Br ge Meerjen - ttelijke r ˇrte ˆ · 7 St ugge zet in op een duu'm, veilig en pt...

Stad Brugge

Meerjarenplan 2014-2019

Wettelijke rapporten:

1. Strategische nota

2. Financiële nota

3. Toelichting bij het meerjarenplan

3 1 0 0 5 2014-2019

Prov.

Arrond.

Gemeente

Code nummer

PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT BRUGGE STAD BRUGGE

postnummer: 8000 adres: Burg 12, - 8000 Brugge tel.: 050/44.81.11 Secretaris: Johan Coens 050/44.81.21 Financieel beheerder: Cathy Brouckaert 050/44.81.12 Bank van de Post: 000-0019733-42 Iban: BE77000001973342 Bic: BPOTBEB1 Rekeningcourant bij Belfius: 091-0002101-93 Iban: BE98091000210193 Bic: GKCCBEBB

MEERJARENPLAN 2014-2019

Exemplaar voor :

Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Agentschap voor Binnenlands Bestuur Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 bus 70 1000 Brussel

Het Provinciaal Gouvernement De Gemeenteraad De Gemeentesecretaris De Financieel Beheerder

Aan de gemeenteraad worden 3 bundels voorgelegd.

1. Bundel 1. Meerjarenplan 2014-2019 met de wettelijk vastgelegde rapporten:

1.1. Strategische nota

1.2. Financiële nota

1.3. Toelichting bij het meerjarenplan.

Deze bundel heeft u nu in uw handen.

2. Bundel 2. Budget 2014 met de wettelijk vastgelegde rapporten:

2.1. Beleidsnota

2.2. Financiële nota

2.3. Toelichting bij het budget.

3. Bundel 3: extra informatie voor de raadsleden.

Hierin vindt u extra informatie van de stad Brugge in functie van het meerjarenplan 2014-2019 en het budget

2014.

Inhoudstafel

• Inhoudstafel + afkortingen Blz. 1

• Strategische nota. Blz. 4

• Financiële nota.

o Financieel doelstellingenplan M1-schema Blz. 84

o Financieel evenwicht M2-schema Blz. 87

• Toelichting bij het meerjarenplan.

o Inhoudelijke toelichting Blz. 90

o Omgevingsanalyse Blz. 109

o Financiële risico’s Blz. 134

o Overzicht alle beleidsdoelstellingen Blz. 137

o Organogram Blz. 139

o Personeelsbestand TM1-schema Blz. 141

o Overzicht budgethouders Blz. 145

o Overzicht beleidsdomeinen en –velden. Blz. 147

o Overzicht entiteiten opgenomen onder de financiële vaste activa. Blz. 153

o Fiscaliteit Blz. 155

o Financiële schulden TM2-schema. Blz. 161

• Vaststelling door de gemeenteraad Blz. 163

1

Het meerjarenplan heeft betrekking op de periode vanaf het tweede jaar (2014) van de gemeentelijke legislatuur

tot en met het eerste jaar (2019) van de daaropvolgende bestuursperiode.

Het meerjarenplan bestaat uit een:

1. een strategische nota:

o Hier worden de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid

op elkaar afgestemd en geïntegreerd weergegeven.

o De prioritaire beleidsdoelstellingen worden er beschreven; dat zijn die beleidsdoelstellingen

waarover het bestuur expliciet en uitgebreid wil rapporteren omdat het die belangrijk vindt. Brugge

heeft 17 beleidsdoelstellingen.

2. een financiële nota:

o Het financiële doelstellingenplan (M1-schema) is opgebouwd per beleidsdomein, met per jaar een

overzicht van de geplande uitgaven en ontvangsten van de prioritaire beleidsdoelstellingen uit de

strategische nota en van het overige beleid, en telkens een onderscheid tussen exploitatie,

investeringen en andere verrichtingen.

o De staat van het financiële evenwicht (M2-schema) toont aan hoe het bestuur financieel in

evenwicht kan blijven. Hiervoor gelden twee criteria: het resultaat op kasbasis moet elk jaar positief

zijn en de autofinancieringsmarge moet op het einde van de planningsperiode minstens positief zijn.

3. een toelichting:

o Samen met het meerjarenplan wordt de toelichting aan de raadsleden bezorgd. De toelichting bevat

alle voor de raadsleden relevante bijkomende informatie die noodzakelijk is voor een goed inzicht:

1. een omgevingsanalyse

2. een beschrijving van de financiële risico's

3. een overzicht van de beleidsdoelstellingen

4. de interne organisatie: het organogram, het personeelsbestand (TM1-schema), de

budgethouders en de beleidsvelden per beleidsdomein

5. een overzicht van de entiteiten die opgenomen zijn onder de financiële activa

6. de geplande evolutie van de belastingtarieven en -ontvangsten

7. de verwachte schuldevolutie (TM2-schema)

Meer info en uitleg over de BBC-terminologie vindt u terug in de bundel 'Extra info voor de raadsleden'

blz. 283.

2

Lijst met enkele afkortingen:

BBC: beleids- en beheerscyclus

BDS: beleidsdoelstellingen

AP: actieplannen

A: actie

A-nummers: dit zijn acties die behoren tot de prioritaire doelstellingen

ARB-nummers: dit zijn acties die behoren tot het recurrent beleid en die de diensten om diverse redenen

apart willen opvolgen

RB-nummers: acties die de kosten en opbrengsten van het overig beleid bundelen

INVBDS-nummers: investeringsenveloppe voor een beleidsdoelstelling

INVRB-nummers: investeringsenveloppe voor een recurrent beleidsdomein

NGB: boekhouding zoals door de stad gebruikt tot 2013.

Lijst met afkortingen van de wettelijke schema’s/rapporten:

M1: Meerjarenplan 2014-2019. Financiële nota. Financieel doelstellingenplan.

M2: Meerjarenplan 2014-2019. Financiële nota. De staat van het financiële evenwicht.

B1: Budget 2014. Beleidsnota. Doelstellingenbudget.

B2: Budget 2014. Financiële nota. Exploitatiebudget.

B3: Budget 2014. Financiële nota. Investeringsenveloppes

B4: Budget 2014. Financiële nota. Het investeringsbudget. Transactiekredieten investeringen.

B5: Budget 2014. Financiële nota. Liquiditeitenbudget.

TB1: Budget 2014. Toelichting bij het exploitatiebudget per beleidsdomein.

TB2: Budget 2014. Toelichting bij het exploitatiebudget. Evolutie van het exploitatiebudget.

TB3: Budget 2014. Toelichting bij het investeringsbudget. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen

per beleidsdomein

TB4: Budget 2014. Toelichting bij het investeringsbudget. Evolutie van de transactiekredieten voor

investeringsverrichtingen.

TB5: Budget 2014. Toelichting bij het budget. Evolutie van het liquiditeitenbudget.

TM1: Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Interne organisatie van het

bestuur. Personeelsbestand.

TM2: Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Financiële schulden.

3

Stad Brugge – Meerjarenplan 2014-2019.

Strategische nota

Volgnummer laatste inschrijving: TK: 312620 – VK: 313000

Rapportgegevens:

Type beleidsrapport: Meerjarenplan 2014-2019. Strategische nota.

Naam bestuur: Stad Brugge

NIS-code bestuur: 31005

Adres bestuur: Burg 12, 8000 Brugge

Rapporteringsperiode: 2014-2019

Naam secretaris: Johan Coens

Naam financieel beheerder: Cathy Brouckaert

4


Strategische nota


Meerjarenplan 2014-2019: Strategische nota.

Het vertrekpunt voor deze strategische nota is het algemeen beleidsprogramma zoals goedgekeurd

in de Gemeenteraad van juni 2013.

• De strategische nota van de stad Brugge beschrijft de beleidsdoelstellingen van het

meerjarenplan 2014-2019 (wat willen we bereiken?).

• Bij elke doelstelling zijn ook de actieplannen en acties opgenomen (wat gaan we daarvoor

doen, wat is het vooropgestelde resultaat dat we met de beleidsdoelstellingen willen

bereiken?)

• Met een raming van de ontvangsten en uitgaven voor de komende jaren (wat zijn de

financiële gevolgen?).

• Met een aanduiding in welk jaar (jaren) we elk actieplan en elke actie willen realiseren

(wanneer wordt het actieplan/de actie uitgevoerd).

• Over de stand van zaken van de doelstellingenrealisatie wordt er jaarlijks via de jaarrekening

en de indicatoren gerapporteerd.

Uit het eerste jaar van het meerjarenplan (2014) distilleren we het budget.

De strategische nota kadert in de strategische aanpak om de werking over de periode 2014-2019

geïntegreerd te plannen. Elk jaar zal het College dit meerjarenplan evalueren en aanpassen aan de

beschikbare budgetten en gewijzigde noden. De aangepaste versie van het meerjarenplan zal elk jaar

aan de Gemeenteraad worden voorgelegd.

Om de leesbaarheid van het meerjarenplan (en het budget) te bevorderen, zijn geen kolommen

i.v.m. ‘liquiditeit’ op elk blad meegenomen. Enkel in beleidsdoelstelling 1 en beleidsdoelstelling 12 is

er immers een effect van de kredieten van de overige financiële stromen (vb. opname en

terugbetaling leningen). Deze zijn dan ook op een apart blad weergegeven, na beleidsdoelstelling 17.

Uiteraard zijn wel telkens de ontvangsten en uitgaven van zowel exploitatie als investeringen voor

elke actie van de beleidsdoelstellingen opgenomen.

Wil je precies weten wat in deze totalen is opgenomen, dan kun je terecht in de bundel ‘Extra info’

met het overzicht per beleidsitem/vakschepen. Het beleidsitem omvat de verschillende acties met

een detail van de ontvangsten en uitgaven per boekhoudrekening.

Hierna volgt eerst het overzicht van beleidsdoelstellingen, om dan elke beleidsdoelstelling

afzonderlijk te behandelen. Een beleidsdoelstelling (bv. BD9) kan ook enkel recurrente acties hebben,

deze komen dan aan bod in het overzicht per beleidsitem/vakschepen (cf. bundel ‘Extra info’).

5


Strategische nota


1 Brugge bestendigt de gezonde financiële situatie op lange termijn (blz. 7).

2 Brugge is een stad waar diensten en individuele medewerkers samenwerken om de structuur van

de organisatie en de werking ervan naar de klant te verbeteren, efficiënter en effectiever te maken

(blz. 9).

3 Brugge biedt een klantgerichte dienstverlening (blz. 11).

4 Brugge is een stad waar wonen aantrekkelijk, betaalbaar, kwaliteitsvol en duurzaam is (blz. 13).

5 Brugge is een duurzame en propere stad (blz. 17).

6 Brugge vermindert tegen 2020 zijn CO2 uitstoot en energieverbruik met minstens 20%, en beschikt

tegen 2020 over minstens 20% hernieuwbare energie (blz. 19).

7 Stad Brugge zet in op een duurzaam, veilig en participatief mobiliteitsbeleid (blz. 21).

8 Brugge ontwikkelt zijn economisch beleid met een focus op een bloeiend detailhandelsapparaat,

ondernemen in Brugge en haar regio, sociale economie (blz. 25).

9 Stad Brugge introduceert citymarketing als een beleidsfilosofie en integrerende factor in het hele

stedelijke beleid.

10 Brugge is een internationaal cultuur-toeristische topbestemming (blz. 29).

11 Brugge is een werelderfgoedstad met recht op een toekomst. Brugge wil zich profileren als jonge,

trendy, dynamische stad, die de titel werelderfgoedstad zeer belangrijk blijft vinden. Hip en

historisch kunnen hand in hand gaan (blz. 33).

12 Stad Brugge voert een kwalitatief en integraal vrijetijdsbeleid met maximale inzet op de Vlaamse

beleidsprioriteiten (blz. 37).

13 Brugge is een stad waar jongeren zich volledig kunnen ontplooien (blz. 55).

14 Stad Brugge zorgt voor goed geïnformeerde burgers die mee vorm geven aan hun stad (blz. 59).

15 Brugge is een sociale en solidaire stad (blz. 65).

16 Brugge is een onderwijsstad (blz 77).

17 Voor het bestuur is het belangrijk dat iedereen zich in Brugge veilig voelt. Veiligheid is een

basisrecht van alle Bruggelingen, het maakt deel uit van leefbaarheid en levenskwaliteit (blz. 79).

Met annex; overzicht liquiditeiten voor beleidsdoelstelling 1 en 12 (blz. 83).

6


Ontvangst Uitgave Ontvangst Uitgave Ontvangst Uitgave Ontvangst Uitgave Ontvangst Uitgave Ontvangst Uitgave

2.408.631 3.029.469 0 0 2.102.842 2.974.536 0 0 2.102.972 3.159.519 0 0

1.100.000 100.000 0 0 1.100.000 100.000 0 0 1.100.000 100.000 0 0

A0002

De stedelijke uitgaven

worden - door alle

stadsdiensten - met

aandacht voor het

zuinigheidsprincipe en

mogelijke besparingen

beheerst. BI011000 secretariaat 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0

A0005

De belasting op tweede

verblijven en

vakantiewoningen wordt

verhoogd. BI002000

fiscale

aangelegenheden 1.100.000 0 0 0 1.100.000 0 0 0 1.100.000 0 0 0

1.308.631 2.929.469 0 0 1.002.842 2.874.536 0 0 1.002.972 3.059.519 0 0

A0006

Er is een actief en

doorgedreven thesaurie-,

beleggings- en

schuldbeheer. BI003000

financiële

aangelegenheden 1.002.719 2.700.989 0 0 1.002.842 2.864.536 0 0 1.002.972 3.049.519 0 0

A0007

Het stadsbestuur wil nog

meer zoeken naar

Europese financiering. BI011903 coördinatie 305.912 228.480 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

AP001 Stad Brugge voert een kostenbewust beleid met voortdurende

aandacht voor financiële implicaties voor stadskas en Bruggeling.

AP002 Stad Brugge staat voor een voorzichtig financieel beheer met

efficiëntie en effectiviteit als sleutelwoorden.

BDS01 Brugge bestendigt de gezonde financiële situatie op lange

termijn.

Exploitatie Investering

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

Exploitatie Investering Exploitatie Investering

2014 2015 2016

Stad Brugge - meerjarenplan 2014-2019

strategische nota

Volgnummer laatste inschrijving: TK: 312620 - VK: 313000 7



2.103.109 3.381.151 0 0 2.103.253 4.050.671 0 0 2.103.303 4.745.672 0 0

1.100.000 100.000 0 0 1.100.000 100.000 0 0 1.100.000 100.000 0 0

A0002

De stedelijke uitgaven

worden - door alle

stadsdiensten - met

aandacht voor het

zuinigheidsprincipe en

mogelijke besparingen

beheerst. BI011000 secretariaat 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0

A0005

De belasting op tweede

verblijven en

vakantiewoningen wordt

verhoogd. BI002000

fiscale

aangelegenheden 1.100.000 0 0 0 1.100.000 0 0 0 1.100.000 0 0 0

1.003.109 3.281.151 0 0 1.003.253 3.950.671 0 0 1.003.303 4.645.672 0 0

A0006

Er is een actief en


beleggings- en


financiële

aangelegenheden 1.003.109 3.271.151 0 0 1.003.253 3.940.671 0 0 1.003.303 4.635.672 0 0

A0007

Het stadsbestuur wil nog

meer zoeken naar

Europese financiering. BI011903 coördinatie 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0



termijn.

AP001 Stad Brugge voert een kostenbewust beleid met voortdurende

aandacht voor financiële implicaties voor stadskas en Bruggeling.




MJP2014-2019

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019


strategische nota




5.000 407.986 0 100.000 5.000 414.254 0 100.000 0 426.649 0 0

0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 0

A0010

Er wordt gewerkt aan

een nieuw

dienstverleningsconcept

waarbij de realisatie

van een stadskantoor

(Huis van de

Bruggeling) het

sluitstuk is. BI011200 Personeel - algemeen 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 0

5.000 8.000 0 0 5.000 8.000 0 0 0 14.000 0 0

A0013

Het selectie- en

loopbaanbeleid wordt

versterkt, met aandacht

voor kansengroepen. BI011203 Vorming 5.000 8.000 0 0 5.000 8.000 0 0 0 8.000 0 0

A0014

Een anti-

discriminatiecharter

wordt opgemaakt. BI090200

integratie van

personen met

vreemde herkomst 0 0 0 0 0 0 0 0 0 6.000 0 0

0 399.986 0 0 0 406.254 0 0 0 412.649 0 0

A0015

Een cel Strategische

Planning en Analyse

wordt opgericht. BI011911 stedenbeleid 0 374.986 0 0 0 381.254 0 0 0 387.649 0 0

A0342

Ondersteuning

Europese

subsidieaanvragen

i.k.v. stedenbeleid BI011911 stedenbeleid 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

AP003 Stad Brugge benut opportuniteiten in de pensioneringsgolf, in

de integratie Stad - OCMW - Politie, in een nieuw

dienstverleningsconcept.

AP004 Stad Brugge bouwt de diversiteit binnen het personeel uit.

AP005 Stad Brugge versterkt de eigen bestuurscapaciteit.

BDS02 Brugge is een stad waar diensten en individuele medewerkers

samenwerken om de structuur van de organisatie en de werking

ervan naar de klant te verbeteren, efficiënter en effectiever te

maken.

Exploitatie Investering Exploitatie Investering Exploitatie Investering

2014 2015 2016

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


strategische nota




0 431.946 0 0 0 427.946 0 0 0 427.946 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0010

Er wordt gewerkt aan

een nieuw

dienstverleningsconcept

waarbij de realisatie

van een stadskantoor

(Huis van de

Bruggeling) het

sluitstuk is. BI011200 Personeel - algemeen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 14.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

A0013

Het selectie- en

loopbaanbeleid wordt

versterkt, met aandacht

voor kansengroepen. BI011203 Vorming 0 8.000 0 0 0 8.000 0 0 0 8.000 0 0

A0014

Een anti-

discriminatiecharter

wordt opgemaakt. BI090200

integratie van

personen met

vreemde herkomst 0 6.000 0 0 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0

0 417.946 0 0 0 417.946 0 0 0 417.946 0 0

A0015

Een cel Strategische

Planning en Analyse

wordt opgericht. BI011911 stedenbeleid 0 392.946 0 0 0 392.946 0 0 0 392.946 0 0

A0342

Ondersteuning

Europese

subsidieaanvragen

i.k.v. stedenbeleid BI011911 stedenbeleid 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

AP005 Stad Brugge versterkt de eigen bestuurscapaciteit.


BDS02 Brugge is een stad waar diensten en individuele medewerkers

samenwerken om de structuur van de organisatie en de werking

ervan naar de klant te verbeteren, efficiënter en effectiever te

maken.

AP003 Stad Brugge benut opportuniteiten in de pensioneringsgolf, in

de integratie Stad - OCMW - Politie, in een nieuw

dienstverleningsconcept.

AP004 Stad Brugge bouwt de diversiteit binnen het personeel uit.


MJP2014-2019

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019


strategische nota




0 137.500 0 460.000 0 95.500 0 305.000 0 63.000 0 160.000

0 137.500 0 460.000 0 95.500 0 305.000 0 63.000 0 160.000

A0020

De digitale

administratieve

dienstverlening wordt

verder klantgericht

uitgebouwd, ook in de

deelgemeenten

(facebook, twitter,

nieuwe website, digitale

bibliotheek, digitale

facturatie, digitale

vergunningsprocedures,

digitale

informatieborden, …). BI011906 informatica 0 137.500 0 460.000 0 95.500 0 305.000 0 63.000 0 160.000

AP007 Het aanbod van producten en diensten via digitale

dienstverlening wordt uitgebreid.

BDS03 Brugge biedt een klantgerichte dienstverlening.

Exploitatie Investering Exploitatie

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

Investering Exploitatie Investering

2014 2015 2016


strategische nota




0 53.000 0 60.000 0 51.000 0 76.000 0 51.000 0 36.000

0 53.000 0 60.000 0 51.000 0 76.000 0 51.000 0 36.000

A0020

De digitale

administratieve

dienstverlening wordt

verder klantgericht

uitgebouwd, ook in de

deelgemeenten

(facebook, twitter,

nieuwe website, digitale

bibliotheek, digitale

facturatie, digitale

vergunningsprocedures,

digitale

informatieborden, …). BI011906 informatica 0 53.000 0 60.000 0 51.000 0 76.000 0 51.000 0 36.000


BDS03 Brugge biedt een klantgerichte dienstverlening.

AP007 Het aanbod van producten en diensten via digitale

dienstverlening wordt uitgebreid.


MJP2014-2019

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019


strategische nota




132.000 1.004.014 0 2.035.000 132.000 974.969 0 1.550.000 132.000 945.944 0 2.300.000

0 0 0 275.000 0 0 0 0 0 0 0 0

A0023

Er worden ´prikkelwoningen´

gerealiseerd die mensen laten

kennismaken met de

toepassingsmogelijkheden van

premies. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 275.000 0 0 0 0 0 0 0 0

132.000 284.000 0 610.000 132.000 264.000 0 590.000 132.000 264.000 0 590.000

A0024

Het stadsbestuur neemt

maatregelen ter ondersteuning van

de leefbaarheid van dorpen in en

rond de haven. BI011911 stedenbeleid 0 45.000 0 105.000 0 45.000 0 105.000 0 45.000 0 105.000

A0025

Het stadsbestuur ondersteunt

groenvoorzieningen en

groenbeleving in de buurt. BI011911 stedenbeleid 0 30.000 0 125.000 0 10.000 0 125.000 0 10.000 0 125.000

A0026

Er wordt voorzien in voldoende

veilige fietsstallingen in de buurten

voor bewoners. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 75.000 0 0 0 75.000 0 0 0 75.000

A0027

Het speelruimtebeleidsplan wordt

uitgevoerd. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 285.000 0 0 0 285.000 0 0 0 285.000

A0028

Er wordt een wijkgericht

vrijetijdsaanbod georganiseerd. BI070901 cultuurbeleid 132.000 207.000 0 0 132.000 207.000 0 0 132.000 207.000 0 0

A0029

Stad Brugge zorgt er voor dat het

openbaar domein in goede staat

verkeert en wordt onderhouden

(o.a. door de inzet van

vlinderploegen). BI020002 wegen 0 2.000 0 20.000 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0

Investering

BDS04 Brugge is een stad waar wonen aantrekkelijk, betaalbaar,

kwaliteitsvol en duurzaam is.

AP009 Brugge streeft naar degelijke, veilige en duurzame woningen.

AP010 Stad Brugge werkt aan wonen in leuke en aantrekkelijke buurten

met aandacht voor kwaliteitsvol samenleven.

Exploitatie Investering Exploitatie Investering Exploitatie

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016


strategische nota




132.000 946.937 0 2.025.000 132.000 947.951 0 1.775.000 132.000 948.985 0 1.525.000

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0023

Er worden ´prikkelwoningen´

gerealiseerd die mensen laten

kennismaken met de

toepassingsmogelijkheden van

premies. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

132.000 264.000 0 590.000 132.000 264.000 0 590.000 132.000 264.000 0 590.000

A0024

Het stadsbestuur neemt

maatregelen ter ondersteuning van

de leefbaarheid van dorpen in en

rond de haven. BI011911 stedenbeleid 0 45.000 0 105.000 0 45.000 0 105.000 0 45.000 0 105.000

A0025

Het stadsbestuur ondersteunt

groenvoorzieningen en

groenbeleving in de buurt. BI011911 stedenbeleid 0 10.000 0 125.000 0 10.000 0 125.000 0 10.000 0 125.000

A0026

Er wordt voorzien in voldoende

veilige fietsstallingen in de buurten

voor bewoners. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 75.000 0 0 0 75.000 0 0 0 75.000

A0027

Het speelruimtebeleidsplan wordt

uitgevoerd. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 285.000 0 0 0 285.000 0 0 0 285.000

A0028

Er wordt een wijkgericht

vrijetijdsaanbod georganiseerd. BI070901 cultuurbeleid 132.000 207.000 0 0 132.000 207.000 0 0 132.000 207.000 0 0

A0029

Stad Brugge zorgt er voor dat het

openbaar domein in goede staat

verkeert en wordt onderhouden

(o.a. door de inzet van

vlinderploegen). BI020002 wegen 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0

MJP2014-2019

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019


BDS04 Brugge is een stad waar wonen aantrekkelijk, betaalbaar,

kwaliteitsvol en duurzaam is.

Investering

AP009 Brugge streeft naar degelijke, veilige en duurzame woningen.

AP010 Stad Brugge werkt aan wonen in leuke en aantrekkelijke buurten

met aandacht voor kwaliteitsvol samenleven.



strategische nota




0 572.754 0 0 0 573.709 0 0 0 574.684 0 0

A0034

De (samen)werking van de sociale

verhuurkantoren wordt ondersteund

en gestimuleerd. BI011911 stedenbeleid 0 400.000 0 0 0 400.000 0 0 0 400.000 0 0

A0035

Jongeren worden doelgericht

geïnformeerd in verband met

woonvraagstukken. BI011911 stedenbeleid 0 125.000 0 0 0 125.000 0 0 0 125.000 0 0

A0363

Ondersteuning van het project

bemoeizorg BI011911 stedenbeleid 0 47.754 0 0 0 48.709 0 0 0 49.684 0 0

0 142.260 0 1.150.000 0 132.260 0 960.000 0 102.260 0 1.710.000

A0041

Een stadsontwikkelingsbedrijf wordt

opgericht. BI062000

grondbeleid

voor wonen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 500.000

A0042

Religieus en ander erfgoed krijgt

een herbestemming, waar

wenselijk. BI011911 stedenbeleid 0 80.000 0 275.000 0 80.000 0 275.000 0 50.000 0 25.000

A0046

Nieuwe woonvormen zoals

gemeenschapswonen (co-housing)

en kangoeroewonen worden

mogelijk gemaakt. BI011911 stedenbeleid 0 10.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0047

Er worden voorbereidingen

getroffen voor de kwalitatieve

herbestemming van belangrijke

vrijkomende sites. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 100.000 0 0 0 0 0 0 0 0

A0048

Voor de open ruimte in de

binnenstad wordt vertrokken van

een status quo, zoals voorzien in

het openruimte-beleidsplan dat

wordt herbevestigd. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0 0 550.000

A0050

Afgesloten tuinen worden zo veel

mogelijk opengesteld voor het

publiek en er komen afspraken met

scholen om hun speelpleinen ter

beschikking te stellen van de buurt. BI068000 groene ruimte 0 0 0 45.000 0 0 0 45.000 0 0 0 45.000

A0054

Er wordt voorzien in speelruimte

voor kinderen en fitnesstoestellen

voor volwassenen. BI075001 jeugd 0 52.260 0 590.000 0 52.260 0 590.000 0 52.260 0 590.000

A0343

Er wordt een mobiliteitsplan

uitgewerkt voor iedere

deelgemeente. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 40.000 0 0 0 0 0 0 0 0

A0344

Het idee ´Groene Boulevard´ wordt

via een studie onderzocht. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 50.000 0 0 0 0 0 0 0 0

0 5.000 0 0 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0

A0364

Ondersteunen van een website rond

delen van een huis BI011911 stedenbeleid 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0

AP014 Nieuwe woonvormen worden ondersteund.

AP011 Stad Brugge streeft naar betaalbare en aantrekkelijke woningen

voor alle groepen.

AP012 Stad Brugge doet aan kwalitatieve stadsontwikkeling.

Investering

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016



strategische nota




0 575.677 0 0 0 576.691 0 0 0 577.725 0 0

A0034

De (samen)werking van de sociale

verhuurkantoren wordt ondersteund

en gestimuleerd. BI011911 stedenbeleid 0 400.000 0 0 0 400.000 0 0 0 400.000 0 0

A0035

Jongeren worden doelgericht

geïnformeerd in verband met

woonvraagstukken. BI011911 stedenbeleid 0 125.000 0 0 0 125.000 0 0 0 125.000 0 0

A0363

Ondersteuning van het project

bemoeizorg BI011911 stedenbeleid 0 50.677 0 0 0 51.691 0 0 0 52.725 0 0

0 102.260 0 1.435.000 0 102.260 0 1.185.000 0 102.260 0 935.000

A0041

Een stadsontwikkelingsbedrijf wordt

opgericht. BI062000

grondbeleid

voor wonen 0 0 0 500.000 0 0 0 500.000 0 0 0 0

A0042

Religieus en ander erfgoed krijgt

een herbestemming, waar

wenselijk. BI011911 stedenbeleid 0 50.000 0 250.000 0 50.000 0 0 0 50.000 0 250.000

A0046

Nieuwe woonvormen zoals

gemeenschapswonen (co-housing)

en kangoeroewonen worden

mogelijk gemaakt. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0047

Er worden voorbereidingen

getroffen voor de kwalitatieve

herbestemming van belangrijke

vrijkomende sites. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0048

Voor de open ruimte in de

binnenstad wordt vertrokken van

een status quo, zoals voorzien in

het openruimte-beleidsplan dat

wordt herbevestigd. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0 0 50.000

A0050

Afgesloten tuinen worden zo veel

mogelijk opengesteld voor het

publiek en er komen afspraken met

scholen om hun speelpleinen ter

beschikking te stellen van de buurt. BI068000 groene ruimte 0 0 0 45.000 0 0 0 45.000 0 0 0 45.000

A0054

Er wordt voorzien in speelruimte

voor kinderen en fitnesstoestellen

voor volwassenen. BI075001 jeugd 0 52.260 0 590.000 0 52.260 0 590.000 0 52.260 0 590.000

A0343

Er wordt een mobiliteitsplan

uitgewerkt voor iedere

deelgemeente. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0344

Het idee ´Groene Boulevard´ wordt

via een studie onderzocht. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 5.000 0 0 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0

A0364

Ondersteunen van een website rond

delen van een huis BI011911 stedenbeleid 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0

MJP2014-2019

AP012 Stad Brugge doet aan kwalitatieve stadsontwikkeling.

MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019

Exploitatie InvesteringInvestering

AP011 Stad Brugge streeft naar betaalbare en aantrekkelijke woningen

voor alle groepen.

AP014 Nieuwe woonvormen worden ondersteund.



strategische nota




0 200.285 0 0 0 185.841 0 0 0 186.406 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0058

Er wordt een strategie

ontwikkeld voor

geluidsbeheersing in het

kader van

politieverordening,

evenementen, cafés, ... BI039000

overige

milieubescherming 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 173.926 0 0 0 159.472 0 0 0 160.030 0 0

A0064

Voetpaden worden proper

gehouden, dat wil zeggen

afval-, hondepoep-,

sneeuw- en ijzelvrij. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 168.926 0 0 0 154.472 0 0 0 155.030 0 0

A0066

Er worden opruimacties

met vrijwilligers

georganiseerd. BI030900

overig afval- en

materialenbeheer 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0

0 26.359 0 0 0 26.369 0 0 0 26.376 0 0

A0067

De samenwerking tussen

het stadsbestuur en de

verschillende dierencentra

(het Blauwe Kruis) wordt

voortgezet en

geïntensifieerd. BI047000 dierenbescherming 0 15.586 0 0 0 15.596 0 0 0 15.603 0 0

A0068

Katten worden

gevaccineerd en

gesteriliseerd/gecastreerd. BI047000 dierenbescherming 0 3.273 0 0 0 3.273 0 0 0 3.273 0 0

A0069

Eigenaars worden

gesensibiliseerd, gewezen

op hun

verantwoordelijkheid en

ertoe aangezet hun dieren

te laten registreren. BI047000 dierenbescherming 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0

A0070

Er geldt op openbare

plaatsen een verbod op het

voederen van wilde of

verwilderde dieren. BI047000 dierenbescherming 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0

Investering Exploitatie Investering Exploitatie Investering

AP015 Stad Brugge zet acties op in het kader van duurzaamheid en een

propere stad.

AP016 Het openbaar domein wordt net gehouden.

AP017 Er is aandacht voor dierenwelzijn.

BDS05 Brugge is een duurzame en propere stad.

Exploitatie

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016


strategische nota




0 186.878 0 0 0 186.885 0 24.000 0 186.896 0 0

0 0 0 0 0 0 0 24.000 0 0 0 0

A0058

Er wordt een strategie

ontwikkeld voor

geluidsbeheersing in het

kader van

politieverordening,

evenementen, cafés, ... BI039000

overige

milieubescherming 0 0 0 0 0 0 0 24.000 0 0 0 0

0 160.491 0 0 0 160.491 0 0 0 160.491 0 0

A0064

Voetpaden worden proper

gehouden, dat wil zeggen

afval-, hondepoep-,

sneeuw- en ijzelvrij. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 155.491 0 0 0 155.491 0 0 0 155.491 0 0

A0066

Er worden opruimacties

met vrijwilligers

georganiseerd. BI030900

overig afval- en

materialenbeheer 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0

0 26.387 0 0 0 26.394 0 0 0 26.405 0 0

A0067


het stadsbestuur en de

verschillende dierencentra

(het Blauwe Kruis) wordt

voortgezet en

geïntensifieerd. BI047000 dierenbescherming 0 15.614 0 0 0 15.621 0 0 0 15.632 0 0

A0068

Katten worden

gevaccineerd en

gesteriliseerd/gecastreerd. BI047000 dierenbescherming 0 3.273 0 0 0 3.273 0 0 0 3.273 0 0

A0069

Eigenaars worden

gesensibiliseerd, gewezen

op hun

verantwoordelijkheid en

ertoe aangezet hun dieren

te laten registreren. BI047000 dierenbescherming 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0

A0070

Er geldt op openbare

plaatsen een verbod op het

voederen van wilde of

verwilderde dieren. BI047000 dierenbescherming 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0 0 5.000 0 0

MJP2014-2019

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019

AP017 Er is aandacht voor dierenwelzijn.


BDS05 Brugge is een duurzame en propere stad.

AP015 Stad Brugge zet acties op in het kader van duurzaamheid en een

propere stad.

AP016 Het openbaar domein wordt net gehouden.



strategische nota




0 304.195 0 0 0 231.195 0 0 0 231.195 0 0

0 50.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

A0073

Er wordt een CO2-

nulmeting uitgevoerd. BI035000 klimaat en energie 0 25.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0345

Het klimaatplan wordt

uitgevoerd. BI011911 stedenbeleid 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

0 254.195 0 0 0 206.195 0 0 0 206.195 0 0

A0079

Er komen

groepsaankopen voor

gas, elektriciteit,

dakisolatie, ... BI011911 stedenbeleid 0 50.000 0 0 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0

A0080

Het stadsbestuur

informeert over energie-

efficiëntie en zet

inwoners en bedrijven

aan tot

energiebewustzijn. BI011911 stedenbeleid 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0

A0083

Het stadsbestuur zet

actief in op een minder-

papier beleid. BI039000

overige

milieubescherming 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0

A0086

Jaarlijks wordt Autoloze

Zondag ingericht. BI020001 mobiliteit 0 99.050 0 0 0 99.050 0 0 0 99.050 0 0

A0089

Om Brugge te profileren

als groene stad wordt

verder geïnvesteerd in

de organisatie van de

Dag van de Natuur, de

Week van het Bos, een

Week van de Zee,

bosplantacties met

geboortebossen,

wedstrijden, … BI034000

aankoop, inrichting

en beheer van

natuur, groen en bos 0 53.145 0 0 0 53.145 0 0 0 53.145 0 0

Investering

AP018 Stad Brugge stapt in in het Convenant of Mayors.

AP019 Stad Brugge voert een duurzaam energiebeleid.

BDS06 Brugge vermindert tegen 2020 zijn CO2 uitstoot en

energieverbruik met minstens 20%, en beschikt tegen 2020 over

minstens 20% hernieuwbare energie.


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016


strategische nota




0 231.195 0 0 0 231.195 0 0 0 231.195 0 0

0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

A0073

Er wordt een CO2-

nulmeting uitgevoerd. BI035000 klimaat en energie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0345

Het klimaatplan wordt

uitgevoerd. BI011911 stedenbeleid 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

0 206.195 0 0 0 206.195 0 0 0 206.195 0 0

A0079

Er komen

groepsaankopen voor

gas, elektriciteit,

dakisolatie, ... BI011911 stedenbeleid 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0

A0080

Het stadsbestuur

informeert over energie-

efficiëntie en zet

inwoners en bedrijven

aan tot

energiebewustzijn. BI011911 stedenbeleid 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0

A0083

Het stadsbestuur zet

actief in op een minder-

papier beleid. BI039000

overige

milieubescherming 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0

A0086

Jaarlijks wordt Autoloze

Zondag ingericht. BI020001 mobiliteit 0 99.050 0 0 0 99.050 0 0 0 99.050 0 0

A0089

Om Brugge te profileren

als groene stad wordt

verder geïnvesteerd in

de organisatie van de

Dag van de Natuur, de

Week van het Bos, een

Week van de Zee,

bosplantacties met

geboortebossen,

wedstrijden, … BI034000

aankoop, inrichting

en beheer van

natuur, groen en bos 0 53.145 0 0 0 53.145 0 0 0 53.145 0 0

MJP2014-2019

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019


BDS06 Brugge vermindert tegen 2020 zijn CO2 uitstoot en

energieverbruik met minstens 20%, en beschikt tegen 2020 over

minstens 20% hernieuwbare energie.

AP018 Stad Brugge stapt in in het Convenant of Mayors.

