De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de...

235
De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk

Transcript of De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de...

Page 1: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

1-1

1.2 Doelgroepen en organisaties

1.3 Behoeften van de cliënt

1.4 In de praktijk

Page 2: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Soorten dakloosheid:

1-2

• potentiële daklozen

• feitelijke daklozen

• residentiele daklozen

• marginaal gehuisvesten

• begeleid zelfstandig wonende ex-daklozen

Page 3: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Hulpverleningsinstanties voor dak- en

thuislozen:

1-3

• centra voor dienstverlening

• sociale pensions

• woonbegeleidingscentra

• gemeentelijke sociale dienst

Page 4: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Er zijn mensen met:

1-4

• een verstandelijke beperking

• een lichamelijke beperking

• lichamelijke en verstandelijke beperkingen

Page 5: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Instellingen, woongroepen en verpleeghuizen

zijn er voor:

1-5

• alleen jongeren

• alleen ouderen

• zowel jongeren als ouderen

• mensen met een lichamelijke beperking

• mensen met een verstandelijke beperking

• mensen met zowel een lichamelijke als een

verstandelijke beperking

Page 6: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Doelen in de zorg voor mensen met een

beperking:

1-6

• cliënten functioneren zo zelfstandig mogelijk

• cliënten nemen voor zover mogelijk zelfstandig

beslissingen over hun eigen leven

• cliënten voelen zich veilig

Page 7: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Doelen van ouderenzorg:

1-7

• ouderen zijn zo zelfstandig mogelijk en nemen

zelfstandig beslissingen over hun eigen leven

• ouderen hebben een zo hoog mogelijke

kwaliteit van leven

Page 8: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Slachtofferhulp helpt slachtoffers van:

1-8

• geweld

• beroving

• inbraak

• verkeersongevallen

• seksueel geweld

• huiselijk geweld

• stalking

Page 9: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Tienermoeders:

1-9

meiden die vóór hun 21e zwanger geworden zijn

en een kind hebben gekregen

Page 10: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Het Bureau Sociaal Raadslieden:

1-10

• geeft antwoord op vragen

• verstrekt advies

• verleent diensten

• bemiddelt

• begeleidt

• kan zorgen voor verwijzing naar andere instellingen

alle informatie, adviezen en diensten worden gratis

verstrekt

Page 11: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Soorten verslavingen:

1-11

• bevredigen van lustgevoelens (internetten, computergames, hardlopen, seks, vet en zoet eten, sms’en, gokken)

• opwekken van een roes (alcohol, heroïne)

• kalmerende middelen (pijnstillers, slaapmiddelen, cannabis zoals marihuana en hasjiesj)

• stimulerende middelen (koffie, tabak, cocaïne, XTC, amfetamines zoals doping, speed, pep)

• hallucinogene middelen (LSD, cannabis, paddo’s)

Page 12: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Zwerfjongeren, mogelijke oorzaken:

1-12

• onwil en onmacht van de ouders

• verkeerde schoolkeuze

• onmacht en onkunde van de school

• psychische problemen bij de jongere

• verslaving

Page 13: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Kenmerken van de groep zwerfjongeren:

1-13

• jongens zijn in de meerderheid: 75% tegen 25% meisjes

• de meeste zwerfjongeren zijn rond de 18 jaar, maar de groep wordt steeds jonger

• 50% heeft een autochtone achtergrond

• 50 % heeft een allochtone achtergrond

• meer dan 50 % komt uit gebroken gezinnen

• 75% gebruikt softdrugs

• er zijn steeds meer zwangere tienermeisjes

Page 14: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Wonen-Leren-Werken:

1-14

• een veilige plek

• vertrouwde begeleiding

• structuur

• hulp bij het vinden van werk of bij het afronden

van studie

Page 15: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Behoeften van de cliënt:

1-15

• voorwaarden om behoeften te kunnen vaststellen

• soorten behoeften

• de behoefte bepalen

Page 16: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Voorwaarden om behoeften te kunnen

vaststellen:

1-16

• sociale kaart kennen

• kennis van en vaardigheid in gesprekstechniek

• open minded zijn

Page 17: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Soorten behoeften van de smd-cliënt:

1-17

• informatiebehoeften

• praktische behoeften

• materiële en immateriële behoeften

Page 18: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Praktische hulp en ondersteuning bij:

1-18

• huishoudelijke hulp

• persoonlijke verzorging

• financiële en administratieve taken

• brieven schrijven en formulieren invullen

Page 19: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Verduidelijken van de behoefte:

1-19

• aandacht voor de immateriële behoeften

• aandacht voor informatiebehoefte, praktische

en materiële behoeften

Page 20: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

2-1

2.2 Directe en indirecte informatie

2.3 Informatie zoeken

2.4 De kwaliteit van de informatie

2.5 Openstaan voor informatie

Page 21: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Informatie:

2-2

• directe informatie

• indirecte informatie

Page 22: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Directe informatie van de cliënt:

2-3

• mededelingen

• gesprekken

• teksten (memo’s, brieven, aantekeningen)

• non-verbale en zintuiglijke signalen

Page 23: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Zintuiglijke kanalen:

2-4

• geur

• gezicht

• gehoor

• gevoel

Page 24: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Indirecte informatie over de cliënt:

2-5

• van familieleden of vrienden

• uit het cliëntdossier

• van collega’s

• van andere instellingen

• van internet en uit boeken over het ziektebeeld

van de cliënt

Page 25: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Informatie van anderen:

2-6

• welk materiaal van anderen past bij jouw

instelling?

• hoe kom je aan dit materiaal?

