De Cultuur Loper magazine
-
Upload
kunstbalie -
Category
Documents
-
view
232 -
download
3
description
Transcript of De Cultuur Loper magazine
Magazine over de voortgang van
Cultuureducatiemet Kwaliteitin Noord-Brabant
oktober 2015
Denk na over cultuuronderwijsStructurele cultuureducatie: OCW en FCP over “pareltjes aan
een rijgen tot een mooie ketting”. Een interview met Maaike
KramerSegers en Jan Jaap Knol.
Brabantse co-creatieNiet iets nieuws, maar samenwerken en benutten wat er al is.
Petra Levert van Kunstbalie en Ninke van der Heijden van Erf
goed Brabant over het waarom en hoe van De Cultuur Loper.
8 stappenDe Cultuur Loper: coaching, scholing en een online instrument.
Clara Linders en Monique Koolen van Kunstbalie bespreken de
8 trajectstappen waarmee scholen hun cultuureducatie tot bloei
kunnen brengen.
De gedeputeerde is tekstvastHenri Swinkels is de nieuwe gedeputeerde Leefbaarheid en
Cultuur van de provincie NoordBrabant. Een interview over
het belang van cultuureducatie en de rol van de provincie.
En verder...
6 Leerlingen in beeld
11 Column Brecht Demeulenaere
16 Leerkracht aan het werk
18 Zo staan we ervoor!
22 Passende leerlingvolgmethode
23 Naar hogere orde denken
24 Makers aan het woord
26 De Cultuur Loper en De Culturele Ladekast
28 Gemeenten met ambitie
30 Met de culturele omgeving
31 Ook buiten Brabant
32 Lessen over erfgoed
34 Cultuureducatie in de toekomst
35 Tot slot
Inhoud4
8
12
20
Bij de laatste Olympische Spelen haalde NoordBrabant 14 medailles.
Omroep Brabant schreef trots: “Spanje, Brazilië, Argentinië, België,
Denemarken, ZuidAfrika, India, Portugal en Mexico kunnen niet aan ons
tippen. Doen we toch niet verkeerd!”
Op meerdere punten doen Brabanders het beter. Zo werd Eindhoven een
aantal jaar geleden uitgeroepen tot de slimste regio ter wereld.
Hoe komt het toch dat Brabant het zo goed doet? Er zijn veel verklarin gen
voor te geven. Een ervan is de sterke structuur van (amateur)verenigingen
die de moderne tijd heeft overleefd.
Zo bekeken is Brabant ook in cultureel opzicht interessant. Niet alleen
wemelt het er van de amateurtoneelverenigingen, van musea en theaters,
ook op school is er structurele aandacht voor kunst en cultuureducatie.
Dat de provincie behoort tot de top drie van de beste scholen in Neder
land heeft daar volgens mij eveneens mee te maken: Kunst en cultuur
educatie zijn van groot belang voor het vormen van creatieve, zelfstandige
geesten.
Hoewel ik niet in Brabant op school zat, maar in NoordHolland (2de op
de lijst met Olympische medailles) heb ik ook daar ervaren wat cultuur
educatie voor jongeren kan betekenen. Bij het schooltoneel bloeide
menig scholier op, of ze nu op het toneel stonden, in het koor zaten of de
theatertechniek voor hun rekening namen. Het maken van een gemeen
schappelijke theaterproductie was voor veel leerlingen een herinnering
waarover ze nog steeds vertellen op schoolreünies. Voor velen was het –
wat ze daarna ook zijn gaan doen – een belangrijk keerpunt in hun jeugd.
Ze schudden hun schroom af.
Zelf heb ik die ervaring ook. Toen ik, aangemoedigd door een docent,
mee deed aan een tvschrijfwedstrijd ( ‘Mijn Idee’ van de NCRV) en mijn
verhaal verfilmd werd, keek ik als 12jarige jongen trots uit over de set en
realiseerde me voor het eerst dat dromen daadwerkelijk uit kunnen komen.
Het is precies die gedachte, ‘van droom naar daad’, die Brabant zijn
ongekende kracht geeft, of het nu om technologische innovatie gaat, om
sport of de kunsten. Een creatieve atmosfeer, met structurele aandacht
voor het ontplooien van talenten, is daarvoor onontbeerlijk.
Boris van der Ham
De beste van de wereld
voorwoord 3
Hoe geef ik cultuur-onderwijs? Op die vraag moeten scholen met een doordacht antwoord komen, stelt OCW. De regeling Cultuureducatie met Kwaliteit helpt hen daarbij, in elk geval tot en met 2020.
Onlangs ging Maaike Kramer
Segers, clusterleider Cultuur
educatie en participatie van het
ministerie Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap (OCW), op
school bezoek. “Ze vroegen me:
‘Waarom wil je eigenlijk komen?,
want wij doen niets aan cultuur
educatie’. Tijdens mijn bezoek
zag ik een papier hangen met
daarop de ambities van de
school, waaronder maandelijks
elke klas een nieuw liedje aan
leren. Dat zagen ze zelf niet als
cultuureducatie.”
Jan Jaap Knol, directeur van het
Fonds voor Cultuurparticipatie,
de uitvoeringsinstantie van de
CmKregeling, herkent het hele
maal. “Het begrip cultuur educatie
heeft voor veel scholen een
zware betekenis. Breng het terug
} te
kst B
ea R
os }
fot
o G
erar
d-Ja
n V
lekk
e
tot de basis, dat het bijvoorbeeld een gewoonte is om samen te zingen of
om verhalen over de omgeving te vertellen.”
Parelketting
We zitten op de zevende verdieping van de Haagse Hoftoren, het
OCWgebouw waar de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit zo’n drie
jaar geleden werd geboren. Leverden voorgaande stimuleringsregelingen
weliswaar mooie projecten op, van structureel cultuuronderwijs op basis
scholen was nog geen sprake. Dat moest anders. “De hoofdgedachte
van CmK is: we willen verder gaan dan losse kunstzinnige activiteiten,
je moet de pareltjes aaneenrijgen tot een mooie ketting”, zegt Knol. De
school is nu aan zet, vertelt KramerSegers: “Scholen moeten cultuur
educatie inbedden in hun curriculum. Een doorlopende leerlijn is voor
ons cruciaal, niet alleen bij taal en rekenen, maar ook bij cultuureducatie.”
Eigen keuzes
Om scholen daarbij te helpen heeft de Stichting Leerplanontwikke ling
(SLO) in opdracht van OCW een landelijk leerplankader voor kunst
zinnige oriëntatie ontwikkeld. Daarin staat wat kinderen van 4 tot 12 jaar
moeten kennen en kunnen, en welke activiteiten daarbij passen. Het is
Denk naover cultuuronderwijs
Wim van de DonkCommissaris van de Koning van de provincie Noord-Brabant
Kunst, cultuur: voor mij bieden ze zowel troost, het
vermogen van het leven te genieten en een perma-
nente impuls om dingen ook anders te willen zien.
Zoals Ernst Bloch het mooi verwoordde, is de muziek
daarbij een bijzondere muze. Die heeft de omweg
van het hoofd niet nodig om mij rechtstreeks in het
hart te raken. Er is zoveel moois. Nocturnes van
Chopin, het Miserere van Allegri, maar ook het werk
van Marc Mulders. Zijn prachtige raam in de Sint-Jan
bijvoorbeeld, ontroert en boeit tegelijkertijd.
4 interview
nadrukke lijk een kader: de school bepaalt zelf de concrete invulling, bij
voorkeur samen met de culturele omgeving. “Scholen zijn autonoom, dus
wij schrijven niet voor wat ze moeten doen”, verklaart KramerSegers. “Maar
ze moeten wel nadenken over de vraag: hoe geef ik cultuuronderwijs?”
Beiden vinden De Cultuur Loper in Brabant een goede invulling van de
CmKregeling. “De Cultuur Loper brengt het gesprek binnen scholen op
gang en helpt hen eigen keuzes te maken”, zegt KramerSegers. Knol
noemt De Cultuur Loper heel helder. “En wat ik echt sterk vind, is dat
het al in 27 deelnemende gemeenten is ingezet.” KramerSegers vult
aan: “De Cultuur Loper gaat uit van culturele competenties en dat is een
goede vertaling van het leerplankader.”
Zelfbewustzijn
De CmKregeling past binnen het algemene onderwijsbeleid. “Vergele
ken met een paar jaar geleden ligt er steeds meer focus op een brede
vorming van kinderen”, licht KramerSegers toe. “Het draait niet langer
alleen om cognitieve zaken, maar ook om bijvoorbeeld burgerschap en
kinderen culturele competenties bijbrengen.” Knol: “Denken in compe
tenties gaat verder dan vaardigheden als zuiver zingen of in perspectief
leren tekenen, het gaat ook om cultureel bewustzijn en kritisch kijken
naar de wereld om je heen. Dat zal alleen maar aan belang winnen, dus
is het des te belangrijker dat scholen goed toegerust zijn.”
Zo ver is het nu nog niet. “Een echt grote slag die we nog moeten maken,
is dat leerkrachten zich voldoende vaardig weten”, zegt Knol. Een ander
streven is zorgen dat alle scholen – en niet alleen de enthousiastelingen
– werk maken van cultuuronderwijs. Knol is daarom blij dat de onderwijs
inspectie binnenkort onderzoek gaat doen naar de staat van cultuur
educatie. “Dat is een begin, maar ik verwacht dat cultuureducatie vaker
onderwerp van gesprek zal worden tijdens inspectiebezoeken.”
Eigenaarschap
Ruim een derde, ofwel 2.500 van
de 7.000 basisscholen, doet mee
aan de CmKregeling. Uit de tus
sentijdse evaluatie in april 2015
kwam naar voren dat er onder
scholen nog te weinig eigenaar
schap is. “Daar is nog veel te
winnen”, zegt Knol. “In Brabant
gaat het, mede door De Cultuur
Loper, al heel goed; daar is de
vraag van de school echt leidend.
Maar er zijn ook plekken die nog
niet zo ver zijn.”
De overheid zet daarom de
komende jaren haar stimulerings
beleid voort. De CmKregeling
wordt met vier jaar verlengd tot
en met 2020. Bovendien komt er
met de Muziekimpuls een extra
injectie van 25 miljoen euro.
KramerSegers kan mensen ge
ruststellen die zich zorgen maken
dat cultuureducatie voortaan
louter muziekonderwijs zal zijn:
“Andere aspecten van cultuur tel
len even goed. De Muziekimpuls
volgt de lijn van CmK. Het gaat
ook hier om de vraag: waar wil jij
als school op inzetten?” |
2
1
3
Kunst en cultuur stimuleren onder meer de verbeelding, het onderzoeken, het inter-preteren en waarderen. Cultuuronderwijs in primair en voortgezet onderwijs laat kinderennadenken over wie ze zijn en hoe zij in de wereld staan. Met veel enthousiasme en plezier ontwikkelen de leerlingen van De Cultuur Loper-scholen hun creërend,onderzoekend en reflecterend vermogen.
In beeld!
} te
kst R
oy v
an W
ever
wijk
4
7
6
8
5
In beeld!
1. Leerlingen aan de slag met lichtschrijven, een
workshop gegeven door Anoek Beumer (VO)
2. Een resultaat van een leerling die meedeed aan
het project Moooi! (PO)
3. Onderzoekende schilderles (VO)
4. Leerlingen aan de slag met een muurschildering
op de Algemene School Oost in Bergen op Zoom
(PO)
5. Leerlingen onderzoeken de uitdrukking van de
emotie ‘boos’ (PO)
6. Leerlingen onderzoeken de uitdrukking van de
emotie ‘blij’ (PO)
7. Aan de slag met kinetische kunst, een workshop
gegeven door IWAZ (PO)
8. Het kleien van een buste (VO)
in de praktijk 7
Toen in 2012 het landelijke
programma Cultuureducatie met
Kwaliteit (CmK) aangekondigd
werd, besloten twee provincia
le instellingen met onder meer
cultuureducatie in het taken
pakket de handen ineen te slaan.
“Kunstbalie mag dan kunst de
scholen binnenbrengen en wij
erfgoed, uiteindelijk hebben we
hetzelfde doel”, vertelt Ninke van
der Heijden, projectleider vanuit
Erfgoed Brabant. Dat doel is bij
leerlingen culturele competenties
te ontwikkelen. Dat vraagt om
goede cultuureducatie en dat
weer om deskundige ondersteu
ning van scholen en leerkrachten.
