CONCEPT Bestuursnota Ruimte voor initiatief versie 041115...! 1" Versie" 4"november"2015!...

21
1 Versie 4 november 2015 Ruimte voor Maatschappelijk Initiatief Bestuurlijke Ambitie Inleiding Maatschappelijke initiatieven zijn niet meer weg te denken uit Amsterdam. Ze zijn van grote waarde voor de stad. Bewoners, bewonersnetwerken en wijkondernemingen steken de handen uit de mouwen om zelf grote en kleine problemen op te lossen of om onze samenleving mooier en beter te maken. Ze dragen bij aan sociale samenhang, activering, zorg voor elkaar, duurzame energie, beheer van groenvoorzieningen, educatie, gezondheid, integratie, leefbaarheid, cultuur, noem maar op. Zij zien heel direct wat nodig is in hun omgeving en kunnen dit 'van onderop' dikwijls slim en goed organiseren. Zij werken vaak op gebieden die voor de overheid relevant zijn en waar de gemeente ook een verantwoordelijkheid heeft. Initiatieven kunnen aanvullend zijn op wat de overheid doet. Het kan ook zijn dat zij een overheidstaak overnemen. De gemeente laat zich graag uitdagen door initiatiefnemers. Daarom geeft het college in deze notitie aan hoe het zich opstelt ten opzichte van maatschappelijke initiatieven en wat die initiatieven van het college kunnen verwachten. De veelheid aan terreinen waarop initiatieven zich bewegen, maakt het onderwerp tot een verantwoordelijkheid van het hele college. In deze samenleving is het niet meer vanzelfsprekend dat de overheid altijd het initiatief neemt bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Bewoners, ondernemers en (maatschappelijke) organisaties kunnen en willen vaak zelf veel doen. Daar wil de gemeente Amsterdam op inspelen, om samen te doen wat de stad nodig heeft. Om dit slagvaardig te kunnen doen, heeft Amsterdam het gebiedsgericht werken ingevoerd, tegelijk met de start van de bestuurscommissies, het nieuwe bestuurlijk stelsel van verlengd lokaal bestuur

Transcript of CONCEPT Bestuursnota Ruimte voor initiatief versie 041115...! 1" Versie" 4"november"2015!...

  •   1  

    Versie   4    november  2015

     Ruimte  voor    Maatschappelijk  Initiatief     Bestuurlijke  Ambitie  Inleiding Maatschappelijke  initiatieven  zijn  niet  meer  weg  te  denken  uit  Amsterdam.  Ze  zijn  van  grote  waarde  voor  de  stad.  Bewoners,  bewonersnetwerken  en  wijkondernemingen  steken  de  handen  uit  de  mouwen  -‐  om  zelf  grote  en  kleine  problemen  op  te  lossen  of  om  onze  samenleving  mooier  en  beter  te  maken.  Ze  dragen  bij  aan  sociale  samenhang,  activering,  zorg  voor  elkaar,  duurzame  energie,  beheer  van  groenvoorzieningen,  educatie,  gezondheid,  integratie,  leefbaarheid,  cultuur,  noem  maar  op.  Zij  zien  heel  direct  wat  nodig  is  in  hun  omgeving  en  kunnen  dit  'van  onderop'  dikwijls  slim  en  goed  organiseren.   Zij  werken  vaak  op  gebieden  die  voor  de  overheid  relevant  zijn  en  waar  de  gemeente  ook  een  verantwoordelijkheid  heeft.   Initiatieven  kunnen  aanvullend  zijn  op  wat  de  overheid  doet.  Het  kan  ook  zijn  dat  zij  een  overheidstaak  overnemen.  De  gemeente  laat  zich  graag  uitdagen  door  initiatiefnemers.  Daarom  geeft  het  college  in  deze  notitie  aan  hoe  het  zich  opstelt  ten  opzichte  van  maatschappelijke  initiatieven  en  wat  die  initiatieven  van  het  college  kunnen  verwachten.  De  veelheid  aan  terreinen  waarop  initiatieven  zich  bewegen,  maakt  het  onderwerp  tot  een  verantwoordelijkheid  van  het  hele  college. In  deze  samenleving  is  het  niet  meer  vanzelfsprekend  dat  de  overheid  altijd  het  initiatief  neemt  bij  het  oplossen  van  maatschappelijke  vraagstukken.  Bewoners,  ondernemers  en  (maatschappelijke)  organisaties  kunnen  en  willen  vaak  zelf  veel  doen.  Daar  wil  de  gemeente  Amsterdam  op  inspelen,  om  samen  te  doen  wat  de  stad  nodig  heeft.  Om  dit  slagvaardig  te  kunnen  doen,  heeft  Amsterdam  het  gebiedsgericht  werken  ingevoerd,  tegelijk  met    de  start  van  de  bestuurscommissies,    het  nieuwe  bestuurlijk  stelsel  van  verlengd  lokaal  bestuur  

  •   2  

    in  de  stadsdelen.  Gebiedsgericht  werken  betekent  goed  samenwerken  en  flexibel  zijn  in  de  22  gebieden,  met  elk  hun  eigen  karakter.  Het  betekent  ook  dat  bewoners,  organisaties  en  ondernemers  elkaar  laten  doen  waar  zij  het  beste  in  zijn  en  verrassende  kansen  snel  kunnen  pakken.    De  gemeente  beseft  dat  we  de  maatschappelijke  opgaven  waar  we  voor  staan,  samen  moeten  aanpakken.  Daarvoor  moeten  de  gemeente,  bewoners,  maatschappelijke  initiatieven,  (sociale)  ondernemers,  corporaties  en  het  maatschappelijk  middenveld  met  elkaar  samenwerken.  Samen  nemen  we  verantwoordelijkheid  en  zetten  we  er  de  schouders  onder.  We  geloven  erin  dat  het  samen  slagvaardiger  en  handiger  kan  dan  afzonderlijk  van  elkaar.   Ervaringen  van  de  afgelopen  jaren  laten  zien  dat  dit  kan.  De  wijkaanpak  stimuleerde  samenwerking  van  bewoners  om  initiatieven  te  starten,  die  vaak  voor  langere  tijd  iets  voor  hun  buurt  gingen  betekenen.  Samenwerking  tussen  stadsdelen  en  maatschappelijk  initiatief  werd  op  veel  plekken  gewoon.  Duizenden  bewonersinitiatieven  hebben  initiatief  'van  onderop'  op  de  kaart  gezet.   Dit  college  wil  verder  werken  met  wat  is  opgebouwd,    en  mogelijk  maken  dat  maatschappelijk  initiatief  zich  overal  in  de  stad  kan  blijven  ontwikkelen.  Dat  doen  we  anders  dan  in  het  verleden.  In  de  periode  van  de  wijkaanpak  was  er  apart  budget  van  het  rijk  voor  initiatieven  van  bewoners  in  de  aanpak-‐wijken.   Nadat  de  rijksfinanciering  in  2012  was  beëindigd,  kozen  het  vorige  college  en  een  aantal  stadsdelen  ervoor  om  als  gemeente  zelf  extra  te  blijven  investeren  in  bewonersinitiatieven.  Het  programma  'Vertrouwen  in  de  Stad'  ondersteunde  en  faciliteerde  nieuwe  vormen  van  initiatief  van  bewoners.   De  huidige  tijd  vraagt  om  een  nieuwe  koers.  Samen  met  Amsterdammers  bouwen  we  aan  een  sociale  en  ondernemende  stad.  Het  werken  'van  buiten  naar  binnen'  moet  daarom  vanzelfsprekend  zijn  in  alle  domeinen  van  de  gemeente.  Hier  past  niet  langer  een  apart  programma,  maar  het  faciliteren  van  initiatief  als  werkwijze  binnen  de  hele  gemeentelijke  organisatie.  Geen  aparte  budgetten,  maar  financiering  van  initiatief  als  onderdeel  van  de  reguliere  begrotingsprogramma’s.  De  focus  ligt  niet  meer  alleen  op  'aandachtswijken',  maar  op  alle  buurten  en  wijken  van  Amsterdam.

