COMPETENTIE ASSESMENTAIMEE VAN AERT - 0834996

Willem de Kooning Academie - Docent Beeldende Kunst en Vormgeving - 14 April 2014

DOELTijdens mijn studie leerde ik gaandeweg experimenteren, ontdekken, onderbouwen, reflecteren en analyseren waardoor ik inzicht kreeg in mijn eigen kwaliteiten en vaardigheden en mijn artistieke

visie heb kunnen opbouwen. Mijn werken ontstaan nu vanuit een probleem, een doelgroep of een onder-werp waarbij ik me vaak richt op oplossingen en kansen en mogelijkheden. Bij deze opdracht ben ik me eerst gaan verdiepen in verschillende groepen en kwam toen bij het lezen van verschillende kranten uit op artikelen over zwervers die zware nachten tegemoet gingen vanwege de koude winter. Hier wilde ik graag wat mee doen.

ACTIEIk verzamelde deze artikelen en ben gaan bekijken waar het probleem zat door middel van een brain-storm en research op het internet. Ik ben op zoek gegaan naar inspiratiebronnen en had constant

een dummy op zak waar ik schetsen in maakte. Door al deze informatie wist ik dat ik een kledingstuk wilde gaan maken dat dag en nacht zou beschermen tegen de kou. Ik heb wat verdiepende ontwerpschetsen ge-maakt en ik ben op onderzoek gegaan naar het materiaal van mijn kledingstuk. Wat was warm, waterafsto-tend en winddicht? Wat voor functie moest het hebben? Etc.

RESULTAATIk heb wat staalkaarten gemaakt om te kijken welke soort en kleur stof ik het best kon gebruiken en heb wat proeven gemaakt waarop ik verschillende soorten sluitingen heb uitgeprobeerd. Ook heb en

ik getest en gekeken naar manieren om de stof waterdicht te maken. Uiteindelijk heb ik van een oude wind-dichte slaapzak een pak gemaakt dat ik met een waterafstotende spray heb gesprayd. Het pak was zo ont-worpen en gemaakt, dat het overdag draagbaar was als broekpak met wanten en een sjaal en ‘s nachts dicht te ritsen was als een slaapzak met kussen.

REFLECTIEDoordat het van essentieel belang is dat het pak op een makkelijke manier te veranderen is van pak tot slaapzak (terwijl de zwerver het pak aanheeft) en het pak daarnaast wind/waterdicht en warm moet

zijn voor de koude winternachten moeten de sluitingen/openingen ook zorgvuldig worden gekozen. Bij de armen en de benen heb ik dit gedaan door er een rits te plaatsen. Onderaan bij de voeten werd het echter een stuk lastiger. Ik heb hier toen een aanrijgbaar koord ingezet dat er op deze manier voor zorgde dat het gat dicht zou zijn. Dit zou ik een volgende keer toch anders doen. Echt winddicht was deze oplossing niet.

BEWIJSSTUK 1AARTISTIEK COMPETENT

OPDRACHTVanuit school kregen we halverwege het eerste jaar de opdracht om een subcultuur of een doelgroep uit te kiezen en hiervoor een product, dienst of kledingstuk te ontwerpen.

1

ART

ISTI

EKE

VIS

IE

2

IDEE

ËN V

ORM

GEV

ENC

REAT

IEF

PRO

CES

3

4

SAM

ENH

AN

G K

ENN

IS E

N D

OEL

EN

BEWIJSSTUK 1AARTISTIEK COMPETENT

LEERJAAR 1Zwerverspak

DOELIn de afgelopen jaren heb ik verschillende kunstdisciplines onderzocht en uitgeprobeerd. Ik heb niet een specifieke voorkeur voor een bepaald materiaal of een specifieke kunstvorm ontwikkeld omdat

ik ontdekt heb dat ik graag werk met verschillende kunstdisciplines die passen bij mijn probleem of doel-stelling. Als fotografie de ene keer beter past bij mijn “verhaal of doel” dan gebruik ik dat, past film beter of een andere keer een performance of een beeldend werk dan maak ik daar gebruik van. Ik heb van alles aangeraakt in de afgelopen jaren en 2D disciplines als tekenen, schilderen en allerlei gra-fische technieken tot 3D disciplines als installaties en beelden gemaakt en toegepast. Toch bleek ik stiekem altijd tussen de lijntjes kleuren en mijn werk bleef altijd een beetje braaf en bijna “voorspelbaar”. Ik wilde nu iets doen wat eigenlijk niet bij mij paste maar qua materiaal of vormgeving toch wel heel erg stond voor mijn eigen stijl.