AP019 Stad Brugge voert een duurzaam energiebeleid.



strategische nota




0 101.072 0 1.319.264 0 102.346 0 275.325 0 103.645 0 384.000

0 0 0 1.038.478 0 0 0 0 0 0 0 0

A0097

Kant Sint-Michiels van

het station wordt

ingericht met aandacht

voor vlotte en veilige

doorstroming van alle

deelnemers aan het

verkeer. BI020001 mobiliteit 0 0 0 1.038.478 0 0 0 0 0 0 0 0

0 71.072 0 270.786 0 72.346 0 215.325 0 73.645 0 374.000

A0100

De recreatieve groene

fietsgordel rond Brugge

in het kader van de

landinrichtingsprojecten

wordt verder

gerealiseerd. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 187.786 0 0 0 21.825 0 0 0 343.000

A0102

Er komen overdekte

fietsenstalplaatsen op

diverse locaties. BI020001 mobiliteit 0 0 0 77.000 0 0 0 137.500 0 0 0 25.000

A0105

Er wordt onderzocht of

er een fietsbrug kan

komen tussen de

Gentpoortbrug en de

Kruispoortbrug en ter

hoogte van

Steenbrugge. BI020001 mobiliteit 0 0 0 0 0 0 0 30.000 0 0 0 0

A0106

Er komen publieke

fietspompen en

oplaadpunten voor

elektrische fietsen. BI020001 mobiliteit 0 0 0 6.000 0 0 0 6.000 0 0 0 6.000

A0107

In de nabijheid van de

Markt komt een gratis

fietsparking met alle

voorzieningen. BI020001 mobiliteit 0 0 0 0 0 0 0 20.000 0 0 0 0

A0346

Coördinatie Fietsplan

Brugge BI011911 stedenbeleid 0 71.072 0 0 0 72.346 0 0 0 73.645 0 0

Investering

BDS07 Stad Brugge zet in op een duurzaam, veilig en participatief

mobiliteitsbeleid.

AP021 De doorstroming op de Brugse hoofdwegen wordt bevorderd.

AP022 Brugge wordt een echte fietsstad.


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016


strategische nota




0 104.721 0 60.125 0 104.721 0 26.000 0 104.721 0 26.000

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0097

Kant Sint-Michiels van

het station wordt

ingericht met aandacht

voor vlotte en veilige

doorstroming van alle

deelnemers aan het

verkeer. BI020001 mobiliteit 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 74.721 0 50.125 0 74.721 0 16.000 0 74.721 0 16.000

A0100

De recreatieve groene

fietsgordel rond Brugge

in het kader van de

landinrichtingsprojecten

wordt verder

gerealiseerd. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 44.125 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000

A0102

Er komen overdekte

fietsenstalplaatsen op

diverse locaties. BI020001 mobiliteit 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0105

Er wordt onderzocht of

er een fietsbrug kan

komen tussen de

Gentpoortbrug en de

Kruispoortbrug en ter

hoogte van

Steenbrugge. BI020001 mobiliteit 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0106

Er komen publieke

fietspompen en

oplaadpunten voor

elektrische fietsen. BI020001 mobiliteit 0 0 0 6.000 0 0 0 6.000 0 0 0 6.000

A0107

In de nabijheid van de

Markt komt een gratis

fietsparking met alle

voorzieningen. BI020001 mobiliteit 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0346

Coördinatie Fietsplan

Brugge BI011911 stedenbeleid 0 74.721 0 0 0 74.721 0 0 0 74.721 0 0

BDS07 Stad Brugge zet in op een duurzaam, veilig en participatief

mobiliteitsbeleid.

AP021 De doorstroming op de Brugse hoofdwegen wordt bevorderd.

AP022 Brugge wordt een echte fietsstad.

Exploitatie

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019



strategische nota




0 0 0 10.000 0 0 0 60.000 0 0 0 10.000

A0111

Er komen voldoende

parkings voor

vrachtwagens. BI020001 mobiliteit 0 0 0 0 0 0 0 50.000 0 0 0 0

A0350

Randparkings moeten

beter gebruikt worden.

Er komen bijkomende

voorzieningen zoals

toiletten, elektronische

informatieborden die de

wachttijden van de

bussen weergeven, een

maximaal beschikbare

pendelbus, huurfietsen,

… BI020001 mobiliteit 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000

0 30.000 0 0 0 30.000 0 0 0 30.000 0 0

A0118

Het comfort aan de

bushaltes wordt

verhoogd. BI020001 mobiliteit 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0

A0121

Waar en wanneer er

geen openbaar vervoer

ter beschikking is, kan

er een beroep gedaan

worden op taxicheques. BI020001 mobiliteit 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

AP024 Het openbaar vervoer blijft een speerpunt van het Brugs

mobiliteitsbeleid.

AP023 Stad Brugge geeft vorm aan een duurzaam parkeerbeleid in

Brugge.

2014 2015 2016

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

InvesteringExploitatie Investering Exploitatie Investering Exploitatie


strategische nota




0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000

A0111

Er komen voldoende

parkings voor

vrachtwagens. BI020001 mobiliteit 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0350

Randparkings moeten

beter gebruikt worden.

Er komen bijkomende

voorzieningen zoals

toiletten, elektronische

informatieborden die de

wachttijden van de

bussen weergeven, een

maximaal beschikbare

pendelbus, huurfietsen,

… BI020001 mobiliteit 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000

0 30.000 0 0 0 30.000 0 0 0 30.000 0 0

A0118

Het comfort aan de

bushaltes wordt

verhoogd. BI020001 mobiliteit 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0

A0121

Waar en wanneer er

geen openbaar vervoer

ter beschikking is, kan

er een beroep gedaan

worden op taxicheques. BI020001 mobiliteit 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

MJP2014-2019

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019


AP023 Stad Brugge geeft vorm aan een duurzaam parkeerbeleid in

Brugge.

AP024 Het openbaar vervoer blijft een speerpunt van het Brugs

mobiliteitsbeleid.



strategische nota




100.000 585.672 0 350.000 100.000 671.946 0 0 100.000 665.745 0 0

0 134.000 0 0 0 124.000 0 0 0 124.000 0 0

A0129

Gastronomische festivals

zijn een originele trekker

van bezoekers naar

Brugge - Winkelstad. BI050000 lokale economie 0 124.000 0 0 0 124.000 0 0 0 124.000 0 0

A0131

Er wordt een totaalvisie

voor het winkelaanbod en

de horeca ontwikkeld. BI050000 lokale economie 0 10.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 87.000 0 0 0 87.000 0 0 0 87.000 0 0

A0136

De stad zal binnen het

samenwerkingsverband

van RESOC Brugge

(Trefpunt Zorg) trekker

zijn om van deze stad en

regio een topregio inzake

zorg, zorginnovatie en

zorgopleiding te maken. BI050000 lokale economie 0 59.000 0 0 0 59.000 0 0 0 59.000 0 0

A0137

Het bestuur wil het

netwerk tussen en met

de verschillende

onderwijsinstellingen en

bedrijven versterken. BI050000 lokale economie 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0

A0138

Er worden specifieke

beurzen ingericht over

ondermeer zorg en ICT. BI050000 lokale economie 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

Investering

BDS08 Brugge ontwikkelt zijn economisch beleid met een focus op een

bloeiend detailhandelsapparaat, ondernemen in Brugge en haar regio,

sociale economie.

AP026 Er komen stimulansen voor een bloeiend detailhandelsapparaat.

AP027 Door een focus op de samenwerking tussen sociale,

economische en culturele spelers worden in Brugge en de regio

ondernemingskansen gecreëerd.


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016


strategische nota




100.000 666.821 0 0 100.000 514.321 0 0 100.000 511.821 0 0

0 124.000 0 0 0 124.000 0 0 0 124.000 0 0

A0129

Gastronomische festivals

zijn een originele trekker

van bezoekers naar

Brugge - Winkelstad. BI050000 lokale economie 0 124.000 0 0 0 124.000 0 0 0 124.000 0 0

A0131

Er wordt een totaalvisie

voor het winkelaanbod en

de horeca ontwikkeld. BI050000 lokale economie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 87.000 0 0 0 87.000 0 0 0 87.000 0 0

A0136

De stad zal binnen het

samenwerkingsverband

van RESOC Brugge

(Trefpunt Zorg) trekker

zijn om van deze stad en

regio een topregio inzake

zorg, zorginnovatie en

zorgopleiding te maken. BI050000 lokale economie 0 59.000 0 0 0 59.000 0 0 0 59.000 0 0

A0137

Het bestuur wil het

netwerk tussen en met

de verschillende


bedrijven versterken. BI050000 lokale economie 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0

A0138

Er worden specifieke

beurzen ingericht over

ondermeer zorg en ICT. BI050000 lokale economie 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


BDS08 Brugge ontwikkelt zijn economisch beleid met een focus op een

bloeiend detailhandelsapparaat, ondernemen in Brugge en haar regio,

sociale economie.

AP026 Er komen stimulansen voor een bloeiend detailhandelsapparaat.

AP027 Door een focus op de samenwerking tussen sociale,

economische en culturele spelers worden in Brugge en de regio

ondernemingskansen gecreëerd.


strategische nota




100.000 214.672 0 0 100.000 210.946 0 0 100.000 204.745 0 0

A0142

De sociale economie

wordt verder uitgebouwd

met als doel de

doorstroming naar het

reguliere arbeidscircuit.

Er is sensibilisering naar

het bedrijfsleven toe. BI055000 werkgelegenheid 0 115.600 0 0 0 130.600 0 0 0 113.100 0 0

A0144

Brugge zal

intergemeentelijke

samenwerkingsverbande

n aangaan inzake sociale

economie en gestalte

geven aan de regierol

van de gemeenten op

vlak van lokale sociale

economie. BI055000 werkgelegenheid 100.000 99.072 0 0 100.000 80.346 0 0 100.000 91.645 0 0

0 150.000 0 350.000 0 250.000 0 0 0 250.000 0 0

A0145

Ter ondersteuning van

jonge starters wordt o.a.

het concept ´hand-made

in Brugge´ ontwikkeld. BI011911 stedenbeleid 0 150.000 0 350.000 0 250.000 0 0 0 250.000 0 0

AP029 Jonge starters krijgen ondersteuning.

AP028 De sociale economie wordt uitgebouwd met onder meer

aandacht voor kansengroepen, nieuw ondernemerschap, sociale

innovatie, ...

2014 2015 2016

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019



strategische nota




100.000 205.821 0 0 100.000 203.321 0 0 100.000 200.821 0 0

A0142

De sociale economie

wordt verder uitgebouwd

met als doel de

doorstroming naar het

reguliere arbeidscircuit.

Er is sensibilisering naar

het bedrijfsleven toe. BI055000 werkgelegenheid 0 113.100 0 0 0 113.100 0 0 0 113.100 0 0

A0144

Brugge zal

intergemeentelijke

samenwerkingsverbande

n aangaan inzake sociale

economie en gestalte

geven aan de regierol

van de gemeenten op

vlak van lokale sociale

economie. BI055000 werkgelegenheid 100.000 92.721 0 0 100.000 90.221 0 0 100.000 87.721 0 0

0 250.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0

A0145

Ter ondersteuning van

jonge starters wordt o.a.

het concept ´hand-made

in Brugge´ ontwikkeld. BI011911 stedenbeleid 0 250.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


2017 2018 2019

AP028 De sociale economie wordt uitgebouwd met onder meer

aandacht voor kansengroepen, nieuw ondernemerschap, sociale

innovatie, ...

AP029 Jonge starters krijgen ondersteuning.



strategische nota




333.020 3.858.223 0 0 788.220 2.977.510 0 0 315.020 3.439.138 0 0

0 7.000 0 0 0 7.000 0 0 0 7.000 0 0

A0153

Op basis van het

strategisch plan voor het

toerisme in Brugge wordt

i.s.m. de belangrijke

stakeholders (private en

publieke actoren)

jaarlijks een actieplan

(zowel leisure als MICE)

opgemaakt. BI052001

toerisme - onthaal en

promotie 0 7.000 0 0 0 7.000 0 0 0 7.000 0 0

333.020 3.718.840 0 0 788.220 2.863.008 0 0 315.020 3.324.514 0 0

A0154

De stad organiseert in

2015 en 2018 een

Triënnale. BI070901 cultuurbeleid 0 700.000 0 0 0 700.000 0 0 0 700.000 0 0

A0155

De stad organiseert en

ondersteunt jaarlijks

terugkerende festivals en

projecten die bijdragen

aan de uitstraling van de

stad. Er wordt nauw

samengewerkt met

private actoren. Stad

Brugge hoeft immers niet

alles zelf te doen. BI070901 cultuurbeleid 45.020 523.958 0 0 45.020 523.958 0 0 45.020 523.958 0 0

A0156

De Musea zetten in op

internationale

tentoonstellingen die

aansluiten bij de museale

werking en Musea

Brugge verder

ontwikkelen en profileren

als kenniscentra. BI070001

groeninge-steinmetz-

branghwyn 0 0 0 0 0 25.000 0 0 270.000 575.000 0 0

BDS10 Brugge is een internationaal cultuur-toeristische

topbestemming.

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016

Investering

AP034 Door het voeren van (internationale) bestemmingspromotie wil

Brugge op vlak van verblijfstoerisme minstens gelijke tred houden met

de evolutie in de benchmarksteden.

AP035 De stad Brugge voert een evenementenbeleid dat de

doelstellingen van de stad ondersteunt. Het evenementenbeleid draagt

bij tot de participatie van bewoners en bezoekers aan het

maatschappelijke leven en versterkt het imago van de stad.

Investering Exploitatie Investering ExploitatieExploitatie


strategische nota




170.020 3.577.863 0 0 382.020 3.281.873 0 0 45.020 2.916.164 0 0

0 7.000 0 0 0 7.000 0 0 0 7.000 0 0

A0153

Op basis van het

strategisch plan voor het

toerisme in Brugge wordt

i.s.m. de belangrijke

stakeholders (private en

publieke actoren)

jaarlijks een actieplan

(zowel leisure als MICE)

opgemaakt. BI052001


promotie 0 7.000 0 0 0 7.000 0 0 0 7.000 0 0

170.020 3.463.115 0 0 382.020 3.166.998 0 0 45.020 2.801.159 0 0

A0154

De stad organiseert in

2015 en 2018 een

Triënnale. BI070901 cultuurbeleid 0 700.000 0 0 0 700.000 0 0 0 700.000 0 0

A0155

De stad organiseert en

ondersteunt jaarlijks

terugkerende festivals en

projecten die bijdragen

aan de uitstraling van de

stad. Er wordt nauw

samengewerkt met

private actoren. Stad

Brugge hoeft immers niet

alles zelf te doen. BI070901 cultuurbeleid 45.020 523.958 0 0 45.020 523.958 0 0 45.020 523.958 0 0

A0156

De Musea zetten in op

internationale

tentoonstellingen die

aansluiten bij de museale

werking en Musea

Brugge verder

ontwikkelen en profileren

als kenniscentra. BI070001

groeninge-steinmetz-

branghwyn 125.000 700.000 0 0 337.000 390.000 0 0 0 10.000 0 0

AP035 De stad Brugge voert een evenementenbeleid dat de

doelstellingen van de stad ondersteunt. Het evenementenbeleid draagt

bij tot de participatie van bewoners en bezoekers aan het

maatschappelijke leven en versterkt het imago van de stad.

AP034 Door het voeren van (internationale) bestemmingspromotie wil

Brugge op vlak van verblijfstoerisme minstens gelijke tred houden met

de evolutie in de benchmarksteden.

BDS10 Brugge is een internationaal cultuur-toeristische

topbestemming.

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019



strategische nota




A0157

Brugge Plus vzw is voor

stad Brugge een

belangrijke partner in de

uitvoering van

bovenlokale

evenementen die samen

met of in opdracht van

de stad worden opgezet

en gecommuniceerd. BI070901 cultuurbeleid 0 1.268.294 0 0 0 1.317.202 0 0 0 1.330.556 0 0

A0159

Er worden een aantal

nieuwe evenementen

ontwikkeld en bestaande

evenementen krijgen een

nieuw elan. BI070901 cultuurbeleid 288.000 1.211.588 0 0 743.200 281.848 0 0 0 180.000 0 0

A0161

Er wordt een jaarlijkse

cultuurmarkt

georganiseerd waar alle

culturele partners - zowel

professionele als

amateurkunstenaars -

zich kunnen voorstellen. BI070901 cultuurbeleid 0 15.000 0 0 0 15.000 0 0 0 15.000 0 0

0 107.383 0 0 0 107.502 0 0 0 107.624 0 0

A0162

Voor de ontsluiting van

de bezoekersinformatie

wordt gebruik gemaakt

van verschillende digitale

toepassingen. BI052001


promotie 0 17.383 0 0 0 17.502 0 0 0 17.624 0 0

A0163

Brugge ontwikkelt in de

binnenstad een uniek

concept dat een nieuwe

bezoekersbewegwijzering

combineert met

serviceverhogende

diensten

(straatmeubilair,

fietsinrijpunten, ...). BI070901 cultuurbeleid 0 90.000 0 0 0 90.000 0 0 0 90.000 0 0

0 25.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0353

Er wordt een totaalplan

opgesteld voor de

herwaardering van

Zeebrugge als badplaats. BI052102

toeristische

organisaties 0 25.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

MJP2014-2019 MJP2014-2019

AP038 Brugge is een gastvrije stad en wil met een kwalitatief

bezoekersmanagement de bezoekerstevredenheid en

informatietoegankelijkheid verhogen.

AP039 Er wordt ingezet op de uitbouw van Zeebrugge badstad en de

promotie ervan. Er wordt een totaalplan opgesteld voor de

herwaardering van Zeebrugge Bad als badplaats.

Exploitatie

2015 2016

Investering

2014

Investering

MJP2014-2019

Exploitatie Exploitatie Investering


strategische nota




A0157

Brugge Plus vzw is voor

stad Brugge een

belangrijke partner in de

uitvoering van

bovenlokale

evenementen die samen

met of in opdracht van

de stad worden opgezet

en gecommuniceerd. BI070901 cultuurbeleid 0 1.344.157 0 0 0 1.358.040 0 0 0 1.372.201 0 0

A0159

Er worden een aantal

nieuwe evenementen

ontwikkeld en bestaande

evenementen krijgen een

nieuw elan. BI070901 cultuurbeleid 0 180.000 0 0 0 180.000 0 0 0 180.000 0 0

A0161

Er wordt een jaarlijkse

cultuurmarkt

georganiseerd waar alle

culturele partners - zowel

professionele als

amateurkunstenaars -

zich kunnen voorstellen. BI070901 cultuurbeleid 0 15.000 0 0 0 15.000 0 0 0 15.000 0 0

0 107.748 0 0 0 107.875 0 0 0 108.005 0 0

A0162

Voor de ontsluiting van

de bezoekersinformatie

wordt gebruik gemaakt

van verschillende digitale

toepassingen. BI052001


promotie 0 17.748 0 0 0 17.875 0 0 0 18.005 0 0

A0163

Brugge ontwikkelt in de

binnenstad een uniek

concept dat een nieuwe

bezoekersbewegwijzering

combineert met

serviceverhogende

diensten

(straatmeubilair,

fietsinrijpunten, ...). BI070901 cultuurbeleid 0 90.000 0 0 0 90.000 0 0 0 90.000 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0353

Er wordt een totaalplan

opgesteld voor de

herwaardering van

Zeebrugge als badplaats. BI052102

toeristische

organisaties 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

AP039 Er wordt ingezet op de uitbouw van Zeebrugge badstad en de

promotie ervan. Er wordt een totaalplan opgesteld voor de

herwaardering van Zeebrugge Bad als badplaats.

InvesteringExploitatie Investering

AP038 Brugge is een gastvrije stad en wil met een kwalitatief

bezoekersmanagement de bezoekerstevredenheid en

informatietoegankelijkheid verhogen.


2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


strategische nota




250.500 68.500 0 145.500 250.500 89.500 0 153.000 250.500 69.500 0 150.000

0 0 0 20.500 0 21.000 0 53.000 0 1.000 0 0

A0165

Het Brugs historisch

informatiepunt wordt

uitgebouwd via

gezamenlijke ontsluiting

erfgoedcollecties. BI070300

openbare

bibliotheken 0 0 0 0 0 6.000 0 0 0 0 0 0

A0166

De bibliotheek zet in op

de duurzame

digitalisering en opslag

van digitale


openbare

bibliotheken 0 0 0 20.500 0 15.000 0 53.000 0 1.000 0 0

500 68.500 0 0 500 68.500 0 0 500 68.500 0 0

A0169

Het Stadsarchief zal zijn

digitale leeszaal verder

uitbouwen door het

online aanbieden van

archieftoegangen en -

bestanden. BI073900

overig kunsten

cultuurbeleid 500 68.500 0 0 500 68.500 0 0 500 68.500 0 0

250.000 0 0 0 250.000 0 0 0 250.000 0 0 0

A0171

Er wordt gestreefd naar

een landelijke

erkenning van het

Bruggemuseum. BI070002 bruggemuseum 250.000 0 0 0 250.000 0 0 0 250.000 0 0 0

Investering

BDS11 Brugge is een werelderfgoedstad met recht op een toekomst.

Brugge wil zich profileren als jonge, trendy, dynamische stad, die de

titel werelderfgoedstad zeer belangrijk blijft vinden. Hip en historisch

kunnen hand in hand gaan.

AP041 De Openbare Bibliotheek ontwikkelt een duurzame

erfgoedwerking vanuit een strategische visie op preservatie,

aggregatie en nieuwe vormen van ontsluiting en publiekswerking.

AP042 Het stadsbestuur zal actief werken aan de digitale

erfgoedwerking: zowel op het vlak van bewaren (e-depot), als op het

vlak van ontsluiten naar het publiek.

AP043 De drie Museumgroepen en het Stadsarchief verdiepen hun

expertise en profileren zich in Vlaanderen en internationaal als

kenniscentra. De drie Museumgroepen en het Stadsarchief streven

een erkenning op Vlaams niveau na in het kader van het

erfgoeddecreet.


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016


strategische nota




250.500 85.500 0 168.500 250.500 69.500 0 100.000 250.500 75.500 0 100.000

0 7.000 0 18.500 0 1.000 0 0 0 7.000 0 0

A0165

Het Brugs historisch

informatiepunt wordt

uitgebouwd via

gezamenlijke ontsluiting


openbare

bibliotheken 0 6.000 0 0 0 0 0 0 0 6.000 0 0

A0166

De bibliotheek zet in op

de duurzame

digitalisering en opslag

van digitale


openbare

bibliotheken 0 1.000 0 18.500 0 1.000 0 0 0 1.000 0 0

500 68.500 0 0 500 68.500 0 0 500 68.500 0 0

A0169

Het Stadsarchief zal zijn

digitale leeszaal verder

uitbouwen door het

online aanbieden van

archieftoegangen en -

bestanden. BI073900

overig kunsten

cultuurbeleid 500 68.500 0 0 500 68.500 0 0 500 68.500 0 0

250.000 0 0 0 250.000 0 0 0 250.000 0 0 0

A0171

Er wordt gestreefd naar

een landelijke

erkenning van het

Bruggemuseum. BI070002 bruggemuseum 250.000 0 0 0 250.000 0 0 0 250.000 0 0 0

MJP2014-2019 MJP2014-2019

BDS11 Brugge is een werelderfgoedstad met recht op een toekomst.

Brugge wil zich profileren als jonge, trendy, dynamische stad, die de

titel werelderfgoedstad zeer belangrijk blijft vinden. Hip en historisch

kunnen hand in hand gaan.

AP041 De Openbare Bibliotheek ontwikkelt een duurzame

erfgoedwerking vanuit een strategische visie op preservatie,

aggregatie en nieuwe vormen van ontsluiting en publiekswerking.

AP042 Het stadsbestuur zal actief werken aan de digitale

erfgoedwerking: zowel op het vlak van bewaren (e-depot), als op het

vlak van ontsluiten naar het publiek.

AP043 De drie Museumgroepen en het Stadsarchief verdiepen hun

expertise en profileren zich in Vlaanderen en internationaal als

kenniscentra. De drie Museumgroepen en het Stadsarchief streven

een erkenning op Vlaams niveau na in het kader van het

erfgoeddecreet.

MJP2014-2019

2017 2018 2019



strategische nota




0 0 0 125.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000

A0173

Er worden thematische

RUP´s voor

stadsgezichten

uitgewerkt. BI072000 monumentenzorg 0 0 0 25.000 0 0 0 0 0 0 0 0

A0174

Voor de 9

stadskwartieren worden

deelplannen

opgemaakt. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000

A0355

De evolutie van de

functies van de panden

in de binnenstad wordt

opgevolgd. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50.000

A0175

De thematische RUP´s

worden uitgebreid tot

de poortgebieden. BI072000 monumentenzorg 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50.000

AP045 Unesco werelderfgoed en zijn omgeving. Stad Brugge toont

respect voor het erfgoed, maar biedt ook de mogelijkheid tot

kwalitatieve stedelijke ontwikkeling.

AP044 Het beheersplan werelderfgoedsite (Managementplan) Unesco

wordt opgevolgd en voort uitgevoerd.

MJP2014-2019

2016


MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015



strategische nota




0 10.000 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000

A0173

Er worden thematische

RUP´s voor

stadsgezichten

uitgewerkt. BI072000 monumentenzorg 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0174

Voor de 9

stadskwartieren worden

deelplannen

opgemaakt. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000

A0355

De evolutie van de

functies van de panden

in de binnenstad wordt

opgevolgd. BI011911 stedenbeleid 0 10.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 50.000 0 0 0 0 0 0 0 0

A0175

De thematische RUP´s

worden uitgebreid tot

de poortgebieden. BI072000 monumentenzorg 0 0 0 50.000 0 0 0 0 0 0 0 0

2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017


AP044 Het beheersplan werelderfgoedsite (Managementplan) Unesco

wordt opgevolgd en voort uitgevoerd.

AP045 Unesco werelderfgoed en zijn omgeving. Stad Brugge toont

respect voor het erfgoed, maar biedt ook de mogelijkheid tot

kwalitatieve stedelijke ontwikkeling.


strategische nota




1.535.954 4.889.826 0 2.624.526 1.519.516 5.118.367 0 2.150.016 1.593.227 5.467.601 0 3.799.416

66.197 82.500 0 0 66.197 82.500 0 0 66.197 82.500 0 0

A0178

Stad Brugge zet verder in

op digitaal cultureel

erfgoed, en dit vanuit een

strategische visie op

duurzame preservatie,

aggregatie en nieuwe

vormen van ontsluiting. BI072900

overig beleid inzake

het erfgoed 20.000 22.500 0 0 15.000 17.500 0 0 15.000 17.500 0 0

A0179

Stad Brugge zet in op

religieus cultureel

erfgoed. BI072900


het erfgoed 15.000 15.000 0 0 15.000 15.000 0 0 15.000 15.000 0 0

A0180


culturele archieven. BI072900


het erfgoed 5.000 5.000 0 0 10.000 10.000 0 0 10.000 10.000 0 0

A0181

Stad Brugge ondersteunt

de vrijwilligerswerking die

zich inzet voor de zorg

voor en ontsluiting van

cultureel erfgoed. BI072900


het erfgoed 26.197 40.000 0 0 26.197 40.000 0 0 26.197 40.000 0 0

70.000 108.500 0 0 77.000 124.500 0 0 112.000 163.500 0 0

A0182

Het stadsbestuur

organiseert

speelpleinwerking op 6

locaties in Brugge. BI075001 jeugd 70.000 108.500 0 0 77.000 124.500 0 0 112.000 163.500 0 0

0 105.000 0 0 0 81.100 0 0 0 82.222 0 0

A0183

Het preventieoverleg

jongeren wordt

georganiseerd en

omkaderd. BI011911 stedenbeleid 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

A0184

Het project leerrecht

wordt uitgebouwd. BI011911 stedenbeleid 0 25.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0185

Het project

casemanagement wordt

uitgebouwd. BI011911 stedenbeleid 0 55.000 0 0 0 56.100 0 0 0 57.222 0 0

BDS12 Stad Brugge voert een kwalitatief en integraal vrijetijdsbeleid

met maximale inzet op de Vlaamse beleidsprioriteiten.

AP047 Stad Brugge zet verder in op de ondersteuning van het lokaal

cultureel erfgoedbeleid.

AP048 Het jeugdwerk in algemene zin wordt ondersteund.

AP049 Stad Brugge bevordert de participatie aan het jeugdwerk van

kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties.

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016



strategische nota




1.572.070 5.484.988 0 3.450.300 1.611.117 5.658.308 0 3.066.500 1.590.256 5.541.543 0 3.062.900

66.197 82.500 0 0 66.197 82.500 0 0 66.197 82.500 0 0

A0178

Stad Brugge zet verder in

op digitaal cultureel

erfgoed, en dit vanuit een

strategische visie op

duurzame preservatie,

aggregatie en nieuwe

vormen van ontsluiting. BI072900


het erfgoed 15.000 17.500 0 0 15.000 17.500 0 0 15.000 17.500 0 0

A0179


religieus cultureel

erfgoed. BI072900


het erfgoed 15.000 15.000 0 0 15.000 15.000 0 0 15.000 15.000 0 0

A0180


culturele archieven. BI072900


het erfgoed 10.000 10.000 0 0 10.000 10.000 0 0 10.000 10.000 0 0

A0181

Stad Brugge ondersteunt

de vrijwilligerswerking die

zich inzet voor de zorg

voor en ontsluiting van

cultureel erfgoed. BI072900


het erfgoed 26.197 40.000 0 0 26.197 40.000 0 0 26.197 40.000 0 0

112.000 163.500 0 0 112.000 163.500 0 0 112.000 163.500 0 0

A0182

Het stadsbestuur

organiseert

speelpleinwerking op 6

locaties in Brugge. BI075001 jeugd 112.000 163.500 0 0 112.000 163.500 0 0 112.000 163.500 0 0

0 83.366 0 0 0 84.534 0 0 0 85.724 0 0

A0183

Het preventieoverleg

jongeren wordt

georganiseerd en

omkaderd. BI011911 stedenbeleid 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

A0184

Het project leerrecht

wordt uitgebouwd. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0185

Het project

casemanagement wordt


AP049 Stad Brugge bevordert de participatie aan het jeugdwerk van

kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties.

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


2017 2018 2019



AP047 Stad Brugge zet verder in op de ondersteuning van het lokaal

cultureel erfgoedbeleid.

AP048 Het jeugdwerk in algemene zin wordt ondersteund.


strategische nota




98.007 758.336 0 0 97.209 766.689 0 0 96.373 775.209 0 0

A0186

Het Regionaal Centrum

voor Jongerencultuur

"Het Entrepot" wordt

voort ondersteund. BI0075001 jeugd 98.007 758.336 0 0 97.209 766.689 0 0 96.373 775.209 0 0

0 354.657 0 0 0 406.971 0 0 0 410.331 0 0

A0187

De ondersteuning en

uitbetaling gebeurt

conform de

reglementering. BI074000 sport 0 238.954 0 0 0 238.954 0 0 0 238.954 0 0

A0189

De lage prijzenpolitiek

voor sport wordt verder

uitgebouwd: de lage

stedelijke tarieven

worden uitgebreid door

samenwerkingsverbanden

met scholen op touw te

zetten. BI074000 sport 0 115.703 0 0 0 168.017 0 0 0 171.377 0 0

0 116.050 0 0 0 116.682 0 0 0 116.682 0 0

A0191

Het project sportshoppen

wordt voortgezet. BI074000 sport 0 15.933 0 0 0 16.565 0 0 0 16.565 0 0

A0193

De start to-

initiatiecursussen worden

voortgezet. BI074000 sport 0 1.080 0 0 0 1.080 0 0 0 1.080 0 0

A0195

De Strandloop van

Zeebrugge wordt

georganiseerd. BI074000 sport 0 300 0 0 0 300 0 0 0 300 0 0

A0196

De Brugse

Zwembaddagen worden

georganiseerd. BI074000 sport 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0

A0197

Marktsport wordt

ingericht. BI074000 sport 0 250 0 0 0 250 0 0 0 250 0 0

A0200

Het project Sportkriebels

en het project

strandanimatie worden

ingericht. BI074000 sport 0 7.500 0 0 0 7.500 0 0 0 7.500 0 0

A0201

Er worden voort

Sportkampen ingericht. BI074000 sport 0 46.420 0 0 0 46.420 0 0 0 46.420 0 0

A0202

Er blijft aandacht gaan

naar seniorensport. BI074000 sport 0 6.100 0 0 0 6.100 0 0 0 6.100 0 0

A0203

Kroenkelen wordt

ingericht als onderdeel

van Kroenkel door

Autoloze Zondag. BI074000 sport 0 23.317 0 0 0 23.317 0 0 0 23.317 0 0

AP051 Stad Brugge ondersteunt de kwalitatieve uitbouw van de

sportverenigingen via een doelgericht subsidiebeleid.

AP053 Via een anders georganiseerd, laagdrempelig beweeg- en

sportaanbod wordt levenslange sportparticipatie geactiveerd.

AP050 Er is verhoogde aandacht voor de jeugdcultuur.

2014 2015 2016

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019



strategische nota




95.478 782.513 0 0 94.592 783.984 0 0 93.599 785.418 0 0

A0186


voor Jongerencultuur

"Het Entrepot" wordt

voort ondersteund. BI0075001 jeugd 95.478 782.513 0 0 94.592 783.984 0 0 93.599 785.418 0 0

0 463.759 0 0 0 468.255 0 0 0 472.841 0 0

A0187

De ondersteuning en

uitbetaling gebeurt

conform de

reglementering. BI074000 sport 0 238.954 0 0 0 238.954 0 0 0 238.954 0 0

A0189

De lage prijzenpolitiek

voor sport wordt verder

uitgebouwd: de lage

stedelijke tarieven

worden uitgebreid door

samenwerkingsverbanden

met scholen op touw te

zetten. BI074000 sport 0 224.805 0 0 0 229.301 0 0 0 233.887 0 0

0 116.682 0 0 0 116.682 0 0 0 116.682 0 0

A0191

Het project sportshoppen

wordt voortgezet. BI074000 sport 0 16.565 0 0 0 16.565 0 0 0 16.565 0 0

A0193

De start to-

initiatiecursussen worden

voortgezet. BI074000 sport 0 1.080 0 0 0 1.080 0 0 0 1.080 0 0

A0195

De Strandloop van

Zeebrugge wordt

georganiseerd. BI074000 sport 0 300 0 0 0 300 0 0 0 300 0 0

A0196

De Brugse

Zwembaddagen worden


A0197

Marktsport wordt

ingericht. BI074000 sport 0 250 0 0 0 250 0 0 0 250 0 0

A0200

Het project Sportkriebels

en het project

strandanimatie worden


A0201

Er worden voort

Sportkampen ingericht. BI074000 sport 0 46.420 0 0 0 46.420 0 0 0 46.420 0 0

A0202

Er blijft aandacht gaan

naar seniorensport. BI074000 sport 0 6.100 0 0 0 6.100 0 0 0 6.100 0 0

A0203

Kroenkelen wordt

ingericht als onderdeel

van Kroenkel door

Autoloze Zondag. BI074000 sport 0 23.317 0 0 0 23.317 0 0 0 23.317 0 0

AP051 Stad Brugge ondersteunt de kwalitatieve uitbouw van de

sportverenigingen via een doelgericht subsidiebeleid.


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


2017 2018 2019

AP053 Via een anders georganiseerd, laagdrempelig beweeg- en

sportaanbod wordt levenslange sportparticipatie geactiveerd.


strategische nota




A0204

De Sportdag

stadspersoneel blijft

ingericht worden. BI074000 sport 0 4.500 0 0 0 4.500 0 0 0 4.500 0 0

A0205

Er wordt een

Buitenspeeldag


A0356

De Week van de Brugse

Sportclubs wordt voort


0 131.000 0 0 0 132.000 0 0 0 133.020 0 0

A0206

Er zijn sportieve acties

naar maatschappelijk

kwetsbaren (Start to

Move). BI074000 sport 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0

A0207

Sociaal maatschappelijke

initiatieven van sportclubs

(community-projecten)

worden ondersteund. BI074000 sport 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0

A0208

Er is een financiële

tussenkomst voor

sportieve initiatieven voor

personen in kansarmoede

(AXI-bonnen). BI074000 sport 0 16.000 0 0 0 16.000 0 0 0 16.000 0 0

A0209

De projecten Buurtsport

voor maatschappelijk

kwetsbare jongeren

worden voort


AP054 Er wordt een beweeg- en sportbeleid gevoerd met aandacht

voor transversale samenwerking zodat kansengroepen gelijke kansen

krijgen om actief te participeren in sport.

2014 2015 2016

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019



strategische nota




A0204

De Sportdag

stadspersoneel blijft

ingericht worden. BI074000 sport 0 4.500 0 0 0 4.500 0 0 0 4.500 0 0

A0205

Er wordt een

Buitenspeeldag


A0356

De Week van de Brugse

Sportclubs wordt voort


0 134.060 0 0 0 135.122 0 0 0 136.204 0 0

A0206

Er zijn sportieve acties

naar maatschappelijk

kwetsbaren (Start to

Move). BI074000 sport 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0

A0207

Sociaal maatschappelijke

initiatieven van sportclubs

(community-projecten)

worden ondersteund. BI074000 sport 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0

A0208

Er is een financiële

tussenkomst voor

sportieve initiatieven voor

personen in kansarmoede

(AXI-bonnen). BI074000 sport 0 16.000 0 0 0 16.000 0 0 0 16.000 0 0

A0209

De projecten Buurtsport

voor maatschappelijk

kwetsbare jongeren

worden voort


AP054 Er wordt een beweeg- en sportbeleid gevoerd met aandacht

voor transversale samenwerking zodat kansengroepen gelijke kansen

krijgen om actief te participeren in sport.


