DE K IN DE STE EEUW HIJ IS VERREZEN! -...

18
BENEDICTUS OF FRANCISCUS ? O NDER de titel « Kardinal Müller wettert gegen deutsche Bischöfe » (“ Kardinaal Müller gaat tekeer tegen de Duitse bisschoppen ”) citeert de krant Die Welt « de waarschuwing van kardinaal Gerhard Ludwig Müller tegen een scheuring bin- nen de katholieke Kerk ». « Op dit ogenblik », al- dus de krant, « bevindt de katholieke Kerk zich in een overgangsfase : paus Fran- ciscus moedigt haar aan om te evolueren, wat de behoudsgezinden zicht- baar slecht op hun gemak stelt » (5 september 2015). Alles draait rond de term « behoudsgezinden ». Anders dan men op het eerste gezicht zou kunnen denken, staan deze con- servatieven helemaal niet aan onze kant. Wat willen zij namelijk « be- houden » ? Het Tweede Vaticaans Concilie ! In- derdaad : « De conserva- tieve vleugel, waartoe ook kardinaal Müller be- hoort, volgt veeleer de lijn van de teruggetrokken le- vende paus emeritus. » Is er dan een tegenspraak tussen de lijn van paus Franciscus en die van de « paus emeritus » ? Heel zeker ! Benedictus XVI was één van de voor- naamste bewerkers van de conciliaire revolutie, als jonge theoloog, en hij zorgde voor de realisatie ervan als bisschop van München, daarna als rech- terhand van paus Joannes-Paulus II en tenslotte als Opperherder van de Kerk. Hij was uiteindelijk zo weinig « behoudsgezind » dat hij, na de Kerk in een afgrond van wanorde en schandalen gestort te hebben, verplicht was de armen te laten zakken en ontslag te nemen. De onenigheid die vandaag uitbreekt onder de Duitse kardinalen doet opnieuw de vraag rijzen naar de echte bedoeling van het ontslag van Bene- dictus XVI. In maart 2013 schreef ik als ondertitel van mijn hoofdartikel : « Opdat het Concilie voortgang zou vinden ? » (Il est ressuscité nr. 126, p. 1). « In de tijd dat hij nog bisschop van Regensburg was, nam Müller geen blad voor de mond om onafge- broken met de vinger te wijzen op wat in zijn ogen de aanpassing van de leer van de Kerk aan de tijds- geest ” was » (Die Welt). Dat laatste is precies wat abbé de Nantes aan Joseph Ratzinger verweet in de periode dat deze als theoloog de expert (peritus) van de Keulse aartsbisschop kardinaal Frings was. Paus Ratzinger heeft er handig voor gezorgd om vlak voor zijn ontslag kardinaal Müller te be- noemen tot prefect van de Congregatie voor de geloofsleer, in plaats van aan zijn opvolger op de H. Stoel de keuze te laten van het hoofd van dit zo belangrijke dicasterium. Door de vriendschap met zijn vertrouwenspersoon Müller, die hij trouwens de opdracht gaf te zorgen voor de uitgave van al zijn geschriften, slaagde Benedictus er in een schapenvacht aan te trekken en zich te vermommen als een « behoudsgezinde ». Lijnrecht tegenover hem en Müller staat diens “ in- tieme vijand ” kardinaal Reinhard Marx, lid van de raad van negen kardinalen die Franciscus ingesteld heeft om hem te helpen de Kerk uit de gracht te trekken waarin Benedictus haar achtergelaten heeft. Paus emeritus ? Veeleer langzaam maar zeker een echte antipaus ! DE KATHOLIEKE CONTRAREFORMATIE IN DE 21STE EEUW HIJ IS VERREZEN ! TWEEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT / P106088 NR. 78 / NOVEMBER-DECEMBER 2015 V.U. : A. VAN DER SCHRAELEN, DRIESHEIDE 45, B-2980 ZOERSEL AFGIFTEKANTOOR : ANTWERPEN X

Transcript of DE K IN DE STE EEUW HIJ IS VERREZEN! -...

BENEDICTUS OF FRANCISCUS ?ONDER de titel « Kardinal Müller wettert gegen

deutsche Bischöfe » (“ Kardinaal Müller gaattekeer tegen de Duitse bisschoppen ”) citeert dekrant Die Welt « de waarschuwing van kardinaalGerhard Ludwig Müllertegen een scheuring bin-nen de katholieke Kerk ».

« Op dit ogenblik », al-dus de krant, « bevindt dekatholieke Kerk zich in eenovergangsfase : paus Fran-ciscus moedigt haar aanom te evolueren, wat debehoudsgezinden zicht-baar slecht op hun gemakstelt » (5 september 2015).

Alles draait rond determ « behoudsgezinden ».Anders dan men op heteerste gezicht zou kunnendenken, staan deze con-servatieven helemaal nietaan onze kant. Watwillen zij namelijk « be-houden » ? Het TweedeVaticaans Concilie ! In-derdaad : « De conserva-tieve vleugel, waartoeook kardinaal Müller be-hoort, volgt veeleer de lijnvan de teruggetrokken le-vende paus emeritus. »

Is er dan een tegenspraak tussen de lijn vanpaus Franciscus en die van de « paus emeritus » ?Heel zeker ! Benedictus XVI was één van de voor-naamste bewerkers van de conciliaire revolutie, alsjonge theoloog, en hij zorgde voor de realisatieervan als bisschop van München, daarna als rech-terhand van paus Joannes-Paulus II en tenslotte alsOpperherder van de Kerk. Hij was uiteindelijk zoweinig « behoudsgezind » dat hij, na de Kerk ineen afgrond van wanorde en schandalen gestort tehebben, verplicht was de armen te laten zakken enontslag te nemen.

De onenigheid die vandaag uitbreekt onder de

Duitse kardinalen doet opnieuw de vraag rijzen naarde echte bedoeling van het ontslag van Bene-dictus XVI. In maart 2013 schreef ik als ondertitel vanmijn hoofdartikel : « Opdat het Concilie voortgang zou

vinden ? » (Il est ressusciténr. 126, p. 1).

« In de tijd dat hij nogbisschop van Regensburgwas, nam Müller geen bladvoor de mond om onafge-broken met de vinger tewijzen op wat in zijn ogen“ de aanpassing van de leervan de Kerk aan de tijds-geest ” was » (Die Welt).Dat laatste is precieswat abbé de Nantes aanJoseph Ratzinger verweetin de periode dat dezeals theoloog de expert(peritus) van de Keulseaartsbisschop kardinaalFrings was.

Paus Ratzinger heefter handig voor gezorgdom vlak voor zijn ontslagkardinaal Müller te be-noemen tot prefect vande Congregatie voor degeloofsleer, in plaats vanaan zijn opvolger op de H.Stoel de keuze te laten

van het hoofd van dit zo belangrijke dicasterium.Door de vriendschap met zijn vertrouwenspersoonMüller, die hij trouwens de opdracht gaf te zorgenvoor de uitgave van al zijn geschriften, slaagdeBenedictus er in een schapenvacht aan te trekken enzich te vermommen als een « behoudsgezinde ».Lijnrecht tegenover hem en Müller staat diens “ in-tieme vijand ” kardinaal Reinhard Marx, lid van deraad van negen kardinalen die Franciscus ingesteldheeft om hem te helpen de Kerk uit de gracht tetrekken waarin Benedictus haar achtergelaten heeft.

Paus emeritus ? Veeleer langzaam maar zekereen echte antipaus !

DE KATHOLIEKE CONTRAREFORMATIE IN DE 21STE EEUW

HIJ IS VERREZEN !TWEEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT / P106088 NR. 78 / NOVEMBER-DECEMBER 2015

V.U. : A. VAN DER SCHRAELEN, DRIESHEIDE 45, B-2980 ZOERSEL AFGIFTEKANTOOR : ANTWERPEN X

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 2

Zo gaat in vervulling wat ik daags na het ontslagvan Benedictus XVI schreef : « Aan de paus die mor-gen de Kerk terug recht zal willen trekken en hetkwaad met wortel en tak uitrukken, niet alleen doorwie verdorven is opzij te schuiven, maar ook doorterug te keren tot het katholiek geloof in tegenstel-ling tot Vaticanum II, zal men verwijten dat hijBenedictus verraadt en, doorheen diens persoon,Joannes-Paulus II, Paulus VI en Joannes XXIII » (Il estressuscité ! nr. 126, maart 2013, p. 8).

In een artikel getiteld « Ratzinger en zijn ana-baptisten » klaagde onze vader, abbé Georges deNantes, al lang geleden de zogezegd « behouds-gezinde » prefect van de Congregatie voor de ge-loofsleer aan, die onder het mom van verzet tegen[de Duitse ultraprogressist] Hans Küng weigerdeom Vaticanum II te beschouwen als « het voorbijge-streefde verleden. Voor Ratzinger is het TweedeVaticaans Concilie nog altijd actueel ; na twintigjaar is het nog altijd het “ vandaag ” van de Kerk »(CRC nr. 213, juli-augustus 1985).

In het boek Rapport over het geloof (1985) for-muleerde Joseph Ratzinger wat abbé de Nantes het« ratzingeriaans basisdogma » noemde : « Ik heb al-tijd trouw willen blijven aan Vaticanum II, dat het“ vandaag ” van de Kerk is, zonder heimwee naareen “ gisteren ” dat onherroepelijk voorbij is en zon-der ongeduldig uit te kijken naar een “ morgen ” dieons niet toebehoort. »

« Een dwaze formulering », aldus abbé de Nantes,« want de man die dit zegt, heeft zijn horloge geblok-keerd om te doen alsof het nog middag is, terwijl dezon van Vaticanum II al lang ondergegaan is. Hij heeftzijn Beierse uurwerk doen stilstaan op 7 december1965. Hij was toen 38 jaar, een jonge en knappeverschijning, de feniks van de Duitse experts. Deoude beroemdheid Ratzinger heeft niet gemerkt datde tijd ondertussen niet stilgestaan heeft. Van alleanderen [Rahner, Congar, Schillebeeckx] weet hij datze gepasseerd, voorbijgestreefd of zelfs simpelwegdood zijn. Maar hij is er nog altijd. Zijn uur is het“ vandaag ” van de Kerk en van de wereld. Hemel enaarde zullen voorbijgaan, maar Vaticanum II en Rat-zinger niet ! Wat een godslastering...

« Het is bovendien een ketterse formulering.Want als er een dogmatisch basisprincipe bestaat,dan is het wel dat van de Traditie die precies detegenwoordigheid van het verleden in het hedenvan de Kerk uitmaakt en in haar toekomst, tot aande voleinding van de tijden. Maar niet gelijk welkverleden, niet het bedrieglijk verleden van de re-voluties. Het verleden waar het om gaat is dat vande goddelijke Openbaring, de Menswording vanhet Woord, de Verlossing van de mensheid doorhet kruis van Jezus Christus, zijn glorierijke Verrij-zenis en lichamelijke Hemelvaart, de instelling vande Kerk waaraan Hij zijn goddelijke macht verleendheeft, de zending van de H. Geest aan de apostelenop de dag van Pinksteren en diens schitterende

bijstand aan zijn Kerk doorheen de eeuwen, tot opvandaag, tot aan de tijd van de voorspelde geloofs-afval... Dát is het wat nooit zal voorbijgaan. Invergelijking daarmee zijn Vaticanum II, Paulus VI,Joannes-Paulus II en Ratzinger slechts dode herfst-bladeren die door de wind meegevoerd worden endie men tenslotte verbrandt.

« Dat verleden is helemaal niet “ onherroepelijkvoorbij ”, zoals Joseph Ratzinger op gemene wijzedurft zeggen. Het kán niet voorbij zijn, het is geluk-kig van die aard dat het nooit kan voorbijgestreefdzijn. Onze godsdienst komt tot ons vanuit het ver-leden, volledig, en onze taak vandaag is het om deTraditie ervan te verdedigen, intact te bewaren endoor te geven aan morgen, zonder substantiëlewijzigingen of nieuwlichterijen » (CRC nr. 213).

Dat is het juist wat paus Franciscus doet !Zo neutraliseert hij het valse onderscheid dat

Ratzinger maakt tussen twee groepen die hij opvolkomen gelijke wijze schijnt te verwerpen : « devoorstanders van het verleden of reactionairen ende partizanen van de toekomst of progressisten. Deverdorvenheid van Ratzinger ligt in die bedrieglijkesymmetrie tussen twee groepen, waarvan de eneveroordeeld wordt om te verdwijnen terwijl deandere op schijnheilige wijze uitgenodigd wordtom geduld te oefenen, want de toekomst hoort dielaatsten toe » (abbé de Nantes, ibid.).

