BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf ·...

33
BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARING een ‘persoonlijke’ geschiedenis

Transcript of BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf ·...

Page 1: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

BEURSLESSEN

DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARING

een ‘persoonlijke’ geschiedenis

Page 2: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Inhoudsopgave

1. Tandartsvernuft

2. Slapeloze nachten

3. Tijd is geld

4. Beleggen!

5. De jaren tachtig

6. 1987

7. Amro en ABN AMRO

8. De eeuwwisseling: balans opmaken

9. Modellen en strategieën

10. Succes

Epiloog

Page 3: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Hoofdstuk 1 Tandartsvernuft

De Beatles zijn net uit elkaar, het is begin 1970. Een jaar geleden is de eerste mens op de

maan geland, Erik Hazelhoff Roelfzema schrijft Soldaat van Oranje en ik zit drie maanden

voor mijn eindexamen HBS-B. De rector heeft mij en mijn ouders sterk afgeraden

eindexamen te doen. Ik sta zeven onvoldoendes waarvan twee keer een 3, voor Scheikunde

en voor Duits. Het is een kansloze missie en bovendien slecht voor de naam van de school.

Mijn moeder weet dat ik het allemaal gemakkelijk kan – dat zeggen alle leraren - maar ik doe

eenvoudig niets. Dat wil zeggen: niets aan schoolwerk. Ik ga liever met mijn vriendinnetje uit

of sta op het hockeyveld tegen een balletje te meppen. Middagen lang, naast dat ik drie keer

per week de officiële training volg. Ik zit per slot in het eerste team, “Heren 1”. Mijn vader

zegt dat als ik met maar 10% van mijn inzet voor het hockeyen mijn schoolwerk zou doen, ik

glansrijk zou slagen. En mijn vader heeft altijd gelijk.

Mijn moeder is radeloos, ze slaapt slecht, praat met psychologen en ruziet met m’n vader.

“Grijp nou eens in, zo wordt het niks met die jongen!” Ik blijf ongevoelig voor argumenten en

leef bij de dag. ‘Mindful’ zou dat nu heten.

Op een ochtend kom ik beneden en loop de keuken in. Mijn moeder staat voor het aanrecht

met haar rug naar me toe. Ze maakt de havermoutpap klaar. “Hoi” roep ik haar toe. Ze geeft

geen antwoord maar mompelt iets. “Wat zeg je?” vraag ik vrolijk. Ze blijft met haar rug naar

me toe staan, is even stil en stelt me dan een vraag. Zachtjes. Maar ik versta haar heel

duidelijk. Het is een retorische vraag, maar wel de goede vraag. De gouden vraag. De

hoofdprijsvraag. De enige juiste vraag:

“Adriaan, wil je dan nóg een jaar op die school?”

De vader van mijn vriendinnetje is tandarts. De tandarts van het dorp. Een aardige man,

maar in mijn puberachtige ogen van de jaren 70 een simpele ziel die denkt dat het in het

leven alleen om geld gaat. Ik weet wel beter. Kapitalisme leidt alleen maar tot ellende; dat

de economie eeuwig blijft groeien kán eenvoudig niet en geluk draait om heel andere dingen

dan geld. En vader tandarts heeft daar volgens mij niets van begrepen. Hij is aardig maar

bekrompen en daar komt hij nog wel achter; waarschijnlijk als het te laat is.

Heel stiekem, in mijn diepste binnenste, ben ik wel een klein beetje jaloers op hem. Hij heeft

niet alleen een prachtige azuurblauwe Volvo, maar ook een authentieke, overnaadse

zeilboot waar hij elk weekeinde mee het water opgaat. Een prachtschip. Maar ja, allemaal

materialistisch, overschreeuw ik mezelf.

Ik maak me bij mijn vriendjes populair door vader tandarts een kapitalist te noemen en zet

me, waar ik maar kan, in woorden tegen hem af. Het is inmiddels zomer 1970 en ik heb sinds

mijn geslaagde eindexamen (één 5) mijn baard laten staan. Vader tandarts schaart jongens

met baarden onder de noemer ‘werkschuw tuig’, maar beschouwt mij wel als een

Page 4: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

uitzondering. Ik help hem regelmatig met het onderhoud van zijn boot en als ik mee eet ziet

hij dat ik een netjes opgevoede jongen ben. Bovendien is zijn dochter gek op mij. Vader

tandarts en ik kunnen het steeds beter met elkaar vinden – we nemen elkaars

eigenaardigheden voor lief.

Mijn vriendinnetje gaat in Groningen studeren en pa koopt een huisje voor haar. Achteraf

denk ik dat hij een van de eerste vaders is die dat doet. Een huis koopt hij, voor z’n

studerende dochter, is dat niet belachelijk? Als ik ‘m vraag wat daar de grap van is, biedt hij

me een Golden Fiction aan, geeft me een vuurtje en legt me met een glimlach uit:

“Mijn dochter studeert zes jaar, dan moet ze klaar zijn. Daarvoor is ze zes jaar huur kwijt, of

beter gezegd ben ik zes jaar huur kwijt. Zeg zo’n 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit:

ongeveer 250 tot 300 per maand keer 12 (maanden) keer 6 (jaar). Ik betaal 10 mille voor

deze tussenwoning, waarvan ik ook nog een kamer extra kan verhuren. Komen natuurlijk

wat kosten voor onderhoud en energie bij. Kijk zo ziet het er ongeveer uit - hij pakt een

afsprakenkaartje en schrijft op de achterkant:

Tijd: 6 jaar

Met huisje Zonder huisje

Aanschaf fl.10.000 huur: fl.20.000

Onderhoud+energie fl.6.000

Renteverlies fl. 3.000

Kosten fl.19.000 fl.20.000

Af:

Huurinkomsten fl.15.000

Waardestijging fl.4.000

Kosten per saldo fl.0 fl.20.000

“Dus op het onderdak van mijn lieve dochter verdien ik 20.000 gulden extra”, is zijn

conclusie. “En zij woont riant in een eigen woning. Wil je wat drinken?”.

Ik vind het niks. Dat wil zeggen: ik vind dat ik het niks moet vinden, dit is kapitalisme ten top.

Bovendien begrijp ik de post “renteverlies” niet, wat ik natuurlijk niet laat merken.

Twintigduizend gulden verdienen en riant in je eigen huis wonen… zou het verhaal kloppen?

’s Nachts lig ik erover te piekeren. Kapitalisme ten top. Maar als ik na lang woelen in slaap

val en de volgende ochtend wakker word denk ik: “dat wil ik ook….”

Zo gedacht zo gedaan.

Page 5: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Hoofdstuk 2 Slapeloze nachten

Erfboedel. Ik ben 21 jaar en heb nog nooit van het woord gehoord. Google bestaat nog niet,

maar ik ben er gauw achter. Er zijn drie huizen en acht erfgenamen. Drie arbeidershuisjes in

één straat. Een huisje bestaat uit een gangetje, een woonkamer, een keukentje en een

zolder. Drie huisjes te koop, maar wel in één koop, want de acht erfgenamen willen er in een

keer vanaf – en ze willen zo snel mogelijk geld zien. Een erfboedel.

Ik wil helemaal geen drie huizen, ik vind één huis al een enorme onderneming, maar vader

tandarts legt me uit dat dit financieel gezien wel een prachtkans is. En ik kan nog altijd 1 of 2

van de huisjes verkopen. En als ik wat extra geld wil lenen, is hij niet te beroerd. En…

De makelaar heeft de huisjes nog niet formeel in de verkoop als ik bij hem binnenstap. Ik heb

via via gehoord dat er in de arbeiderswijk de Oosterpoort iets te koop zou zijn. Ik loop alle

straten af maar vind nergens een bord “te koop”. Als ik aarzelend stil sta spreekt een

vriendelijke vrouw van middelbare leeftijd me aan. “Daar sta je recht voor” zegt ze, “het

schijnt ‘n erfboedel te zijn, maar ik noem het meer een grote troep”. Ze weet welke

makelaar het huisje verkoopt en ik bedank haar vriendelijk. Ze zal de komende jaren mijn

buurvrouw zijn. Ze zal mijn plantjes water geven als ik op vakantie ben, ze zal me af en toe

een kommetje soep brengen. “Voor de vitaminen, m’n jongn”.

De makelaar wil snel tot zaken komen. Over de verkoop van slechts één van de drie huisjes

valt niet te praten. Ik denk aan de adviezen van vader tandarts en heb binnen 10 minuten

een voorlopig koopcontract, waarvan ik meteen leer dat het niet voorlopig is. Voor fl.10.500

k.k. word ik eigenaar. Voor het eerst van mijn leven zit ik bij een notaris waar ik al met al

ongeveer fl.12.000 moet betalen. Zelf heb ik 1000 gulden spaargeld, de rest moet ik lenen.

Van vrienden, een oom, m’n ouders en jawel, natuurlijk van vader tandarts. Die vindt het

een werelddeal en leent mij fl.4000 tegen een hele lage rente. Als het maar niet uit gaat met

z’n dochter…

Dat gaat het wel, een half jaar na aankoop van het huisje, maar vader tandarts is genereus:

de lening van fl.4000 blijft lopen, zolang ik wil. Een aardige man, maar wel een kapitalist.

Het gevoel een eigen huis te hebben, nee: drie eigen huizen te hebben, is onbeschrijfelijk.

Spannend, trots, maar ook doodeng. Een van de huisjes, nr.28, is bewoond, een tweede, nr.

62, staat leeg en in de derde is een soort werkplaats, waar een nogal sjoemelige man zo af

en toe komt timmeren: nr. 49. Op nummer 28 woont een echtpaar, de heer en mevrouw R.

Ze betalen fl.48,70 huur per maand. De eerste dag na mijn intrek op nummer 62 – het is er

inderdaad een enorme troep - staan ze al voor mijn deur, samen: het dak van hun huis lekt,

een kozijn moet vervangen worden, de gasleiding is onveilig. Of ik het even wil laten

repareren, ik ben toch hun nieuwe huisbaas? Het zweet breekt me uit, ik heb geen rooie

cent meer, alleen maar schulden. Ik krijg fl.300 maandgeld van m’n ouders en daar moet

alles van gedaan worden. Lekkend dak, gasleiding, wat moet ik hiermee, ben ik nu meteen

failliet?

Page 6: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Maar een kat in het nauw…… wordt creatief.

“Dat is goed” bluf ik, “we gaan het direct volgende week laten maken. Het dak, het kozijn, de

gasleiding. Weet u zeker dat er niet méér is, want dat nemen we dan natuurlijk meteen mee.

O ja, als het klaar is laat ik wél de huurcommissie even komen om de hoogte van de huur

opnieuw vast te stellen, is dat oké?”

Het echtpaar druipt af. Vier jaar lang zie ik ze niet meer. En de huur is altijd op tijd….

Toch heb ik slapeloze nachten. Stel nou dat er werkelijk iets flink kapot gaat aan één van de

huisjes, wat moet ik dan? Van het tweede huisje, de werkplaats, heb ik de huur opgezegd.