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019



strategische nota




55.000 1.417.077 0 0 55.000 1.434.540 0 0 55.000 1.412.351 0 0

A0210

Brugge voert een

complementair

Kunstenbeleid. Het

stadsbestuur zal de

belangen van alle

culturele actoren bij de

Vlaamse overheid

behartigen. Zo moet het

Concertgebouw erkend en

volwaardig gesubsidieerd

worden als grote Vlaamse

culturele instelling. BI070901 cultuurbeleid 0 946.700 0 0 0 961.620 0 0 0 976.838 0 0

A0212

Brugge investeert in een

geïntegreerd beleid voor

beeldende kunsten. BI070901 cultuurbeleid 0 225.000 0 0 0 225.000 0 0 0 185.000 0 0

A0213

De

cultuurbeleidscoördinator

heeft de taak in naam en

in opdracht van het

bestuur het hele

cultuurgebeuren in

Brugge te coördineren.

Samenwerking binnen de

sector, maar ook met

bijvoorbeeld Toerisme,

zijn cruciaal. BI070901 cultuurbeleid 55.000 201.814 0 0 55.000 203.587 0 0 55.000 205.395 0 0

A0357

Er komt een brugfiguur

sociaal artistiek werk die

werkt rond de

toegankelijkheid van de

bestaande culturele

infrastructuur. BI011911 stedenbeleid 0 43.563 0 0 0 44.333 0 0 0 45.118 0 0

AP055 Stad Brugge ontwikkelt een integraal en duurzaam

cultuurbeleid, met bijzondere aandacht voor gemeenschapsvorming,

cultuureducatie en het bereiken van kansengroepen.

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016



strategische nota




55.000 1.470.023 0 0 55.000 1.487.377 0 0 55.000 1.465.070 0 0

A0210

Brugge voert een

complementair

Kunstenbeleid. Het

stadsbestuur zal de

belangen van alle

culturele actoren bij de

Vlaamse overheid

behartigen. Zo moet het

Concertgebouw erkend en

volwaardig gesubsidieerd

worden als grote Vlaamse

culturele instelling. BI070901 cultuurbeleid 0 992.361 0 0 0 1.008.194 0 0 0 1.024.344 0 0

A0212

Brugge investeert in een

geïntegreerd beleid voor

beeldende kunsten. BI070901 cultuurbeleid 0 225.000 0 0 0 225.000 0 0 0 185.000 0 0

A0213

De

cultuurbeleidscoördinator

heeft de taak in naam en

in opdracht van het

bestuur het hele

cultuurgebeuren in

Brugge te coördineren.

Samenwerking binnen de

sector, maar ook met

bijvoorbeeld Toerisme,

zijn cruciaal. BI070901 cultuurbeleid 55.000 206.894 0 0 55.000 208.415 0 0 55.000 209.958 0 0

A0357

Er komt een brugfiguur

sociaal artistiek werk die

werkt rond de

toegankelijkheid van de

bestaande culturele

infrastructuur. BI011911 stedenbeleid 0 45.768 0 0 0 45.768 0 0 0 45.768 0 0

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

AP055 Stad Brugge ontwikkelt een integraal en duurzaam

cultuurbeleid, met bijzondere aandacht voor gemeenschapsvorming,

cultuureducatie en het bereiken van kansengroepen.



strategische nota




28.250 80.950 0 38.000 28.250 82.750 0 0 28.250 88.000 0 10.000

A0215

Cultuureducatie,

leesmotivatie, levenslang

leren en geïnformeerd

burgerschap worden

gestimuleerd. BI070300

openbare

bibliotheken 3.250 11.250 0 10.000 3.250 11.500 0 0 3.250 11.750 0 0

A0216

Er worden activiteiten

ontwikkeld om de

informatiegeletterdheid

en mediawijsheid te

bevorderen en e-inclusie

bij moeilijk bereikbare

doelgroepen te

stimuleren. BI070300

openbare

bibliotheken 0 7.700 0 15.500 0 7.750 0 0 0 7.750 0 0

A0217

Er wordt ingezet op een

aangepaste

dienstverlening voor

personen met een

beperkte mobiliteit en

moeilijk bereikbare

doelgroepen op cultureel,

educatief en

sociaaleconomisch

gebied. BI070300

openbare

bibliotheken 25.000 21.000 0 0 25.000 21.000 0 0 25.000 21.000 0 0

A0218

Er wordt ingezet op

samenwerking tussen de

bibliotheek en

onderwijsinstellingen. BI070300

openbare

bibliotheken 0 6.000 0 12.500 0 2.500 0 0 0 2.500 0 10.000

A0219

Er wordt een aanbod

ontwikkeld op het vlak

van e-books en andere

digitale bronnen. BI070300

openbare

bibliotheken 0 35.000 0 0 0 40.000 0 0 0 45.000 0 0

AP056 De bibliotheek is laagdrempelig en aangepast aan de

hedendaagse noden.

2014 2015 2016

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019



strategische nota




28.250 93.250 0 0 28.250 93.550 0 10.000 28.250 98.800 0 0

A0215

Cultuureducatie,

leesmotivatie, levenslang

leren en geïnformeerd

burgerschap worden


openbare

bibliotheken 3.250 12.000 0 0 3.250 12.250 0 0 3.250 17.500 0 0

A0216

Er worden activiteiten

ontwikkeld om de

informatiegeletterdheid

en mediawijsheid te

bevorderen en e-inclusie

bij moeilijk bereikbare

doelgroepen te

stimuleren. BI070300

openbare

bibliotheken 0 7.750 0 0 0 7.800 0 0 0 7.800 0 0

A0217

Er wordt ingezet op een

aangepaste

dienstverlening voor

personen met een

beperkte mobiliteit en

moeilijk bereikbare

doelgroepen op cultureel,

educatief en

sociaaleconomisch

gebied. BI070300

openbare

bibliotheken 25.000 21.000 0 0 25.000 21.000 0 0 25.000 21.000 0 0

A0218

Er wordt ingezet op


bibliotheek en

onderwijsinstellingen. BI070300

openbare

bibliotheken 0 2.500 0 0 0 2.500 0 10.000 0 2.500 0 0

A0219

Er wordt een aanbod

ontwikkeld op het vlak

van e-books en andere

digitale bronnen. BI070300

openbare

bibliotheken 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

AP056 De bibliotheek is laagdrempelig en aangepast aan de

hedendaagse noden.



strategische nota




1.218.500 1.713.366 0 342.625 1.195.860 1.609.198 0 378.500 1.235.407 1.749.788 0 401.000

A0220

Het Cultuurcentrum staat

garant voor kwaliteit,

professionaliteit en

samenwerking. BI070100 cultuurcentrum 476.000 10.377 0 0 483.360 10.405 0 0 492.907 10.433 0 0

A0221

De klantvriendelijkheid en

de kwaliteitsvolle

dienstverlening worden

geoptimaliseerd naar de

gebruikers van het

Cultuurcentrum. BI070100 cultuurcentrum 0 322.989 0 342.625 0 347.493 0 378.500 0 356.729 0 401.000

A0222

Er wordt een breed,

divers en kwaliteitsvol

eigen cultuuraanbod

gerealiseerd met

aandacht voor regionale,

nationale en

internationale

kunstenaars en door de

Vlaamse overheid

gesubsidieerde

gezelschappen. BI070100 cultuurcentrum 383.500 696.500 0 0 383.500 696.500 0 0 383.500 696.500 0 0

A0223

Er wordt een actief

ondersteunings-, creatie-

en doorstromingsbeleid

gevoerd naar jonge

professionele

kunstenaars. BI070100 cultuurcentrum 8.000 51.000 0 0 8.000 51.900 0 0 8.000 52.818 0 0

A0224

Er wordt zorg gedragen

voor een geïntegreerd,

divers en aangepast

cultuur - en

kunsteducatief aanbod en

op die manier wordt

bijgedragen tot het

verwerven en verhogen

van de culturele

competentie met

specifieke aandacht voor

kinderen en jongeren. BI070100 cultuurcentrum 103.000 211.500 0 0 103.000 211.500 0 0 103.000 211.500 0 0

AP057 Stad Brugge heeft een Cultuurcentrum.

2016

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015



strategische nota




1.215.145 1.630.716 0 120.000 1.255.078 1.771.391 0 120.000 1.235.210 1.652.420 0 120.000

A0220

Het Cultuurcentrum staat

garant voor kwaliteit,

professionaliteit en

samenwerking. BI070100 cultuurcentrum 502.645 10.461 0 0 512.578 10.491 0 0 522.710 10.520 0 0

A0221

De klantvriendelijkheid en

de kwaliteitsvolle

dienstverlening worden

geoptimaliseerd naar de

gebruikers van het

Cultuurcentrum. BI070100 cultuurcentrum 0 366.276 0 120.000 0 375.542 0 120.000 0 385.135 0 120.000

A0222

Er wordt een breed,

divers en kwaliteitsvol

eigen cultuuraanbod

gerealiseerd met

aandacht voor regionale,

nationale en

internationale

kunstenaars en door de

Vlaamse overheid

gesubsidieerde

gezelschappen. BI070100 cultuurcentrum 383.500 696.500 0 0 383.500 696.500 0 0 383.500 696.500 0 0

A0223

Er wordt een actief

ondersteunings-, creatie-

en doorstromingsbeleid

gevoerd naar jonge

professionele

kunstenaars. BI070100 cultuurcentrum 8.000 53.755 0 0 8.000 54.709 0 0 8.000 55.684 0 0

A0224

Er wordt zorg gedragen

voor een geïntegreerd,

divers en aangepast

cultuur - en

kunsteducatief aanbod en

op die manier wordt

bijgedragen tot het

verwerven en verhogen

van de culturele

competentie met

specifieke aandacht voor

kinderen en jongeren. BI070100 cultuurcentrum 103.000 211.500 0 0 103.000 211.500 0 0 103.000 211.500 0 0

AP057 Stad Brugge heeft een Cultuurcentrum.


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019



strategische nota




A0225

Er wordt een actief en

stimulerend beleid

gevoerd naar

amateurkunsten en

verenigingen. BI070100 cultuurcentrum 117.000 10.000 0 0 117.000 10.200 0 0 117.000 10.404 0 0

A0226

De cultuurparticipatie

wordt bevorderd met

aandacht voor diverse

bevolkingsgroepen en

kansengroepen en er

worden initiatieven

ontwikkeld die de lokale

gemeenschap versterken. BI070100 cultuurcentrum 38.000 85.000 0 0 38.000 85.200 0 0 38.000 85.404 0 0

A0227

Het Cultuurcentrum wil

een actieve partner zijn in

de duurzame

ontwikkeling van het

stedelijk

evenementenbeleid,

internationalisering en

citymarketing. BI070100 cultuurcentrum 86.000 242.000 0 0 56.000 112.000 0 0 86.000 242.000 0 0

A0228

Er wordt een gerichte

communicatie- en

marketingstrategie

uitgewerkt met

aangepaste tools om de

diverse decretale

opdrachten te realiseren.

Het Cultuurcentrum

speelt hier adequaat en

constructief in op het

globaal

communicatiebeleid van

de stad. BI070100 cultuurcentrum 7.000 84.000 0 0 7.000 84.000 0 0 7.000 84.000 0 0

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016



strategische nota




A0225

Er wordt een actief en

stimulerend beleid

gevoerd naar

amateurkunsten en

verenigingen. BI070100 cultuurcentrum 117.000 10.612 0 0 117.000 10.824 0 0 117.000 11.041 0 0

A0226

De cultuurparticipatie

wordt bevorderd met

aandacht voor diverse

bevolkingsgroepen en

kansengroepen en er

worden initiatieven

ontwikkeld die de lokale

gemeenschap versterken. BI070100 cultuurcentrum 38.000 85.612 0 0 38.000 85.824 0 0 38.000 86.041 0 0

A0227

Het Cultuurcentrum wil

een actieve partner zijn in

de duurzame

ontwikkeling van het

stedelijk

evenementenbeleid,

internationalisering en

citymarketing. BI070100 cultuurcentrum 56.000 112.000 0 0 86.000 242.000 0 0 56.000 112.000 0 0

A0228

Er wordt een gerichte

communicatie- en

marketingstrategie

uitgewerkt met

aangepaste tools om de

diverse decretale

opdrachten te realiseren.

Het Cultuurcentrum

speelt hier adequaat en

constructief in op het

globaal

communicatiebeleid van

de stad. BI070100 cultuurcentrum 7.000 84.000 0 0 7.000 84.000 0 0 7.000 84.000 0 0

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019



strategische nota




0 3.500 0 0 0 6.000 0 0 0 4.000 0 0

A0229

Het vrijetijdsaanbod aan

kansengroepen wordt

kenbaar gemaakt. BI090200

integratie van

personen met


0 18.890 0 2.243.901 0 275.438 0 1.771.516 0 449.997 0 3.388.416

A0230

Qua locatie voor de

realisatie van een nieuwe

cactuszaal kiest het

stadsbestuur voor het

“Kanaaleiland”, een site

die aansluit op het terrein

waar het Cactusfestival

plaatsvindt. BI070901 cultuurbeleid 0 0 0 400.000 0 0 0 0 0 0 0 0

A0231

In elke deelgemeente

moet er een polyvalente

zaal zijn waar jongeren

kunnen fuiven en

sportverenigingen kunnen

sporten. BI074000 sport 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2.000.000

A0233

Er wordt een

sportinvesteringsprogram

ma opgemaakt waarin, in

overleg met alle

betrokkenen, duidelijke

prioriteiten bepaald

worden. Op lange termijn

worden blinde vlekken op

sportvlak (o.a.

zaalaccomodatie)

weggewerkt. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 25.000 0 0 0 0 0 0 0 0

A0236

In de loop van 2015 moet

het nieuw provinciaal

Olympisch zwembad

nieuwe kansen bieden

voor de watersport in

Brugge. Stad Brugge blijft

een partner in dit verhaal. BI074000 sport 0 0 0 0 0 246.548 0 0 0 431.107 0 0

AP059 Stad Brugge streeft naar interculturalisering van de

vrijetijdssector: de gemeente faciliteert de mogelijkheid tot een

structurele participatie van de bijzondere doelgroepen van het

integratiedecreet aan het lokaal beleid.

AP060 Stad Brugge blijft investeren in kwalitatieve

vrijetijdsinfrastructuur.

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016



strategische nota




0 6.000 0 0 0 4.000 0 0 0 6.000 0 0

A0229

Het vrijetijdsaanbod aan

kansengroepen wordt

kenbaar gemaakt. BI090200

integratie van

personen met


0 458.619 0 3.330.300 0 467.414 0 2.936.500 0 476.384 0 2.942.900

A0230

Qua locatie voor de

realisatie van een nieuwe

cactuszaal kiest het

stadsbestuur voor het

“Kanaaleiland”, een site

die aansluit op het terrein

waar het Cactusfestival

plaatsvindt. BI070901 cultuurbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0231

In elke deelgemeente

moet er een polyvalente

zaal zijn waar jongeren

kunnen fuiven en

sportverenigingen kunnen

sporten. BI074000 sport 0 0 0 2.000.000 0 0 0 2.000.000 0 0 0 2.000.000

A0233

Er wordt een

sportinvesteringsprogram

ma opgemaakt waarin, in

overleg met alle

betrokkenen, duidelijke

prioriteiten bepaald

worden. Op lange termijn

worden blinde vlekken op

sportvlak (o.a.

zaalaccomodatie)

weggewerkt. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0236

In de loop van 2015 moet

het nieuw provinciaal

Olympisch zwembad

nieuwe kansen bieden

voor de watersport in

Brugge. Stad Brugge blijft

een partner in dit verhaal. BI074000 sport 0 439.729 0 0 0 448.524 0 0 0 457.494 0 0

2017 2018 2019

Investering

MJP2014-2019 MJP2014-2019


MJP2014-2019

AP059 Stad Brugge streeft naar interculturalisering van de

vrijetijdssector: de gemeente faciliteert de mogelijkheid tot een

structurele participatie van de bijzondere doelgroepen van het

integratiedecreet aan het lokaal beleid.

AP060 Stad Brugge blijft investeren in kwalitatieve

vrijetijdsinfrastructuur.


strategische nota




A0238

Het stedelijk zwembad

Jan Guilini wordt waar

mogelijk aangepast en/of

uitgebreid in functie van

de actuele noden met

aandacht voor de

authenticiteit en charme

van het zwembad. BI074000 sport 0 0 0 250.181 0 0 0 260.271 0 0 0 61.996

A0239

Er worden voldoende

openluchtvelden voorzien,

waarvan de

veldverlichting is

aangepast aan de

strengste milieunormen.

Kunstgrasvelden kunnen

bijdragen tot een hoger

rendement van de

infrastructuur. BI074000 sport 0 0 0 535.000 0 0 0 525.000 0 0 0 560.000

A0240

Er wordt verder

geïnvesteerd in

bijkomende infrastructuur

voor kleinschalige

openluchtrecreatie in de

buurten: de realisatie van

minipitches, basketbal-,

petanque- of trapveldjes

stimuleert het vrij

recreatief sporten. BI074000 sport 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000

A0241

Er wordt een duidelijke

kilometeraanduiding voor

lopers aangebracht langs

de Vesten. BI074000 sport 0 0 0 0 0 10.000 0 0 0 0 0 0

A0246

Er komt een optimalisatie

van de

jeugdwerkinfrastructuur

op het vlak van

brandveiligheid,

duurzaam

energieverbruik,

minimaal onderhoud,

polyvalent gebruik,

geluidsisolatie, inbraak-

en vandalismepreventie,

hygiëne en sanitair. BI075001 jeugd 0 18.890 0 933.720 0 18.890 0 886.245 0 18.890 0 666.420

2014 2015 2016


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


strategische nota




A0238

Het stedelijk zwembad

Jan Guilini wordt waar

mogelijk aangepast en/of

uitgebreid in functie van

de actuele noden met

aandacht voor de

authenticiteit en charme

van het zwembad. BI074000 sport 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0239

Er worden voldoende

openluchtvelden voorzien,

waarvan de

veldverlichting is

aangepast aan de

strengste milieunormen.

Kunstgrasvelden kunnen

bijdragen tot een hoger

rendement van de

infrastructuur. BI074000 sport 0 0 0 560.000 0 0 0 160.000 0 0 0 160.000

A0240

Er wordt verder

geïnvesteerd in

bijkomende infrastructuur

voor kleinschalige

openluchtrecreatie in de

buurten: de realisatie van

minipitches, basketbal-,

petanque- of trapveldjes

stimuleert het vrij

recreatief sporten. BI074000 sport 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000

A0241

Er wordt een duidelijke

kilometeraanduiding voor

lopers aangebracht langs

de Vesten. BI074000 sport 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0246

Er komt een optimalisatie

van de

jeugdwerkinfrastructuur

op het vlak van

brandveiligheid,

duurzaam

energieverbruik,

minimaal onderhoud,

polyvalent gebruik,

geluidsisolatie, inbraak-

en vandalismepreventie,

hygiëne en sanitair. BI075001 jeugd 0 18.890 0 670.300 0 18.890 0 676.500 0 18.890 0 682.900


2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


strategische nota




0 429.500 0 752.500 0 454.300 0 1.502.500 0 505.116 0 702.500

0 0 0 50.000 0 0 0 0 0 0 0 0

A0358

Er wordt een studie

gedaan naar migraties

en ontgroening. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 50.000 0 0 0 0 0 0 0 0

0 184.500 0 500.000 0 184.500 0 1.000.000 0 234.500 0 0

A0251

Stad Brugge werkt mee

aan het zoeken naar de

mogelijkheid voor de

oprichting van een

studentenhuis. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 1.000.000 0 50.000 0 0

A0252

De oprichting van een

studentenrestaurant

wordt onderzocht. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 500.000 0 0 0 0 0 0 0 0

A0253

Via het fonds ´Brugge

studentenstad´ zullen

specifieke evenementen

en activiteiten voor

studenten voort worden

georganiseerd. BI011911 stedenbeleid 0 20.500 0 0 0 20.500 0 0 0 20.500 0 0

A0254

Op de website van

´Brugge leeft´ wordt

webruimte voorzien

voor de

studentenverenigingen.

Via de ´Brugge leeft

jongerenpas´ wordt

blijvende geïnvesteerd

in een kortingssysteem

voor studenten in

Brugge. BI011911 stedenbeleid 0 142.000 0 0 0 142.000 0 0 0 142.000 0 0

A0255

Het huidige systeem van de studentenfietsen

wordt behouden en

uitgebreid. BI075002 studentenstad 0 22.000 0 0 0 22.000 0 0 0 22.000 0 0

Investering

BDS13 Brugge is een stad waar jongeren zich volledig kunnen

ontplooien.

AP062 Het verlies aan jongeren uit de stadsbevolking of de

ontgroening wordt tegengegaan.

AP063 Brugge profileert zich nog meer als studentenstad.


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016


strategische nota




0 505.948 0 102.500 0 506.797 0 102.500 0 507.663 0 102.500

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0358

Er wordt een studie

gedaan naar migraties

en ontgroening. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 234.500 0 0 0 234.500 0 0 0 234.500 0 0

A0251

Stad Brugge werkt mee

aan het zoeken naar de

mogelijkheid voor de

oprichting van een

studentenhuis. BI011911 stedenbeleid 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0

A0252

De oprichting van een

studentenrestaurant

wordt onderzocht. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0253

Via het fonds ´Brugge

studentenstad´ zullen

specifieke evenementen

en activiteiten voor

studenten voort worden

georganiseerd. BI011911 stedenbeleid 0 20.500 0 0 0 20.500 0 0 0 20.500 0 0

A0254

Op de website van

´Brugge leeft´ wordt

webruimte voorzien

voor de

studentenverenigingen.

Via de ´Brugge leeft

jongerenpas´ wordt

blijvende geïnvesteerd

in een kortingssysteem

voor studenten in

Brugge. BI011911 stedenbeleid 0 142.000 0 0 0 142.000 0 0 0 142.000 0 0

A0255

Het huidige systeem van de studentenfietsen

wordt behouden en

uitgebreid. BI075002 studentenstad 0 22.000 0 0 0 22.000 0 0 0 22.000 0 0

MJP2014-2019 MJP2014-2019

BDS13 Brugge is een stad waar jongeren zich volledig kunnen

ontplooien.

AP062 Het verlies aan jongeren uit de stadsbevolking of de

ontgroening wordt tegengegaan.

AP063 Brugge profileert zich nog meer als studentenstad.

MJP2014-2019

2017 2018 2019



strategische nota




0 70.000 0 200.000 0 70.800 0 200.000 0 71.616 0 700.000

A0257

De stadspremie voor

aanpassingswerken aan

fuifzalen wordt

voortgezet. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000

A0258

Er wordt voort

geïnvesteerd in ruimte

voor jongeren in de

binnenstad. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 500.000

A0259

Er is een tussenkomst

in de huur van grote

zalen voor

jongerenfuiven. BI011911 stedenbeleid 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

A0260

Cafés kunnen premies

ontvangen voor het

organiseren van

concerten e.d. BI011911 stedenbeleid 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0

A0261


voor jonge

concertorganisatoren. BI011911 stedenbeleid 0 40.000 0 0 0 40.800 0 0 0 41.616 0 0

A0262

Er zijn premies voorzien

voor


jongerenhoreca i.f.v.

het voldoen aan de

regelgeving. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000

0 175.000 0 0 0 175.000 0 0 0 175.000 0 0

A0264

Er komt een jaarlijks

project rond street art. BI011911 stedenbeleid 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0

A0265

Er is een subsidie voor

originele ad hoc

jongerenprojecten. BI011911 stedenbeleid 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

A0266

Stad Brugge werkt via

stedenbeleid tijdelijke

opdrachten architectuur

uit. BI011911 stedenbeleid 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0

0 0 0 2.500 0 24.000 0 302.500 0 24.000 0 2.500

A0267

Stad Brugge probeert

een antwoord te bieden

op de langdurige vraag

naar indoor

skatefaciliteiten. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 24.000 0 300.000 0 24.000 0 0

A0359

Er komen ligstoelen in

parken. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0 0 2.500

AP066 Er wordt gezorgd voor jeugdige plekken in de openbare

ruimte.

AP064 Brugge breidt de uitgaansmogelijkheden voor jongeren uit.

AP065 Stad Brugge werkt aan het imago van Brugge als stad voor

jongeren.

MJP2014-2019

2016


MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015



strategische nota




0 72.448 0 100.000 0 73.297 0 100.000 0 74.163 0 100.000

A0257

De stadspremie voor


fuifzalen wordt

voortgezet. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000

A0258

Er wordt voort

geïnvesteerd in ruimte

voor jongeren in de

binnenstad. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0259


in de huur van grote

zalen voor

jongerenfuiven. BI011911 stedenbeleid 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

A0260

Cafés kunnen premies

ontvangen voor het

organiseren van

concerten e.d. BI011911 stedenbeleid 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0 0 20.000 0 0

A0261


voor jonge

concertorganisatoren. BI011911 stedenbeleid 0 42.448 0 0 0 43.297 0 0 0 44.163 0 0

A0262

Er zijn premies voorzien

voor


jongerenhoreca i.f.v.

het voldoen aan de

regelgeving. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 175.000 0 0 0 175.000 0 0 0 175.000 0 0

A0264

Er komt een jaarlijks

project rond street art. BI011911 stedenbeleid 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0 0 100.000 0 0

A0265

Er is een subsidie voor

originele ad hoc

jongerenprojecten. BI011911 stedenbeleid 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

A0266

Stad Brugge werkt via

stedenbeleid tijdelijke

opdrachten architectuur

uit. BI011911 stedenbeleid 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0 0 50.000 0 0

0 24.000 0 2.500 0 24.000 0 2.500 0 24.000 0 2.500

A0267

Stad Brugge probeert

een antwoord te bieden

op de langdurige vraag

naar indoor

skatefaciliteiten. BI011911 stedenbeleid 0 24.000 0 0 0 24.000 0 0 0 24.000 0 0

A0359

Er komen ligstoelen in

parken. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0 0 2.500

2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


AP064 Brugge breidt de uitgaansmogelijkheden voor jongeren uit.

AP065 Stad Brugge werkt aan het imago van Brugge als stad voor

jongeren.

AP066 Er wordt gezorgd voor jeugdige plekken in de openbare

ruimte.


strategische nota




8.000 609.438 0 0 8.000 573.511 0 5.000 8.000 577.646 0 0

0 95.110 0 0 0 55.110 0 0 0 55.110 0 0

A0268

De stad voert een

taalbeleid dat gericht is

op een verhoging van

de gelijke kansen en de

participatiegraad. We

streven naar helder,

correct, toegankelijk en

hedendaags taalgebruik

in alle

communicatiedragers

van de stad Brugge. BI011911 stedenbeleid 0 10.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0270

Bij grote

infrastructuurwerken

wordt er steeds een

conceptvoorstel voor de

communicatie

uitgewerkt. BI011902 communicatie 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

A0273

Er wordt een beperkt

aantal

merchandisingsproduct

en binnen de huisstijl

ontwikkeld. BI011912 pers en publicatie 0 40.000 0 0 0 40.000 0 0 0 40.000 0 0

A0276

Het stadsbestuur wil de

rechten, behoeften,

verwachtingen en

belangen van kinderen

en jongeren expliciet

laten meetellen bij

relevante

beleidsbeslissingen. Het

Brugse bestuur wil veel

aandacht besteden aan

overleg en

samenwerking. BI075001 jeugd 0 5.110 0 0 0 5.110 0 0 0 5.110 0 0

A0361

Ontwikkeling huisstijl en

logo. BI011912 pers en publicatie 0 30.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Investering

BDS14 Stad Brugge zorgt voor goed geïnformeerde burgers die mee

vorm geven aan hun stad.

AP067 Het stadsbestuur zet in op duidelijke en eenvoudige

communicatie, in een herkenbare huisstijl.


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016


strategische nota




8.000 579.822 0 0 8.000 581.768 0 0 8.000 584.737 0 0

0 55.110 0 0 0 55.110 0 0 0 55.110 0 0

A0268

De stad voert een

taalbeleid dat gericht is

op een verhoging van

de gelijke kansen en de

participatiegraad. We

streven naar helder,

correct, toegankelijk en

hedendaags taalgebruik

in alle

communicatiedragers

van de stad Brugge. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

A0270

Bij grote

infrastructuurwerken

wordt er steeds een

conceptvoorstel voor de

communicatie

uitgewerkt. BI011902 communicatie 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

A0273

Er wordt een beperkt

aantal

merchandisingsproduct

en binnen de huisstijl

ontwikkeld. BI011912 pers en publicatie 0 40.000 0 0 0 40.000 0 0 0 40.000 0 0

A0276

Het stadsbestuur wil de

rechten, behoeften,

verwachtingen en

belangen van kinderen

en jongeren expliciet

laten meetellen bij

relevante beleidsbeslissingen. Het

Brugse bestuur wil veel

aandacht besteden aan

overleg en

samenwerking. BI075001 jeugd 0 5.110 0 0 0 5.110 0 0 0 5.110 0 0

A0361

Ontwikkeling huisstijl en

logo. BI011912 pers en publicatie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

MJP2014-2019

2017

MJP2014-2019 MJP2014-2019

BDS14 Stad Brugge zorgt voor goed geïnformeerde burgers die mee

vorm geven aan hun stad.

AP067 Het stadsbestuur zet in op duidelijke en eenvoudige

communicatie, in een herkenbare huisstijl.

2018 2019



strategische nota




5.000 402.503 0 0 5.000 403.093 0 0 5.000 403.216 0 0

A0277

De vroegere

“zomercheques” voor

steun aan evenementen

in buurten, werden

inmiddels

“buurtcheques”. Ze

blijven, met accent op

“het hele jaar door”,

een waardevolle

bijdrage leveren aan de

sociale samenhang in

buurten en wijken. BI011911 stedenbeleid 0 300.000 0 0 0 300.000 0 0 0 300.000 0 0

A0279

Het Cultuurcentrum

organiseert op

regelmatige basis

culturele activiteiten en

projecten die de lokale

gemeenschap

versterken,

participatiedrempels

verlagen, ook op niet

evidente locaties. BI070100 cultuurcentrum 5.000 20.000 0 0 5.000 20.400 0 0 5.000 20.808 0 0

A0281

Discriminatie wordt niet

getolereerd. Stad Brugge ondertekent een

antidiscriminatieclausule

. Discriminatie wordt

tegengegaan in al zijn

vormen en in diverse

sectoren zoals het

huisvestingsbeleid,

politie en horeca. BI090200

integratie van

personen met


0 92.525 0 0 0 94.008 0 0 0 95.521 0 0

A0282

Het participatietraject

´Toekomst van

Brugge´ wordt

uitgewerkt. BI011911 stedenbeleid 0 92.525 0 0 0 94.008 0 0 0 95.521 0 0

AP068 Het stadsbestuur versterkt de sociale cohesie.

AP069 Stad Brugge voorziet inspraak en participatie (´Toekomst van

Brugge´).

MJP2014-2019

2016


MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015



strategische nota




5.000 406.138 0 0 5.000 406.084 0 0 5.000 409.053 0 0

A0277

De vroegere

“zomercheques” voor

steun aan evenementen

in buurten, werden

inmiddels

“buurtcheques”. Ze

blijven, met accent op

“het hele jaar door”,

een waardevolle

bijdrage leveren aan de

sociale samenhang in

buurten en wijken. BI011911 stedenbeleid 0 300.000 0 0 0 300.000 0 0 0 300.000 0 0

A0279

Het Cultuurcentrum

organiseert op

regelmatige basis

culturele activiteiten en

projecten die de lokale

gemeenschap

versterken,

participatiedrempels

verlagen, ook op niet

evidente locaties. BI070100 cultuurcentrum 5.000 21.224 0 0 5.000 21.649 0 0 5.000 22.082 0 0

A0281

Discriminatie wordt niet

getolereerd. Stad Brugge ondertekent een

antidiscriminatieclausule

. Discriminatie wordt

tegengegaan in al zijn

vormen en in diverse

sectoren zoals het

huisvestingsbeleid,

politie en horeca. BI090200

integratie van

personen met


0 96.774 0 0 0 96.774 0 0 0 96.774 0 0

A0282

Het participatietraject

´Toekomst van

Brugge´ wordt

uitgewerkt. BI011911 stedenbeleid 0 96.774 0 0 0 96.774 0 0 0 96.774 0 0


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019

AP068 Het stadsbestuur versterkt de sociale cohesie.

AP069 Stad Brugge voorziet inspraak en participatie (´Toekomst van

Brugge´).


strategische nota




2.000 0 0 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0 0

A0288

Het Cultuurcentrum

stelt de decretale

infrastructuur ter

beschikking van het

lokaal en sociaal cultuur

- en

gemeenschapsleven en

andere externe

gebruikers en staat

hierbij garant voor een

kwaliteitsvolle

dienstverlening. BI070100 cultuurcentrum 2.000 0 0 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0 0

1.000 19.300 0 0 1.000 21.300 0 5.000 1.000 23.800 0 0

A0289

De Brugse

Vrijwilligerscentrale

wordt uitgebouwd. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 1.000 19.300 0 0 1.000 21.300 0 5.000 1.000 23.800 0 0


AP071 De stad voert een vrijwilligersbeleid.

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016

Investering

AP070 Stad Brugge investeert in de omkadering, de ondersteuning en

de participatie van verenigingen en amateurkunstenaars en

individuele burgers die actief willen zijn in onze stad.


strategische nota




2.000 0 0 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0 0

A0288

Het Cultuurcentrum

stelt de decretale

infrastructuur ter

beschikking van het

lokaal en sociaal cultuur

- en

gemeenschapsleven en

andere externe

gebruikers en staat

hierbij garant voor een

kwaliteitsvolle

dienstverlening. BI070100 cultuurcentrum 2.000 0 0 0 2.000 0 0 0 2.000 0 0 0

1.000 21.800 0 0 1.000 23.800 0 0 1.000 23.800 0 0

A0289

De Brugse

Vrijwilligerscentrale

wordt uitgebouwd. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 1.000 21.800 0 0 1.000 23.800 0 0 1.000 23.800 0 0

2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


AP070 Stad Brugge investeert in de omkadering, de ondersteuning en

de participatie van verenigingen en amateurkunstenaars en

individuele burgers die actief willen zijn in onze stad.

AP071 De stad voert een vrijwilligersbeleid.

2017


strategische nota




399.361 1.383.488 0 25.000 408.361 1.474.739 720.000 950.000 419.561 1.488.955 0 25.000

0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

A0292

Brugge wil een

dementievriendelijke

gemeente blijven en werkt

hiertoe samen met

organisaties die zich

inzetten voor personen

met dementie. BI098501

toelagen

gezondheidspromotie

en ziektepreventie 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

32.000 197.500 0 0 32.000 217.700 0 0 32.000 217.944 0 0

A0295

Alle beslissingen van het

schepencollege worden

onderworpen aan een

armoedetoets die

opgemaakt wordt in

dialoog met verenigingen

waar armen het woord

nemen. BI090900

overige verrichtingen

inzake sociaal beleid 0 1.000 0 0 0 3.500 0 0 0 1.000 0 0

A0296

Initiatieven inzake

armoedebestrijding

worden ontwikkeld in

nauwe samenwerking met

de verenigingen waar

mensen in armoede het

woord nemen. Het

inzetten van

ervaringsdeskundigen is

hierbij onontbeerlijk. BI090900



A0297

Verenigingen waar armen

het woord nemen worden

voort ondersteund. BI090900



MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016


BDS15 Brugge is een sociale en solidaire stad.

AP072 Het Brugs bestuur staat borg voor een coherent sociaal beleid

zonder overlapping in de uitvoering van taken tussen OCMW, Stad en

de vele (semi-) private actoren.

AP073 Het Brugs bestuur neemt aanvullende maatregelen en acties die

leiden tot een effectieve ondersteuning van mensen die (dreigen) in

armoede (te) verkeren/geraken.


strategische nota




420.361 1.522.346 0 25.000 425.361 1.533.950 0 25.000 420.561 1.491.971 0 25.000

0 10.000 0 0 0 10.000 0 0 0 10.000 0 0

A0292

Brugge wil een

dementievriendelijke

gemeente blijven en werkt

hiertoe samen met

organisaties die zich

inzetten voor personen

met dementie. BI098501

toelagen

gezondheidspromotie


32.000 223.233 0 0 32.000 223.568 0 0 32.000 228.949 0 0

A0295

Alle beslissingen van het

schepencollege worden

onderworpen aan een

armoedetoets die

opgemaakt wordt in

dialoog met verenigingen

waar armen het woord

nemen. BI090900



A0296

Initiatieven inzake

armoedebestrijding

worden ontwikkeld in

nauwe samenwerking met

de verenigingen waar

mensen in armoede het

woord nemen. Het

inzetten van

ervaringsdeskundigen is

hierbij onontbeerlijk. BI090900



A0297

Verenigingen waar armen

het woord nemen worden

voort ondersteund. BI090900



MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019


BDS15 Brugge is een sociale en solidaire stad.

AP072 Het Brugs bestuur staat borg voor een coherent sociaal beleid

zonder overlapping in de uitvoering van taken tussen OCMW, Stad en

de vele (semi-) private actoren.