Paus Franciscus daarentegen geeft terug levenaan « de katholieken die alleen maar katholiek zijn,die niet het etiket “ hervormd ” of “ conciliair ” dra-gen en dat ook helemaal niet willen. »

Meer dan ooit heeft paus Franciscus ons gebednodig. Op de dag waarop hij de beslissing neemtom te gehoorzamen aan de verzoeken van de H.Maagd Maria, zal haar Onbevlekt Hart zegevieren.Binnen de kortste keren zal de conciliaire Kerk danin elkaar storten en zal de eeuwige Kerk herborenworden. Dat is de onwankelbare hoop die onzevader ons nagelaten heeft, in zijn waarachtige de-votie tot Onze-Lieve-Vrouw van Fatima. Alle men-selijke manoeuvres, alle voorzorgsmaatregelen dieBenedictus XVI en de anderen genomen hebbenom de triomf van hun dwalingen te verzekeren,zullen ijdel blijken te zijn. Zoals bij de uitverkiezingvan Joannes-Paulus I, papa Luciani, zullen enkeledagen volstaan om het katholiek geloof en de ka-tholieke werken herboren te zien worden.

« Als de volgende paus ons dat geluk zal schen-ken, dan zal Benedictus XVI met zijn gemanoeuvreerom de overleving van Vaticanum II te waarborgenondanks zichzelf meegewerkt hebben aan de triomfvan het Onbevlekt Hart van Maria, door de aposto-lische Stoel vrij te maken alvorens het te laat isen, laten we het voor hem hopen, om zich tebekeren alvorens hij voor God moet verschijnenvoor zijn eeuwig oordeel » (Il est ressuscité ! nr. 126,maart 2013, p. 8).

broeder Bruno van Jezus-Mariabroeder Bruno van Jezus-Mariabroeder Bruno van Jezus-Mariabroeder Bruno van Jezus-Mariabroeder Bruno van Jezus-Maria

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 3

WIJ ZULLEN ALLEMAAL MOSLIMS ZIJN

Vervolgde christenen in Pakistan. Hoe lang nog vooraleer Europa aan de beurt is ?

DE Syrische dokter Nabil Antaki lanceerde onlangs een oproep aan paus Franciscus : « U bent de

enige die iets kan doen om een einde te maken aande verwoesting van ons mooie land, om de dood vanhonderdduizenden menselijke wezens tegen te hou-den en om de Syrische christenen toe te laten in hunland te blijven of ernaar terug te keren. »

Antaki is geneesheer en is directeur van éénvan de twee laatste hospitalen van Aleppo. Hij isvan mening dat het « onmiskenbaar prestige » vande paus « de regeringen » ervan kan overtuigen opte houden met « het financieren en bewapenen »van de gewapende bendes in Syrië.

Neen, dokter, het prestige van paus Franciscuszal niet volstaan ! Het enige wat kan helpen is detussenkomst van het Onbevlekt Hart van Maria, alsde H. Vader zich verwaardigt gehoorzaam te zijnaan haar vragen : 1° het aanbevelen van de eerher-stellende devotie van de eerste zaterdagen van demaand voor de redding van de zielen ; 2° het ver-ordenen aan alle bisschoppen op aarde om in een-heid met hemzelf Rusland toe te wijden aan haarOnbevlekt Hart, voor de vrede in de wereld.

Want wij zijn in oorlog.Omdat wij verraad hebben gepleegd aan ons

christelijk, katholiek verleden, omdat wij de “ gods-dienstvrijheid ” hebben afgekondigd, zullen wij sla-ven worden van de Islamitische Staat. Die contro-leert reeds een derde van Irak en de helft vanSyrië. Binnen de grote rechthoek die zich uitstrekttussen Mossoel, Bagdad, Damascus en Aleppo oe-fent IS alle functies van een onafhankelijke staat

uit : defensie, politie, justitie ; het kalifaat slaatmunten, regelt het economisch leven, de opvoe-ding en de gezondheid. Het heeft steunpunten vanLibanon over Libië en de Sahel tot in Nigeria, waarBoko Haram aan IS trouw heeft gezworen. Dat allesis het mooie resultaat van de diabolisering vanBashar al-Assad, nadat hetzelfde was gebeurd metde Irakese leider Saddam Hoessein, de Servischepresident Slobodan Milosevic, de Afghaan MollahOmar, de Soedanees Omar al-Bashir, de LibiërMoammar Kadhafi.

Waren die dictators verschrikkelijke tirannen ?In elk geval hadden ze allemaal een niet te ver-waarlozen staat van dienst door iets te doen aande gevolgen van de sacrosancte dekolonisering, diehun volk samen met de “ vrijheid ” het opperstegeluk zou schenken...

Saddam stopte de verdere verspreiding van derevolutie van ayatollah Khomeini, die in Iran metonze medeplichtigheid [hij verbleef jarenlang inballingschap nabij Parijs – nvdr] de sjah omverwierp.Milosevic stond borg voor de akkoorden van Daytonin het explosieve Bosnië. Mollah Omar, de leidervan de Taliban, zorgde ervoor dat het verbod oppapaverteelt in Afghanistan op het terrein nageleefdwerd. Wat generaal al-Bashir betreft, de huidigepresident van Soedan, hij leverde de terrorist Carlosaan Frankrijk uit en bood de VS aan om hetzelfde tedoen met Osama bin Laden, maar Washington wei-gerde... Ook Khadafi had zijn nut : wij danken hemhet opdoeken van het nucleair netwerk van A. Q.Khan, de “ vader van de Pakistaanse atoombom ”, en

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 4

HET TRIESTE VOORBEELD VAN MALMÖ

Malmö, met 300.000 inwoners de op twee na

grootste stad van Zweden, is voor heel Europa hettrieste voorbeeld van waar een mislukte integratie vanislamitische immigranten toe leidt. De stad, waarinmiddels 30 % van de inwoners moslim is, lijdt ondereen ware explosie van antisemitisme en criminaliteit.Hele wijken zijn in handen van jeugdige moslim-

bendes. De helft van de joodse bevolking is al uit destad gevlucht. « Het Simon-Wiesenthalcentrum in LosAngeles gaf al in 2010 aan Joden het reisadvies omMalmö te mijden. Het herhaalde deze waarschuwingvorig jaar » (CBS News, 22 mei 2015).

Zweden heeft een heel genereuze immigratie-

politiek. Politieke correctheid maakt dat alle proble-men onder de mat geveegd worden.

De grootste Zweedse moslimorganisatie eist metde Koran in de hand dat de gelijke behandeling vanmannen en vrouwen wordt afgeschaft. De “ beledi-gende en zondige seksuele voorlichting ” moet ver-

dwijnen, gemengde zwembaden moeten dicht en vol-gelingen van Allah dienen vrijaf te krijgen om hetvrijdaggebed te kunnen bijwonen.

Het aantal autochtone Zweden dat zich tot deislam bekeert, bedraagt ondertussen meer dan vijf-duizend en gaat in stijgende lijn.

De Zweedse inlichtingendienst Säpo maakte inapril bekend dat minstens 150 personen met deZweedse nationaliteit naar Syrië getrokken zijn omvoor IS te strijden. President Assad bevestigde in eeninterview : « De gevaarlijkste leiders van IslamitischeStaat in ons land zijn Scandinaven » (Expressen, 18

april 2015).

« EUROPA STERFT »

« Naar mijn mening beleeft Europa vandaag eenperiode die kan worden vergeleken met de middeleeu-wen, toen nomadische volkeren hier aankwamen vanuit

Azië. Hoe het nu zal worden ? Europa zal islamitischworden, daar kan geen twijfel over bestaan. »

Die alarmerende woorden werden gesproken doorde aartsbisschop van Warschau, Mgr. Henryk Hoser, ineen gesprek met radiozender RMF 24 (september 2015).

« Indien de trends niet wijzigen, indien de Euro-

pese geboorteratio onder de vervangingsratio blijft,dan zal Europa islamitisch worden en zullen christe-nen een rol vervullen zoals dat nu in het Midden-Oosten het geval is. In een zee van moslims warendaar altijd kleine christelijke gemeenschappen die heb-ben overleefd. Hoewel, vandaag is het niet eens zeker

dat ze zullen overleven. »De aartsbisschop stelt vast dat het moderne Eu-

ropa de godsdienst verwerpt en een moreel relati-visme omarmt, waarbij het « een zelfmoordcultuur »propageert door te weigeren kinderen op de wereld tezetten. Mgr. Hoser legt de schuld bij de « decadente »

Europeanen zelf, want de islam doet weinig meer daneen van de natuurwetten te volgen, die wil dat eenleegte moet worden opgevuld. Europa sterft en de islamgroeit. Volgens de aartsbisschop zal Europa dan ookvolledig door de islam worden gedomineerd.

het afblokken van de clandestiene Afrikaanse immi-gratie richting Middellandse Zee.

De twee enige personen die in staat zijn om dezaak van de vrede in de wereld vooruitgang te doenboeken, zijn paus Franciscus en Vladimir Poetin.

Het bewijs dat de Russische president de geo-politieke toestand in de wereld domineert ? Zon-der hem heeft de G7 – de vroegere G8 waaruitMoskou in 2014 buitengesloten werd – niets tebetekenen ! De 41ste top die na twee dagen discus-sie op 8 juni afliep, leverde geen enkele concretemaatregel op : noch inzake het indammen van dezich uitbreidende islam, noch met betrekking toteen dooi in het Russisch-Oekraïense geschil, nochom de wanhopige Afrikaanse vluchtelingen te hel-pen die verdrinken in de Middellandse Zee.

Nochtans waren verschillende politici uitgenodigddie netjes op democratische wijze verkozen waren : depresidenten van Nigeria, Senegal en Tunesië en deeerste minister van Irak. Zij mochten het licht van hunervaringen laten schijnen op de kwesties van declandestiene immigratie en de strijd tegen het islamis-tisch gevaar – helaas, zonder dat het iets opleverde...

Donald Tusk, de nieuwe president van de Euro-pese Unie, legde op de G7 uit dat er maar één

aanpassing aan het absurde regime van de sanctiestegen Rusland onder ogen kon gezien worden : deversterking ervan !

Het is niet erg duidelijk welk voordeel de bevol-king van Oekraïne kan halen uit het feit dat er geenFranse kazen of Spaanse mandarijntjes meer in Rus-land mogen ingevoerd worden. En zal het feit datMoskou in de armen van China gedreven wordt eenoplossing betekenen voor de schokgolf van de jihaddie zich verspreidt over de voormalige Sovjetrepu-blieken ? In Tadzjikistan bv. is Goelmorod Khalimov,de voormalige leider van de elitetroepen, onlangstoegetreden tot de rangen van het islamitisch kalifaat.

Polen groeit ondertussen uit tot een grote basisvoor allerlei NAVO-wapentuig.

Bij de val van de USSR engageerde de Atlantischealliantie zich ertoe om geen permanente troepenonder haar vlag te installeren op het grondgebiedvan haar negen nieuwe bondgenoten, de voorma-lige vazalstaten van het Warschaupact. Die beloftegeldt nog altijd, zo blijkt : « Er zijn geen permanentetroepen in de letterlijke betekenis van het woord »,aldus een hooggeplaatste militair van de Bundeswehrdie anoniem wenst te blijven. « Maar sinds enigetijd worden er dagelijks oefeningen gehouden... »

Die vermomde « versterkingen » beschikken zelfsover een virtueel hoofdkwartier : dat van het Multi-nationaal korps noordoost in Szczecin (Stettin) in West-Pommeren. De Amerikanen zijn er baas sinds 2006. Hetdoel is om van Szczecin de uitvalsbasis te maken van

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 5

« Het doel van het Westen is maar

al te duidelijk : Assad doen vallen »

(broeder Bruno). De westerse “ demo-

cratische verblinding ” die Saddam in

Irak omverwierp en Khadafi in Libië,

met als enig gevolg chaos in beide

landen en overname van de macht

door islamistische fanatici, richt zich

sinds geruime tijd ook op het regime

van de « bloeddorstige dictator »

(dixit Obama) in Syrië.

Ramzan Kadyrov, de president

van het door Moskou gepacificeerde

Tsjetsjenië, is heel duidelijk : « Van-

daag is er geen twijfel meer dat het

voornaamste doelwit van het Westen

Assad is en niet de terroristische or-

ganisatie Islamitische Staat. Sinds de

aanvang van de steun aan de

Syrische oppositie door de VS en Eu-

ropa en het begin van de luchtaan-

vallen op ISIS, is het vredesproces

geen millimeter vooruitgegaan. Inte-

gendeel, de westerse strijdkrachten

zorgen ervoor dat tienduizenden

jonge mannen van over de hele we-

reld naar Syrië en Irak trekken » (25

september 2015).

Hij legt er ook de nadruk op dat

het algemeen geweten is hoe Islami-

tische Staat zijn operaties financiert

door de verkoop van aardolie uit de

veroverde gebieden, maar dat nie-

mand blijkbaar probeert om aan die

handel een einde te maken.