  •   3  

    Voorgeschiedenis  en  ambitie Bestuurlijke  aanleiding Bestuurlijk  kent  deze  notitie  drie  aanleidingen:  

    1. In  de  wijkaanpak  en  het  programma  'Vertrouwen  in  de  stad'  deden  we  ervaring  op  met  maatschappelijk  initiatief.  Vervolgens  stelde  het  college  op  28  november  2014  de  Bestuursopdracht  Wijkvernieuwing  en  Wijkontwikkeling  vast.  Deze  notitie  is  daarvan  het  resultaat.    

    2. Participatie  vraagt  niet  alleen  iets  van  bewoners  en  ondernemers,  maar  ook  van  de  overheid.  Daarom  stelde  de  raad  in  juni  2013  de  visie  Burgerparticipatie  'Van  Bolwerk  naar  Netwerk'  vast,  tegelijk  met  de  besluitvorming  over  het  bestuurlijk  stelsel.  Hiervan  is  deze  notitie  een  uitwerking.    

    3. Op  12  juli  2013  nam  de  raad  een  motie  aan  om  te  beschrijven  hoe  een  Amsterdamse  variant  van  een  buurtwet  eruit  kan  zien.  Deze  notitie  is  te  lezen  als  die  Amsterdamse  variant.  Er  staat  in  wat  bewoners  van  de  gemeente  kunnen  verwachten  als  zij  met  initiatieven  komen.    

    Hoe  is  de  notitie  tot  stand  gekomen?   Deze  notitie  heeft  verschillende  bronnen:

    • de  ervaringen  die  we  in  de  stad  al  opdeden  met  maatschappelijke  initiatieven  en  de  manier  waarop  de  gemeente  die  heeft  ondersteund  en  aangemoedigd;  

    • gesprekken  met  betrokkenen  van  gemeentelijke  onderdelen  en  initiatiefnemers;

    • de  bijeenkomst  over  Ruimte  voor  Maatschappelijk  Initiatief  op  23  april  2015.  De  gemeente  organiseerde  die  samen  met  maatschappelijke  initiatieven;    

    • een  bestuurlijke  ronde  tafel  met  portefeuillehouders  van  stadsdelen  op  20  augustus  2015.  Daarin  werden  aanvullingen  en  kanttekeningen  besproken  bij  een  eerder  concept  van  deze  notitie.  

    Wat  verstaan  we  onder  maatschappelijk  initiatief? We  spreken  van  maatschappelijk  initiatief  wanneer  samenwerkingsverbanden  van  bewoners,  ondernemers  en/of  maatschappelijke  organisaties  het  heft  in  handen  nemen  om  een  maatschappelijk  doel  na  te  streven  en  daarbij  zelf  de  uitvoering  ter  hand  te  nemen.   Daarmee  onderscheidt  een  maatschappelijk  initiatief  zich  van  beleidsparticipatie.  Bij  beleidsparticipatie  vraagt  de  overheid  burgers  om  mee  te  denken  en  te  praten  over  overheidsplannen.  Het  is  ook  iets  anders  dan  maatschappelijke  participatie.  Dat  gaat  over  deelname  van  individuele  burgers  aan  het  maatschappelijk  verkeer.  

  •   4  

    Onze  ambitie   Het  college  wil  dat  Amsterdam  een  gemeente  is  waar  bewoners  zich  uitgenodigd  en  uitgedaagd  voelen  om  zelf  problemen  aan  te  pakken  en  te  werken  aan  maatschappelijke  doelen,  op  allerlei  terreinen.  Initiatieven  kunnen  activiteiten  ontplooien  die  aanvullend  zijn  op  wat  de  overheid  doet,  bijvoorbeeld  stadsdorpen,  duurzame-‐energiecoöperaties  of  buurttheater.  Het  kan  echter  ook  zijn  dat  een  initiatief  de  gemeente  uitdaagt  om  overheidstaken  over  te  nemen.  Voorbeelden  hiervan  zijn:  het  onderhouden  van    groen  in  de  wijk  of  het  beheren  van  een  buurthuis.   Maatschappelijke  initiatieven  hebben  in  Amsterdam  het  recht  om  de  gemeente  uit  te  dagen,  wanneer  zij  een  taak  willen  overnemen,  en  denken  dat  beter,  efficiënter  en  met  grotere  betrokkenheid  van  bewoners  te  kunnen  doen.   Om  deze  ambitie  te  kunnen  realiseren  moeten  we  niet  alleen  naar  initiatiefnemers  kijken,  maar  ook  naar  onszelf.  Wij  streven  naar  een  cultuur  waarin  gebiedsgericht  en  integraal  werken  tot  alle  lagen  van  de  gemeentelijke  organisatie  is  doorgedrongen.  Op  alle  niveaus  is  een  open  en  uitnodigende  houding    naar    initiatieven  vanuit  de  samenleving  vereist.   Wat  hebben  we  te  bieden  en  binnen  welk  kader?   Manier  van  werken  van  de  hele  gemeente We  leven  in  een  netwerksamenleving  waarin  burgers,  ondernemers  en  maatschappelijke  organisaties  steeds  meer  zelf  verantwoordelijkheid  nemen.  Het  college  beseft  dat  het  niet  zonder  hen  kan  en  wil  hen  ruimte  geven  en  faciliteren.  We  kiezen  daarom  voor  een  werkwijze  waarbij  bewoners  en  ondernemers  met  eigen  voorstellen  en  oplossingen  kunnen  komen:  

    • Maatschappelijke  initiatieven    zijn  welkom  om  contact  te  zoeken  met  de  gemeente  en,  waar  zij  denken  dat  nodig  te  hebben,  om  medewerking  en  facilitering  te  vragen.

    • De  gemeente  neemt  dan  een  open  en  samenwerkende  houding  aan,  gaat  in  gesprek  en  biedt  altijd  helderheid  geeft  over  wat  zij  wel  en  niet  kan  en  wil  bijdragen.

    • Het  college  kiest  voor  faciliteren  als  basis.   • Het  college  schrijft  niet  voor  op  welke  manier  de  gebieden  en  de  

    stadsdelen  de  werkwijze  precies  invullen.  Dit  is  maatwerk  vanuit  de  stadsdelen.

    • De  stadsdelen  maken  zelf  duidelijk  op  welke  manier  zij  de  werkwijze  uitwerken  en  laten  dit  weten  aan  hun  bewoners.  

    • De  stadsdelen    zijn  altijd  de  eerste  ingang  voor  bewoners,  ook  als  die  andere  onderdelen  van  de  gemeentelijke  organisatie  nodig  hebben.  

  •   5  

    • De  processen  en  procedures    zijn  zo  ingericht  dat  ze  duidelijk  zijn  voor  de  initiatiefnemers.