Vanuit die gedachte werd De
Cultuur Loper geboren.
Samenhang
Bij het nadenken over een Bra
bantse invulling voor CmK was één
ding meteen helder: we beginnen
niet bij nul. Petra Levert, hoofd
Kunsteducatie bij Kunstbalie, licht
toe: “Er gebeurt al zoveel, laten
we daar eerst eens goed naar
kijken.”
Brabant signaleerde dat er inder
daad veel gebeurt, maar dat sa
menhang en doorlopende lijnen
ontbraken. Dat is ook landelijk
het beeld, en uit de verkenning
die minister Bussemaker in 2014
} te
kst B
ea R
os }
fot
o’s B
en N
ienh
uis
Brabantse co-creatieNiet weer iets nieuws, maar samenwerken en benutten wat er al is. Dat is de Brabantse aanpak voor Cultuur-educatie met Kwaliteit, met co-creatie en bewustwording als sleutelwoorden.
liet uitvoeren, kwam dan ook de
roep dat cultuureducatie een
integraal onderdeel moet worden
van het curriculum. In Brabant
merkten Kunstbalie en Erfgoed
Brabant bovendien dat mensen
zich onvoldoende bewust zijn van
waar ze precies mee bezig zijn.
“Wij hebben daarom ingezet op
samenhang, opbouw en bewust
wording”, vertelt Levert. “Alle drie
zien we als belangrijke voorwaar
den voor goede en duurzame
cultuureducatie. Daarbij wilden
we niet de zoveelste doorlopende
leerlijn ontwikkelen, maar juist
aandacht besteden aan het tra
ject dat daaraan voorafgaat.”
De Cultuur Loper is een vier
jarig programma dat bestaat uit
coaching, scholing en een online
instrument dat scholen helpt be
wuste keuzes te maken voor hun
cultuureducatie. Centrale vraag
is wat je als school de leerlingen
in 8 jaar tijd wil meegeven en
hoe je daar via ontwikkeling van
culturele competenties aan kunt
werken (zie ook het artikel op
pag. 12 t/m 15).
Het concept van De Cultuur
Loper is al doende gegroeid. “Het
was alsof we een pad aanlegden
met een stapel tegels onder de
arm en telkens een nieuwe tegel
voor onze voeten legden”, vertelt
Van der Heijden. Iedereen moest
daarbij wennen aan een nieuwe
rol. “Onze medewerkers moesten
bijvoorbeeld leren coachen,
scholen moesten leren geen ant
woorden te krijgen, maar die zelf
te bedenken”, aldus Levert.
Matching
Naast bewustwording is cocre atie
een sleutelwoord in de Brabantse
aanpak. Om cultuur educatie met
kwaliteit te verwezenlijken moe
ten alle partijen samenwerken.
De provincie faciliteert Erfgoed
Brabant en Kunstbalie om het
project De Cultuur Loper te leiden
en de lijntjes bij elkaar te houden.
Ook de inbreng van gemeenten
is belangrijk. “Wij hebben bewust
gezocht naar matching met ge
meenten om lokaal verantwoor
delijkheid en commitment te
krijgen”, verklaart Levert. Boven
dien konden ze zo de bestaande
lokale infrastructuur benutten en
versterken. Scholen werken vaak
al samen met lokale intermediairs
(voorheen marktplaatshouder), dus
daar kon op worden voortgebouwd.
Na voorlichtingsbijeenkomsten
in 2012 voor alle 65 Brabantse
gemeenten (minus de B5) is met
27 gemeenten een participatie
overeenkomst gesloten. Van der
Heijden noemt de voorwaar
den om mee te doen: “Dat de
gemeente een vast bedrag per
inwoner investeert, dat er een
lokale intermediair is en dat er
scholen zijn die willen deelnemen.”
Soms wilden scholen wel, maar
de gemeente niet of omgekeerd.
In deze 27 gemeenten wilde
iedereen meedoen. “Grappig is
dat elke partij, op de vraag bij
de eerste tussentijdse evaluatie
meting naar wie initiatiefnemer
was, zichzelf noemde. Ofwel:
iedereen voelt zich eigenaar van
het project en dat is goed.”
Ook met scholen maakten ze
duidelijke afspraken. “Het is de
eerste keer in mijn carrière dat
ik scholen heb geadviseerd niet
deel te nemen”, vertelt Levert.
“Een school moet echt ambities
hebben en tijd willen investeren
om dingen te veranderen. We ei
sen bijvoorbeeld dat de directeur
aanwezig is bij de start van het
programma.” In 2013 startten
88 voorloperscholen (waarvan
3 scholen uit het voortgezet on
derwijs) en inmiddels zijn er bijna
evenzoveel volgscholen. Minder
dan volgens planning, en het oor
spronkelijke doel van 250 scholen
eind 2016 is daarom bijgesteld
naar 220. “De aanloop duurde
langer dan we dachten. Bewust
wording kost tijd. Verder moet
je dit alleen doen met scholen
die echt willen. Trekken aan een
dood paard heeft geen zin.”
Vier doelen
Binnen De Cultuur Loper werkt
Brabant aan de vier doelen van
de CmKregeling. “Curriculum
ontwikkeling, deskundigheids
bevordering en samenwerking
tussen scholen en instellingen
zijn in ons project onlosmakelijk
met elkaar verbonden”, vertelt
Levert. “Die doelen kunnen we
in onze verantwoording aan het
Fonds voor Cultuurparticipatie
nauwelijks scheiden.”
Ook het vierde doel, de ontwikke
ling van beoordelingsinstrumen
ten, is in het vizier. De Brabantse
projectleiders onderzoeken }}
Petra Levert
interview 9
samen met collegainstellingen
in Gelderland en Friesland een
werkwijze waarmee leerkrachten
de culturele ontwikkeling van
leerlingen kunnen bijhouden.
Een soort cultureel leerlingvolg
systeem dat niet is gebaseerd
op toetsen, maar op observatie
en (zelf)reflectie door leerlingen.
“Een Citotoets voor cultuur
educatie, dat wil niemand”, stelt
Levert. “Het gaat erom dat leer
krachten met nieuwe ogen naar
leerlingen gaan kijken en hun
leren onder woorden te brengen
en te duiden wat ze zien.”
Ervaringen delen
Na de aanloop, waarin De Cultuur
Loper vaste vorm kreeg, is het
project inmiddels goed op stoom.
Natuurlijk waren er hobbels onder
weg. Door bezuinigingen vielen
in veel gemeenten kunstencentra
weg of scholen moesten door een
fusie of personeelswisseling pas
op de plaats maken. “We hebben
allerlei variaties meegemaakt,
maar vooral ook heel veel mooie
dingen zien opbloeien”, vertelt
Levert. Zo merken ze tijdens
de halfjaarlijkse bijeenkomsten
dat gemeenteambtenaren echt
betrokken zijn.
Kunstbalie en Erfgoed Brabant
zorgen ervoor dat lokaal opge
dane ervaringen zo veel mogelijk
gedeeld worden. Sectorbrede
kennisontwikkelgroepen (KOG’s)
buigen zich over vraagstukken
die overal terugkomen, zoals
creativiteitsontwikkeling en
vakoverstijgend werken. Dat kan
uitmonden in informatie op de
website of in scholing. Ook buiten
Brabant delen ze ervaringen. Zo
werkt de ZuidHollandse collega
Kunstgebouw met De Cultuur
Loper, introduceert collega Stad
kamer De Cultuur Loper in Zwolle
en onderzoekt de provincie Zee
land invoering ervan (lees ook het
artikel op pag. 31). “Van al hun
ervaringen leren wij ook weer”,
zegt Levert.
Dankzij De Cultuur Loper kunnen
scholen steeds zelfstandiger
vorm geven aan cultuureducatie,
maar het culturele veld zullen ze
altijd nodig hebben als samen
werkingspartner. “Wij geloven
niet in een DIYpakket”, stelt
Levert. Van der Heijden vult aan:
“Scholen kunnen het niet alleen,
want ze zijn geen experts in kunst
en erfgoed. En culturele instellin
gen zijn geen experts in didac
tiek. Ze hebben elkaar nodig en
juist daarom is samenwerking zo
belangrijk.” |
“Een school moet echt ambities hebben en tijd willen investeren om dingen te veranderen.”
2017 en verderVanaf 2017 komt er een nieuwe landelijke regeling voor cultuureducatie. Kunstbalie en
Erfgoed Brabant doen op basis van hun ervaringen daarvoor de volgende aanbevelingen:
y zet in op verbreden en verdiepen in plaats van weer iets nieuws;
y continueer de matchingsformule, dat is een waarborg voor commitment
en verantwoordelijkheid;
y verbind de Impuls Muziekonderwijs aan de vervolgregeling voor CmK,
zodat ze elkaar versterken in plaats van verzwakken;
y geef meer aandacht en ruimte voor samenwerking met pabo’s, school besturen en
de verbinding met het voortgezet onderwijs.
Ninke van der Heijd
en
10 interview
Ik mag als Belg, Vlaming, een reflectie maken in dit belangrijke tijdschrift over
cultuuronderwijs.
In de boeiende voorbereidende gesprekken met Ad [red.: van Drunen] van Kunstbalie
kwamen we uit op het onderzoeken van verschillen: wat doen wij anders, wie doet
wat beter en waar staan we op de ranglijst? Wellicht een zinvolle oefening, ware
het niet dat ik iemand ben die vooral gelijkenis opzoekt. Verschilpunten tussen onze
landen en culturen zijn immers makkelijk te benoemen, maar vaak complex of
moeilijk hard te maken.
Neem nu fietsen. Een theorie in de cultuurwetenschap stelt dat je de kern van een
cultuur kunt weervinden in datgene wat de maatschappelijke top en basis verbindt.
In Nederland wordt dan wel eens ‘fietsen’ genoemd. Het straatbeeld in bijvoorbeeld
Groningen lijkt dit meer dan te bevestigen. Ook in Vlaanderen speelt fietsen een
ongelooflijke rol. U herinnert zich misschien nog de volksopstand, die node ontstond
toen het parcours van Onze Ronde van Vlaanderen werd gewijzigd. Fietsen hebben
we gemeen, maar toch is het heel verschillend. In Nederland heb ik er een beeld bij
van bagagedragers en dijken, van kaarsrechte bruggen over rivieren en kanalen.
In Vlaanderen hangt er meer een geur van braadworst en bier, en het lawaai van
autobotsers [red.: botsautootjes]. En vooral heroïek, de geruststellend geconstrueer-
de heroïek van de ontembare kasseihelling. Het gesprek hierover is als een oefening
in cultureel bewustzijn. Ook Nederland kent zijn klassiekers, al lijkt het erop dat
Nederlandse fietshelden onze Vlaamse molshopen liever overslaan en hun heil
zoeken in Echte Bergen.
En onze leraren? Ik durf te stellen dat docenten in Vlaanderen en in Nederland zich
in een erg gelijk spanningsveld bevinden. Een spanningsveld dat je zo zou kunnen
omschrijven: de maatschappij verwacht steeds meer van onderwijs, terwijl de leer-
lingenpopulatie steeds diverser wordt. Diverser op vlak van afkomst, maar ook in
ontwikkeling, leerproblemen, gezinssituatie of culturele bagage van leerlingen. Van
docenten verwachten we in essentie dat zij de brug maken tussen onze kinderen en
onze verwachtingen. Cultuuronderwijs kan niet om deze spanningsboog heen. Laat
ons daarom een cultuuronderwijs ontwikkelen vanuit een perspectief dat docenten
waardeert. Een perspectief waarbinnen cultuuronderwijs mee betekenis geeft aan
maatschappelijke vragen. Onderwijs speelt zich immers niet af in een vacuüm. De
druk op onderwijs weerspiegelt evoluties op economisch, cultureel en politiek vlak.
Op de basisschool van mijn kinderen ontstond midden vorig schooljaar ophef door
een spel dat kinderen van het tweede leerjaar hadden bedacht. Een jongen wordt
geblinddoekt en moet op zijn knieën zitten, achter hem staat een vriendje klaar om
hem te ‘onthoofden’. Scènes die zo uit de nieuwsberichten over IS kunnen komen.