« Daarom hebben we alle reden te

geloven dat de westerse coalitie in

werkelijkheid IS helpt en versterkt,

rechtstreeks of onrechtstreeks. »

Op 30 september gaf het Russi-

sche parlement aan Vladimir Poetin

groen licht om het leger in Syrië in

te zetten om het terrorisme écht te

bestrijden. Dat gebeurde op verzoek

van de Syrische president Assad zelf.

Sergej Ivanov, hoofd van de Russi-

sche presidentiële organisatie, on-

derstreept dat, in tegenstelling tot de

door Washington geleide coalitie die

op eigen initiatief bommen uitgooit

– zoals in Irak, zoals in Libië ! – de

Russische tussenkomst gebeurt op

vraag van het wettig gezag in Syrië

en dus overeenkomstig de internatio-

nale wetten. Het feit dat duizenden

inwoners van Rusland (vooral uit de

Kaukasus) mee zijn gaan vechten in

Syrië en « bij hun mogelijke terugkeer

een bedreiging vormen voor Ruslands

nationale veiligheid » is voor Poetin

een bijkomende reden om actie te

ondernemen.

Op dezelfde dag begon de Russi-

sche interventie. Poetin liet niet al-

leen bases van IS bestoken en uit-

schakelen, maar ook van andere ter-

roristische groeperingen die Assad

bestrijden : het al-Nusrafront (de re-

gionale tak van al-Qaeda), het Isla-

mitisch Front (dat bewapend en ge-

financierd wordt door Saoedi-Arabië

en overal waar het kan de sharia

oplegt) en het Vrij Syrisch Leger (de

zgn. “ rebellen ”, vandaag nog slechts

een verzamelnaam voor een groot

aantal milities die volledig geïnfil-

treerd zijn door islamextremisten).

De woedende reacties van de

VS zeggen genoeg over hun dubbel

spel... Op 1 oktober schakelden de

Russen trouwens een kamp van “ re-

bellen ” uit « die nota bene door de

CIA waren opgeleid ; in het grootste

geheim had de Amerikaanse ge-

heime dienst die strijders in Qatar

en in Saoedi-Arabië getraind » (De

Standaard, 3 oktober 2015).

POETIN EN DE OORLOG IN SYRIË

de vijfduizend manschappen van de strijdmacht die deNAVO op minder dan een week wil kunnen ontplooienals speerpunt van een oorlog... Een oorlog van wietegen wie ? De ambassadeur van de VS bij het Vaticaanheeft op die vraag een ondubbelzinnig antwoord ge-geven door de H. Vader op te roepen tot het veroor-delen van « de Russische steun aan de opstandelin-gen » in het oosten van Oekraïne. Maar paus Franciscuswil geen partij kiezen in deze « oorlog tussen christe-nen » (4 februari 2015) en nodigde de Grieks-katho-lieke bisschoppen nadrukkelijk uit om zich te onthou-den van « het promoten van een concrete politiekeactie ». Ze kunnen zich beter toeleggen op « de verde-diging van de gezinnen, de armen, de werklozen, dezwakken, de zieken, de ouden van dagen, de gehandi-capten en de vluchtelingen » (ad limina-bezoek van debisschoppen van Oekraïne, 20 februari 2015).

Twee dagen tevoren had de paus zijn zevendecatechese over het gezin gewijd aan « de schoonheidvan de broederlijke band » waarover de psalmistdicht : « Zie hoe goed en lieflijk het is als broederseendrachtig samen te zijn » (Ps 132, 1).

« De menselijke ervaring van broeders en zusterste zijn is door Jezus Christus tot haar volheid ge-bracht, door ze op te nemen in de trinitaire liefde enze zodanig te ontwikkelen dat ze veel verder gaatdan de banden van de familie en de muren van hetonbekende kan overstijgen... De christenen gaan

inderdaad de armen en de zwakken tegemoet, nietom aan een ideologisch programma te gehoorza-men, maar omdat het woord en het voorbeeld vande Heer ons zeggen dat wij allemaal broeders zijn.Dat is het beginsel van de liefde Gods en van elkerechtvaardigheid onder de mensen. »

Het Kremlin liet zich lovend uit over het « even-wichtig standpunt » van de paus in het Oekraïensconflict. En een Vaticaanse bron benadrukte dat« de H. Stoel begrijpt dat een oplossing van hetconflict in Syrië onvermijdelijk via Rusland loopt » –iets wat we al honderd jaar weten, dankzij eenhemelse bron ! – en dat het overigens de wens vanhet Moskouse patriarchaat is om nauwer met hetVaticaan samen te werken ter bescherming van deoosterse christenen (La Croix, 10 juni 2015).

Elke dag vragen de christenen in het Midden-Oosten zich af : « Waarom werden wij uit onze huizenverjaagd ? Waarom worden wij vervolgd ? Waarommoeten wij schrik hebben en moeten wij vluchten ? »(La Croix, 9 juni 2015).

Op 12 mei van dit jaar gaf paus Franciscus in zijnhomilie het antwoord : « Het is precies morgen datwij Onze-Lieve-Vrouw van Fatima vieren, die versche-nen is om de overwinning op het kwaad te verkon-digen. Met zo’n grote steun mogen wij niet bangzijn om onze zending verder te zetten. » Amen !

broeder Bruno van Jezus-Maria

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 6

IS VATICANUM II EEN ONFEILBAAR CONCILIE ?Precies vijftig jaar geleden, op 8 december 1965, werd Vaticanum II na vier zittingen afgesloten.Omdat de verdedigers ervan nog altijd schermen met het argument van de onfeilbaarheid om elkevorm van kritiek op het Concilie af te wijzen, leek het ons van belang om dit artikel, dat al verscheenin 1993, bij deze gelegenheid te hernemen.

OP 15 september 1965, aan de vooravond

van de vierde en laatste zit-ting van het Tweede Vati-caans Concilie, schreef abbéGeorges de Nantes zijn Briefaan mijn vrienden nr. 212. Indie brief, waaruit we hier-onder in cursieve letter ci-teren, ging hij dieper in opde tegenwerping die hemvaak voor de voeten ge-gooid werd : waar haalt eengewone priester, hij magdan nog theologisch ge-vormd zijn, het recht van-daan om een concilie te be-kritiseren ?

Onze vader steundezijn argumentatie op een“ onverdachte ” bron : deZwitserse theoloog Charles Journet, auteur van hetstandaardwerk L’Église du Verbe incarné. Journetwas een persoonlijke vriend van Paulus VI, diehem tot kardinaal creëerde. Wat zijn referentiesbetreft, is abbé de Nantes dus absoluut niet par-tijdig ; in zulke gewichtige aangelegenheden teltbij hem alleen de competentie.

Vaticanum II bezat de hoogste rechtsmachtover heel de Kerk

Abbé de Nantes heeft altijd ronduit erkend datVaticanum II een onfeilbare leer had kunnen voor-houden en aan alle gelovigen opleggen. Een gron-dige studie van de Acta synodalia of “ Akten vanhet Concilie ” brengt weliswaar veel onregelmatig-heden in het verloop van de zittingen en in deafkondiging van de akten aan het licht, maar datneemt niet weg dat Vaticanum II, juridisch gezien,het volle vermogen bezat om onfeilbare beslissin-gen te nemen : het was immers formeel op cor-recte wijze bijeengeroepen en alle bisschoppenwaren rondom de Opperherder verzameld.

« Een concilie bezit de hoogste macht over heelde Kerk. Als het bestaat uit de paus, die er hethoofd en de leider van is, en uit de bisschoppen diedoor hem en onder zijn gezag zijn verenigd als eensoeverein bestuurscollege, dan is er geen enkele in-stantie, niet op de aarde en niet in de hemel, waar-bij men beroep zou kunnen aantekenen tegen debeslissingen van een concilie. Het is rechter over

alles en allen en het kan door niemand op welk puntdan ook worden geoordeeld. »

Heeft abbé de Nantes dat geschreven ? Ja. Maarhoe kan men dan uitleggen dat hij zich altijd te-gen het Tweede Vaticaans Concilie verzet heeft,zelfs nog voor de afsluiting ervan ?

Vaticanum II heeft zijn onfeilbaar gezagniet willen uitoefenen

Het is eigenlijk heel eenvoudig : macht kunnen uit-oefenen is één ding, van die macht effectief gebruikmaken is iets heel anders. Op juridische basis stellendat Vaticanum II het vermogen bezat om onfeilbare uit-spraken te doen, volstaat niet om aan de akten van hetjongste Concilie onfeilbaarheidswaarde toe te kennen.

« De concilievaders moeten bewust van hun on-aantastbare macht gebruik maken, volgens allevoorwaarden van haar wettelijke uitoefening. Ver-mits de goddelijke bijstand aan het Concilie en aande H. Vader niet universeel, onafgebroken, onweer-staanbaar en onvoorwaardelijk is – wat miljoenengelovigen niet begrepen hebben – is het in de eer-ste plaats van groot belang na te gaan of diemenselijke, feilbare gezagsdragers al dan niet hetonfeilbaar gezag van God in hun onderrichtingenen besluiten hebben willen betrekken. »

Welnu, men kan alleen maar vaststellen datVaticanum II zijn macht niet heeft willen uitoefe-nen. Paus Joannes XXIII heeft dat zo gewild toenhij het Concilie bijeenriep.

De concilievaders tijdens de openingszitting.

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 7

« Die verrassende beslissing werd op 11 oktober1962 tijdens de openingszitting door de paus aan deconciliaire vergadering opgelegd. De Vaders kregen tehoren dat zij geen dogmatische arbeid moesten ver-richten, geen goddelijke waarheden moesten vast-stellen, geen eigentijdse dwalingen aan het licht dien-den te brengen en vooral : niemand moesten veroor-delen. » Maar de opgesomde zaken zijn nu juist denoodzakelijke kenmerken om van een besluit vanhet plechtig of buitengewoon leergezag te kunnenzeggen dat het onfeilbaar is ! De beslissing vanJoannes XXIII werd bekrachtigd door zijn opvolger,Paulus VI, bij de opening van de tweede zitting.

Paus Paulus deed nog meer. Hij beval aan Lumengentium, de constitutie over de Kerk, een verkla-ring toe te voegen die door de secretaris van hetConcilie, Mgr. Felici, in de aula werd voorgelezen.Deze verklaring, die men in alle uitgaven van deconciliaire akten terugvindt, is zonneklaar : « Devraag werd gesteld welke graad van theologischezekerheid moet worden toegekend aan de leer diein het schema over de Kerk wordt uiteengezet. Deleerstellige commissie heeft op deze vraag geant-woord dat men een concilietekst altijd moet inter-preteren volgens de algemene regels die aan ie-dereen bekend zijn. Zij verwijst naar haar verkla-ring van 6 maart : “ Rekening houdend met deconciliaire gewoonte en met het pastorale doel vanhet huidig concilie beschouwt deze heilige verga-dering alleen die punten met betrekking tot geloofen zeden als gedefinieerd door de Kerk welke zijduidelijk als dusdanig heeft aangegeven. ” »

We weten dat geen enkele van de akten vanVaticanum II openlijk onfeilbaar verklaard werd !Iedereen kan dat gemakkelijk nagaan. Abbé deNantes kan daarom besluiten :

« Voor de eerste keer in de geschiedenis van deKerk heeft het opperste leergezag, op het momentdat het een plechtig Concilie hield, zijn onfeilbaargezag uitgeschakeld. Het wou niet met alles wat inzijn vermogen lag streven naar het vinden en pro-clameren van de goddelijke Waarheid. »

Het Concilie heeft bijgevolggeen akten uitgevaardigd die onder het plechtig

leergezag vallen

Op de vraag : « Zijn de akten van Vaticanum IItheologisch onfeilbaar ? », moet dus geantwoordworden : « Neen, omdat het Concilie, in tegenstel-ling tot zijn recht – en, naar het lijkt, ook in tegen-stelling tot zijn plicht – zijn rechtsmacht niet heeftwillen en ook niet heeft kunnen uitoefenen in de“ plechtige en buitengewone ” vorm die eigen is aandeze opperste instantie. De akten van Vaticanum IIzijn bijgevolg niet gewaarborgd door de absoluutonfeilbare bijstand van de H. Geest. »

Laten we nog verduidelijken dat de afwezigheidvan onfeilbare akten van het plechtig leergezag

daarom nog niet betekent dat elke bijstand van deH. Geest uitgesloten was :

« De Vaders hebben aan hun besluiten niet hetkenmerk van een gemeenschappelijke wil en een ge-meenschappelijke leer kunnen geven. De H. Geestheeft hen dus alleen ten persoonlijken titel bijstandverleend, en wel in de mate van hun trouw aan detraditie. De conciliaire akten zijn het werk van hetgewone leergezag en moeten dus geïnterpreteerdworden door theologen en herders om hun onfeil-baar gedeelte aan het licht te brengen [in dat geval :de herneming van wat altijd en overal door allengeloofd is] en het te bevrijden van de verwardeideeën en bedoelingen die ermee gepaard gaan. »

Een erkende bewijsvoering

De argumentatie van Brief aan mijn vriendennr. 212 is zo duidelijk en onweerlegbaar dat deautoriteiten in het Vaticaan er geen raad mee wis-ten. Toen het H. Officie in 1968 alle geschriftenvan onze Vader onder de loep nam naar aanlei-ding van zijn proces, werd de bewuste Brief danook niet in vraag gesteld. In 1973 en 1983 werddie bewijsvoering opnieuw voorgelegd aan Rome,dat de onfeilbaarheid van het Concilie niet koninroepen om de twee Aanklachtenboeken tegenPaulus VI en tegen Joannes-Paulus II te weerleg-gen.