ACTIENormaal gesproken begin ik in mijn proces met een brainstorm maar in dit geval vond ik dat lastig. Ik wist niet zo goed waar ik moest beginnen en ik had daarnaast ook nog geen onderwerp of medium. Ik

ben daarom inspiratie gaan zoeken in de bibliotheek en op het internet. Mijn aandacht werd getrokken door werken van o.a. Bart Hess, Dirk Braeckman, Sigurdur Gudmundsson en Lisa May Post. Het werk was lekker vreemd en maakte me ontzettend nieuwsgierig. Wel was er in deze fotografiewerken vaak een model in beeld. Zelf heb ik niet echt goede ervaringen met “model”fotografie en fotografeerde ik het liefste natuur-beelden en/of voorwerpen. Mijn camera had ik ook al een tijdje niet meer intensief gebruikt en bij het zien van deze fotografiewerken en het voelen van deze uitdaging begonnen mijn handen al te jeuken om aan de slag te gaan. Al snel kreeg ik de meest uiteenlopende ideeën en ging ik met een “model” de straat op om alles vast te leggen wat me interessant leek. Ik heb hierbij veel gehad aan mijn beeldbank maar ook aan de lessen tekenen en schilderen, de beeldende vakken en aan digitale media. Het gebruik van kleuren en de emotie die kleur kan overbrengen, verhoudingen en perspectieven, camerastandpunten en de digitale bewerking hebben ervoor gezorgd dat ik tot mijn eindresultaten kwam.

RESULTAATMijn eindwerk bestond uit drie foto’s op groot formaat waarbij er op het beeld iets vreemds maar toch iets moois gebeurde. Mensen die er naar keken, bleven staan om het wat nader te aanschouwen en

konden er niet helemaal een vinger op leggen.

REFLECTIEDe uitwerking was zoals men mij kent: strak en netjes en ook binnen de foto zat nog een vorm van perfectionisme en een duidelijke styling verstopt. Ooit wil ik een werk maken waarbij ik dit (experi-

menteel) een keer totaal los laat. Ook vond ik de opstart van dit proces wat moeizaam verlopen omdat ik niet werkte vanuit een actueel probleem of doel.

5

DIS

CIP

LIN

AIR

E K

ENN

ISBEWIJSSTUK 1BARTISTIEK COMPETENT

OPDRACHTVanuit school kregen we in het derde jaar de opdracht om te werken aan een eigen onderwerp of met een eigen medium waarmee we nog graag wilden werken.

6

7

TEC

HN

ISC

H V

AA

RDIG

CO

NTE

XTA

CTU

EEL 8

BEWIJSSTUK 1BARTISTIEK COMPETENT

Inspiratie: Dirk Braeckman, Sigurdur Gudmundsson en Lisa May Post

Eigen werk: 3 van de 450 proef foto’s

Eindwerken

LEERJAAR 3Fotografie

DOELVoor het vak visualiseren waren de studenten bezig met de voorbereidingen van hun film. Ze moesten hierbij verschillende technieken en standpunten leren voordat zij de officiële beelden zouden gaan

schieten. Ik heb hiervoor een leeractiviteit ontwikkeld waarbij de studenten ondervonden hoe de ruimte zou veranderen wanneer je een bepaalde camerabeweging zou maken vanaf dezelfde plek. In deze geteken-de ruimte moest een persoon komen, maar het goed tekenen van de ruimte was binnen de opdracht belang-rijker dan het goed tekenen van de persoon in die ruimte. Ze moesten drie camerabewegingen tekenen op dezelfde locatie (omgeving). Van hoog standpunt naar laag standpunt, van veraf naar dichtbij en de laatste mochten ze zelf verzinnen. Het kader waarin ze moesten tekenen moest wel 16x9 cm zijn.

ACTIEDe indeling van een lokaal en de setting van de tafels vind ik erg belangrijk voor de sfeer van de les en de concentratie van de klas. Het overzicht houden is dan ook een stuk makkelijker. Tijdens mijn lessen

zorgde ik er altijd voor dat er basismateriaal aanwezig was, dat het lokaal overzichtelijk was ingedeeld (in een U vorm bijvoorbeeld) en dat de les goed georganiseerd en voorbereid was. De introductie van de op-drachten hield ik kort en helder met de belangrijkste punten op papier of op het bord (studenten zijn visueel sterk ingesteld) en ik zorgde ervoor dat elke student aan het eind van de uitleg precies wist wat er van hem/haar verwacht werd. Ik controleerde dit door een student uit de klas te vragen om nog een keer de opdracht uit te leggen aan bijv. een laatkomer. Als de studenten lekker aan het werk waren liep ik rond en ging ik bij hen zitten om ze individueel te begeleiden en te stimuleren/motiveren om binnen de hoofdopdracht toch hun eigen ding te maken.

RESULTAATDe studenten hadden tijdens deze opdracht veel ondersteuning nodig. Een paar van hen waren niet goed in (perspectief) tekenen en zelfs het natekenen vanaf een zelf- gemaakte foto ging niet zoals ik

had gehoopt. Ik heb veel rondgelopen, begeleid en tips en trucs gegeven. De studenten wisten dat als je tij-dens mijn lessen hard werkt, naar mij toe komt voor tips en laat zien dat je echt wilt leren, je cijfer toch een voldoende kan zijn,ook al ben je niet zo goed in tekenen. (vergelijk een student die binnen 20 minuten een prachtige tekening heeft neergezet, maar de rest van de les heeft zitten vervelen of andere studenten heeft afgeleid). Er is tijdens deze les ontzettend hard gewerkt (gezucht, gesteund en gekreund) en we gingen naar huis met een voldaan gevoel.

