De Skythen, Hdt 4. 59-80

26
De Skythen, Hdt 4. 59-80

description

De Skythen, Hdt 4. 59-80. De Scythen. Volk in Centraal Azië Leefden van akkerbouw en veeteelt Gebruikten paarden voor de strijd Scythische ruiters met hun pijlen en bogen waren beroemd als krijgers. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of De Skythen, Hdt 4. 59-80

Page 1: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

De Skythen, Hdt 4. 59-80

Page 2: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

De Scythen

Volk in Centraal Azië

Leefden van akkerbouw en veeteelt

Gebruikten paarden voor de strijd

Scythische ruiters met hun pijlen en bogen

waren beroemd als krijgers

Page 3: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

761 Ξεινικοῖσι δὲ νομαίοισι καὶ οὗτοι φεύγουσι αἰνῶς χρᾶσθαι, μήτε τεῶν ἄλλων, Ἑλληνικοῖσι δὲ καὶ ἥκιστα, ὡς διέδεξαν Ἀνάχαρσις τε καὶ δεύτερα αὖτις Σκύλης. Ook zij vermijden het verschrikkelijk om vreemde gewoonten te gebruiken, noch van de anderen en in de laatste plaats de Griekse, zoals Anacharsis en later opnieuw Skyles duidelijk aantoonden.

211 Ξεινικοῖσι δὲ νομαίοισι – dat aanvulling bij χρᾶσθαικαὶ οὗτοι = de Scythen212 Anacharsis – filosoof in 6e e. v. Chr, prins van half-

Griekse, half-Scythische afkomst. Reisde veel, o.a. naar Griekenland. Zijn boek met een vergelijking van de Scythische wetten met de wetten van de Grieken is verloren gegaan. Ook een Brief aan Kroisos, maar onzeker of die echt is:"Anarcharsis aan Croesus: Oh koning van de Lydiërs, ik ben naar het land van de Grieken gekomen, met de bedoeling vertrouwd te worden met hun gebruiken en instituties; maar ik heb geen nood aan goud, en zal al erg tevreden zijn als ik naar Scythië kan terugkeren als beter man dan toen ik vertrok. Ik zal echter naar Sardis komen, aangezien ik denk dat het erg wenselijk is dat ik een vriend van u word. "

213 Skyles – zoon van Scythische koning en Gr. moeder (zie verdere teksten)

Page 4: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

2 τοῦτο μὲν γὰρ Ἀνάχαρσις ἐπείτε γῆν πολλὴν θεωρήσας καὶ ἀποδεξάμενος κατ᾽ αὐτὴν σοφίην πολλὴν ἐκομίζετο ἐς ἤθεα τὰ Σκυθέων, πλέων δι᾽ Ἑλλησπόντου προσίσχει ἐς Κύζικον. Want toen eerst Anacharsis, nadat hij een groot gebied bekeken had en daarin blijk gegeven had van veel wijsheid, terugkeerde naar het land van de Skythen, ging hij varend door de Hellespont aan land in Kyzikos,

213 γῆν πολλὴν θεωρήσας – is dus een bereisd man en weet veel

214 κατ᾽ αὐτὴν – verwijst naar γῆν

215 Kyzikos – stad in Mysia, ten zuiden van de Hellespont ; was in die tijd Grieks gebied

Page 5: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

3 καὶ εὗρε γὰρ τῇ μητρὶ τῶν θεῶν ἀνάγοντας τοὺς Κυζικηνοὺς ὁρτὴν μεγαλοπρεπέως κάρτα, εὔξατο τῇ μητρὶ ὁ Ἀνάχαρσις, En hij ontdekte dat de inwoners van Kyzikos op zeer prachtige wijze een feest vierden voor de Moeder der Goden – Anacharsis beloofde de Moeder dat,

216 μητρὶ τῶν θεῶν – Veel culturen hadden een verering van de Moeder, die symbool stond voor het ontstaan van alle dingen (vrouwen brengen leven voort, mannen niet). In Klein-Azië heette ze Cybele, bij de Grieken was dit bv. Demeter.

ἀνάγοντας τοὺς Κυζικηνοὺς – welke constructie en waarom?

