Bijlage 3 Landschap van drie snelheden · 2020. 1. 20. · Noord-Holland is opgesteld). Actie 2.1...
Transcript of Bijlage 3 Landschap van drie snelheden · 2020. 1. 20. · Noord-Holland is opgesteld). Actie 2.1...
Landschap van drie snelheden Het dna van de mra
Advies voor het Programma Landschap en Cultuur van de MRA
dr Marinke Steenhuis, SteenhuisMeurs, kwartiermaker Landschap en Cultuur
20 mei 2019 – korte samenvatting adviespunten toegevoegd 11 juli 2019
Het MRA landschap is een landschap van verschillende snelheden. Veel stedelijke gebieden zijn hoogdynamisch, met
verschillende vormen van beweging tussen of zelfs boven elkaar. Andere gebieden, vaak tussen de bebouwde kernen, zijn
laagdynamisch, met minder multifunctionaliteit. Een derde snelheid is die van het agrarische landschap, dat een eigen
logica en ritme kent. Het is de kunst om deze dynamieken in één ruimtelijk concept te vangen en elk gebied te benaderen
vanuit zijn laadvermogen voor nieuwe ontwikkelingen. Hier knooppunt Duivendrecht, met recreanten langs de
Amsteloevers, en snelverkeer boven hun hoofd, foto Marinke Steenhuis, september 2018.
Bijlage 3
Onze natte delta tussen de hogere zandgronden van duinen en Gooi, reliëfkaart van het landschap, gemaakt in de jaren
dertig als voorbereiding op de aanleg van de Afsluitdijk, foto Marinke Steenhuis, Collectie Museum Schokland.
Opdracht Het afgelopen half jaar heb ik als kwartiermaker de kansen en mogelijkheden verkend van het
programma Landschap en Cultuur van de MRA. Het resultaat heb ik vormgegeven in twee producten:
het narratief van de MRA (de lange identiteitslijnen, opgemaakt als boekje) en een bestuurlijk advies
(dit document). De opdracht komt voort uit het Actieprogramma Metropolitaan Landschap 2016-
2020, waarvan de regie in handen is van het Portefeuillehoudersoverleg Metropolitaan Landschap. In
dit Actieprogramma wordt geschetst hoezeer een sterke metropool gebaat is bij een aantrekkelijke
en gezonde leefomgeving, en hoe verschillende claims op de ruimte veelal naast elkaar, in plaats van
in samenhang worden bezien. ‘Een planologische insteek schiet tekort om de kwaliteit van het
metropolitane landschap te versterken’, aldus het Actieprogramma op p. 7. Daarom zijn in het
programma drie sporen geformuleerd om te komen tot een integrale benadering van het
metropolitane landschap: betekenis van het landschap, werken aan het landschap en financiering
van het landschap. Dit advies hoort bij spoor één, deelactie 2.1 en 2.3, dat gaat over de betekenis van
het landschap (Actie 2.2. betreft een cultuurhistorische waardenkaart, die inmiddels door Mooi
Noord-Holland is opgesteld). Actie 2.1 vraagt om een verbindend (historisch) verhaal dat de
landschappen van de deelregio’s van de MRA duidt en samenbrengt op de schaal van de MRA. Actie
2.3 vraagt van de kwartiermaker een voorstel voor focus, positionering en rol van een mogelijke
‘museaal curator voor het landschap’. Samenvattend is mijn opdracht genoemd: Kwartiermaker van
het programma Landschap en Cultuur.
Werken aan het landschap is een culturele opgave, die over de eeuwen in de natte MRA-delta,
begrensd door de hogere zandgronden van duinen en Gooi, tot een fenomenale gelaagdheid heeft
geleid. Met ‘cultureel’ wordt hier bedoeld ‘als product van de tijdgeest.’ Bij uitstek de governance en
planologische kaders zijn een uitdrukking van die tijdgeest, en dus een culturele daad. Wat is de
volgende laag in het landschap, de laag die onze generatie er aan toevoegt? En hoe doe je dat, met
32 gemeenten en twee provincies? Die verantwoordelijkheid ligt bij vele partijen, die samen de
culturele opgave voor het MRA landschap vormgeven. Uiteindelijk komt het resultaat van de vele
claims op de ruimte terecht in het landschap, dat overigens in deze opdracht niet alleen het
landschap van het buitengebied betreft, maar evenzeer het stedelijk landschap en het water – onze
oudste drager van handel en cultuur. Landschap is één van de weinige verbindende thema’s in de
MRA – de meeste andere thema’s en opgaven verdelen. Niemand is tegen landschap, tegelijkertijd
heeft het landschap geen eigen stem. Journalist Floor Millikowski schreef het boek (7e druk) Van wie
is de stad?, over de beleggersstad die Amsterdam aan het worden is. Even relevant zou zijn het boek
‘Van wie is het landschap.’ Vijf advieslijnen om het landschap leesbaarder en daarmee weerbaarder
te maken.
Vijf advieslijnen: inleiding Mijn advies voor het programma Landschap en Cultuur van de MRA krijgt langs vijf lijnen gestalte. De
eerste lijn is een verhalende lijn – ik heb, vanuit mijn achtergrond als cultuurhistoricus, een
verbindend verhaal gemaakt over het unieke en zo diverse landschap van de metropoolregio, dat in
zoveel eeuwen met zoveel innovatieve koppelingen tot stand is gekomen. Innovatieve koppelingen -
precies waar we nu naar op zoek zijn - lastig te organiseren in een gedecentraliseerd model van
ruimtelijke ordening. Ik heb bij het (archief)onderzoek voor het MRA-verhaal naar het landschap
gekeken als een verzameling karakters die, net als in een goede Netflixserie, een ontwikkeling
doormaken. Op de kaart ‘Geografie van de MRA mentaliteit’ in de narratief-publicatie komen deze
immateriële eigenschappen van de verschillende streken samen. Aalsmeer bijvoorbeeld zou zonder
de mentaliteit van de doopsgezinde gemeenschap sinds de 16e eeuw nooit zijn uitgegroeid tot een
mondiale speler in de sierteelt. Het verhaal agendeert de vraag naar de verdere ontwikkeling van het
streekpalet – welke ontwikkelingen passen bij de eigenschappen van het betreffende gebied, en
welke ook helemaal niet?
De tweede lijn gaat over de governance, een lijn met zijn eigen tempo. Het is bijna onmogelijk om
hier vanuit deze opdracht niet enkele observaties over te doen – ik ben op de hoogte van het aparte
advies dat o.l.v. burgemeester Frank Weerwind momenteel gestalte krijgt. Het landschap van de
MRA behoort mentaal aan velen, maar wordt beheerd door enkelen. Gemeenten, groene
grondbezitters, agrariërs en particuliere burgers maken samen het landschap; ieder vanuit de beste
bedoelingen en vaak in een indrukwekkend proces van stakeholdersmanagement. Toch blijkt het nog
vaak lastig om het grotere geheel, de sturing van het landschap van de totale metropoolregio te
beïnvloeden. Wat is hiervan de oorzaak, en hoe kan het programma Landschap en Cultuur helpen om
het eigenaarschap van het MRA-landschap als geheel te vergroten?
