen voor een betere kwaliteit van de natuur in de stad, dan op de manier van stadsbeheer met de bijbehorende civieltechnische ingrepen, die wel voor openbare ruimte zorgen, maar zorgen voor minder biodiversiteit.
Positief: - Vele gemeenten zijn welwillend, maar overschatten de mogelijkheden. - Ecoloog aanwezig bij de werkzaamheden vergroot de kans op een succesvol project. - Er valt veel winst te halen bij de Rijksdienst van het cultureel erfgoed, want muurplanten zijn nog niet opgenomen in de erfgoedwet, terwijl ze duidelijk bijdragen aan authenticiteit, cultuurhistorie en geschiedenis van een stad. Negatief: - Landelijk gezien, geven de ervaringen een beeld van een niet goede omgang met de muurplanten door de gemeente in de stad. - Veelal worden de muren ongeschikt gemaakt door verkeerde bouwmaterialen, ontbreken van deskundigheid of inzetten van verkeerde deskundigheid en of er wordt vooral gekozen van grootschalige restauratie van de muren, terwijl het niet altijd nodig is om een muur te restaureren. - Vanuit de gemeente worden er weinig opdrachten gegeven met behoud van de bomen en muurplanten tijdens werkzaamheden, maar het technische aspect heerst. - Huidig wordt er bij muurplanten verkeerd gedacht, namelijk in technische overwegingen, financiële aspecten en in het wettelijk kader.
Valkenburg Ecoloog waterschap Roer en Overmaas
- Het waterschap Roer en Overmaas heeft een groot belang bij het behoud en herstel van de natuurwaarden die verbonden zijn aan het watersysteem. - Muurplanten behoren van oudsher
Positief: - De teruggeplaatste muurplanten die in contact staan met het regenwater van de straat en daarbij de benodigde tijd hebben om zich dieper te vestigen, zijn het beste aangeslagen in Valkenburg.
42
op de muren van Valkenburg en is het belangrijk om zoveel mogelijk muurplanten te besparen op de volledig gerestaureerde muren. - Het is een bijzondere kans om te durven experimenteren met het terugplaatsen van de muurplanten, want anders zou de diversiteit aan muurplanten in Valkenburg volledig verdwijnen door de grootschalige restauratie.
- Onder bruggen is het vrij geschikt om te transporteren, veel voorkomende blaasvarens hebben zich aangepast aan de gerestaureerde muur en er komt her en der een spontane groei van muurplanten, dat aangeeft dat er nog een goede zaadbron aanwezig is. Negatief: - Ondanks de grote inspanning van transporteren van de muurplanten in de gerestaureerde muren zijn er veel verloren gegaan en het is nog maar de vraag of die in de toekomst terugkomen. - Niet alle kansen gedurende het project zijn genomen, zodat er minder geschikte muren zijn overgebleven en de resultaten achteraf wat tegenvallen. - Een monitoringsproject voor de muurplanten is er niet, zodat er geen duidelijkheid is over de resultaten van het project en de veranderingen van de muurplanten niet kan worden vastgelegd.
Gemeente Valkenburg
- Wettelijke beschermingsplicht. - Muurplanten dragen bij aan een beter aanzicht van de muren. Toeristen hebben daar behoefte aan.
De gemeente Valkenburg is erg nuchter over de planten en ziet de muurplanten niet als noodzaak. De gemeente heeft belang bij stevige muren met goede wegen en daarnaast een mooi visueel, cultuurhistorisch en toeristisch aanzicht van de muren.
Zoetermeer Plantenwerkgroep KNNV Zoetermeer
Muurplanten krijgt in Zoetermeer geen speciale aandacht, maar zijn onderdeel van de wilde stadsflora en het doel van de plantenwerkgroep is om de wilde stadsflora van de groeistad Zoetermeer in kaart te brengen en de gegevens beschikbaar te stellen aan FLORON, NDFF en de gemeente Zoetermeer.
Positief: - Er wordt opgemerkt dat de muurplanten in Zoetermeer enigszins toenemen in aantallen, met name tongvaren en waarschijnlijk komt dit door de minder strenge winters. - Doordat 2015 uitgeroepen is als jaar van de muurplanten, wordt er automatisch een activiteit voor muurplanten georganiseerd. Er wordt bijgedragen aan landelijke initiatieven.
43
Zwolle Gemeente Zwolle Bepaalde muurplanten zijn beschermd en daarom wordt er bij renovatieprojecten door de gemeente altijd aandacht besteed aan de muurplanten.
Positief: - Bij grote particuliere projecten waar kansen zijn voor muurplanten neemt de gemeente deze kansen ook. - Er worden door veel vrijwilligers waarnemingen ingevoerd, zodat er wel een compleet beeld is van de aanwezigheid van muurplanten in de binnenstad van Zwolle. Negatief, het ontbreekt helaas aan wettelijke mogelijkheden bij de meeste voorkomende muurplanten in Zwolle.
Ecogroen Avies - De groeiplaatsen van beschermde muurplanten en varens zijn wettelijk beschermd. - Het is belangrijk om populaties in de omgeving in stand te houden door middel van biotoop creëren.
Er zijn voorbeelden in de omgeving Zwolle van succesvolle verplantingen van steenbreekvarens en tongvarens. Succesvol doordat er gewerkt is met ecologische werkprotocollen, waarbij goed rekening werd gehouden met de groeiomstandigheden van de muurplanten.
44
Bijlage 6: Uitleg van de onderdelen van de methodieken van steden
Een inventarisatiemethodiek bestaat uit de onderdelen: de telmethodiek, de afbakening van
soorten, de frequentie en de periode, de materialen en de bestemmingen van de gegevens. Al
deze onderdelen zijn van belang om te komen tot een muurplantenmonitoring (herhaaldelijke
inventarisaties).
Telmethodiek
Bij een muurplanteninventarisatie zijn er diverse manieren om muurplanten te karteren, te
tellen en de aantallen te noteren. Het karteren gebeurt vlakdekkend of niet vlakdekkend.
Vlakdekkend betekend dat ieder toegankelijk straatje van de stad of specifiek onderdeel van
de stad (bv. centrum of haven) wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van muurplanten.
Vlakdekkend karteren vergt een grote inspanning, maar geeft als resultaat de kwetsbare
gebieden van muurplanten en de kansrijke gebieden van muurplanten in de stad weer. Bij het
niet vlakdekkend karteren worden alleen prioriterende gebieden geïnventariseerd op
muurplanten, waar bijvoorbeeld in de toekomst herstel- en renovatieprojecten plaats gaan
vinden.
De telling kan gebaseerd zijn op exacte aantallen of op geschatte aantallen, veelal
onderverdeeld in categorieën of er vindt geen telling van muurplanten plaats en alleen de
gevonden soorten worden genoteerd.
Het noteren kan worden gedaan als puntwaarneming met bijhorende vindplaats (straatnaam +
huisnummer) en/of de bijbehorende X en Y coördinaten (veelal met een standaard afwijking).
Verder kan het noteren ook gedaan worden door middel van transecten. In een zelf
geselecteerde transect (een lijn met een onveranderd begin- en eindpunt) worden de
waargenomen aantallen per soort genoteerd.
Afbakening van soorten
Welke soorten er worden meegenomen met een muurplanteninventarisatie hangt vooral af van
het doel van de inventarisatie en de interesses en kwaliteiten achter de inventarisatie.
Als bij een inventarisatie alleen de beschermde soorten worden meenemen, dan zal het doel
van deze inventarisatie zijn voldoen aan de wetgeving, namelijk de Flora- en faunawet.
Bij een inventarisatie die op een eenvoudige wijze kan worden uitgevoerd door vrijwilligers
of adviesbureaus, worden veelal alleen de typische muurplanten meegenomen (bijlage 1). Van
deze typische muurplanten zijn Muurvaren en Muurleeuwenbek moeilijk te tellen, omdat ze
veelal in grote aantallen aanwezig zijn. Exacte aantallen worden veelal bij deze soorten
omgezet in een schatting of de soort wordt juist helemaal buiten de inventarisatie gelaten.
Als laatste zijn er de karakteristieke muurbegeleiders (bijlage 1), die door de interesse en
kwaliteiten van de inventariseerders en/of initiatiefnemers worden meegenomen met de
inventarisaties. Een voorbeeld van een duidelijk interesse kan zijn alleen de varenssoorten die
op een muur groeien of juist alleen de bloeiende hogere planten op zo’n muur. Een andere
afbakening kan zijn het inventariseren van de typische muurplanten en andere planten die
volgens de Standaardlijst van de Nederlandse Flora kunnen voorkomen op muren (Tamis et
al.,2004). Bij het landelijk meetnet van FLORON wordt het mogelijk om waarnemingen en
aantallen van typische muurplanten en hun begeleiders (bijlage 1) in te voeren.
45
Frequentie en Periode
Inventarisaties worden uitgevoerd met een frequentie en in een vaste periode. In steden
worden muurplanten met een frequentie van twee jaar, van drie jaar of van vijf jaar
geïnventariseerd. Soms worden inventarisatie eenmalig uitgevoerd. Denk hierbij specifiek
aan niet vlakdekkende inventarisaties, die worden gebruikt voor een specifiek herstel- en
renovatieproject. Daarnaast zijn er steden die onregelmatig inventarisaties uitvoeren.