AP073 Het Brugs bestuur neemt aanvullende maatregelen en acties die

leiden tot een effectieve ondersteuning van mensen die (dreigen) in

armoede (te) verkeren/geraken.


strategische nota




A0298

Het netwerk

vrijetijdsparticipatie wordt

verder uitgebouwd naar

het bestaand model:

mensen in armoede

krijgen de kans om zonder

stigmatisering deel te

nemen aan culturele,

sportieve en jeugd- en

vakantieactiviteiten. BI070901 cultuurbeleid 32.000 32.000 0 0 32.000 32.000 0 0 32.000 32.000 0 0

A0299

Een initiatief rond

nachtopvang van daklozen

wordt ondersteund. BI011911 stedenbeleid 0 150.000 0 0 0 152.200 0 0 0 154.444 0 0

250.286 459.921 0 0 250.286 521.171 0 150.000 250.286 494.171 0 0

A0301

Er wordt gezocht naar een

manier om de oprichting

van een

wijkgezondheidscentrum

mogelijk te maken. BI011911 stedenbeleid 0 40.000 0 0 0 100.000 0 150.000 0 75.000 0 0

A0302

Stad Brugge versterkt de

inspanningen op vlak van

gezondheidsbevordering

en ziektepreventie en

geeft zo vorm aan een

structureel preventief

gezondheidsbeleid.

Hiervoor werkt de stad

samen met verschillende

(boven-)lokale

gezondheidspartners. BI098501

toelagen

gezondheidspromotie


A0303

Stad Brugge zet de

coördinatie van een lokaal

drugbeleid verder, met

preventieve aanpak

(vroeginterventie),

gekoppeld aan sterke

repressieve aanpak van

handel en gebruik van

illegale middelen. Ook het

overdadig alcoholgebruik

krijgt bijzondere aandacht. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 250.286 228.266 0 0 250.286 228.266 0 0 250.286 226.266 0 0

A0304

De derdebetalersregeling

bij huisartsen, specialisten

en tandartsen wordt



inzake sociaal beleid 0 500 0 0 0 500 0 0 0 500 0 0

AP074 Stad Brugge voert een gezondheidsbeleid.

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016



strategische nota




A0298

Het netwerk

vrijetijdsparticipatie wordt

verder uitgebouwd naar

het bestaand model:

mensen in armoede

krijgen de kans om zonder

stigmatisering deel te

nemen aan culturele,

sportieve en jeugd- en

vakantieactiviteiten. BI070901 cultuurbeleid 32.000 32.000 0 0 32.000 32.000 0 0 32.000 32.000 0 0

A0299

Een initiatief rond

nachtopvang van daklozen

wordt ondersteund. BI011911 stedenbeleid 0 156.733 0 0 0 159.068 0 0 0 161.449 0 0

250.286 473.171 0 0 250.286 448.171 0 0 250.286 423.171 0 0

A0301

Er wordt gezocht naar een

manier om de oprichting

van een

wijkgezondheidscentrum

mogelijk te maken. BI011911 stedenbeleid 0 50.000 0 0 0 25.000 0 0 0 0 0 0

A0302

Stad Brugge versterkt de

inspanningen op vlak van

gezondheidsbevordering

en ziektepreventie en

geeft zo vorm aan een

structureel preventief

gezondheidsbeleid.

Hiervoor werkt de stad

samen met verschillende

(boven-)lokale

gezondheidspartners. BI098501

toelagen

gezondheidspromotie


A0303

Stad Brugge zet de

coördinatie van een lokaal

drugbeleid verder, met

preventieve aanpak

(vroeginterventie),

gekoppeld aan sterke

repressieve aanpak van

handel en gebruik van

illegale middelen. Ook het

overdadig alcoholgebruik

krijgt bijzondere aandacht. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 250.286 226.266 0 0 250.286 226.266 0 0 250.286 226.266 0 0

A0304

De derdebetalersregeling

bij huisartsen, specialisten

en tandartsen wordt



inzake sociaal beleid 0 500 0 0 0 500 0 0 0 500 0 0

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019

Investering

AP074 Stad Brugge voert een gezondheidsbeleid.



strategische nota




51.200 337.350 0 0 60.200 373.251 0 0 51.400 405.918 0 0

A0305

Stad Brugge sensibiliseert

rond

ontwikkelingssamenwerkin

g en duurzame

ontwikkeling, in het

bijzonder samen met


socio-culturele

verenigingen. BI016000

hulp aan het

buitenland 200 127.714 0 0 60.200 154.751 0 0 400 133.326 0 0

A0306

De Fair Trade normen die

de Stad Brugge als Fair-

trade gemeente hanteert

worden verder uitgediept

en toegepast. BI016000

hulp aan het

buitenland 1.000 17.500 0 0 0 17.500 0 0 1.000 20.500 0 0

A0307

Het stadsbestuur

ondersteunt verder het

Feest in ´t Park. BI016000

hulp aan het

buitenland 50.000 30.000 0 0 0 30.000 0 0 0 30.000 0 0

A0308

De ontwikkeling van het

Zuiden wordt duurzaam en

structureel ondersteund. BI016000

hulp aan het

buitenland 0 44.125 0 0 0 53.125 0 0 0 44.125 0 0

A0309


lokale Noord-Zuidactoren

wordt bevorderd. BI016000

hulp aan het

buitenland 0 16.250 0 0 0 14.250 0 0 0 16.250 0 0

A0310

De Stad Brugge voert een

grondig onderzoek naar

een stedenband met een

partner in het Zuiden. BI016000

hulp aan het

buitenland 0 101.761 0 0 0 103.625 0 0 50.000 161.717 0 0

AP075 Het gemeentelijke Noord-Zuidbeleid steunt op 2 pijlers:

bewustmaking (noordbeleid) en hulp bieden (zuid beleid).

2014 2015

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2016



strategische nota




52.200 450.778 0 0 57.200 483.898 0 0 52.400 462.593 0 0

A0305

Stad Brugge sensibiliseert

rond

ontwikkelingssamenwerkin

g en duurzame

ontwikkeling, in het

bijzonder samen met


socio-culturele

verenigingen. BI016000

hulp aan het

buitenland 200 133.939 0 0 200 133.090 0 0 400 141.781 0 0

A0306

De Fair Trade normen die

de Stad Brugge als Fair-

trade gemeente hanteert

worden verder uitgediept

en toegepast. BI016000

hulp aan het

buitenland 2.000 30.000 0 0 57.000 69.000 0 0 2.000 34.000 0 0

A0307

Het stadsbestuur

ondersteunt verder het

Feest in ´t Park. BI016000

hulp aan het

buitenland 0 30.000 0 0 0 30.000 0 0 0 30.000 0 0

A0308

De ontwikkeling van het

Zuiden wordt duurzaam en

structureel ondersteund. BI016000

hulp aan het

buitenland 0 53.125 0 0 0 44.125 0 0 0 49.125 0 0

A0309


lokale Noord-Zuidactoren

wordt bevorderd. BI016000

hulp aan het

buitenland 0 14.250 0 0 0 16.250 0 0 0 14.250 0 0

A0310

De Stad Brugge voert een

grondig onderzoek naar

een stedenband met een

partner in het Zuiden. BI016000

hulp aan het

buitenland 50.000 189.465 0 0 0 191.433 0 0 50.000 193.437 0 0

2017 2018 2019


AP075 Het gemeentelijke Noord-Zuidbeleid steunt op 2 pijlers:

bewustmaking (noordbeleid) en hulp bieden (zuid beleid).

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


strategische nota




0 51.850 0 0 0 24.150 0 0 0 24.150 0 0

A0311

Stad Brugge brengt als

regisseur de kinderopvang

in kaart en stimuleert

initiatieven in de buurten

waarin het aanbod

onvoldoende is. BI094500 kinderopvang 0 31.850 0 0 0 20.150 0 0 0 20.150 0 0

A0312

Er wordt binnen het

Sociaal Huis een lokaal

Loket Kinderopvang

opgestart, met info over

permanente en

kortstondige

kinderopvang, waarbij ook

elektronisch kan

gereserveerd worden bij

de meewerkende

Kinderopvanginitiatieven. BI094500 kinderopvang 0 20.000 0 0 0 4.000 0 0 0 4.000 0 0

1.000,00 106.880,00 0,00 25.000,00 1.000,00 99.445,00 0,00 0,00 1.000,00 100.180,00 0,00 0,00

A0314

Er komt een doorlichting

van de toegankelijkheid

van de stedelijke

gebouwen (ook

containerparken),

openbare gebouwen in het

algemeen en openbare

ruimtes zoals parken en

speelpleinen. Ook het

convenant met Westkans

wordt hiervoor ingezet. BI091100

diensten en

voorzieningen voor

personen met een

handicap 0 11.000 0 0 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0

A0315

Evenementen en culturele

activiteiten moeten

maximaal toegankelijk

zijn. Bussen, bushaltes en

stopplaatsen moeten

aangepast zijn aan de

noden van mensen met

een beperking. BI091100

diensten en

voorzieningen voor

personen met een

handicap 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

A0317

Buurtvoorzieningen zoals

postpunten en

buurtwinkels worden in

kaart gebracht en er

worden acties ontwikkeld

om blinde vlekken in te

vullen. BI090900



AP076 Stad Brugge is regisseur van de kinderopvang en dit in

samenspraak met de aanbieders van kinderopvang verenigd in het

lokaal overleg kinderopvang.

AP077 Brugge is een toegankelijke stad (fysiek, mentaal).

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016



strategische nota




0 24.150 0 0 0 24.150 0 0 0 24.150 0 0

A0311

Stad Brugge brengt als

regisseur de kinderopvang

in kaart en stimuleert

initiatieven in de buurten

waarin het aanbod

onvoldoende is. BI094500 kinderopvang 0 20.150 0 0 0 20.150 0 0 0 20.150 0 0

A0312

Er wordt binnen het

Sociaal Huis een lokaal

Loket Kinderopvang

opgestart, met info over

permanente en

kortstondige

kinderopvang, waarbij ook

elektronisch kan

gereserveerd worden bij

de meewerkende

Kinderopvanginitiatieven. BI094500 kinderopvang 0 4.000 0 0 0 4.000 0 0 0 4.000 0 0

1.000 103.655 0 0 1.000 104.505 0 0 1.000 105.150 0 0

A0314

Er komt een doorlichting

van de toegankelijkheid

van de stedelijke

gebouwen (ook

containerparken),

openbare gebouwen in het

algemeen en openbare

ruimtes zoals parken en

speelpleinen. Ook het

convenant met Westkans

wordt hiervoor ingezet. BI091100

diensten en

voorzieningen voor

personen met een

handicap 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0 0 3.000 0 0

A0315

Evenementen en culturele

activiteiten moeten

maximaal toegankelijk

zijn. Bussen, bushaltes en

stopplaatsen moeten

aangepast zijn aan de

noden van mensen met

een beperking. BI091100

diensten en

voorzieningen voor

personen met een

handicap 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

A0317

Buurtvoorzieningen zoals

postpunten en

buurtwinkels worden in

kaart gebracht en er

worden acties ontwikkeld

om blinde vlekken in te

vullen. BI090900



MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019

Investering

AP076 Stad Brugge is regisseur van de kinderopvang en dit in

samenspraak met de aanbieders van kinderopvang verenigd in het

lokaal overleg kinderopvang.

AP077 Brugge is een toegankelijke stad (fysiek, mentaal).



strategische nota




A0318

Er wordt gewaakt over een

voldoende spreiding van

de

buurthuizen/dienstencentr

a met extra aandacht voor

nieuwkomers, senioren,

mensen met een

beperking en moeilijk te

bereiken mensen.

Stedelijke buurtcentra en

dienstencentra OCMW

worden geïntegreerd. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 1.000 65.880 0 0 1.000 66.445 0 0 1.000 67.180 0 0

A0319

Er wordt een beleids- en

actieplan publiek sanitair

(infrastructuur/communica

tie/toezicht) uitgevoerd

zodat er in Brugge

voldoende voor iedereen

toegankelijke, toiletten

voor handen zijn. BI090200

integratie van

personen met


A0362




tie/toezicht) opgemaakt

zodat er in Brugge


toegankelijke toiletten

voor handen zijn. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 25.000 0 0 0 0 0 0 0 0

0 86.180 0 0 0 87.480 0 0 0 86.780 0 0

A0320

Stad Brugge wil streven

naar een betere,

laagdrempelige en

toegankelijke zorgen

dienstverlening voor de

actieve senior en wil

vooral inzetten op de

preventie van ziekte en

het bevorderen van de

gezondheid van senioren. BI095900


betreffende ouderen

(senioren) 0 5.500 0 0 0 6.500 0 0 0 5.500 0 0

A0321

Stad Brugge streeft een

verhoogde

maatschappelijke

participatie voor de

senioren na. BI095900


betreffende ouderen

(senioren) 0 80.680 0 0 0 80.980 0 0 0 81.280 0 0

AP078 Het Brugs bestuur neemt maatregelen en acties die relevant zijn

voor en ten goede komen aan de doelgroep senioren.

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016



strategische nota




A0318

Er wordt gewaakt over een

voldoende spreiding van

de

buurthuizen/dienstencentr

a met extra aandacht voor

nieuwkomers, senioren,

mensen met een

beperking en moeilijk te

bereiken mensen.

Stedelijke buurtcentra en

dienstencentra OCMW

worden geïntegreerd. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 1.000 70.655 0 0 1.000 71.505 0 0 1.000 72.150 0 0

A0319




tie/toezicht) uitgevoerd

zodat er in Brugge


toegankelijke, toiletten

voor handen zijn. BI090200

integratie van

personen met


A0362




tie/toezicht) opgemaakt

zodat er in Brugge


toegankelijke toiletten

voor handen zijn. BI011911 stedenbeleid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 88.080 0 0 0 87.380 0 0 0 88.680 0 0

A0320

Stad Brugge wil streven

naar een betere,

laagdrempelige en

toegankelijke zorgen

dienstverlening voor de

actieve senior en wil

vooral inzetten op de

preventie van ziekte en

het bevorderen van de

gezondheid van senioren. BI095900


betreffende ouderen

(senioren) 0 6.500 0 0 0 5.500 0 0 0 6.500 0 0

A0321

Stad Brugge streeft een

verhoogde

maatschappelijke

participatie voor de

senioren na. BI095900


betreffende ouderen

(senioren) 0 81.580 0 0 0 81.880 0 0 0 82.180 0 0

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018 2019

Investering

AP078 Het Brugs bestuur neemt maatregelen en acties die relevant zijn

voor en ten goede komen aan de doelgroep senioren.



strategische nota




64.875 133.808 0 0 64.875 141.542 720.000 800.000 84.875 149.812 0 25.000

A0322

Het stadsbestuur

onderzoekt de

mogelijkheid om met

Vlaamse subsidies een

Stedelijke Integratiedienst

op te richten. BI090200

integratie van

personen met

vreemde herkomst 64.875 129.808 0 0 64.875 137.542 0 0 64.875 140.812 0 0

A0323

In uitvoering van het

provinciaal RUP zoekt stad

Brugge samen met het

OCMW een geschikte

locatie en

uitbatingsformule voor een

doortrekkersterrein. BI062200 woonwagenterreinen 0 0 0 0 0 0 720.000 800.000 20.000 0 0 25.000

A0324

Stad Brugge stimuleert

initiatieven die de gelijke

kansen voor vrouwen en

mannen bevorderen. BI090200

integratie van

personen met


AP079 Gelijke kansen voor iedereen blijft een belangrijk fundament van

alle stedelijke beleid. De stad wil een verdraagzame samenleving

bevorderen en moedigt samenwerkingsinitiatieven aan om integratie en

diversiteit te realiseren.

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016



strategische nota




84.875 149.278 0 25.000 84.875 152.278 0 25.000 84.875 149.278 0 25.000

A0322

Het stadsbestuur

onderzoekt de

mogelijkheid om met

Vlaamse subsidies een

Stedelijke Integratiedienst

op te richten. BI090200

integratie van

personen met

vreemde herkomst 64.875 145.278 0 0 64.875 143.278 0 0 64.875 145.278 0 0

A0323

In uitvoering van het

provinciaal RUP zoekt stad

Brugge samen met het

OCMW een geschikte

locatie en

uitbatingsformule voor een

doortrekkersterrein. BI062200 woonwagenterreinen 20.000 0 0 25.000 20.000 0 0 25.000 20.000 0 0 25.000

A0324

Stad Brugge stimuleert

initiatieven die de gelijke

kansen voor vrouwen en

mannen bevorderen. BI090200

integratie van

personen met


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019


2017 2018 2019

AP079 Gelijke kansen voor iedereen blijft een belangrijk fundament van

alle stedelijke beleid. De stad wil een verdraagzame samenleving

bevorderen en moedigt samenwerkingsinitiatieven aan om integratie en

diversiteit te realiseren.


strategische nota




108.278 213.278 0 0 108.278 213.278 0 0 108.278 213.278 0 0

108.278 213.278 0 0 108.278 213.278 0 0 108.278 213.278 0 0

A0325

Het concept ´brede

school´ krijgt concreet

vorm. BI088000

administratieve

dienst voor het lokaal

flankerend onderwijs 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

A0326

Het Time out project

BLINK wordt voort

gezet. BI088000

administratieve


flankerend onderwijs 55.601 96.681 0 0 55.601 96.681 0 0 55.601 96.681 0 0

A0327

Via huiswerkbegeleiding

´t Scharnier investeren

Stad en OCMW in

bijkomende zorg en

begeleiding voor

kinderen en ouders uit

arme gezinnen. BI088000

administratieve



Investering

AP081 Gelijke onderwijskansen worden maximaal gestimuleerd

(flankerend onderwijsbeleid).

BDS16 Brugge is een onderwijsstad.


MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

2014 2015 2016


strategische nota




108.278 213.278 0 0 108.278 213.278 0 0 108.278 213.278 0 0

108.278 213.278 0 0 108.278 213.278 0 0 108.278 213.278 0 0

A0325

Het concept ´brede

school´ krijgt concreet

vorm. BI088000

administratieve


flankerend onderwijs 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0 0 25.000 0 0

A0326

Het Time out project

BLINK wordt voort

gezet. BI088000

administratieve



A0327

Via huiswerkbegeleiding

´t Scharnier investeren

Stad en OCMW in

bijkomende zorg en

begeleiding voor

kinderen en ouders uit

arme gezinnen. BI088000

administratieve



2017 2018 2019

MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

BDS16 Brugge is een onderwijsstad.

AP081 Gelijke onderwijskansen worden maximaal gestimuleerd

(flankerend onderwijsbeleid).



strategische nota




204.417 127.757 0 12.000 204.417 127.202 0 2.750 204.417 154.220 0 13.500

60.000 14.000 0 0 60.000 14.000 0 0 60.000 14.000 0 10.000

A0330

Een strategisch veiligheids-

en preventieplan 2014-

2017 wordt opgemaakt en

geïmplementeerd. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 60.000 14.000 0 0 60.000 14.000 0 0 60.000 14.000 0 10.000

0 33.453 0 12.000 0 31.421 0 2.750 0 55.633 0 3.500

A0332

Acties m.b.t. fietsdiefstal

worden uitgebreid. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 13.553 0 12.000 0 13.521 0 2.750 0 35.733 0 3.500

A0333

Er komen acties m.b.t.

inbraak in woningen en

gebouwen. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 4.000 0 0 0 4.000 0 0 0 4.000 0 0

A0334

Er wordt een preventieve

aanpak uitgewerkt om de

uitgaansoverlast in te

perken. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 13.400 0 0 0 11.400 0 0 0 13.400 0 0

A0335

Burgers worden actief

betrokken in het

veiligheidsbeleid. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0


AP083 Er is een goed uitgebouwd preventiebeleid.

BDS17 Voor het bestuur is het belangrijk dat iedereen zich in Brugge

veilig voelt. Veiligheid is een basisrecht van alle Bruggelingen, het maakt

deel uit van leefbaarheid en levenskwaliteit.

MJP2014-2019 MJP2014-2019

AP082 Er wordt een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid gevoerd.

MJP2014-2019

2014 2015 2016


strategische nota




204.417 133.023 0 13.500 204.417 135.744 0 3.500 204.417 133.773 0 3.500

60.000 16.000 0 10.000 60.000 14.000 0 0 60.000 14.000 0 0

A0330

Een strategisch veiligheids-

en preventieplan 2014-

2017 wordt opgemaakt en

geïmplementeerd. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 60.000 16.000 0 10.000 60.000 14.000 0 0 60.000 14.000 0 0

0 32.852 0 3.500 0 37.565 0 3.500 0 35.586 0 3.500

A0332

Acties m.b.t. fietsdiefstal

worden uitgebreid. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 14.952 0 3.500 0 17.665 0 3.500 0 17.686 0 3.500

A0333

Er komen acties m.b.t.

inbraak in woningen en

gebouwen. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 4.000 0 0 0 4.000 0 0 0 4.000 0 0

A0334

Er wordt een preventieve

aanpak uitgewerkt om de

uitgaansoverlast in te

perken. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 11.400 0 0 0 13.400 0 0 0 11.400 0 0

A0335

Burgers worden actief

betrokken in het

veiligheidsbeleid. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0 0 2.500 0 0

MJP2014-2019

2019


AP082 Er wordt een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid gevoerd.

AP083 Er is een goed uitgebouwd preventiebeleid.

MJP2014-2019 MJP2014-2019

2017 2018


BDS17 Voor het bestuur is het belangrijk dat iedereen zich in Brugge

veilig voelt. Veiligheid is een basisrecht van alle Bruggelingen, het maakt

deel uit van leefbaarheid en levenskwaliteit.


strategische nota




144.417 5.232 0 0 144.417 5.435 0 0 144.417 6.942 0 0

A0336

Het Brugs bestuur wil de

toepassing van

bestuurlijke maatregelen

i.k.v. het lokaal

handhavingsbeleid zeer

specfiek hanteren. De zgn.

GAS-boetes blijven

beperkt tot duidelijk

omschreven inbreuken

zoals bijvoorbeeld

sluikstorten en

wildplassen. BI048000

bestuurlijke preventie

(incl. GAS) 20.000 102 0 0 20.000 105 0 0 20.000 107 0 0

A0338

Stad Brugge helpt mee

aan de uitvoering van

gerechtelijke straffen,

onder andere door het

aanbieden van

werkstraffen en het

ondersteunen van een

werkvloerproject. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 124.417 5.130 0 0 124.417 5.330 0 0 124.417 6.835 0 0

0 75.072 0 0 0 76.346 0 0 0 77.645 0 0

A0341

Een stedelijk

veiligheidscoördinator

zorgt voor een betere

afstemming en


politie en de andere

stadsdiensten. Deze


neemt ook de rol van

noodplanningsambtenaar

op zich. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 75.072 0 0 0 76.346 0 0 0 77.645 0 0

MJP2014-2019

2014 2015 2016

MJP2014-2019

Exploitatie

AP084 Er is een uitgebouwd vervolgingsbeleid (afspraken Parket,

bestuurlijke maatregelen (GAS, retributies, belastingen).

MJP2014-2019


AP085 Er wordt een integrale en geïntegreerde nood- en

interventieplanning uitgewerkt.


strategische nota




144.417 5.450 0 0 144.417 5.458 0 0 144.417 5.466 0 0

A0336

Het Brugs bestuur wil de

toepassing van

bestuurlijke maatregelen

i.k.v. het lokaal

handhavingsbeleid zeer

specfiek hanteren. De zgn.

GAS-boetes blijven

beperkt tot duidelijk

omschreven inbreuken

zoals bijvoorbeeld

sluikstorten en

wildplassen. BI048000

bestuurlijke preventie

(incl. GAS) 20.000 110 0 0 20.000 113 0 0 20.000 116 0 0

A0338

Stad Brugge helpt mee

aan de uitvoering van

gerechtelijke straffen,

onder andere door het

aanbieden van

werkstraffen en het

ondersteunen van een

werkvloerproject. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 124.417 5.340 0 0 124.417 5.345 0 0 124.417 5.350 0 0

0 78.721 0 0 0 78.721 0 0 0 78.721 0 0

A0341

Een stedelijk


zorgt voor een betere

afstemming en


politie en de andere

stadsdiensten. Deze


neemt ook de rol van

noodplanningsambtenaar

op zich. BI049000

overige elementen

van openbare orde

en veiligheid

(preventie) 0 78.721 0 0 0 78.721 0 0 0 78.721 0 0

AP084 Er is een uitgebouwd vervolgingsbeleid (afspraken Parket,

bestuurlijke maatregelen (GAS, retributies, belastingen).

2017 2018 2019

MJP2014-2019


MJP2014-2019MJP2014-2019

AP085 Er wordt een integrale en geïntegreerde nood- en

interventieplanning uitgewerkt.


strategische nota



Meer uitleg

cf. blz. 5 MJP2014-2019


11.000.000 11.127.261 11.000.000 11.531.253 11.000.000 10.592.158 23.000.000 10.501.940 23.000.000 11.283.047 23.000.000 12.138.666

A0006

Er is een actief en


beleggings- en


financiële

aangelegenheden 11.000.000 11.127.261 11.000.000 11.531.253 11.000.000 10.592.158 23.000.000 10.501.940 23.000.000 11.283.047 23.000.000 12.138.666

MJP2014-2019


0 16.503 0 17.327 0 18.192 0 19.100 0 20.053 0 21.054

A0186


voor Jongerencultuur "Het

Entrepot" wordt voort

ondersteund. BI004000

transacties in

verband met de

openbare schuld 16.503 17.327 18.192 19.100 20.053 21.054

A0186


voor Jongerencultuur "Het

Entrepot" wordt voort

ondersteund. BI075001 jeugd 16.503 17.327 18.192 19.100 20.053 21.054

MJP2014-2019MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

Liquiditeit

2014 2015 2016 2017 2018 2019

Liquiditeit Liquiditeit Liquiditeit Liquiditeit Liquiditeit


termijn.



MJP2014-2019 MJP2014-2019 MJP2014-2019

Liquiditeit Liquiditeit Liquiditeit

MJP2014-2019

2014 2015 2016 2017 2018 2019

MJP2014-2019




Liquiditeit Liquiditeit Liquiditeit


strategische nota


Rapportgegevens:

Type beleidsrapport: Meerjarenplan 2014-2019. Financiële nota. Financieel

doelstellingenplan M1-schema.







84

Meerjarenplan 2014-2019. Financiële nota. Financieel doelstellingenplan M1-schema.

Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo

14.544.227 184.011.491 169.467.264 15.145.261 187.345.072 172.199.811 14.392.014 194.338.508 179.946.494

0 Prioritaire beleidsdoelstellingen 13.844.753 13.102.719 -742.034 14.413.116 13.102.842 -1.310.274 13.659.869 13.102.972 -556.897

0 Exploitatie 2.700.989 2.102.719 -598.270 2.864.536 2.102.842 -761.694 3.049.519 2.102.972 -946.547

0 Investeringen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 Andere 11.143.764 11.000.000 -143.764 11.548.580 11.000.000 -548.580 10.610.350 11.000.000 389.650

0 Overig beleid 699.474 170.908.772 170.209.298 732.145 174.242.231 173.510.086 732.145 181.235.536 180.503.391

0 Exploitatie 683.140 170.509.472 169.826.332 683.140 174.242.231 173.559.091 683.140 181.235.536 180.552.396

0 Investeringen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 Andere 16.334 399.300 382.966 49.005 0 -49.005 49.005 0 -49.005

93.875.025 20.467.269 -73.407.756 96.372.741 30.770.692 -65.602.048 94.792.572 23.321.276 -71.471.295

0 Prioritaire beleidsdoelstellingen 6.581.380 310.912 -6.270.468 6.120.249 5.000 -6.115.249 5.380.273 0 -5.380.273

0 Exploitatie 3.266.380 310.912 -2.955.468 3.037.749 5.000 -3.032.749 2.942.773 0 -2.942.773

0 Investeringen 3.315.000 0 -3.315.000 3.082.500 0 -3.082.500 2.437.500 0 -2.437.500

0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 Overig beleid 87.293.645 20.156.357 -67.137.288 90.252.492 30.765.692 -59.486.799 89.412.298 23.321.276 -66.091.022

0 Exploitatie 74.634.582 13.521.996 -61.112.586 76.737.003 13.655.567 -63.081.435 78.685.828 13.842.637 -64.843.191

0 Investeringen 12.659.063 6.391.750 -6.267.313 13.515.489 16.867.514 3.352.025 10.726.470 9.236.028 -1.490.442

0 Andere 0 242.611 242.611 0 242.611 242.611 0 242.611 242.611

51.990.200 12.746.566 -39.243.634 53.519.364 15.092.036 -38.427.328 54.304.564 12.479.736 -41.824.828

0 Prioritaire beleidsdoelstellingen 2.103.917 100.000 -2.003.917 1.089.307 100.000 -989.307 1.515.990 100.000 -1.415.990

0 Exploitatie 817.153 100.000 -717.153 778.982 100.000 -678.982 846.990 100.000 -746.990

0 Investeringen 1.286.764 0 -1.286.764 310.325 0 -310.325 669.000 0 -669.000

0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 Overig beleid 49.886.284 12.646.566 -37.239.717 52.430.057 14.992.036 -37.438.021 52.788.574 12.379.736 -40.408.838

0 Exploitatie 35.095.575 10.641.846 -24.453.729 35.907.604 10.693.983 -25.213.621 35.880.032 10.792.881 -25.087.150

0 Investeringen 14.790.709 1.169.835 -13.620.874 16.522.453 3.463.168 -13.059.285 16.908.543 751.970 -16.156.573

0 Andere 0 834.885 834.885 0 834.885 834.885 0 834.885 834.885

66.687.223 29.399.647 -37.287.576 66.762.671 27.516.861 -39.245.810 66.894.741 27.509.917 -39.384.824

0 Prioritaire beleidsdoelstellingen 1.624.827 681.056 -943.771 2.463.762 1.410.056 -1.053.706 1.764.716 701.256 -1.063.460

0 Exploitatie 1.612.827 681.056 -931.771 1.656.012 690.056 -965.956 1.726.216 701.256 -1.024.960

0 Investeringen 12.000 0 -12.000 807.750 720.000 -87.750 38.500 0 -38.500

0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 Overig beleid 65.062.396 28.718.591 -36.343.805 64.298.909 26.106.805 -38.192.104 65.130.025 26.808.661 -38.321.364

0 Exploitatie 61.448.015 26.472.425 -34.975.590 62.024.065 26.106.805 -35.917.260 64.205.344 26.808.661 -37.396.683

0 Investeringen 3.614.381 2.246.166 -1.368.215 2.274.844 0 -2.274.844 924.681 0 -924.681

0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 0

51.339.818 13.530.975 -37.808.843 48.392.819 14.029.682 -34.363.137 50.212.376 13.561.499 -36.650.877

0 Prioritaire beleidsdoelstellingen 12.162.882 2.306.977 -9.855.905 11.134.730 2.746.563 -8.388.167 13.521.472 2.347.939 -11.173.533

0 Exploitatie 8.952.856 2.290.474 -6.662.382 8.341.714 2.729.236 -5.612.478 9.132.057 2.329.747 -6.802.309

0 Investeringen 3.210.026 0 -3.210.026 2.793.016 0 -2.793.016 4.389.416 0 -4.389.416

0 Andere 0 16.503 16.503 0 17.327 17.327 0 18.192 18.192

0 Overig beleid 39.176.936 11.223.998 -27.952.938 37.258.089 11.283.119 -25.974.970 36.690.904 11.213.560 -25.477.344

0 Exploitatie 33.592.350 11.223.998 -22.368.352 34.652.040 11.283.119 -23.368.921 35.129.680 11.213.560 -23.916.120

0 Investeringen 5.584.586 0 -5.584.586 2.606.049 0 -2.606.049 1.561.224 0 -1.561.224

0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 0

TOTALEN 278.436.493 260.155.948 -18.280.545 280.192.856 274.754.345 -5.438.511 280.596.267 271.210.936 -9.385.331

Exploitatie 222.803.866 237.854.898 15.051.032 226.682.845 241.608.840 14.925.995 232.281.578 249.127.250 16.845.672

Investeringen 44.472.529 9.807.751 -34.664.778 41.912.426 21.050.682 -20.861.744 37.655.333 9.987.998 -27.667.336

Andere 11.160.099 12.493.299 1.333.200 11.597.585 12.094.823 497.238 10.659.355 12.095.688 1.436.333

Algemene financiering

Algemeen bestuur

Bouwen, wonen, ondernemen en openbaar domein

Leven en Welzijn

Cultuur, toerisme en vrije tijd

2014 2015 2016

Stad Brugge - Meerjarenplan 2014-2019. Financiële nota.

Financieel doelstellingenplan M1-schema.

Volgnummer laatste inschrijving: TK: 312620 - VK: 313000. 85

Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo

14.524.336 214.241.260 199.716.924 15.975.917 221.983.685 206.007.768 17.527.537 227.883.470 210.355.933

0 Prioritaire beleidsdoelstellingen 13.792.191 25.103.109 11.310.918 15.243.772 25.103.253 9.859.481 16.795.392 25.103.303 8.307.911

0 Exploitatie 3.271.151 2.103.109 -1.168.042 3.940.671 2.103.253 -1.837.418 4.635.672 2.103.303 -2.532.369

0 Investeringen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 Andere 10.521.040 23.000.000 12.478.960 11.303.100 23.000.000 11.696.900 12.159.720 23.000.000 10.840.280

0 Overig beleid 732.145 189.138.151 188.406.007 732.145 196.880.432 196.148.287 732.145 202.780.167 202.048.022

0 Exploitatie 683.140 189.138.151 188.455.011 683.140 196.880.432 196.197.292 683.140 202.780.167 202.097.027

0 Investeringen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 Andere 49.005 0 -49.005 49.005 0 -49.005 49.005 0 -49.005

102.576.808 17.764.812 -84.811.996 96.528.012 15.755.841 -80.772.170 93.423.042 22.676.782 -70.746.261

0 Prioritaire beleidsdoelstellingen 4.093.773 0 -4.093.773 3.679.201 0 -3.679.201 3.870.754 0 -3.870.754

0 Exploitatie 2.931.273 0 -2.931.273 2.750.701 0 -2.750.701 2.732.254 0 -2.732.254

0 Investeringen 1.162.500 0 -1.162.500 928.500 0 -928.500 1.138.500 0 -1.138.500

0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 Overig beleid 98.483.035 17.764.812 -80.718.223 92.848.811 15.755.841 -77.092.970 89.552.289 22.676.782 -66.875.507

0 Exploitatie 80.741.403 14.030.790 -66.710.613 82.868.582 14.225.230 -68.643.352 84.835.379 14.426.171 -70.409.208

0 Investeringen 17.741.632 3.491.411 -14.250.221 9.980.229 1.288.000 -8.692.229 4.716.910 8.008.000 3.291.090

0 Andere 0 242.611 242.611 0 242.611 242.611 0 242.611 242.611

55.452.786 12.481.939 -42.970.847 50.841.985 11.737.256 -39.104.730 51.035.428 11.739.527 -39.295.900

0 Prioritaire beleidsdoelstellingen 1.494.740 100.000 -1.394.740 1.432.122 100.000 -1.332.122 905.633 100.000 -805.633

0 Exploitatie 849.615 100.000 -749.615 847.122 100.000 -747.122 844.633 100.000 -744.633

0 Investeringen 645.125 0 -645.125 585.000 0 -585.000 61.000 0 -61.000

0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 Overig beleid 53.958.046 12.381.939 -41.576.108 49.409.864 11.637.256 -37.772.608 50.129.795 11.639.527 -38.490.268

0 Exploitatie 36.471.514 10.795.084 -25.676.430 37.072.864 10.797.371 -26.275.493 37.554.195 10.799.642 -26.754.553

0 Investeringen 17.486.533 751.970 -16.734.563 12.337.000 5.000 -12.332.000 12.575.600 5.000 -12.570.600

0 Andere 0 834.885 834.885 0 834.885 834.885 0 834.885 834.885

68.751.426 28.239.788 -40.511.638 71.985.462 28.992.703 -42.992.760 72.936.089 29.764.631 -43.171.458

0 Prioritaire beleidsdoelstellingen 1.802.127 702.056 -1.100.071 1.824.639 707.056 -1.117.583 1.807.844 702.256 -1.105.588

0 Exploitatie 1.763.627 702.056 -1.061.571 1.796.139 707.056 -1.089.083 1.779.344 702.256 -1.077.088

0 Investeringen 38.500 0 -38.500 28.500 0 -28.500 28.500 0 -28.500

0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 Overig beleid 66.949.299 27.537.732 -39.411.566 70.160.824 28.285.647 -41.875.177 71.128.245 29.062.375 -42.065.871

0 Exploitatie 66.430.449 27.537.732 -38.892.716 68.675.843 28.285.647 -40.390.196 70.692.549 29.062.375 -41.630.175

0 Investeringen 518.850 0 -518.850 1.484.981 0 -1.484.981 435.696 0 -435.696

0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 0

52.587.985 13.337.918 -39.250.068 51.008.447 13.595.276 -37.413.171 50.340.694 14.036.286 -36.304.408

0 Prioritaire beleidsdoelstellingen 13.348.551 2.182.690 -11.165.861 12.817.775 2.434.690 -10.383.086 12.333.863 2.077.830 -10.256.033

0 Exploitatie 9.289.751 2.163.590 -7.126.161 9.161.275 2.414.637 -6.746.639 8.680.963 2.056.776 -6.624.187

0 Investeringen 4.058.800 0 -4.058.800 3.656.500 0 -3.656.500 3.652.900 0 -3.652.900

0 Andere 0 19.100 19.100 0 20.053 20.053 0 21.054 21.054

0 Overig beleid 39.239.434 11.155.228 -28.084.206 38.190.672 11.160.586 -27.030.086 38.006.831 11.958.456 -26.048.375

0 Exploitatie 35.777.984 11.155.228 -24.622.756 36.178.090 11.160.586 -25.017.504 36.681.586 11.958.456 -24.723.130

0 Investeringen 3.461.450 0 -3.461.450 2.012.582 0 -2.012.582 1.325.245 0 -1.325.245

0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 0

TOTALEN 293.893.341 286.065.717 -7.827.625 286.339.823 292.064.761 5.724.937 285.262.790 306.100.696 20.837.906

Exploitatie 238.209.906 257.725.740 19.515.834 243.974.426 266.674.212 22.699.785 249.119.714 273.989.146 24.869.432

Investeringen 45.113.390 4.243.381 -40.870.009 31.013.292 1.293.000 -29.720.292 23.934.351 8.013.000 -15.921.351

Andere 10.570.045 24.096.596 13.526.551 11.352.105 24.097.549 12.745.444 12.208.725 24.098.550 11.889.825

Cultuur, toerisme en vrije tijd

2017 2018 2019

Algemene financiering

Algemeen bestuur

Bouwen, wonen, ondernemen en openbaar domein

Leven en Welzijn

Stad Brugge - Meerjarenplan 2014-2019. Financiële nota.

