’t Dorp in ’t Stad

BESTUURSAKKOORD

2013-2018

1

INHOUDSTAFEL

INLEIDING : 2

OPENBAAR DOMEIN : 4 MOBILITEIT : 7 PARKEERBELEID : 8 FIETS : 9 OPENBAAR VERVOER (o.m. DE TRAM NAAR WILRIJK) : 10 INFORMATIE – COMMUNICATIE – PARTICIPATIE – INSPRAAK : 11

SENIOREN - SOCIALE ZAKEN – GEZIN : 14

CULTUUR – FEESTELIJKHEDEN – HERDENKINGEN – JUMULAGES : 17 1250 JAAR WILRIJK : 21 ERFGOED : 22 JEUGD : 23 SPORT : 27 LOKALE ECONOMIE - MIDDENSTAND - MARKTEN EN FOREN : 30 GROEN : 32

DIERENWELZIJN : 34 VEILIGHEID : 35 ALGEMEEN EN TOT SLOT : 36

2

INLEIDING De nieuwe bestuursploeg van N-VA, Open VLD en CD&V stelt zich tot doel om alle Wilrijkenaars de komende zes jaar nog meer kwaliteit en dienstverlening aan te bieden. Voor de huidige bestuursploeg is er geen belangrijkere politiek dan de lokale politiek, de dorpsstraat komt eerst voor ons! ‘’’t Dorp”, zoals geboren en getogen Wilrijkenaars het district nog steeds in de volksmond noemen, daar is het district bijzonder trots op. Het bewijs van dit ‘dorpsgevoel’ wordt ondermeer geleverd tijdens onze vijfjaarlijkse Geitenstoet en deze legislatuur vieren we ook met veel luister ‘1250 jaar Wilrijk’ en ’50 jaar Geitenstoet’ in 2015. In de eerste plaats wil het district haar huidige bevoegdheden verder uitdiepen inzake openbare werken (straatbeeld/publiek domein), jeugdbeleid, cultuurbeleid en feestelijkheden, sport, seniorenwerking, communicatie…maar boven al wil deze bestuursploeg de eigenheid van Wilrijk als district méér gerespecteerd zien. Wilrijk dient haar stem dan ook meer te laten horen op het Schoon verdiep om de belangen van Wilrijk nog krachtiger te verdedigen in zaken, die weliswaar niet tot haar beslissingsbevoegdheid horen, maar waar haar adviserende rol onverminderd blijft bestaan. Deze bestuursploeg staat dan ook voor een meer evenwaardige samenwerking met de gemeenteraad, alwaar er ruimte moet zijn voor continu overleg én inspraak. Aantrekkelijker zijn voor de eigen bewoners én voor een ruime omgeving is een belangrijk aandachtpunt voor het district. In de komende jaren wil Wilrijk verder vooruitgang maken : o.m. wat betreft het aantrekken van o.m. nieuwe bezoekers en nieuwe activiteiten. We willen dit trouwens niet alleen doen, maar juist in samenwerking met alle Wilrijkse verenigingen en inwoners. In tussentijd moeten wij als district juist die initiatieven die reeds bestaan meer op mekaar afstemmen en uitgebreid promoten in heel het district om een zo groot mogelijk publiek aan te spreken. Districtsbestuur op maat van Wilrijk

Om onze doelstellingen te bereiken, zullen we vernieuwende inzichten en methodes hanteren. Zij zullen consequent doorgetrokken worden in de organisatie van de diensten van het district, welke een meerwaarde dienen te zijn voor de burger.

3

Het gaat in het bijzonder om :

o Een vlot bereikbaar district : Het district wil streven naar een allesomvattend mobiliteits- en parkeerbeleid dat in hoofdzaak de levenskwaliteit van onze inwoners verhoogt. Automobilisten, fietsers, voetgangers, gebruikers van het openbaar vervoer voor hen allen heeft het district oog.

o Met maximale betrokkenheid van de burger :

Informatie van de burger is slechts een eerste stap. Het bestuur wil hen nog veel meer betrekken als gesprekspartner, als leverancier van ideeën, als co-producent. Waar mogelijk laten we de Wilrijkenaar meebeslissen over materies die hem rechtstreeks aanbelangen én waarvoor hij mee verantwoordelijkheid opneemt. Dit moet ons toelaten om beter en sneller aan terechte wensen en verzuchtingen tegemoet te komen. De betrokkenheid van de burger kan onder meer geoptimaliseerd worden door de participatiemomenten op gezinsvriendelijkere tijdstippen te organiseren. o Een integrale aanpak van werken aan de publieke ruimte :

Dit omvat zowel de grote als de kleine infrastructuurwerken in ons district. Het spectrum is breed en omvat o.m. het onderhoud en aanleg van voetpaden, nutsvoorzieningen, fietspaden, wegen, pleintjes en van groen. Het is een duidelijk streefdoel om nog meer in te zetten op deze integrale aanpak om het leef-, woon-, werkcomfort van de burger te verhogen. o Wijkwerking systematisch doorvoeren :

Een doorgedreven wijkgerichte werking, ook weeral geïntegreerd over diverse bevoegdheden heen, moet bijdragen tot een gezellig en kwalitatief samenleven van iedere Wilrijkenaar. Deze benadering laat toe om het beleid specifiek op de eigenheden en de noden van de wijken af te stemmen. Vanuit deze invalshoek vervalt ook de klassieke polarisatie centrum – buiten het centrum. De wijkgerichte werking biedt de burger niet alleen informatie en mogelijkheid tot inspraak en advies, maar ook ruimte voor ontmoeting en initiatief.

4

o Alle interne beheer nog beter afstemmen :

Dit impliceert een grote synergie en samenspraak tussen de verschillende domeinen binnen ons district. Interne afstemming en bruggen bouwen tussen de verschillende bevoegdheden zijn hierbij de kernwoorden.

OPENBAAR DOMEIN

1) De Wilrijkenaar heeft recht op een kwalitatief openbaar domein, zodoende is voor het district de zorg voor een goed onderhouden, toegankelijk, aantrekkelijk en verkeersveilig openbaar domein één van haar belangrijkste bekommernissen en opdrachten. De aanpak van onze voetpaden is een zeer belangrijk aandachtspunt voor het district en daarom heeft het district de ambitie om minstens 10 km voetpad heraan te leggen in deze legislatuur.

2) Het district is dan ook voorstander van een beleid van vernieuwing en verfraaiing aan de hand van een overzichtelijk actieprogramma met kwalitatieve meerjarenplannen en prioritering, rekening houdende met de buurt- en wijkfunctie en na consultatie van de buurtbewoners (bottum-up werkwijze). Daarbij zal er – zoals reeds aangehaald - deze legislatuur een bijzondere aandacht gaan naar (de heraanleg van) voetpaden.

3) Wanneer er werken gepland worden moet er beter overleg, afstemming en coördinatie plaats te vinden met alle betrokken nutsbedrijven, alsook afstemming met de omliggende buurgemeenten, districten en het Vlaams gewest in geval van grote te ondernemen werken met een grensoverschrijdende impact op elkander. Ook zal het district bij de Stad aandringen m.b.t de opmaak van bestekken en bij het gunnen van overheidsopdrachten (in deze materie) opdat er rekening zou worden gehouden met belonings- en boete clausules. De wijze en tijdstip waarop men communiceert en de afgesproken timing van de werken kan zo beter afgestemd en gerespecteerd worden. Als minder hinder maatregel zullen we de verschillende openbare werken in de buurt van elkaar nog beter op elkaar afstemmen door goede samenwerking tussen alle bevoegde diensten. Een afgestemde coördinatie is immers noodzakelijk. Via betere bestekken, opvolging en uitvoering gaan we steeds voor de beste eindkwaliteit. Ook het ‘onmiddellijk’ opruimen en reinigen na een werf dient bij voorkeur verplicht te worden. Het district zal er ook mee voor ijveren dat aannemers verder geresponsabiliseerd worden tot een onderhoudsplicht van het openbaar domein. Het minimaliseren van de overlast kan bereikt worden door het op voorhand vastleggen van strikte uitvoeringstermijnen. Waar mogelijk zal het district gebruik maken van “proefopstellingen” alvorens quasi onomkeerbare zaken te realiseren met alle kosten en moeilijkheden van dien.

5

Voor de kwaliteit en het onderhoud van het openbaar domein, dient de overheid in casu het district steeds aanspreekbaar te zijn, bij voorkeur via een efficiënt meldingssysteem voor wat betreft het openbaar domein met ontvangstmelding en opvolging, kortom een optimalisering van het bestaande systeem van meldingskaarten. Via telefoon, internet of een eventueel nog te ontwikkelen app kunnen dan onder meer bv. verzakte voetpaden, putten in de wegen, … of andere pijnpunten rechtstreeks gemeld worden en kan het district in nauwe samenwerking met de stad hier snel op inspelen. Op deze manier wil het district zorg dragen voor een permanent kwalitatief straatbeeld: goed onderhouden wegen en voetpaden, voldoende groen en een snel herstel van kapotte speeltuigen en straatmeubilair. Bij voorkeur dient de vergaarde informatie te worden opgenomen in een tool die alle GIS-info en digitale kaarten koppelt van wegdek, voetpad, toestand riolering en nutsleidingen, zodat er een correct beeld van de toestand ontstaat opdat wel degelijk de juiste straten, voetpaden, fietspaden prioriteit zouden krijgen. Op die manier kan het district mee voorkomen dat bv. bij wegenwerken dezelfde straat op korte tijd tweemaal opengelegd zou moeten worden.

4) Wat betreft de eventuele komst van een arresthuis op de site van de Rijkswachtkazerne

aan de Boomsesteenweg is het district Wilrijk van oordeel dat deze beter in de nauwe omgeving van het vlinderpaleis ingeplant zou worden en dus niet op de site van voormelde Rijkswachtkazerne.

5) Op het openbaar domein zijn veel niet noodzakelijke en storende elementen aanwezig. Het district gaat voor een verfraaiing van het straatbeeld en denkt daarbij aan de vereenvoudiging van datzelfde straatbeeld. Dat wil zeggen dat het district van nutscabines kunstwerkjes wil maken, glasbollen zoveel mogelijk onder de grond zal steken en bekijken waar overbodige verkeersborden en dergelijke meer weggehaald kunnen worden, we willen ook voorzien in comfortabele zitbankjes en voldoende vuilnisbakken met asbakken, ...

6) De aanpak van onze voetpaden is een zeer belangrijk aandachtspunt voor het district en

diegenen die in slechte conditie zijn zullen prioritair aangepast/heraangelegd worden, desgevallend zal er ook rekening worden gehouden met de samenstelling van de bevolking (toegankelijkheid voor personen met een functiebeperking) in de desbetreffende straten bv. groot aantal mensen niet goed ter been, in de buurt van WZC’s, scholen, creches, dienstencentra, … evenals wenst het district meer gebruik te maken van afgeschuinde boordstenen. We gaan ook voor snellere (nood)herstellingen van putten en oneffenheden van straten, voet- en fietspaden.

7) Het district wil dus eveneens een beleid voeren om - aan de hand van kleine en snelle

maatregelen - verkeersonveilige situaties aan te pakken en desgevallend op te lossen. De prioriteitenlijst wordt vastgelegd aan de hand van objectieve indicatoren wat betreft onder meer de verkeersveiligheid, doorstroming, … Het district wil zodoende onder meer werk maken van het wegwerken van zwarte kruispunten.

6

8) M.b.t. een ander aspect van veiligheid is het district Wilrijk vragende partij voor het plaatsen van camera’s met nummerplaatherkenning aan ondermeer de af- en opritten van de A12 en E19.

9) Ook heeft het district oog voor aangepaste verlichting o.m. m.b.t. de vele pleinen en

parkjes die Wilrijk rijk is. Ook wat betreft de implementatie van het lichtplan en de wijze waarop, wenst het district een meer dan actieve rol te spelen, onder meer Ook de verlichting aan oversteekplaatsen en kruispunten wordt geoptimaliseerd waar nodig.

10) Meer overleg en inspraak met De Lijn, Stad en Gewest is vereist, in het bijzonder met

De Lijn m.b.t. geplande werken en eventuele netherstructurering.