Page 26: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Zoeken op internet:

2-7

• zoekmachine

• zoekstrategie

Page 27: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Zoekstrategie:

2-8

• globaal

• gericht

Page 28: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Gericht zoeken:

2-9

• beperk het onderwerp

• bepaal hoe en waar je begint

• selecteer

• evalueer

Page 29: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Eisen aan informatie:

2-10

• volledigheid

• redundantie

• betrouwbaarheid

• duidelijkheid

• relevantie

Page 30: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Betrouwbare informatie:

2-11

• bekende instelling of schrijver

• recente datum

Page 31: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Belemmeringen voor het opnemen van

informatie:

2-12

• zelfbescherming

• stereotypen en vooroordelen

• attributies

• halo- en horneffect

Page 32: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Stereotypen zijn:

2-13

• niet absoluut

• niet statisch

Page 33: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Stereotypen en vooroordelen:

2-14

• stereotypen: tamelijk onschuldige

eigenschappen

• vooroordelen: negatieve oordelen

Page 34: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Attributie:

2-15

het toekennen van oorzaken aan gedrag

twee manieren van attribueren:

• externe attributie: oorzaken voor gedrag liggen

buiten de persoon zelf

• interne attributie: oorzaken voor gedrag liggen

binnen de persoon zelf

Page 35: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Halo- en horneffect:

2-16

• halo-effect: één goede of leuke eigenschap

overheerst alle andere eigenschappen

• horneffect: één slechte of vervelende

eigenschap overheerst alle andere

eigenschappen

Page 36: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

3-1

3.2 De vraagstelling

3.3 Een gesprek op gang houden

3.4 Aanmelding en intake

3.5 Vrijeattitude-interview

3.6 Tips voor de praktijk

Page 37: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Veelvoorkomende vragen:

3-2

• open vragen:

- echte open vragen

- sturende vragen

- verkennende vragen

- vervolgvragen

• stimulerende vragen en remmende vragen

• confronterende vragen

Page 38: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Kenmerken open vragen:

3-3

• ze beginnen met wat, waarom of hoe

• allerlei antwoorden zijn mogelijk

Page 39: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Soorten open vragen:

3-4

• echt open vragen: sturen het gesprek niet in

een bepaalde richting

• sturende vragen: sturen het gesprek in een

bepaalde richting

• verkennende vragen: snijden een nieuw

onderwerp aan

• vervolgvragen: vragen over een ander aspect

van hetzelfde onderwerp

Page 40: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Vervolgvraag:

3-5

een vervolgvraag gaat in op het antwoord op een

vorige vraag

Page 41: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Vervolgvragen:

3-6

• lossen vaagheden op

• brengen ordening aan in een antwoord

Page 42: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Stimulerende en remmende vragen:

3-7

stimulerende vragen:

• hebben een positief effect

• de ander geeft er graag antwoord op

remmende vragen:

• hebben een negatief effect

• de ander wil liever geen antwoord geven

Page 43: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Een gesprek kun je op gang houden door:

3-8

• een goede luisterhouding

• spiegelen

• het stellen van vervolgvragen

Page 44: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Vaardigheden voor actief luisteren:

3-9

• bezig zijn met de boodschap van de ander, niet

met jezelf

• non-verbaal uitnodigen tot vertellen

• verbaal uitnodigen tot vertellen

Page 45: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Spiegelen:

3-10

• dezelfde houding aannemen als je gesprekspartner

• hetzelfde gedrag vertonen als je gesprekspartner

Page 46: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Je kiest voor een VA-interview, als:

3-11

• er geen pasklare antwoorden zijn

• je je cliënt niet hoeft te vergelijken met andere cliënten

• de situatie complex is

• de vraag van de cliënt onduidelijk is

Page 47: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Doelen van het VA-interview:

3-12

• kennisdoel

• houdingsdoel

• gedragsdoel

Page 48: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Fasen van het VA-interview:

3-13

1 aanloopfase

2 planningfase

3 themafase

4 slotfase

Page 49: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Je kunt feedback geven op:

3-14

• de inhoud van het gesprek (inhoudsniveau)

• de manier waarop de boodschap gebracht

wordt (betrekkingsniveau)

Page 50: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Communicatieaspecten:

3-15

• zakelijk aspect: welke feiten en gebeurtenissen

wil ik overdragen?

• expressieve aspect: wat laat ik van mezelf zien?

• relationele aspect: wat vind ik van de ander?

• appellerende aspect: wat wil ik dat de ander

doet of nalaat?

Page 51: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

4-1

4.2 Systematisch informatie verzamelen

4.3 Informatie verwerken

4.4 Verbanden leggen

4.5 Tips voor de praktijk

Page 52: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Systematisch informatie verzamelen:

4-2

• doel bepalen

• informatiebronnen bepalen

• plan

• ordenen

• analyseren

• reproduceren

• bewaren

Page 53: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Methoden om informatie te verzamelen:

4-3

• mondeling

• schriftelijk

• observatie

Page 54: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Mogelijke informatiebronnen:

4-4

• de cliënt

• een sleutelfiguur

• collega’s

• de sociale kaart

• instellingsdocumenten

• vakbladen en bibliotheek

• internet

• persoonlijk netwerk

Page 55: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Informatieverwerking:

4-5

• ordenen van informatie

• analyseren van informatie

Page 56: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Stappen bij informatie ordenen:

4-6

1 ordeningscriteria bepalen

2 hoofd- en bijzaken scheiden

3 rubriceren

4 bundelen en bewaren

Page 57: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Analyseren van informatie:

4-7

gegevens

informatie

interpreteren

controleren en concluderen

actie ondernemen

Page 58: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Verband tussen informatie:

4-8

• aanvullend

• tegenstrijdig

• nieuw

Page 59: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

5-1

5.2 De noodzaak van rapporteren

5.3 Soorten rapporten

5.4 De inhoud van het rapport

5.5 Argumenteren

5.6 Tips voor de praktijk

Page 60: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Functies van dossiervorming:

5-2

• overdracht

• naslag

• controle

Page 61: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Wat zijn volgens de Wbp persoonlijke

gegevens?