We wijzen er bovendien op dat de argumentenvan abbé de Nantes bekrachtigd worden door dehouding van de H. Stoel ten opzichte van deconcilievaders die niet alle akten wilden aanvaar-den : die prelaten mochten hun bisschopsambt ver-der blijven uitoefenen in hun diocees en werdenop geen enkele manier verontrust. Bij vorige con-cilies daarentegen werden bisschoppen die oppo-sitie voerden voor de keuze gesteld : ofwel onder-werping, ofwel – als zij bleven weigeren om on-feilbare besluiten te aanvaarden – ontslag.

Op 8 februari 1977 ging in Annecy, in de FranseAlpen, een publiek debat door tussen abbé deNantes en de dominicaan pater Yves Congar, éénvan de invloedrijkste theologen van het Concilie.We citeren de belangrijkste passage :

– Abbé de Nantes : “ Graag vernam ik van u, en hetinteresseert iedereen, of Vaticanum II één enkel dogmaheeft afgekondigd met dezelfde plechtigheid ? ”

– Pater Congar : “ Neen. ”

– Abbé de Nantes : “ Ik ben blij u dat te horenzeggen. Ik hoop dat de bandrecorder... ”

– Pater Congar : “ Ik zeg het... Ik zeg het... DeH. Vader heeft het gezegd. En het is algemeen ge-weten. Ik zeg het zonder omwegen. ”

Maar heeft de H. Geest dan niet over hetConcilie gewaaid ?

We ontmoeten voortdurend gelovigen, priestersen zelfs bisschoppen die oprecht van mening zijn

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 8

dat het Concilie onfeilbaar is vermits verschillendeprelaten, waaronder kardinalen, verzekeren dat deH. Geest er waaide. Zowel in zijn Brief nr. 212 als inandere teksten heeft abbé de Nantes die buiten-sporige aanmatiging altijd weerlegd.

Uit de Boodschap aan de wereld die de concilie-vaders op 20 oktober 1962 verspreidden, kon menopmaken dat het de bedoeling van een kleine groepkardinalen en bisschoppen was om de dogmatischetraditie, de liturgische voorschriften en de eeu-wenoude gewoonten van de Kerk te herzien onderde uitsluitende “ leiding van de H. Geest ” en in hetlicht van hun “ ervaring met het Evangelie ”. Abbéde Nantes verbaasde zich terecht over deze ver-meende opdracht van het Concilie om « de levendeen nieuwe synthese te verwezenlijken van het onuit-sprekelijk christelijk mysterie, bevrijd van de oudedogmatische vormen, met de verlangens van demoderne Mens. Een verbazingwekkende nieuwigheidvan een Concilie dat in rechtstreekse verbinding staatmet een “ Geest ” die tegelijkertijd de Geest van Chris-tus en de Geest van de Wereld is ! »

Terechte vraag : waarom de canonieke onfeil-baarheid afwijzen en vervolgens een charismatischesuperonfeilbaarheid opeisen ? Omdat men aan-spraak maakte op een Nieuw Pinksteren... « Zij diedaaraan denken, willen niet weten van een onfeil-baarheid die hen aan de leiband van een dogmati-sche en canonieke traditie zou houden. Zij willen,zoals de protestanten en de modernisten, van hunevangelisch besef en van hun Christuservaring eenlevend, onfeilbaar en onbegrensd gezag maken. Hetgeloof verplicht ons evenwel te belijden dat eendergelijke macht alleen aan de apostelen werd ge-geven en aan niemand anders. » Abbé de Nantesciteert vervolgens het Eerste Vaticaans Concilie :“ De H. Geest werd aan de opvolgers van Petrusbeloofd, niet als een openbaringsmiddel om eennieuwe leer voor te houden, maar als een hulpmid-del om de door de apostelen overgeleverde open-baring, namelijk de geloofsschat, vroom te bewa-ren en getrouw uiteen te zetten. ”

We halen ook kardinaal Journet aan (met tussenrechte haken enkele verduidelijkingen door abbéde Nantes) :

« De continuïteit is een zeker teken van de [ka-tholieke] waarheid, de breuk een zeker teken van[duivelse] valsheid... De breuk kan worden aange-toond door de invoering van iets nieuws dat god-delijke dingen doet doorgaan voor menselijke [bv.de Hemelvaart voor een legende, “ een beeldspraakom te zeggen dat ”] en menselijke voor goddelijke[bv. de waardigheid van de Mens, de rechten vande mens], naargelang zij van de geloofsschat ietslaat wegvallen of er iets aan toevoegt. Wat opgoddelijke wijze voor eens en voor altijd aan dewereld werd meegedeeld, moet immers wordenbewaard zonder weglatingen of toevoegingen. »

Abbé de Nantes kan bijgevolg in alle eerlijkheidbesluiten – en ook nu weer zonder dat men ooitheeft kunnen bewijzen dat hij dwaalt – dat decharismatische onfeilbaarheid die door VaticanumII wordt opgeëist onmogelijk van de H. Geest kankomen. Van welke “ Geest ” dan wel ? Enkel van deboze geest, van de duivel... Trouwens, indien dieonfeilbaarheid wél van God zou komen, dan is hettoch moeilijk te verklaren waarom het Concilie decanonieke onfeilbaarheid naast zich neergelegdheeft, terwijl die er precies voor instaat dat hetverstrekte onderricht overeenstemt met de waar-heid en dus met de goddelijke wil !

Ja, maar... alle bisschoppen gaan nu tochakkoord met het Concilie ?

Dat is de laatste tegenwerping die men weleens te horen krijgt. Vermits de voorstanders vanhet Concilie moeten erkennen dat het niet onfeil-baar is geweest en moeten toegeven dat de “ geestvan het Concilie ” op zijn minst verdacht is, hebbenzij maar één uitweg : er op wijzen dat de eens-gezindheid tussen de huidige bisschoppen rondomde paus en het Concilie wijst op een vaststaandteken van onfeilbaarheid. Helemaal alleen bewe-ren dat men gelijk heeft tegen alle anderen in, datis toch onmogelijk !

Om deze tegenwerping te weerleggen graag vol-gende anekdote. De voormalige aartsbisschop vanParijs, kardinaal Lustiger, hield op 12 juli 1989 inQuebec een voordracht. Onder het publiek warenfalangisten (leden van de derde orde van de doorabbé de Nantes gestichte kloostergemeenschappen)die de kardinaal met hun netelige vragen over deonfeilbaarheid van Vaticanum II in nauwe schoen-tjes brachten. Lustiger probeerde er zich vanaf temaken met te verwijzen naar “ de canons van deH. Vincentius van Lérins ”. Als Zijne Eminentie hadgewild dat iedereen hem zou begrijpen, dan zou hijsimpelweg gezegd hebben : « Een zaak die in deKerk door iedereen en overal wordt geloofd, dientals onfeilbaar beschouwd te worden. Het is deonfeilbaarheid van het gewone leergezag. » Maarmet die uitleg kwam Lustiger niet weg. In de wan-delgangen werd hij aangesproken door nog eenandere falangist, die hem wees op de volledige leervan de H. Vincentius : voor de onfeilbaarheid vaneen door het gewone leergezag gedane uitspraak ishet noodzakelijk dat ze niet alleen door iedereenen overal wordt geloofd, maar ook... sinds altijd.

Dat alle bisschoppen vandaag akkoord gaan meteen nieuwe leer, volstaat dus niet om aan die leereen onfeilbaar karakter toe te kennen. De akten vanVaticanum II en al de akten van het leergezag dieeruit volgen, zijn bijgevolg niet onfeilbaar. En als zeniet onfeilbaar zijn, betekent dit dat ze feilbaar zijn.

broeder Pierre van de Transfiguratie

CRC 21ste jaargang nr. 3, mei-juni 1993

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 9

LAMENNAIS : DE TRIOMF VAN EEN AFVALLIGE

Félicité de Lamennais (1782-1854).Buste door David d’Angers.

NA de storm van de Franse Revolutie kende de Kerk in het begin van de 19de eeuw een schitterende

wedergeboorte. Heel haar toekomst hing echter afvan haar houding ten opzichte van het revolutionairegedachtegoed. Zou zij volharden in haar oppositietegen de beginselen van 1789, in haar afkeuring enhaar veroordeling van de democratische theorieën ?Of zou zij een nieuwe weg inslaan en ingaan opde wensen van de visionaire profeet Félicité deLamennais ?

Lamennais werd geboren in de Bretoense stadSaint-Malo in 1782. Hij was een moeilijk en introvertkind, maar tegelijkertijd was hij ook bijzonder in-telligent. Vaak sloop hijhet ouderlijk huis uit omin zijn eentje te luisterenen te kijken hoe de golvenvan de oceaan tegen derotsen beukten. Als menhem vroeg : « Wat doe jedaar op de oude wallen ? »,antwoordde hij : « Ik ziewat de anderen niet zien. »

Félicité verliest het ge-loof onder de invloed vande filosofen van de Ver-lichting, maar vindt hetterug dankzij zijn broerJean-Marie. Toch zal hijnooit een echt mystiekleven van intieme liefdetot Jezus kennen.

In 1816 wordt hij totpriester gewijd “ ondankszichzelf ”, aldus bepaaldebiografen. Hij stort zichin de contrarevolutionaireintellectuele strijd, metal zijn passie, zijn genieen zijn geweldig literairtalent.

Hij bekritiseert hetCharter van de Restaura-tie, dat inderdaad geken-merkt wordt door de on-deugd van het parlementarisme : de ministers vande regering moeten niet meer alleen verantwoor-ding afleggen aan de koning, maar ook aan de Kamervan volksvertegenwoordigers. Met een soort vanbittere hartstocht valt Lamennais het liberalismevan het Charter aan ; hij predikt de herinvoering vanhet absolutisme, opdat God werkelijk zou heersen.

Hij koestert de ambitie om een denkschool testichten met de jonge elite van intellectuelen diezich aan hem hechten. Hij brengt hen bijeen in LaChesnaie, zijn familiedomein in Bretagne.

Op het einde van de jaren 1820 maakt hij plotseen bocht naar links. De koningen Lodewijk XVIIIen Karel X hebben hem teleurgesteld : hun realis-tische politiek staat haaks op zijn eigen vlammende

verbeelding. Hij voelt dat de revolutie van 1830eraan komt en hij wil dat de Kerk de monarchieënde rug toekeert om de heilige zaak van de vrijheidvan de volkeren te omhelzen. Hij is zo geëxalteerddat hij de volledige scheiding van Kerk en staat eist,opdat de Kerk zou kunnen deelnemen aan de revo-lutionaire bewegingen, ze zou kunnen bezielen enleiden. Hij dringt er bij de paus op aan dat hij aanhet hoofd zou gaan staan van de grote opstand vande volkeren tegen de vorsten om de nieuwe tijdente openen van een mensheid verzoend in eenwereldwijde democratie...

Paus Gregorius XVI ontvangt Lamennais in audiën-tie op 13 maart 1832, sa-men met zijn twee met-gezellen, Lacordaire enMontalembert. De Opper-herder onderzoekt de op-roep van de Fransman enveroordeelt vervolgenszijn programma en zijnactie in de encycliek Mi-rari vos van 15 augustus1832.