    Deze  aanpak  is  de  normale  manier  van  werken,  zowel  organisatorisch  als  financieel.  Het  is  een  houding  die  in  we  in  de  hele  stad  aannemen.  De  stadsdelen  werken  dit  uit  met  eigen  instrumenten  en  procedures.  Daarbij  bouwen  zij  voort  op  instrumenten  die  hun  waarde  in  de  praktijk  hebben  bewezen,  zoals:  inzet  van  gebiedsmakelaars,  inzet  van  flexibel  budget  (binnen  reguliere  programma’s),  digitale  participatie,  open  data  en  open  begroting,  maatschappelijk  aanbesteden,  inkoop  en  opdrachtverlening,  regelluwe  zones.  Zie  voor  voorbeelden  van  instrumenten  bijlage  1. Het  gebiedsgericht  werken  is  het  uitgangspunt.  Inspelen  op  bewonersinitiatief  is  maatwerk,  en  daarom  een  taak  en  bevoegdheid  van  de  bestuurscommissies  van  de  stadsdelen.  Dit  betekent  dat  de  stadsdelen  de  leidende  rol  hebben.  Maar  ook  de  andere  onderdelen  van  de  gemeentelijke    organisatie  hebben  vanuit  hun  beleidsterrein,  expertise  en  budgetten  een  rol,  afhankelijk  van  de  mogelijke  maatschappelijke  resultaten  en  de  bijdrage  die  zij  kunnen  leveren  aan  het  faciliteren  van  de  initiatieven.   Het  kader Wanneer  maatschappelijke  initiatieven  de  gemeente  om  medewerking  en  facilitering  vragen,  zal  de  gemeente  altijd  beargumenteerd  laten  weten  wat  zij  wel  en  niet  kan  en  wil  doen.  Het  kader  dat  de  gemeente  daarbij  gebruikt  is  het  volgende:  

    • Het  initiatief  heeft  maatschappelijke  meerwaarde  en  draagt  bij  aan  een  of  meer  gemeentelijke  doelen.  Dit  kunnen  zowel  doelen  uit  de  gebiedsagenda’s  zijn  als  gemeentebrede  doelen.

    • De  eventuele  financiële  bijdrage  van  de  gemeente  past  binnen  de  financiële  gemeentelijke  afspraken  en  begrotingen.  

    • De  hoogte,  inzet  en  intensiteit  van  de  gemeentelijke  bijdrage  past  bij  de  meerwaarde  en  de  te  verwachten  kosten  van  het  initiatief.  De  bijdrage  kan  behalve  uit  geld  ook  uit  inzet  van  uren  en  niet-‐financiële  middelen  bestaan.  

    Wanneer  maatschappelijke  initiatieven  niet  aan  deze  voorwaarden  voldoen,  is  dit  een  reden  voor  de  gemeente  om  niet  te  faciliteren.   Het  college  beseft  dat  het  bij  de  afweging  soms  moeilijk  is  om  te  bepalen  wat  de  maatschappelijke  meerwaarde  van  een  initiatief  is.  Die  is  (op  voorhand)  vaak  lastig  met  feiten  en  cijfers  aan  te  tonen.  In  dat  geval  maakt  de  gemeente  samen  met  partners  een  kwalitatieve  inschatting.  

  •   6  

    Het  college  beseft  ook  dat  maatschappelijke  initiatieven  hun  eigen  doelen  kiezen.  Daarbij  hebben  zij  niet  per  se  voor  ogen  welke  doelen  de  gemeente  zich  stelt.  Zij  voegen  zich  niet  naar  de  beleidsterreinen  zoals  die  binnen  de  gemeente  opgedeeld  zijn.  Ook  kan  een  initiatief  dat  op  het  eerste  gezicht  weinig  of  slechts  beperkt  te  maken  heeft  met  gemeentelijke  doelen,  daar  toch  veel  aan  bijdragen.  Een  voorbeeld  is  een  gezamenlijke  moestuin  in  een  woonstraat  in  een  gemengde  wijk.  De  bewoners  zijn  er  wellicht  'alleen'  op  uit  de  straat  mooier  maken  en  te  zorgen  dat  mensen  zich  bewuster  worden  van  de  voedselketen  en  gezond  eten.  Zo’n  initiatief  kan  echter  tegelijk  bijdragen  aan  integratie,  veiligheid,  meer  bewegen  en  eenzaamheidsbestrijding.  De  moestuin  maakt  dat  mensen  bewegen,  dat  buurtgenoten  van  verschillende  achtergrond  en  leeftijd  elkaar  leren  kennen  en  dat  meer  mensen  erop  letten  of  alles  wel  goed  gaat  in  de  straat.  Zo’n  initiatief  kan  bovendien  bijdragen  aan  activering,  economische  ontwikkeling  en  afvalverwerking  –  bijvoorbeeld  als  het  ook  nog  samenwerkt  met  een  buurtrestaurant  of  experimenteert  met  afvalverwerking  via  wormencompost.  Daarom  is  het  belangrijk  dat  de  gemeente  maatschappelijke  initiatieven  open,  nieuwsgierig  en  met  een  analytische  blik  tegemoet  treedt.   Gebruikt  een  maatschappelijk  initiatief  geld  van  de  overheid,  dan  is  het  logisch  dat  er  verantwoording  plaatsvindt.  De  mate  van  verantwoording  moet  in  verhouding  staan  tot  de  hoogte  van  de  bijdrage.   Wat  kunnen  maatschappelijke  initiatieven  van  de  gemeente  vragen?   Er  zijn  verschillende  manieren  waarop  de  gemeente  maatschappelijke  initiatieven  faciliteert  en  de  ruimte  geeft.  Dat  kan  gebeuren  door:  

    • toegankelijke  en  begrijpelijke  informatie; • steun,  verbinden  met  anderen,  inzet  van  het  netwerk; • meedenken; • kennis  of  hulp  van  professionals; • fysieke  ruimte; • subsidie; • inkopen/aanbesteden;   • de  bereidheid  om,  waar  mogelijk,  belemmeringen  en  knelpunten  aan  te  

    pakken.   Er  zijn  veel  manieren  om  dit  te  realiseren.  In  bijlage  1  staan  voorbeelden  van  instrumenten  die  stadsdelen  ter  beschikking  staan.  Deze  stammen  wel  nog  uit  de  context  van  de  vorige  bestuursperiode.  Soms  is  vertaling  naar  de  nieuwe  context  nodig,  soms  zal  de  nieuwe  context  het  nodig  maken  om  instrumenten  aan  te  passen  of  nieuwe  toe  te  voegen.  Het  is  belangrijk  dat  we  daarin  creatief  