REFLECTIEDe opdracht bleek toch erg lastig en de daadwerkelijke intrinsieke motivatie van de studenten was na drie kwartier echt op. Voor een volgende keer perspectief tekenen wil ik met een opdracht komen

waar de studenten echt plezier in hebben en intrinsiek gemotiveerd zijn om perspectief tekenen (verder) te ontwikkelen.

BEWIJSSTUK 2APEDAGOGISCH-DIDACTISCH COMPETENT

OPDRACHTTijdens mijn stage op het SintLucas in Boxtel heb ik een leeractiviteit ontwikkeld waarbij de studenten ondervonden hoe de ruimte zou veranderen bij verschillende camerabewegingen.

9

10

11

INLE

VIN

G L

EERL

ING

ON

DER

WIJ

S SI

TUAT

IEO

ND

ERST

EUN

ING

TALE

NTO

NTW

IKK

ELIN

G

12

BEWIJSSTUK 2APEDAGOGISCH-DIDACTISCH COMPETENT

STAGELes camerastandpunten

DOELVanuit mijn artistieke visie ontstaan mijn werken en concepten vrijwel altijd vanuit een probleem, een doelgroep of een onderwerp waarbij ik me vaak richt op oplossingen en kansen en mogelijkheden. Bij

deze opdracht ben ik me gaan verdiepen in de problemen binnen het onderwijs en wilde ik op 1 van deze problemen een leeractiviteit (les) ontwikkelen die binnen de vakinhoudelijke ontwikkeling van leerlingen/studenten betekenisvol zijn.

ACTIEDoor het zoeken van informatiebronnen op het internet en binnen mijn eigen observaties en eva-luaties tijdens mijn stages en eigen lessen kwam ik op een probleemstelling die voor mij persoon-lijk ook erg herkenbaar is/was. Het probleem heb ik gebaseerd op de competentie materiaalkennis (DBKV). Binnen de opleiding wordt verwacht dat de studenten ervaring opbouwen met verschil-

lende materialen en dat je als student kunt aantonen dat je verschillende materialen hebt uitgeprobeerd voor je daadwerkelijke eindwerk. Veel studenten zijn nog onbekend met bepaalde materialen of neigen snel naar een materiaal wat ze al kennen. Uit verschillende ideeën is een conceptvoorstel gekomen waar-bij het middel binnen mijn concept de leerdoelen en leeractiviteiten binnen de kunstvakken ondersteund.

RESULTAATIk heb een inspiratie-materialenbordspel ontwikkeld waarvan studenten gebruik kunnen maken om op deze manier in contact te komen met nieuwe materialen en verrassende combinaties. Tijdens de

introductie is het aan de docent om aan de studenten te vragen met welk materiaal de studenten het liefste werken en met wat voor materiaal ze hun eindproduct willen/denken te gaan maken. Deze materialen moe-ten de studenten opschrijven en de drie meest opgeschreven materialen worden van het bord afgehaald. Het wordt nu een challengge voor de studenten om iets te realiseren met onbekende materialen. Van de docent krijgen ze een kanskaart die ingezet kan worden als ze vinden dat een medestudent niet moet gaan werken met 1 van de twee materialen. De studenten mogen om de beurt dobbelen en op die manier komen zij op twee getallen terecht die refereren aan een materialenkaart aan de lijn. De twee materialen moet de student gaan combineren op zijn eigen manier gebaseerd op zijn of haar ontwerp, concept. Ze krijgen van de docent een tijd van 60 minuten om te werken aan de opdracht en zodra de tijd om is moeten alle studenten een foto van hun proefje maken. Onder de foto zetten zij de twee materialen en een tip die een volgende student kan helpen bij het gebruiken van deze twee materialen. De foto’s met informatie en tip komen vervolgens aan de 4 lijnen naast de 4 materialen lijnen/briefjes te hangen. Er ontstaan nu twee “borden”. Op het ene “bord” wordt het combinatiespel gespeeld en het andere “bord” staat in het teken van inspiratie.

REFLECTIEUit mijn prototypen bleek dat de studenten door de vele gemaakte proeven met verschillende mate-rialen, materialen konden uitsluiten of toepassen op het eindwerk. Ze gaven aan bewuster te kunnen kiezen voor het eindmateriaal en dit beter konden onderbouwen. De juiste materiaalkeuze geeft kunst en cultuur daarnaast veel meer betekenis.

BEWIJSSTUK 2BPEDAGOGISCH-DIDACTISCH COMPETENT

OPDRACHTEen voorstel voor het gamificeren van een les of lesprogramma. Dat mag voor de minor, een les aan de WDKA, aan de basisschool, maar ook voor een cursus zijn.

13

13

14

DO

ORO

NTW

IKK

ELEN

14

LEER

AC

TIV

ITEI

T - O

ND

ERST

EUN

ING

ON

DER

STEU

NIN

G

15

16

BEWIJSSTUK 2BPEDAGOGISCH-DIDACTISCH COMPETENT

LEERJAAR 4Herkansing minor gamification- concept: Wat te doen na het VMBO?