Gregorius verwerpt dewil van Lamennais om deKerk te hervormen « alsofzij zou kunnen blootge-steld zijn aan tekortkomin-gen of verduistering ». Hijverwerpt verder de eisenvan de nieuwlichter te-gen het kerkelijk celibaaten tegen de heiligheid enonverbreekbaarheid vanhet huwelijk. Vervolgensveroordeelt de paus degodsdienstvrijheid, opge-vat als het recht van demens op sociale vrijheidop religieus vlak :

« Uit de besmette bronvan de onverschilligheidvloeit de absurde dwaal-leer voort, of juister nog

de waanidee, dat men aan gelijk wie de vrijheid vangeweten moet verzekeren en garanderen. Men be-reidt deze schadelijke dwaling de weg door de vol-ledige en grenzeloze vrijheid van mening, die zichoveral verspreidt tot rampspoed voor de godsdien-stige en burgerlijke maatschappij. Sommigen herha-len met een uiterste arrogantie dat daaruit enigvoordeel voor de godsdienst voortvloeit. Maar Sint-Augustinus zei terecht : “ Wat kan de ziel beter dodendan de vrijheid van de dwaling ? ” »

Het oordeel van het soeverein Leergezag overde opstandige bewegingen van 1830 luidt als volgt :

« Wij hebben vernomen dat geschriften die on-der het volk verspreid zijn bepaalde leerstellingenverkondigen die de trouw en de onderwerping die

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 10

men aan de vorsten verplicht is ondermijnen. Om-dat zij overal de fakkels van de rebellie aansteken,moet men zorgvuldig beletten dat het bedrogenvolk meegesleurd wordt buiten de krijtlijnen vanzijn plicht. Iedereen moet zich rekenschap gevenvan de raadgeving van de apostel Paulus : “ Er isgeen enkel gezag dat niet van God komt. Wie zichverzet tegen het gezag, verzet zich bijgevolg tegende door God gewilde orde ; en zij die zich verzet-ten, roepen over zichzelf de veroordeling af. ” »Deze revolutionairen « brengen de volkeren onderhet mom van de vrijheid enkel slavernij. »

De paus veroordeelt « hen die willen dat de Kerkgescheiden wordt van de staat en dat de eendrachttussen de troon en het altaar verbroken wordt. Hetis een zekere zaak dat de aanhangers van eenongebreidelde vrijheid beducht zijn voor deze een-dracht, die altijd zo gunstig en heilzaam is geweestvoor de belangen van zowel de godsdienst als hetburgerlijk gezag. »

Gregorius maakt zich ook grote zorgen over « be-paalde verenigingen en bijeenkomsten waar mengemene zaak maakt met personen van alle godsdien-stige overtuigingen, zelfs met aanhangers van valsegodsdiensten. Om overal rebellie uit te lokken prediktmen elke vorm van vrijheid. »

Op het einde van zijn encycliek herinnert de pausde vorsten er aan « dat het gezag hen is geschonkenniet enkel voor het regeren van de wereld, maarvooral voor het ondersteunen en verdedigen van deKerk. Zij zijn aangesteld als vaders en voogden vande volkeren en zullen hen het waarachtige en onaf-gebroken geluk, de overvloed en de rust enkel kun-nen schenken wanneer het hun voornaamste zorg zalzijn de godsdienst en de vroomheid te doen bloeienjegens de God op wiens mantel geschreven staat :“ Koningen der koningen, Heer der heren ”. »

Enkele maanden na de definitieve veroordelingvan zijn leerstellingen komt Lamennais openlijk inopstand tegen de Opperherder van de Kerk door depublicatie van zijn « Paroles d’un croyant » (« Woor-den van een gelovige »). Hij formuleert er eensatanische verdraaiing van de waarheid in : elkevorm van hiërarchie en alle goddelijke en mense-lijke wetten worden door hem geïdentificeerd methet Kwaad. Gregorius XVI veroordeelt hem daaropbij naam in de encycliek Singulari nos van 7 juli 1834.

Lamennais verhardt echter in zijn rebellie. « Ikzal het volk niet verraden ! », roept hij tegen hen diehem aanmanen tot herroeping en onderwerping.

In 1846 publiceert hij een vertaling van de Evan-gelies, met een hele reeks commentaren en notenwaarin het christendom vervormd wordt tot eensoort van politiek en sociaal progressisme. De revo-lutionaire interpretatie die hij aan het Magnificatgeeft, doet het de uitdrukking zijn van het verlangenvan het mensdom naar bevrijding van elk gezag.

Bijzonder welsprekend is zijn commentaar opde dialoog tussen Jezus en Pilatus : « Ondervraagddoor de gouverneur, de vertegenwoordiger van deverdrukkende macht, antwoordt Jezus dat hij Ko-ning is. Jezus nu vertegenwoordigde de hele mens-

heid, en het is waar dat in de mensheid, en inhaar alleen, het waarachtige koningschap gelegenis, de waarachtige soevereiniteit, een universeelrecht waaruit het bijzonder recht van elk volk voort-vloeit » (Les Évangiles. Traduction nouvelle avecnotes et réflexions, p. 172).

Een dergelijke interpretatie is godslasterlijk : OnzeHeer Jezus Christus zou zich gewoon voorgesteldhebben als de getuige en de profeet van het aange-boren koningschap van de mens, van elke mens. Zoontdaan van zijn goddelijke attributen is Christus nogslechts het symbool van de mens die zich engageertin de revolutionaire strijd tegen de verdrukkendemachten. Het is trouwens precies deze interpretatiedie op het einde van de 20ste eeuw zal hernomenworden door de H. ( ?) Joannes-Paulus II...

In de kamer van Lamennais is het beeld van deH. Maagd Maria ondertussen vervangen door eenbuste van Marianne, het symbool van de Repu-bliek. Hij sterft als apostaat, zonder zich te willenverzoenen met de Kerk, in 1854.

Zeker, zijn vrienden en de leerlingen die hijbijeengebracht had op zijn familiedomein, hebbenhem op dat ogenblik al lang verlaten. Maar jammergenoeg namen zij nagenoeg allemaal in hun geesthet virus van de ketterij mee, zoals abbé de Nantesverduidelijkt :

« Lamennais heeft de elite van de elite ervanovertuigd dat de volksrevolutie de uitdrukking zelf isvan de H. Geest verspreid over de wereld, en dat dierevolutie dus heilig, progressief en niet tegen tehouden is. Montalembert en Lacordaire zullen nooithet altaar omverwerpen dat zij diep in hun hart rechttegenover het altaar van God opgericht hebben vooreen nieuwe cultus. Zij zullen aanhanger blijven vanhet onmogelijk devies : “ God en de Vrijheid ! ” Hetis van Lacordaire dat het afschuwelijke woord stamtdat de kiem bevat van elke toekomstige apostasie :“ Vandaag is de eerste deugd niet het geloof, maar deoprechte liefde voor de vrijheid. ” »

* * *

In 1988 maakte abbé de Nantes de balans opvan de tien eerste jaren van het pontificaat vande H. ( ?) Joannes-Paulus II :

« Vandaag, honderd vijftig jaar na Lamennais,doet Joannes-Paulus II het tegenovergestelde vanGregorius XVI... Inderdaad, wij zijn aanbeland bijde effectieve heerschappij van Lamennais, van zijnideaal en zijn hersenschim. Vandaag wordt de we-reld geregeerd door de democratie, door de rech-ten van de mens, door vrijheid, gelijkheid en broe-derlijkheid. Vandaag heeft de paus, overeenkom-stig de wens van Lamennais, zichzelf gemaakt totde kerkleraar, de prediker en de verkoper van dedemocratie, tegen elk politiek of kerkelijk gezagin. Vandaag is de grote droom van een mensheidverzoend in eenzelfde universele religie, ten dien-ste van elke mens en van alle mensen, in abso-lute vrede en gerechtigheid, het doel gewordenvan alle inspanningen van paus Joannes-Paulus II. »

broeder François van Maria ter Engelen

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 11

BELGIË IN DE GROTE OORLOG

DE PAUS, DE VORST EN DE KARDINAALDe figuur van kardinaal Mercier is onverbrekelijk verbonden met de geschiedenis van de EersteWereldoorlog in België. Welk standpunt nam hij in ? Werd zijn mening gedeeld door de H. Vader inRome ? En wat vond koning Albert ? De confrontatie tussen de paus, de vorst en de kardinaal vormthet onderwerp van dit achtste artikel in onze reeks over DE GROTE OORLOG.

De H. Pius X op het einde van zijn leven, toen hij steeds duidelijkerde Grote Oorlog naderbij zag komen. Hij stierf bij het uitbrekenvan de wereldbrand, nadat hij zichzelf had opgeofferd « om deuitmoording van zoveel van mijn kinderen tegen te houden ».

« IL GUERRONE »

OP het einde van zijn pontificaat zag de heilige paus Pius X (1903-1914) steeds duidelijker een

grote, verschrikkelijke oorlog aan de einder opdoe-men als een straf van God voor de hoogmoed en degeloofsafval van zijn tijd... Hij had er visioenen over,hij profeteerde er over, hij kende vooraf de vrese-lijke hecatombe die er het gevolg zou van zijn.

« Vanaf 1911 spreekt hij er tegen kardinaal Merrydel Val, zijn staatssecretaris, met angst over : “ Emi-nentie, de zaken gaan slecht ! De Grote Oorlog – ilGuerrone – komt dichterbij... ” Hij is het inderdaaddie de term “ Grote Oorlog ” voor het eerst gebruiktheeft, alvorens het woord op ieders lippen ligt en degeschiedenisboeken het vereeuwigen... “ Ik spreekniet over de huidigeoorlog [de Balkanoor-log van 1913]. Daarovergaat het niet, maar welover de Grote Oorlog. ”Tegen de Braziliaanseambassadeur Dr. Cha-ves zegt de paus : “ Ubent gelukkig, meneerde minister, dat u kanterugkeren naar Brazi-lië. U zal de wereldoor-log niet zien. Het con-flict in de Balkan isslechts het begin vaneen grote wereldbranddie ik niet kan tegen-houden en waartegenik niet bestand zal zijn. ”

« En ook nog hetvolgende, dat getuigtvan een verbazingwek-kende nauwkeurigheid : “ Ik beklaag mijn opvolger !Ik zal de Grote Oorlog niet meemaken. Maar het isongelukkig genoeg waar dat “ Religio depopulata ”[“ De ontvolkte godsdienst ”, volgens de pausmotto’svan Malachias – nvdr] vlakbij is. Eminentie, het jaar1914 zal niet voorbijgaan. ”

« In de laatste dagen van juli schrijft hij een langebrief aan de oude keizer Frans-Jozef van Oostenrijk-Hongarije... Maar het schrijven blijft onbeantwoord.Al de inspanningen van de paus zullen tevergeefszijn. Wanneer dan de ambassadeur van Wenen op28 juli aan Pius X het voldongen feit van de oorlogs-verklaring aan Servië komt aankondigen, en in naamvan zijn meester de zegen van de paus voor de

Oostenrijkse legers vraagt, antwoordt de Opper-herder op strenge toon : “ Zeg aan de keizer dat iknoch de oorlog, noch hen die hem gewild hebben kanzegenen. Ik zegen de vrede ! ” Wanneer de anderaandringt om tenminste een speciale zegening voorFrans-Jozef te krijgen, verklaart de paus : “ Ik kanalleen maar tot God bidden opdat Hij hem zouvergeven. De keizer mag zich gelukkig prijzen dat dePlaatsvervanger van Jezus Christus geen vervloekingover hem uitspreekt ” » (abbé Georges de Nantes,CRC nr. 308, december 1994, p. 2).

De paus ziet immers wat er op het spel staat :de katholieke Habsburgse monarchie, hoeksteenvan de orde in Europa, ontketent met de oorlogs-verklaring aan Belgrado de demonen die alles zul-

len vernietigen watdeze dynastie in meerdan zevenhonderd jaaropgebouwd heeft.

« Pius X keert zich totGod en bidt : “ Heer,neem mijn armzalig le-ven, maar houd de uit-moording van zoveelvan mijn kinderen te-gen. ” Wanneer hetbloed begint te stro-men in de vier hoekenvan Europa, wijdt depaus zichzelf als heiligslachtoffer toe, samenmet de soldaten die ophet veld van eer val-len : « Ik draag mijnarmzalig leven alsbrandoffer op om deuitroeiing van zoveel

van mijn kinderen te verhinderen », herhaalt hij voort-durend in tranen.

« Zo sterft, op 20 augustus 1914, de heilige pausPius X, als één van de eerste helden in de oorlogwaarmee God de wereld zal zuiveren van zijn hoog-moed en zijn misdaden... » (abbé de Nantes, ibid.).

AAN HET HOOFD VAN EENBLOEIENDE KERKPROVINCIE

Bij de inval van de Duitsers in augustus 1914 is devoornaamste geestelijke in ons land Désiré-JosephMercier, aartsbisschop van Mechelen, primaat vanBelgië en kardinaal van de Rooms-katholieke Kerk.De 62-jarige Mercier staat aan het hoofd van een

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 12

bloeiende en dynamische kerkprovincie. Van deongeveer 8 miljoen Belgen is meer dan 95 procentkatholiek gedoopt. De Kerk in ons land is stevigvertakt in alle geledingen van de bevolking. Naast deseculiere clerus, die het parochieleven bestuurt, zijner ook nog bijna zestigduizend regulieren. Orden encongregaties zetten zich in voor onderwijs en zieken-zorg. En een indrukwekkend aantal missionarissendoet het Evangelie ingang vinden in de meest afge-legen gebieden ter wereld, meer bepaald in Congo,dat in 1908 een Belgische kolonie geworden is.

