Bijen en biodiversiteit in tuinen · 2020. 2. 2. · Bijen en biodiversiteit in tuinen Hoe maken we...
Transcript of Bijen en biodiversiteit in tuinen · 2020. 2. 2. · Bijen en biodiversiteit in tuinen Hoe maken we...
Bijen en biodiversiteit in tuinen
Hoe maken we natuurvriendelijke tuinen
die ook geschikt zijn voor bijen
Arie Koster
Voor voorbeelden van bijenvriendelijke milieus, bijenhotels en een
bijenkalender zie:
www.denederlandsebijen.nl
Inhoud presentatie
• Achtergronden bijen en biodiversiteit
• Wat zijn bijen
• Indeling bijen
• Wilde bijen in stedelijk gebied
• Hulp voor bijen
Wat kunnen we doen voor bijen en andere dieren
•Tuinen
•Zelfbeheer kleinschallige groene elementen in de openbare ruimte
Honingbijen dragen in Nederland voor 1,4 miljard bij aan:
Land- en tuinbouwgewassen
Fruit: * appel en peer
* bessen
* framboos
* aardbei
Kassen: paprika, courgette, augurk, meloen
Zaadteelt: prei, kool, andijvie, witlof, enz….
Het is niet alleen maar economie, maar het gaat vooral om
voedselvoorziening.
Bijen dragen dus bij aan gezondheid en welzijn!
Maar ook wilde bijen zijn belangrijk voor de bestuiving: zeker ook
voor de wilde flora.
3
Wat zijn bijen
- Insecten met kop, borststuk, achterlijf, 3 paar poten, 1 of 2 paar vleugels
en een uitwendig skelet
Bijen zijn vliesvleugelige insecten
- 2 paar vliezige vleugels: de voorste groot, achterste klein
- Wespentaille: het laatste deel van het borststuk is 1e achterlijf segment
- Geveerde haren
- Een angel
- Een scopa (verzamelharen voor stuifmeel aan de achterpoten of aan de
onderkant van het achterlijf)
- Ogen min of meer aan de zijkant van de kop
- Antenne vrouwtje 12 leden; mannetje 13 leden
- Bijen leven van nectar en stuifmeel
Bij het zien van de grote wolbij wordt vaak aan een wesp gedacht
Indeling bijen
- Taxonomisch op geslacht: zandbijen, metselbijen, hommels etc.
- Solitair of sociale bijen
- Zelfvoorzienende bijen en parasitaire (koekoeks-) bijen
- Poot-, buik- en mondverzamelaars
- Bloembezoek: generalisten en specialisten
- Wijze van nestelen: in de grond, boven de grond
- Naar seizoen: voorjaarbijen en zomerbijen
- Naar generaties per vliegseizoen 1 (univoltien) of 2 (bivoltien) generaties
per jaar.
Een pootverzamelaar (links) en buikverzamelaar (rechts)
Boerenwormkruid is een drachtplant voor honingbijen. Als deze plant te
vroeg wordt gemaaid, kunnen honingbijen uitwijken naar andere
planten.
Maar dat is veel moeilijker voor de wormkruidbij die alleen op
bepaalde composieten o.m. op boerenwormkruid verzamelt. Die kan
na te vroeg maaien niet uitwijken naar andere planten. Dus nooit voor
of tijdens de bloei maaien of afknippen.
Hommels vliegen net als honingbijen bijna op alle soorten bloemen.
De aardhommel heeft twee gele strepen en een witte punt
De steenhommel is zwart en heeft een rode punt
Boomhommel is aan de voorkant bruin en heeft een witte punt.
De weidehommel is van voren geel en heeft een bruine punt.
Resedamaskerbij: maskerbijen hebben geen verzamelharen.
Ze verzamelen stuifmeel met hun mond.
De grasbij vliegt op allerlei planten en verzamelt stuifmeel met zijn poten.
Een behangersbij op wegdistel. De buikschuier is goed te zien.
Wespbijen parasiteren bij zandbijen, zoals de koekoek op zangvogels
parasiteert.
Roodpotige groefbij zoekt hier zijn nest tussen de tegels van het
trottoir.