AcP vanwege ww. εὗρε

Twee moedergodinnen: Cybele (L) en Demeter (R)

Page 6: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

ἢν σῶς καὶ ὑγιὴς ἀπονοστήσῃ ἐς ἑωυτοῦ, θύσειν τε κατὰ ταὐτὰ κατὰ ὥρα τοὺς Κυζικηνοὺς ποιεῦντας καὶ παννυχίδα στήσειν.als hij veilig en gezond zou terugkeren in zijn eigen (land), hij zou offeren op dezelfde wijze als hij de inwoners van Kyzikos zag doen en dat hij een nachtfeest zou instellen.

217 ἢν = ejan. Welke ww.vorm hoort hierbij? Waarom die vorm?

ἀπονοστήσῃ - coni futuralis (er volgen ook 2 futurum vormen: θύσειν en στήσειν)

ἐς ἑωυτοῦ - ellips van ghvnκατὰ ταὐτὰ κατὰ ὥρα = lett. ταὐτὰ = τα αὐτὰ (onz mv)

volgens dezelfde dingen als hij zag

παν-νυχίδα – feest dat de hele nacht duurt (de

Grieken kenden dit uit de verering van

Demeter en Persefone in Eleusis)

Page 7: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

4 ὡς δὲ ἀπίκετο ἐς τὴν Σκυθικήν καταδὺς ἐς τὴν καλεομένην Ὑλαίην (ἡ δ᾽ ἔστι μὲν παρὰ τὸν Ἀχιλλήιον δρόμον, τυγχάνει δὲ πᾶσα ἐοῦσα δενδρέων παντοίων πλέη), Toen hij was aangekomen in Skythië, begaf [ptc.] hij zich naar het zogenoemde Hylaia (dit ligt langs de renbaan van Achilleus en is helemaal vol met allerlei bomen),

219 ἀπίκετο – psilosis

220 Ὑλαίην – bosrijk steppegebied , naast de mon-

ding van de rivier de Dnjepr (bij Zwarte Zee)

ἡ δ᾽- verwijst naar…?

Ὑλαίην

221 τὸν Ἀχιλλήιον δρόμον – de ‘renbaan van Achilles’ was een langgerekt schiereiland in de Zwarte Zee. (Achilles werd daar veel vereerd; en hij stond bekend als podavrkh~ - snelvoetig)

πλέη – wat is hier typisch Herodotus aan?

πλέη ipv πλέα (er mag een η na een έ)

Page 8: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

ἐς ταύτην δὴ καταδὺς ὁ Ἀνάχαρσις τὴν ὁρτὴν ἐπετέλεε πᾶσαν τῇ θεῷ, τύμπανον τε ἔχων καὶ ἐκδησάμενος ἀγάλματα. en nadat Anacharsis zich daarheen had begeven, voltrok hij het feest voor de godin in zijn geheel, met (hebbende) een tamboerijn en (nadat hij zich) behangen (had) met beeldjes.

222 ἐς ταύτην δὴ καταδὺς – is een epanalepsis

(weer-opnemen): na een uitweiding komt Hdt. door

herhaling van καταδὺς weer terug bij zijn oorspronke-

lijke verhaal v. r. 220)

223 τύμπανον

ἀγάλματα – wat voor beeldjes zijn dit waarschijnlijk?

beeldjes van de Moeder-godin, Cybele.

Page 9: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

5 καὶ τῶν τις Σκυθέων καταφρασθεὶς αὐτὸν ταῦτα ποιεῦντα ἐσήμηνε τῷ βασιλέι Σαυλίω· En toen iemand van de Skythen had opgemerkt dat hij dat deed, deelde hij het mee aan koning Saulios;

224 καταφρασθεὶς – lijkt een ptc aor passief. Waarom dan niet passief vertaald?

is een deponens

αὐτὸν ταῦτα ποιεῦντα – AcP

Wat wordt er bedoeld met (224) ταῦτα ?

een feest voor Cybele houden (behangen met

beeldjes etc).

Page 10: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

ὁ δὲ καὶ αὐτὸς ἀπικόμενος ὡς εἶδε τὸν Ἀνάχαρσιν ποιεῦντα ταῦτα, τοξεύσας αὐτὸν ἀπέκτεινε. toen die, na ook zelf te zijn gearriveerd, Anacharsis die dingen zag doen, schoot hij met zijn boog [ptc.] en doodde hem.