De derde lijn gaat over het MRA-landschap als ontwerpopgave – wat is er nodig om, vanuit het
veronderstelde eigenaarschap, op de MRA schaal maar in een gedecentraliseerde ruimtelijke
ordening te werken aan een creatieve synthese voor dit hoogdynamische gebied?
De vierde lijn kan gezien worden als invulling van de rol van museaal curator, al is het advies deze
term niet letterlijk te gebruiken, vanwege de associatie met behoud en het landschap onder een
kaasstolp plaatsen. Een bezielde projectleider kan hetzelfde effect sorteren. Deze vierde lijn schetst
een aantal concrete acties om de culturele kansen die in het landschap verborgen zijn, naar het grote
(toeristische) publiek te brengen. Hierin kunnen bewoners en bezoekers van de MRA volop
participeren. Van natuurgids tot historisch verenigingslid, van scholier tot gepensioneerde; het
verhaal van landschap van de metropoolregio Amsterdam verdient het om telkens opnieuw, vanuit
verschillende gezichtspunten verteld te worden. Want om aan het landschap van de MRA te werken,
moet je er eerst van gaan houden.
De vijfde lijn tenslotte bundelt de inzichten vanuit het investeerders spoor, dat in een apart traject
door dhr. Job Cohen wordt onderzocht, maar dat ook in de gesprekken voor deze verkenning enkele
waardevolle suggesties opleverde.
Werkwijze en begeleiding Dit kwartiermakerschap is begeleid door bestuurlijk trekker en gangmaker Luzette Kroon,
burgemeester van Waterland. Van haar is de uitspraak: ‘alles landt uiteindelijk in het landschap.’ Ik
dank haar voor het vertrouwen en de ruimte die ze gaf om als ‘vrije geest’ te werk te gaan. Ik dank
ook mijn ambtelijk opdrachtgevers Rob van Aerschot, Marijn Bos en Michael Braam-Scholten.
Voor de eerste lijn, het verhaal van het landschap, heeft landschapsarchitect Berte Daan de
gelaagdheid van het gemaakte landschap aan de hand van archiefkaarten in een film gemonteerd.
Tevens was Berte mijn gesprekspartner op de vier verkenningsdagen waarin we de landschappen van
de noord- en zuidflank van de MRA analyseerden en maakten we samen de mentaliteitenkaart. De
input voor de adviessporen kwam uit vele gesprekken. Allereerst met alle bestuurders en vaak hun
ambtenaren van het PHO Metropolitaan Landschap (zie bijlage). Een belangrijke bron van kennis en
overzicht brachten de thematische salons, waarin professionals van vele achtergronden op
uitnodiging samenkwamen op een bijzondere plek. (zie bijlage) Het helpt enorm om de verschillende
kanten van de poldertafel na de presentatie van het verbindende verhaal met elkaar in gesprek te
horen gaan. Van advocaat omgevingsrecht tot kunstenaar, van agrariër tot bankier; hun inzichten
hielpen de adviessporen scherp te krijgen.
Veldwerk in de MRA, hier de Zuiderzeekust, foto Marinke Steenhuis, september 2018
Markermeerdijk bij Uitdam, binnenkort toneel van een ingrijpende dijkversterking. Landschap verandert altijd. Foto
Marinke Steenhuis, september 2018
Advies over vijf lijnen
Lijn 1: Het verhaal van de MRA Het Actieprogramma spreekt van de noodzaak van een integrale benadering van het landschap. Maar
de MRA is nog niet voor iedereen een mentale realiteit. Afhankelijk van rol, focus en belang leeft een
ander mentaal beeld en handelt men vanuit het bijbehorende beeld. Voor de stad Amsterdam
bijvoorbeeld is de agglomeratie de schaal waarop gedacht wordt, dit is een kleiner gebied dan de
MRA. Kleine gemeenten aan de rand van de MRA vragen zich af hoe om te gaan met de
metropolitane invloed, en wat bijvoorbeeld het doortrekken van infrastructuur/OV voor hen zou
kunnen betekenen.
Een verbindend verhaal vanuit cultuurhistorie, vanuit de lange lijnen van het verleden naar heden en
toekomst, helpt als eerste stap in het samenbrengen van het gedeelde MRA-belang. Zonder verhaal
blijft ‘landschap’ abstract, ontstaat geen verbinding met een groter geheel, zonder familielijn geen
begrip voor het gedeelde belang. Dat verhaal is als onderdeel van dit kwartiermakerschap gemaakt
en enthousiast ontvangen door meer dan tweehonderd deelnemers in de acht salons en presentaties
(zie bijlage voor deelnemers per themasalon). Het is een dynamisch verhaal, dat bij elke beslissing
weer een nieuw hoofdstuk krijgt. Hou het verhaal levend en actueel, verspreid het, deel het in de
regio’s en gemeenten, niet alleen in geschreven vorm maar vooral in publieksbijeenkomsten. Denk
na over een film, waarin elke deelregio zijn eigen karakterschets krijgt. Het verhaal, als verbinding
van vele gebiedsverhalen, zorgt ervoor dat er van het MRA-landschap kan worden gehouden en dat
een gesprek over de gewenste koers in perspectief wordt geplaatst. Koppel het verhaal aan actuele
vraagstukken - het biedt de kapstok om ontwerpvoorstellen te spiegelen aan de eigenheid van een
gebied, en om nieuwe verdienmodellen voor het landschap mee te beargumenteren.
Enkele reacties van de salongasten:
‘Het is een heel rijk verhaal. Het narratief kan helpen om de goede beslissingen te nemen, handelingsperspectief te bieden.’
(Harma Horlings, landschapsarchitect Staatsbosbeheer)
‘Het narratief helpt om je gedachten te ordenen. Tijdens de dagelijkse beslommeringen verdwijnt dit verhaal uit je hoofd.