« Mercier had zijn sporen voornamelijk verdiendals hoogleraar aan de Leuvense universiteit. Als 30-jarige priester was hij er tot hoogleraar benoemdaan de faculteit Filosofie. In Leuven stond hij aande wieg van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte,dat onder zijn leiding uitgroeide tot een internatio-naal gerenommeerde instelling van het neotho-misme : het was de uitdrukkelijke bedoeling er deeeuwenoude filosofie van Thomas van Aquino tetoetsen aan de nieuwe vragen die de snel voort-schrijdende wetenschappelijke kennis op alle ge-bieden van het menselijk weten opwierp » (Jan DeVolder, Kardinaal Verzet. Mercier, de Kerk en deoorlog van 14-18, Lannoo, 2014, p. 14).

Bij deze lovende beoordeling moet echter eenbelangrijke kanttekening gemaakt worden. Mercierneemt een dubbelzinnig standpunt in tegenover hetmodernisme, de ketterij waartegen de H. Pius X zokrachtdadig optrad. De Mechelse aartsbisschop neemthet meer dan eens op voor beruchte modernisten alsde Engelsman George Tyrell en de Belg HippolyteDelehaye. Hij bewondert pater Lebbe, de propagan-dist avant la lettre van de inculturatie. Eigenlijk isMercier, in de lijn van paus Leo XIII, een liberaal-katholiek. Op een lijst van kardinalen die vóór hetconclaaf van 1914 bij de Romeinse Curie circuleert,staat naast zijn naam : « Verdacht, staat bekend alsverbonden met alle verraders van de Kerk » (cf. E.Poulat, Intégrisme et catholicisme intégral, 1969, p. 330).

De brutale verwoesting van de eeuwenoude uni-versiteitsstad Leuven door de Duitsers eind augustus1914 maakt op de kardinaal een verpletterende indruk.Maar dat is niet het enige. Het Reich voert bewustantikatholieke en antiklerikale propaganda, waardoorde Duitse terreur in België zich toespitst op de gees-telijkheid. Er bestaan talrijke getuigenissen van dehaat jegens de Roomse clerus die de Duitse militairen,van hoog tot laag, demonstreren. De Pruisische ge-neraal Von Beseler, die de aanval op Antwerpen zalleiden, beweert dat de Belgen zich niet als eenbeschaafd volk gedragen, « een mooi gevolg van deoverheersing door de priesters » (aangehaald in XavierBoniface, Histoire religieuse de la Grande Guerre, 2014,p. 174). En wanneer in Leuven een groep geestelijkenwordt weggeleid om geëxecuteerd te worden, krijgenzij te horen : « Wij zijn protestanten en zullen jullietonen hoe wij smerige jezuïeten neerschieten » (MarkDe Geest, Brave little Belgium. 13 verhalen over Belgiëin de Eerste Wereldoorlog, 2013, p. 94).

Het is allemaal niet van aard om Mercier, dieovertuigd is van de superioriteit van de Franse taalen de civilisation française, tot een nuchtere hou-ding tegenover Duitsland te motiveren.

EEN NIEUWE OPPERHERDER

De H. Pius X sterft op de dag waarop het Eerste Legervan Von Kluck triomfantelijk Brussel binnentrekt. Dekardinalen spoeden zich naar Rome voor de begrafenisen de verkiezing van een opvolger. De spanningen diede Grote Oorlog verwekt, hebben ook hun invloed opde relaties onder de kerkvorsten. Typerend is de eersteontmoeting tussen Mercier en de Duitse kardinaal VonHartmann, aartsbisschop van Keulen. « Laten we hetniet over de oorlog hebben », zegt de Duitser diploma-tiek. « Akkoord », antwoordt de Belg vinnig, « zolangu maar niet over vrede begint ! »

Het conclaaf verkiest bij de zesde stemronde, op3 september, een nieuwe Opperherder in de persoonvan Giacomo Della Chiesa, aartsbisschop van Bologna,die de naam Benedictus XV aanneemt. Met hem ne-men de tegenstanders van de heilige paus Sarto, diehun vorming hebben gekregen tijdens het lange pon-tificaat van zijn liberale voorganger Leo XIII, revanche :

« Benedictus XV was heel zijn leven een diplo-maat geweest naar het hart van Leo XIII en, watmeer is, tijdens het grootste deel van zijn carrièrede secretaris van kardinaal Rampolla [die verdachtwerd van nauwe banden met de vrijmetselarij –nvdr]. Men weet overigens dat Della Chiesa doorde H. Pius X slechts tot aartsbisschop benoemdwerd om hem te verwijderen uit Rome en dat depaus hem met tegenzin tot kardinaal creëerde omBologna niet voor het hoofd te stoten. Zijn uitver-kiezing markeerde de terugkeer naar de geest vanLeo XIII. De liberaal-katholieken die door de vo-rige paus onafgebroken in toom waren gehouden,verschenen zegevierend terug op het voorplan »(abbé de Nantes, CRC nr. 97, oktober 1975, p. 4).

Niettemin neemt de nieuwe paus bij het beginvan zijn regering ten overstaan van het gewapendconflict een standpunt in dat in de lijn ligt van datvan zijn voorganger. Hij keert zich resoluut tegen« het monsterlijk schouwspel » van de oorlog, « dieEuropa rood doet kleuren van christelijk bloed ». Inzijn eerste encycliek, Ad beatissimi, gepubliceerdop 1 november 1914, is Benedictus even duidelijk :« Grote en bloeiende naties staan tegenover elkaarop het slagveld. Hoeft het te verwonderen dat ze,goed uitgerust als ze zijn met de afschrikwekkendemiddelen die de vooruitgang van de krijgskunst heeftvoortgebracht, elkaar afmaken in gigantische slacht-partijen ? Er is geen enkele limiet op de verwoestin-gen, op de bloedbaden : iedere dag wordt de aardebevloeid met nieuw bloed en wordt ze bedekt metdoden en gewonden. »

De paus aarzelt bovendien niet om « het nood-lottige kwaad » te benoemen dat « de ware oor-zaak van de huidige verschrikkelijke oorlog » vormt :de revolutionaire geest die overal in de samenle-

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 13

Paus Benedictus XV, Opperherder van 1914 tot 1922.

Désiré-Joseph Mercier, aartsbisschop van Mechelenen kardinaal van de Rooms-katholieke Kerk.

ving doorgedrongen is, waardoor « de voorschriftenen regels van de christelijke wijsheid in het bestuurvan de staten » verloochend worden. « Men heeftde oorsprong van alle menselijk gezag niet meer inGod, Schepper en Heerser over het heelal, willenleggen, maar in de vrije wil van de mens », endaarvoor betaalt men nu het gelag.

Het is bijzonder jammer dat Benedictus XV in deloop van de oorlog van die verheven visie zal af-stappen om een al te werelds pacifisme te omar-men. Zo zal hij in zijn bekende « Brief aan de leidersvan de oorlogvoerende staten » (1 augustus 1917)totaal onrealistische vredesvoorstellen doen, zoalsalgemene ontwapening en de oprichting van eeninternationaal scheidsgerecht met vertegenwoordi-gers van alle landen – en dat terwijl de katholiekeKerk naar het woord van Maurras toch « de enigeInternationale die naam waardig » is !

EEN « MOFFENPAUS » ?

Dat Benedictus XV de oorlog in algemene ter-men veroordeelt en geen onderscheid maakt tus-sen agressor en slachtoffer, stuit in het katholiekeBelgië op groot onbegrip. Wat men vooral mist, iseen ondubbelzinnige veroordeling van de Duitseinval. Hoe kan de paus zwijgen tegenover al hetverschrikkelijke lijden dat de onschuldige bevol-king van ons land al heeft moeten ondergaan ? DeFranse pers gaat al snel een stap verder en be-schuldigt de H. Vader er zonder meer van verkochtte zijn aan de Duitsers. Georges Clemenceau, éénvan de meest fanatieke antiklerikalen in Frankrijk,lanceert een hatelijke term : “ le pape boche ”, “ de

moffenpaus ”, een etiket waarvan Benedictus nooitmeer afgeraakt.

Abbé de Nantes schrijft over de houding van depaus het volgende :

« Gezien vanuit Parijs kon de Grote Oorlog deverdediging lijken van de beschaving tegen hetGermaanse barbarendom en van het katholicismetegen het lutheranisme. Vanuit Rome beschouwdeBenedictus XV hem, niet zonder reden, als eenbroederstrijd waarin het katholieke Frankrijk, dwa-zer dan ooit, zich door de protestantse Angelsaksersging laten meesleuren om het katholieke Habsburgsekeizerrijk te vernietigen, terwijl de overwinnaarsniet zouden rusten alvorens Duitsland terug op debeen te brengen door het definitief Pruisisch temaken » (CRC nr. 97, oktober 1975, p. 4).

Wat in de beeldvorming zeker een rol speelt, ishet feit dat de geallieerden historisch gesproken opgespannen voet met de H. Stoel staan. In het repu-blikeinse Frankrijk zijn uitgesproken vijanden van deKerk aan de macht, die sinds de Scheidingswettenvan 1905 alle banden met het Vaticaan verbrokenhebben. De antiroomse houding van de Britse an-glicanen, vervolgers van de katholieke Ieren, is maaral te bekend. En voor het orthodoxe Rusland, dat inde 19de eeuw zijn invloedssfeer geweldig heeftuitgebreid, is men in Rome zeer beducht. Deze driemogendheden hebben geen diplomatieke verte-genwoordiging bij de H. Stoel, wat wél het geval ismet het Duitse rijk en de Habsburgse monarchie.

Nochtans hebben ook Duitsland en Oostenrijk-Hon-garije kritiek. Ze zien een bewijs van francofilie in de

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 14

Moritz Freiherr von Bissing, gouverneur-generaal van Belgiëvan december 1914 tot aan zijn onverwachte dood op 18april 1917. Zijn pogingen om met de kardinaal tot eenmodus vivendi te komen in het belang van de Belgischebevolking werden door Mercier afgewezen.

benoeming van kardinaal Pietro Gasparri tot nieuwestaatssecretaris ; Gasparri heeft namelijk jarenlanggedoceerd aan het Institut catholique in Parijs...

In werkelijkheid wil Benedictus XV een politiekvan strikte neutraliteit huldigen : « De Heilige Stoelwilde kost wat het kost boven de partijen staan :neutraliteit was geen ongevoeligheid voor de slacht-offers – want de solidariteit met alle slachtofferswerd beleden in woord en daad – maar was in de ogenvan de paus een strikte voorwaarde om de eenheidvan de katholieke familie te vrijwaren en ook om eenmogelijke vredestichtende rol in de toekomst moge-lijk te maken » (De Volder, op. cit., p. 27).

De Volder onderstreept ook dat er in die eer-ste oorlogsmaanden zowel bij de paus als bij deCurie veel persoonlijke sympathie voor België be-staat. Eind oktober wordt de katholieke volksver-tegenwoordiger Auguste Merlot door Benedictusin audiëntie ontvangen. « Sommigen oordelen »,aldus de kerkleider, « dat België zich had moetenbeperken tot een protest en een symbolisch militairverzet. Dat is niet onze mening. Het is dankzij zijnheldhaftige verdediging dat België de sympathie ende bewondering van de hele wereld heeft gekre-gen. » Maar : « Wij kunnen geen partij kiezen. »

HET HOOGSTE GEZAG IN BEZET BELGIË

Na het conclaaf keert kardinaal Mercier overMarseille, Parijs, Le Havre en Londen naar België

terug. In Antwerpen wordt hij op 14 septemberontvangen door de koning. Vervolgens reist hij doornaar Mechelen, waar hij met lede ogen de vernie-lingen aan de kathedraal en het aartsbisschoppelijkpaleis ziet. Allicht is Mercier in een innerlijke twee-strijd verwikkeld : « Moest hij zich uitspreken overde Duitse wandaden, of moest hij er diplomatischhet zwijgen toe doen ? » (De Volder p. 35).

Omdat Mechelen vlakbij het front ligt, raden deautoriteiten de kardinaal aan om verblijf te nemenin de nationale vesting Antwerpen. In de woningvan de familie Moretus op de Vrijdagmarkt maakthij op 9 oktober de val van de stad mee.