UITDAGING LEUK - VERTROUWEN - TROTS- NIEWSGIERIG MAKEND

STUDENT GROEIT TELKENS DOOR

MEER KENNIS VAN MATERIALEN -

PROGRESSIE

STUDENT KAN BLIJVEN VERNIEUWEN EN

VERBETEREN.ENGAGEMENT

STUDENTEN

DELEN - HELPEN

MISSIE - GAME - TAAK

Stap 1: De st�denten bedenken van te voren een concept wat zij zouden willen bouwen en met welk materiaal zij dit willen doen.

Stap 2: De docent zorg� er�oor dat de meest voorkomende materialen, gekozen door de st�denten, niet aanwezig zal zijn op het materiaalbord. De st�denten moeten t�ee dobbelstenen gooien waar de getal 1 t/m 20 op staan. De getallen die zij gooien bepalen welk materiaal zij gebr�i-ken van het materiaalbord om hun proefje te bouwen. De st�denten krijgen allemaal een kanskaar� die zij kunnen gebr�iken om hun medest�dent het moeilijker te maken en mogen 1 materi-aal van een andere st�dent ver�isselen of 1 materiaal naar keuze kiezen voor zich-zelf om het concept te bouwen.

Stap 3: De st�denten hebben t�ee materiaal kaar�en en met deze t�ee materialen bouwen zij hun concept, waar zij ver�ol-gens een foto van maken (polaroid) en mogen een tip erbij zetten van iets wat zij onder�onden hebben tijdens het proces.

Stap 4: Alle foto’s van de concepten worden opgehangen en worden 1 voor 1 bespro-ken. Docent vraag bijv. wat vind je er goed aan, wat is jouw top 3 - 5 - 10, hoe zou jij het doen?

Stap 5: Alle st�denten krijgen de keuze om of een concept van een ander te verbeteren en dobbelen opnieuw voor het materiaal die zij er�oor mogen gebr�iken of kiezen om hun eigen concept opnieuw te bouwen aan de hand van andere materi-alen.

DOELSurplus Welzijn werkt nauw samen met burgers, gemeenten en maatschappelijke organisaties om onder andere de persoonlijke ontwikkeling en het sociale contact te stimuleren van de bewoners en

te zorgen dat burgers zich betrokken gaan voelen bij de maatschappij. Binnen Surplus hou ik me voorna-melijk bezig met de jongerendoelgroep en ben ik betrokken in de wijk de Hoge Vucht op scholen, in jonge-rencentra, wijkaccommodaties en op straat als jeugdwerker. Surplus heeft echter geen tot nauwelijks budget om projecten en activiteiten te sponseren waardoor er nauw wordt samengewerkt met andere organisaties, vrijwilligers en subsidies. Binnen mijn projecten heb ik dan ook telkens het doel om te netwerken, het ver-trouwen te winnen van de jongeren en de ouderen in de wijk en om verschillende mensen (met hetzelfde doel/idee) weer aan elkaar te koppelen (en samen te laten werken).

ACTIEDe Hoge Vucht is een multiculturele wijk met veel verschillende leeftijden en afkomsten. De wijk heeft binnen Breda niet echt een goede naam en staat ook wel bekend als een wijk met veel probleem-

jongeren en criminaliteit. Het bieden van mogelijkheden voor ontmoeting, recreatieve en educatieve acti-viteiten, ontplooiing en participatie, voor en door jongeren en het kunnen signaleren en inventariseren van de vraag, behoeften en talenten van de jeugdigen zijn de leerdoelen waar ik dagelijks mee bezig ben. Door samen te werken met mijn doelgroep en hun vertrouwen te winnen weet ik waar de behoefte ligt en waar ze het meest bij gebaat zijn. Door deze samenwerkingen kom ik ook weer in contact met hun sociale omgeving als ouders, vrijwilligers, samenwerkingspartners etc. Op deze manier bouw ik een breed netwerk op. Als ik eenmaal de belangen, gevoelens, omgangsvormen, normen en waarden, en de manier van communicatie heb ontdekt probeer ik door middel van kunst een koppeling te maken naar het behalen van de doelen/belangen.

RESULTAATVeel van de mensen die ik de afgelopen weken heb gesproken raakte enthousiast als ik hen beelden liet zien met wat kunst kan doen met een locatie of ruimte. Om deze reden heb ik afgelopen week een

een presentatie gehouden voor alle werknemers en de directeur van de school met daarin een hoop inspira-tiebronnen en een korte uitleg over wat kunst kan doen met een leefomgeving. Veel docenten raakte positief en willen graag met mij gaan samenwerken. Velen van hen delen mijn visie over dat leren actief, creatief, speels en leuk moet (kan) zijn.

REFLECTIETot nu toe lopen de communicaties en koppelingen eigenlijk vanzelf. De docenten binnen de basis-school zijn erg enthousiast over mijn komst, de organisatoren van de school tuin en de organisatoren

van de buurttuin zagen al een hoop mogelijkheden en er komen veel vragen mijn kant op over kunstacti-viteiten in de buurt en op de scholen. Met groep 7 ben ik nu begonnen aan de eerste handvaardigheid les in combinatie met het zaaien van plantjes (natuur) wat ook een aantal positieve en geinteresseerde reaties opriep bij andere klassen.