11) Het district Wilrijk hecht veel belang aan de toegankelijkheid van de omgeving. Daarom zullen we m.b.t. het openbaar domein waar nodig beroep doen op de provinciale cel Toegankelijkheid. Die kunnen dan in een vroeg stadium advies geven over de toegankelijkheid van weginfrastructuur en gebouwen.

12) Wat betreft de heraanleg van de Bist zijn de meningen onder de Wilrijkse bevolking verdeeld. Indien bepaalde wijzigingen, aanpassingen aangewezen zijn en er een voldoende draagvlak bij middenstand en bewoners voor is, moet dit kunnen. Zo denken we aan het gebruik van onderhoudsvriendelijke siergrassen op de Bist, onderzoeken we de huidige speelfuncties, passen we waar nodig de verlichting aan en onderzoeken we de toegang tot de parking om het gebruik ervan te optimaliseren. Meer groen en kleur op de Bist is ook een must. We bekijken of we m.b.t. het verfraaien van de Bist de ondergrond van het winkelcentrum en dat van de Bist kunnen veranderen en wensen met waterpartijen op bv. de Bist deze een dynamischer karakter te geven.

13) De heraanleg van de Kleine Steenweg is een prioriteit. In nauwe samenspraak en overleg

met alle andere betrokken actoren (onder meer VESPA, … ) zal er gelijktijdig een parallelle weg worden bewandeld wat betref het realiseren van de beoogde rooilijn. Zowel een minnelijke regeling wordt verder onderzocht, doch gelijktijdig wordt wellicht een onteigeningsprocedure opgestart.

14) Andere straten die het district deze legislatuur wenst aan te pakken zijn – minstens 1

straat in elke wijk van Wilrijk – indien mogelijk bij voorkeur : de Rederijkerstraat, de Daniël Herreynslaan, de Sterrenlaan, de Jozef Kenneslei, de Volkerenlaan.

15) Het district zal samen met de stad aan buurtversterking werken door het ontwikkelen van

de identiteiten van buurten en wijken, die zo veel mogelijk een duidelijke kern met voldoende buurtvoorzieningen hebben. Hiervoor gebruiken wij de metafoor van het strategisch-Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen: Dorpen & Metropool tegelijk. We gaan voor aangenaam wonen door de eventuele aanleg van parkjes en het vernieuwen van pleinen en straten.

7

MOBILITEIT

16) Verkeersveiligheid blijft een belangrijk aandachtspunt voor het district Wilrijk, maar we gaan ook pragmatisch te werk en houden ook met andere parameters (bv. doorstroming) rekening. Het district wil streven naar een allesomvattend mobiliteitsbeleid dat in de mate van het mogelijke de levenskwaliteit van de Wilrijkenaars doet verhogen, met aandacht voor de mobiliteitsnoden van alle bewoners van het district. We hebben oog voor automobilisten, fietsers, voetgangers en gebruikers van het openbaar vervoer. Het district stimuleert daarbij die vervoermiddelen die het best aangepast zijn aan een verstedelijkte omgeving en aan de noden van haar inwoners.

17) Het STOP-principe is niet meer per se het uitgangspunt maar kan soms nog aangewezen

zijn. Het district wenst wel een eind te maken aan het ondoordacht : knippen en versmallen van wegen, invoeren van éénrichtingstraten of omkeren van rijrichtingen.

18) Het district verzet zich tegen het voorgenomen knippen van de Moerelei, zeker zolang er geen volwaardig valabel alternatief voorhanden is. Hierdoor zou immers de plaatselijke industrie zeer moeilijk bereikbaar worden, alsook zouden er bewonerswijken (Groenstraat) quasi afgesneden worden van het centrum.

19) Wijkcirculatieplannen moeten ondermeer geëvalueerd worden aan de hand van hun effect op de doorstroming, de parkeerbalans en de leefbaarheid van een wijk. Een heraanleg mag van bv. een straat mag niet te koste gaan van het reeds bestaande beperkte parkeeraanbod. De parkeerbalans moet zoveel als mogelijk gelijk blijven of zelfs waar mogelijk geoptimaliseerd worden. Het district is er zich van bewust dat de auto een belangrijk verkeersmodus is en blijft.

20) De zones 30 worden waar nodig geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. Het district zal onderzoeken of een zone 30-regime niet gepaard kan gaan met bv. het afschaffen van verkeerslichten, ... Het district is ook eerder voorstander van “variabele“ zones 30.

21) Om de Wilrijkenaars te sensibiliseren zich meer aan de geldende snelheidsregimes te

houden zal het district onderzoeken of het financieel haalbaar is om meer te werken met elektronische waarschuwingsborden, die onder meer de reële snelheid weergeven.

22) Het district wil ook dat er aan alle belangrijke verkeersassen “slimme lichten” worden

geplaatst, dit naar Nederlands voorbeeld die zich aanpassen aan de verkeerssituatie (geen rood licht wanneer er geen verkeer is) en de implementatie van de “groene golf”. Het district zal dit aankaarten bij het Vlaams Gewest.

23) Het district wil onderzoeken waar er “Kiss en Ride- zones” in Wilrijk kunnen worden

aangelegd. Deze Kiss en Ride-zones kunnen verhinderen dat het verkeer dichtslibt, er wordt een maximum parkeertijd van 10 minuten beoogd, dit onder meer voor het afzetten van kinderen aan scholen, sporthal(len), kinderopvang en crèches.

8

24) Ook wil het district onderzoeken - naar analogie van deze Kiss en Ride zones - of er geen “shop & go” zones / parkeerregimes kunnen ingevoerd worden voor onder meer de lokale middenstand, bv. de bakker, de krantenwinkel, de slager, …

25) Het district wil ook blijvend uiting geven aan haar appreciatie voor de scholen die

gemachtigde opzichters inzetten in de schoolomgevingen, alsook wil zij onderzoeken hoe zij deze hierin kunnen ondersteunen.

PARKEERBELEID

26) Optimale en betaalbare bereikbaarheid van onder meer ons handelscentrum (de Bist, het

Mastplein, de Jules Moretuslei, …) is van essentieel belang voor het district Wilrijk, doch ook voor het sociale, economische en culturele leven in Wilrijk.

27) Het district beoogt de huidige parkeerbalans minstens te behouden en wenst een einde te

stellen wat betreft het opheffen van parkeerplaatsen op het openbaar domein en waar mogelijk wil het deze tendens zelfs ombuigen. Indien de verkeers- en/of brandveiligheid dit echt vereisen zal men toch hiertoe moeten blijven overgaan, doch het district / de Stad zou op haar beurt moeten trachten deze te compenseren in de zeer nabije omgeving. Gelet op het feit dat het district Wilrijk absoluut geen bovengronds betalend parkeren wenst, wordt er geen verder bewonersparkeren ingevoerd m.b.t. het huidig parkeeraanbod. Zodoende zal het district bekijken hoe er bv. door een parkeermakelaar aan alternatieve oplossingen kan gewerkt worden, ook dient er echt werk te worden gemaakt van het kunnen aanwenden van parkeerfaciliteiten van onder meer bedrijven op momenten dat deze die niet nodig hebben. Doch dienen deze bedrijven vooreerst gestimuleerd te worden hun eigen verantwoordelijkheid te nemen naar hun eigen personeel toe, ook voor diegenen die bv. slechts deeltijds werken, …

28) Ook de mogelijkheden van haaks parkeren in Wilrijk - om het parkeeraanbod te doen toenemen - dienen te worden onderzocht en desgevallend geïmplementeerd.

29) De parkeerfaciliteiten op ondermeer de Bist, het Sporthalplein, het Mastplein dienen aan

de hand van een betere parkeergeleiding en vnl. een betere signalisatie aangeduid te worden, alsook hoe men juist bij onze lokale middenstand op optimale wijze kan terecht komen.

30) Het district Wilrijk wil deze legislatuur laten onderzoeken of er bijkomende

parkeercapaciteit in of toch zeer nabij het centrum/handelskern kan gecreëerd worden én of dit gewenst/noodzakelijk is en dit desgevallend te financieren is via publieke middelen.

31) Men moet ook blijvend oog hebben voor het parkeren door mensen met een

functiebeperking.

9

32) Het afschaffen van het beurtelings parkeren wordt verder gezet dit met aandacht voor meer verkeersveiligheid en met behoud van zoveel mogelijk parkeerplaatsen.

FIETS

33) Wilrijk kan nog meer een fietsdistrict worden, zowel voor de functionele als de

recreatieve fietser. Beide fietsnetwerken moeten optimaal worden geïntegreerd, zonder dat dit ander vervoersmodi mag hypothekeren. Ontbrekende schakels in het fietsnetwerk moeten waar mogelijk worden weggewerkt. Er zal getracht worden werk te maken van (een) fietsrouteplan(nen).

34) Gezien het ernaar uitziet dat het Stad het Vélo-fietsuitleensysteem wenst uit te breiden

naar de districten, wil het district mee inspraak hebben met het oog op de eventuele inplanting van nieuwe mogelijke fietsstations (bij voorkeur minstens 1 in elke wijk). Wat betreft deze verbindingen zal eveneens prioritair worden nagegaan wat de status van de fietspaden van deze verbindingen is en deze waar mogelijk dan ook aanpakken.

35) Veilige en goed verlichte fietspaden langs en doorheen Fort 6 en 7 zullen verder

onderzocht worden. In overleg met AWV wil het district van de Valaartunnel een heel lichte en propere tunnel maken die uitnodigt tot fietsgebruik, maar ook de fietstunnel die Oosterveld (Spoorweglaan) met Elsdonk verbindt, alsook de fietstunnel die het Centrum (Fort 6) met de Elsdonk verbindt worden niet uit het oog verloren.

36) Met betrekking tot het strooibeleid wil het district dat de Stad prioritair strooit op de toegangswegen naar alle Wilrijkse scholen, de ziekenhuizen en de bedrijventerreinen. We vragen ook aandacht voor het strooien van de fietsinfrastructuur.

37) Fietspaden, zogenaamde ‘Fietsstraten’ worden bij voorkeur parallel aangelegd of er wordt in fietssuggestiestroken voorzien.

38) De provincie Antwerpen bouwde sinds 2001 een fietsnetwerk uit aan de hand van

knooppunten. Deze aanpak laat fietstoeristen toe om zelf een traject uit te stippelen, zo ver en zwaar ze zelf wensen. Het netwerk serveert je niet alleen talloze heerlijke fietstochtjes, het loodst je bovendien naar vele mooie attracties, fotogenieke hoekjes en bijzondere monumenten. We bekijken samen met de provincie welke Wilrijkse plaatsen mee in dit fietsknooppuntennetwerk opgenomen kunnen worden.

39) Ook het plaatsen van fietstrommels, kwalitatieve en veilige fietsstallingen (onder meer

in de nabije omgeving van bushaltes) is een aandachtspunt voor het district, wel wenst zij eveneens inspraak te hebben wat het esthetische aspect ervan betreft en mag dit niet ten koste gaan van parkeerplaatsen.

10

OPENBAAR VERVOER (o.m. DE TRAM NAAR WILRIJK)

40) De bereikbaarheid van de ziekenhuizen en universiteitscampussen op het grondgebied Wilrijk en onderling tussen elkaar en met het centrum dient verzekerd te worden/blijven, hiervoor zal het district blijven ijveren bij De Lijn.

41) Een blijvend aandachtspunt is ook de verbinding via het openbaar vervoer van de wijk

Elsdonk met het centrum van Wilrijk en de verbinding van o.m. het Valaar naar de Groenplaats via de Tram.

42) Indien er op korte termijn een beslissing moet genomen worden over de tram naar

Wilrijk, dan is het district van oordeel dat deze tram via de Boomsesteenweg dient doorgetrokken te worden en niet via de Heistraat of via de Bist. Voor het district is de komst van de tram naar Wilrijk een “of-verhaal” en geen “en-en-verhaal”, wat inhoudt dat in voorkomend geval dient onderzocht te worden of er een aantal bussen niet geschrapt kunnen worden, vanzelfsprekend zonder de dekkingsgraad in het gedrang te brengen.

43) Een zo goed mogelijke infrastructurele uitrusting aan elke halteplaats van De Lijn (schuilhokje, zitplaatsen, vuilnisbakje, infoborden (real time reis info) wordt blijvend aangekaart door het district bij de Lijn, de Stad en de betrokken private bedrijven.