Kinderen groeien hier en nu op in een constante en nabije beeldenstroom. Beelden
} te
kst B
rech
t Dem
eule
naer
e Overeenkomsten en verschillen
‘ die onze huiskamers en zo ook onze
klassen ongefilterd binnenstromen:
soappersonages worden verliefd,
een olifantenkalf wordt geboren, een
vluchtelingenkind spoelt aan. In een
buitenwijk gordt een jongeman een
bomgordel om. Bij gebrek aan een
historisch of politiek referentiekader
waren de jongens van het tweede
leerjaar zich nauwelijks bewust
van de impact van hun enscenering.
Docenten wacht de unieke rol om
samen met onze kinderen zo’n kader
te ontwikkelen.
Maar niet alleen in de klas of op de
speelplaats, ook buiten de school zijn
we als maatschappij op zoek naar
kaders. Als cultuur schrijven we voort-
durend nieuwe verhalen om betekenis
te geven aan die beelden. Voor de ge-
zondheid – én voor het democratisch
gehalte – van onze samenleving is het
essentieel te onderzoeken hoe we dit
bewust, maar vaker nog onbewust,
doen.
Niet alleen heeft cultuuronderwijs er
dus alles bij te winnen zich uitdrukke-
lijk te verhouden tot maatschappelijke
uitdagingen. Als samenleving of
onderwijs kunnen we evenmin om
cultuur of reflectie op cultuur heen.
En nu ga ik fietsen.
Brecht Demeulenaere is adviseur voor
het Vlaams onderwijsbeleid. ’
column 11
In 8 stappen naar cultuureducatie met kwaliteit
} te
kst B
ea R
os }
fot
o Be
n N
ienh
uis
Coaching, scholing en een online instrument: dat is De Cultuur Loper van Kunstbalie en Erfgoed Brabant.
Monique Koolen en Clara Linders, vanuit Kunstbalie meebouwend vanaf het eerste uur, geloven in het
programma, dat uitgaat van de vraag: wat wil je leer-lingen meegeven in 8 jaar cultuuronderwijs?
Het traject van De Cultuur Loper bestaat uit 8 stappen: een rondleiding
Stap 1Intake – commitment creëren
Ja zeggen tegen een programma waarmee je als
school extra geld krijgt voor het cultuurprogramma
plus gratis begeleiding, is verleidelijk. Maar om aan
De Cultuur Loper deel te nemen moeten scholen
serieus werk willen maken van cultuureducatie.
Sterker nog: om tot goede duurzame cultuureducatie
te komen moet het eigenaarschap ervan bij de school
liggen, is de overtuiging van Koolen en Linders. Dat
vraagt wel wat van de school. “Het intakegesprek is
een belangrijk moment waarop je afspreekt dat je
samen het traject in gaat”, vertelt Koolen.
Stap 2Assessment – in de spiegel kijken
Dit is het begin van een antwoord op de centrale
vraag: wat willen wij leerlingen meegeven met
cultuureducatie? Op de website van De Cultuur
Loper vult de icc’er (de interne cultuurcoördinator)
een vragenlijst in over de cultuureducatie op school:
gaat het om verbreden of verdiepen, om discipline
gericht of thematisch onderwijs? Het assessment
laat vervolgens een leerlingtype zien, dat fungeert
als spiegel: herkent de school zich hierin? Koolen
noemt als voorbeeld een school die heel thematisch
werkte, behalve bij cultuureducatie. “Waarom? vroeg
de intermediair. Bleek dat dat kwam doordat ze
disciplinegerichte methodes hadden. Ze hadden
daar nooit eerder bij stilgestaan.”
Stap 3Ambitiegesprek – toekomstwensen voor leerlingen formuleren
Een stevig gesprek van 2 uur met directeur, icc’er
en intermediair begint met een groot vel papier en
de opdracht: ‘Teken jouw leerling en benoem wat je
hem in 8 jaar cultuuronderwijs wilt meegeven.’ Het
blijken bijzondere, zeer gewaardeerde gesprekken.
“We nodigen de school uit te denken in wensgedach
tes voor kinderen. Dat geeft zoveel energie!” aldus
Koolen. Linders: “En al doende ontstaat het beeld
dat cultuureducatie een vanzelfsprekend deel van
hun onderwijsvisie is.” Aan het eind van het gesprek
staan er drie ambities op papier, denk aan: ‘open
blik’, ‘creatief in denken en doen’, ‘betrokken bij mijn
omgeving’. Die ambities fungeren tijdens het hele
traject als inspiratiebron: wat deed ons hart ook
alweer sneller kloppen?
Linders: “Toen wij drie jaar geleden begonnen met
De Cultuur Loper wisten we vooral dit: we willen
door bouwen op wat scholen nu al doen. En we gaan
gebruikmaken van de energie en de kansen die er
liggen. Want scholen verschillen enorm, op allerlei
punten die bepalend zijn voor hun cultuuronderwijs.
De ene school staat in de weilanden, de andere naast
het kunstencentrum. De ene directeur is op zoek naar
onderwijsvernieuwing, de andere wil het vooral behap
baar houden: het team, de leerling populatie, de
onderwijsvisie, wat ze al doen en veroverd hebben…
Dat was het vertrekpunt: we gaan uit van de diver
siteit en zoeken samen met de school naar wat er
nodig is om hier cultuureducatie tot bloei te brengen.”
Koolen vult aan: “Dat betekende dat we in cocreatie
met scholen en partners aan het werk zijn gegaan.
Want ondanks verschillen, zijn er ook veel over
eenkomsten: wat heb je als school nodig om een
kwaliteitsslag te maken? Een school moet overzicht
krijgen: wat doen we al? En samen bepaal je: wat
willen wij als school onze leerlingen meegeven en
hoe gaan we dat doen? We hebben in gesprek met
scholen en partners handvatten ontwikkeld die
elke school op zijn eigen manier kan invullen. Die
handvatten kregen een plek in het online traject. De
persoonlijke begeleiding en coaching van de school
zijn daarbij onmisbaar. Evenals de intermediairs, en
de coaches van Kunstbalie en Erfgoed Brabant.”
achtergrond 13
Met de culturele omgeving
In huis
Uit de grote
wereld
Stap 4Teambijeenkomst – alle neuzen dezelfde kant op
“Een onmisbare stap is het delen van de ambities
met het team”, vertelt Linders. “Veel teams zien tot
hun verrassing: wat wij belangrijk vinden voor onze
leerlingen, geldt eigenlijk ook voor ons als leerkrach
ten.” De kunst voor directeur en icc’er is het team
mee te nemen in dit ontwikkelproces, en daar is nog
winst te behalen. Koolen: “De Cultuur Loper is geen
project dat scholen ‘even’ doen om daarna weer over
te gaan tot de orde van de dag. Je kunt als school
alleen een duurzame kwaliteitsslag maken als het
ontwikkelproces in alle klassen doordringt.”
Stap 5Eerste activiteiten – nieuwe dingen uitproberen
De Cultuur Loper begint met bewustwording en
visievorming, maar scholen willen ook snel aan de
slag in de klas. “Terwijl ze in het traject verder werken
aan die bewustwording, vragen we in deze stap ook
al te starten met activiteiten die aansluiten bij de
ambities”, vertelt Linders. “Er worden veel workshops
ingezet om het team zelf weer eens te laten ervaren
wat cultuureducatie met je kan doen.”
Stap 6Meerjarenvisie – keuzes maken
Om van ambities tot een concreet lesprogramma te
komen bleek een tussenstap nodig. Want ambities
inspireren, maar zijn vaak nog te open om er con
creet aan te kunnen werken. Daarom is er binnen
De Cultuur Loper een online tool ontwikkeld die
gebruikmaakt van Czicht: de competenties voor
cultuureducatie – reflecterend, creërend en onder
zoekend vermogen. De icc’er, met hulp van de
intermediair, vertaalt de ambities van de school in
gedragsindicatoren, wat resulteert in een meerjaren
visie. Koolen: “In deze stap gaat het echt om keuzes
maken. De meerjarenvisie geeft het programma
focus, los van de concrete invulling.”
“Van aanbod- naar dialooggericht werken is voor mij een mooi voorbeeld van de cultuur omslag die we met
De Cultuur Loper nastreven” – Monique Koolen
De Cultuur Loper werkt met de 3 domeinen. Hiermee kan de
school een breed en evenwichtig programma samenstellen
met uiteenlopende culturele activiteiten. In 8 jaar ontwikkelt
de leerling zich als maker (In huis), deelnemer (Met de culturele
omgeving) en als publiek (Uit de grote wereld). Ook in de overlap
tussen de domeinen vinden interessante activiteiten plaats. Zoals
een project waarin leerlingen samen met theatermakers hun
eigen voorstelling vervaardigen.
Matthijs Leendertse van ELM Concepts is als adviseur
educatief ontwerp betrokken bij De Cultuur Loper.
14 achtergrond
Stap 7Activiteitenplan – samenhang aan-brengen
Als de school duidelijk voor ogen heeft welke set
indicatoren het beste past bij de ambities, kunnen
ze het activiteitenplan opstellen: een programma dat
culturele activiteiten bijeenbrengt in hun onderlinge
samenhang en meldt uit welke domeinen (in huis,
culturele omgeving, grote wereld) de school die put.
Het is een document dat het team kan gebruiken als
leidraad voor keuzes en uitvoering van de activiteiten.
Deze stap staat voor de eerste groep scholen – de
voorloperscholen – dit najaar op het programma. De
ontwikkelaars zoeken nog naar een aantrekkelijke
werkvorm waarmee stap 7 samen met de intermedi
air en de school kan worden gezet.
Stap 8Implementatieplan – van denken naar doen
Met het uiteindelijke implementatieplan kan de
school onderbouwd aan de slag. De intermediair
wordt een coach op de achtergrond en de school
neemt zelf het heft in handen. “De scholen in onze
klankbordgroep zeiden: daar hoeven jullie geen tool
voor te bouwen, dit kunnen we”, vertelt Linders. En
daarmee heeft de school het eigenaarschap over het
cultuuronderwijs veroverd.
De overgang van stap 6 naar 7 bleek groot. Daar-
om is hier nu een gesprek met directeur, icc’er en
intermediair ingevoegd. Even pas op de plaats: wat
kunnen we met de meerjarenvisie? Herkennen we
die nog als onze cultuurvisie? Om daar grip op te
krijgen werkt de icc’er (eerst met de directeur, later
met het hele team) een actieplan uit op basis van één
gedragsindicator.
Deskundigheids-bevorderingEen belangrijk onderdeel van De Cultuur Loper is
deskundigheidsbevordering voor alle betrokken
partijen. Zo kregen intermediairs en coaches van
Kunstbalie en Erfgoed Brabant een training in het
voeren van ontwikkelingsgerichte gesprekken met
scholen. Trainer Margreet Rierink gaf als belang-
rijke lessen mee: “Vraag wat de school precies voor
ogen heeft, wees nieuwsgierig en projecteer niet
je eigen beelden op de school.” Voor deelnemen-
de scholen zijn er tal van (gratis) trainingen en
workshops, van een muziekworkshop tot creativi-
teitsontwikkeling en vakoverstijgend werken met
de 21ste-eeuwse vaardigheden. Het aanbod wordt
steeds vaker toegesneden op de wensen en vragen
van een school. Scholingsaanbod voor het volgen
van de culturele ontwikkeling van leerlingen is in de
maak. Ook voor cultuuraanbieders zijn er scholingen
en trainingen, bijvoorbeeld om te leren omgaan met
C-zicht, zodat zij scholen duidelijk kunnen vertellen
bij welke culturele competenties en gedragsindicato-
ren hun aanbod aansluit.
“Cultuureducatie met kwaliteit kun
je alleen bewerkstelligen als leer-
krachten instrumenten in handen
hebben waarmee ze hun eigen visie
daadwerkelijk in het klaslokaal kun-
nen toepassen” – Matthijs Leendertse
“Wij bedenken het niet voor de scholen, ze bepalen
zelf welke kwaliteitsslag ze maken” – Clara Linders
Matthijs Leendertse van ELM Concepts is als adviseur
educatief ontwerp betrokken bij De Cultuur Loper.
achtergrond 15
Vandaag staat het thema ‘bogen en regenbogen’
centraal in de cultuurles. Een middag in de klas geeft
een inkijk in de werkwijze. Jolanda laat de leer lingen
zelf kiezen op welke manier ze met ‘bogen en regen
bogen’ aan de slag willen. In één hoek kunnen de
kleuters verven, in een andere hoek knippen en
plakken. Ook kunnen ze bogen maken met draden
of lezen over regenbogen. “Ik laat ze hun gang gaan,
want ze zitten nog in de flow waarmee ze daarnet
met hun lichaam bogen maakten in de gymzaal”,
vertelt ze.