225 ὁ δὲ - wie wordt bedoeld?

koning Saulios

ἀπέκτεινε – waarom doodde hij Anacharsis?

omdat hij een vreemde godsdienst

aanhing.

Page 11: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

καὶ νῦν ἤν τις εἴρηται περὶ Ἀναχάρσιος, οὐ φασί μιν Σκύθαι γινώσκειν, διὰ τοῦτο ὅτι ἐξεδήμησέ τε ἐς τὴν Ἑλλάδα καὶ ξεινικοῖσι ἔθεσι διεχρήσατο.En als nu iemand naar Anacharsis vraagt, zeggen de Skythen hem niet te kennen, en wel daarom, omdat hij op reis was gegaan naar Griekenland en vreemde gebruiken had aangenomen.

226 ἤν τις εἴρηται – waarom coni?

generalis

Page 12: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

6 ὡς δ᾽ ἐγὼ ἤκουσα Τύμνεω τοῦ Ἀριαπείθεος ἐπιτρόπου, εἶναι αὐτὸν Ἰδανθύρσου τοῦ Σκυθέων βασιλέος πάτρων, παῖδα δὲ εἶναι Γνούρου τοῦ Λύκου τοῦ Σπαργαπείθεος. Zoals ik hoorde van Tymnes, de rentmeester van Ariapeithes, was hij een oom van Idanthyrsos, de koning van de Skythen, en een zoon van Gnouros, de zoon van Lykos, de zoon van Spargapeithes.

228 ἐγὼ - wie is de ‘ik’ hier?

Hdt.

Τύμνεω – waarom is het niet erg waarschijnlijk, dat dit echt de bron van Hdt. is geweest (zie voorafgaande)?

Hij is een Scyth en Scythen weigerden over Anacharsis te praten

229 εἶναι αὐτὸν – AcI, afh van een verzwegen φασί. (αὐτὸν = Anacharsis)

Hdt aan het werk

Page 13: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

εἰ ὦν ταύτης ἦν τῆς οἰκίης ὁ Ἀνάχαρσις, ἴστω ὑπὸ τοῦ ἀδελφεοῦ ἀποθανών· Ἰδάνθυρσος γὰρ ἦν παῖς Σαυλίου, Σαύλιος δὲ ἦν ὁ ἀποκτείνας Ἀνάχαρσιν.Als Anacharsis inderdaad uit dat huis kwam, moet hij geweten hebben dat hij door zijn eigen broer is gedood: want Idanthyrsos was een zoon van Saulios, en Saulios was degene die Anacharsis gedood heeft.

231 ἴστω – imper van de 3e pers ev van oijda: hij moet (ge)weten (hebben)

vorm van pathos: ipv van een feit in de indic. (a. wist…) een imper. Je verplaatst je als lezer dan eerder in zijn persoon. Wellicht had Hdt. sympathie voor Anacharsis.

233 ὁ ἀποκτείνας – gesubst ptc

Page 14: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

771 Καίτοι τινὰ ἤδη ἤκουσα λόγον ἄλλον ὑπὸ Πελοποννησίων λεγόμενον, ὡς ὑπὸ τοῦ Σκυθέων βασιλέος Ἀνάχαρσις ἀποπεμφθεὶς τῆς Ἑλλάδος μαθητὴς γένοιτο,Trouwens, ik heb inmiddels een ander verhaal gehoord, dat door de Peloponnesiërs wordt verteld, dat Anacharsis, uitgezonden door de koning der Skythen, een leerling van Griekenland was geworden

234 λεγόμενον – ptc praes passief, bijv bij λόγον

235-6 τῆς Ἑλλάδος μαθητὴς – wat wordt hiermee bedoeld?

dat Griekenland in cultuur en wetenschap voor lag op Scythië en dat Anacharsis dus ‘cultuur kwam snuiven’ en onderwijs krijgen .

Page 15: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

ὀπίσω τε ἀπονοστήσας φαίη πρὸς τὸν ἀποπέμψαντα Ἕλληνας πάντας ἀσχόλους εἶναι ἐς πᾶσαν σοφίην πλὴν Λακεδαιμονίων, en later, nadat hij was terug gekeerd, tegen de man die hem gezonden had gezegd had dat alle Grieken zich toeleggen op elke wijsheid, behalve de Spartanen,

τὸν ἀποπέμψαντα – gesubst. ptc.

