Cultuur in Beeld Utrecht, 25 november 2013 Gebaseerd op Art and Socialization Ineke Nagel Harry...
-
Upload
hilde-cools -
Category
Documents
-
view
221 -
download
3
Transcript of Cultuur in Beeld Utrecht, 25 november 2013 Gebaseerd op Art and Socialization Ineke Nagel Harry...
Cultuur in BeeldUtrecht, 25 november 2013
Gebaseerd opArt and Socialization
Ineke NagelHarry Ganzeboom
International Encyclopedia of Social and Behavioral Sciences, second edit ion
SOCIALISATIE IN KUNST EN CULTUUR
Ineke NagelVrije Universiteit
SocologieAmsterdam
Is deelname aan kunst en cultuur een kwestie van
persoonlijke smaak?
Ja
Maar niet alleen:
De deelname aan kunst en cultuur is ook sterk
gerelateerd aan sociale positie, met name
opleidingsniveau.
Opleidingsverschillen zijn groter dan generatieverschillen.
INTRODUCTIE
PODIUMKUNSTEN: VERSCHILLEN NAAR OPLEIDING
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980
ontwikkeling geboortecohort in segmenten - laag opgeleiden (model 3)
ontwikkeling geboortecohort in segmenten - hoog opgeleiden (model 3)
ontwikkeling geboortecohort lineair - laag opgeleiden (model 5)
ontwikkeling geboortecohort lineair - hoog opgeleiden (model 5)
hoger opgeleiden
lager opgeleiden
Bron: AVO (SCP, 1979-2007)
Geboortejaar →
↑ Participatie podiumkunsten
CULTUREEL ERFGOED: VERSCHILLEN NAAR OPLEIDING
lager opgeleiden
Bron: AVO (SCP, 1979-2007)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980
ontwikkeling geboortecohort in segmenten - laag opgeleiden (model 3)
ontwikkeling geboortecohort in segmenten - hoog opgeleiden (model 3)
ontwikkeling geboortecohort lineair - laag opgeleiden (model 5)
ontwikkeling geboortecohort lineair - hoog opgeleiden (model 5)
hoger opgeleiden
↑ Participatie erfgoed
Geboortejaar →
POPULAIRE CULTUUR: VERSCHILLEN NAAR OPLEIDING
hoger opgeleiden
lager opgeleiden
Bron: AVO (SCP, 1979-2007)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980
ontwikkeling geboortecohort in segmenten - laag opgeleiden (model 3)
ontwikkeling geboortecohort in segmenten - hoog opgeleiden (model 3)
ontwikkeling geboortecohort lineair - laag opgeleiden (model 5)
ontwikkeling geboortecohort lineair - hoog opgeleiden (model 5)
↑ Participatie populaire cultuur
Geboortejaar →
De belangstelling voor cultuur ontstaat voor een
belangrijk deel in het ouderlijk gezin.
OUDERLIJK MILIEU
OUDERLIJK MILIEU
Analyses Nagel (2002) Bron: AVO (SCP, 1979-1999)
OUDERLIJK MILIEU
Analyses Nagel (2002) Bron: AVO (SCP, 1979-1999)
Belangstelling voor kunst en cultuur ontstaat vroeg in het leven!
Socialisatie: door ouders, door school? door peers, sociale netwerken?
Belangrijke vraag: In hoeverre kan belangstelling voor kunst en cultuur
ontstaan buiten de ouders om?
PROBLEEMSTELLING
Culturele reproductie
Consequenties (gunstige) sociale posities
worden overgedragen van ouders op kinderen
Stimuleren van kunst en cultuur kan alleen via ouders
Culturele mobiliteit
Consequenties (gunstige) sociale posities
zijn bereikbaar buiten ouderli jk milieu om
Stimuleren van kunst en cultuur kan ook via school en andere kanalen dan ouders
CULTURELE REPRODUCTIE OF CULTURELE MOBILITEIT?
Bourdieu, De Jager Belangstell ing voor kunst en
cultuur kan alleen maar onstaan in het ouderli jk gezin
Belangstell ing voor kunst en cultuur heeft maatschappelijke voordelen
DiMaggio Belangstelling voor kunst en
cultuur kan ook buiten het ouderlijk gezin ontstaan: op school of via social netwerken
Belangstelling voor kunst en cultuur heeft maatschappelijke voordelen
Status theory: Deelname aan kunst en cultuur levert status of
gedragsbevestiging op Deelname aan kunst en cultuur wordt gestuurd door sociale
normen De norm “kunst en cultuur is belangrijk” :
Wordt in verschillende mate overgedragen door ouders, school en sociale netwerken, vrienden
Is in verschillende mate gangbaar in sociale netwerken
Informatietheorie: Kunst en cultuur is complexe vorm van informatie Deelname aan kunst en cultuur vereist cognitiever
vaardigheden: Algemene cognitieve vaardigeheden Kennis over kunst en cultuur
HOE WERKT HET? TWEE THEORIEËN
Uitkomsten (alle onderzoek): Grote effecten cultuurparticipatie
ouders op cultuurparticipatie onder kinderen en volwassenen
ONDERZOEK EFFECTEN OUDERS