44) Het district overweegt om indien men nalaat tijdig te voorzien in voldoende capaciteit

aan bv. schuilhokjes, hier zelf initiatieven toe te ondernemen. Zo acht het district het niet uitgesloten dat zij zelf zal overgaan tot het plaatsen van beschutting aan de reizigers, in voorkomend geval zullen zij dit trachten te verhalen op wie verantwoordelijk was voor het uitblijven van tijdig en gepast reageren.

45) Het district zal blijven ijveren voor (het behoud van) nachtbussen (bij voorkeur zeker

ook één om 2u en om 4u)

46) De voor mobiliteit relevante derden zoals “De Lijn” zullen door het district sterk aangemoedigd worden om op straat-, wijk- en buurtvergaderingen uitleg te geven bij hun beslissingen, of het nu gaat om een rittenschema of de inrichting en inplanting van stations, haltes en spoorinfrastructuur.

11

INFORMATIE – COMMUNICATIE – PARTICIPATIE – INSPRAAK

47) Het is de ambitie van het district om te gaan voor een nog beter en krachtdadiger bestuur met een echt oor voor de noden en verzuchtingen van alle Wilrijkenaars. Het district beoogt dan ook dat de reële respons aanzienlijk hoger wordt, onder meer wat betreft de eventuele enquêtes, bevragingen en participatiemomenten die georganiseerd zullen worden. Hiervoor gaan we na in welke mate het mogelijk is dat er personeel naar aanleiding van bepaalde initiatieven bv. deur aan deur zouden kunnen gaan, een standje op een weekenddag en ook allerlei andere mogelijkheden wenst zij te onderzoeken opdat de reële respons hoger zou uitvallen. Kortom, nog meer trachten te weten komen wat er onder de mensen leeft en trachten zoveel mogelijk draagvlak te bereiken voor de te ondernemen beleidsinitiatieven.

48) Ook wat betreft de hoorzittingen, infomomenten zal worden nagegaan of de gehanteerde

tijdstippen (bv. 19.30u) wel de meest aangewezen tijdstippen zijn om zoveel mogelijk burgers zover te krijgen dat deze hierop afkomen.

49) In tussentijd moeten wij als district juist die initiatieven die reeds bestaan, nog meer op

mekaar afstemmen en uitgebreid promoten, opdat deze in heel het district een zo groot mogelijk publiek zouden kunnen aanspreken. Alsook andere initiatieven bijkomend ondernemen om de belangen van de Wilrijkenaars nog beter te behartigen en deze nog meer van dienst te zijn, dit vanzelfsprekend juist in samenwerking met alle Wilrijkse verenigingen en inwoners. Wat betreft het openbaar domein wil het district informatiesessies en buurtoverleg laten plaatsvinden zowel vóór als na de plannen om zodoende bij te kunnen sturen en te evalueren. Ook evaluaties achteraf van de buurtbewoners (na de uitvoering) dienen plaats te vinden, opdat uit deze ervaringen kan geleerd worden voor de toekomst.

50) Het district wil dus zo maximaal mogelijk consulteren doch de laatste stap in het besluitvormingsproces blijft echter een politieke keuze. Het primaat van de politiek blijft dus met andere woorden gehandhaafd en de regels van de representatieve democratie worden op deze wijze gerespecteerd. Politici moeten immers de moed hebben om zelf de knopen door te hakken, kortom wij moeten onze verantwoordelijkheid durven opnemen en kleur bekennen.

51) In de loop van de legislatuur dient er wel geëvalueerd te worden of de Wilrijkenaars van

oordeel zijn dat bv. de hoorzittingen effectief minder gelegenheden zijn geworden van “kennis nemen van” (momenten waar men het gevoel aan overhield dat men slechts punten of komma’s mocht wijzigen). Integendeel, het is juist de ambitie van het district opdat men het gevoel zou hebben dat er oprecht naar hen geluisterd werd en dat de al dan niet destijds opgeworpen elementen - in de mate van het mogelijke en wenselijke - verwerkt werden in onder meer beleid / plannen, ... Waar mogelijk dient er getracht te worden om op afdoende en gemotiveerde wijze, maar ook op transparante wijze te informeren waarom er met bepaalde opmerkingen (geen) rekening werd gehouden.

12

52) Het informatieaanbod dat Wilrijk aangaat moet verder uitgewerkt en uitgebreid worden, zo kan er gedacht worden aan een concept als “De Wilrijkenaar”. Ook informatieverstrekking via (andere) lokale huis aan huisbladen en aan de hand van andere communicatie middelen dient geëvalueerd en onderzocht te worden en desgevallend geïmplementeerd.

53) Het district wil ook onderzoeken of deze zelf geen nieuwsbrief periodiek kan uitbrengen.

Hierin kunnen dan bv. ook alle geplande infovergaderingen in aangekondigd worden, zodat alle inwoners de kans krijgen om hierop aanwezig te zijn en hun zegje te kunnen doen. Ook zal er onderzocht worden in welke mate het aangewezen is om van de sociale media gebruik te maken.

54) Het district wenst verder werk te maken van een interactievere website, sms-

communicatie, elektronische nieuwsbrieven, lichtkranten, Wilrijk-app… (dit alles wel na ter dege evaluatie). Zo kan er desgevallend werk worden gemaakt van een uitbreiding van de digitale kranten en nieuwsbrieven met verschillende Wilrijkse thema’s.

55) Het district moet ook trachten om waar mogelijk met iedereen te kunnen communiceren

op een efficiënte en duurzame manier. Ook is het noodzakelijk dat er werk wordt gemaakt van communicatie op een wijze die voor éénieder verstaanbaar is.

56) Het communicatiebeleid van het district naar winkeliers / bedrijven toe kan ook

optimaler en dit op verschillende vlakken. Zo kan er bv. gedacht worden aan een jaarlijkse informatiebrochure voor ondernemingen …

57) Ook wil het district een nog uitgebreider onthaalpakket ontwikkelen voor de nieuwe

inwoners in nauw overleg en samenspraak met de lokale middenstand en horeca.

58) Het district wil de nieuwe inwoners elk jaar ontvangen op het districtshuis waar ze wegwijs kunnen worden gemaakt met alle mogelijke diensten. Nieuw is dat het district deze onthaalavond op een vrijdag wil inplannen en dat meteen ook in combinatie met een Wilrijks sport-, jeugd-, senioren en cultuur-markt. Deze markt zal in voorkomend geval bij voorkeur op vrijdagavond exclusief voor de nieuwe inwoners bestemd zijn en op zaterdag zal deze dan openstaan voor elke inwoner. Dat weekend wil het district het bloeiende Wilrijkse verenigingsleven nog meer in de kijker zetten. Onder andere met Cultuur en Sportinitiaties maken we er een actieve verenigingsmarkt van maken.

59) We willen Wilrijkse trefmomenten oprichten waarbij alle raden van advies (cultuur,

sport, jeugd en senioren) elkaar 2 x per jaar ontmoeten en actief meedenken over het cultuur, jeugd, sport en seniorenbeleid. Dit trefmoment zal openstaan voor alle Wilrijkse verenigingen. Tegelijkertijd herbekijken we waar nodig de werking van de adviesraden opdat een goede mix van vrijwilligers en specialisten het beleid optimaal kan adviseren.

13

60) Een meer uitgebreide lokettenopenstelling in het districtshuis (bv. 1 zaterdagmorgen op de maand en 1 weekdag tot 20u of 21u.) zal verder onderzocht worden en desgevallend geïmplementeerd. Dit juist om de werkende bevolking de nodige service te kunnen verlenen.

61) Het district zal de nodige initiatieven ondernemen om haar klantgerichtheid en efficiëntie(winst) nog meer te vergroten, zo zal bv. het district de online-diensten van het district (via het E-loket) verder uitbreiden.

62) Het district moet ook trachten zo transparant mogelijk over te komen en zo dicht

mogelijk bij de burger te staan. Alle plannen m.b.t. (her)aanleggen worden - binnen de perken van het technisch haalbare zo maximaal mogelijk publiek gemaakt via o.m. het internet.

63) Het district dient ook zijn eigen identiteit verder uit te werken, zo kan er onderzocht

worden of een eigen “stralende W” geen optie is. Alsook een meer visibele eigen huisstijl, bv. meer gebruik van de kleuren blauw en geel.

64) Om een innovatieve en slimme lokale overheid uit te bouwen dient er deze legislatuur

een “I-scan” te gebeuren. Dit is een intensieve oefening waarbij de organisatiekenmerken van het district en de Stad, de inzet van ICT in hun organisatie en de relatie tussen beiden analyseert.

65) Om echt de wensen, verzuchtingen en noden van de Wilrijkenaars te kennen en haar

tevredenheid te meten moet op regelmatige basis een “tevredenheidsenquête” worden gehouden. Het district wil zodoende onderzoeken of het niet aangewezen is dat er een driejaarlijkse tevredenheidsenquête over alle aspecten van de dienstverlening plaatsvindt. Na evaluatie hiervan kan er desgevallend bijgestuurd worden.

66) Het district wil ook onderzoeken hoe we in het districtshuis een veilige wifi zone kunnen creëren zonder een inlogprocedure, die toegankelijk is voor al onze bezoekers.

14

SENIOREN - SOCIALE ZAKEN - GEZIN

67) De vergrijzing in Wilrijk neemt gestaag toe welk dus een uitdaging inhoudt voor de toekomst, dit vereist bijkomende aandacht van het district en waar mogelijk een beleid op maat. Kortom, een seniorenbeleid dat gericht is op hun behoeften, zonder te willen betuttelen en dit in nauwe samenwerking met onder meer de ouderenraad, de seniorenclubs en verenigingen, het OCMW, het Zorgbedrijf, de WZC’s, de zorgcentra, de mutualiteiten. Als district hebben wij het grootste respect voor onze Wilrijkse senioren en wenst het district waar mogelijk beroep te kunnen blijven doen op onder meer hun ervaring. Onder andere door een dynamisch en inclusief seniorenbeleid kan het district er dus mee zorg voor dragen dat onze senioren actief blijven binnen de gemeenschap. De vele lokale initiatieven voor en door senioren, die vaak steunen op vrijwilligerswerk, moeten door de verschillende beleidsniveaus gewaardeerd en ondersteund worden. Dit geldt in het bijzonder voor initiatieven die senioren uit hun eventueel isolement halen of ertoe aanzetten ook fysiek actief te blijven. Zo kan het district trachten hen een meer kwaliteitsvol leven te bieden. Op die manier versterkt men immers de leefbaarheid en warmte van de lokale gemeenschap. Een dynamisch beleid kan slechts tot stand komen in samenspraak met onze senioren. Een actieve(re) participatie van de senioren aan het beleid is dan ook noodzakelijk en zal door het district georganiseerd en gestimuleerd worden.

68) Het district zal die initiatieven m.b.t. de begeleiding van senioren verder kenbaar maken

(ontspanning, hulp bij maaltijden, mindermobielencentrale, ed...), alsook het vrijwilligerswerk in deze ondersteunen. Het is eveneens van belang om een nog vlottere samenwerking uit te bouwen met allerlei thuisverzorgingsdiensten. Dit kan gaan tot het leveren van warme maaltijden aan huis, mantelzorg, het ter beschikking stellen van personenalarmsystemen voor alleenstaande bejaarden in geval van noodsituaties, administratieve ondersteuning, het wegdoen van vuilnis (in grote appartementsgebouwen).

69) Het beleid van het district is er op gericht om senioren zo lang mogelijk in de eigen en

vertrouwde leefomgeving te laten wonen. Het district laat zich hierbij inspireren door het Europese project “Home sweet Home” om senioren langer zelfstandig thuis te laten wonen door middel van moderne technologische hulpmiddelen. Het district stelt zich kandidaat om slimme thuiszorg (bijvoorbeeld op afstand monitoren van bloeddruk of suikerspiegel) uit te bouwen.

70) Het district wil ook zijn waardering uiten voor mantelzorgers door te voorzien in een

“mantelzorgpremie” voor senioren. Ook wil het district werk maken van een dementievriendelijk Wilrijk.

