DAG! Nummereen magazine zomer 2012

12

description

DAG! magazine is een uitgave van Nummereen Kinderopvang. Het magazine informeert ouders, opvoeders en andere relaties over belangrijke, informatieve en leuke ontwikkelingen en gebeurtenissen die binnen Nummereen Kinderopvang plaatsvinden.

Transcript of DAG! Nummereen magazine zomer 2012

Page 1: DAG! Nummereen magazine zomer 2012
Page 2: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

ColofonDAG! magazine is een uitgave van Nummereen Kinderopvang. Het magazine informeert ouders, opvoeders en andere relaties over belangrijke, informatieve en leuke ontwikkelingen en gebeurtenissen die binnen Nummereen Kinderopvang plaatsvinden.

Nummereen KinderopvangPostbus 625530 AB Bladel0497 – 51 78 [email protected]

• DAG! magazine verschijnt vier keer per jaar.

• Oplage: 2.500 stuks.• (Eind)redactie:

afdeling PR & Communicatie.• Met medewerking van:

Rianne Heeren, Sabine Jansen, Hetty van de Sande, Pascale Spieringhs.

• Opmaak & vormgeving: 2d studio in vorm, Kaatsheuvel.

Wilt u iets kwijt?Heeft u tips? Opmerkingen? Een compli-mentje of een verbetersuggestie? Over de opvang, dit magazine of iets anders? We horen het graag. Samen kunnen we onze dienstverlening nóg beter maken. U kunt ons bereiken via [email protected] of 0497 – 51 78 14.

“Bent u tevreden? Zeg het voort! Bent u niet helemaal tevreden? Zeg het ons!”

Wat een gezelligheid, met al die kinderen! Dagelijks horen we de meest grappige en schattige uitspraken. Wat hebben we de laatste tijd gehoord?Gehoord: Taner ziet een air-

hockeytafel staan:>

ReactiesWe waren zelf erg trots op de eerste uitgave van ons magazine. Maar we maken DAG! natuurlijk niet voor onszelf, we maken ‘m voor u; onze lezers. We waren dan ook blij met de reacties die we van hen kregen:

• “Wat een mooi blad, ik heb het van begin tot eind gelezen!”

• “Wow, dat is weer een mijlpaal voor de organisatie!”

• “Is het mogelijk om in jullie blad mijn column te publiceren?”

• “Ik heb er net even doorheen gebladerd en wat ziet het blad er mooi en professioneel uit. Heel aan- sprekend ook met al die kleuren en foto’s: super!”

• “Typisch Nummereen; kwaliteit en professionaliteit op een gezellige manier!”

• “Complimenten! Schitterend tijdschrift, leuke artikelen en wat een mooie lay-out!”

• “Leuk en mooi magazine! Kijk al uit naar de volgende DAG!”

• “Wat ontzettend goed om een kijkje achter de scher-men te krijgen; ik weet uit ervaring wat ervoor nodig is vóórdat de kinderen de groep binnen komen lopen. Het is goed dat meer mensen hier inzicht in krijgen.”

• “Mijn dochter liet het magazine trots aan haar vrien-dinnetje zien: ‘deze is van mijn Nummereen’.”

Netersel

1x

Hulsel

1xCasteren

1xLage Mierde

2x

Hoogeloon

1x

Vessem

1x

Knegsel

2x

HoogeMierde

1x

Reusel

5xBladel

6xHapert

2xDuizel

1x

Eersel

4x

Steensel

1x

Wintelre

1x

Oerle

1x

Veldhoven

3x

Bergeijk

5x

Dommelen

1x

Facts & Figures• 40 locaties verspreid over 5 gemeenten

• 1.668 gezinnen maken gebruik van onze dagopvang

en buitenschoolse opvang• Ruim 260 medewerkers zetten zich dagelijks met

hart en ziel in voor al ‘onze’ kinderen. Deze mede-

werkers worden ondersteund door 17 medewerkers

vanuit Nummereen shared service center. • In 2012 vieren we ons 22-jarig bestaan

• We voeren 3 ‘labels’: Duimelot, De Paraplu en Clup

Hasta la Pasta• Daarnaast coördineren we op 22 basisscholen voor

2.670 kinderen het overblijven

2

Page 3: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

Goede[n]dagHet lijkt nog maar zo kort geleden dat ik onze eerste editie van DAG! mocht introduceren. Wat een goed gevoel om dat eerste exemplaar door te bladeren. En nu heeft u ons tweede nummer alweer in handen; de tijd vliegt! Leuk om te horen dat zowel ouders als partners en medewerkers enthousiast zijn en graag hun bijdrage willen leveren aan de inhoud van DAG!. In de vorige uitgave heeft u kunnen lezen hoe belangrijk we de stem van ouders vinden. Om dit ook door te trekken naar ons magazine zullen we met ingang van de volgende uitgave steeds een lid uit de oudercommissie (oc) als gastredacteur toevoegen aan de redactie.