Financieel doelstellingenplan M1-schema.


Rapportgegevens:

Type beleidsrapport: Meerjarenplan 2014-2019. Financiële nota. Financieel evenwicht

M2-schema.







87

Meerjarenplan 2014-2019. Financiële nota. De staat van het financiële evenwicht M2-schema.

Resultaat op kasbasis 2014 2015 2016 2017 2018 2019

I. Exploitatie (B-A) 15.051.032 14.925.995 16.845.672 19.515.834 22.699.785 24.869.432A. Uitgaven 222.803.866 226.682.845 232.281.578 238.209.906 243.974.426 249.119.714

B. Ontvangsten 237.854.898 241.608.840 249.127.250 257.725.740 266.674.212 273.989.146

1.a. Belastingen en boetes 94.923.157 95.789.090 97.081.094 98.394.180 99.725.630 101.077.536

1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 0 0 0 0 0 0

1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 0 0 0 0 0 0

2. Overige 142.931.741 145.819.750 152.046.156 159.331.560 166.948.582 172.911.610

II. Investeringen (B-A) -34.664.778 -20.861.744 -27.667.336 -40.870.009 -29.720.292 -15.921.351A. Uitgaven 44.472.529 41.912.426 37.655.333 45.113.390 31.013.292 23.934.351

B. Ontvangsten 9.807.751 21.050.682 9.987.998 4.243.381 1.293.000 8.013.000

III. Andere (B-A) 1.333.200 497.238 1.436.333 13.526.551 12.745.444 11.889.825A. Uitgaven 11.160.099 11.597.585 10.659.355 10.570.045 11.352.105 12.208.725

1. Aflossing financiële schulden 11.160.099 11.597.585 10.659.355 10.570.045 11.352.105 12.208.725

a. Periodieke aflossingen 11.160.099 11.597.585 10.659.355 10.570.045 11.352.105 12.208.725

b. Niet-periodieke aflossingen 0 0 0 0 0 0

2. Toegestane leningen 0 0 0 0 0 0

3. Overige transacties 0 0 0 0 0 0

B. Ontvangsten 12.493.299 12.094.823 12.095.688 24.096.596 24.097.549 24.098.550

1. Op te nemen leningen en leasings 11.399.300 11.000.000 11.000.000 23.000.000 23.000.000 23.000.000

2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 1.093.999 1.094.823 1.095.688 1.096.596 1.097.549 1.098.550

a. Periodieke terugvorderingen 1.093.999 1.094.823 1.095.688 1.096.596 1.097.549 1.098.550

b. Niet-periodieke terugvorderingen 0 0 0 0 0 0

3. Overige transacties 0 0 0 0 0 0

IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) -18.280.545 -5.438.511 -9.385.331 -7.827.625 5.724.937 20.837.906

V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar 102.079.531 83.798.986 78.360.475 68.975.144 61.147.519 66.872.457

VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV + V) 83.798.986 78.360.475 68.975.144 61.147.519 66.872.457 87.710.363

VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 59.020.974 57.020.974 57.020.974 57.020.974 57.020.974 57.020.974A. Bestemde gelden voor de exploitatie 6.861.552 4.861.552 4.861.552 4.861.552 4.861.552 4.861.552

B. Bestemde gelden voor investeringen 52.159.422 52.159.422 52.159.422 52.159.422 52.159.422 52.159.422

C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen 0 0 0 0 0 0

VIII. Resultaat op kasbasis (VI - VII) 24.778.012 21.339.501 11.954.170 4.126.545 9.851.483 30.689.389

Stad Brugge - Meerjarenplan 2014-2019. Financiële nota. De staat van het financieel evenwicht M2 schema.

Volgnummer laatste inschrijving: TK: 312620 - VK: 313000.

88

Autofinancieringsmarge 2014 2015 2016 2017 2018 2019

I. Financieel draagvlak (A - B) 17.754.398 17.804.792 19.909.452 22.801.246 26.654.718 29.519.365A. Exploitatieontvangsten 237.854.898 241.608.840 249.127.250 257.725.740 266.674.212 273.989.146

B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) 220.100.500 223.804.048 229.217.798 234.924.494 240.019.493 244.469.781

1. Exploitatie-uitgaven 222.803.866 226.682.845 232.281.578 238.209.906 243.974.426 249.119.714

2. Nettokosten van de schulden 2.703.365 2.878.797 3.063.780 3.285.412 3.954.933 4.649.933

II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) 12.769.465 13.381.559 12.627.447 12.758.861 14.209.489 15.760.108A. Netto-aflossingen van schulden 10.066.100 10.502.762 9.563.667 9.473.449 10.254.556 11.110.175

B. Nettokosten van schulden 2.703.365 2.878.797 3.063.780 3.285.412 3.954.933 4.649.933

Autofinancieringsmarge (I-II) 4.984.933 4.423.233 7.282.005 10.042.384 12.445.229 13.759.257

Stad Brugge - Meerjarenplan 2014-2019. Financiële nota. De staat van het financieel evenwicht M2 schema.

Volgnummer laatste inschrijving: TK: 312620 - VK: 313000.

89

Stad Brugge – Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Volgnummer laatste inschrijving: TK: 312620 – VK: 313000

Rapportgegevens:

Type beleidsrapport: Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan.







90


��

De toelichting hoort bij de financiële nota van het meerjarenplan 2014-2019.

Deze toelichting bestaat uit volgende onderdelen:

1. Een cijfermatige duiding van het meerjarenplan aan de hand van deze wettelijke rapporten.

2. Tabel financieel evenwicht die als leidraad tijdens de budgetbesprekingen werd gebruikt.

Algemene opmerking:

De budgetten zijn ingegeven tot op de eurocent. De rapporten worden echter verwacht

afgerond naar euro-niveau. Dit kan hier en daar in de totalisering leiden naar afwijkingen, te

wijten aan afrondingsverschillen. (In de digitale vorm kunt u het exacte bedrag achterliggend in

de rapporten nazien.)

Als u tijdens het lezen van deze toelichting meer info wenst over bepaalde BBC-

terminologie kunt u de bundel 'Extra info voor de raadsleden' raadplegen op blz. 283.

91


��

��

��

De stad heeft bij de opmaak van het meerjarenplan 2014-2019 gewaakt over een gezond evenwicht

tussen noodzakelijke besparingen en toekomstgerichte investeringen.

In dit hoofdstuk geven we een cijfermatige toelichting bij de financiële nota van het meerjarenplan,

waarbij we vooral vertrekken vanuit het M2-schema.

1 Berekening gecumuleerd budgettair resultaat 2013 Om te starten met het meerjarenplan moeten we een raming maken van het resultaat 2013. Het

boekjaar 2013 wordt nog volgens de Nieuwe Gemeentelijke Boekhouding opgemaakt en het

geraamd resultaat moet naar het BBC-systeem omgezet worden. Dit gecumuleerd budgettair

resultaat is te vergelijken met het werkkapitaal: dit zijn middelen die we op het einde van het jaar in

kas hebben, vermeerderd met uitstaande vorderingen op de burgers, andere overheden,… (bvb.

openstaande belastingkohieren of nog niet betaalde facturen ambulancevervoer) en verminderd met

nog niet betaalde facturen aan onze leveranciers. Hieronder de berekening van het geraamd

gecumuleerd budgettair resultaat 2013:

92


Dit zeer technisch schema zullen we hieronder per rubriek uitleggen.

• Begrotingsresultaat 2012 (a): dit is te vinden in de jaarrekening 2012. Dit cijfer is dus exact

gekend en kan niet meer veranderen.

• Geraamd gecumuleerd begrotingsresultaat 2013 (b): dit is gebaseerd op de budgetwijziging

2013 nr.2 en is dus een raming. Een kritische lezer zal zien dat het geraamd gecumuleerd

begrotingsresultaat 2013 niet overeenstemt met het geraamd algemeen begrotingsresultaat.

Dit is te verklaren doordat de overboekingen tussen gewone en buitengewone dienst niet

mogen meegeteld worden. Ook gaan we ervan uit dat het budget 2013 (na de laatste

budgetwijziging 2013) volledig wordt gerealiseerd voor zowel ontvangsten als voor uitgaven.

De realiteit leert dat dit niet zo is, maar de realisatiegraad kan pas na 31/12/2013 bepaald

worden. Om veiligheidsredenen gaan we uit van 100% realisatiegraad. We hebben wel bij

Gewone

dienst

Buitengewone

dienst

Boekhoudkundig resultaat 2012 26.781.892 28.390.961

Openstaande vastleggingen per 31/12/2012 (Formulier T) -17.379.933 -43.854.969

Begrotingsresultaat 2012 (a) 9.401.959 -15.464.008 (1)

Geraamde ontvangsten budget 2013 (eigen jaar) 232.280.562 26.362.561

Geraamde ontvangsten budget 2013 (vorige jaren - nieuw krediet) 14.961.569 13.788.704

Geraamde uitgaven budget 2013 (eigen jaar) -232.002.278 -38.450.729

Geraamde uitgaven budget 2013 (vorige jaren - nieuw krediet) -1.772.291 -1.404.839

Overboekingen uit (+) en naar (-) reservefondsen en voorzieningen 2.822.629 2.100.000

Geraamd begrotingsresultaat 2013 16.290.191 2.395.697 (2)

Geraamd gecumuleerd begrotingsresultaat 2013 (b) 25.692.150 -13.068.311 (3)=(1)+(2)

Raming openstaande vastleggingen per 31/12/2013 ( c ) 17.379.933 43.854.969 (4)

Geraamd gecumuleerd boekhoudkundig resultaat 2013 (d) 43.072.083 30.786.658 (5)=(3)+(4)

Gewone reservefondsen (saldo per 31/12/2013) 34.407.507

Buitengewone reservefondsen (saldo per 31/12/2013) 11.394.334

Voorzieningen (saldo per 31/12/2013)

Fondsen en voorzieningen ( e ) 34.407.507 11.394.334 (6)

Geraamd boekhoudkundig resultaat, fondsen en voorzieningen 2013 (f) 77.479.591 42.180.992 (7)=(5)+(6)

27041 Subsidies in kapitaal hogere overheden

27045 Gestorte subsidies in kapitaal hogere overheden (-)

27061 Subsidies in kapitaal andere overheidsinstellingen

27065 Gestorte subsidies in kapitaal andere overheidsinstellingen (-)

Raming LT-gedeelte van openstaande vorderingen (groep 27) 0 0 (8)

41303 Op te nemen leningen 17.581.052

41304 Op te nemen leasing41306 Te ontvangen openbare leningen

Raming op te nemen leningen, leasing, ... enz. (groep 41) (g) 0 17.581.052 (9)

17700 Diverse schulden > 1 jaar

17800 Borgtochten op meer dan één jaar ontvangen in contanten

Raming LT-gedeelte van openstaande aanrekeningen 0 0 (10)

Geraamd gecumuleerde budgettaire resultaat vorig jaar (2013) (h) 77.479.591 24.599.940 (11)=(7)-(8)-(9)+(10)

102.079.531

93


de opmaak van budgetwijziging 2 2013 bij de buitengewone dienst een aantal investeringen

geschrapt die in 2013 niet meer kunnen uitgevoerd worden.

• Raming openstaande vastleggingen per 31/12/2013 ( c ): De nieuwe gemeentelijke

boekhouding werkt op vastleggingsbasis: hierbij wordt het bedrag van de gunning of

bestelling ingeschreven, ongeacht het jaar van de uitvoering. Het niet uitgevoerd deel van

de uitgave wordt elk jaar opgenomen in het zgn. T-formulier, zodat het niet uitgevoerd deel

verder kan betaald worden. Dit T-formulier (alhoewel) elk jaar voorgelegd aan het college

komt niet zichtbaar tot uiting in de boekhouding. Vooral investeringsuitgaven kunnen jaren

ver overgedragen worden. Met de invoering van de beleids- en beheerscyclus vervalt dit

T-formulier. Uiteraard moeten de openstaande vastleggingen nog steeds betaald worden.

Daarom moeten deze vastleggingen opgenomen worden in het budget 2014 of later als

transactiekrediet. Een raming van de openstaande vastleggingen eind 2013 maken is niet

evident. Daarom hebben we de openstaande vastleggingen van eind 2012 overgenomen.

Het is dus goed mogelijk dat de werkelijke openstaande vastleggingen een stuk lager liggen.

Indien dit zo is, heeft dit een positieve invloed op het meerjarenplan.

Deze openstaande vastleggingen worden hernomen in het meerjarenplan als volgt:

o exploitatie/gewone dienst: geen inbreng, vermits we verwachten dat eind 2014

hetzelfde effect zal spelen

o investeringen/buitengewone dienst: volledige inbreng, met spreiding als volgt:

Deze spreiding is voorlopig. Indien we de echte openstaande vastleggingen kennen (ook in

de gewone dienst) zullen we de uitgaven met een technische budgetwijziging op de juiste

posten zetten. Deze werkwijze is tot stand gekomen in overleg met het toezicht.

• Geraamd gecumuleerd boekhoudkundig resultaat 2013 (d): dit is de som van het geraamd

gecumuleerd begrotingsresultaat en de raming openstaande vastleggingen per 31/12/13.

• Raming reservefondsen en voorzieningen per 31/12/13 ( e ): dit is de som van de gewone

en buitengewone reservefondsen. Ook hier zal het exact cijfer pas na 31/12/2013 gekend

zijn.

• Geraamd boekhoudkundig resultaat, fondsen en voorzieningen 2013 (f): dit is het geraamd

gecumuleerd boekhoudkundig resultaat, vermeerderd met de reserves.

Benaming actie rekening vk 2014 2015 2016 2017 2018 2019

ALGEMEEN BESTUUR RB079000 66410000 3.364.811 3.364.811 3.364.811

EIGENDOMMEN RB011905 66410000 1.134.260 1.134.260 1.134.260

BRANDWEER RB041000 23000000 305.686 305.686 305.686

WEGENDIENST RB020002 22400700 15.766.125 5.766.125 2.679.073 1.087.052 1.000.000 1.000.000

ELECTRO-MECHANICA RB011907 23000000 3.464.126 1.464.126 464.126 1.000.000

WAGENPARK RB011909 24030000 77.010 77.010 77.010

GEBOUWENDIENST RB011908 22142000 11.446.952 11.446.952 1.126.025 5.320.927 5.000.000

MONUMENTENZORG EN URBANISATIE RB072000 66420000 577.012 577.012 577.012

BIBLIOTHEKEN RB070300 23000000 95.046 95.046 95.046

JEUGDDIENST RB075001 22170700 265.708 265.708 265.708

MUSEA: ALGEMENE ADMINISTRATIE RB070000 23000000 36.052 36.052 36.052

MUSEA BEELDENDE KUNSTEN RB070001 22132000 181.764 181.764 181.764

BRUGGEMUSEUM RB070002 22132000 78.800 78.800 78.800

MUSEA SOCIALE GESCHIEDENIS RB070004 22132000 63.286 63.286 63.286

STEDENBELEID RB011911 66410000 1.542.741 1.542.741 1.542.741

BEGRAAFPLAATSEN RB099000 22010000 414.893 414.893 202.870 212.023

GROENDIENST RB068000 22010000 4.084.011 4.084.011 4.084.011

SPORTDIENST RB074000 22132000 407.939 407.939 407.939

INFORMATICADIENST RB011906 24020000 548.747 548.747 548.747

totaal 43.854.969 31.854.969 1.854.969 5.000.000 8.000.000 14.000.000 2.000.000 1.000.000

overdracht van vorig jaar 13.854.969 14.000.000 17.000.000 20.000.000 8.000.000 7.000.000

overdracht naar volgend jaar 12.000.000 9.000.000 9.000.000 6.000.000 6.000.000 6.000.000

verschil 1.854.969 5.000.000 8.000.000 14.000.000 2.000.000 1.000.000

94


• Raming nog op te nemen leningen (g): dit zijn leningen die (voorzien in het budget) nog niet

opgenomen zijn per 31/12/13 (m.a.w. het geld van die lening staat op die dag nog niet op

onze bankrekening). Dit is zeer moeilijk in te schatten, vermits het moment van de bestelling

afhangt van het bedrag van de aangerekende investeringen (zie openstaande vastleggingen

hierboven) en de evolutie van de rentemarkten. Daarom is het bedrag van op te nemen

leningen zeer hoog ingeschat o.m. op basis van de openstaande vastleggingen buitengewone

dienst. Het is niet verplicht om alle openstaande leningen daadwerkelijk op te nemen. Als

het kasresultaat het toelaat kan minder geleend worden (heeft een gunstig effect op de

autofinancieringsmarge). In de algemene boekhouding is in de vorige jaren geen bedrag van

op te nemen leningen opgenomen, vermits deze leningen met de eerste budgetwijziging in

de rubriek ontvangsten vorige dienstjaren worden opgenomen.

• Geraamd gecumuleerde budgettaire resultaat vorig jaar (2013) (h): dit is het eindsaldo.

Deze bedraagt (nogmaals: raming!) 102.079.531 euro. Dit bedrag ligt in de lijn van het netto-

werkkapitaal van de vorige boekjaren. Hieronder de bedragen van de jaren 2007-2012:

jaar netto-werkkapitaal

2007 91.232.968

2008 107.573.533

2009 98.823.300

2010 115.750.089

2011 109.331.224

2012 106.654.436

2 Exploitatie Hier bespreken we de belangrijkste soorten uitgaven en ontvangsten volgens de soort. De

inhoudelijke zaken achter deze posten vindt u terug in de strategische nota (cf. blz. 4). (Dit geldt ook

voor de investeringen.)

2.1 Uitgaven

Om de uitgaven te beperken zocht de stad naar efficiëntiewinsten in de dagelijkse werking.

De globale uitgaven vindt u terug in de diverse wettelijke schema’s. We vertrekken hier terug vanuit

het M2-schema (staat van het financieel evenwicht – cf. blz. 87).

Globaal evolueren de uitgaven als volgt:

jaar bedrag

% verschil

vorig jaar

2014 222.803.866

2015 226.682.845 1,74%

2016 232.281.578 2,47%

2017 238.209.906 2,55%

2018 243.974.426 2,42%

2019 249.119.714 2,11% .

95


Deze uitgaven zijn als volgt onderverdeeld:

jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Totaal uitgaven 222.803.866 226.682.845 232.281.578 238.209.906 243.974.426 249.119.714

Goederen en

diensten

45.635.771 44.446.509 44.315.187 44.885.333 45.005.683 44.724.576

Bezoldigingen,

ed.

108.137.500 110.220.778 112.992.937 115.494.151 118.025.470 120.198.796

Toelagen 66.274.202 69.084.531 71.858.281 74.494.511 76.938.728 79.497.788

Financiële

uitgaven

2.756.393 2.931.027 3.115.174 3.335.911 4.004.546 4.698.553

2.1.1 Goederen en diensten

• Deze komen grosso modo overeen met de werkingskosten in de Nieuwe Gemeentelijke

Boekhouding.

• Voor meer detail over deze rubriek verwijzen we naar de toelichting bij het budget 2014.

2.1.2 Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

• Deze komen overeen met de economische groep “personeel” in de Nieuwe Gemeentelijke

Boekhouding. Let wel: hier zijn de loonkosten van het gesubsidieerd onderwijzend personeel

ook opgenomen.

• Het beleid heeft hierbij geopteerd om de vervanging van gepensioneerd personeel te

beperken. De stad garandeert dat de personeelsverminderingen worden opgevangen door

natuurlijke afvloeiingen. Vermits bij de opmaak van het meerjarenplan het nog niet mogelijk

was om te bepalen op welke beleidsitem deze personeelsbesparing moet gerealiseerd

worden, werd een correctieboeking uitgevoerd. Bij beleidsdomein algemene financiering

werd in de ontvangsten op rekening 74510000 volgende bedragen ingeschreven:

jaar bedrag

2014 4.346.468

2015 4.877.981

2016 8.171.517

2017 12.238.797

2018 16.039.166

2019 17.885.207

96


Hieronder de evolutie van de personeelskosten ten laste van de stad zoals ingegeven door de

personeelsdienst en de evolutie indien gepensioneerde werknemers niet worden vervangen:

beslist scenario budgetcommissie scenario 27 september 2013

uitgangspunten

wie met pensioen gaat in de periode 2014-2018 wordt niet extern vervangen, wel eventueel via

interne verschuivingen

2013: bestaande regel vervanging blijft geldig: motivatie vervanging + bijkomende motivatie

indien niet mogelijk via interne mobiliteit;

ook voor 2014-2018 worden alle vervangingen andere dan pensioenen volgens deze regel

behandeld

2014 2015 2016 2017 2018 2019

personeelsbudget

zoals ingegeven

door

personeelsdienst: 86.148.986 88.867.850 90.897.665 92.675.344 94.473.813 95.840.324

personeelskost,

indien niemand

wordt vervangen

2014-18 87.732.611 88.677.815 87.477.035 85.200.634 83.198.403 82.727.909

Van zodra bekend op welke beleidsitems personeelsbesparing kan gerealiseerd worden,

zullen de nodige aanpassingen gebeuren met een budget(wijziging). Hierbij zullen de

correcties bij de ontvangsten en de personeelsuitgaven verminderd worden.

• Bij de raming van de pensioenuitgaven statutair personeel werd uitgegaan van volgende

bijdragepercentages (werknemers- en werkgeversbijdrage samen):

jaar bijdrage%

2014 36,00%

2015 40,00%

2016 41,50%

2017 43,00%

2018 44,50%

2019 46,00%

Let wel: de bijdragepercentages vanaf 2017 zijn niet officieel meegedeeld door RSZPPO en

zijn gebaseerd op een inschatting van de VVSG.

97


Hieronder vindt u de voorziene pensioenbijdragen (enkel werkgeversbijdragen) in cijfers:

jaar

Werkgevers-

bijdragen voor de

tweede

pensioenpijler -

contractueel

personeel

Werkgevers-

bijdragen wettelijke

verzekeringen -

contractueel

personeel - aandeel

pensioen

Pensioenen -

responsa-

biliseringsbijdrage

Werkgevers-

bijdragen wettelijke

verzekeringen -

statutair personeel -

aandeel pensioen totaal

2014 576.466 2.773.904 1.275.000 5.429.171 10.054.541

2015 537.615 2.756.873 1.275.000 6.555.384 11.124.872

2016 548.780 2.811.542 1.275.000 7.072.831 11.708.153

2017 557.408 2.854.055 1.275.000 7.584.059 12.270.522

2018 565.976 2.896.416 1.275.000 8.102.177 12.839.568

2019 574.222 2.938.827 1.275.000 8.223.250 13.011.299

totaal mjp 3.360.467 17.031.616 7.650.000 42.966.873 71.008.956

Ondertussen worden de cijfers verder verfijnd door de personeelsdiensten en indien nodig aangepast met

een budgetwijziging. Vooral het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage is onzeker (hangt o.m. af van

benoemingspolitiek en de loopbaan bij vorige werkgevers,…).

De werknemersbijdragen (7,5% voor de statutairen) voor pensioenen zit vervat in de gewone

bezoldigingen.

• De evolutie van de personeelsaantallen vindt u in rapport TM1 (Personeel – blz. 141).

2.1.3 Toelagen

• Dit zijn de overdrachten van vroeger, grote posten zijn hierbij de toelagen aan het OCMW en

Politie.

• Hieronder een overzicht van de toelagen aan OCMW en Politie in het exploitatiebudget

jaar Politie OCMW

2007 17.672.000 17.479.440

2008 18.000.000 17.598.145

2009 20.000.000 18.979.440

2010 20.950.000 20.759.440

2011 20.950.000 21.842.350

2012 22.200.000 22.926.230

2013 23.500.000 24.898.640

2014 24.000.000 27.398.330

2015 25.250.000 28.598.330

2016 26.500.000 29.798.330

2017 27.750.000 30.998.330

2018 29.000.000 32.198.330

2019 30.250.000 33.398.330

Opmerkingen:

• de investeringstoelagen aan Politie en OCMW zijn hier niet opgenomen

• De bedragen tussen 2007 en 2012 zijn bedragen uit de rekeningen.

• Bedrag 2013 is na budgetwijziging 2.

98


Hieronder de toelagen met inbegrip van de investeringstoelagen:

jaar Politie OCMW

2007 17.672.000 17.500.000

2008 18.000.000 17.618.705

2009 20.000.000 19.000.000

2010 20.950.000 20.780.000

2011 20.950.000 21.900.000

2012 22.200.000 23.000.000

2013 24.859.575 25.000.000

2014 24.600.000 27.500.000

2015 25.250.000 28.700.000

2016 26.500.000 29.900.000

2017 27.750.000 31.100.000

2018 29.000.000 32.300.000

2019 30.250.000 33.500.000

2.1.4 Financieel

Dit zijn vooral de te betalen interesten, ook deze ten laste van derden die we kunnen terugvorderen.

De evolutie van de schulduitgaven vindt u in schema TM2 (de financiële schulden – blz. 161).

2.2 Ontvangsten

In het meerjarenplan heeft de stad haar ontvangsten verhoogd zonder een extra druk te leggen op

de Bruggeling.

Globaal evolueren de ontvangsten als volgt:

jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Totaal

ontvangsten 237.854.898 241.608.840 249.127.250 257.725.740 266.674.212 273.989.146

Werking 25.434.648 25.281.717 25.196.356 24.955.402 25.220.157 25.199.415

Belastingen en

boetes 94.923.157 95.789.090 97.081.094 98.394.180 99.725.630 101.077.536

Subsidies 110.673.682 113.638.456 119.824.047 127.325.381 134.651.912 140.609.539

Financiële

ontvangsten 6.823.412 6.899.577 7.025.753 7.050.777 7.076.512 7.102.656

2.2.1 Werking

Deze ontvangsten zijn de vergelijken met de prestatie-ontvangsten. Toegangsgelden musea is een

voorbeeld. Voor meer detail over deze ontvangsten verwijzen we naar de toelichting bij het budget

2014.

2.2.2 Belastingen en boetes

Een detail van de belastingontvangsten vindt u in het document fiscaliteit (blz. 155).

• Opcentiemen onroerende voorheffing

In de tabel in het document fiscaliteit zult u merken dat de geraamde ontvangsten uit de

onroerende voorheffing hoger ligt dan de raming in de vorige budgetten – eigen dienstjaar.

Dit is te verklaren doordat het bedrag “vorige dienstjaren” inbegrepen is in de huidige

raming. Op het moment van de opmaak van het meerjarenplan was de raming van de

Vlaamse Belastingdienst nog niet bekend. We kregen een brief in september van de Vlaamse

99


Belastingdienst hoe we onroerende voorheffing mogen ramen, nl. ontvangsten 2012 x

1,0404 x (aantal opcentiemen 2014/aantal opcentiemen 2012). Vermits de opcentiemen

niet wijzigen konden we volgende berekening toepassen: ontvangsten 2012 (toestand

september 2013) x 1,0404 of 47.475.948,74 x 1,0404 = 49.393.977 euro. In de volgende

jaren wordt deze ontvangst telkens met 1,5% verhoogd. Op 22 oktober 2013 (dus na

definitieve afsluiting budgetopmaak) ontvingen we van de Vlaamse Belastingdienst een brief

(dd. 17/10/13) met de definitieve raming van 48.769.840 euro. Deze raming is gebaseerd op

het doorgestort bedrag op 10 oktober 2013, vermeerderd met de compensatie voor

investeringen in materieel en outillage. Rekening houdend dat de Vlaamse Belastingdienst

de onroerende voorheffing tot vijf jaar terug kan inkohieren, volgen we deze doorstortingen

maandelijks op en passen de raming indien nodig aan met de volgende budgetwijziging. Ter

vergelijking: voor het dienstjaar 2012 hebben we 49.810.036 euro geboekt (zie toelichting

budgetwijziging 2013 nr. 2 blz. 4).

• Aanvullende personenbelasting

Ook hier was bij de budgetopmaak geen cijfer van FOD Financiën beschikbaar. Vanaf 2015

verhogen we de opbrengst met 1,5% per jaar.

Op het moment dat de cijfers van de aanvullende belastingen gekend zijn, passen we dit aan met een

volgende budgetwijziging.

2.2.3 Subsidies

De belangrijkste posten zijn:

• Gemeentefonds: hiervan hebben we ramingen van Binnenlands Bestuur overgenomen.

• Toelagen voor het onderwijzend personeel.

• Stedenfonds.

2.2.4 Financiële ontvangsten

Dit zijn o.m. de terugvordering van interesten van leningen en dividenden (van Eandis, FINIWO, …).

100


3 Investeringen

3.1 Uitgaven

Hieronder een overzichtstabel van de investeringen:

Jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Plannen en studies 1.014.600 438.000 296.000 279.800 157.000 153.000

Aanleg en onderhoud

terreinen

5.612.541 5.467.598 5.420.500 8.005.636 3.487.500 3.487.500

Gebouwen 11.811.024 8.462.230 11.164.543 10.652.500 6.149.000 4.532.500

Wegen 7.826.733 5.640.000 8.619.073 6.727.052 6.640.000 6.640.000

Infrastructuur wegen 1.025.000 4.483.168 2.771.970 1.771.970 1.025.000 1.025.000

Andere onroerende

infrastructuur

188.400 188.800 189.200 189.600 190.000 190.500

Machines en uitrusting 2.310.107 2.000.067 1.828.252 2.220.986 2.553.790 1.452.102

Meubilair, hardware en

voertuigen

3.334.224 2.498.717 1.972.233 3.336.678 3.003.103 2.110.579

Leasing 399.300

Terreinen en gebouwen

- overig

120.000

Gebouwen - overig 11.000 25.000 20.000 20.000

Onroerend erfgoed 4.452.515 4.817.763 1.158.343 4.478.595 3.624.854 175.600

Roerend erfgoed 860.500 860.500 860.500 860.500 760.500 870.500

Investeringstoelagen 5.506.585 7.030.583 3.354.720 6.570.073 3.422.545 3.297.070

Eindtotaal 44.472.529 41.912.426 37.655.333 45.113.390 31.013.292 23.934.351

De indeling ziet er dus anders uit dan in de buitengewone dienst van vroeger. Om

rapporteringstechnische redenen moet er een onderscheid gemaakt worden tussen o.m.

gemeenschapsgoederen/overige goederen en roerend/onroerend erfgoed.

Een bespreking van enkele uitgaven:

• Terreinen: omvat o.m. groenaanleg

• Wegen: omvat niet de rioleringswerken ten laste van TMVW (rioleringswerken worden nl.

ten laste genomen door TMVW die dit op haar beurt financiert met de saneringsbijdrage op

het waterverbruik)

• Infrastructuur wegen: vooral openbare verlichting

• Meubilair, hardware en voertuigen – detail:

jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Informatica - gemeenschapsgoederen 2.399.547 1.650.550 1.014.816 1.080.370 1.972.003 1.223.736

Kantooruitrusting - gemeenschapsgoederen 30.000 20.000 17.500

Meubilair - gemeenschapsgoederen 285.167 290.667 318.667 1.389.600 473.600 195.933

Rollend Materieel - gemeenschapsgoederen 649.510 557.500 608.750 846.708 557.500 673.410

totaal 3.334.224 2.498.717 1.972.233 3.336.678 3.003.103 2.110.579

• Leasing: betreft een brandweervoertuig dat in 2014 wordt geleverd

101


• Investeringssubsidies – detail:

jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Toegestane investeringssubsidies aan andere

overheidsinstellingen

716.585 310.570 172.920 117.462 328.545 196.670

Toegestane investeringssubsidies aan

erkende verenigingen

2.590.000 3.943.001 981.800 4.252.611 894.000 900.400

Toegestane investeringssubsidies aan

gezinnen

2.200.000 2.777.012 2.200.000 2.200.000 2.200.000 2.200.000

totaal 5.506.585 7.030.583 3.354.720 6.570.073 3.422.545 3.297.070

3.2 Ontvangsten

Hieronder een overzicht van de soorten investeringsontvangsten:

jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Ontvangen investeringssubsidies 5.874.751 7.342.682 1.579.998 2.735.381 1.285.000 5.000

Verkopen van terreinen 4.000 12.004.000 2.004.000 4.000 4.000 4.000

Verkopen van gebouwen 3.929.000 1.704.000 6.404.000 1.504.000 4.000 8.004.000

totaal 9.807.751 21.050.682 9.987.998 4.243.381 1.293.000 8.013.000

Uiteraard zijn de ontvangen investeringssubsidies gekoppeld aan de investeringsuitgaven.

3.3 Vergelijking met het verleden

Een vergelijking met het verleden is niet evident: in de vroegere boekhouding werden investeringen

opgenomen volgens bedrag van de gunning, ongeacht het jaar van de uitvoering. Nu mogen de

transactiekredieten opgenomen worden in de mate dat de investeringen worden uitgevoerd. De

verbinteniskredieten zijn niet jaargebonden.

Hieronder een poging tot vergelijking: om de investeringscijfers die in het meerjarenplan voorzien

zijn, 'volwassen' te vergelijken met die uit het verleden, nemen we de som van de

verbinteniskredieten en delen die dan door 6:

mjp 2014-2019

totaal investeringsuitgaven 259.674.321

totaal investeringsontvangsten -18.822.812

stedenbeleid (volledig betoelaagd) -12.310.241

overdracht investeringsuitgaven vorige boekjaren (raming) -43.854.969

netto investeringsuitgaven (1) 184.686.299

netto vastleggings- of verbinteniskredieten

gemiddeld per jaar 1998-2013: 30.015.327

gemiddeld per jaar 2008-2013 34.130.252

gemiddeld per jaar 2014-2019 = (1)/6 30.781.050

gemiddeld per jaar, incl verbruik toekomstfonds (50 mio) 39.114.383

102


4 Liquiditeitenbudget Dit zijn financiële ontvangsten en uitgaven. Hieronder een overzichtstabel (hier zijn de uitgaven met

een min-teken voorzien):

jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

ONTVANGST 12.493.299 12.094.823 12.095.688 24.096.596 24.097.549 24.098.550

Andere leasingschulden en soortgelijke

schulden - op te nemen 399.300

Schulden aan kredietinstellingen

aangegaan door het bestuur - op te

nemen 11.000.000 11.000.000 11.000.000 23.000.000 23.000.000 23.000.000

Vorderingen wegens toegestane

leningen die binnen het jaar vervallen 1.093.999 1.094.823 1.095.688 1.096.596 1.097.549 1.098.550

UITGAVE -11.160.099 -11.597.585 -10.659.355 -10.570.045 -11.352.105 -12.208.725

Andere leasingschulden en soortgelijke

schulden -16.334 -49.005 -49.005 -49.005 -49.005 -49.005


aangegaan door het bestuur - tlv bestuur -11.127.261 -11.531.253 -10.592.158 -10.501.940 -11.283.047 -12.138.666


aangegaan door het bestuur - tlv derden -16.503 -17.327 -18.192 -19.100 -20.053 -21.054

Saldo 1.333.200 497.238 1.436.333 13.526.551 12.745.444 11.889.825

4.1 Uitgave

4.1.1 Andere leasingschulden en soortgelijke schulden

Dit is de afbetaling van de leasing van het brandweervoertuig.

4.1.2 Schulden aan kredietinstellingen aangegaan door het bestuur - tlv bestuur

Dit zijn de aflossingen van leningen.

4.1.3 Schulden aan kredietinstellingen aangegaan door het bestuur - tlv derden

Dit is de aflossing van de doorgeeflening van het Entrepot (zie ook ontvangst)

4.2 Ontvangst

4.2.1 Andere leasingsschulden

Dit is de financiering van het brandweervoertuig dat in 2014 zal geleverd worden.

4.2.2 Op te nemen leningen

In de beleids- en beheercyclus bestaat het verband tussen investering en lening niet meer. Er wordt

enkel geleend in functie van het kasresultaat. Toch is het sterk aan te raden om niet meer te lenen

dan men investeert. Brugge voldoet aan dit (intern) criterium.

103


De leningen nemen we op aan de hand van volgend schema:

Lening Bedrag rentevoet

lening 2013

(nog op te nemen)

8.000.000 Vaste rentevoet aan 3 %

lening 2014 10 jaar 5.000.000 Vaste rentevoet aan 3,5 %












thesauriebewijzen 2017 6.000.000 Euribor 03 M + 0,22



Hierbij nemen we in 2014-2016 11 miljoen euro per jaar nieuwe leningen op en in de periode 2017-

2019 23 miljoen euro. Zo blijven we op het gemiddelde opnameniveau van 17 miljoen euro leningen

per jaar. In functie van het kasresultaat zal het bedrag aan op te nemen leningen elk jaar

geëvalueerd worden en indien nodig bijgesteld met het budget.