15

71) Ook vindt het district het belangrijk dat senioren niet geïsoleerd raken, immers een maximale deelname aan de maatschappij is belangrijk. Daarom is de seniorenconsulent een ideaal aanspreekpunt om hen wegwijs te maken over allerhande activiteiten en cursussen in Wilrijk. Ook voor informatie over subsidies, premies die het mogelijk maken om langer thuis te wonen of informatie over de ouderenraad, daarvoor dient men bij de seniorenconsulent terecht te kunnen. Er zal ook werk worden gemaakt van goede ontmoetingsruimten voor onze senioren.

72) Om de digitale kloof te dichten en voor de senioren die zich moeilijk buitenshuis kunnen

bewegen, moet er blijvend steun gegeven worden aan lokale initiatieven waar senioren kunnen leren omgaan met internet, e-mail, GSM, en computers om op deze wijze ook enige vorm van contact met de buitenwereld te kunnen blijven behouden. Zo zal er verder werk worden gemaakt van computercursussen voor de Wilrijkse senioren om te komen tot meer “digitalisering van de Wilrijkse senior”.

73) Senioren dienen dus ook in de toekomst goed geïnformeerd te worden over dergelijke

cursussen, opfrissingscursussen en initiatiecursussen die zij kunnen volgen (tijdstippen, locaties, bereikbaarheid openbaar vervoer,…). Ook het bestaande initiatief inzake de “seniorenkalender” dat positief ervaren wordt, wenst het district verder uit te diepen en te bestendigen. Informatie en communicatie moet immers op een aangepaste manier onze senioren bereiken.

74) Het district wil ook verder werk maken van het organiseren en uitdiepen van een

jaarlijkse “seniorenbeurs”.

75) Eveneens wil het district werk maken van intergenerationeel werken in samenwerking met scholen en jeugdverenigingen. Senioren worden vrijblijvend uitgenodigd bij de hobby-activiteit van kinderen na school (schilderen in de tekenacademie, voetballen,…) of jongeren (middelbare scholen) gaan op woensdagnamiddag of op een vrije dag naar het rusthuis voor een activiteit (breien, knutselen, bingo, petanquen, …).

76) Het district wil ook onderzoeken in welke mate zij een steentje kan bijdragen m.b.t

onderzoeken inzake gezondheidsaspecten van onze senioren (onder meer inzake voeding) en zal de regie op zich nemen van activiteiten, welke men tracht te organiseren in nauw overleg en samenspraak met de Ouderenraad, die de draagkracht van individuele verenigingen overstijgen, zoals m.b.t. diabeteseducatie, hartfalen, CVA en TIA.

77) Een veilig gevoel is onder meer essentieel voor senioren om zich op straat te begeven en

daarom wil het district blijven werk maken van een veilig en goed beheer van ons publiek domein. Het district wil er ook voor ijveren dat de wijkagent zichtbaarder en aanspreekbaarder wordt en de toegankelijkheid van de voetpaden dient verhoogt te worden door gebruik te maken van onder meer afgeschuinde boordstenen en sommige voetpaden dienen te worden heraangelegd zodat zij breder en beter begaanbaar zijn. Het district wil in dat kader ook dat de “sneeuwruimactie” nog meer bekend maken, zodat senioren en personen met een handicap hun stoep kunnen laten ruimen.

16

78) Bij de heraanleg van straten en pleinen in Wilrijk staat ook de toegankelijkheid voorop, zoals dit reeds geldt voor onze publieke gebouwen.

79) M.b.t. tot parkeerplaatsen bestemd voor mensen met een handicap is het district

vragende partij om in de mate van het mogelijke deze duidelijker zichtbaar te maken, onder meer door het zichtbaar aanbrengen… van de leuze: "Wil je mijn parkeerplaats? Neem dan ook mijn handicap!"

80) Het district ijvert ook voor het opheffen van knelpunten in het openbaar vervoer, zoals

kortere loopafstanden naar de halten, aangepaste en verlichte schuilhokjes (banken, vuilbakjes,…), bv. bijkomende bushokjes op de Bist, werkende infoborden op de Bist…

81) De werking van de vervoersregeling Dienstencentra / WZC’s doorlichten en verbeteren

en waar noodzakelijk ijveren opdat er bushaltes verplaats kunnen worden bv. de bushalte Hulststraat verplaatsen naar einde van de Klaproostraat (rond pleintje voor Romanza).

82) Er is ook nood aan nieuwe serviceflats en plaatsen voor zwaar hulpbehoevende senioren en andersvaliden in Wilrijk, een oude boom verplant men toch ook niet. Er dient dus een inhaaloperatie plaats te vinden op Wilrijks grondgebied om onder meer het sociaal isolement tegen te gaan. Het district wil mee nadenken over de nieuwe bestemming van de site van het oude politiekantoor aan de Kleine Steenweg, bv. serviceflats en/of extra parkeercapaciteit in het centrum van Wilrijk.`

83) Waar mogelijk zullen ook kangoeroewoningen verder gepromoot en gestimuleerd worden. Wel zijn wij als district voorstander van een “stand still” wat betreft het bijbouwen van sociale woningen op haar grondgebied.

84) De seniorenverenigingen en de ouderenraad zullen door het district blijvend worden

ondersteund.

85) Als district zullen wij werk (blijven) maken van een programma van culturele, sport- en vormingsactiviteiten op maat van de senioren

86) Wat betreft de aanpassingspremie voor senioren zal onderzocht worden of men dit niet

kan bekomen aan de hand van minder papierwerk (administratieve vereenvoudiging).

87) Er zal ook op worden toegezien dat er op regelmatige basis overleg plaatsvindt met ondermeer de WZC Sint-Bavo, Dienstencentrum Oversnes, Dienstencentrum Dichtersstraat, Huize Bloemenveld, WZC Groenveld, service flats Romanza en Residentie Elsdonck.

88) Het district wil ook werk maken van de verdere uitrol van A.E.D.’s naar onder meer

dienstencentra, publieke plaatsen die veel volk lokken, al dan niet in de omgeving waar veel sportactiviteiten plaatsvinden.

17

89) Het district wil ook onderzoeken of het aangewezen is dat er publieke toiletten op Wilrijks grondgebied geplaatst worden.

90) Wat armoedebestrijding betreft is het district van oordeel dat het bestrijden ervan meer is

dan enkel initiatieven nemen om de zichtbare armoede aan te pakken. Men dient tevens op zoek te gaan naar de verborgen armoede. In overleg met de lokale armoedewerkingen wenst het district in samenwerking met de Stad Antwerpen hier voldoende aandacht aan te besteden, dit d.m.v. het opstellen van een sociaal beleidsplan, inclusief preventie.

91) Wilrijk wil eveneens een gezinsvriendelijk district zijn. Een beleid dat rekening houdt met de behoeften van kinderen en gezinnen heeft immers oog voor de noden en de levenskwaliteit van de bredere samenleving.

CULTUUR – FEESTELIJKHEDEN – HERDENKINGEN - JUMULAGES

92) Het district is het bestuursniveau dat zich het dichtst bij de gemeenschap - de Wilrijkenaar bevindt - en is dus het best geplaatst om de lokale culturele dynamiek en creativiteit op te pikken en deze te stimuleren en te ondersteunen. Immers naast fysieke in- en ontspanning heeft het district ook nood aan voldoende intellectuele, artistieke ontspanning en inspanning.

93) Ons bruisend Wilrijk kan rekenen op een gevarieerd aanbod aan socio-culturele

verenigingen en activiteiten, waarbinnen vele vrijwilligers zich engageren en elkaar ontmoeten en versterken. Wilrijk staat reeds geruime tijd cultureel op de kaart en het district heeft dan ook de ambitie om verder werk te maken van de (culturele) uitstraling van Wilrijk. Het district wil vooral de eigenheid van Wilrijk nog meer in de verf zetten. Zo zijn we ook meer dan behoorlijk trots op onze geuzennaam: “Geitenkoppen”.

94) In Wilrijk zijn heel wat culturele verenigingen actief en we vinden het dan ook erg belangrijk dat éénieder kennis kan maken en deelnemen aan een zo groot mogelijk aanbod van cultuur en kunsten. Het district wil er dan ook zorg voor dragen dat alle verenigingen over een kwaliteitsvol onderdak beschikken en/of vinden én over voldoende ruimte beschikken om aan cultuurbeleving te doen. Via inspraak en overleg kan en moet er een nog bruisender, gevarieerder, socio-cultureel aanbod op maat van de Wilrijkenaar bereikt worden. Het district zorgt dus samen met o.a. de lokale cultuurraad, de bibliotheek, het stripcentrum, de academies voor muziek, voordracht en beeldende kunsten, de cultuurantenne, het CC de Kern, … voor een zo gevarieerd mogelijk cultuuraanbod dat voor eenieder toegankelijk is.

18

95) Het Wilrijkse verenigingsleven blijft dan ook onze onverdeelde aandacht genieten (onder meer wat hun logistieke behoeften betreft). Ook is het district van oordeel dat alle verenigingen in de mate van het mogelijke moeten kunnen rekenen op (desgevallend financiële) ondersteuning voor aanpassingswerken in het kader van de Vlarem-wetgeving en de brandveiligheid. Samenwerking tussen socio-culturele verenigingen onderling, alsook met andere zoals sport-, jeugd- en seniorenverenigingen en / of hun raden blijven door het district gestimuleerd worden. Het verenigingsleven draagt immers onbetwistbaar bij tot een versterking van het sociale weefsel van onze gemeenschappen en tot de ontplooiing elk individu binnen deze gemeenschappen. Het district is immers van oordeel dat cultuur beleven in verenigingsverband een belangrijke meerwaarde biedt: ontmoeting, gesprek, overleg, confrontatie van ideeën, samenwerking, solidariteit, … Daarom verdienen de socio-culturele verenigingen en gemeenschapscentra onze blijvende steun.

96) Het district is er zich ook van bewust dat er meerdere gemeenschappen zich thuis voelen

onder die grote noemer van Wilrijkenaars. Als district zijn we er trots op dat elke gemeenschap zich thuis voelt in Wilrijk, bewijs hiervan is onder meer de Indische tempel van de Jaïn gemeenschap, de goede banden met de Joodse- en Islamitische gemeenschap, … Bij de één is religie een cruciaal element, bij een andere de plaats van herkomst, bij een andere de taal etc. Het is onze overtuiging dat cultuur meer dan ooit nodig is en dat dit juist de samenhorigheid bevordert, kortom het bewustzijn van een gezamenlijke identiteit. Het is en blijft dus de duidelijke ambitie van het district om er mee zorg voor te dragen dat éénieder zich zoveel mogelijk als geitenkop kan identificeren, doch elk met een eigen culturele identiteit die zich verstaanbaar kan maken aan de hand van één en dezelfde voertaal en bestuurstaal: het Nederlands.

97) Cultuur heeft de kracht om mensen dichter bij elkaar te brengen, waar creativiteit al zijn kansen moet krijgen en dat het cultuur is dat mee bijdraagt aan een open onbevangen blik op alles rondom ons heen.

98) Het district kan zelf cultuur- en kunstinitiatieven ontwikkelen en deze met duiding

aanbieden, bv. om een bijdrage te leveren aan een breed en divers kwalitatief cultuuraanbod dat zowel mikt op amusement, als op confrontatie en uitdaging én ook publiektrekkers durft te combineren met onbekend werk.

99) Zo zal de Jaarmarkt welk traditioneel gepaard gaat met dieren en een wielerkoers

behouden blijven, maar er zal ook werk worden gemaakt van ‘vernieuwing’.

100) Voor het district is het dan ook van groot belang om de activiteiten van onze Wilrijkse culturele verenigingen bij de zogenaamde man in de straat nog meer bekend te maken. Een korte voorstelling bijvoorbeeld in een mogelijke “Nieuwe Wilrijkenaar” kan al wonderen doen.

19

101) In dit verband is het ook van belang dat het district bij culturele activiteiten de nodige aandacht besteedt aan het betrekken van zoveel mogelijk “nieuwe Wilrijkenaars”. Er zijn redenen te over om elkaar op te zoeken, samen aan tafel te gaan zitten en na te denken wat we samen kunnen doen om mee te werken aan wederzijds begrip en respect. Cultuur is nu juist één van de mogelijkheden om “nieuwe Wilrijkenaars” kennis te doen maken met o.m. buurtfeesten, culturele activiteiten.