De visie
Dat is precies de visie die de school voor ogen heeft
met De Cultuur Loper. Jolanda is niet alleen leer
kracht maar ook icc’er, waardoor zij nauw betrokken
} te
kst e
n fo
to’s
Sim
one
Vos
De Cultuur Loper op
Sancta Maria
Rustgevende, klassieke muziek klinkt door de gymzaal. “Maak je mooiste boog samen met je
vriendje of vriendinnetje”, zegt Jolanda Spaninks tegen de kleuters. Jolanda is leerkracht op Sancta
Maria in Bergen op Zoom. Op deze basisschool is het traject van De Cultuur Loper in volle gang.
16 in de praktijk
is bij het beleid voor cultuureducatie. “We willen het
creatieve vermogen van de leerlingen aanboren door
ze dingen te laten ontdekken en daarvoor moet je als
docent creatief zijn”, aldus Jolanda. “Kleuters zijn al
aan het onderzoeken, creëren en reflecteren op hun
werk. Daarom willen wij als team dat leerlingen een
breed aanbod van cultuureducatie krijgen. In alle
jaren moeten de zeven disciplines twee keer aan bod
komen.”
3 domeinen
De school werkt binnen de 3 domeinen. Een paar
keer per jaar bezoeken groepen voorstellingen uit
domein 3 en Sancta Maria is betrokken bij lokale cul
turele activiteiten. “Naast het aanbod buiten school
wilden we ook activiteiten op school hebben”, licht
Jolanda toe.
Ze loopt langs de tafels waaraan haar leerlingen wer
ken en hurkt af en toe naast een van hen neer. “Hoe
heb je dit gemaakt?” vraagt ze. “Kinderen zijn heel
eerlijk. Op hun niveau zijn ze al reflecterend bezig.
En ze werken samen, dan willen ze elkaar helpen
of het werk van een ander kind afmaken”, aldus de
leerkracht.
Coaching Artisjok & Olijfje
In verband met De Cultuur Loper volgde het team
het coachingstraject van Artisjok & Olijfje. Dit duo
richt zich op ervaringen opdoen met je lichaam en
van daaruit creatieve activiteiten ontwikkelen. Samen
met hen maakte Jolanda de les over bogen en regen
bogen. “Maar cultuureducatie moet zich als een
olievlek verspreiden. Ze moet invloed uitoefenen
op alle vakken, het zijn geen losse lessen.”
Volgend schooljaar wil de basisschool ouders meer
betrekken bij De Cultuur Loper. “Er is een rol weg
gelegd voor ouders binnen cultuureducatie, maar
hoe die er precies uitziet, moeten we nog ontdek
ken”, aldus Jolanda.
Ik luister en kijk
De leerlingen knippen en buigen ondertussen
verder. Trots zegt Jolanda: “Ik geniet van de ver
wondering bij kinderen, dat creatieve proces wil ik
niet onderbreken. De ene leerling tekent een huis
onder de regenboog en de andere maakt hele kleine
krulletjes. Dan zeg ik niet ‘Dit is goed en dat is fout’.
Ik maak ook geen voorbeeld van een regenboog.
Ze mogen zelf bepalen hoe ze een boog tekenen,
de ver antwoordelijkheid ligt bij de kinderen. Ik luister
en kijk naar ze; ik heb een meer coachende rol
ge kregen.” |
in de praktijk 17
[staafdiagram maken]2013 88 scholen (voorlopers)2014 143 scholen (88 voorlopers en 55 volgers)Medio 2015 166 scholen (88 voorlopers en 78 volgers)
0
25
50
75
100
125
150
175volgers
voorlopers
jaar 2013jaar 2013jaar 2013
0
25
50
75
100
125
150
175
scholen
medio 201520142013
sterke groei
85 PO3 VO
140 PO3 VO
162 PO4 VO
[gra�ek maken]2013 24.538 leerlingen 1.522 leerkrachtenMedio 2015 39.500 leerlingen 3.777 leerkrachten
0
15000
30000
45000leerkrachten
leerlingen
jaar 2013jaar 2013
0
10.000
20.000
30.000
40.000
leerlingen
medio2015
20130
1.000
2.000
3.000
4.000
leerkrachten
medio2015
2013
[staafdiagram maken]2013 88 scholen (voorlopers)2014 143 scholen (88 voorlopers en 55 volgers)Medio 2015 166 scholen (88 voorlopers en 78 volgers)
0
25
50
75
100
125
150
175volgers
voorlopers
jaar 2013jaar 2013jaar 2013
0
5.000
10.000
15.000
20.000
uren
medio2015
20130
90.000
180.000
270.000
360.000
450.000
prestatiebox
medio2015
2013
In 2013, kort voor de zomer, startte een aantal
scholen met het traject van De Cultuur Loper. Bij
de eerste tussentijdse effectmeting in 2014 kon-
den we concluderen dat De Cultuur Loper op koers ligt. De resultaten die het
afgelopen half jaar zijn geboekt, stemmen tot nog
meer tevredenheid.
ZO staan we ervoor!}
teks
t Ad
van
Drun
en
Sterke groei
In 2013 zijn 88 scholen in Brabant gestart met De
Cultuur Loper, medio 2015 zijn dat er al 166. Hoewel
de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit vooral ge
richt is op het primair onderwijs, nemen ook 4 scho
len voor voortgezet onderwijs deel aan De Cultuur
Loper. De groei zet verder door tot naar verwachting
220 scholen in 2016.
Dit investeren scholen zelf
De betrokkenheid van scholen wordt jaarlijks in uren
van directie, icc’er en leerkrachten (buiten de regulie
re lestijden) uitgedrukt. Medio 2015 is dit aantal uren
verdubbeld tot 17.004. Ook verplichten scholen zich
om de jaarlijks beschikbare € 10,90 per leerling in
de prestatiebox* daadwerkelijk aan cultuureducatie
te besteden. In 2015 is hiermee een bedrag van
€ 430.550,00 gemoeid.
*Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is het budget per leer-
ling in de prestatiebox verhoogd van € 10,90 naar € 11,27; met
ingang van het schooljaar 2015-2016 is het bedrag € 11,50. In de
overeenkomst voor deelname aan De Cultuur Loper is echter t/m
2016 het bedrag van € 10,90 per leerling gehanteerd.
Bereik vergroot
Bij de start in 2013 bereikte De Cultuur Loper 24.320
leerlingen in het primair onderwijs. Dit aantal was in
juni 2015 toegenomen tot 39.500. Het aantal leer
krachten in het primair onderwijs dat in aanraking
kwam met De Cultuur Loper verdubbelde zelfs. Ook
het enthousiasme onder de deelnemende leerkrach
ten steeg.
stap 1. Intake
8 scholenstap 2. Assessment
45 scholenstap 3. Ambitiegesprek
7 scholenstap 4. Teambijeenkomst
4 scholen
stap 5. Eerste activiteiten
2 scholenstap 6. Meerjarenvisie
39 scholenstap 7. Activiteitenplan
61 scholenstap 8. Implementatieplan
in ontwikkeling
[staafdiagram]2013 590 educatief medewerkersMedio 2015 488 educatief medewerkers
0
150
300
450
600educatief medewerkers
medio 2015jaar 2013
0
150
300
450
600 medewerkers
medio 20152013
[Gra�ek?] 2013 2014 Medio 2015Aantal soorten scholing 4 15 15Aantal uitgevoerde trainingen 6 40 24Aantal bijeenkomsten* 8 52 41
0
20
40
60bijeenkomsten*
uitgevoerde trainingen
soorten scholing
medio 2015jaar 2014jaar 2013
0
10
20
30
40trainingen
medio 201520142013
[staafdiagram]2013 590 educatief medewerkersMedio 2015 488 educatief medewerkers
0
150
300
450
600educatief medewerkers
medio 2015jaar 2013
0
10
20
30
40intermediairs
medio 20152013
Scholing op maat
De Cultuur Loper voorziet in deskundigheidsbevorde
ring door scholen en cultuuraanbieders een uitgebreid,
praktijkgericht scholingsaanbod ter beschikking te
stellen. Vraag en ambitie van het onderwijs zijn leidend
bij het ontwikkelen van de trainingen. Deze manier
van werken leidt tot een toenemend aantal trainingen.
ZO staan we ervoor!
Zo ver zijn de scholen
Scholen werken met De Cultuur Loper aan een
activiteitenprogramma dat in opbouw, samenhang
en samenstelling past bij de visie en situatie van de
school. Zij doen dit aan de hand van een traject dat
bestaat uit acht stappen. Hiernaast is aangegeven
met welke stap de scholen, samen met hun inter
mediair, medio 2015 bezig zijn.
Samenwerking met aanbieders
Naarmate scholen verder zijn gevorderd met De Cul
tuur Loper en bewuster hun activiteiten kiezen, neemt
de rol van de cultuuraanbieder toe. In 2013 is een
prognose van het aantal te bereiken medewerkers
van cultuuraanbieders aangereikt. Medio 2015 blijkt
dat dit aantal lager is. Dit komt enerzijds doordat
scholen een duurzame relatie aangaan met minder
aanbieders, anderzijds spelen lokale bezuinigingen
hierin mogelijk ook een rol.
Monitor cultuureducatie in 2014 en 2015In 2014 heeft een eerste effectevaluatie van De Cultuur
Loper plaatsgehad. Scholen benoemden hun belangrijkste
doelen: werken met doorgaande leerlijnen; vergroten van
de kennis van het team; activiteiten beter afstemmen op de
culturele ontwikkeling van leerlingen; verdiepen van de
visie van de school; verstevigen van het curriculum, waar -
bij de culturele ontwikkeling van de leerling centraal staat.
In 2015 is een provinciale monitor cultuureducatie uitge-
voerd onder alle Brabantse scholen, waarmee scholen die
wel en niet deelnemen aan De Cultuur Loper met elkaar
kunnen worden vergeleken. De eerste bevindingen laten
een ‘kanteling in denken’ zien onder de deelnemers van
De Cultuur Loper. De resultaten worden binnenkort gepu-
bliceerd op www.decultuurloper.nl.
Cruciale rol intermediairs; aantal stijgt
De rol van de lokale intermediair als verbindende
schakel tussen scholen en cultuuraanbieders is cruci
aal. De intermediair is het lokale aanspreekpunt voor
de uitvoering van De Cultuur Loper. Coaches van
Kunstbalie en Erfgoed Brabant scholen de interme
diairs in die rol. Aanvankelijk waren 16 intermediairs
beschikbaar in de 27 betrokken gemeenten; een aan
tal dat is verdubbeld. Nog steeds komt het voor dat
één intermediair verschillende gemeenten bedient,
steeds vaker zetten gemeenten meer medewerkers in.
evaluatie 19
De gedeputeerde is
tekstvast
Zijn werkkamer ligt op het zuiden.
Zon op z’n bureau. Maar ook
in zijn hoofd: Henri Swinkels is
blij dat het nieuwe bestuur van
Brabant cultuur als kerntaak blijft
zien. Opmerkelijk, want overal in
Nederland sneuvelen ambities en
budgetten. En het was al ietwat
kaal na het stoppelveldbeleid van
Halbe Zijlstra. Voor een extra zeis
zorgde de PVV: cultuur zou ‘een
linkse hobby’ zijn.
Om boven zo’n krasse bewering
te staan, heeft Swinkels geen
huishoudtrapje van Brabantia no
dig. Kalm: “Cultuur is essentieel
voor iedereen. Net zoals een dak
boven je hoofd, goede gezond
heid en eten. Cultuur leert je om
jezelf uit te drukken en maakt je
blik ruimer.”
Ervaringsdeskundige
Talentontwikkeling in Brabant kan
al evenmin zonder cultuureduca
tie, ziet hij. Het vormt de basis.
Dat leert Kunstbende, maar
ook de Fontys Entreeprijs voor
jonge makers die hij op Theater
festival Boulevard 2015 uitreikte.
“Cultuureducatie helpt je te
ontdekken wat je in je mars hebt,
waarbij presentatiemogelijkheden
en podiumervaring je stappen
kunnen versnellen.”
Het zou een volzin uit een nota
kunnen zijn. Maar hij meent het,
de ervaringsdeskundige. Als kind
kreeg hij blokfluitles in naschool
se uren. Later volgden slagwerk
en toneel. Cultuureducatie noemt
hij essentieel voor de ontwikke ling
van kinderen. “Muziek leerde me
wat samenspel is, toneel maakte
me zekerder en sociaal leniger.