Een vrouwtjesgroefbij is te herkennen aan het groefje aan de punt van
het achterlijf.
Bloedbijen parasiteren voornamelijk bij groefbijen. Ze hebben
meestal een rood achterlijf.
Grote wolbij (m) wacht op een vrouwtje.
De grote wolbij verzamelt haren van planten voor bekleding van het
nest. Een mannetje wacht op een vrouwtje die deze plant vaak
bezoekt
Hoe leven bijen
Bijen leven van nectar en stuifmeel: nectar voor energie, stuifmeel voor
ontwikkeling van de larven.
Sommige bijen verzamelen plantaardige olie.
Bijen nestelen in de grond of in allerlei ruimtes boven de grond
De meeste bijen leven solitair ca. 20 soorten sociaal.
Ca. 100 soorten bijen leven parasitair: de zgn. koekoeksbijen.
Alles draait om stuifmeel en nestgelegenheid: slobkousbij is voor 100% van
grote wederik afhankelijk; rietsigaar maskerbij voor zijn nestgelegenheid 100%
van rietsigaar.
Bijen kennen broedzorg
- Ze maken een nest met daarin voor iedere bij een aparte broedcel.
- verzamelen nectar en stuifmeel
- leggen een ei en sluiten het nest af
Sommige bijen hebben een sterk territoriumgedrag. De mannetjes jagen
elkaar weg. Dat is onder meer het geval bij Wolbijen en Sachembijen.
Sommige bijen hebben een bijzondere wijze van nestelen. Wolbijen
verzamelen plantenharen, behangersbijen maken hun nest van stukjes
blad en metselbijen metselen de ingang van hun nest dicht.
Een groot deel van de bijen leven parasitair. Ze worden ook wel
koekoeksbijen genoemd.
Gedrag van bijen
Waar nestelen bijen:
Sociale bijen: hommels en honingbijen
- In holtes van bomen, muren, rotsen.
- Hommels ook in de grond in oude muizennesten.
Solitaire/wilde bijen
In grond.
- Steilkantjes.
- Dood hout
- Braamstengels
- Afgestorven plantenstengels
- Rietdaken
- Gaten in muren
- Gaten in tuinmeubilair etc.
Nestgelegenheid is even belangrijk. Zonder nestgelegenheid geen bijen.
Veel bijen nestelen in de open grond: vooral in zandige bodems. Dat
gebeurt ook in tuinen. Zandige plekken trekken bijen aan.
Nestgangen tussen het plaveisel is goed toepasbaar in tuinen.
Deze stapelmuur wordt door verschillende bijen als nestgelegenheid gebruikt.
Een gesnoeide buddleja.
Als het merg is verteerd, kunnen wilde bijen er gaan nestelen.
Een houtstapel van boomschijven trekken op zonnige plekken bijen aan. Door
gaten te boren van verschillende lengte en diameter wordt de komst van bijen
extra gestimuleerd. Zie www.denederlandsebijen.nl
Een houtstapel in de zon of schaduw is vooral van belang voor veel
andere dieren, maar het kan ook kleiner.
Riet, bamboe en andere holle plantenstengels zijn belangrijke elementen voor
bijenhotels. Hier 5 mannetjes van de rosse metstelbij die proberen een wijfje te
bevruchten.
Een tuintafeltje waar bijen in nestelen.
De schroefgaten worden als nest gebruikt.
Afrasteringspaaltjes als nestplaats: een inspiratie bron voor bijenhotels.
Bijenhotel in een tuin. Zie www.bijenhotels.nl
Een bijen-/insectenhotel op het volkstuincomplex. Hier naar het Noorden
gericht “Ons Buiten” in Utrecht.
Een lux bijenhotel op het volkstuincomplex in Utrecht.
Een nestkastje tegen het tuinhuisje: binnen 4 weken bewoond.
Een nestkastje tegen het tuinhuisje.
Nestkastje is al na een paar maanden bewoond
Fragment nestkastje.
Nestkastjes voor bijen
Detail nestkastje
Een kunstmatige nestgang van de roze metselbij.