De periode van inventariseren van muurplanten is meestal in mei-oktober. Voor
inventarisaties die met een frequentie van een x aantal jaren worden herhaald is het belangrijk
om in hetzelfde tijdstip van het seizoen te gaan inventariseren. Hierdoor kan de ontwikkeling
van de muurflora in de tijd beschreven worden.
Het moment van inventariseren heeft vooral te maken met de beschikbaarheid van de
inventariseerders en de groeiperiode en de herkenbaarheid van de muurplanten. Veelal
worden de inventarisatie na het veldseizoen (augustus/september) uitgevoerd. De muurplanten
zijn dan nog steeds aanwezig en bij varens zijn de sporenhoopjes met daarin de sporen
gevormd, waardoor determineren makkelijker verloopt. In het veldseizoen (mei/juni/juli)
worden muurplanten ook veel geïnventariseerd, want dan is de kans groot dat de muurplanten
nog in bloei zijn, zoals muurbloem en stengelomvattend havikskruid etc. In de herfst wordt
het steeds moeilijker om muurplanten te inventariseren, vele muurplanten, met name grassen
en kruiden zijn al afgestorven. In het voorjaar is het eveneens moeilijk om de nieuwe
generatie muurplanten te determineren. Een voorbeeld zijn de jonge bladeren van muurvaren
en zwartsteel, die maar moeilijk uit elkaar te houden zijn.
Materialen
Met materialen wordt het kaartmateriaal en beeldmateriaal bedoeld. Inventarisaties kunnen
worden gedaan op diverse kaartmaterialen. Van een simpel google maps kaartje tot een
verkregen kadaster kaart, waarop de bebouwing met adresgegevens staan weergegeven. De
waarnemingen worden bij bepaalde inventarisaties verwerkt in kaarten vanuit ArcGIS, met
name door gemeenten en adviesbureaus.
Beeldmateriaal wordt verzameld om jaren met elkaar te vergelijken of juist om achteraf nog
enkele waarnemingen te checken of op naam te brengen. Beeldmateriaal verzamelen voor
elke gevonden locatie met muurplanten vergt extra inspanning en dataopslag.
Bestemmingen
De verkregen inventarisatiegegevens kunnen voor verschillende bestemmingen gebruikt
worden. Verschillende bestemmingen van inventarisatiegegevens zijn een eigen databases,
een eigen rapportage, de verspreidingsatlas van FLORON, Waarneming.nl, de Nationale
Databank Flora en Fauna (NDFF) en lokale Flora-atlassen. Veel steden gebruiken
Waarneming Pro (WrnPro). WrnPro is een applicatie voor het projectmatig vastleggen van
data, dat verzameld is bij ecologisch veldwerk (www.buwa.nl). Het is een toepassing voor het
projectmatig invoeren, bewaren, beheren en exporteren van natuurinventarisaties. WrnPro kan
breed ingezet worden, namelijk bij QuickScans, monitoringen en inventarisaties. Met een paar
handelingen is het in WrnPro gemakkelijk om de projectdata toe te voegen aan de NDFF.
46
Bijlage 7: De uitgewerkte methodieken van steden
Steden Initiatiefnemer
(I) en uitvoerder (U)
Telmethodiek Afbakening van soorten
Frequentie en periode
Materialen Bestemmingen
Amersfoort I: gemeente
Amersfoort. U: gemeente,
IVN, KNNV en Waterlijn.
Vlakdekkend, op puntniveau wordt het exacte aantal beschermde muurplanten genoteerd en in transecten wordt het aantal typische muurplanten zonder beschermde status genoteerd.
Typische muurplanten (de beschermde soorten in het bijzonder).
De inventarisaties worden driejaarlijks herhaald en veelal in juni en juli uitgevoerd.
Met behulp van de boten van Waterlijn worden de muurplanten vanaf het water geïnventariseerd. De gegevens worden op kaartmateriaal digitaal verwerkt.
Natuurdatabase Waarneming Pro van de gemeente Amersfoort en in de inventarisatie rapporten (niet online beschikbaar).
Delft I: KNNV
afdeling Delfland (tot 2009) en gemeente Delft (vanaf 2009). U: KNNV
afdeling Delfland.
Vlakdekkend, meestal het gehele centrum van Delft, maar ook in 2009, alle wijken van de stad. Aantallen worden onderverdeeld in categorieën en op puntniveau (straatnaam + huisnummer) genoteerd.
Voornamelijk alle aangetroffen (beschermde en niet beschermde) varens groeiend op muren.
Inventarisaties worden vijfjaarlijks herhaald in de periode juli-oktober.
Gefotografeerde groeiplaatsen + beeldmateriaal van alle muurvarens worden voor in de inventarisatie rapporten gebruikt.
Gegevens worden verwerkt in een Access-database, dat wordt verwerkt in de inventarisatie rapporten (online beschikbaar) en in de NDFF.
Gouda I: gemeente
Gouda. U: ecoloog
Cyclus nv.
Vlakdekkend, het centrum van Gouda. Waarnemingen worden genoteerd als puntlocatie, aangeduid op straatnaam, t/o huisnummer. De aantallen zijn vanaf vijf of meer genoteerd als een X, tenzij het gaat om bijzondere muurplanten voor Gouda.
Typische muurplanten en karakteristieke muurbegeleiders die voorkomen in Gouda.
Inventarisatie om de twee jaar in de periode augustus-september.
De waarnemingen worden met pen en papier genoteerd. Foto's worden gemaakt voor het boekje 'Goudse Muurplanten'.
De gegevens worden verwerkt in een eigen database van de ecoloog van Cyclus. Alle gegevens van de inventarisaties worden verwerkt in het boekje 'Goudse Muurplanten' inclusief wandelroute (online beschikbaar).
47
Haarlem I & U: actieve
floristen in Haarlem (2010 en 2015)
Vlakdekkend, want alle aantal begroeide trajecten in Haarlem zijn meegenomen, in totaal 400 stuks, waarvan 323 stuks met baksteen- en basaltmuren met een totale lengte van 13,6 km. De zeldzame en beschermde muurplanten zijn opgenomen als puntlocatie (huisnummers) en de algemene muurplanten zijn opgenomen in trajecten (transecten). Er is meestal vanaf de wal geïnventariseerd, maar enkele trajecten vanaf het water met een kano.
Typische muurplanten en karakteristieke muurbegeleiders die voorkomen in Haarlem.
Er is nu eenmaal in de vijf jaar een inventarisatie geweest en dit is belangrijk om in de toekomst te herhalen. De inventarisaties zijn uitgevoerd in de periode mei tot en met eind september.
Er is gebruik gemaakt van een GPS. De gegevens zijn uitgewerkt in een Google Earth kaart. Daarnaast is er een Excel bestand gemaakt voor de beschrijvingen van soort, traject/locatie, expositie van de muur, materiaal, leeftijd en de staat van het onderhoud.
De zeldzame en beschermde soorten worden doorgegeven aan waarneming.nl. Verwacht wordt dat er een inventarisatie-rapport wordt opgesteld van de inventarisatie uit 2010 en uit 2015. De gemeente is in ieder geval geïnteresseerd. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de gegevens ook komen in de Verspreidings-atlas van FLORON
Hoorn I: KNNV
afdeling Hoorn/West-Friesland. U: planten-
werkgroep KNNV afdeling Hoorn/West-Friesland.
Niet vlakdekkend, want alleen de kademuren worden geïnventariseerd. Verschillende methodes (km-hok telling of inventarisatie) worden gebruikt, maar meestal een inventarisatie, door de waarnemingen te noteren als puntlocatie (straatnaam + nummer).
Typische muurplanten en karakteristieke muurbegeleiders die voorkomen in Hoorn.
Er is nog geen regelmaat van inventarisaties aanwezig. Meestal worden de inventarisaties in september uitgevoerd.
Er wordt gebruik gemaakt van kaartmateriaal om de indeling van km-hokken te bekijken. Verder wordt er gebruik gemaakt van fotomateriaal, als er bijvoorbeeld twijfel op treedt bij de bepaling van de soort.
Een lijst met puntlocatie waarnemingen voor de gemeente Hoorn (niet online beschikbaar). Deze lijst wordt omgezet in waarnemingen per kilometerhok, geschikt voor de verspreidings-atlas van FLORON.
48
Maastricht I: gemeente
Maastricht. U: CNME
Maastricht en regio.
De Hoge Fronten. Lage Fronten, Jekerdalpark en Vestingwerken, de muurplanten locaties van de stad worden jaarlijks vlakdekkend gemonitord. De vegetatietypen worden bepaald per beheergebied en de locaties met muurplanten behoren tot de muurvarenklasse. De gehele muur (beheergebied) wordt in transecten geïnventariseerd en de bijzondere soorten worden extra op puntniveau genoteerd d.m.v. aantalsklassen .