  •   7  

    zijn,  en  blijven  zoeken  naar  maatwerk.  Dit  vraagt  om  openheid,  goed  luisteren  en  creativiteit.  Het  vraagt  ook  om  optimale  samenwerking  in  de  organisatie  én  goed  ingerichte  processen.   De  gemeente  kan  niet  altijd  aan  de  verwachtingen  voldoen.  We  hebben  te  maken  met  regels  en  wetten,  en  die  zijn  er  niet  voor  niets.  Toch  is  soms  meer  mogelijk  dan  op  het  eerste  gezicht  lijkt,  wanneer  we  regels  toepassen  naar  de  geest,  en  niet  te  zeer  naar  de  letter.     Faciliteren  versus  stimuleren   Met  de  hierboven  genoemde  middelen  kan  de  gemeente  de  eigen  kracht  van  bewoners  de  ruimte  geven.  Het  gaat  hierbij  om  initiatieven  die  al  krachtig  zijn  van  zichzelf,  of  om  latente  kracht  die  we  met  deze  instrumenten  prikkelen  om  zichtbaar  te  worden. Iets  anders  is  het  stimuleren  van  het  ontstaan  van  maatschappelijke  initiatieven  en  het  werken  aan  het  vergroten  van  de  eigen  kracht  van  bewoners,  daar  waar  dit  (nog)  niet  vanzelfsprekend  is.  Dit  kan  bijvoorbeeld  door  te  investeren  in  competentieontwikkeling.  Er  is  dan  geen  sprake  van  maatschappelijk  initiatief,  en  het  valt  dus  buiten  het  bestek  van  deze  ambitie.  Dat  wil  echter  niet  zeggen  dat  er  geen  plaats  is  voor  het  stimuleren  van  bewonersinitiatieven.  Wanneer  in  een  gebied  initiatief  van  onderop  niet  vanzelf  komt,  kan  een  stadsdeel  goede  redenen  hebben  om  dit  te  stimuleren  en  ondersteunen.  Bijvoorbeeld  om  mensen  te  activeren  of  om  de  dragende  samenleving  een  duwtje  te  geven.  Ook  dit  is  maatwerk,  waarbij  inzet  van  stedelijke  programma’s  als  participatie  en  WMO  onontbeerlijk  is.  

    We  gaan  experimenteren   De  ambitie  van  het  college  is  hoog:  een  gemeente  die  maatschappelijke  initiatieven  uitdaagt,  ruimte  biedt  en  met  hen  samenwerkt.   De  gesprekken  die  voorafgingen  aan  deze  notitie  lieten  het  college  zien  dat  er  veel  bijval  is  voor  deze  ambitie  en  de  ingezette  lijn.  Daarbij  is  wel  aandacht  gevraagd  voor  de  manier  waarop  we  het  samen  laten  lukken.  Een  conclusie  uit  de  gesprekken  is  dat  de  gemeente  een  lerende  organisatie  moet  zijn  die  open  staat  voor  experimenten.  Een  organisatie  die  samen    met  maatschappelijke  initiatieven  oplossingen  zoekt  voor  kwesties  die  (nog)  niet  zijn  opgelost  en  voor  praktische  problemen  die  erom  vragen  vindingrijk  te  zijn.  In  de  gesprekken  is  ook  gevraagd  om  te  erkennen  dat  iedereen  bij  het  leren  en  experimenteren  fouten  kan  maken  en  dat  dingen  mogen  mislukken.  

  •   8  

    Waaraan  gaat  het  college  de  komende  tijd  werken?   Het  college  gaat  door  waarmee  het  al  begonnen  is:  zorgen  voor  een  goede  verdere  ontwikkeling  van  de  werkwijze  bij  maatschappelijk  initiatief.  Dat  doen  we  door:  

    1. maatschappelijke  initiatieven  overal  in  de  stad  ruimte  te  (blijven)  geven,  uit  te  dagen  en  te  faciliteren  binnen  de  genoemde  kaders;    

    2. voorbeelden  te  verzamelen  waar  ruimte  geven  aan  waardevol  geachte  maatschappelijke  initiatieven  tegen  beperkingen  en  grenzen  aanloopt.    Waar  mogelijk  zoeken  we  nieuwe  oplossingen  en  benaderingen.  Bijvoorbeeld:  mogelijkheden  voor  mensen  met  een  uitkering,  gebruik  van  vastgoed,  flexibel  en  integraal  financieren,  buurtbesteden,  samenwerken  met  zorg,  maatschappelijk  aanbesteden,  concurrentievraagstukken,  zelfbouw,  etc.  De  voorbeelden  kunnen  gaan  om  grote  en  kleine  initiatieven;  

    3. in  overleg  met  partners  14  van  deze  casussen  aan  te  wijzen  als  experiment  waarin  we  samen  knelpunten  onderzoeken,  aanpakken  en  gezamenlijk  ervan  leren.  Het  gaat  om  experimenten  waarbij  meerdere  onderdelen  van  de  gemeentelijke  organisatie  betrokken  zijn.    In  elk  stadsdeel  worden  twee  experimenten  aangewezen:  één  waarin  bewoners    de  gemeente  vragen  hen  te  faciliteren  bij    initiatieven  die  aanvullend  zijn  op  de  taken  van  de  overheid,  en  één  waarin  maatschappelijke  initiatieven  de  gemeente  uitdagen  om  een  overheidstaak  over  te  nemen;    

    4. te  onderzoeken  hoe  we  het  van  en  met  elkaar  leren  goed  organiseren;  5. uit  te  werken  hoe  we  gezamenlijke  of  gebiedsoverstijgende  knelpunten  

    en  vraagstukken  agenderen  en  op  het  juiste  niveau  oplossen.     Het  college  organiseert  elk  jaar  een  bestuurlijke  bijeenkomst  met  stadsdeelbestuurders  waarin  besproken  wordt  hoe  deze  ambitie  uitwerkt  in  de  praktijk  en  welke  conclusies  we  daaruit  trekken.  Over  de  uitkomsten  zullen  we  aan  de  raad  rapporteren.    

    We  doen  dit  niet  alleen Bovenstaande  activiteiten  voeren  we  uit  als  één  stad.  Stad  en  stadsdelen,  college  en  bestuurscommissies,  gebiedsteams  en  lijnafdelingen  werken  aan  dezelfde  ontwikkeling. Minstens  zo  belangrijk  is  om  dit  samen  met  partners  van  de  gemeente  te  doen.  Dit  zijn  natuurlijk  de  maatschappelijke  initiatieven  zelf.  Maar  er  zijn  ook  andere  spelers:    

  •   9  

    • de  woningcorporaties:  zij  steunen  veel  initiatieven  in  de  buurten.  Ook  investeren  zij  in  het  versterken  van  bewoners  en  bewonerscollectieven  in  kwetsbare  wijken.  

    • fondsen:  er  zijn  honderden  fondsen  in  Nederland  met  veel  verschillende  doelen.  Sommige  fondsen  steunen  of  stimuleren  bewonersinitiatieven.  Of  zij  werken  aan  de  versterking  van  de  zorgzame  samenleving,  waarbij  mensen  de  eerste  stap  nemen  om  elkaar  te  helpen.  

    • het  maatschappelijk  middenveld:  welzijns-‐  en  zorginstellingen  zoeken  manieren  om  de  eigen  draagkracht  van  de  samenleving  te  versterken.  Daarbij  ondersteunen  ze  ook  initiatieven  van  bewoners  zelf.  

    • ondernemers:  soms  ondersteunen  zij  maatschappelijk  initiatief  in  de  vorm  van  sponsoring  en/of  ontplooien  zij  zelf  maatschappelijk  initiatief  als  sociale  onderneming  .  