Juni; de zomervakantie staat voor de meesten van ons voor de deur. We gaan er op alle locaties weer een heerlijke zomer van maken. Het vakantieprogramma voor de Cluppers is verstuurd, het kiezen kan beginnen. Dit keer staat het programma in het teken van ‘Amerika’. Met tal van activiteiten die passen bij dit thema. Ook bij alle kinderdagverblijven De Paraplu en Duimelot gaan we er weer een spetterende zomer van maken. De pedago-gisch medewerkers hebben tal van activiteiten in petto eveneens binnen bovengenoemd thema. De nadruk bij de 0-4 jarigen ligt natuurlijk op een leuke en gezellige dag waar de kinderen, zonder dat ze dat in de gaten hebben, spelenderwijs veel leren zodat hun bele-vingswereld weer een stukje groter wordt.

Achter de schermen beginnen we onze aandacht al te richten op het nieuwe jaar. Want alhoewel 2013 nog ver weg lijkt, is het na de zomervakantie alweer zo Prinsjesdag. Voor ons een belangrijk moment omdat het kabinet dan de plannen voor volgend jaar presenteert en wij dus weer weten met welke wet- en regelgeving we rekening moeten houden. We zijn echter al bezig met de voorbereidingen zodat we, rekening houdend met onze verantwoor-delijkheid richting kinderen, ouders, medewerkers en partners, tot een evenwichtig aanbod kunnen komen voor het komende jaar. Genoeg te doen dus. Maar eerst eens goed uitwaaien, inspiratie opdoen in de bossen, aan het water, misschien de bergen opzoeken; ieder op zijn manier.

Prettige zomer, geniet alvast van wat voorpret met deze DAG!.

Sabine JansenDirecteur Nummereen Kinderopvang

“Wow, moet je dat zien. Een wi t biljart!” “Ik zat ook bij jou toen ik een baby was” Fenne:

Volg ons op Twitter

@nummereeN_ko

3

Page 4: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

Vandaag gingen wij brand oefenen“Het is niet voor het eerst dat ouders deze zin te

horen krijgen bij het ophalen van hun kroost. En

alhoewel de zin taaltechnisch niet helemaal klopt,

snapt bijna iedere ouder wat zijn/haar peuter hier-

mee bedoelt. Namelijk dat er die dag een ontrui-

mingsoefening is geweest.

Eens per drie maanden wordt er op iedere groep een ont-ruimingsoefening gehouden. Het doel van deze oefeningen spreekt voor zich; ervoor zorgen dat bij een onverhoopte calamiteit het ontruimen vlot en soepel verloopt. Niet alleen de bedrijfshulpverleners en medewerkers moeten op zo’n moment oefenen. Ook de kinderen zijn natuurlijk onderdeel van de fictieve situatie. En zo komt het voor dat er ineens een stoet

“Als mijn papa zo doet met zijn ogen dan verandert ie in een monster”Stijn:

kinderen voor het pand staat. Bij de juf blijven, een handje geven en rustig wachten. Ze weten het precies. En ze vinden het vaak nog leuk ook. Om het ontruimen goed en speels te laten verlopen, wordt er met de kinderen geoefend op een vast liedje. Als pedagogisch medewerkers ‘1,2,3,4 brandmeerman’ (melodie:’hoedje van papier’) inzetten, laten de kinderen hun speelgoed liggen en gaan ze al zingend in een treintje naar buiten:

Hanneke van de Schoot en Hanneke Janssen zijn allebei ploeg-leider bedrijfshulpverlening (BHV) op de Dalemsedijk in Eersel. Zij vertellen: “als ploegleider zijn wij verantwoordelijk voor alle bedrijfshulpverleners. We zijn, als het ware, hoofdbedrijfshulp-verlener. Iedere locatie heeft minstens één medewerker met een BHV-opleiding. Deze medewerker is getraind hoe te handelen wanneer er een ongeval of brand is. Alle bedrijfshulpverleners worden twee maal per jaar bijgeschoold. De ploegleiders krijgen

1,2,3,4 brandweerman, brandweerman

1,2,3,4, brandweerman kom hier!

Pak nu maar je waterspuit,

Spuit het vuur maar snel weer uit!