Eerst wordt het vegetatietype (M1, M2 etc.) Daarnaast worden er bijzondere soorten geïnventariseerd. De bijzondere soorten zijn de typische muurplanten en karakteristieke muurbegeleiders die voorkomen in Maastricht.
De locaties met muurplanten worden jaarlijks geïnventariseerd. De muurplanten worden geïnventariseerd in de periode mei-september.
De inventarisaties worden gedaan door medewerkers en vrijwilligers van het CNME. De gegevens worden opgeslagen in een eigen database en de verspreidings-kaartjes worden gemaakt met het programma fotoshop.
De monitorings-gegevens worden verwerkt in het Jaarverslag natuurgebieden (online beschikbaar). Deze monitorings-gegevens worden door de CNME en de gemeente gebruikt bij herstel- en renovatieprojecten en voor het afstemmen van geschikt beheer.
Rotterdam I: gemeente
Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam of eigenaren en beheerders van de muren. U: Bureau
Stadsnatuur Rotterdam (BSR).
Vlakdekkend het centrum en de Haven. Vroeger waren er papieren kaarten en deze werden geadministreerd als totalen per soort per muur. Tegenwoordig krijgt elke muur een naam en/of nummer. De laatste jaren worden de waarnemingen (locatie + aantallen) met veldcomputers opgenomen.
Typische muurplanten en karakteristieke muurbegeleiders die voorkomen in Rotterdam.
Inventarisatie frequentie van minimaal eenmaal per vijf jaar. Inventarisaties worden in september tot het inval van het herfstweer uitgevoerd.
Vroeger werd er gewerkt met papieren kaarten, tegenwoordig met een veldcomputer en met GPS. Daarnaast wordt er beeldmateriaal verzameld om te gebruiken voor in de rapportages.
Alle gegevens (ook de historische papierendata) zijn verwerkt in Waarneming pro van BSR en worden geleverd aan FLORON voor in de Verspreidings-atlas. De gegevens worden verder verwerkt in de inventarisatie rapporten (niet online beschikbaar).
Tilburg I: gemeente
Tilburg. U: KNNV
afdeling Tilburg.
Vlakdekkend op wijkniveau. Helaas zijn nog niet alle muren geïnventariseerd. Later niet overgaan op niet vlakdekkend. Dit door tweejaarlijks inventariseren van de km-hokken met de belangrijkste locaties met muurplanten (hotspots) i.p.v. alle wijken.
Typische muurplanten en karakteristieke muurbegeleiders die voorkomen in Tilburg.
Komende jaren waarschijnlijk tweejaarlijks inventariseren en in de periode mei-september.
Het noteren van de groeiplaatsen en aantallen op papier en/of gelijk via de app ObsMapp doorgeven aan waarneming.nl. Om determinaties mogelijk te maken is er voor de inventarisaties fotomateriaal beschikbaar.
De gegevens komen in waarneming.nl Met de verzamelde gegevens worden verspreidings- gemaakt, dat vertaald kan worden in een hotspotkaart, waarin de belangrijkste locatie worden weergegeven
49
Utrecht I: gemeente
Utrecht. U: Ecologisch
Adviesbureau Maes.
Vlakdekkend in de jaren 1996, 2000 en 2008/2009. In de overige andere jaren worden alleen de kademuren geïnventariseerd, waarop bijzondere muurplanten zich bevinden en voor locaties met toekomstige herstel- en restauratie-werkzaamheden. De gevonden muurplanten worden genoteerd met de huisnummers methodiek (straatnaam + nummer) en met behulp van rakken (van brug tot brug of van object tot object).
Typische muurplanten en karakteristieke muurbegeleiders die voorkomen in Utrecht.
De inventarisatie van de Plompetoren-gracht in Utrecht wordt elk jaar geïnventariseerd. De Utrechtse gracht- en werfmuren worden gedaan met een frequentie van vijf jaar. Overige (kade)muren in Utrecht worden geïnventariseerd, wanneer er sprake is van een toekomstig herstel- of renovatieproject.
Kaartmateriaal met monitorings-gegevens wordt verwerkt in een Excel tabel en ook verwerkt in ArcGIS. Daarnaast worden van elke locatie foto's genomen met daarbij de beschrijvingen van de locatie.
De verwerkte gegevens worden verstrekt aan de gemeente Utrecht. De gegevens worden door de gemeente alleen gebruikt voor ingrepen, dus bij herstel- en renovatieprojecten. Als laatste worden de gegevens verwerkt in de inventarisatie rapporten (online beschikbaar).
50
Bijlage 8: Visie en beleid van de casegebieden
Visie en beleid van Amsterdam
Amsterdam is een stad dat constant in ontwikkeling is. De stad wil economisch en duurzaam
sterk zijn, zodat haar positie op wereldmarkt blijft bestaan en de aantrekkingskracht van de
stad wordt vergroot. Amsterdam heeft een internationaal imago, door het toerisme, de
historische kern, de wereldberoemde grachten en door de omgeving, een prachtig
waterlandschap (Structuurvisie Amsterdam, 2011).
Groen speelt een belangrijke rol bij het imago, bij de aantrekkelijkheid van de stad. Het zorgt
voor een verhoogd welzijn van de bewoners en een vestigingsklimaat voor bedrijven. Groen
is voor de stad Amsterdam een gunstige economische en recreatieve factor, waardoor het
noodzakelijk wordt voor het stedelijk leven.
De gebieden in de stad met een functie groen zijn op genomen in de Hoofdgroenstructuur
(http://www.amsterdam.nl). Er zijn beleidsregels opgesteld om groen te waarborgen en er meer
gebruik van te maken. Deze beleidsregels zijn opgenomen in de structuurvisie Amsterdam
2040, welke is vastgesteld in februari 2011 (Structuurvisie Amsterdam, 2011). In dit
Hoofdgroenstructuur zijn de begroeide gracht- en kademuren niet opgenomen, doordat de
gracht- en kademuren geen functie groen bezitten.
Amsterdam heeft nationaal gezien een unieke muurflora met veel beschermde soorten en
kwetsbare soorten. De muurplanten vinden in Amsterdam hun geschikt biotoop op de
negentig kilometer lange grachten- en kademuren. Muurplanten maken in Amsterdam wel
degelijk onderdeel uit van de openbare ruimte. In de structuurvisie Amsterdam 2040 is de
ruimtelijke opgave van het verkrijgen van een hoogwaardige openbare ruimte opgenomen. In
deze structuurvisie is een belangrijke locatie voor de muurplanten, genaamd het Stenen Hoofd
opgenomen als een beschermd gebied en bestempeld als varensreservaat, door de in grote
aantallen voorkomende beschermde varenssoorten, zoals Schubvaren en Steenbreekvaren.
De gemeente Amsterdam heeft een wettelijke zorgplicht voor de beschermde Flora en Fauna
soorten en hierbij horen dertien muurplanten (bijlage 1). Naast de wettelijke plicht is er door
Amsterdam in het kader van het soortenbeleid in 2005 een Florabeschermingsplan opgesteld
(Denters, 2005), want zomaar waardevolle planten schaden is niet de bedoeling. In dit plan
worden beschermde en kwetsbare muurplanten en de beschermingslocaties meegenomen.
Voor deze locaties zijn dan mitigerende en compenserende maatregelen voor opgesteld.
Voor het zorgvuldig handelen bij ruimtelijke ontwikkelingen en bij beheer en onderhoud is er
door de gemeente Amsterdam een gedragscode Flora- en Faunawet tot stand gekomen (Dienst
Ruimtelijke Ordening, 2009). De gedragscode beschrijft hoe activiteiten kunnen worden vermeden
die schadelijk en nadelig zijn voor de beschermde soorten. In de gedragscode staan
gedragsregels die ervoor zorgen dat er bij uitvoerende werkzaamheden voorzorgsmaatregelen
worden getroffen om het in stand houden van beschermde soorten te handhaven. Er geldt een
vrijstelling van verbodsbepalingen van de Flora- en Faunawet voor het naleven van de
gedragscode voor werkzaamheden in het kader van beheer & onderhoud en van ruimtelijke
ontwikkeling en inrichting in de gemeente Amsterdam.
Dit jaar zal de gemeente Amsterdam de gedragscode evalueren, wijzigen en daarna vaststellen
voor de volgende vijf jaar. Het wijzigen van de gedragscode staat los van de wetswijziging,
51
namelijk het komen van de Nieuwe Natuurwet. De gewijzigde gedragscode zal dan ook
worden gehanteerd naast de Nieuwe Natuurwet.
Visie en beleid van Den Haag
Den Haag staat niet stil, maar ontwikkeld zich en heeft de ambitie om in 2020 de reputatie
Groene Wereldstad aan zee te dragen. Deze ambitie is opgenomen in de Structuurvisie 2020,
waarin het beleid is vastgesteld in 2005 (Projectgroep Structuurvisie Den Haag, 2005).
Den Haag kenmerkt zich als een multiculturele stad, een internationale stad, een stad aan zee
en als hofstad van Nederland. Onmiskenbaar is het groene karakter van de stad en omgeving,
dat door de eeuwen heen altijd al aanwezig is geweest. Den Haag heeft een groen imago door
elementen als de zee, de duinen en duinbossen, stadsparken, oude landgoederen, wijk- en
buurtgroen, monumentale bomen, verbindingszones van het groen en water en waterrijke
veenweidegebieden (Dienst Stadsbeheer, 2005).