Nu vallen de puzzelstukjes weer op hun plek.’ (Aagje Zeeman, wethouder Beemster)
‘Het verhaal toont de verdienmodellen maar ook heel mooi de zachtheid van het landschap. Daar mag meer aandacht voor
komen. Het feit dat Nederland plat is, zegt ook iets over de mensen. De grote dozen in het landschap maken veel stuk en
stralen macht uit. Is dat het beeld dat we willen in de MRA?’ (Ahmet Taskan, CEO Corendon, voorzitter HOGIAF)
‘Ik ben heel blij met dit verhaal. Het laat de veelzijdigheid zien en het is belangrijk voor de nieuwe MRA agenda. De
ruimtelijke druk is hoger dan ooit. De weg naar bewustwording over het landschap is net zo belangrijk als het uiteindelijke
besef. Dus blijf het vertellen.’(Rijk van Ark, directeur MRA bureau)
‘Ik ben blij met het historisch besef dat het narratief oproept, omdat het centrale thema, de wederkerigheid tussen mens
en landschap, verdwenen is. Landschapsvorming is niet meer de kern van elke ruimtelijke actie, maar een bijproduct
geworden. We moeten weer landschapsinclusief leren denken en handelen.’ (Eric Luiten, voorzitter Commissie Ruimtelijke
Kwaliteit Amsterdam en Spoorbouwmeester)
‘Wat zo belangrijk is in het narratief, is de nabijheid van het landschap ten opzichte van de stad en de verdienmodellen die
al eeuwen op het landschap worden gelegd. De intensiteit van het gebruik is kenmerkend voor Nederland.’ (Tracy Metz,
John Adams foundation, talkshow Stadsleven en eigenaar Stadssalon)
‘We leven in een tijd van ontzuiling, mensen zijn op zoek naar verbanden waar ze deel van uit kunnen maken. Als ik jouw
verhaal hoor, dan zit daar de sleutel. De constante cyclus van mensen om het landschap te temmen.’ (Jan Hovers, directeur
Zaans Museum)
‘Er zou een geweten van het landschap moeten komen, een taskforce die kan putten uit een schat van verhalen en die aan
de plekken koppelt.’(Steven Slabbers, provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit Noord-Holland)
Logeren op een van de woonboten in de jachthaven van het Weerwater van Almere, de plek die inmiddels is onteigend
voor de komst van de Floriade-woonwijk, foto Marinke Steenhuis, februari 2019
Lijn 2: Eigenaarschap en opdrachtgeverschap Er is veel te doen in de opschaling van het wij-gevoel, het eigenaarschap van de MRA als gedeeld
project met een gezamenlijke agenda waarin de acties samenhangen. Het is ook nuttig te
constateren dat de huidige teneur er één is van zoeken, pilots draaien en aftasten. Maar onder onze
ogen ontstaat het daily urban system van de MRA al: meerdere expats van het Europees Medicijnen
Agentschap hebben Lelystad als woonplaats gekozen, zoals Abcoude indertijd met de bouw van het
AMC een toevloed van inwoners kreeg. De reden? De afstand per openbaar vervoer tot Amsterdam
is voor expats, gewend aan grote metropolen, een zeer acceptabele. Almere is in beeld bij de
Amsterdamse universiteit, de Amsteloevers bij Uithoorn zijn straks per tram direct met de Dam
verbonden. Zaandam-Zuid wordt ervaren als Amsterdam-noord-noord. Die aanzuigende werking van
Amsterdam – en de toe-eigening van het landschap rond de stad - bestaat nu ruim vijf eeuwen, en
stopt voorlopig niet – totdat de zeespiegelstijging ons in dit gebied wellicht dwingt te vertrekken.
De beslissingsbevoegdheid voor het landschap van de MRA ligt bij 32 gemeenten, twee provincies en
minstens evenzoveel (publiek-) private gebiedspartijen. Dat is niet erg, dat hoort bij Nederland sinds
we in 1588 de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitriepen. Stadhouders reisden per
trekschuit naar Den Haag om in de Statenvergadering hun belangen te behartigen, voorafgegaan
door een uitgebreide lobby. Proef het woord stadhouder: de vertegenwoordiger van een stad en het
ommeland van de stad – de provincies van toen. Ook toen was het niet altijd makkelijk, Middelburg
wilde bijvoorbeeld in de Tachtigjarige Oorlog niet meebetalen aan stadhouder Maurits’ Beleg van
Groningen. En toch werden over de eeuwen grootse projecten uitgevoerd: van droogmakerijen tot
buitenplaatsen, van duinwaterleidingen tot het Noordzeekanaal. De MRA past in deze roemrijke
traditie, als noordvleugel van de Randstad, maar kent geen Zeven Verenigde MRA-landen. En de
vraag WAT voor metropool de MRA wil zijn wordt vanuit de verschillende mentale beelden niet
beantwoord. De MRA heeft geen verhaal, geen wenkend perspectief waarin het landschap wordt
neergezet als plek waar alle opgaven samenkomen. De stuk voor stuk waardevolle landschapsvisies,
regioprofielen en beleidsdocumenten komen nergens bij elkaar, de lasnaden en het aan elkaar
getekende kaartbeeld ontbreken. Dit maakt veel MRA-professionals eenzaam, geeft een gevoel van
onveiligheid, en zorgt hier en daar zelfs voor cynisme en gelatenheid. Men trekt zich terug binnen de
eigen gemeentegrenzen, omdat het overzicht ontbreekt en de bijdrage van de individuele
professional vaak zonder gewicht schijnt. Terwijl het doel – de integrale benadering van het
metropolitane landschap uit het MRA-actieprogramma – zo verbindend kan werken. De vraag wie
over het landschap gaat, en welke kaders worden gesteld, wordt dan wel urgent. Hier is echt inzet en
leiderschap nodig.
Relatieonderhoud en begrip voor elkaars zoektocht Er is een structureel tekort aan relatieonderhoud tussen mensen, blijkt uit de gesprekken en salons.
Denk na over een manier en een plek (fysiek) waarop de ruimtelijk-economische ambtenaren van de
32 + 2 deelnemende overheidslichamen in de MRA, en de MRA ambtenaren zelf elkaar ontmoeten
en kennis uitwisselen, zodat zij gezamenlijk ervaren hoe de vraagstukken waar zij mee bezig zijn door
de collega-MRA-ambtenaar worden ontvangen en beleefd. Het MRA bureau kan hier de uitgelezen
veilige plek voor zijn, het narratief een kapstok om op verder te denken.
Kijk naar bewezen modellen Er staat veel op het spel – het landschap dreigt een optelsom van deelbelangen te worden, en het is
moeilijk te organiseren in een versplinterde ruimtelijke ordening. Heroverweeg de manier waarop
het PHO Landschap ‘vastzit’ aan de andere ruimtelijke domeinen. De kracht van het Nederlandse
landschap bestaat al eeuwen uit werk-met-werk maken met als resultaat een landschap van hoge
kwaliteit. Dit blijkt uit de verdienmodellen zoals gepresenteerd in het narratief, maar ook uit
recentere projecten zoals Ruimte voor de Rivier. Neem dit werk met werk maken, ‘meer dan één
ding doen’, als criterium voor nieuwe ruimtelijke voorstellen. Kijk naar bewezen modellen van
aanpak, zoals het Ruimte voor de Rivier-programma of de rijks sleutelprojecten. Kijk ook naar de
succes- en faalfactoren van andere regionale samenwerkingen, zoals Rotterdam-Den Haag,
Eindhoven en de regio Arnhem-Nijmegen. Onderzoek de waarde van een initiatief als Londen
National Park en de evt. toepasbaarheid in de MRA.
De vuilnisberg bij Nauerna, foto Marinke Steenhuis, september 2018
Lijn 3: Landschap als ontwerpopgave Wat de MRA-opgave zo spannend maakt, en het MRA landschap zo uniek, is dat er sprake is van drie
snelheden van ontwikkeling in het landschap. Als eerste het boeiende ritme van de metropool, een
functioneel ritme van bebouwing met snelwegen tussen de grotere kernen, afslagen, snel schakelen,
een functionele oriëntatie en druk stedelijk verkeer, een systeem gericht op efficiency van transport
en communicatie. In deze categorie horen ook de aangelegde grootschalige landschapsparken, zoals
het Amsterdamse Bos, het Twiske en Spaarnwoude, het prachtige Gaasperplaspark maar ook de
vuilstortparken van Nauerna en Schoteroog: kunstmatig ontworpen landschappen, bedoeld voor
stedelijk gebruik. Het tweede ritme is het ritme van de ‘tweede ring’ om de stad; het overwegend
agrarische landschap met daarin steden en dorpen, verbonden door lokale wegen, dijken, pontjes en
routes door de duinen. De snelheid van voortbewegen ligt er lager, er is meer tijd om het landschap
te ondergaan, maar het blijft een ervaring in de metropolitane invloedssfeer, dus op ultrakorte
afstand van de voorzieningen, werkgelegenheid en gemakken van de stad. De derde snelheid, het
derde ritme is dat van de boeren en natuurbeheerders, die werken met de seizoenen, met groei en
bloei, met waterpeilen en de cycli van gewas en vee. Zij beheren de groene weidse vlaktes, en
kennen de logica eronder.