BEWIJSSTUK 3AINTERPERSOONLIJK COMPETENT

OPDRACHTBinnen Surplus en met mijn opleiding tot Docent Beeldende Kunst en Vormgeving word ik ingezet om doormiddel van kunstzinnige activiteiten, oplossingen en ideeën problemen en vragen aan te pakken in samenwerking met o.a. burgers en maatschappelijke organisaties.

17

LEEF

KLI

MA

AT

18

CO

MM

UN

ICER

EN

VIS

IE -

ARG

UM

ENTA

TIE

19

MO

TIV

EREN 20

BEWIJSSTUK 3AINTERPERSOONLIJK COMPETENT

INVLOED VAN KUNST

DOELIn ons project wilden we het onderwerp ‘Privacy’ aan de orde brengen door de toeschouwer te laten ervaren wat er online kan gebeuren met je persoonlijke gegevens. We willen dit bereiken via het medium Facebook. Velen denken dat Facebook goed beveiligd is en dat bepaalde dingen afgeschermd kunnen worden voor b.v. ‘geen vrienden’. Wij wilden laten zien dat dit niet zo is en dat eigenlijk iedereen die dat maar wil je privacy kan schenden. We hoopte een reactie los te maken bij onze medestudenten en ze op een grappige maar toch ernstige manier te wijzen op de onveiligheid van je gegevens online.

ACTIEAan het begin van het semester hebben we ons vooral bezig gehouden met het onderzoeken van het onderwerp privacy. We hebben gekeken naar wat we wilden bereiken met ons project en wat onze boodschap precies moest zijn. Vanuit daar hebben we verschillende proeven gemaakt en zijn we in-dividueel bezig geweest met het zoeken naar kunstwerken en kunstenaars die werken met hetzelfde

onderwerp. Later hebben we alles samengevoegd en besproken waardoor er een gezamenlijke beeldbank ontstond. Persoonlijk werd ik erg geïnspireerd door Alter Bahnhof Video Walk bij de Documenta (2012) in Kassel. De speels en originele interactie die het werk had met het publiek en het gebruik van de digitale media (nieuwe kunstvorm) om de bezoeker een boodschap over te brengen werkte voor mij erg inspirerend. Ik heb mijn gedachtenspinsels in de groep gegooid en al snel waren we het eens over ons doel en onze aanpak. Onze klasgenoten werden verdeeld en we maakte alle vier ongeveer acht Facebookpagina’s na. Geheime email adressen, gesprekken, reacties, foto’s en video’s werden in scene gezet en opgenomen.

RESULTAATDe filmpjes werden bij de eindpresentatie afgespeeld op verschillende laptops in 1 lokaal en de facebook-gebruikers werden op een interactieve en schokkende manier geconfronteerd met hun eigen (“gehackte”) facebookpagina.

REFLECTIEOnze boodschap is goed overgekomen en de reacties waren erg leuk. Ze herkende de boodschap alle-maal wel maar nu het zo tastbaar was ging het nog meer leven. Het motiveerde de studenten in ieder

geval om voorzichtiger te zijn met de geplaatste informatie online. De samenwerking liep eigenlijk vanzelf en was erg prettig. We hadden dit nooit alleen kunnen doen en hadden elkaars kwaliteiten en inbreng echt nodig. We hadden alle vier maar een beperkte ervaring met deze vorm van kunst dus hebben we elkaar telkens moeten ondersteunen bij de voortgang en het uitpluizen van de nieuwe programma’s. Daarnaast hadden we allemaal wel een eigen kwaliteit die erg goed bruikbaar was tijdens het proces. Zo kon ik bijvoor-beeld goed met Photoshop en Indesign overweg en had ik een hoop beeldmateriaal voor op de pagina’s om-dat ik alles fotografeer wat ik interessant vind. Ook kon ik onze gezamelijke gesprekken vaak samenvatten en terug brengen naar de kern/doel van het gesprek.

BEWIJSSTUK 3BINTERPERSOONLIJK COMPETENT

OPDRACHTNa onze excursie in Kassel werden we in groepen verdeeld en moesten we aan de slag met een van de 4 à 5 onderwerpen. Wij kozen uiteindelijk voor het onderwerp Privacy.

21

BIJD

RAG

E -

VO

LGEN

S A

FSPR

AK

EN S

AM

ENW

ERK

ENEI

GEN

KW

ALI

TEIT

EN E

N B

EPER

KIN

GEN

23

22

BEWIJSSTUK 3BINTERPERSOONLIJK COMPETENT

Inspiratie: Alter Bahnhof Video Walk bij de Documenta (2012)

Eindpresentatie: Installatie laptops - persoonlijke facebookpagina’shttps://www.youtube.com/watch?v=Le9kMCLdQ4U&feature=youtu.be

LEERJAAR 3Facebook - Privacy

DOELDe Oude Haven is de oudste haven van Rotterdam, gelegen in het centrum van Rotterdam vlakbij de Willem de Kooning Academie en het station van Rotterdam Blaak.