1,2,3,4 brandweerman kom hier!

“Boten zwemmen op het water”Jip:

4

Page 5: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

“Als ik met mijn papa ga stoeien, pak ik hem alt ijd bij zijn lurven”Tijn:

daarnaast nog twee keer per jaar een extra training. Bovenop de vierjaarlijkse ontruimings-oefeningen per groep is er één keer per jaar een algehele ontruiming. Dit betekent dat in zo’n geval onaangekondigd het brandalarm wordt geactiveerd en het gehele pand ontruimd moet worden. Dat is niet niks, natuurlijk. Voor som-mige kinderen is dat ook best indrukwekkend. Ze schrikken eerst al van die harde sirene en moeten dan ook nog plots hun speelmoment onderbreken en mee naar buiten. Maar de peda-gogisch medewerkers stellen de kindjes op hun gemak en zeker de wat grotere kinderen krijgen ook duidelijk uitgelegd wat er aan de hand is. Als ploegleiders zien we er op toe dat de ontruimingsoefeningen gehouden én geëvalu-eerd worden en dat de ontruimingsplannen up-to-date zijn. In geval van nood moet alles gesmeerd lopen natuurlijk. Vorige week waren de kinderen in de keuken iets aan het bakken waarbij de oven erg begon te walmen. Wij zaten samen in overleg toen het alarm ging. Op zo’n moment komt iedereen direct in actie. De adre-naline begint dan meteen de razen. Gelukkig bleek het loos alarm.”

“Boten zwemmen op het water”

Voor veel grootouders is het niet altijd duidelijk wat hun kleinkind nu eigenlijk doet bij de opvang. Hoe ziet het eruit, en wordt er wel goed voor hun oogappel gezorgd? Jaarlijks organiseren we speciaal voor hen een ‘opa- en omaweek’. Dit jaar was dat de week van 4-8 juni. Opa’s en oma’s kon-den tijdens deze week hun kleinkind(eren) bezoeken op de groep. Sommigen kregen een rondleiding van hun klein-kind, anderen maakten kennis met de ‘juf’ en/of deden mee met een activiteit. En dat was weer een groot succes!

Meer foto’s van de opa- en omaweek zijn te vinden op www.nummereen.com/fotos

Opa- en omaweek

5

Page 6: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

Monique (39 jaar) is getrouwd

met Dirk. Samen met hun twee

zoons (Bart van 4,5 jaar en Luuk

van 1,5 jaar) wonen ze in de

Heikant in Veldhoven. Bart gaat

sinds een half jaar naar bso Clup

Hasta la Pasta. Eerst nog op de

locatie aan de Roek, maar sinds

7 mei jl. op de locatie in de

onlangs opgeleverde mfa Noord.

Monique vertelt: “Bart gaat sinds een half jaar naar basisschool Dick Bruna. Sindsdien gaat hij op maandag, dinsdag en donderdag naar de voor- en naschoolse opvang bij Clup Hasta la Pasta. Toen hij nog geen vier was, is hij altijd naar het kinderdagverblijf gegaan. Luuk, onze jongste, gaat op maandag en dinsdag ook naar het kin-derdagverblijf. Op donder-dag past

Bij een wandeling door het bos is er net aan de kinderen uitgelegd dat witte poep van een roofvogel of een uil is. Als er vervolgens aan de kinderen gevraagd wordt wat er ’s avonds in de boom zit

mijn moeder op hem. Dat heeft ze ook voor Bart gedaan totdat hij vier werd. En nu wil ze nog weleens bellen om te zeg-gen dat ze hem van school haalt, zodat hij die middag ook naar oma kan.

Ten tijde van de geboorte van onze jongens bood Nummereen Kinder- opvang nog geen dagopvang in Veldhoven Noord. We hebben indertijd beide jongens aangemeld voor een ander kinderdagverblijf. Luuk zit daar nu nog steeds, alhoewel er sinds kort in mfa Noord dus wel een kinderdagverblijf van Nummereen zit. Maar Luuk is nu gewend aan zijn vaste leidsters en de andere kinderen. We willen hem dan ook niet zomaar uit zijn vertrouwde opvangomgeving weghalen. Maar echt praktisch is het niet. Nu moeten we het wegbrengen en ophalen echt verdelen,

anders is het niet te doen. Ik breng Bart ‘s ochtends naar de voor-

schoolse opvang. Vanuit daar gaat hij naar school en

’s middags vervolgens naar de naschoolse opvang. ’s Avonds haal ik hem daar weer op. Mijn man brengt en haalt Luuk altijd; dat is namelijk echt