Nu de koning en de regering vertrokken zijn enhet aartsbisdom volledig onder controle van devijand komt, is de kardinaal de hoogste nationalefiguur in bezet België. Op 21 oktober heeft hij inBrussel een ontmoeting met de Duitse gouver-neur-generaal Von der Goltz. Die rekent er op datde Kerk haar moreel gezag zal inzetten om debevolking te weerhouden van weerspannigheid enhaar op te roepen het gewone leven zo vlug mo-gelijk te hervatten. Mercier gaat akkoord. Hij laatde scholen heropenen op 17 november. Alle amb-tenaren die in België gebleven zijn, krijgen op-dracht hun post weer in te nemen. Zes belang-rijke ministeries beginnen terug te functioneren.

Collaboratie ? Helemaal niet : « Ook de wette-lijke Belgische autoriteiten erkenden dat dit in hetbelang was van het land, dat ze spoedig weer inhanden hoopten te krijgen » (De Volder p. 39).

Toch wringt er de hele tijd iets bij Mercier. Hij wilonze landgenoten graag een hart onder de riemsteken, een duidelijk standpunt tegenover de Duitsebezetter innemen. Maar hij aarzelt, omdat hij beseftwat de consequenties kunnen zijn. Een benedictijnsemonnik zal uiteindelijk de weegschaal doen door-slaan en de kardinaal tot provocatie verleiden.

DE INVLOED VAN DOM BEAUDUIN

Dat Mercier tenslotte de beslissing neemt om zijnberuchte kerstbrief op te stellen, moet toegeschre-ven worden aan de invloed van één man : domLambert Beauduin, benedictijn in de abdij vanKeizersberg bij Leuven, de monnik die later zal ijverenvoor de oecumenische beweging en de abdij vanChevetogne zal stichten [zie het artikel Voor eenterugkeer naar een katholieke oecumene in HIJ IS

VERREZEN ! nr. 59, september-oktober 2012, pp. 11-16].De Volder toont deze invloed overtuigend aan.

Dom Beauduin « had een goede relatie met kardi-naal Mercier, die zijn adviezen en inzichten sterkwaardeerde. Het was Beauduin die de kardinaal in diedagen aanmoedigde een actievere rol te spelen »(p. 40). De monnik is fel anti-Duits. Wanneer Duitsemilitairen in de eerste weken van de bezetting hunintrek nemen in de abdij van Keizersberg, reageertBeauduin als door een wesp gestoken : « Ik haattehen met een volmaakte haat » (“ Perfecto odio ode-ram eos ”), zegt hij later tijdens een retraite in

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 15

Maredret. Toch wel krasse taal voor een geestelijkedie zo open staat voor andere overtuigingen...

Het staat historisch vast dat de kardinaal zijnbrief in de abdij van Keizersberg schrijft en datde benedictijn over zijn schouder meeleest. In deMechelse archieven zijn notities met Beauduinshandschrift gevonden. De eerste versie van dekerstbrief wordt door de monnik blijkbaar bekriti-seerd als te voorzichtig en te omfloerst. Hij wilhet graag allemaal wat scherper.

Begin december is er beweging op het politieketoneel. Een nieuwe Duitse gouverneur-generaaltreedt aan in de persoon van de 70-jarige MoritzFreiherr von Bissing, een hoge Pruisische officier dierechtstreeks afhangt van de keizer en die bezetBelgië zal regeren als een soort van onderkoning. Hijis er rotsvast van overtuigd dat Duitsland de oorlogzal winnen en dat ons land onder de een ofandere vorm door het Reich gean-nexeerd zal worden. Toch moetonderstreept worden dat VonBissing tijdens zijn hele man-daatperiode met diploma-tie en tact zal te werk gaanen begrip zal betonenvoor de gevoelighedenvan het bezette land.

Op 16 december heefteen eerste ontmoetingtussen Mercier en VonBissing plaats. De Duit-ser stelt zich verzoenendop. Hij « kon aankondi-gen dat de geplande vrij-lating van de gedepor-teerde priesters effek-tief zou doorgaan en datde priesters-krijgsgevan-genen als officieren zou-den worden behandeld.Verder verklaarde degoeverneur-generaal dat hij niet verwachtte door deBelgen als vriend te worden behandeld, wat in degegeven omstandigheden wel niet mogelijk was,maar er toch op rekende dat men hem zijn taak nietmoeilijker zou maken dan ze uiteraard reeds was. Hijrekende erop dat de geestelijke gezagdragers hemdaarin zouden steunen » (Robrecht Boudens, Kardi-naal Mercier en de Vlaamse Beweging, Leuven, 1975,pp. 111-112).

Mercier reageert op hoffelijke wijze. Hij stipt enkelaan dat België alleen voor het recht van de sterksteis bezweken en de feitelijke toestand dan ook prin-cipieel niet kan aanvaarden. Voor de rest verklaart hijzich bereid de zienswijze van Von Bissing bij te treden.

De gouverneur-generaal is best tevreden overhet verloop van deze eerste kennismaking. Wathij echter niet weet, is dat het door dom Beauduingeïnspireerde herderlijk schrijven van de kardinaalondertussen klaar ligt bij de drukker...

Koning Albert op een glasraam in de kapel van Oud-Stuivekenskerke. Hij was erg kritisch over de scherpeanti-Duitse initiatieven van Mercier : « Een kardinaalmoet een element van matiging zijn. »

« VADERLANDSLIEFDE EN VOLHARDING »

In zijn pastorale brief « Patriotisme et endu-rance », die op zondag 3 januari 1915 van op allekansels in het aartsbisdom voorgelezen wordt,spreekt de kardinaal schande over de geweldda-den die het Duitse leger tegen de Belgische bur-gerbevolking begaan heeft. Hij herinnert aan devele onschuldige doden, onder wie minstens veer-tien priesters en kloosterlingen. Hij benadrukt datde Belgen, geschaard rond hun koning, volkomenterecht de wapens tegen de overweldiger hebbenopgenomen : « Onze heilige godsdienst maakt vande vaderlandsliefde een plicht ; er is geen volmaaktchristen of hij is ook een volmaakt vaderlander. »

Hoe dan ook, onderstreept de kardinaal, moe-ten de bevelen van de bezetter geëerbiedigd wor-den, tenminste « zolang zij noch de vrijheid van ons

christelijk geweten, noch ons vaderlandseergevoelen krenken ». Uitdagen, tar-

ten of opschudding verwekkenzijn absoluut niet aan de orde.

Maar, zo vervolgt Mercier, ookonder de bezetting moet de

bevolking haar vaderlands-liefde helemaal niet op-geven. En dan volgt debekendste passage uit debrief : « Deze macht isgeen wettig gezag. Bijge-volg zijt gij haar, in hetinnige van uw gemoed,noch achting, noch ver-kleefdheid, noch gehoor-zaamheid verschuldigd. »

Het herderlijk schrij-ven eindigt met de vol-ledige tekst van dewarme brief die de pausbegin december aan dekardinaal gericht heeften waarin hij voorstelt

de jaarlijkse Sint-Pieterspenning voor één keer nietaan de H. Stoel te schenken, maar te bestemmenvoor het lenigen van de nood in België.

De kerstbrief van de kardinaal slaat in als eenbom. Von Bissing is razend : in plaats van zijn uit-gestoken hand te aanvaarden, spoort het hoofd vande Belgische Kerk zijn gelovigen aan tot insubordi-natie. Hij wil Mercier onmiddellijk arresteren en zietdaar uiteindelijk enkel van af omdat hij van hemgeen martelaar wil maken. De verspreiding en delectuur van de brief worden verboden. Overal in hetaartsbisdom maken Duitse soldaten jacht op hetdocument ; bij drukker Dessain worden veertig-duizend exemplaren in beslag genomen. De gouver-neur-generaal eist een herroeping van de scherpetekst, wat de kardinaal vlakaf weigert.

Het is van belang te vermelden dat alle andereBelgische bisschoppen, die vooraf over het herderlijkschrijven van Mercier door dom Beauduin gepolst

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 16

zijn, het initiatief afkeuren. Mgr. Heylen van Namenvindt de brief niet opportuun en vreest dat hijcontraproductief kan werken. De bisschop van Luik,Mgr. Rutten, zegt dat een “ staat van vijandelijkheid ”tussen de bezetter en de Belgische Kerk nadelig voorde bevolking zal zijn : « Is het ons niet kostbaar omhet lijden van het volk te verlichten, een minder hardbezettingsstatuut te verkrijgen, de situatie van onzetalrijke gevangenen in Duitsland te verbeteren ? » Ookin Brugge, Gent en Doornik vindt men dat sprekenzilver, maar zwijgen goud is.

De Duitse gezant bij de H. Stoel krijgt opdrachtom bij staatssecretaris Gasparri krachtig te protes-teren tegen het optreden van Mercier : de pasto-rale brief is zonder meer opruiend en hitst aan totverzet. Waarom streeft de kardinaal niet naar eenmodus vivendi met de bezetter, in ieders belang ?

DE “ KARDINAAL VAN DE GEALLIEERDEN ”

Begin januari publiceert The Times het onjuistebericht dat Mercier zou gearresteerd zijn en gevan-gen wordt gehouden in zijn aartsbisschoppelijk pa-leis. De Franse kranten nemen de kwakkel gretigover. De Belgische regering in Le Havre stelt op7 januari een telegram op dat in naam van de ko-ning naar de paus verstuurd wordt en waarin Albertprotesteert tegen « de arrestatie van een kerkvorstdie het stilzwijgen niet kon bewaren tegenover degruwelijke onrechtvaardigheden waaronder zijn ge-lovigen lijden. » En verder : « Ik druk ten overstaanvan het vereerde hoofd van de Roomse Kerk mijnbewondering uit voor het optreden van kardinaalMercier die, naar het voorbeeld van de roemrijkeprelaten uit het verleden, niet teruggeschrokken isom vlakaf tegenover de meinedige de waarheid teverkondigen... » (M. Thielemans en E. Vandewoude,Le Roi Albert au travers de ses lettres inédites, Brus-sel, 1988, p. 554).

Of het telegram de werkelijke mening van devorst over de flamboyante kardinaal uitdrukt, iszeer twijfelachtig. Net als de Belgische bisschop-pen, die weigerden zich bij het herderlijk schrijvenvan de aartsbisschop aan te sluiten omdat zij debezetter niet voor het hoofd wilden stoten, is Albertvan mening dat een open confrontatie de kansenop een vredesregeling belemmert. Hoewel hij er inzijn privécorrespondentie niet voor terugschrikt tespreken over « een vijand die tegenover ons enkelgetuigt van misprijzen en barbarendom » (brief aanBroqueville, 3 januari 1915), vindt de koning dat hetal te principiële standpunt van Mercier alleen maarkoren op de molen van de geallieerden is. VoorAlbert, dat weten we, maakt België geen deel uitvan het geallieerde kamp : ons land vecht enkel omzijn onafhankelijkheid terug te winnen.

Hij krijgt gelijk, want het valse bericht van dezogezegde arrestatie is nog maar het begin. Alsnel schildert de propagandamachine in Frankrijken Groot-Brittannië de Belgische kardinaal af alsde vertolker van de anti-Duitse geest in ons land.

Zonder dat hij er erg in heeft, wordt Mercier de“ held ” van de onverzoenlijke vijanden van Duits-land en het Habsburgse rijk : de antiklerikalen ende vrijmetselaars in Parijs, Londen en Washing-ton...

De « kardinaal van de geallieerden » doet trou-wens zijn best om aan zijn kerstbrief een zo ruimmogelijke ruchtbaarheid te geven. Aan zijn hulp-bisschop, die in Londen verblijft, geeft hij de op-dracht zo snel mogelijk voor een Engelse vertalingte zorgen en die in de pers te verspreiden. Halfjanuari verschijnt het schrijven ook in The New YorkTimes. De Belgische regering, die de propaganda-waarde van Mercier volop wil uitbuiten, laat in LeHavre 175.000 exemplaren van « Patriotisme et en-durance » drukken en uitdelen. Met de steun vankoning Albert ? Zeker niet !

DE INTRIGES VAN DE VRIJMETSELARIJ

Na een periode van betrekkelijke ontspanningin de betrekkingen met de bezetter neemt de kar-dinaal in september 1915 opnieuw de handschoenop. In « Oproep tot het gebed » beschrijft hij destrijd tussen de aartsengel Michaël en de gevallenengel Lucifer, en actualiseert die : « In onze zielenen in onze maatschappij zijn op elk tijdstip van degeschiedenis het leger van het kwade en het legervan het goede met elkaar in strijd. [...] De onrecht-vaardigheid en het recht, de misdaad en de on-schuld betwisten elkaar de eindoverwinning. » DeDuitsers kunnen er niet om lachen.