Landschap van drie snelheden: de noodzaak van planning en ontwerp Het is essentieel om ons te realiseren dat elk ritme zijn eigen manier van kijken naar het landschap
heeft. De perceptie van de stedeling, maar ook die van de toerist, is een wezenlijk andere dan de
perceptie van de stadsrandbewoner of die van de boer. Soms vallen ze samen, bijvoorbeeld als de
stedeling gaat recreëren. Op de racefiets moet het snelle doordeweekse landschap even verdwijnen,
in de Ronde Hoep moet de idylle, het ritme van de boer, te ervaren zijn.
Het is internationaal uniek dat deze drie typen landschap op zo’n korte afstand van elkaar te
bereiken en te ervaren zijn. Ze verdienen alle drie aandacht, planning en ontwerp. Immers, voor de
stedeling is het Vondelpark een grote tuin en de Sloterplas een immense watervlakte. Voor de
dorpeling en de boer is het landschap het agrarische landschap, een bodem die opbrengst genereert,
niet uit de Chardonnay van de stadsparken maar uit melk en gewassen. Planning en ontwerp voor de
hele MRA is nodig, maar misschien wel eerder nog planning en ontwerp in de overgangsgebieden,
waar de rand van de metropool raakt aan de rand van het recreatielandschap, waar het ritme van de
boer botst op dat van de stedeling. Waar het systeem van metropolitane routes ineens en soms
abrupt overgaat in een ander ritme, en de recreant ineens de weg kwijtraakt. Het landschap van de
stadsrand, van de agglomeratie: wat is daar te beleven, en hoe kunnen – soms met eenvoudige
ingrepen – barrières in de routing worden weggenomen. Het gaat hier niet alleen om de stadsrand
van Amsterdam: ook die van Haarlem, Purmerend en Beverwijk verdienen eenzelfde
planningsaandacht. Het is van het grootste belang om de boer bij dit vraagstuk te betrekken: hij/zij
kan met al zijn kennis en kijk op het landschap van grote waarde zijn, zoals de kweker,
schapenhouder en het melkveebedrijf in de Tuinen van West (stadslandbouw Osdorp) laten zien.
De contrasten tussen snel en traag zijn overal: de landingsbanen van Schiphol en de verstilling van de
Westeinderplas, de industrie langs het Noordzeekanaal en de ruigte van de naastgelegen duinen. Het
zijn deze contrasten, die in elke deelregio voor het oprapen liggen, die de metropoolregio zo
eindeloos gevarieerd en cultuurhistorisch interessant maken – de contrasten geven het woord
vestigingsklimaat voor de MRA daadwerkelijk betekenis.
Het is de opgave en de uitdaging om die snelheden op elkaar af te stemmen en met elkaar in balans
te brengen/houden. Want als er één ding duidelijk is, is het dat er nu een groot aantal ruimteclaims
bij elkaar komt, en dat vergt regie. Het betreft niet hier alleen claims vanuit de stad, zoals we die al
ruim vijf eeuwen kennen. De Beemster, de buitenplaatsen van ’s Graveland, de ontzanding van de
Vinkeveense Plassen, de vuilnisbelten in Spaarndam en Nauerna, de trekschuiten en het
Noordzeekanaal: het waren allemaal stedelijke drivers achter de regionale landschapsontwikkeling.
Het gaat ook, en misschien is dat wel de grootste opgave, om claims die vanuit een opgelegde
(rijks)doelstelling landen in de MRA, een plek zoeken, zoals de claims van zon, wind en datacenters.
Denk na over een groen casco voor de MRA, leer van de Flevopolders met hun naoorlogse door de
staat ontworpen landschapsstructuren, waar flexibiliteit en monumentaliteit mee-ontworpen zijn.
Stel het landschap als drager van alle ruimtelijke opgaven centraal, ook bestuurlijk Zoals het narratief laat zien, is het MRA landschap een opeenvolging van eeuwen van
verdienmodellen waarin de bodem, het landschap, telkens de drager van het verdienmodel is. In de
vijfde versnelling waarin we nu zitten, staan de vertrouwde verdienmodellen onder druk, onder meer
door klimaatverandering (zonneakkers, windmolens), de wateropgave, bodemdaling- en degradatie
(veenweidegebieden, verzilting), woningbouw (250.000+), voedselvoorziening (korte ketens),
excessief toerisme en de gevolgen van datatechnologie en de smart city. Om een MRA-landschap te
onderhouden dat haar inwoners daadwerkelijk een gezonde leefomgeving biedt, ter re-creatie (her-
scheppen van jezelf) en uitstraling van een ‘groene, cultuurhistorisch gelaagde metropool’, is het
nodig om landschap als drager van alle voornoemde opgaven centraal te stellen. Gebruik daarbij de
cultuurhistorische waardenkaart als onderlegger.
De MRA bestaat al bijna een eeuw: hier het gewestelijk recreatieonderzoek t.b.v. het Algemeen Uitbreidingsplan van
Amsterdam, 1934.
De noodzaak van een (virtueel) streekplan/Omgevingsvisie MRA Wat er op het spel staat, is een landschap dat gestalte krijgt als optelsom van deelbelangen. Vandaar
dat ik het aloude streekplan van stal haal als instrument dat hier in feite nodig is. In onze nationale
planningtraditie heeft het fenomeen streekplan de belangen van gemeenten en provincie
decennialang gebundeld en gezorgd voor een ‘geleide ruimtelijk ontwikkeling.’ Het is een misvatting
dat alleen de overheid hier sturend in was – ook de oude streekplannen kwamen in een publiek-
privaat arrangement tot stand. Binnen de afspraak tot daadwerkelijke samenwerking en een gesprek
tussen publiek en privaat over de kwaliteiten en opgaven in een streek had de overheid de rol van
secretaris en tekenbureau. De watersnoodramp met 2000 doden was een hele concrete aanleiding
om een integraal streekplan met een fysieke, sociale, economische en recreatieve doorwerking op te
stellen. In feite is het samenkomen van zoveel opgaven in de MRA vergelijkbaar met met het springtij
en de noordwesterstorm van februari 1953. Het werken aan een integraal streekplan, in huidige
termen een Omgevingsvisie voor de MRA genoemd, zou het MRA-bureau heel goed op zich kunnen
nemen, ook nu al, als denkoefening, onderzoek intussen de mogelijkheid om met echt mandaat,
namens één metropoolregio een streekplan op te stellen. Bezoek de andere Europese
metropoolregio’s om te horen wat er goed gaat in de governance en wat niet. Werkelijk kiezen
vanuit kwaliteit veronderstelt een gedegen waardering van de zo verschillende landschappen op hun
laadvermogen voor nieuwe ontwikkelingen. Wat kan waar? Waar liggen nog niet geïdentificeerde
ontwikkellocaties, vervallen kassen- of industrieterreinen met een kans op herstructurering? De
reeds bestaande (doorgaans niet vastgestelde regionale landschapsvisies, de oogst van de
gebiedsateliers maar ook het door de opgestelde instrument Dashboard verstedelijking kunnen,
samen met de inbreng van lopende en toekomstige gemeentelijke projecten, onder een goede
begeleiding de intensiteit en het plezier van de samenwerking ongelofelijk verbeteren.