5-3

• NAW-gegevens (naam, adres, woonplaats)

• e-mailadressen

• telefoonnummers

• informatie over gezondheid en welzijn

• bijzonderheden over de cliënt

Page 62: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Argumenten voor informatie-uitwisseling,

hoewel de cliënt hiertegen is:

5-4

als het achterwege blijven van informatieoverdracht:

• het belang van de cliënt schaadt

• het belang van andere individuen of andere

partijen schaadt

• het maatschappelijk belang schaadt

Page 63: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De plicht van de cliënt :

5-5

het geven van correcte informatie over zichzelf

Page 64: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Voorbeelden van interne rapportages:

5-6

• intakeformulier

• dienstverleningsplan

• gespreksverslag

• verslag van het dienstverleningsproces

• overdrachtsrapport

Page 65: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Er vindt overdrachtsrapportage plaats over:

5-7

• cliënten die in een instelling verblijven (dagelijks)

• cliënten die je naar een collega of andere instelling

verwijst (eenmalig)

Page 66: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Voorbeelden van externe rapporten:

5-8

• overdrachtsrapporten

• verzoekschriften en adviesrapporten

• bezwaarschriften en beroepschriften

Page 67: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Verschil verzoekschrift en adviesrapport:

5-9

• verzoekschrift: de cliënt schrijft het zelf, al dan

niet met hulp

• adviesrapport: de hulp- of dienstverlener

schrijft het

Page 68: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Verschil bezwaarschrift en beroepschrift:

5-10

• bezwaarschrift: de cliënt maakt bezwaar tegen een

beslissing

• beroepschrift: de cliënt gaat in beroep, omdat hij

het niet eens is met het antwoord op het bezwaar

Page 69: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Inhoud van het bezwaarschrift:

5-11

• de datum waarop je het bezwaarschrift schrijft

• NAW-gegevens van de aanvrager

• een beschrijving van de beslissing waar het om gaat

• argumenten voor je bezwaar tegen de beslissing

• de handtekening van de aanvrager

Page 70: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Inhoud van het beroepschrift:

5-12

• de datum waarop je het beroepschrift schrijft

• NAW-gegevens van de aanvrager

• een beschrijving van de beslissing na het

bezwaarschrift

• je argumenten voor het in beroep gaan tegen

die beslissing

• de handtekening van de aanvrager

Page 71: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De vijf W’s:

5-13

• Wie? Wie zijn er bij het onderwerp van je

rapport betrokken?

• Wat? Wat is het onderwerp van je rapport?

• Waar? Waar speelt het zich af?

• Wanneer? Wanneer, in welke periode, gebeurt het

of speelt het zich af?

• Waarom? Waarom heb je dit rapport geschreven:

wat was de aanleiding en wat is het doel?

Page 72: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Duidelijke tekst door:

5-14

• onderscheid feiten en meningen

• goede hoofdvraag

Page 73: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Soorten argumentaties:

5-15

• enkelvoudige argumentatie

• meervoudige argumentatie

Page 74: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Meervoudige argumentatie:

5-16

• onderschikkende argumentatie

• nevenschikkende argumentatie

Page 75: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Sterke argumenten:

5-17

• autoriteiten

• doel-middelenargumenten

Page 76: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

6-1

6.2 De hulpvraag

6.3 Doelen formuleren

6.4 Prioriteiten stellen

6.5 Middelen organiseren

6.6 Activiteiten plannen

6.7 Het dienstverleningsplan

6.8 Motivatie en evaluatie

6.9 Tips voor de praktijk

Page 77: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Je kunt de hulpvraag verduidelijken door:

6-2

• aandacht geven

• actief luisteren

• open vragen stellen

• doorvragen

• samenvatten

Page 78: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Volgens de SMARTIE-formule is een doel:

6-3

• Specifiek

• Meetbaar

• Acceptabel

• Realistisch

• Tijdgebonden

• Inspirerend

en je hebt er

• Eigen controle over

Page 79: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Termijnen voor doelen:

6-4

• korte termijn

• middellange termijn

• lange termijn

Page 80: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Termijnen voor doelen zijn afhankelijk van:

6-5

• de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt

• de motivatie van de cliënt

• de situatie

• de middelen

Page 81: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Goede prioriteiten zijn:

6-6

• gericht op het doel

• niet door persoonlijke voorkeuren bepaald

Page 82: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Prioriteiten stellen is:

6-7

• de volgorde van belangrijkheid bepalen

• de urgentie bepalen

Page 83: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Soorten middelen:

6-8

• inspanningen van de cliënt

• inspanningen van beroepskrachten

• apparaten, gereedschappen

• medicinale middelen

• financiële middelen

Page 84: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Tussenevaluatie:

6-9

• wat ging goed bij de cliënt?

• wat kan beter?

• wat deed de smd’er goed?

• wat kan beter?

Page 85: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

7-1

7.2 Methodisch handelen vanaf de intake

7.3 Signaleren en observeren

7.4 Valkuilen

7.5 Interventiemethoden en -technieken

7.6 Wonen, werk en vrije tijd

7.7 Tips voor de praktijk

Page 86: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Methodisch werken is:

7-2

• bewust

• doelmatig

• doelgericht

• volgens een plan handelen

Page 87: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Doelmatig/efficiënt werken is werken:

7-3

• in de juiste volgorde

• op de juiste manier

• met de juiste middelen

• op het juiste moment

• in een aanvaardbaar tempo

Page 88: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Structuur van het intakegesprek:

7-4

• aanloopfase:begroeten en social talk

• planningsfase:rollen, doel en werkwijze bepalen

• themafase:- informatie verstrekken- informatie vragen

• slotfase:- vragen naar (on)duidelijkheid- afronden en afsluiten

Page 89: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Doelgerichtheid/effectiviteit is:

7-5

zo te werk gaan, dat je je doelen bereikt

Page 90: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Voordelen methodisch werken:

7-6

• je krijgt dezelfde soort informatie op dezelfde manier

• informatie is vergelijkbaar

• alle cliënten krijgen dezelfde soort gesprekken

• alle cliënten krijgen diensten op dezelfde manier

aangeboden

Page 91: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Gebieden waarop je problemen kunt

signaleren:

7-7

• fysieke en psychische gesteldheid

• de omgeving

• het gedrag

Page 92: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Observatiemethoden bij dienstverlening:

7-8

• intervalobservatie

• contextuele observatie

• protocollaire observatie

Page 93: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Valkuilen bij het observeren:

7-9

• je krijgt wat je verwacht

• eerste indruk

• halo- en horneffect

• falend geheugen

Page 94: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Interventiemethoden:

7-10

• verwijzen

• begeleiden

• belangen behartigen

• praktische dienstverlening

Page 95: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Interventietechnieken:

7-11

• instructies geven

• ondersteunen

• gesprekken voeren

• activiteiten aanbieden

Page 96: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Woonproblemen:

7-12

• woningnood

• problemen met de kwaliteit van de woonruimte

• financiële problemen

Page 97: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Instanties voor arbeidsvoorziening:

7-13

• CWI

• uitzendbureaus

Page 98: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

8-1

8.2 Informatievoorziening

8.3 Zakelijke correspondentie

8.4 Registreren

8.5 Archiveren

8.6 Administratie met de computer

8.7 Tips voor de praktijk

Page 99: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Informatievoorziening is:

8-2

ervoor zorgen dat iedereen in de organisatie alle

kwalitatief goede informatie op het juiste tijdstip krijgt

om het werk goed uit te voeren en zo nodig in de juiste

richting bij te sturen

Page 100: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Kwalitatief goede informatie is:

8-3

• volledig

• niet te gedetailleerd

• betrouwbaar

• duidelijk

• relevant

Page 101: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Wijze van informatievoorziening:

8-4

• welk middel:

- mondeling

- schriftelijk

- computer

• hoeveelheid

Page 102: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Uiterlijke kenmerken van zakelijke brieven:

8-5

• huisstijl

• vaste elementen

• aanhef

• slotformule

Page 103: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Vaste elementen:

8-6

• adressering

• datum

• onderwerp

• uw kenmerk / ons kenmerk (niet verplicht)

Page 104: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Een juiste aanhef:

8-7

• geen voorletters

• geen titels

• voorvoegsels van achternamen met een

hoofdletter

Page 105: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Onderdelen van een brief:

8-8

• inleiding

• middenstuk

• slot

Page 106: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Doelgroepgerichte brieven:

8-9

• kies bewust voor ‘u’ of ‘je’

• leef je in

• pas je taalgebruik op gepaste wijze aan

• houd het kort

Page 107: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Aspecten schriftelijke communicatie:

8-10

• zakelijk aspect: wat zeg ik precies?

• relationele aspect: wat vind ik van de ander?

• expressieve aspect: wat laat ik van mezelf zien?

• appellerende aspect: wat wil ik van de ander?

Page 108: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Argumenten voor registratie:

8-11

• historische waarde

• vervolgmogelijkheden

• controle

• wetten en regels

• bewijs

• geheugen

Page 109: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Registratie:

8-12

strategisch niveau• wie: bestuur en directie• wat: strategisch beleid, meerjarenplannen, fusies

e.d.tactisch niveau• wie: (middle) management• wat: tactisch beleid, jaarplannen, veranderingen

op deelgebiedenoperationeel niveau• wie: werkvloer met direct leidinggevenden• wat: beleidsuitvoering, werkplannen,

activiteitenplannencliëntniveau of deelnemersniveau• wie: behandelaren, dienstverleners, verzorgenden

en verplegenden• wat: NAW-gegevens van cliënten,

achtergrondinfor-matie, informatie van andere behandelaren en instellingen over de cliënt, belangstellingsregistratie, hobby’s, enzovoort

Page 110: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Onderwerpen voor gegevensregistratie:

8-13

• taken/activiteiten• evaluatiegegevens• cliënten• deelnemers/vrijwilligers• bezoekersaantallen• medewerkers• gebruiks- en verbruiksartikelen (voorraden)• correspondentie:

- ingekomen brieven, bv. brief van ontevreden cliënt of

klachtenbrieven van buurtbewoners- uitgaande brieven, bv. antwoord op klachtenbrieven,

antwoord op aanvragen en verzoeken, verzoeken om

informatie• telefoon• financiële gegevens (uitgaven en inkomsten)

Page 111: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Waarom deelnemerslijsten?

8-14

• belangstellingsregistratie

• ontwikkeling van doelgroepgerichte activiteiten

Page 112: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Registreren en bewaren:

8-15

• klachten

• belangrijke functionele mededelingen

Page 113: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Wat registreer je?

8-16

• datum van binnenkomst

• afzender

• aan wie gericht?

• onderwerp

• wie handelt het af?

• controle op de afhandeling

Page 114: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Registratie van telefoontjes:

8-17

• datum en tijdstip van binnenkomst

• van wie?

• onderwerp

• wie handelt het af?

• controle op de afhandeling

Page 115: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Methoden om te registreren:

8-18

• chronologisch

• op onderwerp

• zaaksgewijs

Page 116: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Kenmerken archief:

8-19

• op voorschriften

• systematisch

• toegankelijk

Page 117: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Argumenten voor registratie en archivering:

8-20

• historische waarde

• vervolgmogelijkheden

• controle

• wetten en regels

• bewijs

• geheugen

Page 118: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Belangrijkste onderwerpen van protocollen:

8-21

• bewaartermijn

• vernietiging dan wel overbrenging

• wijze van bewaren

• privacybescherming

Page 119: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Ordeningssystemen:

8-22

• op onderwerp

• chronologisch

• alfabetisch

• numeriek

• zaaksgewijs

Page 120: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Soorten archieven:

8-23

• dynamisch archief

• semistatisch archief

• statisch archief

Page 121: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Hulpmiddelen voor handmatige administratie:

8-24

• kaartenbakken

• ordners

• ringbanden

• hangmappen

• tijdschriftencassettes

Page 122: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Beveiliging is nodig tegen:

8-25

• onbevoegden

• zoekraken

Page 123: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Geautomatiseerd registreren en archiveren:

8-26

• post

• documenten, eigen verslagen en rapporten,

notulen

• e-mail

Page 124: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Beveiliging tegen:

8-27

• onbevoegden

• kwijtraken

• beschadiging

• virussen en dergelijke

Page 125: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

9-1

9.2 Sociale zekerheid9.3 Sociale verzekeringen9.4 Sociale voorzieningen9.5 Wmo9.6 Woonrecht9.7 Consumentenrecht9.8 Vreemdelingenrecht9.9 Arbeidsrecht9.10 Tips voor de praktijk

Page 126: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De sociale zekerheid wordt minder door:

9-2

• maatschappelijke ontwikkelingen

• politieke ontwikkelingen

Page 127: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De sociale zekerheid bestaat uit:

9-3

• sociale verzekeringen

• sociale voorzieningen

Page 128: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Soorten sociale verzekeringen:

9-4

• werknemersverzekeringen

• volkverzekeringen

Page 129: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Werknemersverzekeringen:

9-5

• Ziektewet (ZW)

• Werkloosheidswet (WW)

• Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)

• Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)

Page 130: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

WIA:

9-6

• IVA-uitkering: Inkomensvoorziening Volledig

Arbeidsongeschikten

• WGA-uitkering: Werkhervattingsregeling

Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten

Page 131: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Volksverzekeringen:

9-7

• AOW: Algemene ouderdomswet

• AWBZ: Algemene wet bijzondere ziektekosten

• ANW: Algemene nabestaandenwet

• AKW: Algemene kinderbijslagwet

Page 132: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Belangrijkste sociale voorzieningen:

9-8

• Wet werk en bijstand (WWB)

• Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

jonggehandicapten (Wajong)

Page 133: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Onder de Wmo vallen onder andere:

9-9

• maatschappelijke opvang

• ondersteuning in het dagelijks leven van

zieken, gehandicapten en ouderen

• verslavingsbeleid

• bestrijding van huiselijk geweld

Page 134: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Belangrijke punten bij de huurovereenkomst:

9-10

• huurbescherming

• huuropzegging

Page 135: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Huurbescherming:

9-11

• niet voor hospita-kamerbewoners in de eerste

negen maanden

• wel bij verkoop van de woning

• niet voor huurders van bijzondere woningen

Page 136: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De huurovereenkomst bevat:

9-12

• naam en adres van de huurder en van de verhuurder

• datum en ingang van de huurovereenkomst• het adres en een omschrijving van het gehuurde

pand (woonoppervlak, hoeveel kamers, tuin enzovoort) en de bestemming (= woning, winkelpand, opslagruimte etc.) van de woning

• kale huur plus servicekosten, hoogte van de borgsom

• manier en tijdstip waarop de huur betaald moet worden

• afspraken over onderhoudsverplichting van huurder en verhuurder op basis van de wet

• datum van de jaarlijkse huurverhoging• huisregels• handtekening van huurder en verhuurder

Page 137: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De verhuurder kan de huur opzeggen:

9-13

• als de huurder de huur niet betaalt

• als de huurder overlast veroorzaakt

• voor dringend eigen gebruik

• aan het eind van een tijdelijke huurperiode

• als de huurder een redelijk aanbod voor een

nieuwe huurovereenkomst weigert

Page 138: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Consumenten zijn:

9-14

• personen

• die goederen en diensten

• consumeren

• die geproduceerd worden in de economie

Page 139: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Belangrijke begrippen in het

consumentenrecht:

9-15

• koopovereenkomst

• recht op reparatie of vervanging

• juridische overeenkomst

Page 140: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Het vreemdelingenrecht regelt:

9-16

• de toelating van vreemdelingen

• het uitzetten van vreemdelingen

• het toezicht op vreemdelingen die in Nederland

verblijven

• het bewaken van de grenzen

Page 141: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Het arbeidsrecht:

9-17

regelt de verhouding tussen werkgever en

werknemer

Page 142: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Soorten arbeidsovereenkomsten:

9-18

• overeenkomst voor bepaalde tijd

• overeenkomst voor onbepaalde tijd

• nulurencontract

• via een uitzendbureau

Page 143: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Manieren om een arbeidsovereenkomst te

beëindigen:

9-19

• met wederzijds goedvinden

• door ontslag op staande voet

• via de kantonrechter

• door eenzijdige opzegging

Page 144: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

10-1

10.2 Een kasboek bijhouden

10.3 Begroten en budgetteren

10.4 Inkomensondersteuning

10.5 Schuldhulpverlening

10.6 Methoden voor schuldhulpverlening

10.7 Tips voor de praktijk

Page 145: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

In een kasboek schrijf je op:

10-2

• je inkomsten

• je uitgaven

• wat je overhoudt of tekortkomt

Page 146: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Een begroting:

10-3

een schatting van de verwachte kosten

Page 147: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Een budget:

10-4

een vast bedrag dat je voor iets gereserveerd

hebt

Page 148: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Voorwaarden voor een bijstandsuitkering:

10-5

de cliënt:

• is 18 jaar of ouder

• is Nederlander

• woont of verblijft in Nederland

• is niet gedetineerd

• is niet vermogend

Page 149: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Cliënten met een bijstandsuitkering zijn

verplicht:

10-6

• zich desgevraagd te legitimeren

• álle wijzigingen in hun situatie te melden bij de

gemeente

• intensief te zoeken naar betaald werk

• zich correct te gedragen tegenover

medewerkers van de gemeente

• zich te houden aan de budgetteringsplicht, als

de gemeente die oplegt

Page 150: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Toeslagen:

10-7

• langdurigheidstoeslag

• bijzondere bijstand

• reserveringstoeslag

Page 151: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Bijzondere bijstand:

10-8

• eenmalige bijstand

• periodieke bijstand

Page 152: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De reserveringstoeslag is bedoeld voor

reparatie, vervanging of aanschaf van:

10-9

• fietsen

• woningstoffering en -meubilering

• duurzame gebruiksgoederen, zoals een

koelkast, wasmachine, matras

• huishoudelijke elektrische apparaten

Page 153: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Oorzaken van schulden:

10-10

• koopkrachtdaling

• ondersubsidiëring

• overbesteding en compensatie

Page 154: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Overbesteding en compensatie:

10-11

• overbesteding:

- voldoende inkomen

- hogere uitgaven dan inkomsten

• compensatie:

- onvoldoende inkomen

- ontkenning van de eigen financiële situatie

- dure uitgaven om niet onder te doen voor

anderen

Page 155: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Vormen van schuldhulpverlening:

10-12

• budgetadvies

• budgetbegeleiding

• budgetbeheer

• schuldsanering

• schuldbemiddeling

Page 156: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Schuldsanering:

10-13

• zonder afkoop: cliënt lost zelf de hele schuld af

• met afkoop: cliënt lost een gedeelte af, rest

wordt kwijtgescholden

Page 157: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Schuldeisers:

10-14

• preferente schuldeisers

• concurrente schuldeisers

Page 158: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

11-1

11.2 Belangen behartigen, wanneer en waarom?

11.3 Pleiten

11.4 Bemiddelen

11.5 Signaleren en onderzoeken

11.6 Ethische kwesties

11.7 Tips voor de praktijk

Page 159: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Belangen behartigen is:

11-2

• in ernstige kwesties

• opkomen voor je cliënt

• die dat niet voor zichzelf kan

Page 160: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Succesfactoren:

11-3

• kennis van de sociale kaart en andere

hulpverleners

• een weinig voorkomend probleem

Page 161: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De zes W’s:

11-4

• wie?

• wat?

• waar?

• wanneer?

• waarom?

• op welke manier?

Page 162: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Opzetten en onderhouden van een netwerk:

11-5

• bezoek aan andere instellingen

• meedoen in overleggroepen met andere

instellingen

• cliënten begeleiden naar andere instellingen

• collega’s raadplegen

• activiteiten ontwikkelen

Page 163: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Voorbereiding pleiten:

11-6

• informatie verzamelen

• argumentatie opzetten

• de situatie en het probleem van je cliënt helder

maken

• een beroep doen op de instelling (emotioneel én

verstandelijk)

Page 164: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Opbouw van het gesprek:

11-7

• aanloopfase

• planningfase

• themafase

• slotfase

Page 165: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

In de themafase:

11-8

• luister je actief• breng je begrip op voor de ander• gebruik argumenten voor wat je wilt• weerleg tegenargumenten van de ander• blijf je vriendelijk en beleefd• houd je de relatie goed• ben je zo eerlijk mogelijk• zoek je naar gemeenschappelijke belangen• probeer je tot een oplossing te komen

Page 166: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Als bemiddelaar:

11-9

• zoek je naar een oplossing

• die voor beide partijen aanvaardbaar is

Page 167: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Streefpunt en een weerstandspunt:

11-10

• streefpunt: het maximaal haalbare resultaat

• weerstandspunt: het minimum dat een partij

nog haalbaar vindt

Page 168: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Voorwaarden voor bemiddeling:

11-11

• beide partijen moeten vertrouwen hebben in de

bemiddelaar

• de machtsverschillen tussen beide partijen zijn

niet erg groot

• de cliënt kan en wil verantwoordelijkheid dragen

voor het eigen gedrag

• politie en justitie zijn niet bij het conflict

betrokken

Page 169: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Signaleren is:

11-12

• een tekort opmerken in wet- en regelgeving of

in voorzieningen

• waardoor cliënten niet optimaal kunnen

functioneren

Page 170: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Bij problemen bij je cliënten moet je:

11-13

• signaleren

• registreren

• analyseren

• actie of geen actie ondernemen

• controleren

• evalueren

Page 171: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Gegevens op het signaleringsformulier:

11-14

• je eigen naam en functie

• de naam en het adres van de organisatie waar je werkt

• het probleem dat je gesignaleerd hebt in één of twee zinnen

• de doelgroep bij wie het probleem zich voordoet

• de oorzaak van het probleem

• een toelichting

Page 172: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Probleemanalyse:

11-15

• wat is het probleem?

• wie heeft het probleem?

• moet het probleem opgelost worden?

• hoe ziet het probleem eruit?

• kan het probleem opgelost worden?

• hoe moet het probleem opgelost worden?

• wie moet het probleem oplossen?

Page 173: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Valkuilen:

11-16

• loyaliteit aan de eigen organisatie

• loyaliteit aan cliënten

• het probleem van de ander tot je eigen

probleem maken

Page 174: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Bij ethische dilemma’s kun je:

11-17

• praten met je cliënt

• praten met collega’s

Page 175: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Algemeen voorkomende ethische kwesties:

11-18

• privacy

• geld en goederen

• strafbare handelingen

Page 176: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

12-1

12.2 Informatie, voorlichting en advies12.3 Voorlichting, wanneer en waarom?12.4 Vormen en doelen van voorlichting 12.5 Persoonlijke voorlichting12.6 Voorbereiding van een voorlichtingsgesprek12.7 Praktijkvoorbeelden12.8 Adviseren van cliënten 12.9 Adviesgesprekken12.10 Fasen in het adviesgesprek12.11 Tips voor de praktijk

Page 177: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Informatie, voorlichting en advies:

12-2

• informatie: losse en feitelijke gegevens die je

met elkaar combineert

• voorlichting: gegevens geordend tot een

gestructureerd en neutraal verhaal over één

onderwerp

• advies: voorlichting, gericht op een persoonlijke

vraag en situatie, vaak subjectief

Page 178: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Wanneer voorlichting?

12-3

• op verzoek van de cliënt

• op eigen initiatief

• op initiatief van de organisatie

Page 179: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Waarom voorlichting?