In Den Haag wordt groen als een belangrijk kapitaal gezien. Groen maakt het in Den Haag
aantrekkelijk voor mensen en bedrijven om zich te vestigen, biedt plek aan recreatie en
ontspanning, maakt plaats voor sport en spel, stimuleert de gezondheid, helpt bij de afvoer
van regenwater, geeft een natuurlijke koeling en is belangrijk voor de stadse biodiversiteit
(Dienst Stadsbeheer, 2005). Het Haagse groen is opgenomen in het groenbeleid, genaamd de nota
Groen Kleurt de Stad (Dienst Stadsbeheer, 2005). Deze nota loopt dit jaar af en zal opnieuw
opgesteld moeten worden. Den Haag wil in de toekomst met het groenbeleid meer inspelen op
ecosysteemdiensten, want die zijn en worden steeds belangrijker in de stad.
Sinds 1992 zijn er stedelijke Ecologische Verbindingszones opgenomen in het groenbeleid.
Tegenwoordig is dit opgenomen in de nota Stedelijke Ecologische Verbindingszone in Den
Haag 2008-2018 (Dienst Stadsbeheer, 2008). De doelstellingen van deze nota is het realiseren van
ruimte voor groen in de stad, toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen, duurzaam
(klimaatbestendig) groen en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het beheren van het
groen in de stad. In het meerjarenprogramma groen is het de bedoeling om de
belevingswaarde van het groen voor inwoners en bezoekers te doen vergoten, hierbij worden
groene bewonersinitiatieven gestimuleerd (http://www.denhaag.nl).
Aandacht voor groen en de omgang met groen in een stad heeft indirect te maken met de
politieke situatie in de stad. Muurplanten zijn maar een klein onderdeel van het Haags groen.
Muurplanten in Den Haag komen voor op verschillende kademuren, keermuren, bruggen,
tuinmuurtjes veelal in particulier eigendom, gevels en gevelvoeten en op trappen en tussen de
bestrating (De Groene Ruimte bv, 2014). Den Haag heeft enkele plekken met een rijke begroeiing en
met diverse beschermde muurplanten (tongvaren, steenbreekvaren, schubvaren en zwartsteel)
en beschikt over de meest verspreide plekken van de zeldzame schubvaren. Er wordt
tegenwoordig veel aandacht besteed aan muurplanten, omdat het een actueel onderwerp is
door de vele toekomstige herstel- en renovatieprojecten aan de kademuren met muurplanten.
Visie en beleid van Nijmegen
Nijmegen is een stad met een eigen identiteit en is altijd in beweging geweest. De stad staat
namelijk bekend als kennisstad- en studentenstad, als Vierdaagse stad en om het groene
karakter, de bijzondere geschiedenis, de culturele aantrekkelijkheid en de vele evenementen
en de unieke ligging in het landschap (Stadsvisie 2020 gemeente Nijmegen, 2013).
Er zijn veranderingen merkbaar over de rolverhoudingen tussen overheid, burgers, bedrijven
en andere maatschappelijke instituties. De Gemeente Nijmegen wil inspelen op deze
52
veranderingen door een moderne, betrouwbare en rechtvaardige overheid te zijn, die laat zien
vertrouwen te hebben in de bewoners en partijen in de stad, door middel van minder
hindermacht en meer optreden als facilitator (Gemeente Nijmegen, 2013). Met een Stadsvisie 2020
Nijmegen (Stadsvisie 2020 gemeente Nijmegen, 2013) en een Structuurvisie Nijmegen (Gemeente
Nijmegen, 2013). wil de stad huidig en in de toekomst aantrekkelijk zijn om te wonen, te
werken, te recreëren, te bezoeken en te vestigen. Het basisprincipe in de structuurvisie zal zijn
duurzame stedelijke ontwikkeling. Bij duurzame ontwikkeling hoort een gezond leefmilieu,
zorgvuldig omgaan met de ruimte en behoud van sterke groene en blauwe structuren en waar
mogelijk deze ook te versterken.
Het groenbeleid van de gemeente Nijmegen is opgenomen in de Beleidsnota Openbare
Ruimte 2013-2023, genaamd ‘Geef ze de openbare ruimte’ (Stadsbeheer, 2012.). De gemeente
Nijmegen wil in de komende jaren groene projecten realiseren en de groene kennis vergroten
in en rond de stad voor en door mensen van Nijmegen. De gemeente wil consolidatie
stimuleren en staat open voor een regionale samenwerking. Een samenwerking met
bedrijfsleven, kennisinstellingen, (maatschappelijke) organisaties en burgers om kansen in de
stad te herkennen en te benutten (Stadsbeheer, 2012.).
Voldoende groen met een goede kwaliteit is voor Nijmegen belangrijk om hitte te doen
voorkomen, om piekbuien op te vangen, voor ruimte om te spelen en te sporten en als
ontmoetingsplek (Gemeente Nijmegen, 2013).
Dynamische gebieden, zoals de omgeving van het centraal station met daarbij de aanloop naar
de binnenstad, zijn potentiële gebieden om groen te doen stimuleren. Door middel van het
plan Groene Allure is een eerste poging gedaan om het centrum te doen vergroenen (Reesink et
al.,2007). Dit jaar is de gemeente gestart met een meerjarige campagne Groen Verbindt
(www2.nijmegen.nl). Met deze campagne worden ‘groene linten’ zichtbaar gemaakt en
gerealiseerd in de stad. Dit door samen met burgers, wijken, vrijwilligers en professionals
plannen op te stellen en uit te voeren om planten, dieren en mensen met elkaar te verbinden.
Groen verbindt betekend groen voor, van en door de stad.
In de toekomst liggen er meer kansen voor muurplanten met de campagne Groen Verbindt,
maar tegenwoordig zijn de muurplanten niet opgenomen in de Nota ‘Geef ze de openbare
ruimte’ en worden niet opgenomen in het groenbeheersysteem (Stadsbeheer, 2012.).
Muurplanten worden gezien als onkruid en actief bestreden op plekken waar de beheerders
zelf bij kunnen komen. De gemeente Nijmegen heeft weinig ervaring met ecologisch beheer,
maar werkt al een lange tijd met wijkbeheerplannen. Bij renovatieprojecten worden Flora- en
Fauna scans uitgevoerd en wordt er een ontheffing aangevraagd, zodra er een beschermde
muurplant wordt aangetroffen (Koopman et al., 2005).
53
Bijlage 9: Drijfveer, motieven en ervaringen uit Amsterdam
Belangengroep Drijfveer Motivaties Ervaringen
1 Muurplanten-
werkgroep
KNNV afdeling
Amsterdam
Met behulp van
signalering het
daadwerkelijk
behouden en
beschermen van het
muurplantenbiotoop
voor een levende en
fraaie stad.
1) Duidelijk interesse,
want het zijn leuke
soorten.
2) Muurplanten verfraaien
de betonnen en stenen
stad.
3) Kennis ontwikkelen en
uitwisselen over de
muurflora, zodat er
daadwerkelijk bij wordt
gedragen aan de
bescherming van de
muurplanten.
Positief:
- Er is verscheidene
kennis aanwezig binnen
de werkgroep, door de
diversiteit van actieve
mensen.
- De meerjarige
geïnventariseerde
gegevens zijn een fijn
bruikbaar resultaat
geworden door de
gemeentelijke kaart.
- De muurplanten hebben
door de initiatieven en
bijbehorende aandacht
flink kunnen uitbreiden,
met name tongvaren en
steenbreekvaren. Met als
hoogtepunt 2003 en
jarenlang daarna is er een
positieve omgang met
muurplanten in de stad
merkbaar.
- Leuke reacties vanuit de
bewoners en de bewoners
willen graag geïnformeerd
worden.
Negatief:
- Op de dag van vandaag
wordt er nog slecht
onderhouden en dat kan
beter.
- Sinds 2012 een dalende
lijn in bescherming van
muurplanten merkbaar,
mede door het
digitaliseren van de
Groendesk, zodat
handhaven verminderde
en klachtenvermindering
optrad.
2 KNNV
afdeling
Amsterdam
Het samen
onderzoeken wat er
aan wilde
plantensoorten is
vertegenwoordigd in
Amsterdam.
1) Muurplanten krijgen
net zoveel aandacht als
andere stadsplanten.
2) Men wil weten waar en
waarom een (muur)plant
ergens staat en hoe deze
te herkennen valt.
3) Enkele leden van de
KNNV wil betrokken zijn
bij de
Positief: veel aandacht
voor muurplanten in
Amsterdam, door open en
transparant te werk te
gaan. Toegankelijke
gegevens voor iedere
burger.
Negatief: het is nog maar
de vraag of er aandacht
voor muurplanten blijft
54
muurplantenwerkgroep
KNNV afdeling
Amsterdam.
bestaan in de jaren na het
jaar van de muurplanten.