De noodzaak van een MRA kennishuis Er is zoveel kennis, er zijn zoveel adviezen en studies, maar het komt bijna nergens bij elkaar.
Faciliteer vanuit de MRA een kennis- en uitwisselingsplaats, en noem het bijvoorbeeld het Kennishuis
Landschap. Voor een ‘kennishuis’ voor MRA professionals is het van belang op hetzelfde
informatieniveau te beginnen. Vandaar de aanbeveling om Actie 1 van het Actieprogramma
Metropolitaan Landschap 2016-2020 op p. 8-9 uit te voeren: De MRA inzet voor de komende jaren
richt zich op het inventariseren van de informatie uit de verschillende bronnen over de waarden van
de landschappen in de MRA, dit aan te vullen met informatie die beschikbaar is binnen deelregio’s,
deze te bundelen en op een toegankelijke manier te ontsluiten zodat de inhoud gebruikt kan worden
in gebiedsprocessen. Gebruikt de cultuurhistorische waardenkaart van de MRA om de gebieden en
hun cultuurhistorie te doorgronden en tot leven te brengen. Dit vergt een kleine staf die over de
sectorale en vakmatige grenzen heen durft te kijken en vanuit een waarderingssystematiek van het
landschap het laadvermogen bepaalt. Bijv. een geograaf, planoloog, waterspecialist,
cultuurhistoricus, landschapsarchitect, landbouweconoom, projectontwikkelaar en een burgerlid.
Interessant zou zijn om parallel hieraan een Q team MRA te installeren, dat bestaat uit
onafhankelijke denkers op dezelfde velden. Het criterium van elk voorstel of project in de MRA
waarover zij adviseren, moet zijn ‘werk met werk maken’ – want dit is het DNA van de MRA.
Neem een jaar om op deze grotere schaal de beschikbare informatie van gemeenten, provincies,
beheerders en rijk te analyseren, welk beeld komt daaruit naar voren? Adresseer in het kennishuis de
bekende en nieuwe verdienmodellen en kom samen tot richting en synthese. Werk samen aan een
catalogus van sublieme MRA- landschapsreferenties en deel die met elkaar, liefst in het veld.
Bodem en water Verzamel best practices rondom circulair(dere) (stads)landbouw. Bekommer je om bodem(leven) en
vegetatie; het is je basis. Hier kun je ook een botanisch spoor aan vast maken. Denk met ecologen na
over een top 30 van (verdwenen) MRA-soorten en zaai dit botanisch erfgoed uit in speciale MRA-
plantenmengsels, met scholen.
Eeuwenlang werkte we hard om het water weg te krijgen, en uit te slaan, nu gaat het juist om water
vasthouden, waken voor verzilting en waterkwaliteit.
De poep van Amsterdam is het grootste gat in de kringlooplandbouw. Verken de mogelijkheid van
faeces als bemestingsstof – het is eerder gedaan, door innovator Samuel Sarphati, in de 19e eeuw.
Biodiversiteit hoeft niet ingewikkeld te zijn. Het moment waarop gemaaid wordt afstemmen kan al
een wereld van verschil maken.
Verken de kansen om opgaven van energietransitie, klimaat, woningbouw ook budgettair aan elkaar
te koppelen, zoals dat in de nationale traditie al eeuwenlang gebeurt.
Starnmeerdijk, langs het Noord-Hollands Kanaal, foto Marinke Steenhuis, september 2018
Lijn 4: Inwoners en publiek: vier de uniciteit van het MRA landschap Een concrete en voor de hand liggende aanpak om eigenaarschap te creëren, is via de culturele lijn.
Kunstenaars, schrijvers, dichters: de MRA is al eeuwen een brandpunt van de creatieve industrie.
Voor de inwoners, voor het bredere publiek ligt er een kans om de MRA profiel en inhoud te geven
door de schoonheid en de fricties van het landschap te belichten. Dat kan bijvoorbeeld goed samen
met het themajaar Ode aan het Landschap van het NBTC in 2021.
By the rivers of Amsterdam Eén van de culturele sporen uit dit kwartiermakerschap heeft als werktitel ‘By the rivers of
Amsterdam’. Stel je voor: Amstel, Zaan, Gouw, Waver, Gein, Angstel, Botshol, Spaarne en Gaasp,
maar ook Flevoland en de Ringdijk van de Haarlemmermeer, het Noordzeekanaal, IJmuiden, de zee
en NH kanaal, gezien vanuit het oog van de schilders van vier eeuwen. Wat een rijk palet aan
landschappen en wat een aansluiting op interesse van toeristen en bewoners. Door de plekken
opnieuw te laten fotograferen, vanaf exact hetzelfde standpunt, worden veranderingen in het
landschap begrijpelijk en bespreekbaar. Geogerefereerde methodes zijn hiervoor al ontwikkeld, zie
bijvoorbeeld https://izi.travel/nl/480c-waterways-explorer-waterbeheer-veenwinning-en-
schilderkunst-rond-de-nieuwkoopse-plassen-1/nl
Participatie Laat burgers meedoen, niet reactief maar proactief. Neem je lokale (historische) verenigingen
serieus, geef hen comfort, laat zien dat de MRA belangstelling heeft in hun gebiedskennis en
ervaring. Daar ligt de doorkoppeling van het schilderijenproject naar een reeks van gebiedsavonden
met (historische) verenigingen en bewoners, zodat de participatieplicht uit de aanstaande
Omgevingswet in de MRA daadwerkelijk gestalte krijgt. Sluit aan op initiatieven die resoneren, zoals
het Parlement van de Scheggen (ARCAM). Gebruik ook de cultuurhistorische waardenkaart van de
MRA om het gesprek over aan te gaan. Vergeet hier ook niet een doelgroep met tijd en kennis: er zit
zoveel denkkracht bij de vele gepensioneerden, werk aan een verleidelijke strategie om hen in te
zetten voor het werk aan de MRA. Denk bijvoorbeeld aan het succesvolle project Venster op de
wereld van ecologen Joop Schaminee en Anton Stortelder, in samenwerking met
onderwijsinstellingen, waarbij 1 vierkante kilometer landschap vanuit lokale verhalen tot leven wordt
gebracht.
De kracht van verhalen Verzamel en vertel de verhalen over het MRA-landschap, uit alle culturen, en verbind mensen
mensen via verhalen. Dit is geheid een succes, omdat mensen nieuwsgierig zijn naar (de verhalen
van) andere mensen over hun leefomgeving. Ze zijn op heel veel plekken te vinden. van historische
verenigingen tot Oneindig Noord-Holland, van archiefwebsites tot gebiedsverenigingen. Breng de
verhalen samen op de MRA schaal en koppel ze aan de plek waar ze over gaan. Onderzoek in het
Kennishuis MRA de kansen voor bundeling en overdracht van de verhalen via traditionele en nieuwe
media, maar vooral actie: fiets (sport) routes, excursies, verhalenavonden, de oudere generatie die
zijn verhalen vertelt aan de jongere v.v.