de andere kant op. Het zou natuurlijk handiger zijn als beide jongens op één en dezelfde locatie zouden zitten. Ik ben erg tevreden over de bso van onze Bart. Het zijn stuk voor stuk hartstikke lieve meiden die heel goed voor hem zorgen. Ik heb het hart op de tong liggen. Als er iets is, dan zeg ik dat. Niet iedereen vindt dat even prettig maar de pedago-gisch medewerkers van Bart reageren altijd heel goed. Ze staan open voor mijn vragen en opmerkingen. Ook geven ze aan dat als er behoefte is aan een gesprekje dit altijd kan, wederzijds. Het is weleens voorgekomen dat mijn man in de file stond en dat mijn vergadering uitliep. We dreigden de uiterlijke ophaal-tijd van 18.30 uur niet te halen. Ik belde dan om aan te geven dat we onverhoopt wellicht wat later zouden zijn. Daar werd nooit moeilijk over gedaan. Overigens bleken we uiteindelijk toch altijd voor 18.30 uur bij de opvang te kunnen zijn. Maar alleen al het feit dat er begripvol werd gereageerd als ik belde met de me-dedeling dat het wellicht niet zou lukken, ervaar ik als erg positief!

“Ik denk een heks!”

Ouder aan het woord

In ons magazine laten we iedere uitgave een ouder aan het woord. Hoe is de gezinssituatie en hoe is de kinderopvang ingericht? Hoe gaat dat in de praktijk en hoe bevalt dat?

Daan:

Monique Burgersdijk-Nouwens

>6

Page 7: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

Vet cool: de bso!Onlangs was op het Jeugdjournaal een item over buitenschoolse

opvang (bso) voor oudere basisschoolkinderen. Aanleiding van het

bericht was een landelijk onderzoek onder 400 kinderen in de leeftijd

van 8 t/m 12 jaar. Hieruit bleek dat meer dan twee derde van de

kinderen in deze leeftijdscategorie de bso te schools vindt. We konden

met opluchting concluderen dat de punten van kritiek die de geïnter-

viewde kinderen in het Jeugdjournaal aangaven, niet op Clup Hasta la

Pasta van toepassing zijn.

Natuurlijk merken wij ook dat oudere bso-kinderen een ander aanbod vragen dan de jongere kinderen. Ons beleid is dan ook hierop geënt. Voor de kinderen van acht jaar en ouder hebben we een ander aanbod dan voor de jongere kinderen. In onze visie op de 8+bso staan enkele uitgangspunten beschreven. Voor-beelden hiervan zijn:

• Bso is vrije tijd en hoeft om die reden niet per definitie een educatief karakter te hebben;

• Bso kent vier pijlers, te weten sport & spel, kunst & cultuur, natuur en techniek, zodat de kinderen te allen tijde een breed aanbod gepresenteerd krijgen;

• Op locaties met veel bso-kinderen wordt er gedifferentieerd in leeftijd (er vindt een opdeling plaats tussen 4-7 jarigen en 8-12 jarigen) zodat het aanbod meer op leeftijd en interesse kan worden toegespitst;

• Tijdens schoolweken zijn er ‘gewone’ doch uitnodigende activiteiten, al is er ook de mogelijkheid tot vrij spel en relaxen. In de vakantieweken wordt er groter uitgepakt qua activiteiten.

Dit resulteert erin dat oudere bso-kinderen op sommige locaties een eigen ruimte hebben, met faciliteiten die speciaal voor hen zijn. Zoals een voet-balspel, pingpongtafel of constructie- en knutselmateriaal dat meer toegespitst is op hun leeftijd. Ook kunnen kinderen in deze leeftijdscategorie tijdens studieda-gen en vakanties een aanbod krijgen wat locatie-overkoepelend is. Zo ontstaat er schaalgrootte wat het activiteitenaanbod ten goede komt. En dat vinden ze vaak erg leuk. Zo kunnen ze ook eens spelen met een neefje of nichtje van de bso uit het buurdorp, bijvoorbeeld!

KinderparticipatieOnze pedagogisch medewerkers spelen

zoveel mogelijk in op wat de kinderen bezighoudt en zorgen voor een gediffe-rentieerd en gevarieerd aanbod. Maar dat aanbod wordt mede door de kinderen bepaald. Deze zogeheten kinderpartici-patie houdt in dat kinderen mee bepalen wat voor activiteiten zij willen doen en hoe ze die graag ingevuld zouden willen zien. Voordat een thema van start gaat, wordt er met de kinderen besproken wat zij hierbij interessant vinden. Door er met elkaar over te brainstormen komen er vaak al veel leuke ideeën naar boven. Maar ook samen zoeken op internet is een mogelijkheid. Zo wordt het program-ma niet opgelegd aan de kinderen maar hebben ze het zelf mee samengesteld.