Dat was geen enkel probleem. De klusser was er toch zelden en zo spaarde hij de fl.61,80

huur uit. Ik maak het huisje met oud sloophout en wat illegaal soldeerwerk aan leidingen

min of meer bewoonbaar en verhuur het aan een studiegenoot. Afspraak: fl.80 huur zonder

verhogingen, maar alles zelf repareren als er iets kapot gaat. Wouter woont 4 jaar lang met

veel plezier op nummer 49 en we worden dikke vrienden.

Elfduizend gulden schuld. Wel huurinkomsten, maar daar kan ik net de rente van betalen;

het slaapt nog steeds niet lekker. Per brief bied ik het echtpaar R. het huisje waar ze in

wonen te koop aan voor fl.4000. Dan ben ik daar vanaf – een zorg minder. Meneer R.

reageert met een moeilijk leesbaar, handgeschreven vel ruitjespapier dat ik op mijn deurmat

vind. Hij is woedend. Of ik van de ratten gebeten ben en ik soms denk dat het geld op zijn

rug groeit. Vierduizend gulden, dat is “veels en veels te veel” volgens hem. De slapeloze

nachten blijven, hoewel het aantal afneemt. Schulden hebben went. Ik heb een fantastische

studietijd, woon riant in m’n eigen huisje, al moet ik soms het dak op om een pan te

vervangen, een gat onder de gang graven om het riool te repareren of een gebarsten ruit

vervangen. Bij het leggen van een andere vloerbedekking kom ik erachter dat een deel van

het huisje een ondervloer van handgevormde plavuizen heeft. Die blijken geld waard te zijn,

wat ik vervolgens regelmatig bij de doe-het-zelf winkel om de hoek weer uitgeef. Mijn huisje

gaat steeds meer op een woning lijken, na een jaar heb ik zelfs mijn eigen douche.

Vier jaar woon en leef ik als student in mijn eigen huis als de gemeente aankondigt de hele

buurt te gaan saneren. Snel bied ik de heer en mevrouw R. nogmaals nummer 28 te koop

aan, nu voor fl.6000, maar opnieuw reageren ze diep verontwaardigd. Geen haar op hun

hoofd, bovendien is zesduizend gulden “veels en veels te veel….”

Nog geen half jaar later verkoop ik de drie huisjes in één koop aan de gemeente. Als

eigenaar van drie huisjes in een straat ben ik een ‘zware’ partij. Als ik niet meewerk aan de

verkoop wordt het saneren lastig voor de gemeente. Uitstel, extra kosten, stagnatie etc. Ik

vraag vriend Hugo mij te helpen met onderhandelen, hij kan dat als geen ander. In twee

weken wordt de koop gesloten: fl.75.000 zonder verdere kosten, ik krijg het nog warm als ik

eraan denk. Vijf-en-zeventig-duizend gulden, schoon aan de haak, ik doe er even over om

het echt te geloven.

Page 7: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Een maand later hoor ik van een buurman dat meneer R. overleden is. Hartaanval, dacht de

buurman. Ik heb er één slapeloze nacht van.

Page 8: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Hoofdstuk 3 Tijd is geld

Mijn schulden zijn afgelost, ik bezoek vader tandarts nog één keer en doe hem een fles

cognac en een slof Golden Fiction cadeau. Als dikke vrienden verlaat ik voor de laatste keer

z’n huis – z’n dochter is inmiddels gelukkig getrouwd en ik maak een wereldreis. Bij

terugkomst koop ik een bovenetage en heb nog zoveel geld over, dat een vriendje grapt dat

ik kan gaan beleggen. Goeie grap.

Het zal een half jaartje duren voordat de grap werkelijkheid wordt. Ik stap volstrekt

onwetend de wereld van het beleggen in en zal mijn leven lang actief op de beurs blijven.

Maar dat weet ik nog niet als ik net terug ben uit Canada en er een grote Peugeot voor mijn

deur stopt. Een man, strak in het pak, stapt uit en belt bij me aan. Hij overhandigt mij een

visitekaartje van de NMB, de Nederlandse Middenstands Bank. “Accountmanager en

financial advisor” of zoiets. Of hij even mag binnenkomen, vrijblijvend wat praten over

geldzaken. Geldzaken? Ik ben stomverbaasd. Hoe weet hij nou dat ik ….?

Als hij binnen z’n koffertje heeft geopend en allerlei brochures tevoorschijn tovert, vertelt hij

over de aantrekkelijke mogelijkheden die de NMB, de Nederlandse Middenstands Bank, te

bieden heeft. Ik luister half naar zijn betoog over deposito’s, beleggingsfondsen,

vastrentende waarden en vraag me ondertussen af waar die mooie Peugeot van betaald

wordt. Maar het aanbod van de man lijkt me zo aantrekkelijk dat ik direct een deposito bij

hem open. Drie maanden een hele hoge rente. Heel hoog, vind ik.

Die avond kan ik moeilijk in slaap komen. Sjoerd, een vriend die Economie studeert, is bij me

komen eten en heeft me uitgelegd dat de rente die ik krijg helemaal niet zo hoog is. “Gezien

de inflatie is de reële rente zelfs vrij laag” legt hij uit. Maar in bed reken ik uit wat er in

guldens aan rente binnenkomt en wat ik daar allemaal mee kan doen. Ook vraag ik me af

waar ik al dat geld nou eigenlijk aan heb verdiend. Wat heb ik er nou voor gedaan? Waar

komt de waarde van het geld dat ik nou op de bank heb staan, de rente die ik ervoor krijg,

vandaan? Ik bedenk dat dat eigenlijk de tijd is. Ik heb huisjes gekocht – min of meer per

ongeluk drie tegelijk – en heb deze noodgedwongen vier jaar later weer verkocht. Vier jaar

verder en een hele hoop centen in de schoot geworpen. Dat is nog eens gemakkelijk

verdienen. Die vier jaar zijn voorbij gevlogen. Naast af en toe een beetje klussen gewoon de

tijd laten verstrijken. En nu krijg ik ook nog zomaar geld omdat ik geld heb. Geld maakt geld.

En ook nu moet er alleen wat tijd verstrijken, de rest gaat vanzelf. Tijd is geld, voor ‘t eerst

dat ik ‘m snap.

Nou, een beetje dan.

“Maar het kan nog veel beter” vertelt de man van de NMB mij bij een van z’n bezoekjes.

“Peugeot” noem ik hem tegenover Sjoerd. Peugeot komt elke drie maanden langs om een

nieuw aanbod voor het deposito te doen. Dat loopt prima, totdat de rente lager wordt.

Sjoerd legt me uit dat banken dat wel vaker doen: eerst een hoge rente bieden en dan

langzaam laten zakken. Ik begrijp er niets van: rente is toch rente? “Zeg nou maar dat je

Page 9: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

overweegt naar de Amro Bank te gaan”, adviseert Sjoerd, en de eerstvolgende keer dat

Peugeot weer langskomt doe ik dat. Ik vertel Peugeot dat ik de rente te laag vind en

misschien eens verder wil kijken. Peugeot nodigt me direct op kantoor uit voor een

uitgebreider adviesgesprek. “De rente, daar kunnen we misschien wel wat aan doen, u bent

ten slotte een goede klant, maar heeft u wel eens aan beleggen gedacht? Daar is de tijd nu

zeer aantrekkelijk voor en wij hebben een uitgebreide expertise op dit gebied”. Dus de rente

is inderdaad onderhandelbaar denk ik en nee, aan beleggen heb ik, behalve bij de grap van

mijn vriendje, nooit gedacht. Maar nu is het geen grap meer. “Gewoon de tijd z’n werk laten

doen” zeg ik stoer, maar Peugeot legt me uit dat het niet zo simpel is. “Ik zal erover

nadenken” beloof ik hem, waarna ik rechtstreeks naar Sjoerd fiets. Wat vindt hij ervan? Is

beleggen niet een beetje belegen? Moet ik eigenlijk niet protesteren tegen rechtse

dictaturen in plaats van over beleggen na te denken? En waar begin je als student

natuurwetenschappen, als volstrekte leek, als onderdeel van de protestgeneratie, als ex-

anti-kapitalist? Waar begin je als je fl.20.000 wilt beleggen?

Het is inmiddels 1980 en ik studeer af. Ik mag me doctorandus noemen in de ethologie, zeg

maar gedragsbiologie. Maar over het gedrag van koersen en van beleggers weet ik dan nog

helemaal niets. Dat zal echter snel veranderen, want de tijd vliegt.

Page 10: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Hoofdstuk 4 Beleggen!

Sjoerd is helemaal in z’n element. Hij is opgegroeid in een welgesteld gezin, waar praten

over aandelen, obligaties en de beurskoersen heel gewoon was. Dat hoorde bij de dagelijkse

gesprekken tussen volwassenen. Toen hij 18 werd, kreeg hij z’n eigen portefeuille had hij me

eens verteld. Ik dacht toen nog dat het om een portemonnee ging.

“Nee, niet je geld aan Peugeot in beheer geven. Als je wilt beleggen, doe het dan zelf. Begin

met een fonds, Robeco of zo, kun je je geen buil aan vallen”. Tot diep in de nacht vertelt

Sjoerd me van alles over beleggen. De volgende ochtend kijk ik voor het eerst naar de

koersen op de beurspagina van de krant en verdomd, ik zie Robeco staan met een getal

erachter: de koers. Sjoerd heeft er écht verstand van….

Ik koop aandelen Robeco. Dat is op zichzelf nog een hele kunst. Hoe koop je aandelen?

Waar? Op de beurs? En waar is die beurs? Op het Beursplein in Amsterdam?

Uiteindelijk blijkt dat allemaal mee te vallen en ik hoef gelukkig geen kluis aan te schaffen

om papieren aandelen te bewaren. Dat doet Robeco voor me. Ik betaal daar wel

“bewaarloon” voor. Bewaarloon, dat is gemakkelijk verdienen, gewoon iets bewaren. En

vervolgens wachten, niets doen. Dus wéér een kwestie van ‘tijd is geld’.

Ik heb aandelen Robeco, een fonds dat in aandelen belegt. Een aandeel van aandelen, zoiets.

Het maakt niet uit, ik weet waar ik in de krant moet kijken om te zien hoe de koers ervoor

staat. Het is verslavend, elke ochtend is het eerste wat ik doe de koers opzoeken om te zien

of-ie gestegen is.

Van dat elke dag kijken leer ik wel wat. Het blijkt dat een koers na een paar dagen stijgen

altijd weer een poosje daalt. En andersom. Na een paar maanden heb ik het idee dat ik een

beetje kan voorspellen wanneer de koers omslaat. Ik heb grafiekpapier gekocht en noteer

elke dag de koers en zet die uit in een grafiek. Het ziet er ongeveer zo uit:

Twintig weken koersen van Robeco. De eerste koers is fl.90, de laatste ook. De koers is per

saldo in 20 weken dus niets opgeschoten. “Beleggen in aandelen is voor de langere termijn”

legt Sjoerd me uit. “Tijd niet naar kijken, gewoon een paar jaar wachten”.