Land art route Denk na over een MRA- land art route, gekoppeld aan maatschappelijke opgaven zoals
(stads)landbouw en klimaat. Overijssel en Drenthe doen dit heel succesvol met de IJsselbiennale en
Into Nature, maar ook een excursie naar de Franse stad Nantes, die het hele estuarium van de Loire
met land art beleefbaar heeft gemaakt, is aanbevelenswaardig.
Radio/podcast Onderzoek de mogelijkheid om het landschap van de MRA in het radio 4 programma Passagio een
week lang centraal te stellen – zoals de programmamaker, Lex Bohlmeijer, ook bij andere streken
doet en al wandelend vertelt over het unieke van het landschap, en mensen ontmoet.
Het Agathepark in Krommenie, betaald door de firma Kaars Sijpesteijn (het latere Forbo), vanuit het besef dat arbeiders die
wonen in een prettige omgeving productiever en gelukkiger zijn. Foto Marinke Steenhuis, juli 2018
Lijn 5: Investeringen in het landschap Deze lijn is binnen mijn kwartiermakerschap meer bijvangst, omdat Job Cohen een onderzoek doet
naar verdienmodellen. Toch is er een aantal waardevolle suggesties gedaan.
Het geheim van het landschap van de MRA is dat het is gevormd door het verdienmodel van werk
met werk maken. Het narratief gaat hier uitgebreid op in. Dit is een benadering die ruimte biedt voor
verschillende investeringen en rendementen binnen hetzelfde project/gebiedsontwikkeling. Uit de
salon vestigingsklimaat kwamen de volgende suggesties:
Verken de rol van corporates in samenwerking met overheden voor het landschap, de MRA heeft
hier een lange traditie in (zie foto hierboven)
Verken de suggestie van beprijzen van het landschap (baatbelasting): verzekeraars vergoeden
wandelen in de natuur, maar betalen niet voor het landschap waarin gewandeld wordt. Schoon
water en droge voeten vinden we vanzelfsprekend, maar de kosten zouden getarget kunnen worden.
(Taco Hovius, partner Omgevingsrecht bij Stijl Advocaten).
Er zijn investeerders die genoegen nemen met minder rendement, mits de investering in landschap
en natuur een groter doel dient (suggestie Barbara Baarsma (CEO Rabobank Amsterdam, Voedsel
Verbindt)
Speel in op de hunkering van de stedeling naar een betekenisvolle band met landschap en landbouw.
In Soest betalen burgers 25 euro voor een meter bloemrijk ingezaaide akkerrand. Verken beproefde
concepten als hereboeren.
Begin waar je kunt: 80% van de stadsranden is in handen van publieke partijen.
Verken intussen de mogelijkheid van een gebiedsfonds; spreek met de boeren langs de Waver,
Holendrecht en Amstel. Hun bedrijfsvoering staat niet zelden onder druk, zij kunnen niet eeuwig
door. Verken de mogelijkheid om deze gronden aan te kopen en beheer de gronden met hun kennis,
hulp en of/inzet.
Overweeg de pachters van de BBL gronden (voormalig Bureau Beheer Landbouwgronden) een
langere pachtduur te geven
Wat geven ontwikkelpartijen terug aan het landschap? Schiphol, datacenters, zonnevelden, etc?
Tuinpark Nieuw Vredelust, Amsterdam, september 2018 Foto Marinke Steenhuis
Langs de ringdijk van de Haarlemmermeer bij Rijsenhout, maart 2019 Foto Marinke Steenhuis
Samenvatting van de aanbevelingen over elk van de vijf lijnen Lijn 1: Het verhaal van de MRA - Hou het verhaal levend en actueel door het te delen en te verrijken in publieksbijeenkomsten - Maak een film, waarin het narratief wordt verteld en elke deelregio zijn eigen karakterschets krijgt. Lijn 2: Eigenaarschap en opdrachtgeverschap - Maak een fysieke plek waar ambtenaren van de 32 gemeenten en 2 provincies elkaar ontmoeten en kennis uitwisselen - Hanteer ‘werk met werk maken’ als criterium voor nieuwe ruimtelijke voorstellen - Onderzoek best practices in andere metropoolregio’s Lijn 3: Landschap als ontwerpopgave Structuur voor planning en ontwerp: - Prioriteer planning en ontwerp van overgangsgebieden - Definieer een groen casco voor de MRA en borg dit in Omgevingsvisies (referentie Flevopolders) - Ga intussen aan de slag met een streekplan voor de MRA waarin de nieuwe en lopende opgaven de meest geschikte plek krijgen - Gebruik de cultuurhistorische waardenkaart als onderlegger voor alle opgaven - Denk na over een Q team voor de MRA - Voeg de regionale landschapsvisies samen op één kaart en kijk wat voor beeld daar uit komt - Bepaal het laadvermogen van het landschap: waardeer de landschappen van de deelregio’s op hun capaciteit voor nieuwe ontwikkelignen (dit is iets anders dan beschrijven of typeren - Verzamel best practices van circulaire (stads)landbouw en gemengd bedrijf Lijn 4: Inwoners en publiek: vier de uniciteit van het MRA landschap - Gebruik themajaar Ode aan het Landschap van het NBTC in 2021 om MRA profiel te geven - Laat burgers proactief meedoen, denk na over een burgerpanel - Neem je lokale (historische) verenigingen serieus in hun gebiedskennis en ervaring - Verzamel en vertel de verhalen over het MRA-landschap - Verken een MRA- land art route, gekoppeld aan maatschappelijke opgaven zoals (stads)landbouw en klimaat (referentie IJsselbiennale) Lijn 5: Investeringen in het landschap - Koppel het verhaal aan actuele vraagstukken om nieuwe verdienmodellen voor het landschap mee te beargumenteren - Verken de rol van corporates in samenwerking met overheden voor het landschap - Verken een ‘baatbelasting’ - Begin bij het programmeren, ontsluiten en vitaliseren (dit kan ook opruimen zijn) van de stadsranden (80% publiek eigendom) - Verken een ‘gebiedsfonds’ - Verken de mogelijkheid om gronden van boeren aan te kopen en beheer de gronden met hun kennis, hulp en of/inzet - Overweeg de pachters van de BBL gronden (voormalig Bureau Beheer Landbouwgronden) een langere pachtduur te geven zodat zij zich werkelijk duurzaam kunnen verbinden aan de grond
BIJLAGEN: interviews, gasten in de acht thematische salons
Gesproken in de voorbereiding van verhaal en advies:
Bestuurders:
Luzette Kroon, burgemeester van Waterland, bestuurlijk opdrachtgever. Regulier overleg.
‘Bij het overleg van de MRA staat landschap niet vanzelfsprekend op de agenda, terwijl uiteindelijk
alle opgaven in het landschap landen. Opgaven zoals energietransitie, klimaat en woningbouw
moeten aan elkaar gekoppeld worden, ook in de budgetten. Dan pas kun je iets bereiken.’
Adnan Tekin, Gedeputeerde provincie Noord-Holland, 16 januari 2019
‘Het landschap is een asset, we staan er niet dagelijks bij stil, maar er zijn veel ruimtelijke claims,
allemaal op de korte termijn. Je kan het landschap maar één keer verpesten, dus moet je aan de
voorkant weten wat een ingreep betekent voor het landschap.’