102) Het district hecht ook veel belang aan de bestaande tradities: de verderzetting van

sfeervolle grote manifestaties als de Wilrijkse jaarmarkt en de Geitestoet, maar ook kleinere initiatieven als bijvoorbeeld de kerstmarkt, Jazz-Wilrijk en een gemoderniseerde 11-novemberherdenking als vredesmanifestatie zijn van groot belang. Verder moet er zeker ook extra aandacht komen voor de herdenkingen van 100 jaar “Groote Oorlog” in 2014 en 2018.

103) Voor het district is het niet meer dan logisch en vanzelfsprekend dat 11 juli en het

Vlaamse karakter van ons district ook in het cultuurbeleid wordt benadrukt. Herwaardering van de 11 juli-viering in Wilrijk en het aspect Vlaanderen Feest is voor ons essentieel. Dit kan het best in samenwerking met die verenigingen die zich daartoe gespecialiseerd hebben.

104) Cultuur is een zaak dat gans Wilrijk aangaat en het cultuurbeleid richt zich dus tot alle

wijken van Wilrijk én op alle bevolkingsgroepen en gemeenschappen. Vanzelfsprekend staat ook in dit kader het verenigingsleven centraal en dit zal onze niet aflaatbare aandacht blijven genieten. Het verenigingsleven, straat- en buurtcomités, wijkverenigingen, en alle vormen waar mensen zich samen organiseren zijn in de ogen van het district de motor van een gezellig Wilrijk. Zo blijven we straat- en wijkfeesten dan ook ondersteunen.

105) ’t Vlaams Stripcentrum is een monument in Wilrijk dat blijvend ondersteuning

verdient. In dit kader blijft het district pleiten voor een verdere uitbreiding van stripmuren, … dit ter verfraaiing / “verstripping” van het Wilrijkse straatbeeld.

106) Kortom, wil het district er verder werk van maken opdat Wilrijk nog meer synoniem

wordt van wat ook wel eens de ‘negende kunst’ wordt genoemd : het stripverhaal. Dus om Wilrijk nog meer toeristisch en cultureel te promoten als strip-, theater- en mozaïek district.

107) Het district gaat dan ook verder met het aanpassen van de grijze nutskasten, door het

aanbrengen van striptekeningen, e.a. om deze kasten te verfraaien.

108) Het district wil met tentoonstellingen, kunst, optredens en films zoveel als mogelijk naar elke wijk van Wilrijk gaan, het district ziet hier een rol weggelegd voor het cultuurcentrum. Immers is CC De Kern is een goede partner om een toegankelijk en divers cultuurbeleid op maat van de Wilrijkenaar uit te bouwen.

20

109) Het district wil in de loop van deze legislatuur ook werk maken van een vereenvoudiging van de huidige subsidiereglementen.

110) Het district zal zeker initiatieven – die van onderuit zijn ontstaan – zoals Willrock

blijven ondersteunen, maar ook Jazz Wilrijk wordt zeker verder gezet. Zeker nieuw talent, maar ook gevestigde waarden moeten voldoende aan bod komen op de verscheidene Wilrijkse podia en in de respectievelijke wijken.

111) Het district aanziet de vzw lokaal cultuurbeleid als co-motor van een geïntegreerd

Wilrijks cultuurbeleid. Het district beoogt inspraak via de cultuurraad, de trefmomenten en via de vzw lokaal cultuurbeleid waar juist een goed evenwicht beoogd wordt tussen vrijwilligers, niet- en wel georganiseerde individuen en van niet- en wel georganiseerde groepsverbanden en beroepskunstenaars die op hun beurt zorg kunnen dragen voor een optimale advisering.

112) De komende legislatuur wenst het district te onderzoeken of het aangewezen en

mogelijk is om een soort van structureel “ereburgerschap” in te voeren voor die personen die een jarenlange inspanning hebben geleverd ter bevordering van de uitstraling van Wilrijk. Ook de traditie van de geitentrofee wordt verder gezet, de cultuurprijs op haar beurt wordt geëvalueerd.

113) Er bestaan in Wilrijk tal van verenigingen die zich met vele varianten van

amateurkunsten bezighouden welke ook onze aandacht verdienen, zo kan er bekeken worden of men voor deze verschillende kunstvormen éénmaal per jaar een wedstrijd en / of evenement kan organiseren waardoor deze individueel en / of gezamenlijk naar buiten kunnen treden en opdat de Wilrijkenaars er (verder) kennis mee kunnen maken.

114) Daartoe zijn mogelijkheden te over zoals: een volwaardig zomerconcert in openlucht,

poëzie, Nederlandstalige letterkunde, amateurtheater, stand-up comedy, een Wilrijks zangfeest (Wilrijk zingt/swingt) en eventueel ook een cantus in samenwerking met de universiteit(sclubs) én de zanglustige bevolking,

115) Het district wil zeker meer werk maken van de versterking van de Wilrijkse (culturele)

identiteit, bv. Wortels in Wilrijk zal worden verder gezet. Cultuur dient echter wel degelijk open te staan voor éénieder. Immers iedere Wilrijkenaar heeft recht op deelname aan en toegang tot cultuur.

116) Het nieuwe gemeenschapscentrum huisvest zowel de bibliotheek als de

kunstacademie, als de academie voor muziek en woord. Welke het district beschouwt als goede partners van het lokale cultuurbeleid.

117) We werken een tentoonstellingsbeleid uit met alle partners van het

gemeenschapscentrum en zorgen ervoor dat het gemeenschapscentrum een echt open huis wordt van / vóór de Wilrijkenaar.

21

118) Het district zal ook samen met de nieuwe Wilrijkse bibliotheek een leesbeleid uitstippelen en van de bibliotheek ook een ontmoetingsruimte maken voor alle leeftijden. We vragen de bibliotheek om binnen de vzw lokaal cultuurbeleid een actieve rol te spelen en om ook acties in de Wilrijkse wijken mee te willen ondersteunen.

119) In overleg met de stad Antwerpen wil het district ook werk maken van het interieur

van de grote zaal van CC De Kern zodat elke bezoeker op een comfortabelere manier de voorstellingen kan volgen.

120) Het district Wilrijk wil eveneens meehelpen om te zoeken naar een locatie om

amateurkunstenaars onder te brengen waar ze zich creatief kunnen uitleven. Met dit creatief hart van Wilrijk stimuleren we de samenwerking onder alle soorten kunsten en geven we Wilrijkse creatievelingen verder de kans om elkaar te ontmoeten en zich verder te ontplooien.

121) Het district wil de samenwerking tussen scholen en cultuur nog meer versterken en de

leerkrachten verder betrekken bij het cultuurbeleid van Wilrijk. Ook wil het cultuurprojecten stimuleren die in de scholen zelf plaatsvinden zodat drempels als verplaatsingskosten zouden verdwijnen.

122) Het district wil ook 1 x per jaar alle vrijwilligers op een originele manier in de

kijker/bloemen zetten.

123) Wat betreft de Jumelages met Niedernhausen en Ilfeld zullen deze vanzelfsprekend worden verder gezet. Het district onderzoekt of het mogelijk is om vriendschapsbanden uit te breiden, zo kan er bv. gedacht worden aan de vriendschapsband met Weywertz (gemeente Bütgenbach). De communicatie met en over onze zustergemeenten zal waar mogelijk worden versterkt.

1250 JAAR WILRIJK

124) De viering van 1250 jaar Wilrijk in 2015 mag niet onopgemerkt voorbij gaan, eveneens wat betreft de 50 jaar Geitestoet. We hebben immers vele zaken om fier op te zijn als Wilrijkenaar. Elke Wilrijkenaar zal dan ook uitgenodigd worden om deel te nemen, zowel het middenveld, kinderen en scholen, bedrijven, de niet-georganiseerde inwoner,…kortom iedereen moet de mogelijkheid hebben om hieraan deel te nemen om er een groot succes van te kunnen maken.

125) Het feestjaar 2015 biedt ons juist de kans om de eigen identiteit van het district verder

aan te scherpen. Zo’n feestjaar duurt ons inzien idealiter ongeveer een half jaar. Er zal hierbij onderzocht worden hoe we zonder “onze klassiekers” oneer aan te doen deze toch kunnen moderniseren. Centraal hierbij staat, een geschikte en doordachte communicatie om de eventuele vernieuwing op een elegante manier te introduceren, met inspraak van de relevante actoren.

22

ERFGOED

126) Het district ijvert voor een duurzaam en zorgzaam, maar bovenal een integraal lokaal erfgoedbeleid, zowel materieel als immaterieel, door een maatschappelijk relevante aanpak. Het district erkent in deze de vzw Kring voor Heemkunde Wilrica als een waardevolle partner / actor in het hele cultuurgebeuren en zeker m.b.t. het behoud van ons erfgoed, welke het district als een relevant (niet-bindend) adviesorgaan beschouwt.

127) Het district heeft dus de ambitie om werk te maken van een nog groter

maatschappelijk draagvlak voor wat betreft erfgoedzorg. Een kwaliteitsvol erfgoedbeleid dient volgens het district rekening te houden met zowel het onroerend, het roerend en/of het immaterieel cultureel erfgoed en dient juist deze verschillende onderdelen zoveel als mogelijk met elkaar te verbinden.

128) Het district gaat bekijken of een eventueel erfgoedconvenant aan de orde is.

129) Het district wenst dus juist het roemrijke verleden van Wilrijk actief onder de aandacht te brengen en zal dus nagaan of er middelen kunnen worden uitgetrokken om dergelijke projecten te ondersteunen, bv. voor die projecten die ons verleden op dit vlak terug tot leven kunnen wekken. Het district zal de website “ik bewaar Wilrijk” dan ook meer kenbaar maken, opdat de bekendheid van de historische plekjes in ons district meer in de kijker worden gezet.

130) Het district gaat ook verder op de ingeslagen weg van inventarisatie van het bestaande

erfgoed in de meest ruime zin, dit middels oplijsting van de beschermingen met eventueel voorstellen voor hergebruik en/of herbestemming, inventarisatie van het waardevol funerair erfgoed inclusief eventuele restauratie van grafzerken op het begraafpark Jules Moretuslei, de begraafplaats Steytelinck en aan de Sint-Bavokerk, het klein religieus erfgoed (bv. kapelletjes, herdenkingskruisen), landschappelijk authentieke relicten, het bewaren en het onderhoud van beelden en (reclame)muurschilderingen, enz…

131) Het district wil dus juist met alle erfgoedpartners verder werk maken van het (verder)

in kaart brengen van het Wilrijkse verleden. Dit geldt voor onze monumenten, maar zeker ook voor geschreven en gefotografeerde bronnen. Met deze schat aan informatie werd sinds de fusie niets meer gedaan. Een degelijk bewarings- en archiveringssysteem dringt zich dan ook op. Kortom, we willen het huidige erfgoedbeleid verder uitbouwen.

132) Het huidige museum / “erfgoedhuis” dient indien mogelijk geherlocaliseerd te worden.

Het district zal dan ook onderzoeken of de oude pastorij Sint-Bavo hiervoor kan dienen. De tuin kan dan desgevallend een historische kruidentuin worden. Ook zal onderzocht worden of en hoe oude en nieuwe lokale streekproducten / ambachten actief gepromoot en ondersteund kunnen worden, opdat deze een nieuw elan zouden kunnen bekomen.

23

133) Deze locatie kan dan ook kaderen in een nieuwe, nog uit te stippelen toeristische route (erfgoedroutes (fiets- en wandelroutes cfr. het Geitepad) / architectuurwandelingen), in samenwerking met de stad en toerisme Vlaanderen waarin ook de Sint-Bavo kerk, Fort 6 en 7 en Hof ter Beke kunnen in worden opgenomen. Het district wil dan ook – indien mogelijk - de vroegere wandelroute ‘Duivelspad’ met plaatselijke verhalen en legendes terug in kaart brengen en promoten via brochures, en bewegwijzering.

134) Ooit telde Wilrijk 15 ‘huizen van plaisantie’. Het geklasseerde Hof Ter Beke, dat het enige nog volledige ‘hof van plaisantie’ is, zou een oase van rust kunnen zijn in een gebied gedomineerd door een industriezone. In samenwerking met alle actoren dient er een snelle consensus bereikt te worden m.b.t. dit dossier. Het district wil er ook mee op toezien dat in de mate van het mogelijke er werk gemaakt wordt van het renoveren - minstens kwaliteitsvol onderhoud - van o.m. ‘Hof Ter Beke’ en het ‘kasteel Steytelinck’.