12-4

• de cliënt mist het overzicht

• de cliënt mist kennis

Page 180: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Belang van voorlichting:

12-5

• de cliënt kan zelfstandig en

• weloverwogen

• een keuze maken uit het aanbod

Page 181: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Mogelijke vormen van voorlichting:

12-6

• informatieve voorlichting

• educatieve voorlichting

• preventieve voorlichting

• vormende voorlichting

• persuasieve voorlichting

Page 182: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Persoonlijke voorlichting:

12-7

• gericht op individuen of

• gericht op een klein groepje waarvan de leden

iets gemeenschappelijks hebben

• meestal mondeling

Page 183: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Een voorlichtingsgesprek voorbereiden:

12-8

• beginsituatie onderzoeken

• doelen formuleren

• voorlichtingsmethode kiezen

Page 184: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Drie communicatiedoelen:

12-9

• kennisdoel; informatie en kennis overdragen

• houdingsdoel; de attitude (houding) beïnvloeden

• gedragsdoel; het gedrag veranderen

Page 185: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Advies geven of vragen, als:

12-10

• het om ingewikkelde informatie gaat

• de gevolgen van een besluit erg zwaar wegen

• de persoon in kwestie moeilijk een besluit kan

nemen

Page 186: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Resultaat van het adviesgesprek:

12-11

• het is duidelijk wat het probleem is

• de cliënt heeft het gevoel dat de smd’er het

probleem begrijpt

• de cliënt heeft een advies gekregen waarmee

hij het probleem kan oplossen

Page 187: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Redenen voor advies:

12-12

• de cliënt mist de juiste kennis om het probleem

te kunnen oplossen

• de cliënt heeft emotionele weerstand tegen

(zelfbedachte) oplossingen

• de cliënt kan het probleem niet analyseren

Page 188: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Twee structuren voor het adviesgesprek:

12-13

• diagnose-receptmodel

• participatiemodel

Page 189: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Fasen van het adviesgesprek:

12-14

• de aanloopfase

• de planningsfase

• de themafase

• de slotfase

Page 190: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

13-1

13.2 Massamediale voorlichting

13.3 Publieksvoorlichting

13.4 Vaststellen van de voorlichtingsbehoefte

13.5 Bestaand informatiemateriaal omzetten in

voorlichting

13.6 Passende distributiekanalen benutten

13.7 Voorlichting geven aan een cliëntgroep

13.8 Hanteren van (technische) hulpmiddelen

13.9 Tips voor de praktijk

Page 191: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Aandachtspunten bij gebruik van

massamedia:

13-2

• is het tijdstip van uitzending of plaatsing van

het bericht goed?

• is het middel goed gekozen?

• bij tv en radio: is de zender goed gekozen?

Page 192: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Directe en indirecte voorlichting:

13-3

• directe voorlichting: er is direct contact tussen

voorlichter en publiek

• indirecte voorlichting: er bevinden zich een of

meer schakels tussen voorlichter en publiek

Page 193: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Publieksvoorlichting:

13-4

• taak van bijvoorbeeld de overheid

• vaak via massamediale middelen

• ook via informatiebalies

• of via mondelinge presentaties

Page 194: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Actieve en passieve voorlichting:

13-5

• actieve voorlichting:

- het publiek moet iets weten

- de voorlichter is actief

• passieve voorlichting:

- burgers willen iets weten

- de voorlichter is passief

Page 195: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Twee basisgroepen:

13-6

• groepen die je van dichtbij kent

• groepen die onbekend zijn voor je

Page 196: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Vragen voor de doelgroepanalyse:

13-7

• welke kennis heeft deze groep nodig?

• welke kennis heeft ze al over dit onderwerp?

• wat wil ik dat de doelgroep met de kennis doet?

• wat moet de doelgroep kunnen na de voorlichting?

• wat moet de doelgroep doen na de voorlichting?

Page 197: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Van onduidelijke naar duidelijke teksten:

13-8

• begrijpen wat er staat

• de tekst herformuleren zonder moeilijke

woorden of zinswendingen

Page 198: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Herformuleren:

13-9

• maak lange zinnen korter

• vervang moeilijke woorden en vaktaal door

eenvoudige woorden

• orden de tekst

• breng alinea’s aan

• maak gebruik van kopjes

Page 199: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Distributiekanalen:

13-10

• folders en brochures

• massamedia

• voordracht

• beurzen en tentoonstellingen

• andere distributiekanalen

Page 200: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Voorwaarden voor informatie geven op een

beurs:

13-11

• zorg voor duidelijke en heldere informatie

• zorg ervoor dat de organisatie waarvoor je

werkt, zich duidelijk kan profileren

• ga alleen naar beurzen en tentoonstellingen als

je zeker weet dat daar veel mensen uit jouw

doelgroep komen

• andere vormen van voorlichting

Page 201: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Niet-technische hulpmiddelen bij presentaties:

13-12

• schoolbord of whiteboard

• flip-over

Page 202: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Technische hulpmiddelen bij presentaties:

13-13

• overheadprojector

• beamer

• dvd

Page 203: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Wat staat er op de hand-out?

13-14

• spreekschema

• achtergrondinformatie

• toelichting op één of enkele onderdelen

• grafieken, diagrammen of tabellen

Page 204: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

14-1

14.2 Vakkennis en vaardigheden bijhouden

14.3 Supervisie

14.4 Intercollegiale toetsing

14.5 Intervisie

14.6 Tips voor de praktijk

Page 205: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Supervisie is:

14-2

• onder begeleiding van een supervisor

• door reflectie leren

• jezelf te verbeteren

• op een van tevoren bepaald gebied

Page 206: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Intercollegiale toetsing:

14-3

1 onderwerp kiezen

2 analyse van de huidige situatie

3 doel vaststellen

4 gewenste situatie

5 de praktijk

6 vastlegging

Page 207: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Voorwaarden voor intervisie:

14-4

• het probleem dat het groepslid inbrengt, is werkelijk een probleem voor dit groepslid

• de collega’s in de groep schenken al hun aandacht aan het probleem en aan het groepslid, zonder te oordelen

• de groepsleden komen niet met pasklare oplossingen aan

• er is onderling vertrouwen en de groepsleden gaan integer met informatie om

Page 208: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Intervisie in acht stappen:

14-5

1 inbreng van het probleem2 open vragen uit de groep voor

probleemverheldering; de vragen worden opgeschreven

3 aangeven of de vragen wel of niet te maken hebben met het dilemma

4 opnieuw open vragen uit de groep, de probleemhebber beantwoordt ze direct, zonder discussie