De Oude Haven al 25 jaar erg bekend en ontzettend druk. Cafés, restaurants met terrassen aan het water, de bekende kubuswoningen, het Witte Huis en het ernaast gelegen Mariniersmuseum zorgen ervoor dat wonen, werken en uitgaan daar samenkomen en dat er een fijne en gezellige sfeer hangt. Twee jaar geleden ging de Rotterdamse Oude Haven helaas nogal gebukt onder de vernielzucht van groepen dronken jonge-ren. Ze lieten elke donderdagnacht een spoor van vernieling achter en een aantal horecaondernemers waren de overlast zat en eiste hard ingrijpen. Verschillende krantenartikelen verschenen over dit probleem terwijl ik net begon aan mijn opdracht voor beeldstudie. Ik zag dit als een mooie kans om hier iets tegen te doen.

ACTIEIk ben twee uur lang aan de haven gaan zitten met mijn schetsboek en met mijn fotocamera. Ik heb wat personeel gesproken dat werkte in cafés en restaurants rondom de haven, gebrainstormd en wat

tekeningen en foto’s gemaakt. Een jongen die werkte bij Kade 4 heeft zelfs wat spullen voor mij uit het water gehaald om te laten zien wat het resultaat was van de dronken vernielers. Niet alleen stoelen kwamen uit het water, maar ook fietsen en tafels. Ook worden er volgens het personeel wekelijks enorm zware bloembak-ken/potten het water ingegooid en leek het elke week weer een uitdaging om iets nog groter en zwaarder het water in te krijgen. Voor mij een kans om door middel van een interventie of een guerrilla- actie dit probleem onder de aandacht te brengen. Het idee moest pakkend en subtiel zijn maar ook invloed hebben op de vernieling. Na een hoop schetsen kwam ik op het uiteindelijke idee.

RESULTAATIk geef de spullen een zwemband om! De spullen kunnen op deze manier niet onder water verdwij-nen, ze vallen op, en zwembandjes, zwembanden etc., staan voor kinderplezier. Ik wil hiermee laten

zien dat het erg kinderachtig is om de spullen het water in te gooien. En dat het ook geen enkele zin heeft om ze het water in te gooien. Je hebt er helemaal niets aan. Om te kijken of ik het kinderlijke moest accen-turen heb ik verschillende kinder- opblaasbandjes gekocht. Dit trok me aan, omdat ik de felle kleuren erg sterk vond en het kinderlijke hierdoor extra geaccentueerd werd, maar het contrast van de grote oranje zwemband tegenover het wit van de bloempot was veel sterker en deed me denken aan een reddingsboei. Het doel van mijn actie was om het vandalisme te stoppen en de spullen te redden. Ik wilde niet het accent leggen op het kinderachtige gedrag.

REFLECTIEDe manier van werken vond ik bij dit project erg prettig. Ik heb me echt laten inspireren door de locatie en om fysiek en buiten bezig te zijn voelde ook erg prettig. Wat ik een volgende keer anders zou doen is de vorm van de bloembak en de bloemen. Het lijkt nu op een bos bloemen.

BEWIJSSTUK 4AOMGEVINGSGERICHT COMPETENT

OPDRACHTBeeldstudie opdracht in het tweede schooljaar waarbij we iets moesten maken wat inspeelde op de omge-ving.

24

SIG

NA

LERE

N -

VER

BIN

DEN

25

PRA

KTI

JKO

ND

ERZO

EKIN

ZIC

HT

IN F

UN

CTI

E - P

LAAT

S

26

BEWIJSSTUK 4AOMGEVINGSGERICHT COMPETENT

LEERJAAR 2Gurilla actie Oude Haven

DOELIn de wijk staan de leefbaarheid en het leefklimaat onder druk. De uitstraling en de aanblik van de wijk bepalen vaak of bewoners zich er prettig voelen of niet en de openbare ruimte bepalen sterk

het imago van een wijk binnen de gemeente. Binnen de Hoge Vucht mag er meer aandacht worden besteed aan een fysieke omgeving die op orde is, waar het veilig is, die prettig oogt en waar geen rotzooi op straat ligt. Kinderen moeten er meer kunnen spelen en de wijk kan meer groen en speelplekken voor kinderen/ jongeren gebruiken. In 2018 komt er een buurttuin waar verschillende aspecten al worden aangeraakt. Voor mijn afstuderen wil ik kunstzinnige activiteiten, oplossingen en ideeën bedenken/opzetten die gericht zijn op de buurttuin en de educatie in kunst, natuur en milieu raken om een fijne leefomgeving te creëren.

ACTIEOp dit moment ben ik bezig met het onderzoeken van al bestaande milieu en natuureducatie bij bijv. kinderboerderijen en parken. Ik heb een aantal boeken gehaald over creatief met groen, wijk-

kindelingen, kindertuin etc. En ik ben me aan het verdiepen in kunstenaars die werken of zich laten inspi-reren met en door natuur/milieu (o.a. Marinus Boezem en maar ook de Kröller Muller beeldentuin). Met de basisschoolleerlingen van het Noorderlicht ben ik al aan het knutselen met petflessen om hier vervolgens hun eigen plantje in te laten zaaien. Op deze manier wil ik kijken of ik een verbinding kan leggen met de ba-sisscholen binnen de wijk en de buurttuin en of ik contacten kan leggen binnen de school zodat prototypen voor mij straks makkelijker worden.