Onder volwassenen:Ganzeboom, 1982De Graaf & De Graaf, 1988Van Eijck 1997Nagel & Ganzeboom, 2002 De Vries & De Graaf, 2008 Kraaykamp & Nieuwbeerta, 2000; Kraaykamp & Van Eijck, 2010 Yaish & Katz-Gerro, 2010
Onder jongeren:Crook 1997Sullivan 2001Van Wel, Couwenbergh-Soeterboek, Couwenbergh, Ter Bogt, Raaijmakers 2006Jaeger 2009Damen, Nagel & Haanstra 2010Nagel, Damen & Haanstra 2010
Lezen:Kraaykamp 2003Verboord & Van Rees 2003 Notten 2011Nagel & Verboord 2012
CULTUUR-PARTICIPATIE
CULTUUR-PARTICIPATIE
OUDERS
OPLEIDING OUDERS
OPLEIDINGSNIVEAU
Deelname aan cultuureducatie vroeger is aan respondenten gevraagd: Voordeel: effecten cultuureducatie over hele onderwijsloopbaan Nadeel: retrospectieve vertekening
Uitkomsten: Relatief grote effecten cultuureducatie onder volwassenen Maar niet altijd rekening gehouden met ouders (Kracman, Chistin) … dus effecten
mogelijk overschat
ONDERZOEK CULTUUREDUCATIE 1: RETROSPECTIEF
Onder volwassenen:Kracman 1996Christin 2008
Lezen:Kraaykamp 2003CULTUUR-
PARTICIPATIE
CULTUUR-PARTICIPATIE
OUDERS
OPLEIDING OUDERS
SCHOOLNIVEAUCULTUUREDUCATIE
Deelname aan cultuureducatie is via administraties vastgesteld: Voordeel: onafhankelijke meting (geen retrospectieve vertekening) Nadeel: slechts mogelijk voor specifieke cultuureducatie (CKV)
Uitkomsten: Relatief kleine (of geen) effecten cultuureducatie onder volwassenen Positieve effecten vaak binnen dezelfde kunstvorm
ONDERZOEK CULTUUREDUCATIE 2: PROSPECTIEF
Onder volwassenen:Ranshuysen & Ganzeboom 1993 (Kunst-kijkuren en muziekluisterlessen)Nagel, Ganzeboom, Haanstra & Oud 1997 (examens kunstvakken)Nagel, Damen & Haanstra 2010 (CKV)
Lezen (literatuurlessen):Verboord & Van Rees (2003)Verboord (2005)
CULTUUR-PARTICIPATIE
CULTUUR-PARTICIPATIE
OUDERS
OPLEIDING OUDERS
SCHOOLNIVEAUCULTUUREDUCATIE
Uitkomsten (al le onderzoek): Grote eff ecten opleidingsniveau op cultuurparticipatie onder kinderen en volwassenen Eff ecten zijn vergelijkbaar met die van ouderlijk milieu
Maar: Opleidingsniveau refl ecteert ook cognitieve vaardigheden, die al vóór de
schoolperiode aanwezig zijn Het eff ect van opleidingsniveau kunnen we niet zomaar interpreteren als de bijdrage
van school
ONDERZOEK OPLEIDINGSNIVEAU 1: CROSS-SECTIONEEL
CULTUUR-PARTICIPATIE
CULTUUR-PARTICIPATIE
OUDERS
OPLEIDING OUDERS
SCHOOLNIVEAUCULTUUREDUCATIE
Zonder rekening te houden met ouders:DiMaggio & Useem 1978Kracman 1996 Christin 2008 Rekening met ouders:Ganzeboom 1982Nagel & Ganzeboom 2002De Graaf &De Graaf, 1988 De Vries & De Graaf 2008Kraaykamp &Nieuwbeerta 2000Kraaykamp & Van Eijck 2010Yaish & Katz-Gerro 2010
De bijdrage van opleidingsniveau vastellen oplossing 1: cognitieve vaardigheden (vooraf) meten) oplossing 2: culturele participatie vooraf meten en na de schoolperiode
opnieuw Uitkomsten:
Opleidingsverschillen bestaan deels al in het begin van het voortgezet onderwijs
Opleidingsverschillen nemen toe van adolescentie tot jong volwassenheid Dit geldt alleen voor cultuurparticipatie, niet voor leesfequentie
ONDERZOEK OPLEIDINGSNIVEAU 2: DYNAMISCH ONTWERP
Met meting cognitieve vaardigheden: Dynamisch ontwerp:Nagel & Ganzeboom 2002Nagel 2010Nagel, Damen & Haanstra 2010 (CKV)Nagel & Verboord 2012
CULTUUR-PARTICIPATIELEEFTIJD 1
CULTUUR-PARTICIPATIE
OUDERS
OPLEIDING OUDERS
OPLEIDING 1
CULTUUR-PARTICIPATIELEEFTIJD 2
CULTUUR-PARTICIPATIELEEFTIJD 3
OPLEIDING 2
Ouders en school zijn belangrijke determinanten van deelname aan kunst en cultuur.
Niet alleen in de jeugd, maar ook in de volwassenheid Opleidingsverschillen worden relatief belangrijker.
OUDERS VERSUS SCHOOL IN DYNAMISCH PERSPECTIEF
14 jaar
ouders school individu
30 jaar
ouders school individu
Nagel en Ganzeboom (2002)
Cultuurparticipatie ontstaat vroeg in het leven, vooral in het ouderlijk gezin
School is minder belangrijk Opleidingsverschillen ontstaan niet allemaal op school Kunsteducatie draagt relatief weinig bij aan
cultuurparticipatieMaar: School draagt wel bij aan cultuurparticipatie
Opleidingsverschillen ontstaan deels tijdens de onderwijsloopbaan
Is normoverdracht de verklaring?
CONCLUSIE
Contact: Ineke Nagel Vrije Universiteit Amsterdam Afdeling Sociologie
www.inekenagel.com [email protected]
Bedankt voor uw belangstelling!
VRAGEN?