75

80

85

90

95

100

105

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

koersgrafiek Robeco

Page 11: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Weer wachten. Tijd is geld. Maar het zit me niet lekker. Ik bestudeer mijn grafiek en bedenk

dat als ik de aandelen nou in week 2 voor fl.95 had verkocht en in week 5 weer gekocht voor

fl.87, om ze in week 11 weer te verkopen voor fl.98 en in week 14 weer te kopen voor fl.85

en vervolgens te verkopen in week 15 (fl.96), weer te kopen in week 16 voor fl.90 en ten

slotte te verkopen in week 18 voor fl.98, als ik dát had gedaan, waar was ik dan wel niet op

uitgekomen? In dit voorbeeld zou ik dan het volgende bedrag hebben overgehouden:

Voor fl.95 verkopen(wk2) = +5; op fl.87 kopen(wk5) en op fl.98 verkopen(wk11) = +11; op

fl.85 kopen(wk14) en op fl.96 verkopen(wk15) = +11; op fl.90 weer kopen(wk16) en op fl.98

verkopen(wk18) = +8

Totaal dus 5+11+11+8 = +35 !

Dus als ik dat gedaan zou hebben, dan had ik, terwijl het aandeel in 20 weken per saldo geen

cent verandert (blijft op fl.90), 35 gulden per aandeel verdiend. Dat is bijna 40%! Daar zou

dan natuurlijk nog wel wat aan provisie, transactiekosten en bewaarloon af gaan, maar

ongeveer 35% verdienen in 20 weken…. dat is meer dan 90% in een jaar!!

Ik raak helemaal opgewonden. Ik denk een goudmijn te hebben aangeboord. Waarom doet

niet iedereen dit?

Er is alleen een ‘maar’: Hoe weet ik wanneer de koers na een stijging weer gaat dalen en

andersom? Dat is achteraf wel mooi op de grafiek te zien, maar je moet het vooraf weten.

Dat moet niet moeilijk zijn, denk ik. Zo’n koers gaat niet zomaar omhoog of omlaag. Ik

besluit het te onderzoeken in de vaste overtuiging dat varkentje even te wassen. Ik ben ten

slotte doctorandus…

Page 12: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Hoofdstuk 5 De jaren 80

Doctorandus ben ik, maar het is begin jaren 80. Grote werkloosheid, vooral ook onder

academici. Huizenprijzen dalen dramatisch, de inflatie is op recordhoogte. Ik lees de net

verschenen roman van Mulisch De Aanslag.

Ook m’n bovenwoning is fors in waarde gedaald, ik kom niet aan de bak als gedragsbioloog

en van het staren naar de grafiekjes van mijn Robeco aandelen word ik financieel niet beter.

Een uitkering aanvragen stuit me tegen de borst dus besluit ik te gaan klussen. Met mijn

eigen huisjes heb ik daar veel ervaring mee opgedaan en er zijn genoeg mensen die graag

een nette zwartwerker over de vloer hebben.

Een vriendin gaat samenwonen en wil een nieuw keukenaanrecht. Die kan ik wel voor haar

plaatsen. De vriendin heeft een vriend waar ik badkamertegels mag zetten. Hij heeft weer

een buurman waar ik een kapotte gasleiding repareer en een muurtje in de tuin metsel.

Enzovoort. Het zijn dingen die ik goed kan en ik verdien er geld mee, 15 gulden per uur,

allemaal ‘zwart’. Er is markt genoeg. Toch weet ik dat ik dit niet lang zal blijven doen. Naast

het klussen blijf ik solliciteren. En houd ik mijn grafiekjes bij.

Eigenlijk ben ik best een beetje vermogend, maar dat vermogen zit in het huis en dat

verkopen zou nu heel onverstandig zijn. Ik probeer naast het metselen en timmeren de

Robeco aandelen op het goede moment te verkopen en weer aan te kopen. Maar dat valt

toch niet mee. Het goede moment bepalen, daar zit ‘m de kneep, maar daar zit ‘m ook het

probleem. Wanneer gaat een koers van stijgen naar dalen? “Als bedrijven minder winst

maken en beleggers minder vertrouwen in de markt krijgen” zegt Sjoerd, “dan gaan de

koersen dalen”. Lijkt me logisch. “De koersen dalen omdat de rente stijgt” lees ik in het

Financieel Dagblad na een slechte beursdag. Een uitgebreide verklaring volgt en ook dat lijkt

me logisch: als de rente stijgt zullen bedrijven minder gemakkelijk geld lenen om te

investeren en zullen de resultaten op termijn niet beter worden. Bovendien gaan beleggers

“uit aandelen” naar spaardeposito’s. De koersen dalen dus. “Het lage

consumentenvertrouwen doet de koersen dalen” kopt de Volkskrant terwijl de NRC de

goede, maar voor analisten tegenvallende cijfers van Koninklijke Olie voor de beurszwakte

verantwoordelijk houdt. Ook daar hoort een logisch verhaal bij. Wat moet ik nou geloven en

wat kan ik ermee? Misschien moet ik maar losse aandelen kopen en niet een fonds zoals

Robeco. Bij losse aandelen kan ik in goede of veelbelovende bedrijven beleggen. Maar

daarvoor heb ik eigenlijk te weinig geld beschikbaar. Ik ben rijk (nou ja, ik heb een

bovenwoning van ongeveer 30.000 gulden) maar daarnaast te weinig geld om in losse

aandelen te beleggen, zegt Sjoerd. Wat heb ik aan vermogen als ik geen geld heb om uit te

geven? Van 15 gulden per uur kan ik eten en af en toe een boek kopen, niet veel meer.

In 1982 wordt alles anders. Ik verhuis omdat ik -weliswaar tijdelijk – elders in het land werk

kan krijgen. Bij de overheid. “Werkverruimende maatregel”, heet het, een contract voor een

jaar. Ter stimulering van de werkgelegenheid. Het werk is dus eigenlijk niet echt nodig lijkt

Page 13: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

me. Maar dat zal me een biet wezen, werk is werk, geld is geld en ik leer er vast wel wat van.

Ik verkoop mijn woning voor fl. 30.000 en trek in een huurhuis in Lelystad, want daar ga ik

onderzoek doen en beleidsplannen maken.

Nu ik wat meer “vrij geld” heb, kan het beleggen echt een beetje beginnen: beleggen in

individuele aandelen. Regelmatig bel ik met Sjoerd om mijn aan- en verkopen door te

nemen. Ik heb naast het werk tijd genoeg want vrije tijd “buiten de deur” besteden in

Lelystad is niet erg spannend….

Ik koop aandelen KLM omdat ik lees dat de olieprijs daalt. Die vliegtuigen slurpen natuurlijk

brandstof dus een prijsdaling moet goed zijn voor de winst van het bedrijf. De koers van KLM

stijgt inderdaad en ik denk “zie je wel”, maar kom er vervolgens achter dat de winst van KLM

vooral wordt bepaald door de bezettingsgraad van de vliegtuigen en de prijs van kerosine

niet één op één met die van olie correleert. De bezettingsgraad is overigens niet gestegen en

ik kom er niet achter waarom de koers van KLM nou wel gestegen is. Ik ga op zoek op de

beurspagina’s van het Financieel Dagblad en snuffel in bladen als “Beleggersbelangen”, maar

als ik al een verklaring vind, klinkt deze soms wel logisch, maar is er geen of een zwakke

onderbouwing. Wat me vooral bezighoudt is dat ik ook voortdurend tegenstrijdige

verklaringen aantref. Wat moet ik geloven? Klopt het allemaal wel? Wat klopt er wel en wat

niet? Logisch klinken is nog geen waarheid, toch?

Ik verkoop Hoogovens op het goede moment, want het aandeel daalt vervolgens met meer

dan 30% . Een mooi moment om weer in te stappen denk ik, en koop. Hoogovens is toch een

prima bedrijf, een hoeksteen van de Nederlandse economie, de cijfers zijn oké, dus de koers

van het aandeel zal wel weer gaan stijgen, zo redeneer ik. De koers daalt daarna echter nog

eens met 50%. De helft. Een koers kan dus, hoe laag ook, blijkbaar altijd nog verder dalen,

zelfs halveren – en wat is “laag”? Wat is goedkoop voor een aandeel? Wat is duur? Dit zijn

de vragen die me ’s avonds en op de vrije dagen bezighouden. Hoewel, in de weekeinden

ben ik in Amsterdam, waar ik de ware liefde heb gevonden…

“De waarde van een aandeel kun je afleiden uit de koerswinstverhouding. Als die te hoog is,

moet je oppassen” – Sjoerd hangt elke week aan de telefoon en overvoert me met

beursbegrippen, adviezen en analyses. Het duizelt me keer op keer, maar ik leer veel. Vooral

van het feit dat ik zie dat de koersen vrolijk hun eigen gang lijken te gaan.

Ik blijf zoeken naar antwoorden en telkens als ik denk deze gevonden te hebben doemen er

nieuwe vragen op. Ik leer, door schade en schande, de lange jaren 80 lang. Ik lees zo’n beetje

alle boeken en tijdschriften over beleggen, over de beurs, over obligaties en aandelen, over

opties en vastgoed. En ik handel, ik koop en verkoop aandelen.

Vanaf ongeveer 1982 denk ik dat ik een goede belegger aan het worden ben. Eigenlijk al ben,

want wat ik ook doe of probeer: ik verdien er geld aan. Dat wil zeggen: mijn ‘vermogen’ stijgt

in waarde. Ik volg, naast mijn werk bij de overheid, op eigen initiatief en kosten de opleiding

“Effectenbedrijf” van het NIBE (Nederlands Instituut voor Bank- en Effectenbedrijf) waar ik

Page 14: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

de basis van het effectenbedrijf voorgeschoteld krijg. Wat is een aandeel, een obligatie, wat

is clearing, hoe wordt dividend uitgekeerd etc. etc. Maar hoe je ervoor zorgt dat je een goed

beleggingsresultaat behaalt - daar gaat het niet over. Ik leef in de veronderstelling dat dat

ook niet nodig is, want wat ik ook koop, het gaat omhoog. Ik leer dat call opties een

goudmijn zijn vanwege het hefboomeffect. Ik bedenk dat geld lenen om te beleggen het

hefboomeffect vergroot. Ik maak berekeningen die erop wijzen dat ik in 10 jaar volledig

“binnen“ kan zijn als het zo doorgaat. En het gáát zo door, totdat de zomer van 1987 tegen

haar einde gaat lopen…

Maar voor het zover is stijgen de koersen wereldwijd vrijwel zonder rem. Het is – van

ongeveer 1980/1982 tot aan einde 1987 de steilste stijging uit de geschiedenis. Voor mij zijn

het de jaren dat ik eerst ga samenwonen, in een baan voor de overheid werk, als mijn

vriendin zwanger is ga trouwen en ik langzaam besef dat ik meer verantwoordelijkheden heb

dan alleen voor mijn eigen leven. Ik word, een beetje laat misschien, volwassen…

In 1987 heb ik inmiddels zeven jaar praktische én theoretische beurservaring. Ik heb vooral

geleerd dat het niet zoveel uitmaakt in welk aandeel of welke optie ik beleg. Het maakt ook

niet zoveel uit op welk tijdstip ik beleg. Als de koers na mijn aankoop enigszins daalt, geen

zorg, het komt allemaal goed, de koers haalt het papieren verlies in en maakt er winst van. Ik

koop call opties, varieer met looptijden, met aandelen, branches, beurzen – de verschillen

zijn marginaal. Er is maar één richting: omhoog. Over inkomen hoef ik mij nooit meer zorgen

te maken. Tenminste, dat denk ik in het voorjaar van 1987, als ons eerste kind geboren

wordt.

