De tijd van de Bijbel

13
DE TIJD DE T I J D VAN DE V A V V N D E BIJBEL

description

Een inkijkexemplaar

Transcript of De tijd van de Bijbel

DE TIJDDE TIJDVAN DEVAVV N DE

BIJBEL

Vertaling Tineke Yürumez-KroonLayout/dtp AlphaZet prepress, Waddinxveen

ISBN 978 90 239 2283 4www.uitgeverijboekencentrum.nl

In licentie uitgegeven door Kwintessens, Amersfoort

Bestelnummer 3734

ISBN 978 90 5788 370 5

NUR 224

Engelstalige editie © 2011 Lion HudsonIllustraties © 2011 Steve NoonNederlandstalige editie © 2012 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Oorspronkelijk verschenen bij Lion Publishing, Oxford, UK, onder de titel The Bible in its Time.

Alle rechten voorbehouden

Voor Edward, Oliver en Joseph

Loïs Rock

GeïLLustReeRd dooR steve NooN

uitGeveRij BoekeNceNtRum, ZoeteRmeeR | kwiNtesseNs, AmsteRdAm

DE TIJDDE TIJDVAN DEVAVV N DE

BIJBEL

InleIdIng

De Bijbel is een wereldschat. Omdat de Bijbel tegenwoordig beschikbaar is in alle hedendaagse talen, zijn we ons daar vaak niet zo van bewust. Toch blijft de Bijbel een heel belangrijke verzameling boeken uit het oude Midden-Oosten, die ons een bijzonder interessant beeld geven van het leven in vroeger tijden. Onder die boeken bevinden zich verschillende soorten geschriften, zoals verhalen, geschiedenissen, wetten, poëzie, levenswijsheden en brieven. De oudste geschriften zijn misschien wel drieduizend jaar geleden geschreven, terwijl de latere nog geen tweeduizend jaar oud zijn.

De bijbelboeken worden als ‘heilige geschriften’ beschouwd. Zegeven elk op hun eigen manier inzicht in grote vragen, zoals: waarom bestaat de wereld en waar gaat het om in het leven?

De oudere bijbelboeken zijn de heilige geschriften van het joodse volk. Ze vertellen over een God die de wereld schiep en het joodse volk uitkoos om een bijzonder volk te zijn. joden moesten Gods wetten gehoorzamen en de wereld laten zien wat gerechtigheid was. Maar regelmatig bleek dat dat hun niet lukte. Na verloop van tijd beloofden profeten dat God eens een door hem gekozen koning zou sturen die hen op de juiste weg zou leiden. Het woord dat ze voor ‘gekozen koning’ gebruikten was ‘messias’. Het Griekse woord daarvoor is ‘Christus’.

De laatste bijbelboeken gaan over Jezus, die als jood geboren werd. Zijn volgelingen geloofden dat hij de Christus was, en zij noemden zich christenen. Ze zeiden dat Jezus’ leer de mensen liet zien hoe ze moesten leven. Christenen vinden deze jongste bijbelboeken even belangrijk als

de oudere, en beschouwen al die boeken samen als hun heilig boek.

De verhalen in de bijbelboeken hebben hebben hun wortels in de geschiedenis en in dit boek willen we

die geschiedenis tot leven brengen. Op die manier kun je ze beter begrijpen en er steeds meer van

leren.

Inhoudsopgave

In het begIn 6 Genesis

De grote overstroming 8abraham: vader van een volk 10 Genesis

AbrAhAm: een nomADe in KAnAän 12Jakob en zIJn famIlIe 14 Genesis

het volK isrAël in egypte 16mozes 18 Exodus, Numeri

De tAbernAKel in De wilDernis 20het land veroveren 22 Jozua, Rechters, 1 Samuël

het lAnD bewerKen 24de grote konIngen van Israël 26 1 en 2 Samuël, 1 Koningen

JeruzAlem tiJDens het bewinD vAn Koning sAlomo

het verdeelde konInkrIJk 30 1 en 2 Koningen

verslAgen Door Assyrië 32het konInkrIJk Juda 34 2 Koningen, Daniël

bAbylon en De JoDen 36een veranderende wereld 38 Ezra, Nehemia, Ester, Daniël

romeins JeruzAlem 40Jezus wordt geboren 42 Matteüs, Marcus, Lucas, Johannes

nAzAret 44Jezus de predIker 46 De Evangeliën

KAfArnAüm in De tiJD vAn Jezus 48de kruIsIgIng van Jezus 50 De Evangeliën

JeruzAlem in De tiJD vAn pilAtus 52het nIeuws over Jezus 54 De Evangeliën, Handelingen

De hAvenstAD CAesAreA 56pAulus’ zenDingsreizen 58 Handelingen, Brieven

Korinte 60het chrIstendom In het romeInse rIJk 62 Handelingen, Brieven, Openbaring

Index van personen en plaatsen 64

6

aarde

onderwereld

Pila

ren

/ zui

len

van

de h

emel o

ceaan van de hemel

firmament met sterren

hemel der hemelen

zuilen van de aardeoeroceaan

In het begIn

‘Er moet licht komen.’ Volgens het scheppings verhaal begon God de eerste dag van de wereld.