    Tot  slot   De  samenleving  verandert,  en  wij  veranderen  mee.  Onze  werkwijze  om  ruimte  te  geven  aan  maatschappelijk  initiatief  hoort  daarbij.  Dit  is  geen  nieuwe  beleidslijn.  Het  is  een  erkenning  dat  we  op  het  goede  spoor  zitten.  Het  college  wil  dit  spoor  verder  volgen,  vanuit  het  gebiedsgericht  werken  via  de  bestuurscommissies.   Met  deze  notitie  geeft  het  college  aan  hoe  we  dit  gaan  doen.  We  doen  dit  als  één  stad:  college  en  bestuurscommissies  samen.  Maatschappelijk  initiatief  ruimte  geven  kan  alle  beleidsterreinen  raken.  Het  vraagt  om  inzet  van  ons  allemaal.  Het  is  onze  basishouding  en  het  werkprincipe  in  de  hele  stad.  De  precieze  invulling  ervan  schrijven  we  echter  niet  voor,  want  dat  gebeurt  in  de  gebieden.  De  praktijk  van  het  ruimte  geven  aan  maatschappelijk  initiatief  is  maatwerk.  Daarbij  zullen  we  ongetwijfeld  voor  verrassingen  komen  te  staan,  zowel  positieve  als  negatieve.  Het  ruimte  geven  aan  maatschappelijk  initiatief  blijft  een  avontuur.  Een  avontuur  dat  we  met  zijn  allen  aangaan  en  waarvoor  we  ook  met  zijn  allen  de  verantwoordelijkheid  dragen.          Bijlage  1  Instrumenten  en  voorbeelden  uit  de  praktijk   Manieren  om  ruimte  te  geven  aan  maatschappelijk  initiatief   De  gemeente  wil  maatschappelijk  initiatief  ruimte  geven.  Dat  kan  door  middel  van:

  •   10  

    • Toegankelijke  en  begrijpelijke  informatie • Steun,  verbinden  met  anderen,  inzet  van  het  netwerk • Meedenken • Kennis  of  hulp  van  professionals • Fysieke  ruimte • Subsidie   • Inkopen/aanbesteden   • Bereidheid  om,  waar  mogelijk,  belemmeringen  en  knelpunten  aan  te  

    pakken   De  manier  waarop  deze  middelen  worden  vormgegeven  verschilt.  Hieronder  wordt  een  overzicht  gegeven  van  de  instrumenten  die  in  Amsterdam  tot  nu  toe  zijn  ingezet.  Dit  overzicht  is  niet  uitputtend.  Omstandigheden  en  ontwikkelingen  zullen  in  de  toekomst  leiden  tot  nieuwe  instrumenten  of  tot  nieuwe  invullingen  van  bestaande  instrumenten.  De  nieuwe  manier  van  werken  om  ruimte  te  geven  aan  maatschappelijk  initiatief  vraagt  op  zichzelf  al  om  een  andere  invulling,  omdat  er  geen  apart  programma  voor  maatschappelijk  initiatief  is  en  de  financiële  verhoudingen  tussen  het  college,  de  gemeenteraad  en  de  stadsdeelbesturen  zijn  veranderd.   Instrumenten Bewoners,  bewonersnetwerken,  coöperaties  en  wijkondernemingen  met  ideeën,  wensen  en  plannen  moeten  in  ieder  geval  kunnen  rekenen  op  informatie,  contact,  een  open  gesprek,  meedenkkracht  en  kennis  die  beschikbaar  is  binnen  de  gemeente.  Informatie  is  voor  iedereen  toegankelijk  en  begrijpelijk.  Dit  is  nodig,  omdat  bewoners  zo  kunnen  bepalen  of  zij  maatschappelijk  initiatief  willen  nemen  en  in  hoeverre  zij  daarover  in  gesprek  willen  gaan  met  de  gemeente/stadsdeel.   De  gemeente/het  stadsdeel  staat  altijd  open  voor  contact  en  gesprek.  Daarvoor  worden  digitale  communicatiemiddelen  ingezet,  maar  ook    fysiek  contact  met  bestuurders  en  ambtenaren  moet  altijd  mogelijk  zijn.  De  gebiedsteams  hebben  hier  een  belangrijke  rol  in.   Faciliterende  instrumenten  die  tot  nu  toe  op  het  gebied  van  informatie,  communicatie,  contact,  budget,  ruimte  en  ondersteuning    in  verschillende  gebieden  hun  waarde  hebben  bewezen  zijn:   Inzet  van  gebiedsteams  met  gebiedsmakelaars,    gebiedscoördinatoren  en  gebiedsmanagers

    Gebiedsteams  zijn  de  ogen,  oren  en  handen  van  het  stadsdeel  in  een  gebied.  Zij  stellen  zich  open  en  uitnodigend  op  en  kunnen  een  prima  verbinding  vormen  tussen  (collectieven  van)  bewoners  en  de    verschillende  

  •   11  

    organisatieonderdelen  van  de  gemeente.

    Voorbeeld In  de  voormalige  wijkaanpakwijken  zijn  sinds  2009  participatiemakelaars  actief  geweest.  Deze  hadden  veel  contact  met  de  buurt  en  stonden  open  voor  en  stimuleerden  bewoners  met  ideeën  en  initiatieven.  Ook  vormden  zij  een  verbindende  schakel  met  (soms  minder  goed  toegankelijke  afdelingen  binnen)  de  gemeente.  Vanwege  de  goede  resultaten  is  deze  werkwijze  overgenomen  in  het  gebiedsgericht  werken,  waarbij  overal  gebiedsmakelaars  zijn  aangesteld.  

    Het  deelnemen  aan  en  faciliteren  van  sociale  netwerken

    Een  sociaal  netwerk  is  een  samenwerkingsverband  tussen  bewoners,  ondernemers,  maatschappelijke  partijen  en  overheid  dat  bijdraagt  aan  de  sociale  samenhang  en  leefbaarheid  in  de  buurt.  De  netwerken  zijn  voor  de  gebiedsteams  van  cruciaal  belang  om  de  opgave  van  de  buurt  goed  in  beeld  te  krijgen  en  niet  als  overheid  alles  zelf  te  doen,  maar  initiatief  ook  bij  anderen  te  laten  of  gezamenlijk  de  aanpak  van  kansen  en  knelpunten  vorm  te  geven.   Voorbeelden Netwerken  zijn  er  in  alle  gebieden,  en  overal  maakt  het  gebiedsteam  er  in  meerdere  of  mindere  mate  deel  van  uit.  De  wijkraden  in  Noord  en  bewonersplatforms  in  West  zijn  voorbeelden  van  gestructureerde  netwerken.  Voorbeelden  van  onafhankelijke  netwerken  zijn  de  Lucascommunity  in  Osdorp,  Samen  Krachtig  Plan  van  Gool  en  Tugela  85  in  de  Transvaalbuurt.   Stedelijk  zijn  er  ook  enkele  platforms  en  netwerken  van  (wijk)ondernemingen  en  actieve/betrokken  bewoners  die  elkaar  ondersteunen,  kennis  uitwisselen  en  inspireren.  Voorbeelden  hiervan  zijn:  

  •   12  

    • Lokale  Lente,  Platform  van  de  wijkondernemingen  in  Amsterdam;  

    • de  Bewonersacademie,  die  kennisuitwisseling  van  maatschappelijk  initiatief  in  kwetsbare  gebieden  ondersteunt;  

    • Pakhuis  De  Zwijger,  met  haar  netwerk  van  Stadmakers.  