135) Het district is ook voorstander van een terugkeer van het standbeeld van Pater de

Deken naar de Bist, zijn natuurlijke habitat. JEUGD

136) Investeren in onze jeugd is investeren in onze toekomst én meer specifiek in die van

Wilrijk. Het district Wilrijk beschikt over een bijzonder goed werkende jeugddienst, die gepaard gaat met een traditie van een goed overwogen jeugdbeleid. Dit beleid wenst het district verder te zetten. Alle generaties zijn in het district Wilrijk meer dan welkom en dienen ruimte te krijgen om zich te kunnen ontplooien zodat ze hun talenten (verder) kunnen ontwikkelen. Het district kent trouwens een bloeiend jeugdverenigingsleven dat gesteund is op de vrijwillige inzet van vele (vaak jonge) mensen. Deze inzet verdient veel waardering juist omdat jeugdverenigingen en ontmoetingsplaatsen jongeren ertoe aanzetten hun talenten te ontplooien en ter beschikking te stellen van de groep/gemeenschap waarin ze actief zijn. Het district dient dan ook dergelijke initiatieven juist te ondersteunen in haar jeugdbeleid, zonder daarbij per se zelf een rol als actor op te eisen of te spelen. Zodoende wordt er gestreefd naar een lokaal jeugdbeleid dat integraal is. Hiermee bedoelen we dat het jeugdbeleid aandacht dient te hebben voor alle levenssferen van onze (klein)kinderen en jongeren. Verder pleiten we voor een inclusief jeugdbeleid. Dit is een beleid dat oog heeft voor kinderen en jongeren in al hun diversiteit, dus ook voor maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren, kinderen met verschillende interesses, scholingsgraden, sociale of etnische achtergronden enz. Daarnaast veronderstelt een ondersteunend jeugdbeleid ook de nodige aandacht voor kinderopvang, onderwijs en de plaatselijke openbare bibliotheek. Een jeugdbeleid dat enkel gericht is op het ondersteunen van verenigingen, heeft immers weinig zin. Een geïntegreerd jeugdbeleid in samenspraak met alle betrokken actoren (in het bijzonder met de jongeren zelf) en gericht op de noden van jonge mensen, biedt dan ook de beste kansen. Een jeugdbeleid dient echter ook oog te hebben voor de ondersteuning van onze jonge gezinnen.

24

137) Het district is van oordeel zoals zij dit is m.b.t. meerdere beleidsdomeinen, dat men in de eerste plaats moet ondersteunen wat er vanuit de verenigingen zelf naar voren wordt gebracht (bv. Willrock). Zodoende verkiest het district een bottom-up strategie op een top-down benadering. Overheidsinitiatieven moeten zoveel als mogelijk beperkt blijven tot een aanvullende, secundaire rol. Dus juist eerder bestaande en nieuwe initiatieven (die van de jeugd zelf komen), coördineren, stimuleren, ondersteunen en mee communiceren.

138) Geschikte locaties vinden is veelal de uitdaging, opdat de jeugdbewegingen en de

jongeren over voldoende ruimte blijven beschikken om zich te kunnen uiten, ontplooien en in de eerste plaats om zich recreatief te kunnen amuseren, kortom uit de bol kunnen gaan op een verantwoorde, veilige manier, doch zonder dat dit overlast met zich meebrengt voor anderen. Het district wil bestaande fuifzalen goed te isoleren, dit onder meer aan de hand van subsidies aan bv. onze Wilrijkse Jeugdhuizen.

139) Het district wil eveneens onderzoeken welke de mogelijkheden zijn in het Fort VI (bv.

m.b.t. de KP), site Mariënborg (het Recreatief), zaal Ars, … In tussentijd blijven bv. de fuifsubsidies verder gehanteerd worden, echter ook hier zal onderzocht worden of de administratieve rompslomp niet verminderd kan worden.

140) Er zal ook gewerkt worden aan het verder ontwikkelen van een draaiboek met alle

do’s en dont’s, good practices, checklist, …voor onder meer het organiseren van een goede, leuke en bovenal veilige fuif.

141) De Stad en de Lijn zullen aangesproken worden omtrent openbaar vervoer in de

weekends, s’ nachts en zeker bij oudejaarsavond om onze jeugd veilig thuis te krijgen.

142) Het district beoogt dat jongeren zo maximaal mogelijk hun talenten aanspreken en uittesten. Zo zal bv. het district het mogelijk (blijven) maken dat jonge bands, muzikanten de kans krijgen om te repeteren in Wilrijk. Ook Wilrijkse DJ’s moeten hun kans krijgen op onze eigen festivals.

143) Het district wil ook onderzoeken of uitbreiding van aanplakplaatsen voor ondermeer

jeugdinitiatieven aangewezen is.

144) Speelstraten moeten mogelijk blijven, doch bij voorkeur in overleg en samenspraak met de plaatselijke lokale middenstand in de nabije omgeving.

145) Er wordt verder werk gemaakt van pleintjes voor verschillende leeftijden, dit zowel op

het vlak van infrastructuur, groenonderhoud, veiligheid als netheid. Indien overlast een acuut probleem is en blijft kan desgevallend de mogelijkheden van camerabewaking en pleinbegeleiding onderzocht worden. Het district zal dus blijven voorzien in voldoende en kwalitatieve speelruimtes.

25

146) Bij de heraanleg van pleintjes dient er echter wel rekening te worden gehouden met de samenstelling van de buurtbewoners, (jonge gezinnen; senioren, alleenstaanden…) om zo aan de noden van de buurt tegemoet te komen en overlastklachten te vermijden. De te gebruiken speeltuigen moeten aantrekkelijk, veilig en functioneel zijn voor onze kinderen en kleinkinderen.

147) In samenspraak met de buurt zal het district een inspraakproces opstarten om tot een

geheel nieuw heraangelegd Michel Willemsplein te komen. In eerste fase wil het district te weten komen van de buurtbewoners welke functie’s deze voor ogen hebben, m.b.t. het plein in kwestie. Het Michel Willemsplein wordt zodoende terug een plein voor de klein(st)e kinderen om te spelen (met speeltuigen voor de leeftijdscategorie tot 8 jaar) én voor de buurtbewoners, opdat die er zich terug meer thuis zouden voelen (bv. een petanquebaan). We willen er dus er een mooi plein van maken met aangepast groen en met de nodige aandacht voor de parkeerdruk ter plaatse.

148) De jeugdhuizen en jeugdlokalen zullen blijvend ondersteund worden (onder meer door

infrastructuursubsidies, maar ook voor kleine aanpassingswerken) en bv. ook de inspanningen inzake brand- en inbraakbeveiliging, energiebesparing… zullen worden voortgezet.

149) Ook is het district zinnens om gezamenlijke aankopen van bv. scouts- en

chiromateriaal (bv. sjorbalken) of geluidsbegrenzers voor jeugdhuizen / jeugdlokalen / fuifzalen ... te faciliteren.

150) Het district zal ook een kwaliteitsvol Jongeren Informatie Punt (JIP) blijven

bestendigen.

151) Ook de Jeugdraad zal blijven ondersteund worden, doch zal deze gestimuleerd worden om bij het opstellen van een jeugdparagraaf eveneens kennis te nemen van adviezen uitgebracht in het kader van de seniorenparagraaf en omgekeerd.

152) De kinderdistrictsraad die de voorbije jaren heel succesvol was, zetten we verder en

we trachten in de mate van het mogelijke rekening te houden met de adviezen van de kinderen.

153) De inzet van jeugdleiders en jeugdwerkers dient nog meer te worden erkend en waar

mogelijk aangemoedigd, d.m.v. tussenkomst van het district in bepaalde opleidingen, vormingen, ...

154) Het district wil zich verder inzetten om de kosteloze EHBO-opleidingen van het Rode Kruis en Vlaams Kruis te promoten bij jeugdverenigingen.

155) Het district wil actief participeren in samenspraak met de Stad Antwerpen hoe ze de

uitdagingen van morgen op het grondgebied Wilrijk kunnen ondervangen o.m. wat betreft extra onderwijs- en kinderopvangcapaciteit. Het district gaat samen met de stad trachten werk te maken van een stedelijk kinderopvanginitiatief in Wilrijk

26

156) Het districtshuis / website moet alle informatie in verband met kinderopvang in het

district verzamelen, beschikbaar stellen en indien mogelijk verspreiden opdat het kenbaar wordt. Minstens zal het district er zorg voor dragen dat kinderopvangprojecten in de mate van het mogelijke ondersteund worden, immers voldoende kinderopvang is nodig om Wilrijk aantrekkelijk te houden voor jonge gezinnen.

157) Sinds kort huist de Dienst voor Opvanggezinnen Wilrijk (DOW) terug in het

districtshuis. De DOW kan daarom de aangewezen instelling zijn om in het districtshuis in te staan voor informatie over kinderopvang. Opdat in de mate van het mogelijke het bestaande virtuele kinderopvang loket kan aangevuld worden met een fysiek loket in het districtshuis.

158) Het district gaat voor de verdere uitbouw van naschoolse kinderopvang en vakantieopvang. De huidige samenwerking met de vzw Koraal en ‘t gekkootje wordt dan ook uitgediept en verder gezet. Het district wil op die manier mee bijdragen aan een boeiende en fijne vakantie voor onze jongeren.

159) Het district waardeert de inspanningen die LBA doet m.b.t. het aanleren van

Nederlands aan anderstalige kinderen en de huiswerkbegeleiding die ze op zich neemt, zodoende zal het district dit initiatief blijvend (financieel) ondersteunen

160) Het district streeft een nog grotere samenwerking na met onder meer de scholen en

oudercomités, maar ook gezamenlijke initiatieven met bv. de sport-, senioren- en cultuurbeleid wenst ze nog meer op elkaar afgestemd te zien.

161) Het district zal onderzoeken of een databank voor vakantiewerk voor jongeren in het

Wilrijkse aangewezen is.

162) Het district zal het masterplan voor de kinderboerderij opvolgen en er over waken dat de kinderboerderij haar educatieve rol verder kan blijven opnemen.

163) Het district wil de tweejaarlijkse convenant met Vizit evalueren en verder zetten, doch de doelstellingen mogen ambitieuzer. Vizit en de Jeugddienst dienen ook meer naar buiten te reden in elke wijk van Wilrijk. Kortom, nog meer zichtbaar te zijn in het straatbeeld.

164) We geven Wilrijkse jeugdverenigingen de kans om op kamp te gaan naar Illfeld en

Niedernhausen.

165) Het district gaat verder met de grafittikunst onder het A12-viaduct en wensen dat project uit te breiden naar het nieuwe skatepark. We geven de bloeiende Wilrijkse skatecultuur aan de Krijgslaan alle kansen om daar op een fantastische manier te skaten.

27

SPORT

166) Het district beoogt dat alle Wilrijkenaars “kunnen” sporten. Dit houdt ons allen gezond en is erg belangrijk als sociaal bindweefsel en bevordert de sociale integratie.

167) Sport is immers meer dan topsport en is ruimer dan de ‘gekende’ sporttakken en heeft

ook aandacht voor sportbeleving buiten clubverband. Sporten kan de verbondenheid van mensen net vergroten en is een versterking van de lokale gemeenschap. Samen sporten zorgt er dan immers voor dat men gemakkelijker met andere Wilrijkenaars in contact komt, het dient dus zo toegankelijk mogelijk te zijn voor éénieder. Zodoende draagt een structurele ondersteuning van de lokale sportverenigingen hiertoe bij. Tot slot moet het district die initiatieven ondersteunen die tot doel hebben eenieder over alle leeftijdscategorieën en bevolkingsgroepen heen, in gezonde, kortom sportieve beweging te krijgen. Een gezond Wilrijk heeft immers nood aan gezonde Wilrijkenaars en vergt dus een dynamisch sportpromotiebeleid. Verenigingen die hun aanbod afstemmen op de combinatie van arbeid en gezin en rekening houden met de dagindelingen en zorgtaken (bv. lessen die pas starten na de avondspits, analoge sporturen/opleidingsuren voor ouders en kinderen), verdienen extra ondersteuning. Sport brengt Wilrijk in beweging én werkt sociale contacten in de hand. Het bindt en raakt mensen. Daarbij wil het district dat zowel de actieve als passieve sporter, de recreatieve en competitiesporter, de georganiseerde en niet-georganiseerde sporter aan zijn / haar trekken kan komen. Het district wil dus komen tot een pro-actief beleid in samenspraak met alle actoren, de sportraad en bij uitbreiding de jeugd- en ouderenraden, de sportverenigingen, de sportdienst en de scholen.