3 FLORON
Groot-
Amsterdam
Het leren herkennen
van plantensoorten.
Dat zijn de gewone,
zeldzamen, kleine,
grote en moeilijk
herkenbare
plantensoorten.
Interesse in
plantensoorten en
natuurbescherming. Het
beschermen van
muurplanten valt onder de
Flora- en Faunawet.
Positief: in Amsterdam is
men welwillend om de
muurplanten te
beschermen.
Negatief: er gaat wel het
één en ander (veelal
onbedoeld) mis met het
beschermen van de
muurplanten in
Amsterdam.
4 Stadsecoloog
Geert
Timmermans
De gemeente
Amsterdam wil met
het stedelijk groen
(incl. muurplanten)
een recreatieve,
gezonde en groene
stad zijn. Het stedelijk
groen geeft
schoonheid, bevordert
de gezondheid en het
geeft ontspanning en
waterberging en brengt
biodiversiteit met zich
mee.
1) De gemeente
Amsterdam heeft haar
beleid zo opgesteld om
rekening te houden met de
muurplanten en dit zal
gehanteerd moeten
worden in de stad.
2) Het beschermen van
muurplanten is wettelijk
verplichte taak voor de
gemeente.
Positief:
- Er is veel aandacht voor
muurplanten in
Amsterdam door diverse
belangengroepen.
- De gemeente is trots op
een bijzondere
muurplantenlocatie met
veel schubvarens, dat is
opgenomen in het beleid,
in de structuurvisie van de
stad.
- De gemeentelijke
muurplantenwerkgroep is
een mooie samenwerking
tussen belangengroepen
en daarbij behoord de
nauwe betrokkenheid van
burgers en politiek.
- Het is uniek dat alle
gegevens door de
gemeente op een
eenduidige manier
worden verzameld en zijn
toegankelijk voor
iedereen (open data).
Negatief:
- er zijn in het verleden
situaties verkeerd
aangepakt of slecht
gecommuniceerd, waarbij
beschermde muurplanten
schade hebben opgelopen.
- De huidige reorganisatie
zorgt voor onzekerheid en
communicatieproblemen,
wat indirect nadelige
gevolgen heeft voor de
muurplanten.
55
5 Gemeentelijke
Muurplanten-
werkgroep
-Projectmatig met de
muurplanten omgaan.
-Pragmatisch werken.
-Kansen meenemen in
projecten.
-Praktisch toepassen.
-Belangen met elkaar
afstemmen.
-Communicatie kan
concreter.
-Minimaal
muurplantenbiotoop
behouden en waar
nodig uitbreiden.
- Aandacht op de
werkvloer.
1) Naast de wettelijke
plicht, is er een
zorgplicht, want zonder
reden muurplanten
schaden is niet de
bedoeling. De
gedragscode Flora- en
Faunawet is op beide
plichten gebaseerd.
2) Muurplanten zijn
waardevol voor de
biodiversiteit in de stad en
biedt mogelijkheden voor
de Ecologisch
Hoofdstructuur
Amsterdam.
3) Op het gebied van
technologische
ontwikkelingen zijn
mogelijkheden voor de
muurplanten afhankelijk
van de standplaats.
Positief:
- Alle grachtenmuren zijn
in eigendom van de
gemeente, zodat het
beleid en beheer erop
afgestemd kan worden.
- Samen sterk inzetten
(pragmatisch werken)
voor het behouden en
beschermen van
muurplanten, door de
samenwerking van
vrijwilligers, ambtenaren,
aannemers en experts
- Toekomstgericht
denken, over dertig jaar
nog steeds bijzondere
plekken met muurplanten
in Amsterdam.
Negatief:
-Er is geen eenduidig
beleid gericht op
muurplanten als de
Nieuwe Natuurwet zijn
intrede doet.
- Bij het behouden van
biotoop voor de
muurplanten gaat ten
koste van de
daadwerkelijke functie
van de kademuur (veilig,
stevig voor verkeer en
vervoer en waterkerend).
6 B&d
Natuuradvies
Haarlem
Het onderzoeken van
de waarde en
mogelijkheden van
natuur door het
uitvoeren van
projecten en het geven
van bijbehorende
adviezen.
1) Het thema muurplanten
is een actueel onderwerp,
dat kansen geeft voor
projecten en adviezen.
2) Het zijn interessante en
bijzondere planten om te
onderzoeken.
3) Het geeft een fijn
gevoel om nieuwe
plekken van muurplanten
te ontdekken en te zien
hoe muurplanten een
populatie ontwikkelen.
Positief: het opzetten van
een monitoringsproject in
Amsterdam is succesvol
en zou ook in andere
steden opgezet moeten
worden voor een landelijk
resultaat.
Negatief: er zijn nog
teveel situaties dat het
nadelig uitvalt voor
muurplanten, mede door
onwillige opdrachtgevers,
die enkel en alleen
rekening houden met de
wetgeving.
7 Waternet Het verkrijgen van een
geheel werkende
watercyclus en het
beste halen uit water,
waarbij duurzaamheid,
veiligheid,
Het juist beheren van het
rioleringssysteem in de
stad Amsterdam, zonder
daarbij de beschermde
muurplanten te schaden.
Positief: inventarisaties
van muurplanten zijn juist
uitgevoerd, waarbij de
gegevens bruikbaar zijn
en daarnaast ook advies
geven over mogelijke
56
klantgerichtheid,
samenwerking en
oplossingsgerichtheid
voorop staat.
In Amsterdam is het
verkrijgen van schoon
en gezond drinkwater
en het beheren van een
goed werkend
rioolsysteem van
belang.
oplossingen
(oplossingsgericht
denken).
Negatief: er heerst
onzekerheid bij de
hoeveelheid muurplanten
in straatputten en
rioleringsmedewerkers
zien de planten als
belemmering en weten
niet hoe ze met de planten
moeten omgaan.
8 Beheerder
Gemeente
Amsterdam
Stadsdeel
Centrum
(ontbreekt zie
discussie,
hoofdstuk 11)
- - -
9 ANMEC Het verkrijgen van een
groen en leefbaar
Amsterdam, door aan
de slag te gaan met
NME voor de
bewoners, kinderen,
ondernemers en
maatschappelijke
organisaties. Deze
doelgroep kunnen zelf
leren om een groen en
leefbaar Amsterdam te
verkrijgen en te
behouden.
Er is geen
maatschappelijke vraag
om muurplanten mee te
in educatieve
programma’s. De
specifieke doelgroep heeft
weinig te maken gekregen
met het stadsnatuur wat
Amsterdam te bieden
heeft.
Positief: Met (financiële)
draagvlak vanuit de
gemeente Amsterdam is
het mogelijk om
muurplanten mee te
nemen in het programma
van de Ecologische
Hoofdstructuur en in
lesprogramma’s.
Daarnaast geeft het
mogelijkheden om
interesse en begrip te
krijgen voor muurplanten
bij bewoners door middel
van NME.
Negatief: voor de
doelgroep (kleine)
kinderen is het lastig om
muurplanten te betrekken
bij activiteiten, want de
standplaats, de grachten,
zijn gevaarlijke locaties
voor de kinderen.
10 Amsterdam
cultuur-
historische
vereniging
(ACHV)
Mensen de stad
Amsterdam laten
ontdekken en leren
kennen d.m.v. het
uitwisselen van kennis
over de historie van de
stad en wat de stad op
het vlak van
architectuur, natuur,
cultuur en erfgoed te
bieden heeft.
De ACHV houdt zich
tegenwoordig op geen
enkele wijze bezig met
het thema muurplanten in
de stad.
Muurplanten zijn wel
zichtbaar op oude
vervallen muren en het
lijkt dat de toestand van
de muren door de
aanwezigheid
muurplanten er niet beter
op wordt gedurende de
jaren.
57
11 IVN
Amsterdam
De mensen in
Amsterdam betrekken
bij de groene
omgeving, zodat zij
zich dan pas echt
bewust worden van de
waarde van deze
groene omgeving. De
mensen groen laten
beleven en samen
werken aan een
duurzame omgeving
Trots op onze kilometers
lange havenmuren met
een prachtige bedekking
aan muurplanten met
soms zeldzame varens
ertussen.
Positief:
- Mensen zijn tijdens
publieke excursies vaak
geraakt door de
aanwezigheid van zo’n
exotische bergbegroeiing
in de binnenstad van
Amsterdam.
- Veel vrijwilligers (IVN,
KNNV, FLORON) zijn
verworven tot de
Amsterdamse
muurplantenwerkgroep
KNNV Amsterdam. Er is
diversiteit, veel kennis en
natuurliefhebberij
aanwezig bij de
muurplantenwerkgroep.
Negatief:
- Toch is er onder de
burgers algemene
onbegrip, dat blijkt ook
uit de spellingschecker,
dat telkens van
muurplanten,
buurplaneten van wil
maken.
58
Bijlage 10: Drijfveer, motieven en ervaringen uit Den Haag
Belangengroep Drijfveer Motivaties Ervaringen
1 Florist Jan
Cevat
Iedere aandacht voor
muurplanten in de stad is
meegenomen om besef te
verwerven over het belang
van deze bijzondere
planten.