Bente moet haar handen wassen voor een kookopdracht: “Ik denk een heks!” “O, dan doe ik mijn oksels ook” ze bedoelde haar polsen>

Kris: “ Ik ga op dinsdag en donderdag naar de Clup. Meestal vind ik het erg leuk om te gaan, vooral als ik weet dat we gaan koken. Dat vind ik eigenlijk wel het leukste om te doen. Laatst had ik aan Linda (pedagogisch medewerker, red.) gevraagd of we groentefrietjes gingen maken, die had ik namelijk in het week-end ergens gezien. Toen mocht ik van Linda een lijstje maken van alle ingredi-enten en hoe het moest. Toen ik de keer daarop op de Clup kwam, gingen we dat maken. We doen op de Clup sowieso dingen die we thuis niet zo snel doen. In de meivakantie hadden we een fotozoek-tocht, dat hadden we zelf bedacht.”

Liz: “Ik ga op donderdag naar de Clup. Ik zit dan in dezelfde groep als Kris. Meestal denk ik na school: Jippie, ik heb zin om naar de Clup te gaan. Maar soms gebeurt er op school iets vervelends en dan wil ik liever meteen naar huis om het tegen mama te vertellen. Ik houd erg van dieren, dus ik vind het vooral leuk als we naar buiten gaan. Ik zou wel een keer naar het bos willen en dat we daar dan dieren gaan zoeken en er foto’s van maken. Dat ga ik tegen Linda zeggen, misschien gaan we dit dan binnenkort wel doen!”

Wat vinden onze Cluppers er nou zelf van?Kris (8,5 jaar) en Liz (bijna 10 jaar), allebei Clup Hasta la Pasta Bergeijk

7

Page 8: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

Op reisZijn de koffers al gepakt? Wat moet er eigenlijk

mee? Bereid de kinderen voor op de vakantie door

ze na te laten denken over wat er in hun koffer of

tas moet. Voorpret gegarandeerd!

Knip een handvat uit een van de vellen papier en plak deze vast aan het andere vel papier. Zo ontstaat er een koffer. Knip eventueel de hoeken wat rond af. Laat de kinderen plaatjes uit de folders en tijdschriften knippen van artikelen die meegaan op reis en plak ze op de koffer.

Bon voyage!

Nodig (voor 4 personen):

geel/oranje fruit zoals meloen, mango en ananas 4 mariabiscuitjes 4 ronde bordjes

Schil het fruit en snijd het in lange repen. Leg op ieder bordje een biscuitje in het midden. Schik de stukken fruit als zonnestralen rondom het koekje (en dat laatste is natuurlijk een leuke opdracht voor kinderen!).

Is het een succes? Probeer het dan ook eens met een ronde cracker, gele paprika en wortel. Zo wordt het in ieder geval een gezònde zomer!

(Ge)zon(d) hapje

“Pas op voor mijn nieuwe haren” Jort ziet de afzuiginstallatie in de verschoonruimte en vraagt:

(die net naar de kapper geweest is)

We hopen met z’n allen op lekker veel zon, zee en

strand, de komende maanden. Dat zijn toch wel de

ultieme vakantie-ingrediënten voor velen. En mochten

de weergoden ons eens iets minder gunstig gezind zijn,

dan halen we de zon toch gewoon naar binnen?

Phyllis >>

Benodigdheden:

schaarlijm2 vellen papier, A

4 formaat

reclamefolders

tijdschriften

8

Page 9: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

En niet voor niets, een nauwe samenwerking met de basisschool vinden we zeer belangrijk. Wij dragen de kinderen op vierjarige leeftijd immers aan hen over. En als kinderen naar de bso gaan, zijn we gedurende die tijd beiden bezig met de ontwikkeling van het kind. Overleg met elkaar is daarbij onontbeerlijk. Jeanne Nolde is onze leidinggevende voor de buitenschoolse opvang (Clup Hasta la Pasta) in Bladel en Reusel-De Mierden. Toon Schellens is directeur van basisschool De Toermalijn in Bladel. In basisschool De Toermalijn is een locatie van Clup Hasta la Pasta gehuisvest. Samen hebben zij in die hoedanigheid regelmatig contact. Tijdens een gezamenlijk overlegmoment leggen zij aan DAG! Magazine uit op welke wijze zij samenwerken en wat hiervan de kracht is. Toon vertelt: ”De Toermalijn is een zoge-heten brede school, er is immers ook buitenschoolse opvang in gehuisvest, maar een brede school zit ‘m volgens mij niet in de organisatie. Maar vooral in de houding van de mensen die er werken. Onze conciërge Wil is daarvan een goed voorbeeld. Hij is conciërge op school maar heeft ook een coördinerende taak bij het overblijven.“ En Wil vervult ook binnen de bso een sleutelrol.” vult Jeanne aan. “We kunnen altijd een beroep op hem doen.“