Wie wordt bedoeld?

de koning van de Scythen (Saulios)

Page 16: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

τούτοισι δὲ εἶναι μούνοισι σωφρόνως δοῦναι τε καὶ δέξασθαι λόγον.maar dat het aan hen alleen (mogelijk) is verstandig met elkaar te spreken/zij alleen verstandig met elkaar kunnen spreken.

238 τούτοισι = de Spartanen.

Waarom zouden zij dit verhaal vertellen over Anacharsis?

omdat de Spartanen in dit verhaal er goed uitkomen: één van de Zeven Wijzen vertelt over hen, dat je alleen met hen een goed

gesprek kunt voeren!

εἶναι = ἐξειναι

Page 17: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

ἀλλ᾽ οὗτος μὲν ὁ λόγος ἄλλως πέπαισται ὑπ᾽ αὐτῶν Ἑλλήνων, ὁ δ᾽ ὧν ἀνὴρ ὥσπερ πρότερον εἰρέθη διεφθάρη.Maar dat verhaal is zomaar als grap verteld door de Grieken zelf, en de man is hoe dan ook, zoals eerder gezegd werd, omgebracht.

239 πέ-παισ-ται – indic perf Passief van paivzw.

240 εἰρέθη – welke vorm van welk ww?

indic aor P van levgw

Page 18: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

781 Οὗτος μέν νυν οὕτω δὴ ἔπρηξε διὰ ξεινικά τε νόμαια καὶ Ἑλληνικὰς ὁμιλίας. Hem verging het nu zo vanwege zijn vreemde gebruiken en omgang met de Grieken.

241 ξεινικά τε νόμαια – ziebegin van tekst r. 211: Ξεινικοῖσι δὲ νομαίοισι . Hdt. sluit zo de ringcompositie af: de Scythen houden niet van vreemde gewoontes. Het verhaal van Anacharsis was daar een voorbeeld van.

Page 19: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

Liever een Griek (Hdt 4.78)

Page 20: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

βασιλεύων δὲ Σκυθέων ὁ Σκύλης διαίτῃ οὐδαμῶς ἠρέσκετο Σκυψικῇ, ἀλλὰ πολλὸν πρὸς τὰ Ἑλληνικὰ μᾶλλον τετραμμένος ἦν ἀπὸ παιδεύσιος τῆς ἐπεπαίδευτο, ἐποίεέ τε τοιοῦτο·

Page 21: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

εὖτε ἀγάγοι τὴν στρατιὴν τὴν Σκυθέων ἐς τὸ Βορυσθενειτέων ἄστυ (οἱ δὲ Βορυσθενεῖται οὗτοι λέγουσι σφέας αὐτοὺς εἶναι Μιλησίους),

Page 22: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

ἐς τούτους ὅκως ἔλθοι ὁ Σκύλης, τὴν μὲν στρατιὴν καταλίπεσκε ἐν τῷ προαστείῳ,

Page 23: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

4 αὐτὸς δὲ ὅκως ἔλθοι ἐς τὸ τεῖχος καὶ τὰς πύλας ἐγκλῄσειε, τὴν στολὴν ἀποθέμενος τὴν Σκυθικὴν λάβεσκε ἂν Ἑλληνίδα ἐσθῆτα, ἔχων δ᾽ ἂν ταύτην ἠγόραζε οὔτε δορυφόρων ἑπομένων οὔτε ἄλλου οὐδενός

Page 24: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

(τὰς δὲ πύλας ἐφύλασσον, μή τίς μιν Σκυθέων ἴδοι ἔχοντα ταύτην τὴν στολήν· )

Page 25: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

καὶ τά τε ἄλλα ἐχρᾶτο διαίτη Ἑλληνικῇ καὶ θεοῖσι ἱρὰ ἐποίεε κατὰ νόμους τοὺς Ἑλλήνων.

Page 26: De Skythen,  Hdt 4. 59-80

5 ὅτε δὲ διατρίψειε μῆνα ἡ πλέον τούτου, ἀπαλλάσσετο ἐνδὺς τὴν Σκυθικὴν στολήν. ταῦτα ποιέεσκε πολλάκις καὶ οἰκία τε ἐδείματο ἐν Βορυσθένεϊ καὶ γυναῖκα ἔγημε ἐς αὐτὰ ἐπιχωρίην.