1) Het inventariseren van
muurplanten is een leuke
bezigheid.
2) Het is fascinerend hoe
bepaalde soorten op
muren groeien en hoe ze
zich in stand houden met
de extreme
omstandigheden.
3) Het is welkom om
meer informatie te
verkrijgen en verspreiden
over muurplanten, want
vele mensen en zelfs
vakmensen hebben geen
kennis van muurplanten
en soms ook geen beeld
ervan.
Positief:
- Bij de inventarisatie is er
belangstelling vanuit de
bewoners over de
werkzaamheden en de
muurplanten.
- Het gaat goed met de
muurplanten in Den Haag,
want er is een diversiteit
aan beschermde
muurplanten op
verscheidene plekken
aanwezig.
Negatief:
- Bewoners worden niet
op de hoogte gebracht van
de recente ontwikkelingen
op het gebied van
muurplanten in de stad
door de gemeente.
- Het is spijtig dat de
historische data weinig
wordt gebruikt.
- Het niet openbaar stellen
van
inventarisatiegegevens
voor derden, wat het
lastig maakt voor mensen
die wel interesse hebben
in muurplanten.
2 KNNV
afdeling Den
Haag
Het inzetten voor
natuurbeleving,
natuurstudie en
natuurbescherming door
diverse activiteiten.
1) Muurplanten zijn
onderdeel van de planten
in de stad en worden met
het inventariseren van
kilometerhokken
meegenomen door de
plantenwerkgroep.
Jan Cevat, lid van de
KNNV afdeling Den
Haag heeft ervaringen
met muurplanten. Zie
hierboven.
3 FLORON
Hollands Duin
Het onderzoeken en
beschermen van de wilde
flora in het district door
actieve werkgroepen. Er
wordt meegewerkt aan het
opzetten en uitvoeren van
projecten en er worden
excursies en
inventarisaties gehouden
in het district.
1) Er zijn vele
plantenwerkgroepen met
veel planteninteresse en
voor muurplanten is er
interesse en activiteit in
de stad Haarlem en de
provincie Noord-Holland.
2) Het inventariseren en
onderzoeken van planten
wordt steeds populairder.
Positief:
- Er is algemene interesse
vanuit bewoners in
muurplanten en er zijn
geen slechte ervaringen
vanuit de bewoners.
- Een netwerk met diverse
belangengroepen zou
positief zijn, want mensen
weten de
muurplantenexperts te
vinden.
- Vrijwilligers houden een
oogje in het zeil, zodat er
59
geen beschermde
opzettelijk verdwijnen in
de stad.
Negatief:
- Juist geïnformeerd
worden met het aangeven
van het doel en
meerwaarde van
muurplanteninitiatieven
schiet tekort bij
initiatiefnemers.
4 IVN Den
Haag
Mensen zoveel mogelijk
enthousiast maken voor
de natuur dichtbij huis
met het geven van
activiteiten als excursies,
cursussen en
wandelingen.
Het IVN is nog niet bezig
met activiteiten over de
muurplanten in Den Haag,
maar weten wel de juiste
muurplantenexperts en de
stadsecoloog te bereiken
over het thema
muurplanten.
Nog geen ervaringen
bekent met muurplanten.
5 AVN ’s
Gravenhage
(ontbreekt zie
discussie,
hoofdstuk 11)
- - -
6 Haags-
milieucentrum
Een groen en duurzaam
Den Haag door actuele
kennis over duurzaamheid
te verspreiden en het
Hagenaars gemakkelijker
te maken om duurzaam te
leven.
1) Muurplanten kunnen
ook bijdragen aan een
duurzaam Den Haag.
2) Muurplanten behoren
bij de natuur van de stad
en zijn een versiering
voor de stenen muur.
3) Muurplanten geven de
ouderdom weer van een
stad.
Positief:
- In Den Haag wordt er
rekening gehouden met
muurplanten, omdat het
van de wet een
verplichting is.
- Bewoners reageren
geïnteresseerd over het
thema muurplanten en
willen graag er meer over
weten.
Negatief: er heerst een
grote onbewustheid
rondom het thema
muurplanten in de stad bij
de samenleving en er is
dus behoefte aan
communicatie met
belangengroepen over dit
thema .
7 Dienst
Stadsbeheer,
stadsecoloog
Inspelen op
ecosysteemdiensten en
Den Haag wil
klimaatbestendig zijn in
de toekomst.
1) Wettelijke verplichting
dat er tijdens de herstel-
en renovatieprojecten
rekening wordt gehouden
met beschermde
muurplanten.
2) Muurplanten leveren
een bijdrage aan de
biodiversiteit.
3) Muurplanten hebben
een kleine vorm van
Positief:
- Het thema muurplanten
in de stad is actueel, want
vele (kade)muren met
muurplanten zijn aan
vervanging toe.
- Het inventarisatierapport
van afgelopen jaar is
compleet en bruikbaar
voor de toekomstige
60
belevingswaarde en dat is
een sleutelfactor van het
stedelijk groen.
4) Muurplanten hebben
een intrinsieke waarde
voor de stad.
herstel- en
renovatieprojecten.
- Positieve ervaringen bij
het renovatieproject van
de Mauritskade in het jaar
2000.
Negatief:
- Door de wetswijziging
(de Nieuw Natuurwet)
worden de beschermde
soorten die in Den Haag
voorkomen van de
beschermde lijst
verwijderd.
- Burgers maken zich
meer druk over het
behoud van bomen
bovenop de kademuren,
dan om de muurplanten
op de kademuren.
- Het is moeilijk om de
groei van muurplanten in
de stad te bepalen
gebaseerd op de enkele
inventarisaties van het
verleden.
8 Beheerders
Stedelijk Beheer
Actief samenwerken aan
een mooie, schone,
gastvrije, veilige en
duurzame stad.
Ontwikkeling en
innovatie staan voorop en
het resultaat is een vorm
van tevredenheid van
bewoners en daar doen we
het voor.
Wettelijke verplichting
om bij het beheer
rekening te houden met de
beschermde muurplanten.
Als constructief beheerder
is er zelf geen belang om
bij te dragen aan de
bescherming van de
muurplanten, maar zijn
gebonden aan de
wetgeving op dit gebied.
Positief:
- In 1995 is voor het laatst
de muur ‘schoongespoten’
om een inschatting te
maken van de
hoeveelheid te herstellen
voegwerk. Hiervoor heeft
de wettelijke verplichting
voor gezorgd
- Bij de kademuren wordt
rekening gehouden met de
muurplanten door speciale
voorzieningen voor de
muurplanten aan te
brengen.
- Er zijn goede contacten
tussen de beheerders van
Stedelijk Beheer en de
stadsecoloog van Dienst
Stadsbeheer.
Negatief, de
aanwezigheid van
muurplanten op de oude
kademuren beïnvloed de
levensduur van de kade
op een negatieve manier.
Verhoogde vervanging
zorgt voor hoge kosten ,
met name bij het
61
herstellen van het
voegwerk.
9 Ingenieurs-
bureau Den
Haag
Een duurzame
ontwikkeling van
openbare ruimtes, zowel
boven- als ondergronds.
Wettelijke verplichting,
door onderzoek te doen
naar beschermde Flora-
en fauna en zich te
houden aan een protocol
om de beschermde
muurplanten niet te
schaden. De vormgeving
en technieken van een
muur zullen stevig (lange
levensduur), veilig en
geschikt moeten zijn voor
de muurplanten.
Het is waardevol om
aandacht te geven aan
goeie technieken,
constructies en
funderingen. Het Platform
Binnenstedelijke
Kademuren (Platform
BiKa) houdt zich bezig
met het veilig houden van
kademuren en
onderwerpen als
muurplanten kan hierin
ook een rol spelen.
10 Hh Delfland ‘Iedereen bewust van
water’. Hierbij horen
enkele speerpunten die
belangrijk zijn voor de
stad als waterbewustzijn,
stedelijk waterbeheer en
klimaatadaptie, schoon en
gezond water en
duurzaamheid en
innovatie.
Het belang van
muurplanten voor het
functioneren van het
watersysteem is miniem,
want er blijkt vanuit het
waterschap geen behoefte
om actief iets te doen met
thema muurplanten in de
stad.
Bestaat er vanuit andere
belangengroepen, bv. de
gemeente Den Haag een
behoefte dat er rekening
gehouden moet worden
tijdens onderhouds-
werkzaamheden, waar het
waterschap
(mede)aansprakelijk voor
is en voor zover het
waterschap er nog geen
rekening houdt, dan valt
daar wellicht wat te
verbeteren vanuit het
waterschap.
11 De Groene
Ruimte bv.
Het op een juiste manier
willen uitvoeren van
ecologische projecten ,
die bijdragen aan de
stadsecologie , aan de
natuur in de stad
(gierzwaluwen,
vleermuizen, muurplanten
e.d.).
1) Muurplanten zijn
opgenomen in de Flora-
en faunawet en dat geeft
projecten naar de
muurplanten in de stad.
2) Muurplanten dragen bij
aan de natuur in de stad
en daarom wil je de
projecten zo goed
mogelijk uitvoeren.