“En Wil is niet het enige dat we samen delen”, vervolgt Toon. “Onder schooltijd maakt de school gebruik van de bso-ruimten. Voor enkele leerlingen die met hun leerkracht even rustig moe-ten werken, bijvoorbeeld. Omgekeerd mag de bso na schooltijd gebruik maken van onze speelzaal.“ Naast de school is er een sportontmoetingsplek, afgekort als SOP. Dit sportplein is ook voor gezamenlijk gebruik; overdag de school, na school de Clup. Voor de bso is dat super, het geeft de pedagogisch medewerkers de ruimte om buiten veel (sport)activiteiten met de kinderen te ondernemen. En bij slecht weer kunnen we dus lekker de speel-zaal in”, zegt Jeanne.

“De Toermalijn is een vreedzame school. Dit betekent onder andere dat er veel verantwoordelijkheid bij kinderen wordt neer-

gelegd om zo hun probleemoplossend vermogen te vergroten. De leerlingen van De Toermalijn zijn gewend aan deze aanpak en de termen. Het is logisch dat ze ook na schooltijd, als ze op de Clup komen, dezelfde regels en afspraken verwachten. Anders is het voor kinderen erg verwarrend. We hebben dan ook al vrij snel besloten deze visie en werkwijze van school ook door te trekken in de bso”, legt Jeanne uit. Toon vult aan: “Er is daarvoor een avond georganiseerd waar zowel leerkrachten als pedagogisch medewerkers aanwezig waren. De leraren gingen ‘speeddaten’ met de pedagogisch medewerkers en vice versa. Zo kwamen ze op een ludieke wijze meer van elkaars werk te weten en ontstonden er verbetersuggesties. Dat was een erg prettige avond, met veel resultaat”.

“We kunnen wel stellen dat er sprake is van een zeer prettige, warme samenwerking”, geven Toon en Jeanne aan. “We hebben twee a drie keer per jaar gepland overleg, maar door het jaar heen weten we elkaar ook te vinden als dat nodig is. Wat ons betreft mag deze samenwerking nog lang voortduren”.

In de kring wordt gevraagd wat peuters willen worden als ze later groot zijn. “Is dat de schoorsteen?” “een Clupper”

In gesprek met

Nummereen Kinderopvang is partner van

verschillende organisaties die te maken

hebben met de ontwikkeling van kinderen.

Basisscholen maken daar een belangrijk

deel van uit. Onze leidinggevenden

hebben dan ook regelmatig contact met

basisschooldirecteuren, zeker als we met onze

locatie in hetzelfde gebouw gehuisvest zijn.

Floris: >

Jeanne Nolde & Toon Schellens

9

Page 10: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

Rina BeckersOnze medewerkers zijn goud waard! Allemaal. Niet iedere medewerker is voor u

even zichtbaar. Dit magazine is een mooie gelegenheid om onze mensen aan u

voor te stellen. In iedere uitgave geven we een van onze medewerkers een

podium. Wat doet hij of zij binnen de organisatie? Deze keer in de spotlights:

Rina Beckers (55 jaar), pedagogisch medewerker bij De Paraplu in Bergeijk.

“Ik werk al ruim 21 jaar in de kinderopvang. Ik ben dan ook een ‘oude rot’. Ik werk veelal met jonge(re) collega’s. Ik ben voor hen een vraag-baak; bij mij kloppen ze aan voor een advies of een mening over een bepaalde situatie. Als een kindje niet helemaal fit is, bijvoorbeeld. Vaak wordt dan aan mij gevraagd of ik ook eens even wil kijken. Ik heb natuurlijk niet alleen veel werkervaring maar ook veel levenservaring. Dat probeer ik mee te geven aan collega’s. Maar op hun beurt leren jongere collega’s mij ook dingen. Jonge meiden die net van school komen, hebben soms toch weer een andere kijk op zaken. Dat vind ik erg verfrissend.Ruim 21 jaar geleden ben ik samen met twee compagnons gestart met een kinderdagverblijf, genaamd Tri-Jo. We begonnen in een woonhuis, onze eigen kinderen waren de enige ‘klanten’. In die tijd was professionele kinderopvang nog geen gemeengoed. Maar langzaamaan groeiden we uit tot een serieus bedrijfje. Het woonhuis werd te klein. We zijn toen verhuisd naar de Papaverstraat, dezelfde locatie als waar we nu nog zitten. Daar ben ik op een gegeven moment plaatsvervangend hoofd geworden, wat bete-kende dat ik bijna alleen nog op kantoor zat. Ik kwam er toen wel achter dat ik het groepswerk heel erg miste! Op een gegeven moment werd Tri-Jo overgenomen door De Paraplu; er kwam