Jan Kastje, wethouder Hilversum, 22 januari 2019
‘We moeten nog leren ons beter te verstaan tot de buitenwereld. Als één regio de zaken adresseren.
‘Van Den Haag vragen wij dit’, ‘Van Utrecht vragen wij dat’ en ook intern: moet je overal die
schouwburg willen?
Jan Hoek, wethouder Almere, 30 januari 2019
‘De grootste werkgever van Almere is Schiphol. In de regio zit je arbeidskapitaal, maar in de
hoofdstad zijn deze mensen niet welkom, omdat ze dat niet kunnen betalen.’
Sanna Munnikendam, wethouder Zaanstad, 13 februari 2019
‘In de Zaanstreek ontbreekt een sterke middenklasse. Wij zien uit naar gentrificatie. In dit proces
verbinden wij het landschap, onze recreatiegebieden, aan sterke wijken.’
Jorrit Nuijens, wethouder Diemen, 25 februari 2019
‘De Diemerscheg bestaat wel, maar is niet erg bekend en erg versnipperd en soms lastig toegankelijk.
Hier zijn we met Amsterdam hard mee bezig. We hebben elkaar nodig, zie de recente programmering
van een bierlokaal in het Diemerbos. Voor het MRA landschap zou er een landschapscontroleur
moeten zijn.’
Harold Hofstra, Gedeputeerde Flevoland, waargenomen door Melanie Koning, beleidsadviseur
landschap, Albert de Graaf, beleidsadviseur Strategie en Beleid en Jennifer Tjin A Ton, Communicatie
Strategie en Beleid, 27 februari 2019
‘Landschap is het resultaat van wat anderen doen. We moeten meer kaders stellen, verrommeling is
een groot gevaar.’
Sebastian Dinjens, wethouder Velsen, 27 februari 2019
‘Laadvermogen is het woord dat ik nodig heb. Er is ambitie in ons college, maar tegelijkertijd is Velsen
een gemeente met grote contrasten. Hoe laten we de initiatieven op de goede plek landen?’
Nicole Mulder, wethouder Heemstede, 27 februari 2019
‘Je merkt in alle discussies: Haarlem is nog net in beeld, maar daarboven wordt het vaag. Terwijl de
sequens van lanschappen van duinen naar binnenduinrand naar landgoederen zoveel potentie heeft.’
Mariette Sedee, wethouder Haarlemmermeer, 15 mei 2019
‘De Haarlemmermeer lijdt al heel lang onder het uitplaatseffect van Amsterdam. De luchthaven,
datacenters, vervuilde grond, zonnevelden. Wij zijn inderdaad een dynamische droogmakerij, maar
enige compensatie voor al deze overstort is wel op zijn plaats. Want we zijn ook een woonlandschap.’
Ed Rentenaar, wethouder Lelystad, Stuurgroep Markermeer/IJmeer, 9 mei 2019
‘Ons stadscentrum, daar gaan we de oorlog niet mee winnen. Maar water en kustlijn, ruimte en
leegte, dat zijn ook kwaliteiten, zeker in de drukke MRA. Die verademing gunnen we iedereen.’
De Grote Kerk in Monnickendam, indrukwekkend aan de stadsrand gelegen. Gewijd aan Sint Nicolaas, beschermheilige van
de schippers en zeelui. Gebouwd over een periode van meerdere eeuwen, en toch één geheel, foto Marinke Steenhuis,
maart 2019
SALONS
In dit kwartiermakerschap hebben acht salons plaats gevonden, waarvan zes op een bijzondere en
om niet beschikbaar gestelde plek. Wij danken de zes partijen die hun (werk)locatie belangeloos ter
beschikking stelden om een salon te hosten:
Henk Baas, hoofd landschap van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 5 februari 2019
Sharon Oldenkotte, hoofd Kunst en Cultuur BPD, Burgerweeshuis Amsterdam, 3 april 2019
Cees Lever, directeur Grond en Gebouwen Staatsbosbeheer, Stadsboerderij de Kemphaan Almere, 17
april 2019
Rona Uitentuis, Boerderij Beemster Beleving, West-Beemster, 18 april 2019
Truke Slagter, partner Stijl Advocaten Amsterdam, 8 mei 2019
Tracy Metz en Baptist Brayé, founders de Stadssalon Amsterdam, 15 mei 2019
Marcel Schonenberg, directeur Beurs van Berlage Amsterdam, 27 mei 2019 (salon in samenwerking
met Mooi Noord-Holland)
Aanwezigen ambtenarensalons 31 januari
Jos Beumer, beleidsmedewerker groen, provincie Noord-Holland
Jeroen Zomer, beleidsadviseur Landschap en Cultuurhistorie, MOOI Noord-Holland
Abigail Rousseau, beleidsadviseur Erfgoed, provincie Flevoland
Cees van Wijnen, secretaris ruimte Zaanstreek-Waterland MRA
Rona Uitentuis, provinciaal voorzitter LTO
Michael Braam-Scholten, beleidsadviseur Erfgoed provincie Noord-Holland
Julia Robeer, trainee MRA Agenda 2.0, MRA bureau
Yvonne van der Zee, adviseur Cultuur en Erfgoed, gemeente Amsterdam
Mark Eker, regionaal ontwerper, provincie Noord-Holland
Hugo Alefs, beleidsmedewerker Erfgoed, gemeente Haarlem
Mirte Rozemond, netwerkontwikkelaar Stedelijke Ontwikkeling, gemeente Zaanstda
Arthur Schaafsma, beleidsmedewerker Groen, gemeente Heemstede
Marten Haker, senior adviseur cultureel erfgoed, gemeente Haarlemmermeer
Amelia Lukmanto, stedenbouwkundige, gemeente Lelystad
Paul van Hoek, landschapsarchitect, gemeente Amsterdam
M.C. Deinum, beleidsadviseur ruimtelijke ordening en erfgoed, gemeente Purmerend
Anneke Mobron, hoofd VROM, gemeente Waterland
Ron Sman, voorzitter platform Zaanse veenweidegebieden
Hans Staller, programmamaker Zaans architectuurcentrum Babel
Josselin Bakker, beleidsmedewerker gemeente Beverwijk
Gerdien van de Beek, beleidsadviseur Landschap, gemeente Haarlemmermeer
Tom Bult, adviseur Omgeving, gemeente Purmerend
Ilknur Dönmez, projectleider MRA Agenda 2.0, MRA bureau
Manja Verhorst, bestuurslid de Kwade Zwaan
Annemarie Lodder, beleidsmedewerker, gemeente Haarlemmermeer
Christiaan van Zanten, programmacoördinator ruimte en mobiliteit, regio Gooi en Vechtstreek
André Smit, beleidsadviseur, provincie Noord-Holland
Berte Daan, landschapsontwerper, Berte Daan landschap architectuur
Dick de Jager, beleidsadviseur archeologie en monumentenzorg gemeente Almere
Theo Baart, fotograaf
Kathrin Hammen, beleidsmedewerker, gemeente Haarlemmermeer
Gijs Doeglas, vakspecialist ecologie, gemeente Zaanstad
Riena Tienkamp, Hoofd Staatsbosbeheer Noord-Holland
Anette van Dijk, sr adviseur beleid en strategie Monumenten en Archeologie, gemeente Amsterdam
Marinke Steenhuis, SteenhuisMeurs