Positief:
- Op nieuwbouw muren
(jaren ’80) worden
muurplanten gevonden,
wel op traditionele
plekken (bv. bruggen).
- Muurplanten zijn op
plekken te vinden waar
men ze niet verwacht,
namelijk op particuliere
tuinmuurtjes.
- Zwemmend kun je vrij
goed muurplanten op
kademuurtjes tellen.
Negatief:
- Gemeente hebben geen
inzicht in de
aanwezigheid van
muurplanten in de stad,
daarom is een
vlakdekkende
inventarisatie erg
belangrijk.
- Een standaard
methodiek bij het
62
inventariseren en
dataverzameling kan
beperkingen leveren bij
organisaties en
vrijwilligers, want het
hangt van de situatie af
met welke methodiek er
tot een bruikbaar resultaat
wordt gekomen.
12 De Vrienden
van Den Haag
Het bevorderen van de
leefbaarheid van Den
Haag met behoud van zijn
"karakteristieke waarde"
Stadsgroen, inclusief de
muurplanten zijn
belangrijk vanwege de
belevingswaarde en de
klimaatwaarde (het
dempen van hitte en de
opvang van het water).
Positief, tijdens het
Stedelijk Groen Overleg
met de gemeente worden
onze opmerkingen over
het stadsgroen vaak
serieus genomen.
Negatief, er gaat ook wel
eens wat fout, want
tijdens een
stadswandeling langs de
groene plekke in de
binnenstad was een
bijzondere muurplant, de
tongvaren plotseling
verdwenen. Iemand had
helaas de muur volledig
schoongemaakt.
63
Bijlage 11: Drijfveer, motieven en ervaringen uit Nijmegen
Belangengroep Drijfveer Motivaties Ervaringen
1 NME de
Bastei
Het koppelen van scholen
aan Natuur- en
Milieueducatie door
middel van educatieve
activiteiten (excursies,
tentoonstellingen,
gastlessen,
lesprogramma’s en de
bijbehorende leskisten).
Muurplanten zijn
onderdeel van de
stadsnatuur en kan
betrokken worden bij het
stadsklimaat en de
kwaliteit van de
leefomgeving. Dit thema
zou meer aandacht
moeten krijgen in de
NME van Nijmegen.
Positief: vroeger tijdens
tentoonstellingen over de
stadsnatuur was er veel
belangstelling voor de
bijbehorende stadsroute,
waar muurplanten deel
vanuit maken.
Negatief: tegenwoordig
wordt er weinig aandacht
besteed aan stadsnatuur,
stadsklimaat,
leefomgeving en de
muurplanten binnen het
NME.
2 IVN Rijk van
Nijmegen
Het inzetten voor educatie
in de brede zin.
De activiteiten van
educatie worden verzorgt
voor diverse
werkgroepen, waarvan de
werkgroep Groen en
Ruimte zich inzet voor het
stedelijk groen.
1) Het maakt niet uit dat
muurplanten een klein
onderdeel zijn van het
stedelijk groen, want het
is onderdeel van de
biodiversiteit en kan
worden meegenomen in
de NME.
2) Het biotoop van de
muurplanten is interessant
en verbazingwekkend.
Positief: bij excursies
over stadsplanten wordt er
positief gereageerd op de
muurplanten, die
voorheen onzichtbaar
waren en tijdens zo’n
excursie overal opvallen.
Er is verwondering en
verbazing voor deze
groep planten, wat leidt
tot meer en meer
interesse.
Negatief:
- Het is spijtig dat er geen
muurplanteninitiatieven
worden uitgevoerd in en
rondom Nijmegen door de
gemeente Nijmegen.
- Het IVN Rijk van
Nijmegen is niet op de
hoogte van het jaar van de
muurplanten, want dat
was een goed moment
geweest om de cursus
stadsplanten op te pakken.
3 Plantenwerk-
groep KNNV
afdeling
Nijmegen
De plantenwerkgroep
KNNV Nijmegen zet zich
in voor studie en
onderzoek naar de wilde
planten in Nijmegen en
omgeving. Dit door
middel van het houden
van excursies met
plantenlijsten en het
beheren van een
plantenherbarium voor het
Natuurmuseum Nijmegen.
1) Muurplanten zijn een
bijzondere groep
stadsplanten en zouden
eigenlijk ieder jaar terug
moeten komen in het
excursieprogramma van
de plantenwerkgroep.
2) Het is fantastisch om
muurplanten te
inventariseren, te
herkennen en te
benoemen.
Positief: voor het jaar van
de muurplanten is er een
speciale excursie
georganiseerd voor
stadsplanten en deze is
erg geslaagd.
Negatief:
- Er wordt door de
gemeente Nijmegen
weinig rekening gehouden
met muurplanten, vooral
in de binnenstad, daar
64
wordt het intensief
bestreden als onkruid. De
muren worden boven
kniehoogte met rust
gelaten, maar daar
beneden zijn muurplanten
niet veilig.
- Er worden in Nijmegen
geen muurplanten-
inventarisaties uitgevoerd
en er is in Nijmegen geen
aanspreekpunt, als het
gaat over het beschermen
van muurplanten.
4 FLORON
district 9 en 22
(ontbreekt zie
discussie,
hoofdstuk 11)
- - -
5 Gemeente
Nijmegen,
afdeling
Openbare
Ruimte
De komende jaren
verbindingen leggen
tussen de groene
omgeving van Nijmegen.
Waarbij ecologische
kansen worden gegrepen
en de ecologische kennis
wordt vergroot door het
realiseren van groene
projecten voor en door de
mensen van Nijmegen.
1) Muurplanten hebben
een functie als mooi
aanzicht (geen onkruid)
en zijn goed voor de
biodiversiteit.
2) Het belang komt te
liggen bij de burgers voor
een betere ontwikkeling
van de stadsnatuur en
daarbij horen ook de
muurplanten.
Positief:
- De gemeente Nijmegen
heeft tegenwoordig twee
wethouders, die
stadsnatuur en ecologie
hoog in de vaandel
hebben en dat biedt
kansen voor de
muurplanten.
- Met campagne Groen
Verbindt worden groene
initiatieven voor, van en
door de stad Nijmegen
afgestemd met het
groenbeheer en geeft
mogelijkheden voor de
omgang met muurplanten.
Negatief:
- Er worden door de
gemeente Nijmegen geen
muurplanteninitiatieven
uitgevoerd.
- Muurplanten worden
door beheerders gezien
als onkruid, voorbeeld bij
Het Groene Balkon bij het
Valkhofpark bevat
historische muren met
muurplanten, maar deze
worden niet opgenomen
in het
groenbeheersysteem en
worden actief bestreden.
6 Stichting
Berglinde
Bijdrage leveren aan het
vergroten van kennis van
natuur en landschap in
1) Muren bevatten
bijzondere varens en
Positief: er ligt een
uitdaging over de kwestie
hoe we muurplanten
65
Gelderland en het Duitse
grensgebied. Dit door
middel van veld- en
literatuuronderzoek,
advisering over inrichting
en beheer van nieuwe
natuur en om hierover te
publiceren.
planten waar men trots op
kan zijn.
2) Muurvarens zijn niet
schadelijk voor de muren,
zoals vele mensen
denken.
kunnen beschermen
zonder met de wet te
dreigen.
Negatief: door weinig
bekende
muurplanteninitiatieven is
er onbekendheid over de
toestand van de
muurplanten en worden
burgers niet geïnformeerd
over deze bijzondere
planten.
7 Waterschap
Rivierenland
Het verkrijgen van schoon
oppervlakte water en
voldoende water, want
een tekort aan water is
nadelig. Verder verzorgt
het waterschap
Rivierenland voor het
zuiveren van het
afvalwater en voor veilige
dijken.
Muurplanten spelen bijna
geen rol bij onze taak,
namelijk het waken van
de waterkwaliteit
(Kaderrichtlijn Water).
- Zo nu en dan worden er
wel opnames gemaakt van
de kademuren en daarbij
horen ook de
muurplanten, maar niet
van de keermuren en
bruggen in Nijmegen
worden beheerd door de
gemeente.
- De gemeente Nijmegen
is van bekend dat zij de
stenen bouwsels in hun
beheer regelmatig
schoonspuiten en dat is
nadelig voor de
muurplanten.
8 Natuurtuin
Goffert
(ontbreekt zie
discussie,
hoofdstuk 11)
- - -
66
Bijlage 12: Inventarisatie methodieken per casegebied
Casegebieden: Amsterdam Den Haag Nijmegen
Initiatiefnemer (I) en Uitvoerder (U):
I: gemeente Amsterdam U: Muurplanten-werkgroep KNNV Amsterdam.
I: gemeente Den Haag U: Jan Cevat (2005) en De Groene Ruimte bv. (2014)
N.v.t.
Telmethodiek Vlakdekkend, voornamelijk gericht op de grachtenmuren in Amsterdam. Er wordt een eigen methodiek gehanteerd, namelijk het inventariseren van puntlocaties, door middel van het noteren van huisnummers (de locatie) en het bijbehorend exact geteld aantal muurplanten. Bij onduidelijke huisnummers wordt het object genoteerd (brug, viaduct etc.).