Het eerste boek in de Bijbel heet Genesis. Dat woord betekent ‘begin’ en er staan verhalen in over hoe de wereld geworden is zoals ze is. We weten niet meer hoe die verhalen precies zijn ontstaan. Wel weten we dat die eeuwenlang mondeling aan elkaar werden doorverteld voordat ze werden opgeschreven. Toch spelen die verhalen zich duidelijk af in de echte, herkenbare wereld van het oude Midden-Oosten.

ScheppingsverhalenDe Bijbel begint met een scheppingsverhaal. Daarin wordt verteld hoe God de wereld – de aarde, de hemel, de zee en alles wat leeft – in zes dagen schiep. Op de

zevende dag rustte God samen met de hele schepping. Daarom moesten de joden ook altijd zes dagen werken en dan een dag rusten. Die rustdag heette de sabbatdag, dan mochten ze niet werken.

Het tweede verhaal gaat over een tuin, de Hof van Eden. Dat was voor de eerste man en vrouw – Adam en Eva – een paradijselijke plek waar alles goed was. Ze mochten alles wat in die tuin groeide eten, behalve de vruchten van één boom. Maar ze waren ongehoorzaam en deden dat toch. Zo kwam het kwaad Gods goede wereld binnen.

Boeren en herdersVoor straf joeg God Adam en Eva toen de Hof van Eden uit. Ze kwamen

terecht in de onherbergzame wereld daarbuiten, en moesten nu hard werken voor hun levensonderhoud. Hun oudste zoon,

Kaïn, werd boer en bebouwde het land. Zijn broer Abel werd herder. Toen God Abel leek voor te trekken, werd Kaïn jaloers en in een vlaag van woede vermoordde hij Abel. God zei dat dit ernstige gevolgen zou krijgen.

Het verhaal laat zien hoe de oude volken leerden de kost te verdienen op de vruchtbare

grond in dat gebied (op de kaart met groen aangegeven). Maar het wordt ook verteld om te laten zien wat God

vindt van ruzies tussen mensen.

Een oude visie op de wereldVolgens het scheppings verhaal was er in het begin helemaal niets. Het leek op een oceaan. Maar God het water scheidde van deze oeroceaan, waar door de aarde, de zee en de lucht – met alle levende wezens – ontstonden. De verteller heeft zich het heelal misschien voorgesteld zoals in dit diagram:

M i d d e l l a n d s e Z e e

Eufraat

Tigris

Agri Dagi

Jord

aan

Nijl Rode Zee

Zwarte Zee Kasp

ische Zee

Perzische Golf

ARARAT-GEBERGTE

De vruchtbare halve maan was de streek waar de beschavingen van het oude Midden-Oosten bloeiden.

7

Een vloed en een vernieuwde wereldHet bijbelboek Genesis gaat over veel generaties. De mensen gingen steeds vaker verkeerde dingen doen. Om hier een einde aan te maken bedekte God de aarde met een grote watervloed, zodat hij daarna een nieuw begin kon maken met de wereld. Hij koos de enige goede mens op aarde, Noach, uit om een drijvende ark te bouwen. Van alle dieren kwam een paartje aan boord, zodat de dieren niet zouden uitsterven. Ook Noachs familie ging mee in de ark.

Opmerkelijk is dat het verhaal over Noach lijkt op een ander oud verhaal uit dezelfde streek. Dat gaat over een koning Gilgamesj, die een boot bouwde om zijn mensen en dieren te redden. Voor de mensen in de Bijbel wees het verhaal over de rampzalige vloed en het herstel van de wereld maar op één ding: de wereld was van God. Nadat het water weer was gezakt, verscheen een regenboog aan de lucht. Dat was het teken van Gods belofte dat hij altijd voor de wereld zou blijven zorgen.

Verhalen en hun achtergrondDe vroege verhalen in Genesis spelen zich af in Mesopotamië, dat bij de rivieren Tigris en Eufraat in het tegenwoordige Turkije en Irak ligt. Die twee rivieren in de Hof van Eden worden in het tweede scheppings verhaal genoemd. Sommige mensen denken dat de ark van Noach in het Ararat-gebergte ligt – misschien wel op de hoogste bergtop, de Ağri Daği.

Kaïn was landbouwer, zijn broer Abel was herder.

8

De grote overstromingHet verhaal over Noach en de vloed speelde zich waarschijnlijk af in het vlakke gebied tussen de rivieren Tigris en Eufraat. Die ontsprongen in bergen die veel noordelijker lagen. Als de sneeuw in de lente smolt, traden de rivieren buiten hun oevers en lieten vruchtbaar slib achter. Op deze rijke grond bloeide de oude Soemerische beschaving. Maar van tijd tot tijd vonden er nog meer rampzalige overstromingen plaats, die het leven bedreigden.