Page 15: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Hoofdstuk 6 1987

De film De Aanslag is de eerste Nederlandse film die een Oscar krijgt, Joop Zoetemelk wint

de Amstel Gold Race, PSV wordt landskampioen. Het is 1987.

Inmiddels heb ik vier jaar onderzoek en beleidswerk bij de overheid achter de rug. Mijn

contract wordt niet meer verlengd want de subsidiepot is leeg. Ik help mijn vriendin met het

opzetten van een eigen bedrijf en houd me ondertussen bezig met analyses van

beurskoersen en met beurshandel.

In januari 1987 heb ik al geanalyseerd dat het wéér een prachtig beursjaar gaat worden met

mooie financiële resultaten. In maart wordt ons eerste kind geboren en dat verrijkt mijn

leven enorm. In de avonduurtjes, als alles rustig is in huis, blijf ik bezig met de beurs. Het

gaat weer een topjaar worden – dat wordt bevestigd door de beste vermogensbeheerder

van Nederland. In een advertentie in het Financiële Dagblad van begin van die maand lees ik

wat ik al had gedacht: het ziet er ook voor 1987 weer rooskleurig uit. Wat vooral overtuigt is

de verklaring die daarvoor gegeven wordt. Pierson gelooft niet dat 1987 een mooi beursjaar

wordt, nee, als expert weet Pierson het:

Page 16: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Zelf ga ik, naast het verschonen van luiers, ook voor anderen de beurs op. Een

eenmansbedrijf waarvan de eigenaar over een behoorlijk vermogen beschikt, huurt mij in

om het vermogensbeheer te doen. Twee dagen per week doe ik analyses, nu ook van

bedrijven zelf, koop en verkoop aandelen, bezoek congressen, geef adviezen en verdiep me

in de zowel de fundamentele- als de technische analyse. Ik leer balansen lezen en verdiep

me in de manier waarop bedrijven worden geleid. Want ik kom erachter dat het

management van een bedrijf behoorlijk bepalend blijkt voor de resultaten.

Een baan voor twee dagen per week als beleggingsanalist en vermogensbeheerder, tja. En

voor de rest moet mijn inkomen van eigen handel op de beurs komen. Vooral call opties

kopen en met winst verkopen levert op. Timing is daarbij van groot belang. Het gaat prima.

De koersanalyses – uiteindelijk moet het daarvan komen – leveren wel veel kopzorgen.

Technische analyse, het genereren van een voorspellende waarde uit grafieken waarin

Page 17: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

koerstrends zijn te onderscheiden, spreekt me aan, want het is de weerspiegeling van het

gedrag van beleggers. Immers, als beleggers kopen stijgen de koersen en als ze verkopen

dalen ze, zo simpel is dat.

Voor het weergeven van de koersgrafieken komen steeds betere computerprogramma’s op

de markt. Een pc (IBM) is betaalbaar geworden en de software die je met een floppy disc

installeert, geeft de trends weer door middel van o.a. voortschrijdende gemiddelden en

allerlei andere indicatoren. Ze laten zien wat de koers doet en vooral: wat die gáát doen.

Althans dat is de bedoeling: voorspellende waarde genereren uit de koerstrend. Zo blijken

koersen ‘weerstand en steun’ te kunnen ondervinden, waardoor een stijging of daling niet

doorzet. Koersen ‘aarzelen’, ‘nemen een aanloop’, ‘weigeren door te breken’ of ‘kwijnen

langzaam weg’. Kortom: ze leiden een eigen leven, met een eigen wil. De kunst is om ze te

leren kennen. Het lijkt me volstrekte onzin, maar ik kom erachter dat het dat niet altijd is. Er

blijken wel degelijk wetmatigheden in de koersontwikkeling te zitten. Nou ja, de

wetmatigheden liggen in het onderliggende gedrag van de beleggers; en dat komt me als

gedragsbioloog niet vreemd voor. Het principe van ‘steun’ en ‘weerstand’ van koersen valt

als volgt te begrijpen:

Belegger A koopt een aandeel X op een koers van bijvoorbeeld 50 en dit aandeel stijgt naar

60. A verkoopt het aandeel want 20% is een mooi rendement. Het aandeel X stijgt niet

verder, want er zijn meer beleggers zoals A. Deze blijven verkopen (‘winst nemen’) waardoor

de koers van X gaat dalen. Op een goed moment staat het aandeel weer op 50. Belegger A

ziet dit en denkt zoiets als ”op 50 heb ik destijds X gekocht en dat heeft me geen windeieren

gelegd, ik heb toen een aardig ritje met X gemaakt”. Dat wil hij nog wel een keer dus hij

koopt weer op 50. Doordat er opnieuw meer beleggers zoals A zijn gaat de koers van het

aandeel weer stijgen. Tegen de tijd dat X weer op 60 staat wordt er weer verkocht.

Zoals gezegd zijn er meer beleggers zoals A waardoor het effect versterkt wordt en ontstaat

er een “steun” voor de koers van X op 50 en een “weerstand” op 60.

De technische analyse gaat een steeds belangrijker rol spelen bij mijn aan- en

verkoopbeslissingen. Want al maakt de keuze van het aandeel niet veel uit, de timing van

aan- en verkoop wel. En voor timing moet je bij de technische analyse zijn. De grafieken

weerspiegelen het koop-en verkoopgedrag van de beleggers en dus de koersvorming. Het

blijkt een bruikbaar hulpmiddel, vooral als je de volumina (het aantal aandelen dat

verhandeld wordt) erbij betrekt.

Naast mijn eigen analyses en onderzoekjes volg ik een cursus technische analyse, waarbij ik

me toch niet aan de indruk kan onttrekken dat er veel geloof en hoop in de methoden zitten.

Maar nogmaals: het blijkt ook een nuttig instrument. Verder bezoek ik de optiebeurs aan

het Rokin en maak kennis met de handel op de vloer: je moet weten wat er werkelijk

gebeurt. Jonge mannen –twintigers- die een dag lang schreeuwend loven en bieden (“open

outcry”) om ’s avonds sterke verhalen te doen in de kroeg. Er wordt veel geld verdiend,

Page 18: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

vooral aan provisies en transactiekosten. Iedereen lijkt tevreden, want de koersen blijven

maar stijgen.

Het kan niet stuk. De maand augustus valt weliswaar wat tegen, een lichte daling van de

koersen, maar dat geeft alleen maar de kans om bij te kopen. Zo kan ik 1987 met nog betere

resultaten afsluiten.

Het loopt anders. Heel anders. Het najaar is dramatisch. Na het weekeinde van 17 en 18

oktober dalen de koersen fors. Op maandag 19 oktober opent de Dow Jones 200 punten

lager om met een verlies van ruim 500 punten te sluiten. Ik zit ’s avonds TV te kijken en zap

voor het slapen gaan even naar teletekst om de slotkoers van de Dow te bekijken. Het moet

een fout zijn, dit kan niet. Meer dan 20% verlies op één dag. Maar het is geen fout. Japan

daalt met 15%. Amsterdam laat dalingen van 12 en 6 % zien en zal ten slotte doorzakken tot

10 november en ten opzichte van de hoogste stand in augustus met 46% dalen. De grootste

daling aller tijden vindt plaats en ik ben erbij.

Paniek in de beleggerswereld. Iedereen struikelt over elkaar heen om te verkopen.

Wegwezen. Maar er zijn er ook die denken: dit kan toch niet, dit is paniekgedrag, als men tot

bezinnen komt zal het herstel wel volgen…

Ik behoor tot de laatste categorie. Voorzien van een optimistische aard, zie ik vooral

koopkansen. Ik koop inderdaad bij, voor zover ik daartoe nog mogelijkheden heb. Maar de

koersen blijven dalen waardoor ik later nóg meer kwijt ben. De berichten in de financiële

pers geven aan dat dit pas het begin is, we gaan een crisis tegemoet die heviger zal zijn dan

in 1929. Hoewel ik al jarenlang structureel twijfel aan de waarde van berichten in de pers,

word ook ik bang dat ik álles ga verliezen.

Mijn “vermogen” smelt inderdaad weg als sneeuw voor de zon, de hefboomeffecten

versterken nu mijn verlies. Terwijl ik nauwelijks een jaar vader ben van ons eerste kind, sta ik

financieel gezien op nul. Iets ónder nul zelfs.

Wat is er gebeurd? Hoe kan dit allemaal? Ik begrijp, zoals zovelen, niet wat er werkelijk is

gebeurd. Ja, de koersen zijn wereldwijd gedaald, gevallen, maar ik begrijp niet waaróm. Wat

is een bedrijf, een aandeel nou werkelijk waard? Hoe kan de waarde in een paar dagen van

100 naar 70 of 60 dalen zonder duidelijke oorzaak?

Het zal me niet loslaten en wordt daarmee de basis voor mijn verdere beursleven. Wat later

zal blijken, is dat de ‘krach van 1987’ een van de beste beurslessen is die ik ooit zal krijgen.

Het is gebeurd, ik ben erbij geweest, maar ik begrijp er niets van. Ik zal niet rusten voordat ik

weet, voordat ik heb begrepen wat er is gebeurd.

Ik ben een sporter. Altijd geweest. Vroeg begonnen met hockeyen, volleybal, skiën,

schaatsen, lopen. Jarenlang op hoog niveau gehockeyd. Drie keer per week trainen.

Page 19: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Landelijke competitie, dus bij uitwedstrijden de hele dag in de trein – om vervolgens soms

met 1-0 te verliezen. Nog harder trainen dus, want het spelletje wordt leuker als je wint. En

dat geldt ook voor de beurs….

Waarom deze plotselinge, enorme daling? Welke factoren zorgden hiervoor? Waarom heeft

niemand dit voorzien? En hoe staat het met Pierson? Is die nu voorgoed van het toneel

verdwenen na zo’n enorme, dramatische misser? Zo zijn er nog veel meer vragen waar ik de

komende tijd mijn tanden in zal vastbijten. Maar eerst moet er voor inkomen gezorgd

worden, want luiers zijn duur en er moet brood op de plank.