Bovendien leerde ik schoonheid
ervaren.” Dat zo’n liefde beklijft,
bewijst een van zijn favoriete
vrijetijdsbestedingen: hij schrijft
teksten voor (muziek)theater.
Sleutel
Met De Cultuur Loper is hij blij:
“Een goede mix van een online
instrument, coaching en financië
le impulsen.” De naam associeert
hij vooral met een sleutel die
op vele deuren past. Toch gaan
sommige voorgoed op slot. Het
aantal kunstencentra in Brabant
is gedaald. In 2011 waren er 25,
nu nog 17. Bovendien is hun
werkgebied bijna gehalveerd.
“De bezuinigingsgolven van
gemeenten raken buitenschool
se cultuureducatie”, bevestigt
Swinkels. “De vanzelfsprekend
heid dat je overal kon aankloppen
voor les in hobo of beeldhouwen
is niet langer gegarandeerd. Vak
docenten die bij kunstencentra in
dienstverband werkten, komen
nu in zzpachtige constructies
terecht. Hun rechtspositie wordt
minder aantrekkelijk. Als dat
“Aaaah”, riep Henri Swinkels. Met een mes in zijn rug viel hij uit een kast. Zo eindigde zijn eerste schooltoneeloptreden. Als gedeputeerde roept hij vooral “Ooooh!” Want cultuur nodigt uit tot leven in verwondering. Een plezierig gesprek.
} te
kst E
ric A
link
} f
oto
Ben
Nie
nhui
s
“Cultuur leert je om jezelf uit te drukken en maakt je blik ruimer”
20 interview
zo blijft, vrees ik leegloop op
lange termijn en vergrijzing in die
beroeps groep.”
Versterkt die ontwikkeling het
belang van binnenschoolse cul
tuureducatie? De gedeputeerde
zwijgt eventjes – de kunst van het
zorgvuldig formuleren leerde hij
eerder in de Vughtse en landelijke
politiek. “Idealiter is de volgorde:
eerst binnenschools, dan daar
buiten. Zo bereik je ook iedereen.”
Met vriendelijke lach: “Dat klinkt
stichtelijk, maar dat mag. Ik had
een leermeester binnen de vak
bond [Swinkels werkte bij de FNV
en Nederlandse Politiebond – red.]
die vond dat ook kinderen die
timmerman of metaalwerker wor
den recht op kennismaking met
cultuur hebben. Hij heeft gelijk.”
Niet wegkijken
De culturele rol van de provincie
is volgens Swinkels tweeledig. Zij
is inhoudelijk regisseur en aan
bieder van kennis en kunde. Met
een voet noot bij de buitenschool
se cultuureducatie: “Nu gemeen
ten bezuinigen klinkt regelmatig:
‘Dan betaalt de provincie het wel.’
Dat vind ik te makkelijk. Maar ik
kijk niet weg: een commissie gaat
met het hele veld praten over
buitenschoolse cultuureducatie.
Nee, dat wordt geen lang onder
zoek of dik rapport. In het najaar
gaat de com mis sie al adviseren.
De tendens van het College is om
te experimenteren met creatieve
oplossingen.”
Andere kwestie: cultuureducatie
is vuur aanblazen – met dank
aan leerkrachten in Brabant.
Maar soms raken ze buiten
adem. Daarnaast is een visie op
cultuureducatie niet voor elke
school vanzelfsprekend. Swinkels
erkent dat: “Sommige profileren
zich sterk op cultuureducatie,
bij andere scholen zie je dat ze
het ‘erbij doen’. Dat kan eigenlijk
niet.” Volgens de gedeputeerde is
het vaak geen kwestie van onwil,
maar van andere besognes. “Ze
moeten hun tijd en geld verde
len. Toch sta je als provincie niet
met lege handen. We hebben De
Cultuur Loper en proberen het
bewustzijn van schooldirecties te
vergroten.”
Casting
Nog even een terugblik. In het
vermakelijke schooltoneelstuk
Boeven en madeliefjes eindigde
boef Henri Swinkels al in het
eerste bedrijf. Zijn nieuwe rol van
gedeputeerde cultuur in Brabant
lijkt betere casting. Of het ook
bevalt? Swinkels met glimlach,
zonder souffleur: “De waarde van
cultuur kun je nauwelijks over
schatten.” |
interview 21
Visieop 21ste eeuwse vaardigheden
De komende decennia zal Nederland steeds meer behoefte hebben
aan innovatieve en nieuwsgierige schoolverlaters die op verschillende
niveaus binnen allerlei sectoren op de arbeidsmarkt aan de slag kunnen.
Landelijke initiatieven pleiten – samenvattend – voor een onderwijs
benadering waarbij leerlingen al op jonge leeftijd worden geboeid door
de maatschappelijke dromen en uitdagingen van morgen, en boven
dien worden aangemoedigd om zelf meer oplossend, ondernemend en
kritisch te leren denken. Naast aanbevelingen over de verdergaande ver
ankering van dit zogenaamde ‘21steeeuwse leren’ in het curriculum van
het basisonderwijs, blijken scholen evenzeer behoefte te hebben aan een
passende leerlingvolgmethode. Hiermee kunnen leerkrachten niet alleen
het kennis niveau maar ook de beoogde 21steeeuwse vaardig heden van
de leerlingen zélf, op formatieve wijze, binnen de alledaagse klaspraktijk
stimuleren en volgen.
Aanstekelijke schoolcultuur
De redenen voor de realisatie van een dergelijke leerlingvolgmethode
zijn veelzijdig. Het stelt leerkrachten allereerst in staat de ontwikkeling
van de 21steeeuwse vaardigheden bij hun leerlingen in te schatten en
nauwkeuriger en met een groter vertrouwen passend onderwijs te ver
zorgen. Het invoeren van een volgmethode schept ook een aanstekelijke
} te
kst T
im P
ost
Er wordt veel geschreven over leren in de 21ste eeuw. Een belangrijke
vraag is welke kwaliteiten we willen dat leerlingen hebben. Vanuit het
onderzoekscentrum Science Education and Talent Development (SETD)
van de Universiteit Twente is een raamwerk opgesteld van vier betekenis
volle leerlingkwaliteiten.
1. Vaardigheden
De eerste kwaliteit is die van vaardigheden. Kinderen leren nu vooral din
gen te onthouden, begrijpen en toepassen. Bij hogere orde denken leren
ze ook analyseren, evalueren, zelf creëren en creatief denken. Daarnaast
moet er meer aandacht komen voor onderzoekende en ontwerpende
vaardigheden. Ook is het belangrijk dat leerlingen creatiever en flexibeler
leren denken en leren wat ze kunnen doen om hun eigen leren te verbeteren.
2. Houdingen
Nieuwsgierigheid en verwondering zijn geen vaardigheden, maar hou
dingen die voorafgaan aan bepaald gedrag. Tot 7 jaar zijn kinderen van
nature nog heel nieuwsgierig, maar in het basis en voortgezet onderwijs
verdwijnt die houding. Ze geven zelf aan dat ze geen vragen durven
stellen op school, omdat ze het gevoel hebben dat de leerkracht en hun
medeleerlingen dat vervelend vinden. Er gebeurt precies dat wat we niet
willen, terwijl ze wel nieuwsgierige vragen stellen in de buitenschoolse
situatie. Een kritische denkhouding, waarbij leerlingen niet alles zomaar
} te
kst J
ulie
tte W
alm
a va
n de
r Mol
en
Passende leerling-volgmethode
Naar hogere orde denken
schoolcultuur die de ontwikkeling van de creativiteit en
nieuwsgierigheid van de leerlingen serieus neemt. Tot
slot biedt een volgmethode inhoudelijke handvatten
voor het formuleren van een onderbouwde onderwijs
visie en ze faciliteert op deze manier gerichte school
ontwikkeling en leerkrachtprofessionalisering. Tot op
heden beschikt de Nederlandse onderwijspraktijk
echter niet over een geschikte leerlingvolgmethode
voor het 21steeeuwse leren. Redenen daarvoor
zijn, onder meer, de nadruk die het onderwijs legt op
summatieve toetsing van kennis; het feit dat vaardig
heden en houdingen op het gebied van bijvoorbeeld
nieuwsgierigheid, creativiteit en kritisch denken
lastiger op grote schaal kwantitatief te meten zijn dan
parate kennis; en het feit dat binnen de wetenschap
pelijke literatuur een veelvoud aan relevante onder
wijsmodellen bestaat die elkaar vaak niet citeren.
Samenwerking met De Wijde Wereld
Recentelijk is door onderzoekscentrum SETD aan
de Universiteit Twente, in nauwe samenwerking met
onder meer basisschool De Wijde Wereld in Uden,
gestart met de ontwikkeling van een leerlingvolg
methode. De beoogde methode sluit aan bij de leer
lingkwaliteiten die uit diverse wetenschapsdisciplines
én de onderwijspraktijk naar voren komen als meest
belangrijk, en bij landelijke onderwijsadviezen op het
gebied van het 21steeeuwse leren. De volgmethode is
bedoeld voor de gehele basisschoolperiode en biedt
leerkracht, ouders en school een overzicht van de
talentontwikkeling van de leerling. De volggegevens
vullen de gebruikelijke leerlinggegevens op school
aan (zoals rapportcijfers, CITOscores, et cetera) en
geven inzicht in de brede ontwikkeling van leerlingen.
Na afloop van het samenwerkingsproject wordt de
leerlingvolgmethode met onderwijsondersteuning op
een aantrekkelijke en toegankelijke wijze beschikbaar
gesteld aan het onderwijsveld.
Tim Post is onderwijspsycholoog en werkzaam bij het Onderzoeks-centrum Science Education and Talent Development (SETD) binnen de vakgroep ELAN aan de Universiteit Twente.
aannemen en leren verschillende perspectieven te
zien, moet leidraad zijn voor waardering.
3. Motivatie
Zowel een intrinsieke motivatie (willenkunnen bena
dering) als een extrinsieke motivatie (willenpresteren
benadering) is belangrijk voor kinderen. Ze kunnen
worden uitgedaagd door toetsvormen die niet alleen
vragen naar één enkel juist antwoord, maar ook
geprikkeld door bijvoorbeeld opdrachten te geven
waarbij verschillende antwoorden of oplossingen
mogelijk zijn. Leerlingen die zich uitgedaagd voelen
op originaliteit, creativiteit en kritisch denkvermogen
zijn op een andere manier gemotiveerd dan bij een
standaardtoets.
4. Ieder kind kan talenten ontwikkelen
Onderzoek wijst uit dat deze kwaliteiten en vaardig
heden bij iedere leerling steeds een beetje verder
ontwikkeld kunnen worden. Veel mensen hebben
echter nog het idee dat ‘talent’ iets is wat vastligt.
Belangrijk is daarom een zogenoemde growth mind
set te cultiveren: het fundamentele idee dat iedereen
zich altijd kan ontwikkelen. Dat creëert zelfvertrou
wen bij leerlingen en zorgt ervoor dat we meer kijken
naar wat zij wél kunnen in plaats van hen eenzijdig af
te rekenen op wat ze niet zouden kunnen.
Deze vier kwaliteiten gelden voor alle domeinen en
vakken. Ook zijn ze relevant voor alle ontwikkelfases
en leeftijden van leerlingen, zelfs na het funderend
onderwijs. Ze zouden het vertrekpunt kunnen zijn in
de groep, in de vorm van stimulerend vakoverstijgend
onderwijs waarin allerlei van belang zijnde kennis
domeinen en vaardigheden – zoals cultuur, taal, reke
nen, oriëntatie op de wereld en op jezelf, en digitale
geletterdheid – een plek vinden.
Prof. dr. Juliette Walma van der Molen is ontwikkelingspsycholoog, hoogleraar aan de Universiteit Twente en directeur Center for Science Education and Talent Development
Juliette en Tim zijn vanuit de Universiteit Twente betrokken bij De Cultuur Loper. Zij ontwikkelen een leerling-volgmethode waarmee de vorderingen van leerlingen op het gebied van cultuureducatie kunnen worden gevolgd. De relatie tussen cultuureducatie en talentontwikkeling staat daarin centraal.
visie 23
Hoe sluiten makers uit het derde domein aan bij de wensen van scho-len? Spreken zij dezelfde taal als het gaat om cultuureducatie? De mede-werkers educatie van Artemis, Het Noordbrabants Museum en De Stilte over het spreken van die taal. Vier vragen aan...