Euribor is een rentevoet op korter dan één jaar die banken aan elkaar aanrekenen.

4.2.3 Vorderingen wegens toegestane leningen die binnen het jaar vervallen

Deze post bestaat uit drie onderdelen:

• Vergoeding voor inbreng van waterleidingen aan TMVW: 242.611 euro per jaar

• Vergoeding voor inbreng van het rioleringsnet aan TMVW: 834.855 euro per jaar

• Terugvordering aflossing doorgeeflening van het Entrepot: stijgt van 16.503 euro in 2014 tot

21.053 euro in 2019. Er worden (voorlopig) geen extra leningen ten laste van derden

voorzien.

104


4.2.4 Evolutie van de openstaande stadsschuld

Hieronder vindt men de evolutie van de stadsschuld vanaf 2007. De cijfers tot en met 2012 zijn

rekeningcijfers, de cijfer voor de daarop volgende jaren zijn ramingen.

jaar

stadsschuld

per 31/12

2007 111.877.611

2008 94.723.597

2009 81.400.780

2010 94.444.832

2011 94.831.099

2012 97.641.576

2013 94.449.119

2014 94.704.823

2015 94.124.565

2016 94.483.402

2017 106.932.457

2018 118.600.404

2019 129.412.734

We verwijzen hierbij naar het schema TM2 (de financiële schulden – blz. 161). De stijging van de

stadsschuld vanaf 2017 is vooral te verklaren door het hoger niveau van de op te nemen leningen in

de periode 2017-2019 (23 miljoen euro per jaar i.p.v. 11 miljoen euro per jaar in 2014-2016). Zoals

hierboven in punt 4.2.2. vermeld ligt het gemiddelde opnameniveau van leningen op 17 miljoen

euro per jaar en kan het niveau van op te nemen leningen elk jaar met het budget worden bijgesteld.

Zoals vermeld in de bijlage fiscaliteit blijven de aanslagvoeten aanvullende personenbelasting en

opcentiemen onroerende voorheffing tijdens de periode meerjarenplan gelijk.

105


5 Bestemde gelden

Stad Brugge voorziet volgende bestemde gelden

5.1 Bestemde gelden voor de exploitatie

5.1.1 Reservefonds Triënnale

Voor het Stadsfestival 2015 (Triënnale) werd besloten om vanaf 2011 een jaarlijkse toelage van

700.000 euro voorzien voor Brugge Plus vzw. De jaarlijkse toelagen voor 2011 en 2012

werden reeds vastgelegd. Vermits bij de invoering van BBC deze kredieten dreigen te

vervallen, werd besloten alle voorziene toelagen 2011, 2012 en deels 2013 toe te voegen aan

een nieuw reservefonds. Hiertoe werd de voorziene toelage 2013 verminderd van 700.000

euro naar 100.000 euro en het verschil van 600.000 euro toegevoegd aan het reservefonds.

Het reservefonds Triënnale is aldus samengesteld als volgt:

Toelage 2011 700.000

Toelage 2012 700.000

Toelage 2013 600.000

Totaal reservefonds 2.000.000

Dit reservefonds wordt in 2015 volledig gebruikt voor de organisatie van de Triënnale.

Daarnaast wordt jaarlijks 700.000 euro voorzien als toelage aan Brugge Plus in 2014-2019.

5.1.2 Reservefonds pensioenen

Dit reservefonds wordt (voorlopig) behouden op 4.861.552 euro.

5.2 Bestemde gelden voor de investeringen

5.2.1 Toekomstfonds Brugge voor investeringen

In het financiële luik van meerjarenplan zijn niet alle acties opgenomen die opgesomd zijn in het

beleidsprogramma 2013-2018. De financiële weerslag van deze acties kunnen nog niet onderbouwd

geraamd worden. Daarom hebben we voor deze acties een nieuw bestemd geld opgericht genaamd

“Toekomstfonds Brugge voor investeringen” waarin 50.000.000 euro is voorzien. Het toezicht heeft

het bestaan van dit fonds aanvaard omwille van volgende argumenten:

• de concrete inhoud staat nog niet vast;

• het bedrag kan onvoldoende nauwkeurig geraamd worden;

• de uitvoering in timing staat onvoldoende vast.

In de mate dat acties concreter worden kan uit dit bestemd geld geput worden (maar dus enkel bij

investeringen). Enkele (niet-limitatief!) voorbeelden: Huis van de Bruggeling, Beurshal,

voetbalstadion,…

5.2.2 Museaal Investeringsfonds

Het museaal investeringsfonds blijft verder bestaan en wordt over de ganse periode op 2.159.422

euro geraamd.

106


��

Tijdens de budgetbesprekingen werd de staat van het financieel evenwicht (M2) vertaald naar een “tabel financieel evenwicht”. De (eind)cijfers zijn

dezelfde als in het M2-schema, maar een aantal belangrijke cijfers (personeel, leningen, …) zijn nog eens apart aangeduid. Verder zijn ook de diverse

bestemde gelden apart geduid.

MEERJARENPLAN 2014-2019: financiële vertaling

Uitgaven OntvangstenSaldo (budg.

Res)Uitgaven Ontvangsten

Saldo (budg.


Saldo (budg.

Res)

TOTALEN 278.436.493 260.155.948 -18.280.545 280.192.856 274.754.345 -5.438.511 280.596.266 271.210.936 -9.385.331

Exploitatie 222.803.866 237.854.898 15.051.032 226.682.845 241.608.840 14.925.995 232.281.578 249.127.250 16.845.672

waarvan personeel (87.732.611) (9.489.987) (-78.242.624) (88.677.815) (9.489.987) (-79.187.828) (87.477.035) (9.489.987) (-77.987.048)

Investeringen 44.472.529 9.807.751 -34.664.778 41.912.426 21.050.682 -20.861.744 37.655.333 9.987.998 -27.667.336

Liquiditeiten 11.160.099 12.493.299 1.333.200 11.597.585 12.094.823 497.238 10.659.355 12.095.688 1.436.333

waarvan nieuwe leningen (11.399.300) (11.000.000) (11.000.000)

Uitgaven OntvangstenSaldo (budg.


Saldo (budg.


Saldo (budg.

Res)

TOTALEN 293.893.341 286.065.717 -7.827.625 286.339.823 292.064.761 5.724.937 285.262.790 306.100.696 20.837.906

Exploitatie 238.209.906 257.725.740 19.515.834 243.974.426 266.674.212 22.699.785 249.119.714 273.989.146 24.869.432

waarvan personeel (85.200.634) (9.489.987) (-75.710.647) (83.198.403) (9.489.987) (-73.708.416) (82.727.909) (9.489.987) (-73.237.922)

Investeringen 45.113.390 4.243.381 -40.870.009 31.013.292 1.293.000 -29.720.292 23.934.351 8.013.000 -15.921.351

Liquiditeiten 10.570.045 24.096.596 13.526.551 11.352.105 24.097.549 12.745.444 12.208.725 24.098.550 11.889.825

waarvan nieuwe leningen (23.000.000) (23.000.000) (23.000.000)

,

2017 2018 2019

2014 2015 2016

Opmerking: in bovenstaande cijfers is rekening gehouden met bestelde, doch niet uitgevoerde leveringen, diensten of werken geraamd voor wat de investeringsuitgaven betreft op 43.854.969 euro. (Voor de

concrete spreiding, zie tabel op blz. 94) Met de volgende budgetwijziging worden de precieze cijfers opgenomen. Voor wat de exploitatie-uitgaven betreft, gaan we ervan uit dat elk jaar een vergelijkbaar

effect optreedt: op het einde van elk jaar zullen een aantal bestellingen nog niet zijn uitgevoerd, en dus betaald worden in het volgend budgetjaar. Grote evenementen niet te na gesproken zal dit bedrag bij

het begin en op het einde van elk jaar in dezelfde grootte-orde liggen, vandaar dat we bij deze financiële vertaling er geen rekening mee hebben gehouden.

107


MEERJARENPLAN 2014-2019: WETTELIJKE VERPLICHTINGEN:

Het Meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Het is in evenwicht als onderstaande voorwaarden gehaald worden:

1/ Het resultaat op kasbasis moet per financieel boekjaar groter zijn of gelijk aan nul.

2/ De autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar van het MJP (2019) moet groter zijn of gelijk aan nul.

FINANCIELE RUIMTE BIJ AANVANG MJP 2014-2019:

De financiële ruimte is het geraamd gecumuleerd boekhoudkundig resultaat vorig boekjaren (op 31/12/13) : 102.079.531

EVOLUTIE FINANCIELE RUIMTE TIJDENS UITVOERING MJP 2014-2019:

2014 2015 2016

102.079.531 83.798.986 78.360.475

-18.280.545 -5.438.511 -9.385.331

83.798.986 78.360.475 68.975.144

bestemde gelden (uitstaand) triënnale 2.000.000 0 0

museaal inv fonds 2.159.422 2.159.422 2.159.422

pensioenen 4.861.552 4.861.552 4.861.552

Toekomstfonds Brugge voor investeringen 50.000.000 50.000.000 50.000.000

totaal bestemde gelden (4) 59.020.974 57.020.974 57.020.974

resultaat op kasbasis (5)= (3)-(4) 24.778.012 21.339.501 11.954.170

autofinancieringsmarge 233.963.965 238.948.897 4.984.933 238.280.430 242.703.663 4.423.233 242.940.933 250.222.938 7.282.005

2017 2018 2019

68.975.144 61.147.519 66.872.457

-7.827.625 5.724.937 20.837.906

61.147.519 66.872.457 87.710.363

bestemde gelden (uitstaand) triënnale 0 0 0

museaal inv fonds 2.159.422 2.159.422 2.159.422

pensioenen 4.861.552 4.861.552 4.861.552

toekomstfonds 50.000.000 50.000.000 50.000.000

totaal bestemde gelden (4) 57.020.974 57.020.974 57.020.974

resultaat op kasbasis (5)= (3)-(4) 4.126.545 9.851.483 30.689.389

autofinancieringsmarge 248.779.952 258.822.336 10.042.384 255.326.531 267.771.761 12.445.229 261.328.439 275.087.696 13.759.257

gecumuleerd budgettair resultaat (3)= (1)+(2)

gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar (1)

budgettair resultaat huidig boekjaar (2)

gecumuleerd budgettair resultaat (3)= (1)+(2)

gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar (1)

budgettair resultaat huidig boekjaar (2)

108

Stad Brugge – Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan.

Omgevingsanalyse.

Rapportgegevens:


Omgevingsanalyse.







109


Omgevingsanalyse.

Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan.

Omgevingsanalyse.

I. BRUGGE IN EEN NOTEDOP

Brugge is met zijn 117.170 inwoners de derde stad in Vlaanderen, na Antwerpen en Gent, die

respectievelijk meer dan 4x en 2x zoveel inwoners tellen: Antwerpen 502.604, Gent 248.242. Brugge

neemt – op korte afstand gevolgd door Leuven, met zijn 97.656 inwoners - een tussenpositie in

tussen deze twee “Vlaamse grootsteden” en de andere Vlaamse centrumsteden waarvan het

grootste deel toch rond de 70.000 en 80.000 inwoners schommelt: Mechelen 82.325, Aalst 81.648,

Kortrijk 75.648, Hasselt 74.588, Sint-Niklaas 72.883, Oostende 70.284, Genk 65.264, Roeselare

58.823 en Turnhout 41.572.

Brugge heeft een oppervlakte van 13.840 hectare, waarvan (slechts) 430 ha deel uitmaakt van de

historische binnenstad. In die binnenstad, sinds 2000 ook erkend als Unesco-werelderfgoed, huizen

net geen 20.000 inwoners meer, wat maakt dat vijf op de zes Bruggelingen op één van de 12

deelgemeenten in de rand woont.

Het huidige Brugge is eigenlijk het resultaat van twee grote fusiebewegingen: een eerste aan het

einde van de 19de eeuw, toen met de bouw van de haven in Zeebrugge en het graven van het

Boudewijnkanaal de aloude verbinding van Brugge met de zee werd hersteld. En in 1970 een tweede

en grote fusieoperatie waarbij het oude Brugge (de historische binnenstad, Kristus-Koning, Sint-Jozef,

Sint-Pieters en Zeebrugge) fusioneerde met de kleinere noordelijke poldergemeenten Lissewege,

Dudzele en Koolkerke, allen goed voor zo’n 2.000 inwoners, en met de zuidelijke meer residentiële

gemeenten Sint-Michiels, Sint-Andries, Assebroek en Sint-Kruis die toen elk om en bij de 15.000

inwoner telden. Een halve eeuw later zijn de inwoners van Brugge als volgt over het grondgebied

verdeeld: Brugge-centrum 19.594, Christus-Koning 4.608, Sint-Pieters 7.537, Sint-Jozef 5.340,

Koolkerke 3.365, Sint-Andries 19.562, Sint-Michiels 12.053, Sint-Kruis 16.070, Assebroek 19.331,

Zeebrugge 4.035, Zwankendamme 670, Dudzele 2.544, Lissewege 2.425.

Het arrondissement Brugge groepeert in totaal tien gemeenten en telt zo’n 278.486 inwoners. Naast

Brugge met zijn 117.170 inwoners zijn dat Beernem (15.357), Blankenberge (19.337), Damme

(10.844), Jabbeke (13.781), Knokke-Heist (34.004), Oostkamp (22.764), Torhout (20.149), Zedelgem

(22.320) en het meer landelijke Zuienkerke (2.760).

Brugge was in de 19de eeuw één van de armste steden van België, de periode van ,,Bruges la

morte’’. Om uit deze impasse te geraken, formuleerde de Brugse burgerij twee grote projecten:

Brugge-Zeehaven en Brugge-Nürenberg, respectievelijk de haven en het toerisme. Bij het begin van

de 21ste eeuw blijkt uit de cijfers dat beide bewegingen materieel gezien aan het lukken zijn: de

haven van Brugge is nu de tweede haven van het land en binnen de range Le Havre-Hamburg een

belangrijke Europese speler: 9.000 schepen, 1 miljoen vrachtwagenladingen en 45 miljoen ton

goederen per jaar. En wat het toerisme betreft, dat is hier inmiddels goed voor 1.709.914

overnachtingen per jaar.

110


Omgevingsanalyse.

Sinds 1 januari 2013 is in Brugge een nieuwe bestuursploeg (SP.A-CD&V) met een nieuwe

burgemeester (Renaat Landuyt) aan de slag. In het Toekomsakkoord voor Brugge luidt het als volgt:

“We moeten het verleden koesteren, maar de toekomst veranderen.”

II. BEVOLKINGSEVOLUTIE

Deze omgevingsanalyse begint met de bevolkingsevolutie van de voorbije jaren, met migratiecijfers

én natuurlijke aangroei. Het rapport van de Studiedienst van de Vlaamse regering vat deze evoluties

in volgende figuur samen:

Uit deze figuur blijkt dat Brugge tot voor 2005 over het algemeen nog wel aan bevolking won, in

tegenstelling tot de meeste steden in die periode, maar vanaf 2005 vooral een bevolkingskrimp

kende. In 2010 lijkt echter opnieuw een kentering ingezet en die lichte groei wordt in de

gemeentelijke profielschets voor Brugge van de Vlaamse studiedienst bevestigd voor 2011 (+ 285

personen). De eigen gegevens van de Brugse stedelijke bevolkingsdienst duiden ook voor 2012 op

een verdere groei (+ 444 personen).

De trend van groei tot in 2005 maar afname daarna wordt ook bevestigd door de

woonbehoeftestudie die de stad liet uitvoeren door het studiebureau SUM. Die bracht de

bevolkingsevolutie als volgt in kaart:

111


Omgevingsanalyse.

Ook hieruit blijkt dat Brugge traag maar gestaag aangroeide tot in 2005, waarna de bevolking

opnieuw lichtjes afnam. Die negatieve trend week volgens SUM toen af t.o.v. de meeste Vlaamse

centrumsteden.

De laatste jaren zien we dus terug een positieve trend, maar bekijken we de volledige

bevolkingsevolutie van de laatste 10 jaar samen, dan leert dit ons dat Brugge in het voorbije

decennium nauwelijks gegroeid is. Brugge blijft steken op een saldo van +924 inwoners in de

voorbije 10 jaar. En SUM blijkt inderdaad gelijk te hebben dat dit afwijkt t.o.v. de algemene trend

bij de Vlaamse centrumsteden: uit de tabel uit het parlementair antwoord van minister Freya Van

den Bossche van 25 maart 2013 blijkt dat Brugge het voorbije decennium de op één na laagste

groei in absolute cijfers en de laagste groei in procenten haalde van alle 13 centrumsteden.

Algemene bevolkingsevolutie in de centrumsteden (bron: SVR)

Bevolkingsaantal Bevolkingsaantal Bevolkingsevolutie

2000 2012 2000-2012

Aalst 76.313 81.853 5.540

Antwerpen 446.525 502.604 56.079

Brugge 116.246 117.170 924

Genk 62.842 65.264 2.422

Gent 224.180 248.242 24.062

Hasselt 68.058 74.588 6.530

Kortrijk 74.790 75.219 429

Leuven 88.014 97.656 9.642

Mechelen 75.438 82.325 6.887

Oostende 67.279 70.284 3.005

Roeselare 54.199 58.823 4.624

Sint-Niklaas 68.290 72.883 4.593

Turnhout 38.596 41.572 2.976

Ook de gemeentelijke profielschets brengt die afwijkende evolutie duidelijk in beeld:

112


Omgevingsanalyse.

Bekijken we de cijfers iets meer in detail, dan kunnen we wellicht tot een verklaring komen voor die

lagere groei in Brugge. Uit de figuur van het rapport van de Studiedienst van de Vlaamse Regering

kunnen we afleiden dat de natuurlijke aangroei in Brugge de voorbije jaren consequent licht negatief

was, ook tijdens jaren van bevolkingsgroei. Maar wat het meest opvalt is dat sinds 2005 ook de

interne migratie (migratie binnen België) voor Brugge negatief werd. Dat zorgde vooral voor de

bevolkingsafname sinds 2005. De ommekeer naar bevolkingsgroei in 2007 en 2010 wordt dan weer

veroorzaakt door een grotere externe migratie (uit het buitenland). In de gemeentelijke profielschets

wordt diezelfde trend ook voor 2011 bevestigd: ook daar blijven de interne migratie en de natuurlijke

groei negatief, terwijl enkel de externe migratie voor een positief eindsaldo zorgt.

Deze vaststelling is voor de stad zeer belangrijk. Dit betekent namelijk dat de stadsvlucht die tot 2005

in Brugge eigenlijk niet van toepassing was, hier sindsdien wel zijn intrede gedaan heeft en

niettegenstaande de groei van de voorbije jaren toch nog blijft doorwerken.

Tegelijk ligt hier ook een deel van de verklaring van het verschil met andere steden. Brugge is

namelijk nog steeds een grotendeels ‘witte’ stad. Volgens de studie “Steden binnenstebuiten” van de

Studiedienst van de Vlaamse regering telde Brugge in 2011 4,7% inwoners van niet-westerse

herkomst, het laagste cijfer van alle 13 centrumsteden en een heel stuk minder dan de 29,8% van

Antwerpen, 27,5% van Genk of 21,8% van Gent.

113


Omgevingsanalyse.

De migratiesaldi van de diverse steden tonen dan ook een iets genuanceerder beeld wanneer je ze

opsplitst in interne en externe migratie. In de stadsmonitor 2011 komt men hierbij tot volgende

tabel:

Hieruit blijkt dat bijna alle steden, met uitzondering van Hasselt, Aalst en in mindere mate Roeselare

en Sint-Niklaas, blijven kampen met een negatieve interne migratie. Het positieve migratiesaldo dat

114


Omgevingsanalyse.

de overige steden de voorbije jaren (meer dan Brugge) haalden, blijkt quasi overal te wijten aan de

externe migratie. En die ligt overal hoger tot veel hoger dan in Brugge.

Dat beeld wordt ook bevestigd in de studie ‘Steden binnenstebuiten’. Uit die studie blijkt dat in alle

steden, met uitzondering van Hasselt en Roeselare, het aantal autochtone Belgen over de periode

1991-2011 is afgenomen. Het sterkst is die afname in Antwerpen en Gent. Brugge toont zich hier

zelfs een van de betere van de centrumsteden (gedeelde 3e plaats met Aalst, na Hasselt en

Roeselare). De stad Gent geeft in haar publicatie ‘Gent in cijfers 2008’ ook onomwonden toe dat

Gent weliswaar een positief migratiesaldo kent, maar dat dit niet betekent dat de stadsvlucht daar

gekeerd is: “Het positief migratiesaldo is immers hoofdzakelijk te danken aan een instroom van

mensen uit het buitenland, terwijl het binnenlands migratiesaldo negatief blijft.”

Ook qua natuurlijke aangroei (saldo tussen geboortes en sterftes) speelt de allochtone bevolking een

rol. De natuurlijke aangroei ligt in Brugge een pak lager dan in steden als Antwerpen, Gent en

Mechelen. Geen capaciteitsproblemen in het onderwijs hier. Maar als we ook die cijfers eens

bekijken naar afkomst, merken we dat bv in Antwerpen bijna 50% van de 0- tot 17-jarigen van niet-

westerse afkomst is. Dit in vergelijking met nog geen 10% in Brugge. De studie ‘Steden

binnenstebuiten’ stelt dan ook in haar conclusies: “Bij personen van niet-westerse herkomst is het

geboorteoverschot groter dan bij de autochtonen. Dit komt doordat niet-westerse herkomstgroepen

een relatief groot aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd kennen en ze bovendien een nog steeds

bovengemiddeld kindertal realiseren (Van Bavel & Bastiaenssens, 2007; Van Peer e.a., 2010)”. Dit

biedt deels een verklaring waarom Brugge met zijn laag aandeel bevolking van niet-westerse afkomst

een lage natuurlijke bevolkingsaangroei heeft, in tegenstelling tot andere Vlaamse steden.

Brugge kende na enkele jaren van bevolkingsafname de voorbije jaren dus opnieuw een

bevolkingstoename, maar blijft een veel tragere groei hebben dan andere steden. Die tragere groei is

voor een groot deel te wijten aan een veel lagere externe migratie dan in andere steden. Ook de

natuurlijke groei ligt in Brugge lager door het laag aandeel van de bevolkingsgroep van niet-westerse

afkomst. De interne migratie, toch de belangrijkste graadmeter voor een ‘aantrekkelijke en

betaalbare woonstad’, blijft in het merendeel van de steden en ook in Brugge negatief.

De verklaring door deze lagere externe migratie mag voor Brugge echter geen excuus zijn om de

woonproblematiek in de stad niet zeer ernstig te nemen. Het blijft een feit dat de interne migratie

negatief is. Meer nog, dit intern migratiesaldo daalde in Brugge van positief in 1998 naar negatief de

voorbije 8 jaar. Dit terwijl volgens de geciteerde studies in ‘Steden binnenstebuiten’ in andere

steden dit negatieve intern migratiesaldo in dezelfde periode net minder sterk negatief werd of gelijk

bleef.

Ook vertellen de gewone bevolkingscijfers slechts een deel van het verhaal. Om een beter beeld te

krijgen van de Brugse situatie en uitdagingen op de woonmarkt dient men ook de huishoudens in

rekening te brengen. Op 1 januari 1997 telde Brugge 47.897 huishoudens. Op 1 januari 2008 waren

dat er al 51.982. Gedurende deze elf jaar nam het aantal huishoudens in Brugge dus toe met 8,3%,

terwijl het inwonersaantal in diezelfde periode slechts met 1,4% toenam. Met andere woorden: de

gezinsverdunning zet zich ook hier in Brugge sterk door. Op 1 januari 2008 telde een huishouden in

Brugge gemiddeld 2,26 personen, tegen 2,35 in West-Vlaanderen en 2,39 in het Vlaams Gewest,

maar wel vergelijkbaar met andere Vlaamse centrumsteden: Leuven en Gent bijvoorbeeld noteerden

respectievelijk 2,04 en 2,08. Projecteert men deze cijfers naar een verdere toekomst, zoals in de

115


Omgevingsanalyse.

SUM-studie gebeurt, dan moet Brugge er rekening mee houden dat men tot 2017 nog een stijging

van het aantal huishoudens zal kennen. Ook de Studiedienst van de Vlaamse regering voorspelt tot

2018 een toename van het aantal huishoudens met 4,2% oftewel 2.193 bijkomende huishoudens

(bron: insteek nav denkdag Kenniscentrum Vlaamse Steden op 23/10/2012). Met alle gevolgen van

dien voor de evolutie op de woningmarkt.

Niettegenstaande de recentere bevolkingsaangroei in Brugge blijven het negatieve intern

migratiesaldo en de toename van het aantal huishoudens dus voor belangrijke uitdagingen voor het

woonbeleid zorgen.

Betekent die negatieve interne migratie dan dat Brugge niet zou geslaagd zijn om een aantrekkelijke

woonstad te vormen? Dat is natuurlijk een vraag met diverse aspecten en diverse antwoorden.

Uit de Stadsmonitor 2011 blijkt dat Brugge steevast hoge scores haalt op vlak van tevredenheid over

de stad (3e plaats), tevredenheid over de buurt (3

e plaats), groen en voorzieningen in de stad,

veiligheid, netheid, contact met de buurt… Brugge heeft dan ook, in tegenstelling tot vele andere

steden, nauwelijks verloederde achterstandswijken. De volgehouden inzet op woonkwaliteit die hier

al sinds de jaren ’70 gevoerd wordt, werpt op dat vlak zeker zijn vruchten af. Ook de ligging van de

stad midden het groene Ommeland en vlakbij de zee, het groot aanbod aan parken en groen in de

stad zelf, en het aanbod aan kunst en cultuur dragen zeker bij tot de hoge woonkwaliteit in Brugge.

In die mate zelfs dat Brugge moet opletten om geen slachtoffer te worden van haar eigen

succes(politiek): Brugge is inzake vastgoed een gegeerde en dus dure stad geworden, wat

problematisch kan worden voor kansengroepen en jonge startende gezinnen. Maar hierover later

meer.

We kunnen Brugge dus zeker beschouwen als een aantrekkelijke woonstad. Vanwaar dan dat

negatieve intern migratiesaldo? Voor een groot deel valt dit, net als bij de andere steden, te

verklaren door de spreekwoordelijke ‘baksteen in de maag’ van de Vlaming. Onderzoek toont aan, en

wordt in de studie ‘Steden binnenstebuiten’ nog eens bevestigd, dat de eengezinswoning met tuin in

eigendom en liefst buiten de stad nog steeds de norm is voor het merendeel van de Vlamingen. Van

de Vlamingen die een intentie hebben om te verhuizen wil 33% verhuizen naar het platteland, 33%

naar de stadsrand, en slechts 17% naar de stad zelf. Bovendien zijn stadsbewoners meer

verhuisgeneigd dan Vlamingen buiten de stad. Het eigen onderzoek van ‘Steden binnenstebuiten’

toont aan dat een van de belangrijkste redenen om te verhuizen de gezinscarrière is: eens men aan

kinderen begint voldoet de huidige woning vaak niet en verhuist men, vaak naar een ruimere woning

met tuin, een typologie die men in de stad minder vindt. Andere belangrijke verhuismotieven zijn het

eigendomsstatuut (huurders willen meer verhuizen, terwijl de stad een hoger percentage huurders

kent dan het platteland)en het type woning (appartementsbewoners zonder tuin en met structurele

gebreken willen sneller verhuizen, dit type woning is ook vaker voorkomend in de stad).

Tevredenheid over de stad en de buurt speelt ook een rol bij de verhuisintentie, maar veel kleiner

dan de tevredenheid over de woning. Deze cijfers tonen dus nogmaals aan dat Vlamingen over het

algemeen een huis wensen in eigendom en met tuin, een woontypologie die in de stadskern veel

minder vaak voorkomt. Vooral jonge gezinnen die aan kinderen beginnen zullen daarom vaak uit de

stad wegtrekken. In Brugge is dat dan vooral naar de zuidelijke randgemeenten Jabbeke, Zedelgem,

Oostkamp en Beernem, zoals de SUM-studie ook aantoont.

116


Omgevingsanalyse.

Die verhuisbewegingen bevestigen het beeld van de stad als doorgangsgebied. Bepaalde studies

vergelijken het met een roltrap: men verlaat het ouderlijk huis, komt jong en ongeschoold naar de

stad en verlaat die weer eens men voldoende geschoold en rijk is. Recentere onderzoekers

nuanceren dat beeld echter en tonen aan dat er recentelijk een steeds grotere groep

jongvolwassenen is die er bewust voor kiest om langer in de stad te blijven wonen, omdat het hip en

jong is. De perceptie die men heeft over de stad in kwestie is daarbij cruciaal.

Net die twee zaken kunnen ons een verklaring bieden waarom de interne migratie in Brugge de

voorbije jaren daalde in tegenstelling tot andere steden. Alle steden worden namelijk in ongeveer in

gelijke mate geconfronteerd met het fenomeen dat jonge gezinnen met kinderen liever in de

stadsrand wonen, maar niet alle steden hebben het hierboven beschreven doorgangseffect even

sterk. Zo is Brugge bijvoorbeeld al geen studentenstad. Brugge heeft nooit een universiteit gehad en

de aanwezige hogescholen zijn zeer lang zeer beperkt gebleven. Pas de laatste jaren zijn beide

hogescholen en de bijhorende studentenpopulatie beginnen groeien, maar nog steeds blijft dit

aantal bescheiden. Zo telde Brugge in 2009 zo'n 4.400 studenten, zijnde 3,8% van de totale

stadsbevolking. Gent telde toen 27,4% studenten, Leuven: 49,6% en Kortrijk: 10,8. Op dit

moment (voorjaar 2013) is het aantal studenten in Brugge gegroeid tot 6.397, maar met

5,5% van de stadsbevolking blijft dit nog steeds een bescheiden percentage. Brugge kent dus

veel minder die instroom van jongeren die andere (studenten)steden wel kennen. Anderzijds

kampt Brugge nog steeds met een imagoprobleem bij jongeren. Brugge wordt vaak

beschouwd als de saaie museumstad, een soort ‘Bokrijk’. En hoewel dit beeld zeker niet

volledig strookt met de realiteit, is het wel een feit dat Brugge niet het hippe, jonge karakter

en imago heeft van bijvoorbeeld Gent. Die groep jongvolwassenen die in de stad woont

omdat het hip en trendy is, zal dan ook veel vaker opteren om dit in een stad als Gent te

doen dan in Brugge.

Volgens het rapport van de Vlaamse studiedienst blijft de stad Brugge een attractiepool voor

jongeren (18-25 jarigen) en hun cijfers tonen ook aan dat er op die leeftijd een instroom is in

Brugge. Maar die instroom is in Brugge een stuk minder groot dan in andere steden. Kijken

we nl naar de cijfers uit de Stadsmonitor (die de leeftijdsklasse 20-29 jaar hanteert), dan

krijgen we volgend beeld:

117


Omgevingsanalyse.

Hieruit blijkt dat Brugge, na Genk, het minste jongvolwassenen (20-29 jaar) aantrekt van alle

Vlaamse centrumsteden. Gecombineerd met een uitstroom aan jonge gezinnen die

gemiddeld is in vergelijking met de andere steden, betekent dit dat Brugge een verlies aan

jongvolwassenen en jonge gezinnen (dus 20-40 jarigen) heeft van -6,1 ‰. Na Genk het

minste resultaat van alle Vlaamse centrumsteden.

Conclusie, Brugge is wel degelijk een mooie, rustige, aantrekkelijke woonstad, daarop wijzen

de tevredenheidscijfers in de Stadsmonitor. Maar net als alle andere steden heeft Brugge te

kampen met het feit dat het ideaal voor een jong gezin een huis met een tuin blijft, en zij

zich dus grotendeels buiten de stad vestigen. Anders dan in andere steden wordt dit verlies

aan jonge gezinnen in Brugge echter veel minder gecompenseerd door een instroom aan

jongeren.

118


Omgevingsanalyse.

III. BETAALBAAR WONEN

Bekijken we na de bevolkingsevolutie even de betaalbaarheid van het wonen in Brugge, dan

moeten we om te beginnen de algemene evolutie van de vastgoedprijzen goed in het oog

houden.

De prijzen voor vastgoed zijn de voorbije jaren sterk gestegen. Dat is een trend die men vaststelt in

alle 13 Vlaamse centrumsteden. De stadsmonitor stelt: “Ten opzichte van 2000 is de prijs voor zowel

een flat als een woonhuis zo goed als in alle steden en Vlaanderen verdubbeld.”

Volgende tabel uit de gemeentelijke profielschets geeft dit goed weer:

Hoewel die prijsstijging dus voor alle steden geldt, blijkt uit volgende cijfers uit de Stadsmonitor wel

dat Brugge zich bij de duurste van alle centrumsteden mag/moet rekenen. Voor flats was Brugge in

2010 de duurste stad, voor woonhuizen is enkel Leuven duurder.

119


Omgevingsanalyse.

Welke invloed heeft dit op de betaalbaarheid van het wonen? Het rapport van de Vlaamse

studiedienst geeft dit weer in volgende figuren:

120


Omgevingsanalyse.

De betaalbaarheidsratio (figuren 5 en 6) geeft de verhouding weer tussen het gemiddeld inkomen en

de vastgoedprijzen. Het is een weergave van het aantal inkomens dat nodig is om een eigendom te

verwerven. Conclusie van de Vlaamse studiedienst: “De betaalbaarheid neemt doorheen de jaren af

(meer inkomens zijn nodig voor een eigendom) omdat de prijzen van woningen en appartementen

jaarlijks sterker stijgen dan de gemiddelde toename van het inkomen. De betaalbaarheidsratio van

appartementen is de op één na hoogste in Brugge: men heeft gemiddeld bijna 8 inkomens nodig om

een flat te kunnen kopen. De betaalbaarheidsratio van een woning bedraagt eveneens bijna 8. In

Brugge zijn de prijzen van woningen ook sterker gestegen dan de prijzen van appartementen”.

De woonquote geeft dan weer een beeld van het aantal inwoners dat meer dan 30% van zijn of haar

inkomen spendeert aan de huur of afbetaling van een woning. Hier scoort Brugge volgens de grafiek

lager dan het gemiddelde van de 13 centrumsteden, maar toch spendeert niet minder dan 1 op 5

121


Omgevingsanalyse.

inwoners meer dan 30% van zijn inkomen aan zijn afbetaling of huur. Bij huurders loopt dit zelfs op

tot 41%. 14,4% van de huurders gaf volgens de studiedienst ook aan de huur afgelopen jaar al eens

niet te kunnen betalen.

Deze betaalbaarheidscijfers zijn natuurlijk afhankelijk van twee bedragen. Enerzijds de

vastgoedprijzen, anderzijds het gemiddeld inkomen. Voor dit laatste geeft de gemeentelijke

profielschets ons volgend beeld:

Een vergelijking van de gemeentelijke profielschetsen van de 13 centrumsteden leert dat het

gemiddeld jaarinkomen per inwoner van de steden 16.131 euro bedraagt. Brugge zit daar met 17.235

een stuk boven en bekleedt na Leuven en Hasselt de derde plaats. Het gemiddelde inkomen per

aangifte bedraagt voor de 13 steden 27.285 euro. Opnieuw zit Brugge daar met 28.366 euro een stuk

boven en ook hier bekleden we na Leuven en Hasselt de derde plaats.

Uit dit alles moeten we concluderen dat Brugge een dure stad is om te wonen. Qua ruwe prijzen

scoren we het hoogst voor appartementen en op een na hoogst voor woningen. De

betaalbaarheidsratio is in vergelijking met de andere 13 centrumsteden ook al zeer hoog,

122


Omgevingsanalyse.

niettegenstaande de Bruggelingen bij de best verdienende stadsbewoners van Vlaanderen horen.

Wellicht daarom dat de woonquote hier nog meevalt. Maar voor jonge starters en mensen met een

bescheiden inkomen valt het dus niet mee om op de Brugse huizenmarkt iets te vinden.

Hoewel het slechts een deel van een mogelijk antwoord op deze hoge vastgoedprijzen is, is de

sociale huisvesting toch een belangrijk gegeven voor de minstbegoeden in de stad, en een belangrijk

onderdeel van een stedelijk woonbeleid. Wat betreft het aantal sociale huurwoningen in Brugge

vinden we volgende gegevens in het rapport van de Vlaamse studiedienst terug:

Het aandeel van sociale huurwoningen is de voorbije jaren dus min of meer stabiel geweest. Dit

terwijl Brugge duidelijk lager dan het gemiddelde van de Vlaamse centrumsteden scoort. Het cijfer

uit 2011 doet hopen dat hier een kentering is ingezet en Brugge ook op dit vlak in de toekomst zijn

centrumfunctie sterker zal opnemen. Bij de sociale huisvestingsmaatschappijen ligt alvast een

ambitieus programma op de tafel waarmee Brugge in theorie zijn bindend sociaal objectief zou

moeten halen. En ook de sociale verhuurkantoren mikken op een groei van zo’n 5% per jaar. Maar in

de woningbouw, zeker in de sociale woningbouw, is er vaak een lange en moeilijke weg tussen plan

en realisatie. Het is duidelijk dat een volgehouden, gezamenlijke inzet van sociale

woonmaatschappijen, stad en Vlaamse Gemeenschap noodzakelijk zal zijn om dit effectief te

realiseren.