Ik ben inmiddels voorbij de helft van mijn dertiger jaren, terug bij de start om ergens geld

mee te gaan verdienen. En er moet hoognodig geld binnenkomen. Een gezin, een huurhuis

en geen rooie cent. Tijd om de bakens te verzetten. Maatschappelijk. En op de beurs, want

die laat ik niet los. Ik heb leergeld betaald en zal dat terugverdienen. Harder trainen.

1987, een leerzaam beleggingsjaar. Heel leerzaam.

Page 20: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Hoofdstuk 7 Amro en ABN AMRO

In het voorjaar van 1988 zijn de kansen voor een gedragsbioloog op de arbeidsmarkt nog

steeds nihil. Ik kan bij een bekende vermogensbeheerder aan de slag als technisch analist,

maar het dagenlang naar computerschermen zitten kijken gaat me vervelen. Via

opleidingsinstituut ‘de Baak’ laat ik me, na een strenge selectie en gesteund door een

Europese subsidie, in een “klasje” academici opleiden voor management in het bankwezen.

Een intensief jaar volgt, we leven van heel weinig geld, maar ik krijg de kans om bij Amro

Bank stage te lopen om vervolgens een uitgestippelde route naar bankkantoordirecteur te

starten. Het was niet precies mijn plan toen ik afstudeerde, maar je moet de tering naar de

nering zetten en kan het niet zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Clichés zijn

soms gewoon waar.

Inkomen. In loondienst bij Amro, het is eind 1988 en ik moet alle stadia van het bankbedrijf

doorlopen. Dat begint met drie weken aan de balie staan. Geldautomaten bestaan nog niet,

er is geen internet, alles gebeurt aan de balie of in de spreekkamer.

Amsterdam, kantoor Van Baerlestraat; de hele dag geld uitbetalen of stortingen opnemen.

Staan, praten, briefjes invullen. Halfuur pauze. Na een dag rennen en vliegen staan er 6

koffiebekertjes met koude koffie – niet aan toegekomen. Uit een ooghoek zie ik de rijke

klanten met een adviseur de spreekkamer in verdwijnen. Dat lijkt me beter dan de hele dag

baliewerk. Toch leer ik veel. Meisjes die achter de balie snel en vriendelijk werken, worden

ter plekke weggekocht door klanten met een bedrijf of door managers. Een man die

pizzaatjes verkoopt komt wekelijks meer dan fl.20.000 afstorten. De rijken van de PC

Hooftstraat e.o. komen af en toe eventjes wat opties kopen en verkopen – voor de kick. De

rekeningen van Bekende Nederlanders zie ik langskomen. Vrouwen die meer dan fl.10.000

cash opnemen om een middagje te gaan shoppen….

Na drie weken weet ik heel goed wat werken aan de balie betekent. Ik mag door naar

kantoor Scheldeplein om daar het “Standaard Advies“ onder de knie te krijgen. Welke

spaarrekening is het meest voor u geschikt; geachte mevrouw Huppeldepup, wilt u uw

debetsaldo aanvullen; als u fl.1000 op uw rekening stort krijgt u een beeldje van Kees

Verkade…

Ik geloof dat ik er zes weken heb gewerkt. In status duidelijk boven het baliewerk, maar ook

duidelijk onder het “Maatwerk Advies”; dat zijn de grote jongens, die verkopen

beleggingsproducten en adviseren over hypotheken….wauw! Ik realiseer me dat de verkoop,

het echte contact met klanten zich hier afspeelt. Dat de mensen die dagelijks met klanten

bezig zijn, weten wat er onder klanten leeft. Soms komt er vanuit het hoofdkantoor – dan

nog een virtuele grootheid ergens heel ver weg – een nieuw product of een nieuwe dienst

en het valt me op dat deze vaak slecht of matig aansluit bij de echte klantbehoefte.

Als ik geen spaarrekeningen en beeldjes van Kees Verkade (“Moeder met kind”) meer kan

zien ga ik naar het zwaardere advies, kantoor Stadionweg. Daar zal ik leren hoe

Page 21: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

beleggingsadviezen worden gegeven, hoe hypotheken worden verkocht, waar een

bankkantoor z’n geld mee verdient en ik zal voor het eerst echt kennis maken met degene

waar het geld uiteindelijk allemaal vandaan komt: de burger, de klant die al dan niet met

hard werken zijn geld heeft verdiend en rechtstreeks, via de bank óf via pensioenfondsen op

de beurs belegt. Hier krijg ik mijn eerste echte beurslessen, de praktijk in werking.

Het is najaar 1988, een jaar na de krach. Ik werk op kantoor Stadionweg, gelegen midden in

de “goudkust”, Amsterdam Zuid. Het kantoor draait forse provisie. Mijn eerste les leer ik de

eerste werkdag. Ik heb een kennismakingsafspraak met de directeur waar ik mij om 9.00 uur

meld.

“Als jij denkt dat er binnen de hele Amro ook maar één iemand is die zich bekommert om

jouw carrière, dan moet je dat nu uit je hoofd zetten; binnen Amro kun je alleen op jezelf

rekenen”, is letterlijk de eerste zin die hij uitspreekt. Hij geeft me vervolgens een hand en

wijst me toe aan de goeroe van het kantoor, een man waar alle (beleggings)klanten mee

weglopen.

Later zal ik nog vaak aan de uitspraak van de directeur terugdenken. Maar ook aan mijn

begeleider H. die me alle kneepjes van het beleggersvak zal leren. Dat wil zeggen: de

praktijkkneepjes.

Ik zit de hele dag bij hem in de buurt, woon de persoonlijke gesprekken met klanten bij,

zowel aan de telefoon als in de spreekkamer. Ik praat met H. over zijn visie en zie hoe hij

voor zijn klanten handelt. “De koers van een aandeel wordt bepaald door wat de gek ervoor

geeft” leert hij me. “Vraag en aanbod, dat is alles, als je daar vat op krijgt ben je spekkoper”

zo doceert hij. “En als je er geen vat op hebt, moet je er vat op máken” vertrouwt hij me met

een knipoog toe. Na twee weken begrijp ik wat hij bedoelt. Hij beheert een aantal vrije hand

rekeningen, dat wil zeggen dat hij – tot een afgesproken bedrag - vrij mag handelen voor de

klant. Dat is lekker voor het kantoor, want zo kan hij de provisie inkomsten sturen. Natuurlijk

moet daar wat prestatie tegenover staan, hoewel dat ook van de klant afhangt. Elke klant is

anders. Sommigen willen alles zelf doen of alles zelf begrijpen en controleren, anderen

leggen hun hele ‘hebben en houwen’ in handen van onze goeroe.

De beurs stijgt fors eind 1988. Maar voor klant A gaat het helemaal mis. “Goeroe” koopt op

verkeerde momenten in en verkoopt ook nog eens verkeerd voor de heer A. Daardoor is het

resultaat bij de jaarwisseling dramatisch, vooral omdat de beursindex flink is gestegen. Op

dinsdag 3 januari belt A op dat hij even langs zal komen. Ik ben zeer benieuwd en verwacht

dat hij het kantoor en Goeroe in het bijzonder op ten minste een scheldkanonnade zal

trakteren. Maar er gebeurt iets anders. Hij komt goeroe een hand geven. En een doosje dure

wijn. “Ik weet dat het beter had gekund, maar heb er alle vertrouwen in dat het komende

jaar succesvol wordt. Jij bent en blijft de grote belegger voor mij….”

Ik ben “flabbergasted“. Hoe kan deze man nou nog vertrouwen in Goeroe hebben?

Page 22: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Slechte resultaten worden snel vergeten en vertrouwen moet je hebben anders blijft er

weinig over. Het is iets dat veel klanten laten zien: een onwrikbaar vertrouwen in Goeroe,

zonder dat er een relatie is met de resultaten. Daar gaat het blijkbaar niet om….

Andere klanten zijn kritischer. De CEO (toen heette dat nog Algemeen Directeur) van een

beursgenoteerde onderneming is zo iemand. Hij komt soms tussen de middag even langs om

een en ander door te spreken. En als er niet snel genoeg winst wordt gemaakt naar zijn zin,

dan laat hij dat ook merken. Goeroe is opvallend timide bij deze man, maar in vertrouwen

vertelt hij me dat “we een godsvermogen aan hem verdienen”.

Vat krijgen op de enige factor van belang, de factor ‘vraag en aanbod’, dat kan Goeroe

doorgaans goed. Maar als het niet snel genoeg gaat en hij weer een onplezierig bezoekje

heeft gehad, gaat hij er “vat op maken” zoals hij zegt. “Adriaan, let op, we gaan een kringetje

maken” en hij pakt de telefoon. Belt met een paar van zijn beste klanten met de vraag of ze

“in zijn voor een kringetje”. En zo ja, voor hoeveel. Ik zie hem noteren: fl. 100.000, fl.

250.000, zelfs fl.400.000. “Oké, let nou op” zegt hij vervolgens, nadat hij de vrije hand over

tonnen bijeen heeft gebeld. Hij wijst me op het grote Reuters scherm – een duur systeem

waarop je de actuele koersen kan volgen - het aandeel ‘Reesink’ aan, een fonds waarin

weinig omzet is. “Gaan we kopen”.

Goeroe begint vanuit verschillende accounts aandelen Reesink te kopen. Meer dan er

normaal op een hele dag verhandeld wordt. Uiteraard stijgt de koers van het aandeel. Na

ongeveer twee uren zo bezig te zijn geweest, met voor tonnen aandelen Reesink in bezit,

belt hij Sjaak. Sjaak is een van de beurshandelaren voor Amro op de beursvloer. “Sjaak, heb

jij misschien iets over Reesink gehoord?” vraagt Goeroe nonchalant na wat inleidende

trivialiteiten, “ik hoor iets van overnamegeruchten, maar het zal wel niks zijn. Uh, mocht je

toch iets horen, laat het me dan effe weten…”

“Kijk”, zegt Goeroe als hij heeft opgehangen, “nu gaat Sjaak op onderzoek uit, en ziet dat

Reesink én flink in koers is gestegen én dat er heel veel in omgezet wordt”.

Sjaak belt inderdaad snel terug. “Ik weet het niet, maar het zou best kunnen want er wordt

stevig in Reesink gehandeld; ik heb alvast een pakketje opgepakt en als ik jou was zou ik dat

ook doen”.

Met tuitende oortjes en blozende wangen hoor ik alles aan. Kijk op het Reuters scherm en

zie wat Goeroe allang wist: de koers van Reesink vliegt omhoog, de omzet in aantallen

aandelen ook. “Het gerucht loopt nu over de hele vloer, handelaren bellen hun klanten en

die kopen want willen de boot niet missen” legt Goeroe uit. De volgende dag, als de koers

meer dan 15% is gestegen en er zelfs in de pers iets over het gerucht van overname wordt

geschreven, gaat Goeroe weer verkopen. Kleine porties, nog steeds met stijgende koers. Aan

het einde van de dag is hij alles kwijt en belt hij z’n klanten. Gemiddeld behaalt hij zo’n 12

tot 16% winst voor z’n klanten. En een forse provisie voor het kantoor. Dat laatste is waar

het om gaat, daarvoor wordt hij betaald door Amro.