een andere directie waardoor ik weer op de groep kon gaan werken. Tot op de dag van vandaag heet ons kinderdagverblijf De Paraplu, al zijn we inmiddels onderdeel van Nummereen Kinderopvang. Puur het werken met kinderen is in de loop van tijd in essentie niet veel veranderd natuurlijk. Kinderen blijven kinderen! Maar er is in al die jaren wel veel veran-derd aan de wet- en regelgeving wat dan soms ook wel consequenties heeft voor het werk. Tegenwoordig zijn de eisen vanuit de GGD erg strikt. Alles moet aantoonbaar worden gemeten en geregistreerd. De temperatuur van de koelkast, van het flesje, van de slaapkamer. Alles luistert heel nauw. Dat was vroeger niet. Ik heb altijd op deze locatie gewerkt. En eigen-lijk ook altijd met kinderen van 0-2 jaar. Al heb ik ook wel een tijdje met veel plezier een peutergroep (2-4 jarigen) gedraaid. En in het verleden heb ik weleens wat invalwerk gedaan bij de buitenschoolse opvang. Maar daar voel ik me minder op mijn plaats. Ik ben op mijn best bij de kleinsten. Daar heb ik de meeste affiniteit mee. Ik ben naast mijn functie bij De Paraplu ook lang kraamverzorgster geweest. ‘Dat kleine spul’ is aan mij dus wel toevertrouwd. Boven-dien ben ik erg zorgzaam van aard, mijn hart ligt gewoon bij de baby’s en peuters!

“Zijn de koeien hetzel fde als mensen? Ik bedoel niet hoe ze erui t zien, maar heef t een mannet jeskoe ook een vrouwt je nodig om kindjes te krijgen? “

In despotlights

Tessa:10

Page 11: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

Een regenachtige donderdagochtend in mei. Twaalf

energieke peuters zitten in de kring en worden

welkom geheten door juf Helma en juf Ina. We zijn

bij kinderdagverblijf De Paraplu in Hooge Mierde.

Leidinggevende Janneke van Woerkom vertelt: “Op twee dagdelen per week komen 12-14 peuters spelen op ons kinder-dagverblijf. Van 9.30 tot 12.00 uur bieden we het peuter- programma (voormalig peuterspeelzaalwerk) aan. Op dit moment hebben we hier het thema ‘Wonen’. Dat thema staat dan ook centraal bij alles wat we doen. Taalontwikkeling en -stimulering is een belangrijk speerpunt binnen voor- en vroegschoolse educatie. Er wordt dan ook niet ‘zomaar’ voorgelezen. Vandaag lezen Ina en Helma voor uit ‘Kleine muis zoekt een huis’. Dat boek blijft de komende weken terugkeren. De gedachte daarachter is dat kinderen op een gegeven moment het verhaal ook zelf (mee) kunnen vertellen. Zo wordt de woor-denschat vergroot.

Alle kinderen zijn present. Dat betekent dat de Boekenbeer van zijn vertrouwde plaatsje op de kast mag komen want het is voorleestijd! Ademloos luisteren de peuters vervolgens naar het verhaal over de muis. Als het verhaaltje is afgelopen, wordt er met de kinderen nagepraat over het verhaal. Hebben ze het gesnapt? Wat gebeurde er allemaal? Een voor een krijgen ze een beurt en worden ze gestimuleerd om mee te denken en antwoord te geven.Janneke verduidelijkt: “het is niet voor alle kinderen even mak-kelijk om in gezelschap te praten. We hebben ook kinderen met een indicatie vanuit ZuidZorg. Dat zijn kinderen die extra komen om aan een bepaalde achterstand te werken. Kinderen die slecht praten bijvoorbeeld, of kinderen die extreem verlegen zijn en dus sociaal-emotioneel wat achterlopen. Het is heerlijk om te zien als zulke kinderen uit hun schulp komen en als je ziet dat ze hierin groeien.”