Aanwezig salon 5 februari 2019, ambtenaren
Henk Baas, hoofd landschap Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Marjolijn Nijkamp, Rijkwaterstaat
Dick de Jager, beleidsadviseur archeologie en cultuurhistorie, gemeente Almere
Marianneke Creemers-Hazebroek, senior adviseur verkeer en vervoer en ruimtelijke kwaliteit,
Rijkswaterstaat
Thomas Vernooij, areamanager University Quarter Amsterdam
Melanie Koning, adviseur landschap, provincie Flevoland
Marinke Steenhuis, SteenhuisMeurs
Aanwezig salon 3 april 2019, Vestigingsklimaat
Barbara Baarsma, CEO Rabobank Amsterdam en Economic Board MRA
Esther Agricola, directeur Ruimte en Duurzaamheid, Gemeente Amsterdam
Peter Heuvelink, directuer AM Noord-West
Margreet Schotman, directeur Ruimtelijke Ordening, Gemeente Almere
Eric Luiten, voorzitter Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amsterdam
Maurits Schaafsma, SADC
Jeroen Slot, data scientist gemeente Amsterdam
Riette Bosch, Rijksvastgoedbedrijf
Taco Hovius, partner Stijl Advocaten
Paul Gerretsen, agent Vereniging Deltametropool
Michiel de Graef, provincie Noord Holland, Strategisch beleidsadviseur/ Omgevingsvisie
Bob van der Zande, Programmamanager Bouwen en Wonen Metropoolregio Amsterdam
Sharon Oldenkotte, directeur Kunst en Cultuur BPD
Berte Daan, Berte Daan Landschapsarchitecten
Isabel van Lent, SteenhuisMeurs
Peter de Bois, ORAM
Marcel Schonenberg, directeur Beurs van Berlage
Rob van Aerschot, programma manager Landschap MRA
Isabel van Lent, SteenhuisMeurs
Marinke Steenhuis, SteenhuisMeurs
Salon 17 april 2019, Recreatie en Natuur
Robert Graat, Staatsbosbeheer, Groene Metropool
Saline Verhoeven, Landschap Noord Holland, initiator Amsterdam Wetlands
Ir. Harma Horlings, landschapsarchitect, Staatsbosbeheer
Leo Pols, Planbureau voor de Leefomgeving
Marja van Nieuwkoop, gemeente Amsterdam
Jan Janse, senior adviseur landschap en cultuurhistorie, Staatsbosbeheer
Rik de Visser, landschapsarchitect, VISTA
Nicole Hoven, manager communicatie, marketing en nieuwe verdienmodellen, Natuurmonumenten
Willem Hellevoort, Provinciaal ambassadeur Noord Holland , Flevoland en Markerwadden
Martine de Vaan, projectmanager duurzame innovatie, Rijksvastgoedbedrijf
Jeanine v.d. Bosch, provincie Flevoland
Amelia Lukmanto, stedenbouwkundig gemeente Lelystad
Rob van Aerschot, programmamanager Landschap, MRA
Vita Teunissen, SteenhuisMeurs
Marinke Steenhuis, SteenhuisMeurs
Salon 18 april 2019, Landbouw en Water
Rona Uitentuis, Provinciaal voorzitter LTO Noord, Noord-Holland, gastvrouw en inleider
Luzette Kroon, burgemeester Waterland
Aagje Zeeman, wethouder Beemster
Aad Straathof, themahouder veenweiden west-Nederland voor LTO
Cilian Terwindt, Circulaire proeftuin van West
Steven Slabbers, landschapsarchitect en provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit
Peter de Ruyter, Landschapsarchitect, Bureau Peter de Ruyter
Joyce van Beek, Burgemeester gemeente Beemster
Angeli Poulssen, projectleider Stolpen community, oprichter Fresh Future
Nico Verduin, voorzitter LTO Noord Regio West
Marinke Steenhuis, SteenhuisMeurs
Isabel van Lent, SteenhuisMeurs
Salon 8 mei 2019, De Verbeelding van het Landschap
Sharon Oldenkotte, directeur kunst en cultuur bij BPD
Maud Aarts, Directeur Buitenwerkplaats Amsterdam
Dorine van Hoogstraten adjunct-directeur bij MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit
Truke Slager, directeur Stijl Advocaten
Emily Zonnevylle, NBTC
Pauline Souren, adviseur Toerisme en (Vrijetijds) Economie en Erfgoed provincie Noord-Holland
Marieke van der Donk, Museum TV
Maartje van den Heuvel, curator Universiteit Leiden/onderzoek Picturing Landscape
Jan Hovers, directeur Zaans Museum
Ingrid Looimans, NBTC
Theo Baart, fotograaf
Martin Kers, fotograaf
Rob van Aerschot, MRA
Rijk van Ark, directeur MRA bureau
Isabel van Lent, SteenhuisMeurs
Simone Vermaat, collectieadviseur Rijksdienst voor het cultureel Erfgoed
Marinke Steenhuis, SteenhuisMeurs
Salon 15 mei 2019, perceptie van het landschap: de blik van buiten
Arita Baayens (ontdekkingsreiziger, bioloog en schrijfster, o.a. Paradijs in de Polder)
Elena Dobretsova (podium voor architectuur Haarlemmermeer)
Antoin Deul (Bestuurder HHR Schieland & Krimpenerwaard, directeur Spring House)
Astrid Elburg (coaching, building Academy)
Marjolein Kloek (proefschrift landschaps- en natuurbeleving)
Furkan Kose (architect bij Atelier Puuur)
Nejdet Pamuk (ondernemer)
Paul Roncken (Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Utrecht)
Matthijs Schouten (hoogleraar natuurbeleving, filosoof Staatsbosbeheer)
Marcia Sookha (projectmanager vastgoed en cultuur)
Ahmet Taskan (voorzitter werkgeversvereniging Hogiaf)
Barbara Vos (pakhuis de Zwijger)
Tracy Metz, (John Adams foundation, talkshow Stadsleven en eigenaar Stadssalon)
Marinke Steenhuis, SteenhuisMeurs
Salon 27 mei historische verenigingen
Op deze salon in de Beurs van Berlage waren honderd mensen, waarvan 80% leden van historische
verenigingen in de MRA.
Overige expertgesprekken en bezochte symposia
College van Rijksadviseurs
Floor Millikowski, journalist, de Groene Amsterdammer, publicatie Van wie is de stad
Bas Kok, journalist, publicist over Amsterdam
Paul Mosterd, Hermitage Amsterdam
Bob van der Zande, coördinator woningbouwprogramma MRA
Esther Agricola, directeur Ruimte en Duurzaamheid gemeente Amsterdam
Zef Hemel
Henk Baas, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Guido Wallagh, INBO
Pakhuis De Zwijger, woningbouw in de MRA, sept 2018
Architectuur Lokaal, dashboard verstedelijking, eind oktober 2018
Zaanse avond over het landschap, eind maart 2019
Het parlement van de scheggen, ARCAM, half maart 19
Begeleiding: Luzette Kroon, Rob van Aerschot, Marijn Bos, Michael Braam-Scholten
Marinke Steenhuis, SteenhuisMeurs
www.steenhuismeurs.nl