    Flexibele  budgetten,  bewonersbudgetten  en  buurtbudgetten  (binnen  programma’s)  

    Het  is  mogelijk  om  binnen  begrotingsposten  en  binnen  programma’s  een  deel  van  het  budget  apart  te  zetten  om  het  flexibel  te  kunnen  inzetten.  Dit  geldt  zowel  voor  stadsdeel-‐  als  voor  RvE-‐begrotingen.  Deze  deelbudgetten  kunnen  gereserveerd  worden  om  snel  in  te  kunnen  spelen  op  bewonersinitiatief  of  andere  ontwikkelingen  van  onderop  uit  de  buurt. Voorbeelden

    • In  stadsdeel  Oost  is  een  deel  van  het  budget  voor  het  programma  Welzijn  en  Zorg  flexibel  gehouden  voor  activiteiten  en  projecten  die  bijdragen  aan  de  versterking  van  de  civil  society  en  vergroting  van  de  zelfredzaamheid  van  bewoners.  Vernieuwend  aanbod  vanuit  de  wijk  wordt  zo  ondersteund.  De  gedachte  hierachter  is  dat  er  doelmatiger  en  doeltreffender  gesubsidieerd  wordt,  dat  organisaties  creatiever  en  innovatiever  te  werk  gaan  en  dat  de  creativiteit  en  de  verantwoordelijkheid  van  inwoners  beter  worden  benut.

    • Nadat  de  rijksbijdrage  voor  bewonersinitiatief  was  beëindigd,  zijn  alle  voormalige  wijkaanpakstadsdelen  doorgegaan  met  het  beschikbaar  stellen  van  bewonersbudgetten  uit  eigen  middelen.  Ook  Stadsdeel  Zuid  heeft  dit  gedaan.  Met  deze  budgetten  zijn  

  •   13  

    bewonersinitiatieven  gefinancierd.   • Stadsdeel  West  heeft  naast  

    bewonersbudget  ook  een  buurtbudget  om  de  financiering  mogelijk  te  maken  van  de  prioriteiten  van  bewoners.  

    Digitale  participatie

    Sociale  en  digitale  media  bieden  kansen  voor  participatie,  communicatie  en  netwerkvorming.  Het  verschil  met  oudere  (één-‐weg)  communicatievormen  is  dat  sociale  media  interactief  zijn  (tweeweg)  en  daardoor  mensen  wederzijds  kunnen  verbinden  en  in  dialoog  brengen.   Voorbeelden

    • De  Indische  Buurtbalie  is  een  initiatief  van  bewoners  dat  inzicht  geeft  in  alle  maatschappelijk  initiatieven  en  activiteiten  in  de  buurt  en  mogelijk  maakt  dat  bewoners  elkaar  weten  te  vinden  om  samen  dingen  te  doen.  

    • Voorjebuurt.nl  is  een  crowdfunding-‐  en  crowdsourcingtool  voor  iedereen  die  geld  en  steun  zoekt  voor  zijn  initiatief.  

    • Ideevoorjebuurt.nl  is  een  tool  die  helpt  bij  het  omvormen  van  ideeën  van  bewoners  naar  concrete  plannen  en  agendapunten.  

    Open  data  en  open  begrotingen (in  ontwikkeling)

    Statistische  en  financiële  informatie  die  in  gemeente/stadsdeel  beschikbaar  is  wordt  op  een  leesbare,  overzichtelijke  en  toegankelijke  manier  ontsloten,  zodat  bewoners  precies  kunnen  zien  wat  belangrijk  is  om  te  weten  bij  het  vormen  en  uitwerken  van  ideeën,  wensen  en  plannen.   Voorbeeld In  West  en  Oost  is  al  enige  tijd  gewerkt  aan  het  ontsluiten  van  feiten  en  cijfers  door  Open  Data  en  Open  Begrotingen.  De  informatie  is  daar  op  een  duidelijke  en  overzichtelijke  manier  zichtbaar  gemaakt.  Ook  is  er  een  Open  Data  

  •   14  

    Kaart  Amsterdam  in  ontwikkeling,  waarop  onder  andere  alle  basisvoorzieningen  van  de  stadsdelen  worden  gezet.  Het  initiatief  voor  de  ontwikkeling  van  deze  kaart  is  genomen  door  stadsdeel  West,  die  de  basis  ervan  heeft  gefinancierd.  Momenteel  wordt  de  verbreding  voor  de  hele  stad  mogelijk  gemaakt.    

    Startsubsidies  voor  wijkondernemingen  (binnen  programma’s)

    Startsubsidies  voor  beginnende  wijkondernemingen  zijn  bedoeld  om  deze  ondernemingen  tijd  te  geven  om  op  eigen  benen  te  staan  en  maatschappelijke  meerwaarde  te  genereren  .   In  de  nieuwe  werkwijze  kunnen  stadsdelen  binnen  programma’s  budget  voor  wijkondernemingen  reserveren. Voorbeeld Stadsdeel  West  heeft  een  bedrag  gereserveerd  om  startende  wijkondernemingen  te  subsidiëren.  De  subsidie  bedraagt  maximaal  €25.000  en  wordt  gegeven  aan  startende  wijkondernemingen  met  een  maatschappelijke  opgave  die  hun  best  doen  om  binnen  twee  jaar  op  eigen  benen  te  staan.  Aanvragen  worden  beoordeeld  door  een  team  van  stadsdeelvertegenwoordigers  en  ondernemers  en  ZZP-‐ers  uit  de  buurt.  Ook  is  er  een  netwerk  van  deskundige  ZZP-‐ers  die  kunnen  ondersteunen  bij  het  schrijven  van  een  ondernemingsplan,  het  opzetten  van  de  administratie  en  het  zoeken  van  andere  middelen.  

    Maatschappelijk  aanbesteden  (co-‐creëren)

    Bij  maatschappelijk  aanbesteden  gaat  het  om  publieke  taken.  Bewoners,  wijkondernemingen  of  sociale  ondernemers  uit  de  buurt  krijgen  de  kans  om  deze  uit  te  voeren.  Stadsdelen  kunnen  zo  publieke  taken  aan  hen  overdragen  en  uit  reguliere  middelen  betalen.  Er  worden  daarvoor  kaders/voorwaarden  geformuleerd  en  er  wordt  verantwoording  over  afgelegd.  Maatschappelijk  aanbesteden  is  nog  in  ontwikkeling.  

  •   15  

    Voorbeelden   In  de  Indische  Buurt  in  stadsdeel  Oost  is  in  2013  en  2014  ervaring  opgedaan  met  maatschappelijk  aanbesteden  in  de  pilot  Buurtbesteden.  Buurtbewoners  en  stadsdelen  hebben  samen  gezocht  naar  de  mogelijkheden  voor  de  buurt  om  maatschappelijke  taken  zelf  uit  te  voeren  en  zo  het  geld  dat  beschikbaar  is  voor  de  buurt  ook  in  de  buurt  uit  te  geven.   In  West  is  er  een  buurttender  uitgezet  voor  naschoolse  opvang  in  de  Houthavens.  De  bewoners  hebben  gekozen  voor  een  onderneemster  uit  de  buurt.  