De kring wordt opgeruimd. Het is tijd voor vrij spel! Ina en Helma begeleiden en observeren de kinderen. Er zijn kinderen die zich gaan verkleden, er wordt met autootjes gespeeld of gekookt in het speelgoedkeukentje. Onder toeziend oog van de kinderen wordt inmiddels ook het fruit klaargemaakt; appels, peren, kiwi’s en bananen worden gewassen, geschild en in bakjes gedaan. Eerst nog even allemaal plassen en handen was-sen en dan: aan tafel! Uit volle borst wordt er “smakelijk eten” gezongen en daarna…lekker eten! Na het fruit is het hoog tijd voor een frisse neus. Lekker buiten even uitwaaien. “Klimmen, rennen, fietsen; dat is allemaal heel belangrijk voor de motorische ontwikkeling” zegt Janneke. De peuters hebben hun eigen speelpleintje maar soms mogen ze ook gebruikmaken van het speelplein van de basisschool. Daar hebben de kinderen weer andere mogelijkheden en dus uitdagingen.” Het loopt tegen 11.45 uur. Het laatste kwartier breekt aan. Tijd voor afsluiting in de kring. Vandaag komt het brilletje tevoor-

schijn. De kinderen herkennen het voorwerp en beginnen al met vingers in de lucht te prikken: “ik, ik, ik”. En als iedereen aan de beurt is geweest? Dan komen de eerste papa’s en mama’s alweer. En kunnen de kinderen honderduit gaan vertellen over hun leuke en toch leerzame ochtend!

Roy doet mee aan de wandelvierdaagse: “en aan het eind krijg ik dan een diamant”

Op bezoek bij de peuters in Hooge Mierde

een medaille dus…>

Spelend lerenKinderdagopvang en peuterspeelzaalwerk (peuterpro-gramma) zijn aangemerkt als een voorschoolse educatie (vve). Het is bekend dat kinderen die deelnemen aan voorschoolse educatie soepeler de overstap maken naar de basisschool, dan kinderen die dit niet hebben gedaan. We hebben dit dan ook hoog in het vaandel staan. Veel van onze medewerkers zijn speciaal vve-geschoold en dus bekwaam om deze vorm van educatie aan te bieden. Onze methode kent een thematisch aanbod waardoor er veel meer samenhang is tussen activiteiten. Het bevordert spelen, praten, denken en werken op een laagdrempelige wijze. Er wordt gewerkt met uiteenlopende thema’s zoals ‘circus’ , ‘ wonen’, en ‘dokter’. Dat zijn onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Het woord educatie doet wellicht vermoeden dat het er heel schools aan toe gaat, maar niets is minder waar. Het is letterlijk spelend leren, met de nadruk op spelend. Maar er zit wel een gedachte achter dat spelen. Heeft een kindje bijvoor-beeld nog wat moeite met de fijne motoriek? Dan wordt er bij de betreffende peuter opgelet dat hij/zij voldoende werkjes en activiteiten krijgt die de betreffende ontwikke-ling stimuleren.

Meer foto’s van het bezoekje aan de peuters in Hooge Mierde zijn te vinden op www.nummereen.com/fotos

11

Page 12: DAG! Nummereen magazine zomer 2012

Wij zijn flexibel in onze kinderopvangSommige ouders hebben behoefte aan meer flexibiliteit in de professionele kinderopvang. Bijvoorbeeld omdat ze zelf in wisse-lende diensten werken. Of omdat ze als zelfstandig ondernemer niet precies iedere week dezelfde opvanguren en/of -dagen nodig hebben. Om deze groep ouders zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, bieden we naast de reguliere opvang zogeheten flexibele opvang aan. Dit betekent dat het zowel binnen onze dagopvang als buitenschoolse opvang mogelijk is om de opvang-uren flexibel in te delen. Binnen elke gemeente in ons werkgebied (Bergeijk, Bladel, Eersel, Reusel-De Mierden en Veldhoven) is er

minstens één locatie waar we flexopvang aanbieden. Naast de mogelijkheid van flexibel inzetten van uren en/of dagen kent deze vorm van opvang ruimere openingstijden; van maandag tot en met vrijdag van 6.45 tot 19.15 uur. Wilt u meer informatie over onze flexibele opvang? Neem gerust contact op met onze medewerkers van de afdeling Planning & Plaatsing. Zij kunnen u precies vertellen wat de mogelijkheden zijn. U kunt ze bereiken via 0497 - 51 78 14 of [email protected].

Even wat langerop de kleintjes letten?