Enkele factoren waar we in tuinen rekening mee moeten houden Als we planten optimaal willen laten functioneren, moeten we rekening houden
met de eisen die planten aan het milieu stellen
Bodem: onder meer grondsoort, voedselrijkdom, zuurgraad, humusgehalte en
bodemvochtigheid
Herkomst van het water: grondwater, kwelwater, regenwater, rivierwater
(overstroming/inundatie)
Klimaat/microklimaat: Hoe extremer de omstandigheden des te minder
soorten. Verschillende vegetatiestructuren (houtwallen, bosjes, ruigten,
hellingshoek, reliëf van de bodem) gaan samen met verschillen in microklimaat.
Luchtvochtigheid: is in een bos anders dan boven een grasland.
Voor kleine dieren in de tuin is structuurvariatie = habitatvariatie van groot
belang.
Hoe groter de variatie in de begroeiing en materialen (dood hout, oude stenen,
rillen, verweerde muren, plaveisel) etc. des te meer kleine dieren er kunnen
voorkomen.
Welke wilde planten kunnen we toepassen?
In principe alle inheemse planten; wat kan hangt van de bodem af én van
groene vingers. De praktijk is dat de mogelijkheden vaak beperkt zijn. De
mogelijkheden kunnen worden vergroot door:
- de grond af te graven: de grond wordt dan vaak vochtiger of zelfs
kletsnat
- de vrij gekomen grond benutten voor droge milieus; dat kunnen
rotstuinen zijn of andere verhogingen in de tuin. Op droge rijke gronden,
kunnen dan planten van schrale bodems groeien.
- arme grond licht te bemesten met compost of zeer oude stalmest voor
de toepassing van planten van voedselrijke(re) bodems.
- Als de bodem te zuur is, kan er schelpengruis (kippengrit) worden
toegepast.
- Geef de planten een plek waar ze hun eigen waterhuishouding kunnen
regelen. Dus geen of zo min mogelijk water geven. Vooral op droge
gronden geen planten van zeer vochtige bodems toepassen.
Ga voor een landelijk overzicht naar www.bijenplanten.nl
voor Amsterdam naar: www.denederlandsebijen.nl
Wat mag of moet je niet doen?
- Spitten, daarmee wordt het bodemleven verstoord onder meer voor in de
grond nestelende wilde bijen.
- Al het blad verwijderen; onder het blad zit voer voor vogels.
- Alles voor de winterbeurt afknippen; dan verdwijnt nest-, schuil- en
overwinteringsgelegenheid voor kleine dieren.
- Te veel (liefst helemaal niet) te sterk doorgekweekte soorten.
- In principe worden er op grote schaal geen vreemde substraten zoals
mergel toegevoegd. Dat gaat vaak ten koste van het landschap elders
en is i.v.m. transport milieubelastend.
- Alle chemische bestrijdingsmiddelen zijn taboe
Spitten is slecht voor bodembewonende dieren.
Plantencombinaties/composities
Een aantal aspecten die voor traditionele tuinen gelden zien we ook in de
natuur: hoge planten achterin, lage planten voorin de border of vegetatie
- Maak selecties voor bepaalde diergroepen: bijen, vlinders (dat dekt ook
de rest van de bloembezoekende insecten)
- Sorteer op bloeiperiode: vooral hommels en vlinders eisen een
aaneengesloten bloeiperiode van minimaal begin maart tot eind
september.
- Sorteer ook op planten waar vooral wilde solitaire bijen volledig van
afhankelijk zijn.
- Maak combinaties op milieu: moeras, grasland, bos/beschaduwd etc.
- Composities met exotische planten zijn ook mogelijk, maar inheemse
soorten hebben de voorkeur.
- Planten voor de grote wolbij: planten met sterk zachtbehaarde bladen
voor het bouwen van nesten.
De bloeikalender op www.denederlandsebijen.nl geeft een verdeling in de
tijd.
Het gaat niet alleen maar om bijen. Vrijwel ieder plantensoort ook in tuinen is
gastheer voor een reeks insectensoorten (Hermy, M., 1990. Natuurbeheer).