Samenvattend kunnen we stellen dat Brugge in tegenstelling tot de meeste andere steden de

voorbije jaren nauwelijks in bevolkingsaantal is toegenomen. Voor een groot deel valt dit te

verklaren doordat Brugge nog steeds een grotendeels ‘witte’ stad is met een lage externe migratie

en, mede door het lage aandeel niet-westerse bevolking, een lage natuurlijke aangroei. Niettemin

blijft het opvallend dat Brugge een interne migratie kent die van positief voor 2005 teruggevallen is

naar negatief na 2005. Dit terwijl in de meeste andere steden die interne migratie positiever wordt of

gelijk blijft. Verklaringen hiervoor kunnen zijn dat bij het merendeel van de Vlamingen een woning in

eigendom, met tuin, buiten de stad nog steeds het ideaal blijft, maar dat die vrij normale uitstroom

van jonge gezinnen in Brugge veel minder gecompenseerd wordt door een instroom van

jongvolwassenen en dat Brugge een dure woonstad blijft. De analyses die we hiervan maakten en

een aantal insteken hoe we als stad hiermee kunnen omgaan, pogen we hieronder samen te vatten

in een soort SWOT-analyse.

123


Omgevingsanalyse.

Als sterktes heeft Brugge zoals vernoemd zijn kwaliteitsvolle woonomgeving. De doorgedreven inzet

op woonkwaliteit, groen, netheid, buurtgerichtheid,… maakt dat Brugge anno 2013 door zijn

inwoners ervaren wordt als een van de meest aangename woonsteden van Vlaanderen waarin men

tevreden is over zijn of haar stad en buurt.

Die sterkte leidt echter meteen naar een van Brugges grootste zwaktes. Door zijn aantrekkelijkheid,

en ook wel zijn toeristische bekendheid, is Brugge een zeer gegeerde stad en dus ook een zeer dure

stad geworden. Zowel voor woningen als voor appartementen behoort Brugge tot de top 2 van

duurste steden in Vlaanderen. Vaak minder een probleem voor oudere medioren die reeds een leven

lang hebben kunnen sparen om hier iets te kopen, maar wel meer en meer problematisch voor

kansengroepen en jonge starters.

Voor die jonge starters komt er nog bij dat Brugge geen universiteitsstad is en ook al groeit het aantal

studenten, dit nog steeds minimaal blijft in vergelijking met vele andere steden. Brugge heeft

daarenboven, of net mede daardoor, bij veel jongeren wat een imago van ‘Bokrijk’-stad en kan qua

populariteit bij jongvolwassenen nauwelijks concurreren met steden zoals het hippe Gent. Hierdoor,

samen met de hoge vastgoedprijzen, mist Brugge voor een groot deel een instroom aan jonge

starters in de stad. Die instroom is er wel, maar is veel lager dan in andere steden en is ruim

onvoldoende om de (meer normale) uitstroom aan jonge gezinnen te compenseren. Dit gemis aan

jonge instroom zorgt voor een onevenwichtig samengestelde sociale mix in de stad, maar dreigt

vooral een gemis aan creativiteit, toekomstgerichtheid en spontaniteit in de stad te brengen. En voor

een toekomstgerichte stad is dat toch zeer belangrijk.

Brugge heeft echter wel een aantal kansen waar men kan op inspelen. De haven van Zeebrugge is

een belangrijke economische pool in de nabije omgeving die voor belangrijke tewerkstelling kan

zorgen. Maar ook de zorgsector, monumentenzorg en toerisme… zijn sectoren die in Brugge sterk

staan en waar mogelijke opportuniteiten voor het aantrekken van jonge creatieve krachten zich

aandienen. De recent gelanceerde verhalen voor Brugge “Handmade city” en “Brugge letterstad”

spelen daar op in door aan het toeristische Brugge een nieuw verhaal te geven dat de klemtoon legt

op de ondersteuning van (jong) creatief talent.

Ook de hogescholen bieden verdere kansen. De voorbije jaren hebben zij een beleid gevoerd van

centralisatie en uitbreiding in Brugge, waardoor meer studenten naar Brugge kwamen. Een verdere

uitbreiding van deze hogescholen, een verdere versterking van hun banden met het lokale

bedrijfsleven en een verdere ondersteuning van de studentengemeenschap in Brugge, zouden goed

zijn voor de groei van Brugge als studenten- en jongerenstad.

Tegelijkertijd horen hier echter ook een aantal bedreigingen bij. Zo blijft het een feit dat Brugge

excentrisch ligt ten opzichte van de Vlaamse Ruit, en bijgevolg van het economisch zwaartepunt in

Vlaanderen en wellicht ook van het merendeel aan Vlaamse investeringen. De zeehaven van Brugge

biedt wel mogelijkheden, maar blijft een stuk kleiner dan bv Antwerpen, kampt met uitdagingen

betreffende zijn ontsluiting naar het hinterland en blijft in de eerste plaats een overslaghaven met

nog ruime marge inzake tewerkstelling en toegevoegde waarde. Niettegenstaande de nieuwe

verhaallijnen voor toeristisch Brugge blijft het in de historische binnenstad een uitdaging om een

toenemende toeristische monocultuur tegen te gaan en de erkenning als Werelderfgoed zinvol te

combineren met de uitdagingen van een levende stad: Brugge is een stad waar ook nog gewerkt,

geleefd en gestudeerd moet (kunnen) worden. Over hoe dit evenwicht moet bewaard worden of

124


Omgevingsanalyse.

naar welke kant de balans iets meer dient over te slaan zal in de toekomst wellicht nog heel wat

gediscussieerd worden. Maar net dat maakt een stad boeiend en toont de betrokkenheid van de

bewoners bij de stad. Brugge aantrekkelijk én betaalbaar houden, voor de huidige stadsbewoners en

niet in het minst voor nieuwe jonge starters, het blijft in elk geval één van de belangrijkste maar

tegelijk moeilijkste uitdagingen voor het stadsbestuur.

IV. LEEFBAARHEID IN DE WIJKEN

Een belangrijk onderdeel van een goeie omgevingsanalyse vormt de leefbaarheid in buurten en

wijken. Voor dit onderdeel verwijst de studiedienst van de Vlaamse regering in haar rapport naar een

aantal tevredenheids- en veiligheidsindicatoren uit de stadsmonitor. De conclusies van de Vlaamse

studiedienst zijn alvast duidelijk en voor Brugge bijzonder positief: ,,De Bruggeling is bijzonder

tevreden over zijn buurt. Meer dan 8 op de 10 inwoners erkent tevreden te zijn. De groenindruk, het

contact in de buurt, de speelvoorzieningen en activiteiten voor ouderen worden positief

gewaardeerd. Brugge scoort hiermee beduidend hoger dan gemiddeld in de centrumsteden.’’, zo

luidt het.

Opgedeeld in verschillende indicatoren en vergeleken met andere centrumsteden geeft dit volgend

beeld:

Onze evaluatie van deze indicatoren kan dan ook vrij bondig zijn: Brugge handhaaft zich hier duidelijk

op een hoog niveau. Vooral het positieve resultaat voor tevredenheid over speelvoorzieningen valt

hierin op. Volgens de Vlaamse studiedienst is deze tevredenheid in 2011 namelijk significant

125


Omgevingsanalyse.

toegenomen ten opzichte van 2008, waardoor Brugge hier de koppositie van de 13 centrumsteden

bekleedt.

Ook op vlak van veiligheid scoort Brugge zeer goed. In het rapport van de Vlaamse studiedienst

vinden we hier volgende figuur over terug:

Brugge scoort hier op alle indicatoren duidelijk bij de beste van de 13 Vlaamse centrumsteden. Enige

opvallende uitspringer is ‘onaangepaste snelheid verkeer’. Hoewel Brugge ook hier nog steeds het

derde beste resultaat van alle centrumsteden haalt, blijkt duidelijk dat dit in alle steden voor veel

mensen een punt van ergernis blijft.

Deze over het algemeen zeer goede resultaten mogen evenwel geen reden zijn om de inspanningen

ter zake te verminderen of te lossen: netheid in de buurt hangt in een belangrijke mate af van het

voortzetten van de doorgedreven (preventie)acties en de verdere consequente opvolging van

hindermeldingen; tevredenheid over contact binnen de buurt blijft maar duren als men vanuit het

beleid ook kleine particuliere initiatieven ter zake blijft aanmoedigen en ondersteunen;

verkeerssnelheid zal maar verbeteren als men in wegaanleg en controle daar blijvend aandacht voor

heeft; groenindruk en speelvoorzieningen kunnen maar hoog blijven scoren, als men daar ook in het

stedelijk beleid verder continu blijft op inzetten. Over dit laatste duidde het baanbrekend

speelruimtebeleidsplan er bijvoorbeeld op dat er nog op een zevental plaatsen in Brugge

zogenaamde zoekzones konden afgebakend worden: zones waar men niet op loopafstand voldoende

speelvoorzieningen kon aantreffen.

De afgelopen jaren heeft Brugge ook sterk ingezet op steun voor informele bewonersgroepen in de

wijken. Nu al zijn op meer dan 150 plekken in Brugge dergelijke bewonerscomités actief, ze hebben

inmiddels ook hun eigen buurtwebsites ( www.brugsebuurten.be), ze lopen rond in hun buurt om de

126


Omgevingsanalyse.

gevels te bebloemen, gaan met de ganse buurt naar tentoonstelling of film, doen samen aan sport,

en nog veel meer… Een succesaanpak om bewoners opnieuw meer grip te laten krijgen op hun eigen

leefomgeving en een aanpak die zonder twijfel nog verdere uitbreiding of uitdieping verdient

V. DE MAATSCHAPPELIJKE POSITIE VAN JONGEREN

Uit het eerste deel van de omgevingsanalyse bleek al dat de ontgroening van de stad en de

maatschappelijke positie van jongeren in de stad een aandachtspunt voor Brugge vormen. Het

studiebureau SUM komt dan ook tot volgende conclusie: “Ofschoon Brugge een toename kent van

de leeftijdscategorieën +40 jaar, zien we toch dat de vergrijzing in Brugge niet dermate meer

aanwezig is dan in de rest van Vlaanderen. Wat wel opvalt is de sterke ondervertegenwoordiging van

jonge huishoudens in het centrum. Terwijl dit voor starters toch de logische vestigingslocatie zou

moeten zijn. Er is in Brugge misschien niet zozeer sprake van een vergrijzing, toch niet meer

uitgesproken dan in de rest van Vlaanderen, maar vooral van een ontgroening. (...) Het stedelijk

gebied slaagt er evenwel niet in om voldoende aantrekkingskracht te genereren voor starters, terwijl

andere stedelijke centra dit vaak wel kunnen”.

Bijkomende kanttekening die we hierbij moeten maken is dat zowel de cijfers van SUM als die van de

Vlaamse studiedienst enkel rekening houden met de personen die in Brugge gedomicilieerd zijn.

Hierbij verliest men natuurlijk uit het oog dat heel wat jonge Bruggelingen in de praktijk elders gaan

studeren en dus zeker op weekdagen nog nauwelijks in de stad zelf zijn. Dit wordt deels

gecompenseerd door de studenten die van elders in Brugge komen studeren, maar dit aantal ligt

beduidend lager dan het aantal wegtrekkende studenten. Het ontgroeningseffect speelt hierdoor in

realiteit nog een stuk sterker dan uit de cijfers blijkt.

De oorzaken van deze ontgroening zijn natuurlijk veel en divers. Verder onderzoek naar

verhuismotieven zou dan ook zinvol zijn. Toch konden we in het eerste deel al enkele mogelijke

redenen geven. Zo blijkt Brugge een dure stad te zijn qua vastgoed, speelt het zeker in het nadeel dat

Brugge geen universiteitsstad is, en worstelt Brugge niettegenstaande de verbeteringen de laatste

jaren nog steeds met een onhip Bokrijk-imago. De ligging buiten de Vlaamse Ruit en de immer

dreigende overheersing door het toerisme spelen ons zeker ook parten. Niettemin heeft Brugge wel

troeven met zijn hoge woonkwaliteit en veiligheid, liggen er kansen in een aanhoudende groei van de

Brugse hogescholen en in de hier sterk ontwikkelde economische sectoren van haven en zorg, en

bieden de onlangs gelanceerde lijnen ‘Handmade in Brugge’ en ‘Brugge letterstad’ verfrissende

insteken om op een vernieuwende manier met het toerisme om te gaan.

In dit onderdeel willen we ook nog even wat verder ingaan op de door verschillende

jongerengroepen geuite vraag naar meer uitgaansgelegenheden in de stad. (Een deel van) de Brugse

jeugd had namelijk het gevoel dat zij steeds meer uit de binnenstad geweerd werden en jongeren in

het algemeen hier niet langer welkom waren. De vraag naar meer uitgaansgelegenheden stond dan

ook symbool voor een diepere bezorgdheid: Brugge mag geen oude koekendoos of

openluchtmuseum worden, maar moet ook een stad zijn waar ook jonge mensen kunnen wonen,

leven en werken.

127


Omgevingsanalyse.

De studiedienst van de Vlaamse regering bracht in hun rapport de tevredenheid over het cultuur- en

vrijetijdsaanbod in Brugge in kaart. Dit geeft volgend resultaat:

Opvallend is dat Brugge hier over het algemeen vrij goed scoort. De studiedienst concludeert dan

ook: “ De inwoners van Brugge zijn tevreden over het cultuur- en vrijetijdsaanbod. Brugge scoort

beter dan gemiddeld.” Hierbij springt enkel de tevredenheid over de uitgaansgelegenheden in het

oog: voor deze indicator scoort Brugge minder goed dan de gemiddelde centrumstad.

Belangrijke kanttekening is evenwel dat dit de resultaten zijn voor de ganse Brugse bevolking. Ze

geven geen accuraat beeld van de mening van de jongeren op zich. De studiedienst geeft hiervoor

zelf toe dat er een ondervertegenwoordiging is van 15- tot 24- jarigen. In die mate zelfs dat men de

resultaten voor die leeftijdsgroep op zich niet kan afzonderen om hier betrouwbare uitspraken over

te doen. Men doet wel een poging door de leeftijdsgroep uit te breiden tot jonger dan 35 jaar. Maar

ook hier blijft het probleem dat dit een zeer uitgebreide groep is, en dat de mening van de 18-jarige

student over horeca en uitgaansgelegenheden wel eens sterk kan verschillen van een 30-plusser die

net aan een gezin en eigen huis begonnen is.

Niettemin geeft de opsplitsing volgens leeftijdsklassen, met de groep onder 35 jaar, enigszins al een

beter beeld:

128


Omgevingsanalyse.

Het is duidelijk dat de tevredenheid over uitgaansgelegenheden en geschikte plekken voor de jeugd

een stuk lager ligt bij de min 35-jarigen. Ook de tevredenheid over het aanbod aan sporten

recreatievoorzieningen ligt bij hen iets lager.

De voorbije jaren heeft het Brugs stadsbestuur sterk ingezet op het verbeteren van deze

uitgaansmogelijkheden en plekken voor jongeren in de stad. Naast het bestaande Entrepot, werden

bijvoorbeeld de zaaltjes Entrenous, Thope en Factor Club met stadsgeld omgebouwd tot fuifzaaltjes,

werd jongerenradio en ontmoetingsplek Villa Bota in het leven geroepen, werd met Brugge Leeft een

omvangrijk project rond communicatie en jongerenkortingen gelanceerd, staat nog een investering

in een nieuwe jeugdherberg met ruimte voor concertjes op de planning.

Een ander aspect dat de Vlaamse studiedienst in zijn rapport belicht is dat van de

jongerenwerkloosheid en schoolse vertraging. Dit zijn zeker belangrijke indicatoren van de

maatschappelijke positie van jongeren, alleen is het zeer de vraag of het stadsbestuur daar ook een

betekenisvolle invloed kan op uitoefenen.

Hoe is de situatie momenteel in Brugge? Brugge telde anno 2011 3.114 niet-werkende

werkzoekenden. Het aandeel jongeren jonger dan 25 jaar hierin bedroeg 22%. Dat is weliswaar iets

minder dan de 25,3% uit 2001 maar blijft iets meer dan het gemiddelde van de 13 Vlaamse

centrumsteden (18,9%). De schoolse vertraging in het lager onderwijs blijft in Brugge beperkt tot

16,1%, terwijl dat in de andere Vlaamse centrumsteden gemiddeld 22,3% is. De schoolse vertraging

in het secundair onderwijs verschilt grondig naar gelang de gekozen onderwijsvorm maar ook hier

scoort Brugge telkens beter dan het gemiddelde van de Vlaamse centrumsteden en zelfs beter dan

het gemiddelde in Vlaanderen tout court. In het BSO loopt de schoolse vertraging wel op tot 59,4%.

Een stuk lager nog dan het gemiddelde van de centrumsteden (67,3%) maar niettemin een

aandachtspunt. Tot slot benadrukt de Vlaamse studiedienst het verschil in schoolse achterstand

tussen Belgen en niet-Belgen. We merken inderdaad dat de schoolse achterstand ook in Brugge een

stuk hoger ligt bij niet-Belgen, maar ook hier ligt dit resultaat in de lijn van of is het zelfs beter dan

het gemiddelde in de centrumsteden. Bovendien is dit probleem in Brugge een stuk minder pregnant

gezien het veel lagere aantal niet-Belgische scholieren dan in andere steden.

129


Omgevingsanalyse.

Voorlopige conclusie van dit onderdeel? Brugge heeft de afgelopen jaren sterk ingezet op ruimte

voor jongeren, maar het ombuigen van de reputatie van Brugge bij jongeren wordt ongetwijfeld nog

een werk van lange adem: om jongeren echt het gevoel te geven dat ze een plek hebben in de stad,

dat ze thuis horen in Brugge, zal verdere inzet nodig zijn op diverse gebieden zoals betaalbaar

wonen, studeren, werkgelegenheid maar ook qua algemene regelgeving en openheid voor

jongerencultuur . Tegelijk kan de stad niet vasthouden aan het idee dat alles stadsinitiatief moet zijn.

Ruimte maken voor jongeren betekent ook hen en de privésector de vrijheid geven om zelf initiatief

te ondernemen en hieruit de goede creatieve ideeën oppikken en ondersteunen. Dit evenwicht

(terug)vinden tussen ruimte bieden voor jongeren en tegelijk het goede evenwicht tussen

verschillende groepen in de stad bewaren, zal een belangrijk aandachtspunt blijven.

VI. BRUGGE SOCIALE STAD

Brugge is in vergelijking met de andere Vlaamse centrumsteden een relatief rijke stad, wat niét

betekent dat bv. kansarmoede hier niét zou voorkomen, wel in tegendeel: in 2011 werden in Brugge

7,4% van de kinderen geboren in een kansarm gezin, maar dat is nog steeds 12,5% lager dan het

gemiddelde in vergelijkbare steden. Wél zijn er in Brugge geen duidelijk geografisch geconcentreerde

,,probleemwijken’’ zoals bijvoorbeeld in andere Vlaamse steden de Seefhoek of de Brugse Poort: de

kansarmoede is hier vaak meer verborgen en/of versnipperd. Als we globaal het percentage bekijken

dat van een leefloon moet leven, dan zien we dat Brugge iets hoger scoort dan het Vlaamse

gemiddelde, maar toch ongeveer de helft lager dan andere steden binnen dezelfde Belfius-indeling.

Brugge heeft anderzijds procentueel meer gerechtigden op het Gewaarborgd Inkomen voor

Bejaarden (GIB) en de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) dan het volledige Vlaamse Gewest,

maar ook dan het gemiddelde in de Vlaamse centrumsteden. Ook het aantal mensen met een

overmatige schuldenlast en het aantal mensen dat een beroep doet op het OCMW, stijgt hier elk

jaar: in 2012 was er bij het OCMW tegenover het jaar 2011 een stijging van het aantal dossiers met

4,6%. Met andere woorden: de globaal genomen gunstige cijfers – in vergelijking met andere

Vlaamse centrumsteden – mag ons niét de realiteit doen vergeten dat ook een belangrijk aantal

stadsgenoten in (kans)armoede leven. In het lokaal sociaal beleidsplan is dan ook geopteerd voor een

globale benadering, met aandacht voor wonen, activering én samen leven. We verwijzen hiervoor

130


Omgevingsanalyse.

naar de omgevingsanalyse die het OCMW opgemaakt heeft en die eveneens aan de gemeenteraad

wordt voorgelegd n.a.v. het dossier meerjarenplan OCMW.

VII. INTERNE WERKING VAN DE STAD

Bekijken we even de eigen organisatie van de stad, dan beschikken we als omgevingsanalyse

enerzijds over een punctuele insteek van de verschillende diensthoofden met hun desiderata naar

projecten en omkadering voor de periode 2013-2018 en anderzijds over het administratief

memorandum van het managementcomité van de stad met een aantal meer algemene bevindingen

en aanbevelingen.

De stadsfinanciën zijn bij de start van de legislatuur 2013-2018 relatief gezond. De stadsschuld werd

sinds medio de jaren negentig systematisch afgebouwd, de leningslast per inwoner (in euro)

gehalveerd, van 1.707 euro/inwoner in 2004 naar 812 euro/inwoner in 2011, terwijl ook de totale

uitstaande schuld (in duizend euro) daalde van 199.230 euro in 1994 tot 94.831 euro in 2011. De stad

beschikte in het vorige boekhoudsysteem op 31/12/2011 over een aanzienlijke reserve, nl. in gewone

dienst 27,56 mio euro, in buitengewone dienst 11,88 mio euro. Brugge behoort financieel in het rijtje

van de Vlaamse centrumsteden tot de betere leerlingen van de klas, maar de krappe financiële

marges én een aantal structurele factoren zullen het bestuur de komende jaren nopen tot het maken

van verstandige keuzes.

Eén van de belangrijkste uitdagingen de komende legislatuur zal erin bestaan de stadsfinanciën

gezond te houden., financieel in evenwicht te zijn, in een ongunstig financieel klimaat, en dit zonder

de lokale investeringen af te remmen waarbij het huidige niveau van dienstverlening minstens

behouden blijft. Nu al is duidelijk dat bij ongewijzigd beleid én bij ongewijzigde fiscaliteit de

stadsfinanciën op termijn niet in evenwicht kunnen gehouden worden en de vrije beleidsruimte deze

legislatuur (2013-2018) aanzienlijk vermindert.

Het Vlaamse visitatierapport adviseerde het stadsbestuur om als bestuur sterker in te zetten op de

strategische oriëntatie en om de beleidsuitvoering meer te delegeren naar het ambtelijk niveau. De

Vlaamse visitatie adviseerde ook om meer aandacht te besteden aan de strategische onderbouw van

het beleid, onder meer door de oprichting binnen de stad van een cel strategische planning en

analyse. Ook werd een lans gebroken voor een totale herdenking van de dienstverlening aan de

burger, wat uiteindelijk kan uitmonden in de realisatie van een nieuw stadskantoor.

Bij de inhoudelijke uitdagingen wil de stad de nakende pensioneringsgolf als een kans zien om de

eigen werking (en de omvang) van de administratie kritisch te bekijken en het kerntakendebat ook

binnen de stad grondig te voeren. Zeker is dat in de komende tien jaar – van 2013 tot 2023 –

welgeteld 422 stadspersoneelsleden aan 65 jaar met pensioen zullen gaan, maar als we uitgaan van

het meer realistisch cijfer van pensionering aan 62 jaar, dan zullen deze legislatuur al – van 2013 tot

2018 – liefst 290 stadspersoneelsleden met pensioen gaan: 25 van A-niveau, 11 van B-niveau, 106

van C-niveau, 84 van D-niveau en 64 van E-niveau.

Voorts werd in het administratief memorandum op basis van de resultaten van een audit een lans

gebroken voor een opwaardering van de rol van de informatica én op een meer doorgedreven

samenwerking tussen stad en OCMW, zowel op politiek als op administratief vlak.

131


Omgevingsanalyse.

VIII. BETROKKENHEID VAN DE BURGER

Last but not least is er nog de betrokkenheid en de participatie van de burger. Om daar voor de

omgevingsanalyse objectief feitenmateriaal voor aan te dragen, is het goed om opnieuw te verwijzen

naar de Vlaamse stadsmonitor.

Samenvattend, bijna 7 op de 10 inwoners voelt zich goed geïnformeerd over en door de stad. Met

een percentage van 66,7% bekleedt Brugge hiervoor de 3e plaats in Vlaanderen, na Hasselt en

Oostende. En wat betreft consultatie door het stadsbestuur haalt Brugge een 4e plaats na Hasselt,

Oostende en nu ook Genk (dat met initiatieven als ‘de genks’ hier de voorbije jaren zeer zwaar op

inzette). Geen slecht resultaat dus voor Brugge, dat hiermee beter scoort dan steden als bv Gent en

Turnhout, die ter plekke door diverse actiegroepen nochtans vaak als voorbeeld genoemd worden.

Duidelijk goede cijfers voor Brugge dus. Maar: alles kan beter. Zo had de Vlaamse visitatiecommissie

nog een aantal vragen bij de aard en de diepgang van de interactie tussen bestuur en burgers. ,,De

meeste initiatieven van het stadsbestuur zijn gericht op informeren en minder op luisteren’’, zo

luidde het. De visitatiecommissie had de indruk dat het toenmalig bestuur niet altijd overtuigd was

van de meerwaarde van actieve burgerbetrokkenheid. ,,Het is nochtans waardevol om als bestuur

gebruik te maken van de uitgebreide expertise die bij de burgers aanwezig is. Deze kennis benutten

in interactieve discussies en reflecties resulteert ongetwijfeld in toegevoegd waarden ten opzichte

van wat bij ambtenaren en bestuurders al bekend is.’’

Zoveel is duidelijk: hier is nog ruimte voor verbetering. Een volgehouden inspanning om mensen bij

het beleid te betrekken kan zijn vruchten afwerpen en (hopelijk) leiden tot een nog toenemend

vertrouwen in de stedelijke overheid en een grotere betrokkenheid van de mensen bij hun

132


Omgevingsanalyse.

leefomgeving. Voorbeelden uit Genk, Gent, Roeselare en andere steden kunnen hierbij inspirerend

zijn, maar zullen omgebouwd moeten worden tot een typisch Brugs verhaal. In het toekomstakkoord

van de nieuwe bestuursploeg wordt daar met ,,De toekomst van Brugge’’ trouwens ook een

betekenisvolle passage aan gewijd.

Toch moet men ook hier al te hoge verwachtingen van de effecten van participatie wat temperen.

Zoals gezegd heeft bv Genk de voorbije jaren met diverse initiatieven sterk ingezet op een brede

participatie. Tegelijk zien we echter dat het vertrouwen in de Genkse stedelijke overheid in die

periode nauwelijks gewijzigd is van 37,0 naar 37,5%. Gelijkaardig verhaal in Gent, waar men het

vertrouwen zag dalen van 46,5% naar 45,5%. Participatie is dus geen toverformule om het draagvlak

van en het vertrouwen in het bestuur te vergroten. En het zou ook verkeerd zijn om het enkel om die

reden te doen. Participatie dient men op te zetten vanuit de idee dat dit inherent nodig en nuttig is

voor een beter gefundeerd bestuur en een grotere betrokkenheid van mensen bij hun omgeving,

maar niet vanuit de idee dat men hierdoor automatisch ‘populairder’ zou worden.

Overigens dient er ook gewezen te worden op de participatiebepalingen in het gemeente- en het

OCMW-decreet, die participatie opleggen van de belanghebben bij onder andere de

beleidsvoorbereiding. Daarnaast is er ook nog het planlastendecreet dat in alle sectoren als

voorwaarde voorziet dat de belanghebbenden geraadpleegd worden, in een aantal gevallen bij

monde van de verplichte adviesraden (zoals bijvoorbeeld de sportraad), in andere gevallen door

middel van officieuze raden en bevragingen. In Brugge is het de keuze van bestuur én administratie

geweest om per beleidsdomein de betrokken adviesraden ,,in gang te zetten’’.

Voor Brugge gebeurt de participatie bij het betrekken van de bevoegde en/of lokale belanghebbende

adviesraden bij o.a. de voorbereiding en opmaak van het meerjarenplan. Zij zullen ook betrokken

worden bij de bijsturing en uitvoering .

Momenteel zijn de diensten volop bezig om het meerjarenplan aan de bevoegde adviesorganen ter

goedkeuring voor te leggen. De resultaten hiervan worden aan het Agentschap voor Binnenlands

Bestuur (ABB) bezorgd en dit volgens de opgelegde richtlijnen vanuit Vlaanderen.

Conclusie voor dit onderdeel? Brugge scoort momenteel vrij goed qua informatie voor en

betrokkenheid van de burger, maar er is zeker nog ruimte voor verbetering. Kwalitatief uitgedachte

participatiemethoden zijn zeker zinvol om de fundering voor het beleid te vergroten en mensen bij

hun leefomgeving te betrekken. Maar men dient bij dit alles wel steeds rekening te houden met de

kanttekeningen dat in deze democratie het verkozen bestuur nog steeds het belangrijkst is en de

democratische plicht heeft de bakens volgens hun programma uit te zetten, dat men niet de illusie

mag hebben via participatie iedereen te bereiken en dat men participatie niet als toverformule mag

zien maar eerder als inherente reflex van goed bestuur.

133


Financiële risico’s.


Rapportgegevens:









134




Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Financiële

risico’s.

Omschrijving financiële risico’s

1. Leningen

o Leningen werden en worden pas aangegaan als buitengewone uitgaven of

investeringen werkelijk betaald zijn. Op deze manier zorgen we ervoor geen

onnodige interesten te betalen. Bepaalde investeringen worden zelfs

voorgefinancierd uit eigen middelen. Deze werkwijze zal ook in de komende jaren

gehandhaafd blijven.

o Daarom zijn de bedragen van de op te nemen leningen (11 miljoen euro/jaar in

2014-2016 en 23 miljoen euro/jaar in 2017-2019) als indicatief te beschouwen. Als

de kasmiddelen het toelaten kan er effectief later geleend worden dan voorzien in

de budgetten.

o Uiteraard houden we rekening met de evolutie van de rentevoeten. Dreigen die

(sterk) te stijgen, dan kan het aangewezen zijn om minder te voorfinancieren en iets

eerder te lenen. Er kan wel met banken onderhandeld worden om de rentevoet van

in te toekomst aan te gane leningen reeds vast te leggen voor de effectieve opname

van leningen.

o Stad Brugge maakt (net als andere gemeenten) ook gebruik van thesauriebewijzen

als financieringsinstrument (als diversificatie t.o.v. de klassieke bankkredieten). Dit

zijn kortlopende schuldbewijzen op (maximaal) 1 jaar. De rentevoet van deze

thesauriebewijzen zijn veel lager dan deze bij de klassieke bankkredieten, vermits:

� de rentevoet op korte termijn (normaal) lager is dan die op langer dan één

jaar;

� thesauriebewijzen niet op de bankbalans komen (in tegenstelling tot

kredieten – daardoor rekenen de banken geen hoge marge aan bovenop de

referentierentevoet).

Daartegenover staat wel dat de kortetermijnrentevoeten bij elke (maandelijks,

driemaandelijks,…) herziening kunnen wijzigen. In het verleden heeft de stad

hiervoor contracten met banken afgesloten om de stijging van de kortetermijnrente

af te dekken.

o Zoals blijkt uit het TM2 schema (cf. blz. 161) blijft de schuldenlast van Stad Brugge

beheersbaar.

135




2. Gemeentefonds

o Gemeentefonds: tot op heden is een groei van 3,5% gegarandeerd (is ook recent

bevestigd in de cijfers bezorgd door de Vlaamse overheid voor de opmaak van de

meerjarenplannen).

o Het bedrag dat aan Brugge wordt toegekend kan wijzigen door:

� eventuele nieuwe verdelingsregels of besparingsmaatregelen beslist door

een vernieuwde Vlaamse regering in 2014;

� de evolutie van de inwonersaantallen van andere centrumsteden, waardoor

Brugge die nu als enige Vlaamse gemeente tussen 100.000 en 200.000

inwoners heeft haar voor deze gemeenten gereserveerd segment moet

delen met een andere centrumstad.

3. Vergrijzing van de bevolking

o Door de stijging van de leeftijd van Brugse bevolking (zie omgevingsanalyse –

blz. 109) neemt het aandeel van de actieve bevolking af.

o Dit heeft twee belangrijke bedreigingen:

� de daling van de inkomsten per gezin en dus de belastbare basis. Dit uit zich

voorlopig nog niet in de opbrengst van de fiscaliteit, maar kan na de

planningshorizon (na 2019) een bedreiging vormen;

� de verhoging van de zorggraad. Oudere mensen hebben meer zorg nodig.

Dit uit zich concreet in de stijgende bijdragen aan het Brugse OCMW. Voor

de uitbouw van de zorg voor senioren (intra en extra muraal) heeft het

OCMW meer middelen nodig.

4. De pensioneringsgolf bij het stadspersoneel (en personeel bij derdenbesturen)

De lokale besturen staan zelf voor de pensioenkosten van hun eigen statutair personeel in.

Het stijgend aantal pensioneringen verplicht de RSZPPO ertoe ook de de

pensioenbijdragepercentages op te trekken. Daarnaast legt RSZPPO een

responsabiliseringsbijdrage op indien deze basisbijdrage niet volstaat om de pensioenen van

de toenemende groep gepensioneerde statutairen te betalen.

Ook het OCMW en de politie worden geconfronteerd met stijgende pensioenlasten.

Voor de cijfermatige berekening van de pensioenlasten in het meerjarenplan verwijzen we

naar de inhoudelijke toelichting bij het meerjarenplan en budget.

Het resultaat op kasbasis (rubriek VIII in het M2 schema - staat van het financieel evenwicht) laat toe

om de impact van deze risico’s op te vangen. Het grootste deel van de risico’s vermeld onder punt

1, 3 en 4 zijn reeds verwerkt in de cijfers van het meerjarenplan 2014-2019.

136


Overzicht alle beleidsdoelstellingen.


Rapportgegevens:









137




Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Overzicht alle

beleidsdoelstellingen.

1 Brugge bestendigt de gezonde financiële situatie op lange termijn.

2 Brugge is een stad waar diensten en individuele medewerkers samenwerken om de structuur van

de organisatie en de werking ervan naar de klant te verbeteren, efficiënter en effectiever te maken.

3 Brugge biedt een klantgerichte dienstverlening.

4 Brugge is een stad waar wonen aantrekkelijk, betaalbaar, kwaliteitsvol en duurzaam is.

5 Brugge is een duurzame en propere stad.

6 Brugge vermindert tegen 2020 zijn CO2 uitstoot en energieverbruik met minstens 20%, en beschikt

tegen 2020 over minstens 20% hernieuwbare energie.

7 Stad Brugge zet in op een duurzaam, veilig en participatief mobiliteitsbeleid.

8 Brugge ontwikkelt zijn economisch beleid met een focus op een bloeiend detailhandelsapparaat,

ondernemen in Brugge en haar regio, sociale economie.

9 Stad Brugge introduceert citymarketing als een beleidsfilosofie en integrerende factor in het hele

stedelijke beleid.

10 Brugge is een internationaal cultuur-toeristische topbestemming.

11 Brugge is een werelderfgoedstad met recht op een toekomst. Brugge wil zich profileren als jonge,

trendy, dynamische stad, die de titel werelderfgoedstad zeer belangrijk blijft vinden. Hip en

historisch kunnen hand in hand gaan.

12 Stad Brugge voert een kwalitatief en integraal vrijetijdsbeleid met maximale inzet op de Vlaamse

beleidsprioriteiten.

13 Brugge is een stad waar jongeren zich volledig kunnen ontplooien.

14 Stad Brugge zorgt voor goed geïnformeerde burgers die mee vorm geven aan hun stad.

15 Brugge is een sociale en solidaire stad.

16 Brugge is een onderwijsstad.

17 Voor het bestuur is het belangrijk dat iedereen zich in Brugge veilig voelt. Veiligheid is een

basisrecht van alle Bruggelingen, het maakt deel uit van leefbaarheid en levenskwaliteit.

138

Rapportgegevens:

Type beleidsrapport: Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Interne

organisatie van het bestuur. Organogram.







139

financiën

logistiek

algemene bestuurszaken

personeel

gemeenteraad

clusters BEHEER clusters BELEID

Financiële diensten

Ombudsdienst

Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) Personeelsdienst Stadsgeneesheer

diensten diensten

stadssecretaris

adjunct-stadssecretaris

financieel beheerder

managementteam+

Coördinatiedienst Communicatiedienst Europese cel dienst Algemeen bestuur dienst Eigendommen dienst Pers en publicaties dienst Public relations en onthaal Secretarie

dienst Informatica dienst Patrimonium Beheer dienst Drukkerij/Economaat

Cultuurbeleidscoördinator Stadsarchief dienst Bibliotheken dienst Cultuur Cultuurcentrum Musea Brugge

Wegendienst Groendienst

dienst Bevolking/Burgerlijke stand Jeugddienst dienst Welzijn dienst Onderwijs dienst Lokaal onderwijsbeleid Preventiedienst Sportdienst Diversiteits- en Noord-zuiddienst

stadsontwikkeling

dienst Ruimtelijke Ordening Woondienst

ruimtelijke ordening

dienst Lokale economie dienst Mobiliteitscel dienst Stedenbeleid Toerisme Brugge

milieu en veiligheid dienst Leefmilieu dienst Vergunningen Brandweer

college van burgemeester en schepenen

cultuur

openbaar domein

burgerzaken

kabinetten

Stad Brugge - Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Interne organisatie van het bestuur. Organogram. 140

Rapportgegevens:


Interne organisatie van het bestuur. Personeelsbestand TM1-

schema.