    Inkoop  en  opdrachtverlening

    Maatschappelijk  aanbesteden  en  Inkoop  liggen  in  elkaars  verlengde.  Bij  inkoop  hoeft  het  echter  niet  om  de  uitvoering  van  publieke  taken  te  gaan  en  is  de  relatie  er  één  van  opdrachtgever-‐opdrachtnemer.  Maatschappelijke  initiatieven  kunnen  op  de  markt  tot  nu  toe  moeilijk  concurreren  met  de  (grote)  opdrachtnemers  waarmee    de  overheid  meestal  haar  contracten  afsluit.  Wanneer  de  gemeente  inkoopt  bij  een  maatschappelijk  initiatief,  betekent  dit  dat  geldstromen  worden  verlegd  en  dat  andere  inkoop-‐relaties  worden  verbroken  (geld  kan  maar  1  keer  worden  uitgegeven).   Voorbeeld Lucafé  is  een  cateringbedrijf  dat  is  ontstaan  en  tot  bloei  gekomen  in  de  Lucascommunity  in  Osdorp.  Sinds  eind    2014  huurt  het  stadsdeel  Lucafé  in  voor  de  catering  in  het  stadsdeelkantoor.  

    Participeren  in  plannen  van  bewoners

    In  buurten  met  voldoende  sociaal  kapitaal  is  de  kans  groot  dat  bewoners  de  handen  in  elkaar  slaan  en  zelf  met  plannen  komen  voor  de  aanpak  van  maatschappelijke  problemen  of  verbetering  van  de  leefbaarheid.  De  gemeente  kan  hierop  inspelen  door  afspraken  te  maken  over  taken  en  verantwoordelijkheden  bij  de  uitvoering  van  de  plannen  en  de  financiële  

  •   16  

    bijdragen.  

    Voorbeeld In  2014  hebben  bewoners  van  het  GWL  terrein  (Westerpark)  in  stadsdeel  West  een  masterplan  ingediend  bij  het  stadsdeel  voor  het  beheer  van  hun  buurt.  Dit  plan  is  tot  stand  gekomen  na  een  proces  in  en  met  de  buurt  en  in  samenwerking  met  het  stadsdeel.  Vervolgens  zijn  met  het  stadsdeel  afspraken  gemaakt  over  financiering  (waarbij  ook  bewoners  zelf  en  corporaties  een  deel  voor  hun  rekening  nemen)  en  wie  wat  doet  op  het  gebied  van  maaien,  beheer  en  onderhoud  van  grasvelden,  hagen  en  twee  pleinen.

    Regelluwe  zone Regels  zijn  er  niet  voor  niets,  maar  worden  vaak  als  beperkend  en  vertragend  ervaren.  Vaak  kunnen  stadsdelen  door  procedures  aan  te  passen  of  beleid  en  toepassing  van  regels  beter  op  elkaar  af  te  stemmen  de  zaken  soepeler  laten  verlopen.   Voorbeeld In  2014  heeft  stadsdeel  Noord  aan  de  Noorderparktrust  een  zogenaamde  'parapluvergunning'  verstrekt  voor  evenementen  in  het  Noorderpark.  In  2015  is  er  bovendien  een  ontheffing  alcohol  gegeven  voor  12  dagen.   Voorheen  moest  iedereen  die  in  het  Noorderpark  iets  wilde  organiseren  zelfstandig  een  vergunning  aanvragen.  Nu  kunnen  met  een  kleine  melding  alle  evenementen  tot  500  bezoekers  er  onder  minimale  condities  plaatsvinden.  Activiteiten  kunnen  aangemeld  worden  bij  de  Noorderparktrust.  Resultaat  is  ook  dat  het  aantal  klachten  is  afgenomen.  Om  die  reden  is  stadsdeel  Noord  nu  bezig  met  een  vergelijkbare  parapluvergunning  voor  het  NDSM-‐terrein.  

  •   17  

    Ondersteuning  bij  het  vinden  van  co-‐financiering

    Bij  co-‐financiering  gaan  initiatiefnemers  op  zoek  naar  andere  geldbronnen  (geen  overheid).  Dit  kunnen  corporaties  zijn,  crowdfunding,  sponsoring,  fondsen  etc.  

    Voorbeeld Het  crowdfunding-‐  en  crowdsourcingplatform  voorjebuurt.nl  is  in  2013  gelanceerd  met  steun  van  onder  andere  het  ministerie  van  BZK  en  de  gemeente  Amsterdam.  Voorjebuurt  is  niet  alleen  een  digitale  toepassing,  maar  is  ook  fysiek  aanwezig  in  Amsterdamse  buurten,  waar  initiatiefnemers  gecoacht  worden  en  ondersteuning  krijgen  bij  het  opzetten  van  een  goede  campagne.  Ook  kunnen  wijkprofessionals  meedoen  aan  een  masterclass  crowdfunding  en  alternatieve  financieringsvormen.  

    Beschikbaar  stellen  (betaalbaar)  vastgoed

    Het  gebeurt  regelmatig  dat  bewonerscollectieven  leegstaand  vastgoed  in  hun  buurt  nieuw  leven  willen  inblazen.  Ook  zijn  er  startende  wijkondernemingen  die  voor  hun  onderneming  ruimte  nodig  hebben.  Zij  kunnen  meestal  niet  (meteen)  een  kostprijsdekkende  of  commerciële  huur  betalen.  In  het  verleden  hebben  stadsdelen    in    dergelijke  gevallen  vastgoed  gratis  of  tegen  een  lagere  huur  ter  beschikking  gesteld.  Sinds  9  september  2015  zijn  er  nieuwe  spelregels  voor  vastgoed  waarin  is  geregeld  dat  altijd  minimaal  de  kostprijsdekkende  huur  moet  worden  gevraagd  voor  gemeentelijk  vastgoed.  Wanneer  stadsdelen  een  lagere  huur  willen  rekenen  kan  dit  opgelost  worden  door  (een  deel  van)  de  huur  te  subsidiëren  uit  andere  beleidsprogramma’s.  Ook  corporaties  stellen  vastgoed  ter  beschikking  aan  wijkondernemingen  en  bewonerscollectieven. Voorbeelden

    • Tugela85  in  de  Transvaalbuurt  in  Oost  is  een  wijkonderneming  van  kunstenaars  

  •   18  

    en  culturele  ondernemers.  Zij  sloten  in  2009  een  tijdelijk  gebruikerscontract  met  het  stadsdeel.  In  2013  werd  Tugela85  aangewezen  als  pilot,  waardoor  kon  worden  afgeweken  van  beleid  rond  prijzen  en  vastgoed.  De  motivatie  hierachter  was  dat  de  maatschappelijk  waarde  van  Tugela85  dit  rechtvaardigde.  

    • In  Noord  heeft  een  groep  bewoners  het  beheer  overgenomen  van  buurthuis  De  Driehoek.  Zij  wilden  niet  dat  het  oude  buurthuis  gesloten  zou  worden.  Met  het  stadsdeel  zijn  afspraken  gemaakt  over  de  huur  van  het  pand.  Ze  hebben  van  het  stadsdeel  2  jaar  gekregen  om  zich  zo  te  ontwikkelen  dat  ze  de  huur  uit  eigen  inkomsten  kunnen  betalen.  