168) Het district beoogt een eerlijke subsidie- of ondersteuningsbeleid dat aan alle Wilrijkse

sportclubs de ondersteuning geeft die ze verdienen (bv. materiële ondersteuning van niet-commerciële sportclubs). Het subsidiebeleid moet objectief en transparant zijn. Onderzocht zal worden of bij het verstrekken van subsidies het respectievelijke ledenaantal van de sportclubs wel een goede parameter is. Ook kleine clubs verdienen immers onze steun.

169) Waar mogelijk wenst het district zeker de jeugdwerking van sportclubs te ondersteunen.

170) Sportbeleid moet zich echter ook inzetten voor de recreatieve sporter buiten

clubverband, denk maar aan sportbeleid voor senioren of de recreatieve jogger (Finse piste).

171) Wilrijkse sportclubs moeten bovendien zoveel als mogelijk in Wilrijk kunnen sporten.

Het is dus aangewezen dat het district inspraak zou bekomen in het beheer van bovenlokale sportfaciliteiten, welke door de stad en provincie gebouwd en uitgebaat worden.

28

172) Gelet op het feit dat weldra de renovatie van de sporthal te Wilrijk een feit is wil het district ermee voor trachten te zorgen dat alle clubs tijdens de werken een alternatief vinden, alsook dat de huurprijzen na de renovatie niet de pan uit swingen.

173) De Geitencorrida, de jaarlijkse stratenloop in december, verdient op haar beurt van het

district uit alle verdere steun.

174) Het district Wilrijk wil echter vooral inzetten op de eigen lokale sportverenigingen en is het best geplaatst om de noden van de plaatselijke verenigingen te kennen. Ook de samenwerking tussen verenigingen moet aangemoedigd worden, tussen sportverenigingen onderling alsook met andere verenigingen, zoals culturele, jeugd- en seniorenverenigingen en/of hun raden.

175) (Sport)verenigingen die op eigen benen willen staan en in dit kader een eigen

infrastructuur willen uitbouwen kunnen eventueel op steun van het district rekenen, er zal onder meer onderzocht worden of een huursubsidie hiervoor aangewezen is. Onderhoud van sportinfrastructuur is bovendien even belangrijk als het verder uitbouwen van sportfaciliteiten. Daarom moet de huidige sportinfrastructuur goed onderhouden worden en waar nodig gerenoveerd.

176) Stimuleren tot sportparticipatie moet door het district zelf gebeuren. Hiertoe kan de

sportconsulent worden ingezet.

177) Sportinfrastructuur moet waar mogelijk opengesteld worden voor zowel scholen/clubs als particulieren, dit geldt ook voor de schoolsportinfrastructuur.

178) De sportantenne staat ten dienste van de verenigingen. De sportantenne is de regisseur

en niet de uitvoerder, op haar beurt is de sportraad een cruciale actor in het sportbeleid van het district.

179) Scholen, ouderverenigingen, gezinsbond en sportclubs werken samen om zo meer kinderen te laten sporten bv. door het openstellen van scholen voor bv. avondsport.

180) In samenwerking met de lokale sportclubs wordt werk gemaakt van buurtsport om

sport in de straat te brengen en de clubs aan nieuwe leden te helpen.

181) District Wilrijk dient met alle betrokkenen van de Topsportschool en de wielerpiste aan tafel te zitten opdat de samenwerking meer op punt kan worden gesteld. Zo wil het district in samenspraak met de provincie onderzoeken of de wielerpiste niet kan overdekt worden zodat alle Wilrijkenaars ook in de herfst en winter van de piste gebruik kunnen maken.

29

182) De Topsportschool op Campus Drie Eiken (Fort 6 domein) en het masterplan voor de (sport)site langs de Moerelei bieden desgevallend unieke kansen voor het lokale sportleven, het district wil deze initiatieven van nabij blijven opvolgen en hoopt op voldoende inspraak en overleg met het Stad en Provincie om van dit alles een groot succes te kunnen maken.

183) De samenwerking met de Topsportschool moet dus in de mate van het mogelijke geoptimaliseerd en uitgebreid worden. Zo wil het district ondermeer laten onderzoeken of een volledige integratie van Fort 6 in het lokaal sportgebeuren mogelijk en wenselijk is. Hiervoor dient vanzelfsprekend overleg plaats te vinden tussen alle belanghebbende partijen (bv. UA, Erfgoed Vlaanderen) en de bevoegde overheden.

184) Het district wil laten onderzoeken of de atletiekpiste die Wilrijk rijk is kan

heraangelegd worden.

185) We willen Wilrijk verder uitbouwen als een echt wielerdistrict, dit gelet op de Wielerpiste, een fantastische derny en zoveel meer in het teken van de fiets. Ook willen we bekijken in welke mate een convenant met de Koninklijke Wielerclub Feestcomite Wilrijk hieromtrent het aangewezen instrument is en dit desgevallend verderzetten en indien aangewezen zelfs verder uitdiepen.

186) Het district wil bekijken of er op de Bist, in het Park Steytelinck en op nog andere locaties (bv. in de wijken) petanquebanen kunnen worden aangelegd en onderhouden, alsook een schaakbord met grote stukken, ping-pong tafels, looppisten, trapveldjes, outdoor fitness, klimmuur, e.a. … Het district wil dus onderzoeken waar er nog ruimte en nood is aan kleinschalige buurtsportinfrastructuur.

187) Alle Wilrijkse 5-6 jarigen moeten kosteloos zwemlessen kunnen volgen in het

Wilrijkse zwembad tot ze hun zwembrevet bekomen (maximum 15 zwemlessen); dit in het kader van hun eigen veiligheid.

188) Het district wil ook bekijken in welke mate de huidige openingsuren van het zwembad

aangepast kunnen worden. Ook een (buiten)speeltuintje voor de allerkleinsten aan/nabij het zwembad lijkt ons aangewezen.

189) Een goed sportbeleid is laagdrempelig en moet bepaald worden in overleg met de

lokale actoren. Een evenwichtig samengestelde sportraad zorgt daarbij voor de nodige inspraak en participatie van de sporters. Daarnaast willen we de Wilrijkse sportverenigingen zoveel mogelijk de kans geven om in Wilrijk zelf te kunnen sporten.

190) In 2013 is Antwerpen Europese Sporthoofdstad. Het gros van het programma zoals de

buurtsportpleintjes spelen zich af in de districten. Wilrijk schakelt zich binnen dit programma in van buurtgericht sporten, ook na 2013.

30

191) Bijzondere aandacht en waardering zal gaan naar de sociale functies van sport (integratie bevorderende initiatieven, buurtsport, tegemoetkomingen voor sociale opdrachten en sociale fondsen van sportclubs, …), huiswerkbegeleiding, seniorensport….

192) Ook wil het district laten onderzoeken in welke mate het aangewezen zou zijn om

meer(dere) kunstgrasveld(en) in Wilrijk aan te leggen. Het district denkt onder meer aan de locatie VK Valaarhof.

193) Sport voor personen met een functiebeperking dient voldoende aandacht te krijgen en

meer kenbaar worden gemaakt.

194) Het district wil ook dat er inspanningen worden geleverd opdat er voldoende aanbod zou zijn op het gebied van sportdagen en sportkampen tijdens de vakanties voor alle jeugdige leeftijdsklassen, met aandacht voor een billijke spreiding over alle wijken van het district.

195) Het district wil eveneens een open vizier hanteren voor wat betreft samenwerking met

de private sector en staat ook open voor samenwerking met adverteerders en andere vormen van sponsering. Zo kan er nagegaan worden of er interesse is bij de sportmerken en de plaatselijke middenstand en het lokale industrieleven om bv. mee te werken aan sporttoernooien en andere evenementen.

196) Het district zal initiatieven zoals “start to run” blijven ondersteunen.

LOKALE ECONOMIE - MIDDENSTAND - MARKTEN EN FOREN

197) Een bloeiende lokale middenstand zorgt voor een leefbare en aangename woon- en dorpskern, welke eveneens de aantrekkelijkheid en de leefbaarheid van ons winkelcentrum blijvend versterkt. Daarom zal het district haar middenstand veel meer gaan promoten aan de hand van allerlei initiatieven.

198) Absolute troeven voor en van Wilrijk zijn de bedrijvenzone met vele grote en kleine

bedrijven, winkels en retailers aan de Boomsesteenweg en een bloeiend winkelcentrum (de Kern), omgeving Bist, Mastplein, Heistraat en Jules Moretuselei, … Echter het district heeft ook oog voor buurtwinkels.

199) Het district wil kortom waar mogelijk een nog bedrijfsvriendelijker klimaat ten

aanzien van middenstanders en vrije beroepen nastreven. We willen een actief promotie- en ondersteuningsbeleid voeren dat er op gericht is om ondernemers aan te sporen zich nog meer in Wilrijk te vestigen. Ook wil het district infoavonden organiseren voor de handelaars, bijvoorbeeld over nieuwe regelgevingen.

31

200) Het district is dus van oordeel dat zij een flankerend, ondersteunend beleid dient te voeren en wenst hiervoor in permanent overleg en samenspraak te treden met onder meer UNIZO-Wilrijk, Handel & Industrie Wilrijk en met eventuele andere economische verenigingen. Het gaat ons hierbij om alle handelaars, ook buurtwinkels buiten het centrum van Wilrijk. Elke wijk is hierbij gebaat en het district tracht oog te hebben voor éénieder.

201) Een doordacht parkeerbeleid, goede signalisatie en bewegwijzering en een betere,

veiligere vlottere verkeersafwikkeling zijn hierbij zeer belangrijke aandachtspunten.

202) Het district is onder meer vragende partij om inspraak te krijgen in alle materies die invloed hebben op de plaatselijke middenstand (locatiemanager, vergunningen, inplanting nieuwe zaken, enz.). Opdat het district een beleid zou kunnen voeren naar keten- en speciaalzaken enerzijds en anderzijds imago verlagende zaken en verloedering zou kunnen terugdringen en / of tegengaan.

203) Het district wil echter ook met handels- en economische verenigingen, een actief

localisatiebeleid naar starters toe voeren. Bedoeling is juist om onder meer starters te begeleiden naar de meest interessante plaatsen om een zaak te openen en zo leegstand aan te pakken en te voorkomen.

204) Het district wil ook horecazaken stimuleren om zich meer in het centrum van Wilrijk

te vestigen, dit om te komen tot een nog bruisender en levendiger Wilrijk. Het district wil ook de mogelijkheden inzake “(eiland)terrassen” bestuderen.

205) Het district wil er dus ook mee trachten zorg voor te dragen dat men

handelsactiviteiten kan ontplooien in de meest optimale omstandigheden, ook veiligheid is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Bv. de Buurt Informatienetwerken (BIN’s / WINS’s) worden in de mate van het mogelijke ondersteund, waarbij men nastreeft om dit verder uit te bouwen opdat zoveel bedrijven en handelaars betrokken zouden zijn. Een zeer dicht en goedwerkend netwerk, bevordert juist de veiligheid van zowel middenstanders, als van hun cliënteel.

206) Het district wil werk maken van een “districtmarketingplan”.

207) Het district wil nagaan of het niet mogelijk is om in samenwerking met HIW en de lokale middenstand een ecologische en praktische boodschappentas te ontwikkelen, te distribueren en te promoten tegen een zo laag mogelijke prijs, opdat zoveel mogelijk Wilrijkenaars hiervan gebruik kunnen maken.

208) Het district wil ook onderzoeken of een maandelijkse plaatselijke, kleinschalige

‘geiten / biomarkt’, met streekproducten en producten van de plaatselijke lokale groenteboeren, of andere unieke Wilrijkse specialiteiten (bv. geitenmelk, geitenkaas, boerenbrood, boerenboter, honing…) kan plaatsvinden, dit onder meer om zo het ‘exclusieve’ van ons district te promoten. Als locatie wordt gedacht aan het Sint Bavo-plein.