Page 23: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

“Kan je natuurlijk niet te vaak doen, zo’n kringetje, maar zo af en toe moet je iets extra’s

voor je klanten doen”. Hij kijkt me met een veelbetekenende glimlach aan…

Ik zal nog negen jaar bij Amro blijven werken en nog veel meer leren. “Vat krijgen op vraag

en aanbod, dat is alles” blijkt een wijze les. Maar aan een “kringetje maken” wordt door de

toezichthouder snel een einde gemaakt, dus er moeten andere methoden gevonden

worden.

Amro Bank, vanaf 1992 ABN AMRO, is een fantastisch bedrijf voor mij. Het is één grote

leerschool. Overigens is het dat niet alleen voor mij. Later zie ik overal in de financiële

wereld mensen terug die óók bij Amro Bank zijn begonnen. Naast ‘opleidingsinstituut’ is het

een prettige werkgever. Maar je moet wel de regie in eigen hand houden….

Eind 1991 koop ik, met een maximale hypotheek van Amro (personeelskorting!) een huis

waar nogal wat aan moet gebeuren. Maar dat kan ik goed. Zoals ik dat begin jaren tachtig

voor anderen deed, kan ik dat nu voor mezelf doen. Een verschil is dat ik er toen geld mee

verdiende en nu woonplezier – en wellicht een beetje waardevermeerdering van mijn huis.

Mijn salaris stelt niet veel voor, ik werk pas 2 jaar bij Amro en sta aan het begin van de

ladder. In 1992 begint de fusie met ABN en ik word voor de particuliere markt

geparachuteerd bij ABN om de mores te leren kennen als het om de marketing van

kredieten gaat. Ik zit het eerste jaar als vreemde eend in de bijt tussen de ABN-ers en leer

het belang van bedrijfscultuur kennen. Ook ABN blijkt een leerschool voor veel mensen die

later hun sporen elders in de financiële dienstverlening verdienen. De ABN cultuur is anders

dan die van Amro, maar de ABN AMRO is geboren en hoewel er eerst binnen het bedrijf nog

over ‘ex Amro’ en ‘ex ABN’ wordt gesproken ontstaat er snel een nieuwe generatie

medewerkers, de ABN AMRO-ers, de mensen van De Bank. En ik ben een van hen.

ABN AMRO. In het kantorennet heb ik het snel gezien, dat is niets voor mij. Provisie draaien,

te dure hypotheken verkopen, slecht bedachte beleggingsproducten wegzetten. Dat laatste

– beleggingsproducten verzinnen, kan ik beter, bedenk ik als ik goed naar de klanten luister

en hoor wat ze bezighoudt. Al gauw kom ik op het hoofdkantoor te werken, waar ik alle

kansen krijg. Ik krijg zo’n beetje alle opleidingen die ik wil. Ik behaal alle NIBE diploma’s, of

het nou om betalen, sparen, kredieten, hypotheken of beleggen gaat. Daarnaast zijn er

diverse interne opleidingen, van people management tot beleggingsanalyse. Mijn

beleggingskennis wordt er zeker beter van, maar mijn beleggingsresultaten gek genoeg niet.

Het lijkt erop dat hoe meer ik me bezighoud met analyses van bedrijven, van branches en

van economieën, hoe minder de resultaten worden. Goeroe, die had het goed begrepen: het

zijn louter vraag en aanbod die de koersen bepalen, dus dáár moet je vat op krijgen.

Ondertussen treedt de “nieuwe economie” aan. Bekende economen en gerenommeerde

beleggingsinstellingen zoals Robeco geven aan dat de economie fundamenteel veranderd is.

En daarmee de koersontwikkeling op de beurzen. Een krach zoals die van 1987 is niet meer

denkbaar.

Page 24: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Ik ben daar zelf niet zo van overtuigd, bovendien herinner ik mij de advertentie van Pierson

nog heel goed: datgene wat ‘specialisten’ over de beurs vertellen heeft weinig waarde als

het om de koersontwikkeling gaat. Het zijn juist de vele onbekenden die de koersen bepalen:

de beleggers die kopen of verkopen.

Mijn jaren bij ABN AMRO vliegen voorbij. Van de opwinding van de eerste geldautomaten,

het aan de wieg staan van de eerste spaarhypotheek tot het meemaken van de grootste

bankenfusie uit de Nederlandse historie en mijn eerste leidinggevende functie. Midden jaren

negentig is het ook op de beurzen geen saaie boel. Na 2 jaar rust op de beurs (1994 – 1996)

lijkt het erop dat de jaren 80 zich gaan herhalen: alles stijgt, het kan niet op. Ook al vinden er

af en toe ‘dipjes’ plaats, de koersen stijgen gestaag door. Internet neemt een hoge vlucht,

internetbedrijven schieten als wilde wingerd uit de grond, binnen drie jaar verdriedubbelt de

index van de Nederlandse beurs. Als je niet in aandelen zit hoor je er niet bij, ben je zielig en

een dief van je eigen portemonnee. De bomen groeien tot in de hemel, totdat opnieuw de

hemel in elkaar stort, de bel uiteenspat, de angst en paniek toeslaat. Inderdaad een

herhaling van de jaren 80. Niet op één dag, maar binnen een paar maanden wordt de index

met meer dan 30% geschoren. Het is 1998.

Ik ben inmiddels in 1997 weggekocht bij ABN AMRO door een verzekeraar. Zo vertel ik het

mijn vrienden althans. En in feite is het ook wel een beetje zo. Ik word gebeld door een

headhunter om te komen praten. Na drie maanden heb ik een “grote-mensen-baan” waarin

ik het bedrijf als lid van het management team mee mag helpen sturen. Zo leer ik veel over

de markt van schadeverzekeringen, leven- en pensioenproducten. En vooral ook hoe er door

verborgen kosten, provisies etc. geld verdiend wordt. “Reaal regelt het allemaal” en “Foutje

bedankt….” krijgen een aparte betekenis. Het zet me aan me te verdiepen in hoe dat bij

beleggingen eigenlijk gaat. Onthullend en leerzaam.

Ik kom iets verder van het bankieren af te staan, maar met mijn activiteiten op de beurs gaat

het steeds beter. Ik heb van 1987 geleerd dat na zo’n enorme klap het herstel volgt, ook al

roept iedereen dat de schade nu ongekend groot is en heel langdurig zal zijn. Dat is het

moment om ‘in te stappen’ heb ik geleerd en doe dat dus ook. Met succes , want de index

stijgt opnieuw van ongeveer 400 naar ruim 700, zonder zich iets van de eeuwwisseling aan te

trekken.

Die eeuwwisseling is een mooi moment om de zaken eens goed op een rijtje te zetten. Ik

ben nu 20 jaar actief op de beurs, loop tegen de vijftig, sta op de drempel van de 21e eeuw.

Wat heb ik nou allemaal geleerd? En vooral: wat doe ik daar mee?

Reaal, waar ik ruim drie jaar een intensieve, boeiende en leerzame periode doormaak, is

ondertussen overgenomen door SNS…

Page 25: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Hoofdstuk 8 De eeuwwisseling: balans opmaken

Twintig jaar actief op de beurs en nog steeds wisselende resultaten. Hoe is dat bij anderen?

vraag ik me af. Om dat te weten te komen bezoek ik, zoals elk jaar, de ‘dag van het aandeel’.

Maar nu praat ik intensief met andere beleggers en ben verbaasd over de volgzaamheid van

de meesten van hen. Wat ik leer is de alom aanwezige zoektocht naar het gouden ei. Naar

gouden tips, naar de grote klapper. En overal bespeur ik het gevecht tussen angst en

hebzucht. Angst om het vermogen of een deel ervan te verliezen, maar ook angst om de

boot te missen: als de beurs flink stijgt mag ik dat niet missen. De hebzucht spreekt voor

zichzelf. Ik wil meer en hoger rendement. Geld om het geld. En ik wil kunnen zéggen dat ik

een mooi rendement heb behaald. Status.

En zo meen ik nog meer eigenschappen terug te zien in de bezoekers van de dag van het

aandeel. Dezelfde eigenschappen die ik ook zag bij mijn beleggingsklanten bij ABN AMRO.

Angst, hebzucht, behoefte aan zekerheid, houvast. En hun resultaten?

Daar is moeilijker achter te komen. Sommigen zijn echter openhartig en geven toe dat het

niet allemaal rozengeur en maneschijn is. You win some, you lose some, dat werk. Ik

ontmoet niemand die zegt dat-ie structureel, met grote mate van zekerheid, geld op de

beurs verdient door de jaren heen.

En de fondsmanagers dan? Ik breng de resultaten van beleggingsfondsen in kaart. De

conclusie is helder: zo slecht doe ik het nog niet. Als dat nou de professionals zijn, waar blijkt

dat dan uit? In elk geval niet uit de resultaten. Op een enkele uitschieter na. Maar ook die

blijkt, net als een voetbalcoach, een beperkte houdbaarheid te hebben…

Wat de fondsmanagers wel goed kunnen is het vertellen van verhalen. Over rendement en

risico. Over spreiding, kennis van lokale markten en kennis van ontwikkelingen in bepaalde

branches. Over veelbelovende geografische gebieden, opkomende markten,

consumentenvertrouwen, rentevooruitzichten. Enfin, noem maar op. Pierson voorjaar 1987.

Ze maken schitterend uitgevoerde analyseverslagen, brancherapporten, economische

barometers, enzovoort. Maar het leidt niet tot betere resultaten.

Waar gaat het eigenlijk om in deze wereld van beleggers? Ik moet opnieuw denken aan de

advertentie uit maart 1987. Mooie verhalen, maar verkeerde conclusies.

Het gaat toch om resultaat? Dus om vat te krijgen op vraag en aanbod?

Dat laatste komt steeds terug in mijn gedachten bij het opmaken van de balans. Vat krijgen

op vraag en aanbod. Het betekent vat krijgen op kopers en verkopers. Hún gedrag bepaalt

de koersontwikkeling. Niets anders. Open deur, maar waarom houden banken, brokers,

beleggingsadviseurs, fondsmanagers en de gewone belegger zich dan niet dáár mee bezig?

In plaats van economieën, bedrijfsrapporten en mooie verhalen? Waar zijn de psychologen,

de sociologen, de gedragsvoorspellers?

Page 26: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Ik ga terug naar mijn studieboeken. Stroop internet af naar beleggingspsychologen en vind

incidenteel wel wat, maar geen gedegen onderzoeken naar het gedrag op de beurs.