RESULTAATDe uitslagen van mijn onderzoeken moeten mij leiden naar een lessenserie, plan of activiteitenagenda waarmee kunst invloed uitoefent op de milieu- en natuureducatie binnen de buurttuin en indirect

ook binnen de wijk. Het eindwerk moet leiden tot educatie in kunst, natuur en milieu, de verbinding daar-tussen en het moet zorgen voor een fijne leefomgeving binnen de buurttuin en binnen de wijk.

REFLECTIEBinnen Surplus houd ik me voornamelijk bezig met de jongerendoelgroep en ben ik betrokken in de wijk de Hoge Vucht op scholen, in jongerencentra, wijkaccommodaties en op straat als jeugdwerker. Binnen Surplus en met mijn opleiding tot Docent beeldende kunst en vormgeving ben ik ingezet om door middel van kunstzinnige activiteiten, oplossingen en ideeën problemen en vragen op te lossen en/of aan te pakken. Ik kom hierdoor op vele plekken en met verschillende mensen in aanraking. Door deze activiteiten en con-necties hoop ik kunst en cultuur een betekenisvolle plaats in de wijk te geven en een koppeling te maken naar een fijne leefomgeving (natuur en milieu)

BEWIJSSTUK 4BOMGEVINGSGERICHT COMPETENT

OPDRACHTIn 2018 wordt een buurttuin geopend binnen de wijk de Hoge Vucht in Breda, waar natuur en milieuedu-catie wordt aangeboden. Als docent beeldende kunst en vormgeving ga ik meedenken over de inhoud en de vorm van dit project vanuit de gedachte dat kunst een belangrijke bijdrage kan leveren bij de bewustwording van natuur en milieu.

27

28

29

INIT

IATI

EFIN

ZIC

HT

AC

TIEV

E BI

JDRA

GE

BEWIJSSTUK 4BOMGEVINGSGERICHT COMPETENT

DOELNadat mijn eerste conceptvoorstel voor de minor was afgekeurd en ik deze herkansing- opdracht kreeg heb ik mijn oude werk geanalyseerd met een klasgenoot en met mijn bijlesdocente. Ik heb de feedback gebruikt om te kijken naar mijn beperkingen en kwaliteiten en ik heb na deze evaluatie voor mezelf een nieuw plan opgezet waarbij ik mijn kwaliteiten kon gaan benutten en mijn beperkingen

kon aangaan en ontwikkelen. Op deze manier wilde ik meer grip krijgen op de lesstof en twee waterdich-te conceptvoorstellen neerzetten. Gedurende de herkansing was Danielle Krabshuis mijn bijlesdocente waarmee ik mijn gedachtenspinsels, handelingen en observaties besprak en reflecteerde. Ik zat drie dagen per week bij haar thuis waardoor we dagelijks konden evalueren en ik toch zelfstandig aan het werk was.

ACTIEIk ben gestart door te kijken naar duidelijke problemen of kansen in het onderwijs die beïnvloed werden door het gedrag van leerlingen. Door het zoeken van informatiebronnen op het internet en binnen mijn eigen observaties en evaluaties tijdens mijn stages en eigen lessen stuitte ik op verschil-lende probleemstellingen. Deze heb ik verwerkt in verschillende brainstorms en vertaald naar ver-

schillende ideeën. Uit deze ideeën kwamen een paar conceptvoorstellen. Twee van die conceptvoorstellen heb ik uitgewerkt in een prototype, geanalyseerd en weer aangepast naar aanleiding van de testresultaten.

RESULTAATHet prototype voor de overstap tussen de middelbare school en een vervolgopleiding heb ik getest op een klas middelbare scholieren met een lichte verstandelijke beperking.

Ik wilde hieruit opmaken of ik het niveau makkelijk kon aanpassen binnen het concept zodat mijn con-ceptvoorstel op elk niveau en op elke doelgroep zou functioneren. Uit de resultaten bleek dat omschrij-vingen eenvoudiger moeten en de uitvoering van de missie misschien zelfs wel begeleid moet worden. Mijn officiële conceptvoorstel is een lessenserie waarbij het de bedoeling is dat middelbare scholieren op een missie gaan. Ze gaan in groepjes ontdekken of de beroepen waar hun eerste voorkeur ligt vol-doen aan de verwachtingen. Tijdens deze missie pluizen ze het beroep uit aan de hand van opdrachten, hulpkaarten, een ranking en een beoordeling en wordt het hele onderzoek vast- gelegd en verwerkt in een tof filmpje. Het filmpje zal onderdeel zijn van een serie filmpjes waarin ook andere leerlingen ken-nis maken met het beroep. Binnen het prototype heb ik beroepen naar het lokaal gehaald en konden de leerlingen intensief het beroep onderzoeken aan de hand van de spelelementen en de opdrachtom-schrijving. De reacties van de leerlingen waren ontzettend positief, de docent heeft ons terug gevraagd voor een andere groep en ze hebben in een korte tijd echt veel geleerd en gezien van een beroep.