    Stimuleren Wanneer  het  komen  tot  maatschappelijk  initiatief  niet  vanzelf  gebeurt  en  de  overheid  ervoor  kiest  om  zelf  acties  te  ondernemen  om  mensen  tot  initiatief  aan  te  zetten,  is  er  sprake  van  stimuleren.  Dit  is  maatwerk.  Maatwerk  wil  zeggen  dat  de  stadsdelen  zelf  bepalen  wat  hun  ambitieniveau  hierbij  is  en  hoe  zij  het  stimuleren  organiseren. Een  aantal  instrumenten  die  hierboven  zijn  genoemd  om  te  faciliteren,  kunnen  met  wat  extra  inspanning  ook  heel  stimulerend  werken.  Zo  kunnen  trainingen  of  coaching  in  combinatie  met  het  faciliteren  van  netwerken,  crowdfunding,  bewonersbudgetten,  startsubsidies  of  het  beschikbaar  stellen  van  ruimte  elkaar  versterken  en  groepen  bewoners  aanzetten  tot  initiatief.   Voorbeelden  van  instrumenten  die  tot  nu  toe  specifiek  voor  stimuleren  zijn  ingezet  zijn:  

    Ondernemende  kracht  stimuleren  

    Vooral  in  gebieden  met  weinig  sociaal  kapitaal  blijkt  het  nodig  om  te  investeren  in  de  ondernemende  en  zelforganiserende  kracht  van  de  buurt.  Ook  de  deelname  hieraan  door  mensen  met  een  beperking  (inclusiviteit)  vraagt  om  extra  aandacht  en  inzet.    Instrumenten  die  hiervoor  zijn  gebruikt  zijn  intensieve  

  •   19  

    ondernemerstrainingen  voor  groepen  bewoners,  coaching  bij  leren  door  te  doen  en  competentieontwikkeling.  Zorginstellingen  kunnen  mensen  met  beperkingen  ondersteunen  bij  het  meedoen  aan  maatschappelijk  initiatief,  maar  ook  de  maatschappelijke  initiatieven  ondersteunen  die  behoefte  hebben  aan  begeleiding  bij  het  omgaan  met  mensen  met  beperkingen.   Voorbeelden

    • In  drie  kwetsbare  buurten  in  Amsterdam  zijn  pilots  gedaan  om  het  zelforganiserend  en  ondernemend  vermogen  van  de  buurt  te  vergroten.  Grote  groepen  bewoners  doorliepen  een  intensief  leer-‐  en  doe-‐proces  om  zich  te  organiseren  en  samen  de  ontwikkeling  van  hun  wijk  ter  hand  te  nemen.  Daarbij  waren  zorginstellingen  betrokken  om  inclusiviteit  mogelijk  te  maken  en  te  stimuleren.  In  deze  buurten  zijn  verschillende  structurele  initiatieven  en  coöperatieve  verenigingen  ontstaan.  Netwerken  zijn  versterkt  en  samenwerking  met  stadsdeel  en  andere  organisaties  is  tot  stand  gekomen  en  versterkt.  

    • Ook  buiten  de  pilotgebieden  zijn  er  voorbeelden,  zoals  in  Zuidoost,  waar  met  ondersteuning  de  Buurtbizz  tot  stand  komt  en  waar  een  groep  West  Afrikaanse  vrouwen  met  weinig  sociaal  kapitaal  een  ondernemerschapstraining  heeft  gevolgd.  In  Noord  zijn  de  ondersteuning  van  het  bewonerscollectief  in  de  wijk  De  Kleine  Wereld  en  de  ondersteuning  bij  de  totstandkoming  van  de  coöperatieve  vereniging  Pekko  Bello  voorbeelden.  

    • Starters4communities  is  een  initiatief  dat  hoog  opgeleide  starters  op  de  arbeidsmarkt  koppelt  aan  bewonersinitiatieven.  De  starters  krijgen  een  training  sociaal  ondernemen  en  

  •   20  

    bewonersgestuurde  stadsontwikkeling.  Ze  dragen  vervolgens  met  kennis,  creativiteit,  energie  en  mankracht  bij  aan  de  initiatieven  met  wie  zij  de  samenwerking  aangaan.    Starters4communities  brengt  het  benodigde  geld  bij  elkaar  met  behulp  van  crowdfunding  en  sponsoring.  In  Amsterdam  zijn  de  stadsdelen  West  en  Oost  partner  ten  behoeve  van  bewonersinitiatieven  in  hun  eigen  gebieden.

    Budgetmonitoring  

    Bewoners  kunnen  getraind  worden  om  meer  inzicht  te  krijgen  in  financiële  informatie  van  de  gemeente,  zodat  maatschappelijke  participatie  in  de  beleidsvorming  wordt  bevorderd  en  zij  zodoende  meer  invloed  en  controle  krijgen  op  de  besteding  van  de  begrotingen  van  de  verschillende  overheidsorganisaties. Voorbeeld In  de  Indische  Buurt  zijn  tientallen  bewoners  getraind  om  op  een  goede  manier  de  begroting  van  het  stadsdeel  te  lezen,  begrijpen  en  analyseren.  De  training  werd  gegeven  door  het  Centrum  voor  budgetmonitoring  in  samenwerking  door  stadsdeel  Oost.  Daarnaast  deden  de  bewoners  activerend  buurtonderzoek  om  te  weten  te  komen  welke  prioriteiten  er  leefden.  Dit  leidde  tot  de  Burgerperspectievennota,  waarin  de  buurt  haar  visie  formuleert  en  aangeeft  op  welke  wijze  zij  zelf  een  rol  wil  spelen  bij  het  realiseren  van  de  plannen.  

    Actief  uitdagen Wanneer  bewoners  en  wijkondernemingen  actief  worden  uitgenodigd  of  uitgedaagd  om  mee  te  doen  aan  maatschappelijke  aanbestedingen,  doet  het  stadsdeel  meer  dan  alleen  faciliteren.  Dit  kan  bijvoorbeeld  door  samenwerking  te  zoeken  met  netwerken  en  wijkondernemingen  en  ook  door  challenges  en  start-‐ups  uit  te  zetten. Voorbeeld:   Zie  het  voorbeeld  over  Buurtbesteden  in  de  Indische  Buurt  bij  het  instrument  Maatschappelijk  Aanbesteden.  De  pilot  in  de  Indische  Buurt  heeft  er  bijvoorbeeld  toe  geleid  dat  een  zieltogend  buurthuis  

  •   21  

    aan  de  buurt  terug  is  gegeven.    

    Stimuleren  door  beschikbaar  stellen    vastgoed

    Er  kan  een  grote  stimulerende  werking  uitgaan  van  het  beschikbaar  stellen  van  betaalbaar  of  gratis  vastgoed  aan  bewonerscollectieven.  Sinds  de  nieuwe  spelregels  voor  vastgoed  (9  september  2015  vastgesteld)  kan  er  geen  korting  worden  gegeven  op  de  huurprijs.  Wel  kan  het  gefinancierd  worden  uit  passende  beleidsprogramma’s.   Voorbeelden

    • In  de  wijk  Plan  van  Gool  in  stadsdeel  Noord  hebben  bewoners  gratis  de  beschikking  gekregen  over  een  leegstaand  semipermanent  schoolgebouwtje.  Dit  heeft  een  impuls  gegeven  aan  de  versterking  en  verbreding  van  het  collectief  actieve  bewoners  dat  zich  daar  met  behulp  van  bewonersgestuurde  wijkontwikkeling  aan  het  ontwikkelen  was.  Activiteiten  werden  zichtbaarder  en  nieuwe  bewoners  werden  nieuwsgierig  en  gingen  meedoen.  

    • In  Osdorp  heeft  de  Lucascommunity  de  leegstaande  Lucasschool  opgeknapt  en  zijn  er  allerlei  actieve  ondernemende  bewonersbedrijven  in  ondergebracht  die  geworteld  zijn  in  de  buurt.  Het  gebouw  was  een  belangrijk  vehikel  in  de  totstandkoming  en  versterking  van  de  community.