Ik kijk naar de waarheden, de modellen, de axioma’s en de statements die voortkomen uit

alle beleggingsopleidingen en –cursussen die ik inmiddels heb gevolgd. Zijn ze wel werkelijk

zo waar? Kloppen de modellen wel in de praktijk? Hebben ze voorspellende, of verklarende

waarde? Hoe kan het dat beroemde economen en gerenommeerde instellingen er in hun

resultaatvoorspellingen zo faliekant naast kunnen zitten? Waarom behalen fondsen als

Robeco, maar ook anderen doorgaans niet meer resultaat dan de beursindex? Daar zitten

toch de grote jongens? En waarom zijn er dan toch zoveel mensen die in zulke fondsen

beleggen – waarom niet gewoon in de index?

Twintig jaar actief op de beurs heb ik er voor nodig gehad om mijzelf deze vragen werkelijk

te stellen. En de échte antwoorden te vinden. Waarom twintig jaar?

Omdat de echte antwoorden nogal ontluisterend zijn. Als ik alles op een rijtje heb gezet,

dienen de conclusies zich als vanzelf aan. Ik kan er niet omheen. De belangrijkste conclusie

is, hoe ik ook naar mijn onderzoek kijk, de volgende: in de ‘wereld van beleggen’ gaat niet

om het behalen van resultaat. Dat wil zeggen: niet om beleggingsresultaat. De werkelijke

resultaten worden geboekt door de banken, de brokers, de fondsmanagers. Niet door goede

beleggingsresultaten maar door provisie, beheerkosten, mutatiekosten, transactiekosten,

noem het maar op. De beloftes over beleggingsresultaten zijn loos. Bestaan uit fictie. Uit

illusies. Uit ‘opgeklopte poep’. Uit mooie verhalen zonder of héél weinig realiteitswaarde.

Inspelend op hoop, geloof, hebzucht, onzekerheid en angst. En met succes, want we trappen

er bijna allemaal in. We kopen fondsen zonder werkelijk naar de resultaten te kijken en als

we dat wel doen hopen we dat het volgend jaar beter is. Daar vertrouwen we ook op, want

zoveel deskundigheid, zoveel indrukwekkende rapporten, leerstoelen aan de universiteit,

een hele bedrijfstak waar beleggers kapitalen in stoppen: dat kán toch geen onzin zijn? Het

kan toch niet waar zijn dat al die slimme mensen, gestudeerde economen,

beleggingsexperts, fondsmanagers, risicoanalisten en god mag weten wat voor disciplines er

nog meer bij betrokken zijn, dat al die mensen onzin verkopen?

Nee, dat is ook niet zo. Ze verkopen geen onzin, de theorieën zitten vaak goed en intelligent

in elkaar. Beleggingsstrategieën zijn vaak gebaseerd op uitgekiende modellen, theoretische

waardebepalingen, uitgebreide bedrijfsanalyses, economische ontwikkelingen, allerlei

indicatoren zoals consumentenvertrouwen en huizenprijzen. Om die modellen te maken,

analyses uit te voeren en strategieën op te stellen, zijn knappe koppen nodig.

Afgestudeerde, soms gepromoveerde wetenschappers. En die maken en kunnen er ook wat

van. Het probleem is echter, dat al die knappe inspanningen niet of nauwelijks leiden tot

goede resultaten. Tot resultaten die beter zijn dan het toeval. Om dit waar te nemen hoef je

alleen maar te kijken naar de resultaten van beleggingsinstellingen en deze te vergelijken

met een (bijbehorende) beursindex. “De index verslaan” lukt slechts (heel) weinig

beleggingsfondsen, en meestal gaat het dan om één jaar. Ik ken eigenlijk geen

Page 27: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

beleggingsfondsen die structureel betere resultaten opleveren. Ondanks alle aanwezige

deskundigheid.

Het is een denkfout die wij allen (nou: bijna allen) maken dat deze deskundigheid tot goede

beleggingsresultaten leidt. Lees nog eens de advertentie van Pierson. Ziet er toch fantastisch

uit? Daar zit toch heel veel deskundigheid achter? Jazeker, het ís ook een weergave van

deskundigheid, alleen de waarde ervan voor toekomstige resultaten is nihil. En dáár zit ‘m

nou net de kneep. We denken onbewust “als die specialisten zóveel van de materie weten,

dan moet hun advies of hun voorspelling wel goed zitten”. En dat is, blijkt steeds weer,

domweg niet waar….

Na twintig jaar geworstel dringt deze waarheid tot me door. Gelukkig ben ik niet de enige

(hoewel zwaar in de minderheid) die twijfelt aan de waarde van de wereld van

beleggingsdeskundigen – daarover later meer.

‘Gaat het in de beleggerswereld eigenlijk wel werkelijk om het resultaat?’ vraag ik me af. Het

lijkt zo logisch: natuurlijk gaat het om het resultaat. Maar nee, als ik kijk naar de

werkelijkheid kan er maar één conclusie zijn: om het resultaat gaat het blijkbaar niet. Het

gaat veel meer om het geloof in adviezen en veel meer om de hoop dat er een goed

resultaat uitkomt. Om het vertrouwen dat je geld in goede, deskundige handen is – los van

wat de cijfers laten zien. Het verkopen van illusies, daar is een hele bedrijfstak op gebaseerd.

En bij mij, hoe zit het bij mezelf? Na al mijn ervaringen waarbij natuurlijk óók het geloof, de

hoop, de angst en de hebzucht een belangrijke rol hebben gespeeld en waarbij ik forse

klappen heb opgelopen, gaat het mij nu alleen nog maar om het resultaat. ‘Dikke vinger’

naar alle adviezen als ze geen resultaat opleveren, wat voor mooie verklaringen er ook

achteraf gegeven worden (dat gebeurt altijd: verklaren achteraf en daar is nooit een speld

tussen te krijgen). Mij gaat het uitsluitend om het resultaat en de grootst mogelijke kans dat

te behalen.

En hoe zijn dan mijn eigen resultaten?

Ik bekijk mijn resultaten van de afgelopen 20 jaar. Wanneer is het goed gegaan? Welke

acties hebben succes gebracht en vooral: waarom? Kan ik er zoveel van leren dat ik ze kan

herhalen?

Als de eeuwwisseling veilig heeft plaatsgevonden, neem ik een half jaar om alle vragen die

ik over de beurs heb en mijn behaalde resultaten te onderzoeken en te beantwoorden. Het

is echt tijd de balans op te maken.

Het half jaar gaat sneller dan ik denk en ik vind lang niet alle antwoorden. Maar de

antwoorden die ik wel vind worden de basis van mijn strategieën die ik de jaren daarna ga

inzetten op de beurs. De weinige waarheden en zekerheden die ik vind, de onzin die ik

ontmantel, de logica en de kennis over het gedrag van beleggers: ik verwerk het in simpele

Page 28: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

uitgangspunten voor een paar strategieën, die ik het eerste decennium van deze eeuw zal

toepassen en fijn zal slijpen. Ze blijken verbluffend succesvol. Ook tijdens de daling die de

beurzen na het hoogtepunt tijdens het begin van de nieuwe eeuw hebben ingezet.

Page 29: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Hoofdstuk 9 Modellen en strategieën

Het jaar 2000 wordt in veel opzichten een nieuwe start. Mijn onderzoek naar de vragen die

ik na 20 jaar beurservaring concreet heb gemaakt levert een schat aan inzichten op. Met

name de inzichten die aangeven dat veel “beurswaarheden” weliswaar logisch lijken, maar

helemaal niet waar zijn. Althans geen voorspellende waarde hebben. Het verklaart waarom

logisch lijkende verklaringen in de praktijk veelal niet uitkomen, denk aan de advertentie van

‘specialist’ Pierson in 1987 (wat overigens een voorbeeld is; de media staan nog steeds

dagelijks bol van verklaringen die logisch lijken maar geen waarde hebben).

Mijn onderzoek levert ook beurswaarheden op die wél kloppen. Het zijn ogenschijnlijk heel

eenvoudige constateringen, maar van wezenlijk belang als het gaat om behalen van

resultaat.

Ik noem hier één voorbeeld: ‘beleggen in aandelen geeft over de langere termijn goede

resultaten’ lijkt een beurswaarheid waarover iedereen het eens is. Het wordt zelfs

nadrukkelijk in beleggingsopleidingen gepresenteerd. Maar is dat wel zo?

Het antwoord hangt natuurlijk af van wat je onder ‘langere termijn’ verstaat, maar voor de

doorsnee belegger gaat het toch om een termijn die weliswaar ‘lang’ mag zijn, maar toch

weer niet zó lang dat hij de resultaten zelf niet meer meemaakt! Doorgaans wordt met

‘langere termijn’ een periode van 5 tot maximaal 20 jaar bedoeld. Men belegt op langere

termijn voor de studie van de kinderen, aankoop van een huis, pensioen. Meer dan vijf jaar

niet aan je geld komen als je in aandelen belegt, Sjoerd zei het al. De meeste mensen nemen

het voor waar aan, de deskundige roepen het immers. Maar het echte antwoord op de vraag

of aandelen op langere termijn wel goed presteren is: nee, dat is meestal niet zo. Het hangt

vooral af van het moment waarop je de aandelen hebt gekocht: de opbrengst van

aandelenbelegging is niet gerelateerd aan de termijn, maar aan het moment van aankoop en

van verkoop. De timing is (vrijwel) geheel verantwoordelijk voor het resultaat, niet de

termijn van belegging. Ik zal daar in deel 2 van “Beurslessen” uitvoerig op terugkomen.

Andere beurswijsheden of –waarheden worden daar ook ontmanteld of bevestigd en er

worden nieuwe gepresenteerd.

Met de bevindingen uit het onderzoek ga ik in het jaar 2000 aan de gang. Het betekent in

eerste instantie de consequenties van de gevonden onderzoeksresultaten in kaart brengen.

“Als niet de termijn, maar de timing bepalend is voor het resultaat, moet ik strategieën

maken die op timing gebaseerd zijn” is zo’n vanzelfsprekende consequentie. Vervolgens ga ik

met de consequenties aan het werk: modellen maken, strategieën ontwikkelen en

uitvoeren. Dat uitvoeren is natuurlijk waar het om gaat. Dat laat zien of de gehanteerde

strategie praktische waarde heeft: levert het meer op? Meer op dan wat? Dan de index? Zo

niet: weg ermee. De markt heeft gelijk, niet mijn eigen ideeën over hoe het zou moeten. Die

fout maken al genoeg andere ‘deskundigen’.

Page 30: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

De resultaten van de uitvoering van de ontwikkelde strategieën zijn op hun beurt weer input

voor het bijstellen van de strategieën, die daardoor steeds beter worden. In de loop der

jaren worden ze op die manier aangescherpt. Dat gaat best snel en niet mis te verstaan. Hoe

mooi ik een strategie zelf ook vind, de beurs is meedogenloos in haar oordeel. Maar

nogmaals: heeft altijd ‘gelijk’ want een koers is een koers en hoe belachelijk we zo’n koers

ook vinden, het is de enige echte waarheid.