Kort daarna richt Mercier een schrijven aan hetepiscopaat van Duitsland en Oostenrijk-Hongarijemet het voorstel om een gemeenschappelijke com-missie op te richten die klaarheid moet scheppenover de vermeende gewelddaden van Belgische“ weerstanders ” op Duitse soldaten bij het beginvan de oorlog. De kardinaal weet goed genoeg datde bisschoppen van de Centralen nooit toelating vanhun regering zullen krijgen om aan zo’n commissiemee te werken. Zijn brief is dan ook een pureprovocatie, bedoeld om de vijand een hak te zetten.Het enige concrete resultaat is verdeeldheid enhoog oplopende spanningen onder de Europesebisschoppen. Kardinaal-staatssecretaris Gasparri rea-geert bijzonder misnoegd, want « de H. Vader is nietgediend van dit soort polemieken tussen leden vande katholieke hiërarchie ». De Belgische primaat wordtin Rome ontboden.

Bij zijn aankomst in de Eeuwige Stad, op 14 ja-nuari 1916, wordt Mercier als een held door debevolking onthaald. « Evviva il Belgio ! Abbasso laGermania ! », klinkt het uit duizenden kelen. Bou-dens stipt aan : « Antiklerikale milieus in Rome –zoals de Giordano Bruno-vereniging – riepen hunleden op tot demonstraties ten gunste van Mer-cier » (op. cit., p. 121). Dat lijkt op het eerste ge-zicht paradoxaal, maar men moet weten wat erachter de schermen gebeurt. Italië is kort tevorenvan kamp gewisseld en is toegetreden tot de geal-

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 17

lieerden. Kent de Belgische kerkvorst de achter-gronden van die wissel ?

De politieke leiders van Italië dromen ervan omvan het nog jonge koninkrijk een grootmacht temaken. Omdat gebiedsuitbreiding ten koste vanOostenrijk-Hongarije het meest voor de hand ligt,ondertekent de Italiaanse ambassadeur in opdrachtvan zijn regering – die volledig uit vrijdenkers be-staat – op 26 april 1915 in Londen een geheimverdrag dat aan Rome, in ruil voor een oorlogsver-klaring aan Wenen en Berlijn, een schitterende buitzal opleveren : de provincie Trentino, Zuid-Tirol totaan de Brenner, de havenstad Triëste en omgeving,heel Istrië, de Dalmatische kust en de bijhorendeeilanden in de Adriatische Zee, en tenslotte ookde eilanden van de Dodekanesos ter hoogte vande Turkse kust (zie François Fejtö, Requiem pourun empire défunt. Histoire de la destruction del’Autriche-Hongrie, 1988, p. 404).

Clausule 14 van het geheim verdrag sluit de paus explicietuit van een toekomstige vredesconferentie : « Frankrijk,Groot-Brittannië en Rusland engageren zich om Italiëte steunen in de kwestie van het niet-toelaten vanvertegenwoordigers van de H. Stoel tot welke di-plomatieke stappen ook in verband met een vredes-conferentie of een regeling van de kwesties met be-trekking tot de huidige oorlog » (Fejtö, op. cit., p. 406).En met dat antikatholiek en maçonniek kamp laat deBelgische kardinaal zich in ? Naïviteit, onwetendheid...Ongetwijfeld, maar ook dwaze kortzichtigheid !

OORLOG TOT HET BITTERE EINDE ?

Op 16 januari wordt Mercier door de paus inprivéaudiëntie ontvangen. De kerstbrief komt tersprake. Is de kardinaal toch niet over de schreefgegaan door te stellen dat men de bezettendemacht geen gehoorzaamheid verschuldigd is ? Deprimaat verdedigt zich door uit te leggen wat hijwel en niet bedoeld heeft.

Blijkbaar is Benedictus niet overtuigd, want ineen tweede audiëntie, op 26 januari, komt hij opde kwestie terug en waarschuwt : het is niet no-dig te pas en te onpas patriottische verklaringenaf te leggen. « Dat was toch een niet mis te ver-stane terechtwijzing aan het adres van Mercier. Deaanmaning tot kalmte en voorzichtigheid was nietalleen een tegemoetkoming aan de belofte ge-daan aan de Duitsers, het was ook in het belangvan de neutraliteit van de Heilige Stoel, die nietgediend was van een kardinaal die al te veel hetconflict opzocht » (De Volder, op. cit., p. 93).

In totaal blijft Mercier zes weken in Rome. Hetis bij de kardinaal een komen en gaan van bezoe-kers, waarbij de prelaat zich allerminst lijkt te rea-liseren hoe zijn figuur door sommigen gebruiktwordt voor eigen doeleinden. Zo heeft hij op 10februari een ontmoeting met de Franse premierAristide Briand, een van de meest notoire antikle-rikale politici bij onze zuiderburen ; Briand speeldeeen cruciale rol in de afkondiging van de Schei-

dingswetten van 1905, die de strikte scheiding tus-sen Kerk en staat invoerden en vele congregatiesuit Frankrijk verdreven.

Weliswaar maakt Mercier van het gesprek ge-bruik om kritiek te leveren op de wijze waarop deFranse overheid met de katholieken omspringt,maar al snel komt de oorlog ter sprake. « De Fransepremier en de Belgische kardinaal waren het er-over eens dat de enige vrede die duurzaam zouzijn, de vrede was die zou volgen op de totaleoverwinning op de vijand » (De Volder p. 100). Wan-neer de Fransman vraagt of hij ruchtbaarheid maggeven aan het onderhoud, stemt Mercier daarmeein. De Duitsers zijn verontwaardigd : de « Reklame-sucht » van de kardinaal doet hem blijkbaar elkevoorzichtigheid tegenover de grootste vijanden vande Kerk verliezen. « Weltliche Politik » primeert bijhem op godsdienstzaken.

Ook in het Vaticaan is men niet gediend vanhet eigengereide optreden van de Belgische pri-maat. Kardinaal Merry del Val, de vroegere rech-terhand van de H. Pius X, merkt in 1917 op : « Kar-dinaal Mercier is van een fenomenale onvoorzich-tigheid. Het is bekend dat hij zich hier in Rome inzijn auto liet vergezellen door een journalist van[de liberale en antiklerikale krant] Il Messaggero.De toespraken die hij hier in Rome hield, waar hij

Mercier beleefde na de oorlog triomfen als “ de kardinaalvan de geallieerden ”.... en, allicht zonder dat hij er zichrekenschap van gaf, de vriend van alle vrijmetselaars dievan de Wereldoorlog gebruik hadden gemaakt om hetkatholieke rijk van de Habsburgers te vernietigen. Hierontvangt de kardinaal de Franse president Poincaré inMechelen op 2 augustus 1919.

NOVEMBER - DECEMBER 2015 NR. 78 - P. 18

tenslotte gast was van de paus, konden niet on-voorzichtiger of compromitterender zijn. »

Wie ook niet te spreken is over het « jusqu’au-boutisme » van de kardinaal, is koning Albert. De vorststreeft al langer naar een compromisvrede en wei-gert België vast te klinken aan de geallieerde politiek.

HEIMELIJKE TROTS EN ZELFINGENOMENHEID...

Wanneer Mercier eind februari uit de EeuwigeStad vertrekt, slaakt men in het Vaticaan allicht eenzucht van opluchting. Maar de kardinaal heeft zijnles niet geleerd : nauwelijks is hij weer in Mechelenof hij publiceert een nieuw herderlijk schrijven. In« A notre retour de Rome » onderstreept hij hoe-zeer zijn patriottische houding in Rome op steunmocht rekenen, ook bij de paus ! Hij citeert Bene-dictus XV, die op een foto die hij hem heeft ge-schonken eigenhandig (en onvoorzichtig genoeg)heeft geschreven : « Uw zaak is onze zaak »... Ver-volgens verkondigt de kardinaal dat de overwinningvan de geallieerde legers vaststaat : « De naties dieover het grootste uithoudingsvermogen beschikken,zullen uiteindelijk succes kennen. » En verder : « Wijzullen het halen, twijfel daar niet aan ! »

Op zondag 12 maart wordt de brief in de ker-ken voorgelezen. Als een volleerd propagandistheeft Mercier dan al gezorgd voor de verspreidingervan in het buitenland.

Voor Von Bissing is de maat nu vol. « Ik benrotsvast van plan », schrijft hij aan Mercier, « in detoekomst niet meer te tolereren dat Uwe Eminen-tie, misbruik makend van de hoge functies en hetrespect dat men uw kerkelijk gewaad verschuldigdis, zich overgeeft aan een politieke propaganda dievan aard is de bevolking op te zwepen. »

Staatssecretaris Gasparri laat vanwege de pauseen duidelijke boodschap aan Mercier bezorgen :« Overwegend dat de kardinaal voldoende zijn te-rechte patriottische gevoelens heeft getoond en datiedere nieuwe uiting daarvan ongetwijfeld erge ge-volgen zal hebben voor het arme België en de H. Stoel,doet de H. Vader tot hem een warme oproep om zichtot nader order te onthouden van welke publicatiedan ook. » En voor het geval de rebelse prelaat tochnog een mogelijkheid zou zien om zijn zin door tedrijven : « De kardinaal moet dit verzoek beschou-wen als een order met verplicht karakter. Dat is nodigom zijn geweten tot rust te brengen. »

Verschillende personen hebben getuigd dat Mer-cier eigenlijk een groot genoegen schepte in zijnsteekspel met de Duitsers. « Hij voelde zich sterkgenoeg om de bezetters het hoofd te bieden en sprakniet zonder heimelijke trots en zelfingenomenheid

over de manier waarop hij zich tegenover hen ge-droeg » (Boudens, op. cit., p. 128). Iedere maand kwamde kardinaal naar het Mechelse seminarie om er detoekomstige priesters te onderhouden over de laatsteverwikkelingen met de Duitsers. « Verscheidenemensen, die deze voordrachten als seminaristen bij-woonden, hebben getuigd dat er iets in zijn toon wasdat hun tegen de borst stuitte. [...] Ze verwachttenvan de toespraken eigenlijk iets anders » (ibid.). « Despecifiek priesterlijke vorming [...] was in de oorlogs-tijd blijkbaar op de achtergrond geraakt » (ibid., p. 129).

DE STEM VAN HET GEZOND VERSTAND

Met zijn anti-Duits activisme en zijn verknocht-heid aan de zaak van de geallieerden doorkruistkardinaal Mercier niet alleen de strategie van hetVaticaan, maar ook die van koning Albert. Eens temeer heeft de vorst een scherpe en juiste kijk opde zaken, zoals uit zijn oorlogsdagboek blijkt :

« De kardinaal werd triomfantelijk in Rome ont-haald. Hij was er het voorwerp van toejuichingenvan veel katholieken die er op uit waren zijn groterechtschapenheid, zijn moed en België te eren. Bo-vendien kreeg hij de goedkeuring en de luidruchtigesympathiebetuigingen van alle vijanden van het paus-dom, die maar al te blij waren om rondom eenkardinaalsgewaad een geestdrift te manifesteren dieeigenlijk een duidelijke afkeuring betekende van depolitiek van Benedictus XV. Al dat rumoer rond deaartsbisschop van Mechelen moet bijgevolg onaan-genaam geklonken hebben in de oren van het Hei-lig College van kardinalen.

« Het pausdom zal nooit de steun en de sympathievan het katholieke Oostenrijk en het keizerlijke Duits-land afwijzen om steun te zoeken bij de vrijmetselaarsin Italië, in Frankrijk en in Londen, waar de Saint-Paul’sde oppositie tegen Petrus symboliseert. Het pausdomzal in zijn welwillendheid jegens de geallieerde katho-lieken wel zover willen gaan dat het kardinaal Merciertoelaat bij de maçonniek-revolutionaire elementen opde schoot te gaan zitten. Het zal hem in zijn illusieslaten. In de katholieke Kerk, en vooral aan de top vande hiërarchie, komt men niet ver met alleen maar hethart en zonder het verstand.

« Het nadeel voor ons, Belgen, is dat de haatge-voelens er alleen maar door aangevuurd zullen wor-den. Waar kan dat alles ons anders toe leiden dantot allerlei vormen van overdrijving, waardoor deschone, kordate en waardige houding van de grotemeerderheid van het Belgische volk beklad wordt ?Een kardinaal moet een element van matiging zijn »(6 februari 1916).

redactie KCR

Nederlandstalige uitgave van Il est Ressuscité ! La Contre - Réforme Catholique au XXIe siècle.Stichter : † Abbé Georges de Nantes.

Hoofdredacteur : Broeder Bruno Bonnet- Eymard, Maison Saint- Joseph, F-10260 Saint - Parres - lès - Vaudes.Verantwoordelijke uitgever : A. Van der Schraelen, Driesheide 45, B - 2980 Zoersel.

Abonnement : e 10. Steunabonnement : vanaf e 15. Buitenland : e 12.Rekening 000-3302057-80. IBAN : BE47 000 3302057 80. BIC : BPOTBEB1.

Internet : http://nl.crc-resurrection.org/ – E-mail : [email protected]