5 ieder groepslid beschrijft het probleem/dilemma6 de probleemhebber geeft aan in hoeverre de

dilemma’s goed geformuleerd zijn en formuleert nu zelf het dilemma

7 discussie over de oorzaak van dit dilemma8 groepsleden coachen de probleemhebber, zodat

die een eigen oplossing kan formuleren

Page 209: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

15-1

15.2 Wat is kwaliteit?

15.3 Kwaliteitssystemen

15.4 Instructies en procedures opvolgen

15.5 Ergonomisch werken

15.6 Tips voor de praktijk

Page 210: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Kwaliteit is:

15-2

• een relatief begrip

• een beleving

Page 211: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Kwaliteitszorg:

15-3

• betreft alle activiteiten

• gericht op verbetering

• van de dienstverlening

Page 212: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Aspecten van een kwaliteitssysteem:

15-4

• kwaliteitseisen

• kwaliteitsinstrumenten

• kwaliteitscontrole

• kwaliteitsborging

Page 213: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Een kwaliteitsinstrument:

15-5

• is een middel

• om te voldoen

• aan de kwaliteitseisen

Page 214: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Kwaliteitsborging:

15-6

een garantie dat aan de kwaliteitseisen voldaan

wordt

Page 215: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Ergonomische voorschriften:

15-7

waarom?

• lichamelijke klachten voorkomen

• psychische klachten voorkomen

waarvoor?

• goed meubilair

• goed werkmateriaal

Page 216: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

16-1

16.2 Plannen

16.3 Organiseren

16.4 Vergaderen en overleggen

16.5 Een overleg organiseren

16.6 Samenwerken en afstemmen met collega’s

16.7 Tips voor de praktijk

Page 217: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Verschil tussen beleidsplan en werkplan:

16-2

• beleidsplan: geeft aan wat de algemene doelen

van de organisatie zijn

• werkplan: geeft aan langs welke weg de

organisatie deze doelen wil bereiken

Page 218: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Conceptwerkplan opstellen:

16-3

1 bepaal de periode: macro, meso of micro

2 bepaal een tijdpad

3 verdeel de taken

4 bepaal de mate van gedetailleerdheid

5 verzamel informatie

6 zoek afstemming

7 vraag akkoord

Page 219: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Plannen:

16-4

1 stappenplan maken

2 draaiboek maken

3 checklist maken

Page 220: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Een vergadering heeft:

16-5

• een agenda

• een voorzitter

• deelnemers

• een notulist

Page 221: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

BOB-fasen:

16-6

• beeldvorming

• oordeelsvorming

• besluitname en besluituitvoering

Page 222: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Besluitvormingsregels:

16-7

• meerderheid

• consensus

• unanimiteit

• delegatie

• veto

Page 223: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Organiseren incidenteel overleg:

16-8

• hoe benader ik medewerkers van andere

instellingen?

• welke teamleden moeten deelnemen aan het

overleg?

• is een eenmalig overleg voldoende of zijn er meer

overlegrondes nodig?

• heb ik deskundigen nodig?

• welke status heeft het overleg?

• wat zijn de randvoorwaarden?

Page 224: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Voorwaarden voor samenwerking:

16-9

• er is een gezamenlijk doel

• iedereen is voldoende deskundig om zijn taak

uit te voeren

• de verhoudingen zijn duidelijk

• iedereen is gemotiveerd

Page 225: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Bijeenkomst voor een samenwerkingsplan:

16-10

• uiteenzetting van het samenwerkingsplan

• keuze van geschikte doelen uit het plan

• inventarisatie van de werkzaamheden

• verdeling van de taken

• vastleggen van afspraken

Page 226: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

De inhoud van dit thema:

17-1

17.2 Evaluatie van de dienstverlening

17.3 Het evaluatiegesprek

17.4 Bereikte resultaten

17.5 Metacommunicatie

17.6 Het evaluatierapport

17.7 Tips voor de praktijk

Page 227: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Je evalueert de dienstverlening op basis van:

17-2

• het dienstverleningsplan

• concrete doelen

• bereikte doelen en niet-bereikte doelen

• de manier waarop de doelen bereikt zijn

Page 228: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Doelen evaluatiegesprek:

17-3

• kennisdoel: je weet wat bereikt is en wat nog niet

• houdingsdoel: cliënt is gemotiveerd nieuwe doelen te

halen

• gedragsdoel: cliënt doet zijn best doelen te halen

Page 229: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Structuur evaluatiegesprek:

17-4

• aanloopfase

• planningfase

• themafase

• slotfase

Page 230: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Jouw houding in het evaluatiegesprek:

17-5

• je houdt rekening met het niveau van je cliënt

• je geeft je cliënt ruimte om te spuien

• je staat open voor ideeën van de cliënt

Page 231: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Twee soorten evaluatie:

17-6

• productevaluatie: het resultaat

• procesevaluatie: de manier waarop het

resultaat bereikt is

Page 232: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Resultaten evaluatie:

17-7

• doelen zijn gehaald, de dienstverlening wordt

beëindigd

• doelen zijn gedeeltelijk gehaald, er is meer tijd

nodig voor de resterende doelen

• doelen zijn niet gehaald en worden bijgesteld

• doelen zijn niet gehaald, de dienstverlening

wordt beëindigd

Page 233: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Een evaluatiegesprek bevat

metacommunicatie:

17-8

• op inhoudsniveau

• op betrekkingsniveau

Page 234: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Soorten evaluatierapporten:

17-9

• evaluatierapporten met een extern doel

• evaluatierapporten met een intern doel

Page 235: De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Doelgroepen en organisaties 1.3 Behoeften van de cliënt 1.4 In de praktijk.

Een evaluatierapport:

17-10

• maakt onderscheid tussen meningen en feiten

• is concreet en duidelijk

• houdt rekening met de doelgroep

• bevat alleen relevante gegevens