De eerste resultaten van mijn nieuwe aanpak zijn bemoedigend. Zelfs meer dan dat: ze zijn

goed. Ik neem de AEX (de beursindex van de Nederlandse hoofdfondsen) als benchmark, als

vergelijkingsmaat; dat betekent dat ik mijn resultaten met de AEX vergelijk. Logisch, want ik

opereer alleen op de AEX, ik handel alleen met de Nederlandse hoofdfondsen. Dat doe ik

overigens omdat ik erachter ben gekomen dat risico’s niet zozeer verkleind worden door

geografisch te spreiden maar door een heel andere aanpak. Theoretisch klopt geografische

spreiding om het risico te verlagen natuurlijk wel, maar ook hier blijkt de praktijk anders te

werken. Ook daar kom ik in Beurslessen deel 2 op terug: risico en rendement.

Het eerste jaar versla ik de AEX ruim. Dat is mooi, maar als ik dat eerste jaar evalueer, heb ik

toch veel fouten gemaakt. De gehanteerde strategieën zijn niet optimaal en ik heb ze niet

altijd consequent uitgevoerd. Had ik dat wel gedaan, dan waren de resultaten nog beter

geweest.

Het vorige zinnetje dat begint met “Had ik….” blijkt in de jaren daarna bij regelmaat terug te

keren. Een belangrijk zinnetje, want het geeft inzicht in het handelen. “Had ik niet op

moment X maar op Y gekocht, dan…” wordt gevolgd door de vraag: “Waarom heb ik niet op

moment Y gekocht…?” en “Hoe had ik kunnen weten dat juist dan had moeten kopen…?”

Dergelijke analyses maken mijn strategieën steeds beter, er komen ‘waarheden’ en inzichten

bij die ik in de strategieën verwerk. Niet alle even succesvol, maar door steeds weer uit te

proberen en bij te stellen groeien de resultaten.

Een terugkerend probleem blijft het consequent uitvoeren van een strategie. Het blijkt een

hardnekkig probleem dat niets te maken heeft met de vraag of een strategie goed is of niet,

maar alles met datgene wat zich in mijn hoofd afspeelt. Het zijn mijn eigen –menselijke-

drijfveren die regelmatig roet in het eten gooien. De drijfveren waar elke beursspeler,

professional of amateur, mee te maken heeft. En mee moet afrekenen om optimaal te

presteren. Ik heb het over de drijfveren angst en hebzucht. Het is het besef dat deze

drijfveren veelal mijn gedrag bepalen in plaats van de ratio dat voor een doorbraak zorgt in

mijn resultaten op de beurs. Natuurlijk moet de strategie deugen, maar de succesfactor ligt

vervolgens in het bewustzijn van de diepere drijfveren op moment van handelen, deze

terzijde leggen en handelen op basis van ratio.…

Page 31: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

10 Succes!

De eeuwwisseling is goed verlopen, het is begin 2000. De Beatles zijn nu dertig jaar uit

elkaar, twee van hen zijn gestorven, maar voor een CD betaal je nog steeds de volle prijs.

Tijdloze waarde. Mijn kinderen, 11 en 13 jaar jong, draaien naast Krezip, U2 en Whitney

Houston nog steeds The Beatles. We betalen nog in guldens, maar de euro komt eraan.

Mijn huis is inmiddels ongeveer 5 keer zoveel waard als toen ik het in 1992 kocht. Maar dat

is wel papieren waarde, waar ik weinig plezier van heb: ik moet er meer belasting over

betalen. Maar goed, ik woon prettig en daar gaat het toch om bij een huis.

Dat is anders bij aandelen. Daar kun je niet in wonen. Het gaat daarbij wel om de waarde,

hoewel ook dat een ‘papieren’ waarde is zolang je ze niet verkoopt en er

consumptiegoederen of -diensten voor koopt. In het half jaar dat ik heb genomen om mijn

beurservaring om te zetten in verbetering van de resultaten, begin ik mijn eigen bedrijf om

ook op maatschappelijk vlak mijn ervaring op mijn manier in de wereld te zetten. Ik verlaat

SNS Reaal, waar ik tijdens de eeuwwisseling in dienst ben maar waar ik me steeds minder

thuis voel. Sterker nog: ik vind dat het bedrijf niet deugt. Ruim een decennium later blijkt dat

het bedrijf niet deugt. De belastingbetaler draait voor het wanbeleid op, ik had gelijk. Maar

wat heb je aan gelijk?

Ik vertrek met een bescheiden zakcentje en begin voor mezelf. Kortom: de nieuwe eeuw

begint met vele uitdagingen.

Het eigen bedrijf - dat bestaat uit mijzelf, ik ben ZZP-er - vergt veel tijd en aandacht,

waardoor voor de beurs (te) weinig tijd overblijft. Ik voer mijn nieuwe strategieën uit in de

schaarse vrije tijd, ik heb feitelijk niet veel meer dan een paar uur per week om ze uit te

proberen. Toch doe ik dat gestaag. Week in week uit, jaar in jaar uit. En elk jaar maak ik de

balans op. Van de resultaten en van de meest succesvolle onderdelen ervan. Want succesvol

is het. Er is geen jaar dat ik de Index van de Nederlandse hoofdfondsen, de AEX, níet versla.

Daarbij wordt zowel de mate waarin als de zekerheid waarmee dat gebeurt steeds groter en

de acties die ik onderneem worden steeds eenvoudiger. Saaier ook. Domweg uitvoeren is

het devies. Maar nogmaals: met succes.

Ik realiseer me dat het leuke van analyses maken, nieuws volgen, uitgebreid grafieken

analyseren van allerlei effecten er een beetje afgaat. Maar waar gaat het om?

De vraag ‘Waar gaat het om’ zouden meer mensen zich moeten stellen. Wat wil ik met

beleggen, met actief zijn op de beurs; wat wil ik met mijn geld voor zover ik het niet aan

consumptie besteed?

Voor mezelf is dat het eerste decennium van deze eeuw duidelijk: ik moet voor een groot

deel mijn eigen pensioen regelen, dus vermogen opbouwen. Doel van mijn beursactiviteiten

is dus simpelweg: van geld meer geld maken.

Page 32: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Van geld meer geld maken, liefst met een overzichtelijk, beheersbaar risico. Dat betekent

dus ook dat ik moet nadenken over risico’s. En niet alleen nadenken. Ik heb daar uit de

boeken natuurlijk van alles over geleerd in het verleden. Maar mijn eigen evaluatie van de

20 jaar beurservaring laten ook op dit vlak andere waarheden zien. ‘Aandelen doen het goed

op langere termijn’ is al langs geweest, een andere beurswijsheid is: ‘Spreiding verlaagt het

risico’, waarbij spreiding zowel beurzen, landen/regio’s als branches en bedrijven betreft. De

werkelijkheid anders. De werkelijke risico’s, dat wil zeggen de risico’s waarvan de impact in

de praktijk iets voorstelt, dus risico’s die als ze optreden tot een fors verlies leiden, blijken

niet afgedekt te worden door te spreiden: hoe je beleggingen in 1987 of in 1998 ook

gespreid waren, het maakte niet uit; alle beurzen daalden fors en alle aandelen op deze

beurzen ook. Ik kom erachter dat je de werkelijke risico’s op een andere manier moet

beheersen.

De beurzen bewegen heftig tussen 2000 en 2012. Met – opnieuw - forse verschillen tussen

de dieptepunten (2003 en 2009) en de hoogtepunten (2007). Een prachtige periode om mijn

beurservaring onder verschillende omstandigheden te testen.

Mijn bedrijf loopt goed, mijn kinderen gaan studeren, ik word na vier jaar dringend gevraagd

bij een ander bedrijf in dienst te treden. Dat ben ik helemaal niet van plan, maar de

gesprekken lopen zó plezierig en de geboden uitdaging is zó groot, dat ik uiteindelijk beslis

het te doen. Ik houd mijn eigen bedrijf nog even aan, maar mijn nieuwe baan slokt me

volledig op. Dat wil zeggen: bijna, want ik blijf actief op de beurs.

Met het pensioen komt het wel goed. Naast een goed inkomen verdien ik structureel geld op

de beurs. In gesprekken met vrienden komt dit soms aan de orde en zoals altijd willen vooral

de mannen daar meer over weten. Ik leg uit wat ik doe, waarom ik het doe en heb geen

geheimen over mijn resultaten. Vooral dat laatste vinden mijn vrienden interessant. Bij de

uitleg over de strategieën die ik uitvoer haken de meesten echter snel af. Niet omdat het zo

enorm ingewikkeld is, maar het is domweg niet spannend genoeg.

Spannend is het ook nauwelijks. Maar het leidt wel tot goede resultaten. Eén of twee

procent per maand gaat ogenschijnlijk nergens over, maar een rendement van 12 tot 24 %

per jaar is natuurlijk niet verkeerd. Wat de beurs ook doet.

Page 33: BEURSLESSEN DEEL 1 35 JAAR BEURSERVARINGbeurslessen.nl/.../2015/07/BEURSLESSENdeel1vs210715.pdf · 2015-07-21 · Zeg zon 20.000 gulden in totaal. Reken maar uit: ongeveer 250 tot

Epiloog

Je hebt in een notendop kennis genomen van mijn persoonlijke beurservaring. Vooral ook

van de wijze hoe ik tot een benadering ben gekomen die afwijkt van wat je doorgaans

tegenkomt. De beurs is nu al meer dan dertig jaar ‘in mijn leven’ en blijft me intrigeren.

Gedrag van beursspelers is net als het weer: elke keer wordt je beter in het voorspellen

ervan, maar het klopt nooit helemaal. Wat ik geleerd heb is dat je er nooit vanuit moet gaan

dat je precies goed kunt voorspellen. Maar, om in vergelijking met het weer te blijven, als de

kans aanwezig is dat het gaat regenen, moet je niet gaan hopen dat het meevalt, maar een

paraplu meenemen. Of beter nog: gewoon naar binnengaan en wachten tot het mooier

weer wordt in plaats van de bui over je heen te laten komen. En, als je niet nat wilt worden,

moet je zo min mogelijk naar buiten gaan!

De afgelopen decennia hebben me geleerd dat als je structureel geld op de beurs wilt

verdienen, je de wereld van broodjes zalm, van dure grachtenpanden, van chique

relatieavonden of dure beleggingstijdschriften, de wereld van ingewikkelde beschouwingen

over de wereldeconomie, de brancheanalyses, kortom: de wereld van al dan niet mooi

aangeklede verhalen en beloftes moet verlaten.

Structureel geld verdienen op de beurs betekent uitgaan van feiten en laten leiden door

resultaten. Nuchter consequenties nemen van geleerde lessen, van waarnemingen en de

logica die daaruit volgt. Dát levert structureel geld op.

In deel 2 en deel 3 van Beurslessen tref je mijn uitgangspunten en methoden aan waarmee

ik, nu al meer dan 12 jaar achtereen, elk jaar opnieuw, inkomsten op de beurs verwerf. En de

index ‘versla’ ik elk jaar in ruime, soms zeer ruime mate.