Stad en tempeltoren

Soldaten

Guffa (soort boot)

Vlot van dierenhuid

Een luipaard jaagt op zijn prooi

Rieten huis

Put met bitumen

9

Bitumen (een soort teer) maakt een boot waterdicht

Herder met zijn kudde

Groenten verbouwen

10

In de Bijbel draait het om het verhaal van één volk, het volk Israël, later het joodse volk genoemd. In het boek Genesis staan verhalen over de oorsprong van dat volk en over een man die Abram heette. Zijn naam werd later veranderd in Abraham, dat ‘vader van vele volken’ betekent.

Abraham gaat op wegAbram werd geboren in Ur. Dat was al sinds 2500 jaar voor Christus een welvarende en belangrijke stad. Zijn vader trok met zijn hele familie uit Ur naar Haran. Toen Abram vijfenzeventig was droeg God hem op om met zijn familie op zoek te gaan naar een nieuw land waar hij zich kon vestigen: Kanaän. God beloofde ook dat Abram de vader van een groot volk zou worden.

abraham: vader van een volkDe tempeltoren van UrUr, de stad waar Abraham is geboren, is teruggevonden en opgegraven. Men vond daar ook een tempeltoren, ook wel ziggoerat genoemd, die werd gebouwd voor de verering van de maangod Nannar. De toren is ongeveer 4000 jaar oud.

Zo’n gebouw werd gemaakt van bakstenen en bitumen (een soort teer), en was een knap staaltje techniek. De toren raakte echter in verval.

In de Bijbel staat een verhaal over de toren van Babel of Babylon. Dat gaat over een volk dat dacht een toren te kunnen bouwen die zo hoog en indrukwekkend was, dat die tot aan de hemel zou reiken. Maar terwijl de toren steeds hoger werd, zorgde God ervoor dat de bouwers verschillende talen gingen spreken. Daardoor konden ze elkaar niet meer begrijpen en dus ook niet meer goed samenwerken. De toren bouwden ze dus niet af. In plaats daar-van zochten ze nieuwe plaatsen om te wonen en verspreidden zich zo over de aarde.

Mensen die het verhaal hoorden moesten daarbij misschien wel aan de ziggoerat

van Ur denken.

De bouwers van een ziggoerat als deze dachten misschien wel dat ze met hun technische kennis de wereld konden regeren.

11

Met zijn kudden begon Abram een rondtrekkend leven, hij werd een nomade. Voortdurend was hij op zoek naar goed grasland. Zijn familie werd rijk. Ze bezaten zo veel vee dat Abram en zijn neef Lot besloten de familie te splitsen en elk een kant op te gaan.

Abrams vrouw Sarai kreeg geen kinderen. Om toch voor nageslacht te zorgen gaf ze Abram haar slavin, Hagar, tot vrouw. Zoiets gebeurde in die tijd wel vaker. Zij kreeg een zoon die ze Ismaël noemden. Maar God had beloofd het gezin van Abram en Sarai met nageslacht te zegenen. Uiteindelijk kregen zij samen ook een zoon, Isaak.

Enige tijd later droeg God Abram – die nu Abraham heette – op om Isaak te offeren. Abraham gehoorzaamde, en nam zijn zoon mee naar de top van een berg. Daar bouwde hij een altaar en bond Isaak erop vast. Op het allerlaatste moment greep God in. Hij zei tegen Abraham dat hij zijn zoon niets moest aandoen. Het verhaal is raadselachtig, maar Abraham is onder zijn nakomelingen beroemd geworden vanwege zijn sterke geloof.

Sodom en GomorraAbrahams neef Lot vestigde zich met zijn familie in de buurt van de steden Sodom en Gomorra, bij de Dode Zee. Volgens de Bijbel leidden fe inwoners van deze steden zo’n verderfelijk leven dat God een zwavelstorm stuurde om hen te straffen. Lot ontkwam, maar zijn vrouw stierf er als een pilaar van zout.

Grillige zoutformaties in de buurt van de oude steden Sodom en Gomorra. Deze zoutformaties ontstaan door het hoge zoutgehalte van de Dode zee. De randen van de zee zijn een natuurlijke zoutpan.

12

AbrAhAm: een nomADe in KAnAänAbrahams huishouding bestond uit zijn vrouw Sarai, zijn personeel en hun gezinnen. Hun kudden voorzagen hen van vlees, melk, wol en leer. Ze konden hiervan wat verhandelen met de plaatselijke Kanaänitische boeren die allerlei gewassen verbouwden, zoals graan, olijven waar ze olie uit persten, en druiven om wijn van te maken.

Tussen de beschavingen aan de Eufraat en de Tigris (Mesopotamië) in het noorden en Egypte in het zuiden lagen handelsroutes waar reizigers uit allerlei windstreken gebruik van maakten.

Altaar dat tussen de bomen gebouwd is

Graan malen

Brood bakken op een platte steen in het vuur

Een oude man die afdingt bij een Syrische koopman

13

Een slavin maakt ruzie met haar bazin

Plaatselijke Kanaänieten verhandelen producten van de boerderij Hangmatje voor de baby

Schapenwol en geitenhaar worden geverfd, gesponnen en geweven

Ommuurde Kanaänitische stad

Tenten van geitenvellen en canvas waar nomaden in woonden

Waterput