Hoe sluit Het Noordbrabants Museum aan bij De Cultuur Loper? Tim Veldhuis: “We werken samen met verschillende scholen, waaronder
De Cultuur Loperschool De Bolster in SintMichielsgestel. De scholen
geven input en feedback en daardoor weten we zeker dat onze educatie
programma’s aansluiten bij de wensen uit het onderwijs. Met De Bolster
zijn we om de tafel gaan zitten om samen te kijken waar cultuur en kunst
nog in het onderwijs ontbreken. Bij deze school was dat op het gebied
van erfgoed. We ontwikkelen nu een programma voor groep 4 en groep
8, zodat de leerlingen na vier jaar over hun eigen ontwikkeling kunnen
reflecteren.”
Hoe gebruik je de competenties cultuur educatie?“De competenties cultuur educatie zijn wat mij betreft erg belangrijk. Ze
blinken uit in hun eenvoud en het zijn termen die iedereen begrijpt. We
komen indirect in aanraking met de competenties cultuureducatie en ze
sluiten goed aan op onze eigen educatieve visie ‘kijken, doen en tonen’.
Wij zorgen ervoor dat kinderen tijdens museumlessen hun receptieve
vermogen gebruiken. En als ze aan de slag gaan, zetten ze hun analy
serend en creërend vermogen in. Uiteindelijk tonen ze hun werk in het
museum en daarbij komen reflectie en presentatie om de hoek kijken.”
Wat brengt dat kinderen?“Kinderen zijn na afloop van zo’n les ontzettend trots op wat ze hebben
gemaakt. Hun werk is te zien in het museum en dat is voor hen bijzonder:
ze hebben iets gecreëerd en mo
gen het daarna presenteren.”
Hoe zorg je ervoor dat je dezelfde taal spreekt als de school?“Als je eenmaal met de school in
gesprek bent, is de taal geen pro
bleem. Het is niet dat we elkaar
niet begrijpen, het is meer dat
het lastig is de tijd te vinden om
samen te zitten. Bij het ontwikke
len van een programma nemen
we de leerkracht mee in het
traject. Ik kies bijvoorbeeld een
aantal kunstwerken uit en loop
samen met de leerkracht door
het museum, die dan zijn of haar
mening kan geven. Inhoudelijke
beslissingen nemen we samen,
het is cocreatie.”
Tim Veldhuis is medewerker Educatie van Het Noordbrabants Museum
...Het Noordbrabants Museum
Spreken we dezelfde taal?
} te
kst S
imon
e Vo
s
Hoe sluit De Stilte aan bij De Cul-tuur Loper?Luydgarde RijnenHuiskamp:
“We zijn in 2014 op drie De
Cultuur Loperscholen gestart
met een driejarig dansproject. De
scholen hebben het inspiratiejaar
achter de rug en dat was een be
langrijk jaar. Hierin leerden ze De
Stilte kennen en leerden wij de vi
sie van de scholen kennen. In het
inspiratiejaar maken de scholen
elk op hun eigen manier kennis
met dans. De ene school heeft
een meer afwachtende houding
en de andere wil al gelijk op een
actieve wijze kennismaken.”
Hoe gebruiken jullie de competen-ties cultuureducatie?“Ons gezelschap werkt gericht
met de competenties cultuur
educatie. In het materiaal dat
wij maken voor de lessen en
workshops zijn de competenties
vertegenwoordigd. Het accent
ligt nu nog vooral bij ons. In
opdrachten is er bijvoorbeeld
ruimte genoeg voor de kinderen
om te experimenteren. Kinderen
onderzoeken de mogelijkheden
van bewegingen en we reflecte
ren met de leerlingen na afloop
van de les over wat ze hebben
gezien of gedaan.”
Wat brengt dat kinderen?“De directeur van een van de
scholen zei tegen ons: ‘Jullie
hebben iets in gang gezet, de
school is letterlijk en figuurlijk in
beweging.’ De kinderen voelen
...ArtemisHoe sluit Artemis aan bij De Cultuur Loper?Erica van de Kerkhof: “We hebben één project bij een
De Cultuur Loperschool in Dongen: Dubbelleren.
Hierin leert de leerkracht om in de lessen meer met
een theatervoorstelling te doen en drama in te zetten.
De grote kracht van De Cultuur Loper is dat die een
bewustzijn creëert waardoor je op een andere manier
tegen kunst aan kunt kijken. Maar domein 3 mag
daarin nog wel meer aanwezig zijn.”
Hoe gebruiken jullie de competenties cultuureducatie?Liesbet Swings: “We maken bij onze voorstellingen
een educatief programma. Dat zien we als een hink
stapsprong: de kinderen maken tijdens de voorbe
reiding eerst kennis met de voorstelling. Dan volgt
de stap waarin ze naar de voorstelling gaan en deze
beleven. Daarna moeten ze weer landen en verwer
ken wat ze hebben meegemaakt. In die landing, daar
zit het reflecterend vermogen. Het creërend vermo
gen komt aan bod wanneer de kinderen aan de slag
gaan met de voorstelling.”
Wat brengt dat kinderen?Liesbet: “Soms zeggen kinderen na de voorstelling:
‘Ik snapte het niet.’ Maar als je er dan over doorpraat
en erop reflecteert, blijken ze het wel te snappen.
Kinderen ervaren de competenties indirect en daar
om is het van belang dat instellingen en leerkrachten
beseffen dat kunst die competenties kan bedienen.”
Hoe zorg je ervoor dat je dezelfde taal spreekt als de school?Erica: “In het educatiemateriaal bij voorstellingen
kunnen we goed inspelen op de vraag van de school.
Het project Dubbelleren is toegespitst op theater en
woordenschatontwikkeling omdat deze school dat
wilde. In gesprekken met de school kijken we naar
wat wij kunnen betekenen en wat de school zelf heeft
aan materiaal. Deze school gaf aan dat ze een avon
tuur aan wilde gaan en dan hebben wij veel vrijheid.”
Erica van de Kerkhof is educatiemedewerker en Liesbet Swings is educa-tiemaker bij Artemis.
zich vrijer met hun lijf en ze zijn
creatiever bij andere vakken.”
Hoe zorg je ervoor dat je dezelfde taal spreekt als de school?“In het inspiratiejaar hebben we
vooral veel geluisterd en zijn we
het gesprek aangegaan met de
scholen. Door op scholen actief
te zijn krijg je beter mee welke
visie een school heeft. Ik ga na
de lessen ook in gesprek met de
leerkracht en ik kan mijn vervolg
activiteiten en de leerroute ter
plekke bijsturen. Alles gebeurt in
samenspraak.”
Luydgarde Rijnen-Huiskamp is combinatie-functionaris Danseducatie bij De Stilte
...De Stilte
vraag & antwoord 25
5
Visievorming
De Cultuur Loper bestaat uit coaching, scholing en een online instrument
waarmee een school in 8 stappen een eigen visie ontwikkelt op cultuur
educatie. Centrale vraag daarbij is: ‘Wat willen we onze leerlingen in acht jaar
meegeven?’ De school leert – met hulp van coaches en intermediairs – ambi
ties te vertalen in culturele competenties. Dit mondt uit in een meerjarenvisie
op cultuureducatie en een plan van aanpak. Het resultaat legt de school naast
wat ze allemaal al doet en in huis heeft, waardoor duidelijk wordt waar even
tuele kansen liggen. De expertisecentra onderscheiden drie culturele compe
tenties: onderzoekend, creërend en reflecterend vermogen. De vermogens zijn
vertaald naar gedragsindicatoren, zodat je als leerkracht kunt observeren en
bijhouden hoe de leerlingen zich ontwikkelen.
} te
kst B
ea R
os
De Culturele Ladekast is primair gericht op het product: een doorlopende leerlijn verankerd in het onder wijsprogramma
De Cultuur Loper & De Culturele Ladekast
Noord-Brabant kent twee programma’s die scholen helpen bij cultuureducatie: De Cultuur Loper van de provinciale expertisecen-tra Kunstbalie en Erfgoed Brabant, en De Culturele Ladekast van de vijf gro-te Brabantse steden (B5). Hoewel ieder op een eigen manier ondersteuning en aanbod heeft voor scholen, staan ze samen pal voor cultuureducatie met kwa-liteit. De Cultuur Loper en De Culturele Ladenkast: de overeenkomsten en de verschillen.
Leerlijnen
De Culturele Ladekast is
een raamwerk waarmee scholen,
in samenwerking met cultuuraanbie
ders, een doorlopende leerlijn (cultuur
educatie algemeen of per kunstdiscipline)
kunnen vormgeven. Startpunt is de eigen vraag
en visie van de school. Elk van de vijf Brabantse
steden legt eigen accenten op basis van het (lokale)
aanbod en de inzet van de school zelf. Alle leerlijnen zijn
gebaseerd op vier culturele competenties: receptief, creërend,
reflectief en analyserend vermogen. Deze vermogens zijn ver
taald naar doelen per twee leerjaren (12 t/m 78), zodat de school
kan werken aan een doorlopende leerlijn.
De 5 grote Brabantse steden zijn
Breda, Eindhoven, Helmond,
’s-Hertogenbosch en Tilburg.
26 achtergrond
De Cultuur Loper is primair gericht op het proces: vanuit visievorming het eigen cultuur-
programma versterken
Landelijk beleidIn de landelijke stimuleringsregeling Cul-
tuureducatie met Kwaliteit (2013-2016) staan
deskundigheidsbevordering van leerkrachten
en educatief medewerkers, doorlopende leer-
lijnen en het ontwikkelen van beoordelings-
instrumenten voor cultuureducatie centraal. In
opdracht van het ministerie van OCW maakte
de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) een
leerplankader kunstzinnige oriëntatie, uitge-
werkt in vier (algemene) leerlijnen: beeldende
vakken, dans, drama en muziek. Net als bij de
beide Brabantse programma’s draait het om
competenties en het creatieve ontwikkelings-
proces van leerlingen. Datzelfde geldt voor
Cultuur in de Spiegel, het grote onderzoeks-
project onder leiding van de Groningse hoog-
leraar Barend van Heusden. Ook hierin zijn
cultureel (zelf)bewustzijn en reflectie centrale
concepten en gaat het niet primair om het
verwerven van vakinhoudelijke vaardigheden,
maar vooral om de persoonlijke ontwikkeling
van leerlingen. De culturele competenties
sluiten aan bij de zogeheten 21ste-eeuwse
vaardigheden als kritisch en creatief denken,
problemen oplossen en onderzoeken.
Trainingen
Beide programma’s voorzien in deskundigheids
bevordering, zoals trainingen, workshops en coaching
voor scholen en cultuuraanbieders. Bij De Cultuur
Loper staan visievorming, bewustwording en com
petentiegericht denken centraal. Bij De Culturele
Ladekast zijn de trainingen gericht op visievorming
en praktischer van aard. Zo zetten de B5 bijvoor
beeld coaches in die leerkrachten ondersteunen in
het verzorgen van kunstlessen. Zowel de B5 als de
provinciale expertisecentra huldigen het standpunt
dat leerkrachten veel zelf kunnen (leren), maar dat
gevarieerde en goede cultuureducatie altijd vorm
krijgt in samenwerking met cultuuraanbieders. In de
leerlijnen van de B5 is dat (professionele) kunstaan
bod al verankerd. Kunstbalie en Erfgoed Brabant
borgen dit door scholen aan te sporen te putten uit
3 domeinen: In huis, Met de culturele omgeving en
Uit de grote wereld.
Vakinhoud
In De Cultuur Loper draait het meer om de
competenties dan om specifieke vakinhoud of
kunstdisciplines. Dit vanuit de gedachte dat een kind
culturele competenties kan verwerven met muziek, maar
evengoed met beeldende kunst. Het gaat er vooral om dat
een school nadenkt over wat ze de leerlingen precies wil bij
brengen met een muziekles, museumbezoek of de gastles van een
kunstenaar. Mede om die reden ontwikkelen de provinciale expertise
centra binnen De Cultuur Loper niet zelf aanbod. De B5 doen dat samen
met lokale cultuuraanbieders juist wel, en sluiten met hun aanbod aan op
vragen en wensen van scholen.
Gemeenten met ambitie
} te
kst I
lonk
a de
Rid
der }
foto
Ben
Nie
nhui
s
Ad van Drunen is vanuit Kunstbalie projectleider Cul
tuureducatie met Kwaliteit (CmK) in NoordBrabant.