REFLECTIEDe minor viel voor mij pas echt op zijn plek tijdens deze herkansingen en ik ben achteraf dan ook ontzettend blij dat ik ze heb moeten doen. Ik weet nu hoe ik gamification kan inzetten voor bepaalde

doelstellingen of bij het ontwikkelen en uitvoeren van een opdracht.

BEWIJSSTUK 5AKRITISCH-REFLECTIEF COMPETENT

OPDRACHTHerkansing minor gamification concepten – sem. 7: Maak twee compleet nieuwe voorstellen voor het ga-mificeren van een les of lesprogramma. Dat mag voor de minor, een les aan de WDKA, aan de basisschool, maar ook voor een cursus zijn.

30

VO

ORT

GA

NG 31- R

EFLE

CTI

EK

RITI

SCH

- B

ERO

EPSV

ISIE

32

33

BER

OEP

SVIS

IE

33

DO

ORO

NTW

IKK

ELEN

34

BEWIJSSTUK 5A-2KRITISCH-REFLECTIEF COMPETENT

LEERJAAR 4Herkansing minor gamification- concept: Wat te doen na het VMBO?

DOELDoordat het SintLucas inspeelt op het zelfstandig leren en de studenten al ouder zijn dan ik gewend was, was het voor mij doel om om te schakelen naar een andere manier van lesgeven. Deze studenten waren al geinteresseerd in de creatieve sector en leerden op een hele andere manier dan de middelbare scholieren die ik in het voorgezet onderwijs had lesgegeven. Ze moesten echt worden uitgedaagd en de lat moest dan ook hoog liggen om de interesse nog te raken en de individuele ontwikkeling te kunnen stimuleren.

ACTIEDe lessen die ik gaf op het SintLuas waren zo anders dan de lessen die ik gaf op de middelbare school. Omdat ik niet goed wist hoe ik hier op moest inspelen schreef ik na elke les kort op wat ik een vol-gende keer anders wilde proberen, zeggen of doen. Met Betje Stevens besprak ik 1 keer in de week hoe het ging en aan verschillende docenten als; Hein, Heather en Marjolein vroeg ik vaak feedback op opdrachten op tips en trucs als het ging om het geven van mijn lessen. Ook vroeg ik af en toe na de les aan de studenten wat ze graag beter of anders zouden zien bij de opdracht of aan mijn manier van

lesgeven. Door telkens te reflecteren op mijn eigen handelen, te evalueren met Betje en te zoeken naar manieren om vakinhoudelijk te groeien ben ik tijdens deze stage niet alleen vakinhoudelijk gegroeid maar ook op persoonlijk gebied. Een zwak punt van mij was bijvoorbeeld dat ik niet goed aan kon geven waar mijn grens lag. Door telkens te reflecteren op dat soort momenten en te vragen naar de handelingen van mijn collega’s heb ik stapje voor stapje uitgeprobeerd wat voor mij wel of niet werkte. Zo heb ik een keer een tekenles overgenomen van Rob Klaasen. De docent is erg geliefd bij de studenten en neemt de regels vaak met een korreltje zout. Toen ik de les begon ging het allemaal nog goed. De klas ging rustig aan het werk en de sfeer was prettig. Na 20 minuten trekt een meisje haar jas aan, tikt een ander meisje op de schouder, wijst naar haar sigaretten en samen lopen ze naar de deur. Toen ik vroeg waar ze naartoe gingen antwoorden zij heel nonchalant; “Roken. Van Rob mag dat gewoon tussendoor”.

RESULTAATEerder zou ik met mn mond vol tanden hebben gestaan, mijn regels hebben uitgelegd of hebben ge-zegd dat ze nergens naar toe gingen en weer aan het werk moesten maar nu vroeg ik vriendelijk of ze

terug wilde gaan zitten op hun plaatsen en vroeg ik de hele klas even om de aandacht. In plaats van dat ik vertelde hoe ik de les voor me zag en wat mijn regels waren vroeg ik de klas om de gewenste regels binnen die les. Gezamelijk bespraken we wat de klas prettig vond en niet en wat haalbaar was en niet. We kwamen op deze manier tot de compromie om twee tijden in te lassen voor kleine “rook”pauzes.

REFLECTIEIk had niet verwacht dit deze manier zou werken. De klas heeft zich die les voortreffelijk gedragen. Ze hadden zelf muziek uitgekozen en hielden zich bijna allemaal aan de gemaakte afspraken.Uit

ervaring weet ik dat dit natuurlijk niet bij elke doelgroep werkt maar in deze stage was het een fijne test die ik graag nog verder zou willen uitproberen /ontwikkelen.

BEWIJSSTUK 5BKRITISCH-REFLECTIEF COMPETENT

OPDRACHTStage op het SintLucas

31

30

VO

ORT

GA

NG

- RE

FLEC

TIE

- K

RITI

SCH

32

33

BER

OEP

SVIS

IE

DO

ORO

NTW

IKK

ELEN

34

BEWIJSSTUK 5BKRITISCH-REFLECTIEF COMPETENT