De inventarisatie is in 2014 vlakdekkend uitgevoerd, door alle km-hokken te inventariseren. De locaties (het adres) worden weergegeven als puntwaarnemingen van de soort inclusief het aantal exemplaren, de groeiplaatsomschrijving en de GPS coördinaten.
N.v.t.
Afbakening van soorten
Typische muurplanten (zonder de algemene muurvaren en muurleeuwenbek) en karakteristieke muurbegeleiders die voorkomen in Amsterdam.
De typische muurplanten en planten die op de Standaardlijst van de Nederlandse Flora (Tamis et al.,2004) staan en geen belangrijkste groeiplaats elders hebben.
N.v.t.
Frequentie en periode
- Om de twee jaar worden de in totaal 90 km lange grachtenmuren geïnventariseerd en er worden losse inventarisaties uitgevoerd op de prioriterende locaties aangewezen door de gemeente Amsterdam. - Het plan van aanpak wordt gemaakt en besproken in mei/juni, zodat vanaf augustus de inventarisaties uitgevoerd kunnen worden, met als afsluiten een gezamenlijk (check)ronde in oktober.
- Er is in totaal viermaal een inventarisatie van de muurplanten in de stad geweest, driemaal door individuele floristen en eenmaal door het adviesbureau De Groene Ruimte bv. - In 2002 en 2004 in de periode september-oktober. In 2009 en 2010 de periode vanaf juni 2009 tot en met december 2010. In 2014 de periode juli-augustus.
N.v.t.
Materialen Bij de inventarisatie wordt er gebruik gemaakt van kadasterkaarten met een schaal 1:1000, waarvan huisnummers en objecten van af te leiden
Bij de inventarisatie wordt er gebruik gemaakt van een Open Street Maps met km-hokken indeling en kaarten met de close-up van een kilometerhok. De
N.v.t.
67
zijn. De inventarisatiegegevens worden verwerkt in een Excel bestand.
inventarisatiegegevens worden verwerkt in een Excel werkbestand. Bij de inventarisatie in 2014 zijn door het adviesbureau overzichtskaarten vanuit (Basemap) ArcGIS geleverd aan de gemeente.
Bestemmingen De inventarisatie-gegevens komen in een inventarisatierapport en via ArcGIS terecht in het kennismeetnet muurplanten Amsterdam. De verwerkte GIS data komt terecht bij de gemeente Amsterdam, die het vervolgens openbaar maakt door middel van een online gemeentelijke muurplantenkaart. De gegevens worden gebruikt bij het beheer en bij projecten. De gegevens komen terecht in de NDFF en bij FLORON in de Verspreidingatlas.
De Excel bestand met gevonden locaties met exemplaren zijn aan de hand van de GPS coördinaten verwerkt in ArcGIS. Er is met de ArcGIS overzichtskaarten een inventarisatierapport opgesteld voor de gemeente, die de gegevens zal gebruiken als ondersteuning van toekomstige herstel- en renovatieprojecten van de gemeente Den Haag. Verder komen de inventarisatiegegevens in de NDFF en uiteindelijk ook in de Verspreidingsatlas van FLORON.
N.v.t.
68
Bijlage 13: Scoringstabel
De sleutelfactoren voor een effectief muurplanten netwerk per stad
onderverdeeld in initiatiefgroepen worden beoordeeld. De score bestaat uit + (goed), +/- (voldoende), - (matig) en ? (onbekend).
Een stad met de aanwezigheid van een muurplantennetwerk scoort minimaal op zes
sleutelfactoren een + en krijgt daardoor een totaalscore met +.
De uitleg van deze scores staan in de tabel hieronder.
Sleutelfactoren:
Initiatiefgroep 1
Sam
ensp
el (S)
Rolv
erdelin
g (R
)
Com
mu
nica
tie (C)
Dra
agvla
k (D
r)
Meth
od
iek (M
)
Data
ver
werk
ing (D
a)
Uitstra
ling (U
)
Con
tinu
ïteit (Co)
Tota
alsco
re (To)
Den Haag (casegebied) +/- +/- - +/- + - +/- - +/- Amersfoort + + + + + - +/- + + Breda + + + +/- +/- - +/- - +/- Gouda +/- +/- +/- +/- + + - + +/- ‘s- Hertogenbosch +/- +/- - - +/- +/- - - +/- Maastricht + + + + + - +/- + + Rotterdam + + + +/- + - +/- +/- +/- Tilburg + + + +/- +/- + +/- +/- +/- Utrecht + +/- + +/- + + + + + Valkenburg + + +/- +/- + - +/- - +/- Zoetermeer ? ? ? +/- +/- - - - -
Initiatiefgroep 2 S R C Dr M Da U Co To
Amsterdam (casegebied) + + + +/- + + + + + Delft + + + +/- + + + + + Haarlem +/- +/- +/- +/- + - +/- - +/- Hoorn +/- - +/- +/- +/- - - - +/-
Initiatiefgroep 3 S R C Dr M Da U Co To
Nijmegen (casegebied) - - - +/- - - - - - Zwolle +/- - - +/- +/- - - - -
69
Legenda van de score per sleutelfactor
Samenspel Uitleg van de score
+ Er is een samenspel aanwezig tussen diverse belangengroepen
+/- Er is een samenspel geweest of er is geen samenspel aanwezig. Er zijn wel
signalen aanwezig, dat er gewerkt wordt aan een samenspel tussen diverse
belangengroepen.
- Er is geen samenspel aanwezig en er zijn geen signalen aanwezig, dat er
gewerkt wordt aan een samenspel tussen diverse belangengroepen.
Rolverdeling
+ Bij de muurplanteninitiatieven is er een aanspreekpunt, facilitator en zijn er
uitvoerders. De betrokken belangengroepen voelen zich
medeverantwoordelijk voor de toestand van de muurplanten in hun stad.
+/- De rol van de vrijwilligers, muurplantenexperts of NME-organisaties wordt
onderschat door de gemeente of andersom de rol van de gemeente wordt
onderschat door vrijwilligers, muurplantenexperts en/ of NME-organisaties.
- Er is geen duidelijke rolverdeling van belangengroepen en/of er is geen
duidelijk aanspreekpunt voor de muurplanteninitiatieven in de stad.
Communicatie
+ Er wordt in de stad gecommuniceerd met de betrokken belangengroepen
over de rolverdeling en de uitvoering.
+/- Er is een rolverdeling en aanspreekpunt, maar communiceren met de
betrokken belangengroepen verloopt moeizaam.
- Er is geen communicatie tussen verschillende belangengroepen meer of
nooit aanwezig geweest.
Draagvlak
+ Er is steun van de gemeente en er is steun vanuit de vrijwilligers, NME-
organisaties en burgers voor het opzetten en uitvoeren van de
muurplanteninitiatieven.
+/- Er is alleen steun van de gemeente of er is alleen steun vanuit de
vrijwilligers, NME-organisaties en burgers voor het opzetten en uitvoeren
van de muurplanteninitiatieven.
- Er is geen steun vanuit de gemeente en geen steun vanuit vrijwilligers,
NME-organisaties en burgers, er heerst duidelijke onbewustheid in de stad.
Methodiek
+ Er is een methodiek voor herstel- en renovatiewerkzaamheden en voor het
uitvoeren van muurplanteninventarisaties.
+/- Er is alleen een methodiek voor de herstel- en renovatiewerkzaamheden of
alleen voor het uitvoeren van muurplanteninventarisaties.
- Er is geen methodiek bekend.
Dataverwerking
+ Een stad met een eigen muurplantenmeetnet met toegankelijke informatie
en gegevens en openheid over de werkwijze van initiatieven.
+/- Een stad met geen eigen muurplantenmeetnet, maar wel met toegankelijke
inventarisatiegegevens voor iedere burger weergegeven in
inventarisatierapporten.
- Er zijn geen openbare inventarisatierapporten of er is geen eigen database
waarin expliciet de muurplanteninventarisatiegegevens worden verzameld.
Uitstraling Uitleg van de score
70
+ Een stad met een effectief muurplantennetwerk en met ervaring, een goede
waardering van de stadsnatuur en met publiciteit over de muurplanten.
+/- Een stad heeft uitstraling door een visitekaartje, namelijk een bijzonder
muurplantengebied van de stad.
- Een stad met geen openlijke status. Dit betekend het ontbreken van:
gegevens-, ervaringen-, en kennisuitwisseling met diverse belangengroepen
en andere steden, openlijke werkwijze (bij initiatieven), openlijke proces-
en beleidsvorming en toegankelijke muurplantengegevens voor iedereen.
Continuïteit
+ Een stad met verschillende muurplanteninitiatieven met diverse doelen met
continuïteit.
+/- Een stad met verschillende muurplanteninitiatieven met continuïteit, maar
worden alleen uitgevoerd door de huidige wettelijke status van
muurplanten.
- Een stad met geen verschillende muurplanteninitiatieven met diversie
doelen met continuïteit.
71
Bijlage 14: Extra de Zoekkaart Muurplanten van FLORON
72