Hij onderhoudt de contacten met het Fonds voor
Cultuurparticipatie (FCP), met collegainstelling Erf
goed Brabant en de 27 deelnemende gemeenten ten
behoeve van de jaarlijkse inhoudelijke en financiële
verantwoording. Al twee jaar ervaart hij bijna dage
lijks dat alle betrokkenen binnen de 27 gemeenten
“de nek uitsteken” om de regeling CmK met behulp
van De Cultuur Loper tot een succes te maken. “Men
probeert uit, is kritisch, stelt bij en denkt mee.”
Na twee jaar blijkt dat de deelnemende gemeenten
zeer betrokken zijn bij de lokale organisatie van
cultuureducatie. “Het mooie van De Cultuur Loper
is niet alleen dat gestaag wordt gewerkt aan betere
cultuureducatie, maar ook dat de 27 gemeenten een
bijdrage leveren aan de instandhouding van de lokale
cultuureducatieve basisvoorziening en een duurzame
samenwerking van scholen met hun culturele om
geving stimuleren.”
Nu bekend is dat de regeling CmK tot en met 2020
wordt verlengd, krijgen gemeenten de kans hun
ambities nog verder te verwezenlijken. De successen
zullen naar verwachting van Van Drunen een ‘trigger’
zijn voor meer gemeenten, scholen en cultuuraan
bieders om met De Cultuur Loper aan de slag te gaan.
“De 27 gemeenten dienen dan tot een aansprekend
voorbeeld voor anderen.” |
Maar liefst 27 gemeenten startten in 2013 met De Cultuur Loper. Zij tekenden voor vier jaar een overeenkomst met
als doel het cultuuronderwijs op hun scholen te ver-beteren. Daarmee tonen zij ambitie, nemen verantwoor-delijkheid en wordt cultuureducatie lokaal gefaciliteerd.
Gemeenten met ambitie “Cultuureducatie draagt eraan bij dat jeugdigen een
leven lang actief dan wel passief blijven deelnemen aan culturele activiteiten” – gemeente Heusden
“Het is een groot goed als leerlingen op school in aanraking komen met diverse vormen van kunst en cultuur: om hun blik te verruimen, talenten te ontdekken en de vaardigheden te leren die hard
nodig zijn in de 21ste eeuw. Dit begint allemaal op school” – gemeente Schijndel
“Cultuureducatie heeft een prominente plaats in het totale cultuurbeleid van onze gemeente, met
een duidelijke positie en relatie met het onderwijs. Op jonge leeftijd kunnen kinderen ‘ruiken’ aan
de verschillende disciplines van kunst en cultuur. Zeker ook de kinderen die deze beleving anders niet
meemaken” – gemeente Veghel
“Met de regeling CmK kunnen we als kleine ge-meente, met weinig middelen, een groot verschil
maken voor leerlingen van al onze scholen. Wij hopen hiermee de achterstand op het gebied van de
(culturele) ontwikkeling ten opzichte van grotere gemeenten en steden te minimaliseren” – gemeente
Woudrichem en Aalburg
“Door de regeling zijn bestuurders nog meer het belang van goed cultuuronderwijs gaan inzien,
waardoor zij de komende jaren budget beschikbaar blijven stellen. Het wordt zeer gewaardeerd dat ook
het rijk en de provincie bijdragen en dit tot en met 2020 blijven doen” – gemeente Etten-Leur
“De regeling CmK vormt de basis van waar uit een toekomstbestendige lokale infra structuur wordt
gebouwd” – gemeente Boxtel
“Wij vinden de Brabantse aanpak met De Cultuur Loper als invulling van CmK heel goed. Voor de toe-
komst streven wij ernaar het aantal deelnemende scholen uit te breiden” – gemeente Uden
De meerwaarde van matchen Van 2013 tot en met 2016 investeren 27 Brabantse gemeenten, Kunst-
balie, Erfgoed Brabant en het Fonds voor Cultuurparticipatie jaarlijks
1,8 miljoen euro in De Cultuur Loper. Door de matching van gelden van-
uit rijk, provincie en gemeenten worden verantwoordelijkheden over
drie overheden verdeeld en is er in totaal 7,2 miljoen euro beschikbaar
om te werken aan de doelen van Cultuureducatie met Kwaliteit.
achtergrond 29
Het belang van een goede
buur
Kansen voor nieuwe projectenVoor het traject van De Cultuur Loper zijn investerings-
programma’s ingesteld. Het Investeringsprogramma
De Cultuur Loper PO-De Provinciale Plus biedt een extra
bijdrage aan activiteiten en scholing. Lokale projecten
die provinciebreed beschikbaar kunnen worden gesteld,
komen in aanmerking voor een investeringsbijdrage.
Sinds de start in 2014 tot medio 2015 zijn 26 verzoeken
gehonoreerd en is een totaalbedrag van € 218.000
toegezegd. Het investeringsprogramma eindigt op
31 december 2016.
Intermediair Dian Langen-huijzen (Cube in Bernheze) stimuleert de samenwerking tussen scholen en hun cul-turele omgeving. Aanbod brengen maakt steeds vaker plaats voor co-creatie.
“Het tweede domein, de culturele omgeving van
de school, is heel belangrijk. Kinderen worden zich
bewust van wat er allemaal gebeurt in hun omgeving
en raken daarbij betrokken. Ze komen bijvoorbeeld
de kunstenaar met wie ze samen een mozaïekbankje
hebben gemaakt, weer tegen in de winkel. En ze zien
dat bankje staan en zijn er trots op dat ze daaraan
meegewerkt hebben. Het brengt hun respect bij voor
kunst. Ze leren bovendien: cultuur gaat over mij,
hoort bij mij, en ik mag daaraan meedoen.
Als school heb je niet alle expertise zelf in huis. Daar
om stimuleer ik scholen om samen te werken met
kunstenaars en aanbieders uit de buurt. Dan kun je
echt werken vanuit de culturele competenties en de
schoolthema’s. Zo bereik je meer diepte. Steeds va
ker werken we eenopeen met een school, dan kun
je maatwerk creëren. We stimuleren dat mensen van
buitenaf hun kennis delen met de leerkrachten, en zo
gaat het groeien.
Iemand van buiten de school kan leerkrachten anders
naar dingen laten kijken. Je brengt bovendien het ge
sprek in het team op gang. Zo wordt cultuureducatie
hun ding in plaats van mijn ding. Was ik vroeger aan
jager en inspirator, nu ben ik ook coach en partner.
Steeds vaker is er sprake van samen creëren.
Een mooi voorbeeld van cocreatie is ons nieuwe
project WAT ANDERS. De icc’ers zeiden me: we vin
den het moeilijk om het reflecterend vermogen han
den en voeten te geven. Daarop hebben we samen
dit project opgezet, waarin we kinderen stimuleren
na te denken over wie ze zijn, wat hun talent is en hoe
ze dit kunnen inzetten om samen met anderen de
wereld te verbeteren. Alle 11 basis scholen doen mee
met 3000 kinderen van groep 1 tot en met 8. Het gaat
echt leven in Bernheze, steeds meer mensen sluiten
zich erbij aan, zoals ouders, sponsoren en vrijwilli
gers. De beoordelingscommissie van het investe
ringsprogramma waar we een beroep op hebben
gedaan [zie kader, red.] was onder de indruk van de
impact die het project nu al heeft.” |
} te
kst B
eo R
os }
fot
o Be
n N
ienh
uis
30 interview
Ook buiten Brabant
“We waren binnen ons totale
scholingsprogramma op zoek
naar een manier waarop we
scholen kunnen ondersteunen
in het kader van de regeling
Cultuureducatie met Kwaliteit.
Wij vinden de aard van De Cul
tuur Loper erg interessant omdat
scholen zich met dit vierjarige
programma bewust worden van
het belang van kunsteducatie.
Vragen als ‘Waarom vinden
we kunsteducatie belangrijk?’
en ‘Hoe willen we die educatie
uitvoeren en met wie?’ zijn hierbij
essentieel,” vertelt Jacobse.
Coachende houding
De situatie in ZuidHolland ver
schilt van die in NoordBrabant.
De provincie in het westen heeft
geen provinciaal kunsteducatie
beleid, maar 10 regionale projec
ten die penvoerders (vergelijkbaar
met de intermediairs in Brabant)
uitvoeren. Kunstgebouw onder
steunt deze penvoerders. “In de
tweede helft van 2013 kwamen
we via Kunstbalie met De Cultuur
Loper in aanraking. We wisselen
regelmatig uit waar we mee bezig
zijn en het Brabantse programma
klonk goed. Het eigenaarschap
dat bij de school ligt en het wer
Niet alleen in Noord-Brabant is De Cultuur Loper een gewild instrument, ook in de provincies Zuid-Holland, Overijssel en Zee-land is er grote interesse. Verolique Jacobse, hoofd Informeren en Netwerken van Kunst gebouw in het Zuid-Hollandse Rijswijk,
vertelt waarom zij met De Cultuur Loper werkt.
ken met waar de school behoefte aan heeft, dat is mooi.” Ook de rol van
de Kunstgebouwcoach voor de scholen is voor Jacobse een boeiende.
“We weten dat leerkrachten enorme doeners zijn en dat het ‘waarom’
vaak lastig voor hen is. Daar kunnen wij dan in coachen.” Een andere
reden om de werkwijze van De Cultuur Loper over te nemen is het wer
ken met de ambities. “De stappen die in het traject voorbijkomen, zijn
interessant. De scholen krijgen duidelijk voor ogen wat hun ambities zijn,
wat ze al doen en wat ze nog kunnen verbeteren.”
Groeien
“De Cultuur Loper in ZuidHolland lijkt op die in Brabant, maar we
hebben een aantal aanpassingen gedaan. Bij de meerjarenvisie heb
ben we bijvoorbeeld de receptieve kunsteducatie meer benadrukt en
we wilden de verbeeldingskracht een prominentere plek geven in het
traject. Een aantal regio’s waarin wij werken, is wat traditioneler dan
Brabant. Daar denk je als Kunstgebouw over na, want je wilt meegaan
met de identiteit van de regio. Dat is juist zo goed aan De Cultuur Loper;
scholen kunnen zelf aangeven wat ze belangrijk vinden.” In de regio’s
AlblasserwaardVijfheerenlanden, GoereeOverflakkee en VoornePutten
doen 30 scholen mee en 5 scholen in de regio HollandRijnland werken
met onderdelen van De Cultuur Loper. Jacobse heeft voor de komende
jaren de ambitie om te groeien: “We willen meer scholen stimuleren om
het De Cultuur Lopertraject te gaan volgen. Want cultuureducatie geeft
kinderen mooie en betekenisvolle ervaringen.” |
ZwolleIn de Overijsselse hoofdstad is Stad-
kamer, de organisatie voor amateur-
kunst en cultuureducatie, een pilot
gestart met 2 scholen in het voortgezet
onderwijs. Kunstbalie begeleidt Stad-
kamer hierin.
ZeelandIn de provincie Zeeland onderzoekt
Allies Swinnen de mogelijkheden voor
het invoeren van De Cultuur Loper.
Haar organisatie Cultuureducatie
boven C-niveau krijgt waar nodig
input van Kunstbalie.
} te
kst S
imon
e Vo
s
interview 31
1.2.
Lessen over erfgoed
Vijf gouden regels
} te
kst M
ijke
Pol e
n Ro
b va
n Oi
jen
Een jaar geleden formuleerde Erfgoed Brabant vijf gouden regels voor het inrichten en uitvoe-ren van erfgoedlessen in het basisonderwijs. Nu vertellen scholen hoe zij de regels in de praktijk hebben gebracht.
Zorg voor een zinvolle beleving
Lisette van Aert, basisschool Sint
Petrus in Boxtel: “Onze school zit
in een monumentaal gebouw en
bevindt zich op de historische as
tussen de Petruskerk en Kasteel
Stapelen. Hierdoor krijgen onze
leerlingen al veel mee van het be
lang van cultureel erfgoed. Jaar
lijks mag groep 4 de Petruskerk
beklimmen. Ter voorbereiding
vertellen we de leerlingen al over
de te bezoeken locatie, zodat
ze ter plekke gerichter kunnen
kijken. Ze leren het gebouw te
plaatsen op de tijdlijn. Achteraf
hebben we een groepsgesprek in
de klas. Wat hebben de kinderen
gezien en wat was hun ervaring?