Planten moeten zich daarom volledig kunnen ontwikkelen. Hoe meer
bloeiende planten des te meer bijen, maar ook des te meer andere insecten
Voortuin in een gewone straat op droge zandgrond. Zeer zelden wordt hier water
gegeven.
Een achtertuin op vochtige grond. Ratelaar wordt hier alleen door hommels
bezocht.
Een voorjaarsbeeld op zeer vochtige bodem: de grond is hier afgegraven en op
een andere plek gebruikt. In de zomer vliegt hier de kattenstaartbij en de
slobkousbij.
De zelfde plek een paar maanden later: een natte ruige hoek: goed voor
bijen en vlinders (6-10 m2).
Rietorchis op vochtige grond kan ook in tuinen.
Bosgedeelte: met wilde planten is een leuke tuin te maken die goed is voor wilde
bijen.
Een andere plek in de border onder een Magnolia.
Een rotstuin van gewone stenen goed voor wilde bijen
Een tuin in een woonwwijk grenzend aan een vijver: met meer aandacht kan zo’n
tuin veel wilde bijen aantrekken.
Een echte (honing) bijentuin met volop bijenplanten, maar er komen ook vlinders.
(Schildwolde 2009)
Enkele Aster ageratoides in een tuin met 4 soorten vlinders.
Een vlindertuin op een volkstuincomplex in Nijmegen met volop
vlinderplanten waar ook bijen profijt van hebben.
Een volkstuin in Amsterdam-Noord waar veel wilde bijen voorkomen (kwamen).
Bijen en vlinders gaan goed samen.
Dagpauwoog met gewone behangersbij
Dagpauwoog met een zandbij
Zelfbeheer, bewonersparticipatie, burgerinitiatieven
Burgers kunnen zelf veel doen aan de kwaliteit van de woon- en
leefomgeving.
Het grootste probleem is de continuïteit van de betrokkenheid.
Zelfbeheer, bewonersparticipatie moet worden begeleid.
Gemeenten/woningbouwcorporaties moeten actief beleid voeren om
dat te kunnen realiseren.
Gemeenten/woningbouwcorporaties moeten ook de helpende hand
bieden bij grote onderhoudsbeurten in het voor- en najaar.
http://www.bijenhelpdesk.nl/Bijenlint/Bewonersproj/00IndexLint.htm
.
Spijkerkwartier Arnhem: in samenerking met de gemeente is een saaie
binnenplaats omgevormd tot een belevings, bijen- en vlindertuin.
Deze tuin wordt de vlindertuin genoemd, vlinders kwamen hier geregeld voor,
maar gelet op het grote aantal bijen had het beter bijentuin genoemd kunnen
worden. Door afnemende betrokkenheid van de bewoners is deze tuin wel
achteruit gegaan(Nijmegen 1998)
De Bikkershof in Utrecht is een beroemd bewonersproject dat al ca. 25
jaar bestaat.
Een geveltuin in Drenthe. Zonder deze tuin zou het een saaie boel zijn.
Het Zwarte Water in Utrecht: hier vliegen bijen, vlinders en soms zelfs een ijsvogel.
Deze border bevat voornamelijk drachtplanten, maar wordt ook door vlinders
bezocht (Deventer 2002)
Sedum telephium trekt veel bijen en vlinders aan. Deze plant wordt hier door
andere drachtplanten omringd. (Deventer 1996)
De aangrenzende bewoners hebben met goedvinden van de gemeente een stuk
openbaar groen geadopteerd. Er zijn allerlei planten aangeplant en er is ook een
bijenhotel geplaatst. Door deze actie is een aantrekkelijk stukje openbaar groen
ontstaan dat ook door anderen wordt gewaardeerd. (Schiedam 2009)
Ook op zeer kleine schaal kunnen we iets voor de bijen doen.
Conclusies en aandachtspunten
- Biodiversiteit van bijen hangt sterk af van de biodiversiteit van de flora en
structuurvariatie.
Burgers kunnen in hun eigen tuin een bijdrage leveren om de biodiversiteit in
eigen tuin te vergroten.
- Zelfbeheer, bewonersparticipatie en burgerinitiatieven dragen bij aan
biodiversiteit en aan de leefbaarheid = kwaliteit van de woon- en leefomgeving.