141

Inhoud!A1

Aantal voltijds equivalenten (VTE)

2014 2015 2016 2017 2018 2019

Vastbenoemd 833 819 781 736 705 705

Niveau A 96 94 92 89 88 88

Niveau B 81 80 77 74 73 73

Niveau C 373 366 346 325 308 308

Niveau D 276 273 259 243 231 231

Niveau E 7 7 7 6 5 5

Contractueel (niet-gesco) 515 505 498 492 484 484

Niveau A 54 53 53 53 53 53

Niveau B 56 55 55 55 55 55

Niveau C 167 164 162 162 159 159

Niveau D 81 80 79 76 75 75

Niveau E 157 152 148 145 140 140

Gesco 255 250 241 239 235 235

Niveau A 2 1 1 1 1 1

Niveau B 4 4 4 4 4 4

Niveau C 15 15 13 13 13 13

Niveau D 41 41 38 38 36 36

Niveau E 193 189 185 183 181 181

TOTAAL 1.602 1.574 1.520 1.468 1.424 1.424

Niveau A 151 147 145 142 141 141

Niveau B 141 140 137 134 133 133

Niveau C 555 545 522 501 480 480

Niveau D 398 394 377 357 343 343

Niveau E 357 349 340 334 326 326

Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Interne

organisatie van het bestuur. Personeelsbestand TM1-schema.

Stad Brugge - Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Interne organisatie van het bestuur.

Personeelsbestand TM1-schema.


1. Beslissing cbs op 18 oktober 2013

2. Wat betekent dit in de praktijk?

2014 2015 2016 2017 2018 totaal

niveau A 4 4 2 2 5 17

niveau B 0 2 3 3 1 9

niveau C 8 11 28 23 23 93

niveau D 5 6 22 23 16 72

niveau E 4 12 12 10 14 52

totaal 21 35 67 61 59 243

2014 2015 2016 2017 2018 totaal

Vastbenoemd 16,10 13,47 38,55 44,20 31,70 144,02

niveau A 4,00 2,00 2,00 3,00 1,00 12,00

niveau B 1,00 3,00 2,80 1,00 7,80

niveau C 7,60 7,27 19,95 21,00 17,17 72,99

niveau D 4,50 3,20 13,60 16,40 11,53 49,23

niveau E 1,00 1,00 2,00

Contractueel 1,70 9,79 6,69 5,86 8,56 32,60

niveau A 1,00 1,00

niveau B 0,50 0,50

niveau C 2,42 1,94 3,05 7,41

niveau D 1,00 0,80 2,80 1,00 5,60

niveau E 1,70 4,87 3,95 3,06 4,51 18,09

Gesco 0,80 4,54 8,87 1,80 4,08 20,09

niveau A 1,00 1,00

niveau B 0,00

niveau C 1,50 1,50

niveau D 2,80 1,58 4,38

niveau E 0,80 3,54 4,57 1,80 2,50 13,21

TOTAAL 18,60 27,80 54,11 51,86 44,34 196,71

niveau A 4,00 4,00 2,00 3,00 1,00 14,00

niveau B 0,00 1,50 3,00 2,80 1,00 8,30

niveau C 7,60 9,69 23,39 21,00 20,22 81,90

niveau D 4,50 4,20 17,20 19,20 14,11 59,21

niveau E 2,50 8,41 8,52 5,86 8,01 33,30

Op 31 juli 2013 waren 1.843 mensen aan de slag. Het College van Burgemeester

en Schepenen besliste op 18 oktober 2013 om wie in de periode 2014-2018 op

pensioen gaat, niet via externe aanwerving te vervangen; wel eventueel via interne

verschuiving (Voor alle duidelijkheid, voor alle vervangingen andere dan pensioenen

geldt de huidig gehanteerde regel: de vervanging dient gemotiveerd en indien de

vervanging niet lukt via interne mobiliteit is een extra motivatie vereist).

Vertaald naar voltijdse equivalenten (VTE): de 1.843 medewerkers staan voor

1.620,464 VTE. De beoogde niet-vervanging resulteert in volgend overzicht in VTE,

meteen verdeeld over het statuut (vastbenoemd, contractueel en geco):

Als vuistregel voor de berekening van het aantal pensioneringen tijdens deze

legislatuur is verondersteld dat wie 62 jaar is, op pensioen gaat. Concreet betekent

dit, verdeeld over de verschillende niveaus:

Volgnummer

laatste inschrijving:

TK: 312620 - VK: 313000

Stad Brugge - Meerjarenplan 2014-2019.

Toelichting bij het meerjarenplan. Interne organisatie van het bestuur.

Info bij personeelsbestand TM1-schema. 143

3. Personeelsbudget in het meerjarenplan 2014-2019

2014 2015 2016 2017 2018 2019

Vastbenoemd 832,70 819,23 780,68 736,48 704,78 704,78

niveau A 95,50 93,50 91,50 88,50 87,50 87,50

niveau B 81,00 80,00 77,00 74,20 73,20 73,20

niveau C 373,02 365,75 345,80 324,80 307,63 307,63

niveau D 276,03 272,83 259,23 242,83 231,30 231,30

niveau E 7,15 7,15 7,15 6,15 5,15 5,15

Contractueel 514,69 504,90 498,21 492,35 483,79 483,79

niveau A 54,23 53,23 53,23 53,23 53,23 53,23

niveau B 55,73 55,23 55,23 55,23 55,23 55,23

niveau C 166,86 164,44 162,50 162,50 159,45 159,45

niveau D 81,06 80,06 79,26 76,46 75,46 75,46

niveau E 156,81 151,94 147,99 144,93 140,42 140,42

Gesco 254,51 249,97 241,10 239,30 235,22 235,22

niveau A 1,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50

niveau B 4,30 4,30 4,30 4,30 4,30 4,30

niveau C 14,82 14,82 13,32 13,32 13,32 13,32

niveau D 40,86 40,86 38,06 38,06 36,48 36,48

niveau E 193,02 189,48 184,91 183,11 180,61 180,61

TOTAAL 1.601,89 1.574,09 1.519,98 1.468,12 1.423,78 1.423,78

niveau A 151,23 147,23 145,23 142,23 141,23 141,23

niveau B 141,03 139,53 136,53 133,73 132,73 132,73

niveau C 554,69 545,00 521,61 500,61 480,39 480,39

niveau D 397,96 393,76 376,56 357,36 343,25 343,25

niveau E 356,98 348,57 340,05 334,19 326,18 326,18

Vermits in het cbs enkel een beslissing is genomen over de periode 2014-2018,

houden we de personeelsaantallen in 2019 identiek aan die in 2018. In het

meerjarenplan is bijgevolg budget voorzien voor volgend personeelsbestand:

Volgnummer

laatste inschrijving:

TK: 312620 - VK: 313000

Stad Brugge - Meerjarenplan 2014-2019.

Toelichting bij het meerjarenplan. Interne organisatie van het bestuur.

Info bij personeelsbestand TM1-schema. 144


Interne organisatie van het bestuur.

Overzicht budgethouders.


Rapportgegevens:


Interne organisatie van het bestuur. Overzicht budgethouders.







145





Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Interne organisatie van het bestuur.


1. College van Burgemeester en Schepenen voor Stad Brugge.

2. Luc Deslyper voor Sodibrug (sociale dienst van het personeel).

Het is de bedoeling om te evolueren naar budgethouderschap voor de diensten.

146

Rapportgegevens:


Interne organisatie van het bestuur. Overzicht beleidsdomeinen

en –velden.







147

Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Interne organisatie van het bestuur. Overzicht beleidsdomeinen en -velden.

Beleidsdomein Beleidsveld: Beleidsitems: Beheerd door:

Bevoegde

schepen:

0010 algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke

niveaus 001000 overdrachten financiën Laloo

0020 fiscale aangelegenheden 002000 fiscale aangelegenheden financiën Laloo

0030 financiële aangelegenheden 003000 financiële aangelegenheden financiën Laloo

0040 transacties ivm de openbare schuld

004000 transacties ivm de openbare

schuld financiën Laloo

0050 patrimonium zonder maatschappelijk doel

005000 patrimonium zonder

maatschappelijk doel dienst eigendommen Laloo

0090 overige algemene financiering

009000 overige algemene

financiering financiën Laloo

Algemene

financiering

volgnummer laatste inschrijving:

TK: 312620

VK: 313000

Stad Brugge - Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan.


Overzicht beleidsdomeinen en -velden. 148


Bevoegde

schepen:

Algemeen

bestuur

0110 secretariaat 011000 secretariaat secretarie Decleer

0111 fiscale en financiële diensten 011100 financiën financiën Laloo

011200 personeel-algemeen

011201 personeelsadministratie

011202 loopbaanbeheer en selecties

011203 vorming

011204 interne communicatie

0114 organisatiebeheersing 011400 organisatiebeheersing financiën Laloo

011501 IDPBW IDPBW

011502 sodibrug personeelsdienst/sodibrug

011901 algemeen bestuur algemeen bestuur Laloo

011902 communicatie communicatiedienst Burgemeester

011903 coördinatie coördinatiedienst Burgemeester

011904 drukkerij secretarie Decleer

011905 eigendommen eigendommen Laloo

011906 informatica informatica Decleer

011907 pb/electro-mechanica patrimoniumbeheer Decleer

011908 pb/gebouwen patrimoniumbeheer Decleer

011909 pb/wagenpark patrimoniumbeheer Decleer

011910 public relations & onthaal public relations & onthaal Burgemeester

011911 stedenbeleid stedenbeleid Burgemeester

011912 pers en publicaties pers en publicaties Burgemeester

011913 pb/schoonmaak patrimoniumbeheer Decleer

0190 overig algemeen bestuur 019000 ombudsdienst ombudsdienst Burgemeester

0350 klimaat en energie 035000 klimaat en energie energie-ambtenaar Lambrecht

0400 politiediensten 040000 politie politie Burgemeester

0410 brandweer 041000 brandweer brandweer Vandevoorde

0420 dienst 100 042000 dienst 100 brandweer Vandevoorde

0630 watervoorziening 063000 watervoorziening algemeen bestuur Laloo

0640 elektriciteitsvoorziening 064000 elektriciteitsvoorziening algemeen bestuur Laloo

0650 gasvoorziening 065000 gasvoorziening algemeen bestuur Laloo

0790 erediensten 079000 erediensten algemeen bestuur Laloo

Demarest

0119 overige algemene diensten

0100 politieke organen

0115 welzijn op het werk

Decleer010000 politieke organen secretarie

Demarest0112 personeelsdienst en vorming personeelsdienst


TK: 312620

VK: 313000





Bevoegde

schepen:

0200 wegen 020001 mobiliteit mobiliteit Lambrecht

020002 wegen wegendienst Pierins

0210 openbaar vervoer 021000 openbaar vervoer mobiliteit Lambrecht

0220 parkeren 022000 parkeren mobiliteit Lambrecht

0290 overige mobiliteit en verkeer

029000 overige mobiliteit en verkeer

(concessievergoeding MBZ)

eigendommen Laloo

0300 ophalen en verwerken van huishoudelijk afval

030000 ophalen en verwerken van

huishoudelijk afval leefmilieu/stadsreiniging Pierins

0309 overig afval- en materialenbeheer

030900 overig afval- en

materialenbeheer leefmilieu/stadsreiniging Pierins

0319 overig waterbeheer 031901 waterbeheer wegen wegendienst Pierins

031902 waterbeheer leefmilieu leefmilieu Hoste

0340 aankoop, inrichting en beheer van natuur, groen en bos

034000 aankoop, inrichting en

beheer van natuur, groen en bos groendienst Pierins

0381 geïntegreerde milieuprojecten

038100 geïntegreerde

milieuprojecten leefmilieu Hoste

0390 overige milieubescherming 039000 overige milieubescherming leefmilieu Hoste

0470 dierenbescherming 047000 dierenbescherming leefmilieu Hoste

0500 handel en middenstand 050000 lokale economie lokale economie Decleer

0530 land-, tuinen bosbouw 053000 land-, tuinen bosbouw lokale economie Decleer

0550 werkgelegenheid 055000 werkgelegenheid lokale diensteneconomie Demarest

0610 gebiedsontwikkeling 061000 gebiedsontwikkeling dro Demon

0620 grondbeleid voor wonen 062000 grondbeleid voor wonen stedenbeleid Burgemeester

0629 overig woonbeleid 062900 overig woonbeleid dro Demon

0670 straatverlichting 067000 openbare verlichting wegendienst Pierins

0680 groene ruimte 068000 groene ruimte groendienst Pierins

0720 monumentenzorg 072000 monumentenzorg dro Demon

0990 begraafplaatsen 099000 begraafplaatsen begraafplaatsen Pierins

Bouwen, wonen,

ondernemen en

openbaar domein


TK: 312620

VK: 313000





Bevoegde

schepen:

Leven en welzijn 13001 bevolking bevolking

13002 burgerlijke stand burgerlijke stand

13003 begrafenissendienst begrafenissendienst

0160 hulp aan het buitenland 016000 hulp aan het buitenland noordzuiddienst De fauw

0480 bestuurlijke preventie (incl. GAS)

048000 bestuurlijke preventie (incl.

GAS) preventiedienst Burgemeester

0490 overige elementen van openbare orde en veiligheid (preventie) 049000 preventie preventiedienst Burgemeester

0622 woonwagenterreinen 062200 woonwagenterreinen diversiteitsdienst De fauw

0800 gewoon basisonderwijs 080000 gewoon basisonderwijs onderwijs Vandevoorde

0801 buitengewoon basisonderwijs

080100 buitengewoon

basisonderwijs onderwijs Vandevoorde

0810 gewoon secundair onderwijs 081000 gewoon secundair onderwijs onderwijs Vandevoorde

0820 deeltijds kunstonderwijs 082000 deeltijds kunstonderwijs onderwijs Vandevoorde

0830 centra voor volwassenenonderwijs

083000 centra voor

volwassenenonderwijs onderwijs Vandevoorde

0835 hoger onderwijs 083500 hoger onderwijs onderwijs Vandevoorde

0861 administratieve dienst voor het onderwijs

086100 administratieve dienst voor

het onderwijs onderwijs Vandevoorde

0872 terbeschikkingstelling gemeentelijke infrastructuur

087200 terbeschikkingstelling

gemeentelijke infrastructuur

onderwijs onderwijs Vandevoorde

0873 kosten toegangsprijs zwembad leerlingen lager onderwijs

087300 kosten toegangsprijs

zwembad leerlingen lager onderwijs onderwijs Vandevoorde

0874 leerlingenvervoer 087400 leerlingenvervoer onderwijs Vandevoorde

0880 administratieve dienst voor het lokaal flankerend onderwijs 088000 lokaal onderwijsbeleid lokaal onderwijsbeleid Vandevoorde

0900 sociale bijstand 090000 sociale bijstand welzijn De fauw

0902 integratie van personen met vreemde herkomst

090200 integratie van personen met

vreemde herkomst diversiteitsdienst De fauw

0909 overige verrichtingen inzake sociaal beleid (welzijn) 090900 welzijn welzijn Matthys

0911 diensten en voorzieningen voor personen met een handicap 091100 personen met een beperking welzijn Matthys

0130 administratieve dienstverlening Matthys


TK: 312620

VK: 313000





Bevoegde

schepen:

0945 kinderopvang 094500 kinderopvang welzijn De fauw

0959 overige verrichtingen betreffende ouderen (senioren) 095900 senioren welzijn Matthys

098501 toelagen

gezondheidspromotie en

ziektepreventie welzijn Matthys

098502 gezondheidspromotie en

ziektepreventie leefmilieu/gezondheidsdienst Vandevoorde

0991 crematoria 099100 crematoria begrafenissendienst Matthys

0992 lijkbezorging 099200 lijkbezorging begrafenissendienst Matthys

052001 toerisme- onthaal en

promotie toerisme Burgemeester

052002 Zeebrugge & Lissewege toerisme Hoste

052101 toerisme ondersteuning toerisme Burgemeester

052102 toeristische organisaties toerisme Hoste

052103 bootjes en koetsen toerisme Decleer

070000 algemeen musea Burgemeester

070001 groeninge-steinmetz-

branghwyn musea Burgemeester

070002 bruggemuseum musea Burgemeester

070003 herberg volkskunde musea Burgemeester

070004 memling en potterie musea Burgemeester

0701 cultuurcentrum 070100 cultuurcentrum cultuurcentrum Burgemeester

0703 openbare bibliotheken 070300 bibliotheken bibliotheken Burgemeester

0709 overige culturele instellingen 070901 cultuurbeleidscoördinator cultuurbeleidscoördinator Burgemeester

071001 cultuur cultuur Hoste

071002 meifoor en andere kermissen lokale economie Decleer

071003 kerstverlichting patrimoniumbeheer Decleer

071004 vergunningen vergunningen Lambrecht

0721 archeologie 072100 archeologie raakvlak Burgemeester

0729 overig beleid inzake het erfgoed 072900 erfgoed erfgoedcel Burgemeester

0739 overig kunsten cultuurbeleid

(archief) 073900 archief archief Burgemeester

0740 sport 074000 sport sport Lambrecht

075001 jeugd jeugd

075002 studentenstad lokaal onderwijsbeleid

0521 toerisme - sectorondersteuning

0985 gezondheidspromotie en ziektepreventie

0750 jeugd

0710 feesten en plechtigheden

0700 musea

Cultuur, toerisme

en vrije tijd

Demon

0520 toerisme- onthaal en promotie


TK: 312620

VK: 313000




Rapportgegevens:


Overzicht entiteiten opgenomen onder financiële vaste activa.







153

OVERZICHT ENTITEITEN

Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan.

Overzicht entiteiten opgenomen onder de financiële vaste activa.(toestand 31/12/12)

Instelling aantalwaarde per

aandeelingeschreven nog te storten

boekwaarde

31/12/12

821 Deelnemingen in overheidsondernemingen

CEVI 64 652,51 41.760,64 41.760,64

De Lijn 108.180,73 25.368,78 82.811,95

IVBO - A aandelen 116.836 25,00 2.920.900,00 2.920.900,00

IVBO - B aandelen 11.684 1,00 11.684,00 11.684,00

IMEWO A1e - elektriciteitsaandelen 599.219 17,82 10.679.956,61 10.679.956,61

IMEWO A1g- Gasaandelen 458.976 18,16 8.335.275,21 8.335.275,21

IMEWO - Ee elektriciteit 94.963 30,99 2.942.955,40 2.942.955,40

IMEWO - Eg gas 72.738 37,05 2.695.091,18 2.695.091,18

IMEWO - Fe eletriciteit 171.205 46,09 7.890.159,04 7.890.159,04

IMEWO - Eg gas 131.136 64,56 8.072.415,74 8.072.415,74

IMEWO - E"g - gas 9.719 61,56 598.303,48 598.303,48

Interbad - aandelen 12.997 24,79 322.187,72 322.187,72

Kustreddingsdienst 95 24,79 2.354,99 2.354,99

TMVW T-aandelen 74 2.480,00 185.502,84 137640 47.862,84

TMVW Tk-aandelen 833 500,00 416.500,00 416.500,00

TMVW D-aandelen 58 118.725,00 6.886.050,00 6.886.050,00

TMVW Dk-aandelen 190 500,00 95.000,00 95.000,00

TMVW Z-aandelen 67 862.500,00 57.787.500,00 57.787.500,00

TMVW Z-aandelen uitgiftepremie 1.309.078,00 1.309.078,00

TMVW SK-aandelen 1 2.500,00 2.500,00 1.875,00 625,00

TMVW SK-aandelen uitgiftepremie 954,52 954,52

TMVW F1-aandelen 200 25,00 5.000,00 3.750,00 1.250,00

WVI - aandelen 87.348 25,00 2.183.700,00 2.183.700,00

MBZ nv - aandelen 20.000 5.000,00 100.000.000,00 100.000.000,00

Finiwo - F1 aandelen 33.264 12,50 415.800,00 277.200,00 138.600,00

Finiwo - F1 MBZ CTW aandelen 600 125,00 75.000,00 50.000,00 25.000,00

Finiwo - F2-aandelen 121 24,79 2.999,59 2.249,69 749,90

Finiwo - F3-aandelen 101.081 24,79 2.505.797,99 2.505.797,99

Finiwo - F5-aandelen 4.809 198,78 955.933,02 955.933,02

Finiwo - F7-aandelen 58.944 44,52 2.624.186,88 1.968.140,16 656.046,72

Totaal per einde boekjaar 220.072.728 2.466.224 217.606.504

822 Deelnemingen in privé-ondernemingen

Brugse maatschappij Huisvesting 13.635 2,50 34.087,50 19.930,64 14.156,86

NV Eigen Huis - Thuis Best 12.000 6,25 75.000,00 3.125,00 71.875,00

Interbrugse maatschappij huisvesting 746 12,50 9.325,00 6.925,34 2.399,66

Bedrijvencentrum regio Brugge 100 248,00 24.792,00 24.792,00

Totaal per einde boekjaar 143.204,50 29.980,98 113.223,52

851 Vastrentende effecten

Belfius kasbon -056-0031501-61 3.222,62 3.222,62

Ministerie van Financiën - INS; 16036 8.589,39 8.589,39

De Lijn - deposito 1902 396,63 396,63

SG OLO - 513-4950500-002 1.000.000,00 1.000.000,00

KBC OLO IFIMA - 731-0159476-80 1.000.000,00 1.000.000,00

Record kasbon - 652-9231695-93 1.000.000,00 1.000.000,00

Obl. Prem.Flex Cert - SG 1.000.000,00 1.000.000,00

Totaal per einde boekjaar 4.012.208,64 4.012.208,64


TK: 312620

VK: 313000


Overzicht entiteiten opgenomen onder de financiële vaste activa. 154

Stad Brugge – Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Fiscaliteit.


Rapportgegevens:


Fiscaliteit.







155



Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Fiscaliteit.

1. De aanslagvoeten van de aanvullende belastingen op de personenbelasting en de aanslagvoet

van de opcentiemen onroerende voorheffing (beslissing CBS 4 oktober 2013)

Belasting 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Personenbelasting 6,9 % 6,9 % 6,9 % 6,9 % 6,9 % 6,9 %

Onr. Voorheffing 1600 1600 1600 1600 1600 1600

2. Verwijzing naar de plaats van publicatie van de eigen belastingreglementen

http://preview.brugge.be/belastingen-taksen-en-retributies

Binnen afzienbare tijd wordt dit adres http://brugge.be/belastingen-taksen-en-retributies

(Op het moment dat de informatie overgezet wordt van de server van de leverancier naar de

eigen server van Stad Brugge.)

3. Een overzicht van de belastingen waarvan de aanslagvoet zal gewijzigd worden tijdens de

looptijd van het meerjarenplan (o.v. beslissing CBS 4 november 2013)

3.1. Belasting motorbrandstoffen- en olieverdelers

Aard van de verdeler Per teller

2014 2015 2016 2017 2018 2019

a) vaste

b) verplaatsbare

€ 710

€ 110

€ 730

€ 112,5

€ 750

€ 115

€ 770

€ 117,5

€ 790

€ 120

€ 810

€ 122,5

3.2. Belasting gebruik openbare weg

3.2.1 OPSTELLEN VAN TERRASSEN OP OPENBARE WEGEN OF WEGEN MET EEN OPENBAAR KARAKTER

WAAR DE STAD BRUGGE MET HET POLITIETOEZICHT BELAST IS

1) Voor de terrassen die tussen 15 maart en uiterlijk 15 november van het aanslagjaar

opgesteld worden, wordt een belasting gevestigd volgens de volgende tarieven per dag en

per m²:

Liggingsadres

gelegen in:

Aanslagjaar

2014

Aanslagjaar

2015

Aanslagjaar

2016

Aanslagjaar

2017

Aanslagjaar

2018

Aanslagjaar

2019

eerste reeks € 0,246 /m² € 0,252 /m² € 0,258 /m² € 0,264 /m² € 0,270 /m² € 0,276 /m²

tweede reeks € 0,189 /m² € 0,194 /m² € 0,199 /m² € 0,204 /m² € 0,209 /m² € 0,214 /m²

derde reeks € 0,160 /m² € 0,165 /m² € 0,170 /m² € 0,175 /m² € 0,180 /m² € 0,185 /m²

156



1bis)Voor de terrassen die vanaf 1 januari tot en met 14 maart en vanaf 16 november tot en met

31 december van het aanslagjaar opgesteld worden, wordt een belasting gevestigd volgens

de volgende tarieven per m²:

Deze tarieven zijn momenteel (ong) 20% van de tarieven 3A1.

Liggingsadres

gelegen in:

Aanslagjaar

2014

Aanslagjaar

2015

Aanslagjaar

2016

Aanslagjaar

2017

Aanslagjaar

2018

Aanslagjaar

2019



derde reeks € 0,032 /m² € 0,033/m² € 0,034 /m² € 0,035 /m² € 0,036 /m² € 0,037 /m²

2) Voor de terrassen die gedurende het volledig kalenderjaar mogen opgesteld worden, wordt

een belasting gevestigd volgens de volgende tarieven per dag en per m²:

Liggingsadres

gelegen in:

Aanslagjaar

2014

Aanslagjaar

2015

Aanslagjaar

2016

Aanslagjaar

2017

Aanslagjaar

2018

Aanslagjaar

2019



derde reeks € 0,217 /m² € 0,224 /m² € 0,231 /m² € 0,238 /m² € 0,245 /m² € 0,252 /m²

4) Voor elk gedeelte van een m² wordt, zowel voor de tarieven onder 3A1, 3A1bis als 3A2, een

volle m² aangerekend. Het tijdelijk niet opstellen van terrassen, te wijten aan

weersomstandigheden, geeft geen aanleiding tot een proportionele vermindering van de

belasting.

3.2.2. UITSTALLEN VAN KOOPWAREN EN VOORWERPEN OP OPENBARE WEGEN OF OP WEGEN MET

EEN OPENBAAR KARAKTER WAAR DE STAD BRUGGE MET HET POLITIETOEZICHT BELAST IS.

1) Voor het uitstallen van koopwaren of voorwerpen die tijdens het volledige aanslagjaar

uitgestald worden, is een belasting verschuldigd per m² ingenomen oppervlakte, afhankelijk

van het liggingsadres:

Liggingsadres

gelegen in:

Aanslagjaar

2014

Aanslagjaar

2015

Aanslagjaar

2016

Aanslagjaar

2017

Aanslagjaar

2018

Aanslagjaar

2019

eerste reeks € 36,8 /m²

Min. €65,00

€ 37,7 /m²

Min. €65,00

€ 38,6 /m²

Min. €65,00

€ 39,5 /m²

Min. €65,00

€ 40,4 /m²

Min. €65,00

€ 41,3 /m²

Min. €65,00

tweede reeks € 32,6 /m²

Min. €52,00

€ 33,4 /m²

Min. €52,00

€ 34,2 /m²

Min. €52,00

€ 35 /m²

Min. €52,00

€ 35,8 /m²

Min. €52,00

€ 36,6 /m²

Min. €52,00

derde reeks € 26,4 /m²

Min. €40,00

€ 27,1 /m²

Min. €40,00

€ 27,8 /m²

Min. €40,00

€28,5 /m²

Min. €40,00

€ 29,2 /m²

Min. €40,00

€ 29,9 /m²

Min. €40,00

2) Elk gedeelte van een m² wordt voor een volle m² aangerekend. Het tijdelijk niet uitstallen van

koopwaren of voorwerpen, te wijten aan weersomstandigheden, geeft geen aanleiding tot

een proportionele vermindering van de belasting.

3) Voor het uitstallen van koopwaren of voorwerpen, startende of eindigend in de loop van een

aanslagjaar, wordt de belasting proportioneel verrekend volgens het aantal dagen uitstalling

van de koopwaren of voorwerpen.

157



3.2.3 PLAATSEN VAN PUBLICITEITSWAGENS EN/OF AANHANGWAGENS BESTEMD VOOR

RECLAMEDOELEINDEN OP DE OPENBARE WEG OF OPENBAAR DOMEIN

Voor het voeren van reclame via publiciteitswagens of aanhangwagens, is een forfaitaire belasting

per wagen per dag verschuldigd van:

Aanslagjaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Forfaitair tarief € 86 € 88 € 90 € 92 € 94 € 96

3.2.4.BLOEMENVERKOOP NAAR AANLEIDING VAN ALLERHEILIGEN

Er is een contantbelasting verschuldigd voor de bloemenverkoop aan kerkhoven naar aanleiding van

Allerheiligen gedurende de periode vanaf het weekend voor de herfstvakantie tot en met het

weekend na 2 november van het aanslagjaar.

De belasting is verschuldigd voor elke standplaats binnen de vermelde periode en bedraagt:

Aanslagjaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Tarief € 2,45/m² € 2,50/m² € 2,55/m² € 2,60/m² € 2,65/m² € 2,70/m²

3.2.5. UITDELEN VAN PROMOTIEMATERIAAL, FOLDERS EN FLYERING

Voor het uitdelen van promotiemateriaal, folders en flyeracties, waarbij het commerciële aspect van

doorslaggevend belang is, is een contantbelasting per dag verschuldigd van:

Aanslagjaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Forfaitair tarief € 185 € 190 € 195 € 200 € 205 € 210

3.2.6. FOTOREPORTAGES EN FILMOPNAMEN

Voor het maken van fotoreportages en/of filmopnamen met louter commerciële doeleinden op de

openbare weg is een contantbelasting per dag verschuldigd van:

Aanslagjaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Forfaitair tarief € 925 € 950 € 975 € 1.000 € 1.025 € 1.050

Zijn van de belasting vrijgesteld alle filmopnamen die in samenwerking met het “Brugge City Film

Office”, al dan niet met materiële en/of logistieke steun van het stadsbestuur, op het grondgebied

van de stad plaatsvinden.

158



3.3. Taxi’s en voertuigen met bestuurder

Belasting 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Taxi’s zonder standplaats openb weg 250,00

Taxi’s met standplaats openb weg 450,00

• De exploitanten van een taxidienst zonder standplaats op het grondgebied van de stad

Brugge: een jaarlijkse belasting van 250 euro per taxi;

• De exploitanten van een taxidienst met standplaats op de openbare weg te Brugge: een

jaarlijkse belasting van 450 euro per taxi;

• De exploitanten van een taxidienst zonder standplaats op het grondgebied van de stad

Brugge, waarvan het voertuig voorzien is van radiotelefonie: een jaarlijkse belasting van 75

euro per jaar en per taxi;

• De uitbaters van een exploitatie van diensten voor het verhuur van voertuigen met

bestuurder: een jaarlijkse belasting van 250 euro per in de akte van de vergunning vermeld

voertuig.

• De verschuldigde belasting wordt jaarlijks aangepast volgens de schommelingen van het

indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de

coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december voorafgaand

aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000.

• De belasting is jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar.

4. Een overzicht van de jaarlijkse opbrengst van elke door het bestuur geheven belastingsoort

159



Belasting 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Opcentiemen op de onroerende voorheffing 49.393.977 50.134.887 50.886.910 51.650.214 52.424.967 53.211.341

Aanvullende belasting op de personenbelasting 33.719.604 34.225.398 34.738.779 35.259.861 35.788.758 36.325.590

Motorrijtuigen 1.385.378 1.385.378 1.385.378 1.385.378 1.385.378 1.385.378

Gewestelijke milieuheffing 59.602 59.602 59.602 59.602 59.602 59.602

Andere aanvullende belastingen 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000

Vervoer van personen die overlast veroorzaken 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000

Afgifte administratieve stukken 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000

Urbanisatiebelasting 456.471 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000

Lijkenvervoer 512.000 512.000 512.000 512.000 512.000 512.000

Jaarlijkse milieubelasting 2.604.500 2.604.500 2.604.500 2.604.500 2.604.500 2.604.500

Exploitatie hinderlijke inrichtingen 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000

Nachtwinkels en phoneshops (o.v. beslissing CBS 4/11/13) 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000

Banken en financieringsinstellingen (o.v. beslissing CBS 4/11/13) 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000

Taxidiensten 18.400 18.900 19.300 19.800 20.300 20.800

Diensten verhuur voertuigen met bestuurder 30.700 31.500 32.300 33.100 33.900 34.700

Verblijfsbelasting 1.700.000 1.700.000 1.700.000 1.700.000 1.700.000 1.700.000

Kampeerterreinen / kampeerverblijfparken 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000

Andere bedrijfsbelastingen 1.600.000 1.600.000 1.600.000 1.600.000 1.600.000 1.600.000

Vermakelijkheden (festivals/evenementen) 43.000 44.000 45.000 46.000 47.000 48.000

Vertoningen (films) 410.000 410.000 410.000 410.000 410.000 410.000

Plaatsrecht markten 440.000 440.000 440.000 440.000 440.000 440.000

Dagbladkiosken, frituurkramen, handelsinrichtingen 16.400 16.800 17.200 17.600 18.100 18.500

Strandexploitaties 56.000 56.000 56.000 56.000 56.000 56.000

Benzine-, olie- persdrukpompen 102.000 105.000 107.000 110.000 113.000 115.000

Terrassen, tafels, stoelen 543.000 556.000 570.000 585.000 599.000 614.000

Andere belast .op het gebruik van het openb. domein 7.125 7.125 7.125 7.125 7.125 7.125

Niet-bebouwde gronden 302.000 309.000 317.000 325.000 333.000 342.000

Leegstaande woningen en gebouwen 80.000 80.000 80.000 80.000 80.000 80.000

Tweede verblijven 1.100.000 1.100.000 1.100.000 1.100.000 1.100.000 1.100.000

Tussenkomst hogere overheid voor kosten heffing leegstand (*) 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000

(*) De tussenkomst van de hogere overheid voor de kosten heffing leegstand betreft een ontvangst van de hogere overheid omdat het stadsbestuur van Brugge instaat voor

de inventarisering van de leegstaande panden. Deze ontvangst is bijgevolg geen echte belastingsontvangst.

160

Rapportgegevens:

Type beleidsrapport: Meerjarenplan 2014 - 2019. Toelichting bij het meerjarenplan.

Financiële schulden TM2-schema.


NIS -code bestuur: 31005


Rapporteringsperiode: 2014 -2019






Meerjarenplan 2014-2019. Toelichting bij het meerjarenplan. Financiële schulden Schema TM2.

Financiële schulden ten laste van het bestuur 2014 2015 2016 2017 2018 2019

A. Financiële schulden op 1 januari 94.449.119 94.704.823 94.124.565 94.483.402 106.932.457 118.600.404

B. Nieuwe leningen 11.399.300 11.000.000 11.000.000 23.000.000 23.000.000 23.000.000

C. Periodieke aflossingen 11.143.596 11.580.258 10.641.163 10.550.945 11.332.052 12.187.671

D. Niet-periodieke aflossingen 0 0 0 0 0 0

E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) 94.704.823 94.124.565 94.483.402 106.932.457 118.600.404 129.412.734

F. Intresten 2.653.365 2.828.797 3.013.780 3.235.412 3.904.933 4.599.933

G. Periodieke leningslasten (C+F) 13.796.961 14.409.055 13.654.943 13.786.357 15.236.985 16.787.604

Financiële schulden ten laste van derden 2014 2015 2016 2017 2018 2019

A. Financiële schulden op 1 januari 177.526 161.023 143.696 125.504 106.404 86.351

B. Nieuwe leningen 0 0 0 0 0 0

C. Periodieke aflossingen 16.503 17.327 18.192 19.100 20.053 21.054

D. Niet-periodieke aflossingen 0 0 0 0 0 0

E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) 161.023 143.696 125.504 106.404 86.351 65.297

F. Intresten 7.903 7.105 6.268 5.374 4.487 3.495

G. Periodieke leningslasten (C+F) 24.406 24.432 24.460 24.474 24.540 24.549




Gestemd door de Gemeenteraad in openbare vergadering van 26 november 2013

Aanwezig: Renaat Landuyt, Burgemeester ( ); Franky Demon ( ), Annick Lambrecht ( ),

Boudewijn Laloo ( ), Frank Vandevoorde ( ), Hilde Decleer ( ), Mieke Hoste ( ), Jos

Demarest ( ), Philip Pierins ( ), Martine Matthys ( ), Dirk De fauw ( ), Schepenen; Lieve Mus ( ),

Agnes Bruyninckx-Vandenhoudt ( ), André Van Nieuwkerke Raadslid-Voorzitter ( ), Mercedes

Van Volcem ( ), Georgina Denolf ( ), Paul Jonckheere ( ), Jean-Marie De Plancke ( ), Charlotte

Storme ( ), Dolores David ( ), Ann Soete ( ), Ingrid Vandamme ( ), Guy Rogissart ( ), Alain

Quataert ( ), Pascal Ennaert ( ), Severine Maes ( ), Marcel Goemaere ( ), Neédra Soltani ( ),

Sandrine De Crom ( ), Paul Desender ( ), Minou Esquenet ( ), Sammy Roelant ( ), Martine

Bruggeman ( ), Noelia Sanchez Arjona ( ), Pablo Annys ( ), Gudrun Platevoet ( ), Jasper

Pillen ( ), Sabine Helleputte ( ), Geert Van Tieghem ( ), Hugo De Bondt ( ), Eric Lagrou ( ),

Mathijs Goderis ( ), Patrick Daels ( ), Pieter Marechal ( ), Sanne Doms ( ), Sandra Wintein ( ),

Bruno Mostrey ( ), Raadsleden; Johan Coens, Secretaris.

NAMENS DE GEMEENTERAAD:

De Stadssecretaris, De Voorzitter,

Johan COENS André VAN NIEUWKERKE

163

Br ge Meerjen - ttelijke r ˇrte ˆ · 7 St ugge zet in op een duu'm, veilig en pt...

Documents

Transcript of Br ge Meerjen - ttelijke r ˇrte ˆ · 7 St ugge zet in op een duu'm, veilig en pt...