Je merkt dat het bezoek daar
door leeft bij de leerlingen.”
Zet met uw erfgoed lessen aan tot historisch redeneren
Hetty Neveu en Janneke Vanhouten, basisschool Torenschouw in
Oosterhout: “In de lente organiseren we jaarlijks een erfgoedweek. Alle
groepen gaan dan aan de slag op diverse niveaus. Combinatiegroep 1/2
‘vindt’ een koffer met allerlei spulletjes uit het museum, zoals een oud
penseel. Ze leren waar een museum voor dient en waarom het belang
rijk is om voorwerpen uit het verleden te bewaren. Ook verstoppen we
spulletjes in de zandbak, waarna de leerlingen als echte archeologen
aan de slag gaan. Groep 7/8 verdiept zich in de Tweede Wereldoorlog en
verzamelt verhalen uit Oosterhout. Op basis van hun vondsten maken ze
een tentoonstelling. In de klas discussiëren ze over morele kwesties. Zou
je bijvoorbeeld vriendjes kunnen zijn met een kind van foute ouders?”
32 in de praktijk
3.
4.
5.Heb het lef!
Lisette: “Het is goed om ouders te betrekken bij de
erfgoedlessen. Dat kan door foto’s op de schoolweb
site te zetten, maar ook door (groot)ouders in de klas
uit te nodigen. Laatst kwam iemand vertellen over
cassettebandjes. De leerlingen luisterden onbewo
gen: geen kind wist wat het waren.”
Hannie Wijnands van basisschool
Het Fundament in Gende
ren: “Bij verschillende
projecten gebruiken
wij een kijkwijzer.
Aan leerlingen
vragen we:
wat zie
je?
Wat valt je op? Samen gaan we
erop uit om oude gebouwen te
bekijken. Dit jaar zijn we naar
een voormalige school geweest
en vroegen we de kinderen hoe
je kunt zien dat hier ooit les
gegeven werd. Zo leren ze goed
te kijken. In de klas bestuderen
we voorwerpen en speelgoed.
We merken dat goed kijken
voor verwondering zorgt en de
fantasie prikkelt. Kinderen ont
dekken zelf wat de functie van
een gebouw is of wat je met een
oude koffiemolen kunt. Hierdoor
onthouden ze het beter en is
het veel spannender dan een
traditionele les.”
Goed leren kijken: wat zie je?
Laat leerlingen hun waarnemingen onder woorden brengen
Anton Willemse van basisschool De Coppele in Oisterwijk: “Op onze
school is veel aandacht voor woordenschatontwikkeling. Samen met
Elly, onze intermediair Cultuur met Kwaliteit, hebben we de Cultuurflits
ontwikkeld. Ze is alle groepen langsgegaan met een voorwerp dat voor
haar een persoonlijke betekenis had. Door vragen te stellen kwamen kin
deren achter de betekenis. Dat geven we ze mee: cultureel erfgoed gaat
vooral over verhalen. Kinderen gaan ook met elkaar een dialoog aan. Ze
praten over een oud horloge van opa of een zelfgemaakt kunstwerk. Ze
leren kijken en luisteren en refereren aan hun eigen kader. We houden
taaldenkgesprekken en brengen daarmee het debat naar een niveau dat
kinderen aankunnen.”
Hetty en Janneke: “Het is belangrijk om aandacht te
besteden aan het erfgoed in de omgeving. Leerlingen
kennen de gebouwen, maar weten vaak niet hoe oud
ze wel niet zijn. Waarom is dat destijds op die manier
gebouwd? En hoe houden ze het allemaal staande?
Zo kom je makkelijk in aanraking met erfgoed.”
Anton: “Vertrouw erop dat niets te gek is. Wil je
eigenlijk de school uit omdat er buiten beter geleerd
kan worden: ga dat dan doen! Laat de kinderen het
erfgoed zien. En experimenteren mag. Niet alles hoeft
van voor tot achteren voorbereid te zijn. Je doet iets,
evalueert het daarna en vervolgens leer je ervan.”
Hannie: “Erfgoededucatie komt niet boven op de
ge wone methodes. Daar praat ik met ons team over.
Soms kun je met een kleine aanpassing loskomen
van de reguliere lesstof en een erfgoedproject doen.
Dat is soms waardevoller dan de lesstof uit een boek.”
in de praktijk 33
In de uitgangspuntenbrief voor
het cultuurbeleid 20172020 van
minister Bussemaker lezen we dat
kwalitatief hoogstaand cultuur
onderwijs een speerpunt is. Het
besluit om aan de regeling Cultuur
educatie met Kwaliteit gevolg te
geven tot 2020 is hier een positief
uitvloeisel van. Betrok kenheid
van school besturen en samen
werking tussen onderwijs en cul
tuursector zijn aandachtspunten.
Scholing van leerkrachten, direc
teuren en bestuurders krijgt de
komende periode extra aandacht.
Het accent op samenwerking tus
sen scholen en culturele instel
lingen sluit goed aan bij de extra
aandacht die de buitenschoolse
cultuureducatie momenteel krijgt
van de provincie.
Impuls Muziekonderwijs
De Impuls Muziekonderwijs is be
doeld om leerkrachten te trainen
in het geven van muziekonderwijs
en te leren samenwerken met
partijen uit het muziekveld, zoals
muziekscholen, harmonieën en
poppodia. De definitieve regeling
wordt halverwege oktober 2015
gepubliceerd. Aanvragen kunnen
vanaf november doorlopend
worden ingediend. De site
www.cultuurparticipatie.nl voor
ziet in meer informatie.
} te
kst M
ax v
an A
lphe
n }
fot
o Be
n N
ienh
uis Kansen
in komende jarenWelke kansen biedt het rijksoverheidsbeleid in de komende jaren aan scholen met ambitie ophet gebied van cultuur-educatie? Inmiddels worden de eerste con-touren zichtbaar van de mogelijkheden voor aanvullende financie-ring van projecten.
Max van Alphen, senior adviseur bij Kunstbalie, ondersteunt scholen bij het opstellen van aanvragen voor extra financiering van cultuurprojecten
Subsidieregeling Professionalisering Cultuuronderwijs
De Subsidieregeling Professionalisering Cultuuronderwijs geeft basis
scholen de kans om cultuuronderwijs beter te verankeren in het curricu
lum van de school. Binnen deze regeling zijn er mogelijkheden voor de
financiering van visieontwikkeling van besturen, het concreet maken van
deze visie in schoolwerkplannen en het professionaliseren van school
directies en leerkrachten. Een aanvraag indienen bij deze regeling kan tot
maart 2016. De uitvoering mag maximaal twee jaar duren (dus tot 2018).
Provinciale advisering en ondersteuning
Kunstbalie en Erfgoed Brabant gaan in ieder geval door met het verder
implementeren van De Cultuur Loper in Brabant. Deze succesvolle
methode wordt medio 2015 op 166 scholen gebruikt om het cultuur
onderwijs vorm te geven. De ambitie van zowel de provincie als het rijk
is om meer scholen te betrekken bij De Cultuur Loper. Hoe deze ambitie
concreet vorm krijgt, hangt af van de uitwerking van de inhoud van de
regeling CmK door rijk en provincie. De vervolgregeling verschijnt naar
verwachting medio 2016. Kunstbalie en Erfgoed Brabant blijven scholen
adviseren over het opstellen van aanvragen voor aanvullende financie
ring. Zij kunnen ook helpen mogelijkheden op landelijk en lokaal niveau
op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld door combinaties te maken tussen
de Impuls Muziekonderwijs en De Cultuur Loper. Daardoor ontstaat er
voor de school een aanpak die realistisch en overzichtelijk is voor docen
ten en die optimaal gebruikmaakt van de geboden ondersteuning (zowel
financieel als inhoudelijk). |
34 actueel
tot slot 35
De Cultuur Loper wordt ontwikkeld door Kunstbalie
in samenwerking met Erfgoed Brabant, als onder
deel van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit.
Het programma komt in cocreatie tot stand met
lokale intermediairs, kunstencentra, scholen,
cultuur aanbieders en gemeenten in NoordBrabant.
Meer weten over De Cultuur Loper?
Kunstbalie
Postbus 606 | 5000 CA Tilburg
t 013 464 82 80
www.decultuurloper.nl
www.kunstbalie.nl
www.erfgoedbrabant.nl
Dit tijdschrift is een uitgave van Kunstbalie en Erfgoed Brabant.
© oktober 2015
redactieIlonka de Ridder-Lebon Clara LindersMatthijs LeendertseTera Uijtdewilligen Ninke van der Heijden
corrector Yvette Cordfunke
ontwerp en opmaak FoURPAcK ontwerpers, ’s-Hertogenbosch
drukwerk Drukkerij Tielen, Boxtel
fotografie Erik van der Burgt, Ben Nienhuis, Gerard-Jan Vlekke, Roy van Weverwijk, Simone Vos, Ilse Wolf
met bijdragen van Eric Alink, Max van Alphen, Brecht Demeulenaere, Ad van Drunen, Boris van de Ham, Tim Post, Bea Ros, Mijke Pol, Rob van Oijen, Simone Vos, Juliette Walma van der Molen, Roy van Weverswijk
met dank aan allen die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit tijdschrift
Niets uit deze uitgave mag in enige vorm of op enige wijze worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Kunst balie. De redactie staat in voor de rechten en betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen informatie waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. In geval van vragen kan contact worden opgenomen met Kunstbalie.
Colofon
Cultuureducatie met Kwaliteit in de etalage
Via de website www.cultuureducatiemetkwaliteit.nl
maakt het Fonds voor Cultuurparticipatie de landelij
ke opbrengsten van de regeling Cultuureducatie met
Kwaliteit (CmK) zichtbaar. Op de site staan alle 54
programma’s. Daarnaast etaleert de site inspiratie
projecten die onder de vlag van CmK zijn gecreëerd.
KunstSelect
De tools die zijn ontwikkeld voor De Cultuur Loper
worden gebruikt om ook andere Brabantse scholen
te ondersteunen bij het samenstellen van een vol
waardig cultuureducatief programma. Bijvoorbeeld
via KunstSelect: landelijk geselecteerd kunstaan
bod, waarbij educatie wordt ontwikkeld vanuit de
competenties cultuureducatie. KunstSelect brengt
leer lingen in contact met kunst uit de grote wereld
(domein 3). www.kunstbalie.nl/kunstselect
Enthousiaste intermediairs en coaches van Kunstbalie en Erfgoed Brabant over #decultuurloper
@JannekevanSummeren: Uitdaging voor #Decultuurloper: nog meer naar de dagelijkse praktijk
@RoyvanWeverwijk: Proberen de goede ‘brandstof’ te vinden om de
motor van scholen draaiende te houden #eigenaarschap
@CecileCooijmans: Focus op #duurzaam samenwerken
@TrefpuntHeusden: #Portfolio waarin groei en
ontwikkeling van leerling ineens #doorlopende
leerlijn blijken te zijn
@DieuwertjeDenigtere: We gaan
dit schooljaar weer aan de slag
met #erfgoededucatie waarbij we
ook willen samenwerken
met andere disciplines binnen
#Decultuurloper: zin in!!
@PaulineUijdehaag: Het hele #team v/e
#school #inspireren en #bewust laten
worden. #Decultuurloper
@PetraFrissen: #Decultuurloper: de best mogelijke versie van jezelf worden
@BeppieSmit: Uitdaging #Decultuurloper
2016: eigenheid en tegelijkertijd samenhang
voeden
@PatriceMatthee: Soms lijken het ministappen, maar eigenlijk zijn er
al enorme stappen gemaakt met scholen #Decultuurloper
@BramRelouw: Stijgende betrokkenheid schoolbesturen biedt veel kansen om lokaal (bestuur, school, gemeente, aanbieders, intermediairs) duurzame innovatieslagen te maken
@IngeborgSchuster: ‘Heb lef!’
is 1 van de 5 gouden regels voor
#erfgoededucatie #wijzermeterf-
goededucatie #Decultuurloper
@MarlonvanCasteren: Met gemeente en directie #VarendonckCollege plannen smeden voor #toekomst. Hoe gaan we samen culturele ambities waarmaken?
@IngridRuijgh: Mooi perspectief #Decultuurloper-coach: niet invullen
maar doorvragen!!
@LuanaBerghmans: Kunst ervaren kan binnen de #3domeinen, maar vooral gewoon in je buik