32

209) Indien mogelijk en wanneer er voldoende draagvlak hiervoor is bij de marktkramers, middenstanders, bewoners Bist, marktbezoekers zal de wekelijkse markt zoveel als mogelijk op het evenementengedeelte plaatsvinden. In ieder geval dient deze van het straatgedeelte te verdwijnen. Het district wil dus een inplanting van de markt (weg van de rijweg) zodat het centrum steeds goed bereikbaar blijft. Verder houden we de parking van de Bist tijdens evenementen zoveel als mogelijk vrij zodat bezoekers van ons bloeiende winkelcentrum te allen tijde de winkels kunnen bereiken.

210) Speciale kleine attracties in het centrum moeten mogelijk kunnen worden, zo kunnen bv. vergunde straatkunstenaars en muzikanten het winkelen nog aantrekkelijker maken.

211) Het district wil ook onderzoeken hoe zij de markt van het Valaar terug nieuw leven kan inblazen.

212) Het district wil eveneens meer evenementen in het centrum van Wilrijk en omgeving

organiseren. Het district moet hier voor zelf kunnen beschikken over een basispakket aan feestmateriaal dat het autonoom kan beheren.

GROEN

213) Wilrijk staat bekend als het “groene district” en hier zijn wij trots op, dit moet zoveel als mogelijk behouden blijven. Het district zal dan ook met het huidige groenaanbod omgaan als een goede huisvader en streeft na dat groene plekjes kwaliteitsvol blijven / worden waar het aangenaam toeven is en de Wilrijkenaar tot rust kan komen.

214) Het district koestert de overgebleven open en groene ruimte en beschouwt dit als een absolute noodzaak. Niet alleen als “groene longen”, maar ook om de leefomgeving voor Wilrijkenaars aantrekkelijk te houden.

215) Het district heeft een ambitieus groenbeleid voor ogen, juist omdat er een directe band bestaat tussen voldoende open ruimte en groen en de leefbaarheid van wijken en buurten. Het district is dan ook voorstander van een zo integraal mogelijk groenbeleid, welk een positieve invloed heeft op de gezondheid van éénieder.

216) De kinderboerderij in Wilrijk dient in de loop van deze legislatuur aangepakt te worden.

217) Tijdig groenonderhoud is van cruciaal belang (bv. van groenpartijen, pleintjes,

plantsoenen, rotondes, enz.), ook het onderhoud van de begraafplaatsen mag hierbij niet uit het oog worden verloren en vandalisme aldaar zal bestreden en tegengegaan worden. Het district wil ook onderzoeken of warmwater onkruidbestrijding het meest effectieve en milieuvriendelijkste is. Voor onderhoud van vijvers en grachten, bermen langs gewestwegen en trambeddingen van De Lijn zijn duidelijke afspraken met andere overheden en organisaties nodig.

33

218) We breiden waar mogelijk het groen verder uit in ons district en leggen onszelf de doelstelling op om 500 extra bomen aan te planten.

219) Het district wenst de verdere bebloeming (vergroening, verkleuring, verfraaiing) van het district verder te zetten. Afhankelijk van de kostprijs zal nagegaan worden of een structurele, blijvende aanplanting niet meer aangewezen is. Onderhoud zal hierbij een factor van belang zijn. De bloemrijke middenbermen, plantsoentjes en pleinen tijdens het voorjaar zal in ieder geval worden voortgezet.

220) Nog een aantal aandachtspunten m.b.t. voormelde bomen, tijdig snoeien (goede hoogte voor grotere mensen, aan fietspaden, …), bij inplanting van nieuwe bomen betere afstemming plaats (niet voor zebrapad, niet voor ramen gelet op lichtinval, verhuismogelijkheden (ladderlift)), een inventaris opmaken van de gezondheid van de bomen.

221) Het district heeft ook een aantal openbare parken op haar grondgebied, elk met een eigen, specifiek karakter. Het district wenst elk jaar een park in de Wilrijkse belangstelling te zetten met een speciale “Week van het Park”. Deze aandachtsweek kan inhouden dat in het gekozen park een aantal specifieke activiteiten plaatshebben in samenwerking met de buurt, scholen en jeugdbewegingen. Elk park krijgt op deze manier ook een “grote schoonmaak” zoals bij ‘buurt aan de beurt, maar dan ‘park aan de beurt’.

222) Bestaande volkstuintjes worden zo veel mogelijk behouden, en het district tracht waar

mogelijk te voorzien in bijkomende ruimte voor nieuwe volkstuintjes en promoot kleinschalige stadslandbouw.

223) Het district wil ook het vergroenen van voortuintjes stimuleren.

224) Bij het vernieuwen van straten en pleinen wordt dus systematisch het straatbeeld

vergroend door het aanplanten van bomen of aanleggen van grasveldjes. Hierbij wordt rekening gehouden met biodiversiteit, duurzaamheid en onderhoudsvriendelijkheid, doch ook met verkeersveiligheid, parkeermogelijkheden, doorstroming, ….

225) Het district wil er ook voor ijveren dat er op periodieke basis een studie wordt

gemaakt van de impact van de grote verkeerswegen op onze luchtkwaliteit. Het district zal dan ook van nabij blijven opvolgen in welke mate de zoektocht naar alternatieve verwerkingscapaciteit in Wilrijk of elders voortgang maakt.

226) Geluidshinder voor omwonenden van drukke verkeersassen en invalswegen krijgen

meer aandacht, zo wil het district ervoor ijveren (bij de andere/hogere bestuursniveaus) opdat er nieuwe - al dan niet natuurlijke - geluidsschermen geplaatst / behouden kunnen worden aan onder meer de verschillende autostrades die ons district rijk zijn de A 12, E 19.

34

227) Het district wil de implementatie van sorteerstraatjes evalueren en eventueel verder uitbreiden.

228) Het district wil ook terug het gebruik van bladkorven onderzoeken en desgevallend stimuleren.

229) Sluikstorten dient streng te worden aangepakt en op strategische plaatsen worden er bijkomende vuilnisbakken geplaatst die op regelmatige wijze leeggemaakt moeten worden.

230) We behouden de groene, recreatieve functie van ondermeer de Wilrijkse forten.

231) Als het park Neerland in 2015 overgeheveld wordt naar het district, dienen volgens het

district de middelen en personeel te volgen.

232) Veiligheid is zoals reeds aangehaald in al zijn aspecten voor het district van cruciaal belang, doch ook properheid (onderhoud) is een aandachtspunt voor het district opdat het aangenaam vertoeven zou blijven in onze Wilrijkse buurten, wijken en straten. Verloedering werkt immers een onveiligheidsgevoel in de hand.

233) Het district zal ervoor ijveren opdat de “oude” begraafplaats als begraafpark aan de Jules Moretuslei (desaffectatie eind 2017) met behoud van de leilindendreven van boom- en dahliakweker Frans Nagels zal worden gevrijwaard van verkaveling.

DIERENWELZIJN

234) Het district is er zich van bewust dat onder meer gelet op de vergrijzende Wilrijkse bevolking een huisdier soms nog de enige echte toeverlaat is om vereenzaming tegen te gaan. Zij behoeven dan ook eveneens onze zorg en aandacht.

235) De aanpak om de zwerfkattenpopulatie op een diervriendelijke manier onder controle

te houden, moet onverminderd worden voortgezet. De coördinatie Antwerpse dierenbescherming levert goed werk door zwerfkatten op te halen en te laten steriliseren en castreren. Ook vanuit het district dient dit systeem mee gepromoot te worden.

236) Eveneens dienen die vrijwilligers die zich dagdagelijks inzetten voor het welzijn van

de dieren een aanmoediging of ondersteuning te bekomen vanuit het district Wilrijk.

237) Er zal eveneens onderzocht worden of er nog bijkomende nood is aan bv. meer kwalitatieve hondenloopzones. Zoals in de zone rond recreatiecluster Moerelei, aan de forten of aan het Neerlandpark. Daarnaast kan voorzien worden in een “natteneuzenroute” : een duidelijk gesignaleerde wandelroute voor de hond en zijn baasje.

35

238) Het district wil informeren opdat vermeden zou worden dat mensen overgaan tot impulsaankopen van een (huis)dier. Zo wil het district medewerking verlenen aan informatie- en sensibiliseringscampagnes rond dierenwelzijn, bv. door middel van verspreiding van folders, informatieavonden waar gastsprekers (deskundigen) op worden uitgenodigd, ...

239) Het district wil ook in samenwerking met de stadsdiensten bepaalde vormen van

overlast van grote duivenpopulaties, rattenplagen, … na melding door burgers effectiever en doelgerichter (laten) aanpakken.

240) Dierenwelzijn gaat ook verder dan het louter oog hebben voor onze huisdieren. Het district wil dan ook - desgevallend in samenwerking met natuurpunt - werk maken van een groen district, met voldoende oog voor de natuur. Zo wil het district laten onderzoeken of er bv. op het openbaar domein geen bijenhotels kunnen worden geplaatst om de soort mee in stand te helpen houden en het plaatsen van overnachtingskastjes voor vleermuizen en nesten voor zwaluwen, …

241) Het district zal ook het bestaande dierenparkje Wanninckhove verder ondersteunen.

242) Aan de Krijgslaan, waar de nieuwe Neerlandwijk zal komen, werd in 2009 een nieuw natuurgebied geopend. Voor het onderhoud ervan werd er een beheerovereenkomst afgesloten met Natuurpunt Zuidrand. Door dit natuurgebied blijft er een mooi deel groen in wilrijk bewaard. Zo’n 8,5 ha groene zone, met ondermeer de antitankgrachten uit de Tweede Wereldoorlog, biedt onderdak aan verschillende bedreigde diersoorten, zoals de “kamsalamander”. Het district zal er over waken dat dit gebied zijn groene functie kan blijven vervullen.

VEILIGHEID

243) Veiligheid is een fundamenteel recht voor éénieder. De veiligheid van een

samenleving / gemeenschap hangt ook samen met de sociale individuele verantwoordelijkheid van elke burger. Het district wil dus de eigen verantwoordelijkheid accentueren van de Wilrijkenaar als individu en als lid van en in zijn gemeenschap en hanteert hierbij een evenwichtig verhaal van rechten én plichten. Het district wil zodoende meer inspraak in het veiligheidsbeleid.

244) Een regelmatig overleg tussen district en politie, zeker m.b.t. de inzet van wijkagenten

laten het district toe korter op de bal te spelen m.b.t. veiligheid en dit dan vnl. op pro-actieve wijze en als vorm van preventie.

36

ALGEMEEN EN TOT SLOT Om tot een goed bestuurd district te komen ijveren we voor een sterk lokaal bestuur waarbij men tegelijk kiest voor efficiëntie, pragmatisme en daadkracht. Telkens komt het erop aan om maatwerk te verzoenen met schaalvoordelen. Zoals reeds eerder gesteld is het district ervan overtuigd dat goed beleid enkel tot stand kan komen door inspraak en participatie van individuele burgers en van verenigingen, waarna het district eveneens in nauw overleg en in samenspraak met de Stad Antwerpen het volgende wenst na te streven (op niet-limitatieve wijze) :

a. Komen tot een kwalitatieve verdieping van de huidige bevoegdheden bv. m.b.t. de persoonsgebonden materies (zoals lokaal cultuur-, sport-, jeugd- en seniorenbeleid) en dit met overheveling van de daarbij gepaard gaande budgetten.

b. Het district is er ook voorstander van om de bevoegdheid van straatnaamgeving te decentraliseren, echter wel met behoud van het uiteindelijke advies van de stedelijke straatnamencommissie welk dan aan de districtsraad (i.p.v. de gemeenteraad) wordt verstrekt. Dit heeft tevens als gevolg dat het district verantwoordelijk zou worden voor het plaatsen van de straatnaamborden. Het district wil ook mee nadenken - of het nu al dan niet aangewezen is - dat bv. het deeltijds kunstonderwijs en bibliotheekbeleid op termijn ook overgeheveld zou worden naar het district.

c. Dat het district meer zeggenschap bekomt in de exploitatie van alle jeugd-, sport- en cultuurinfrastructuur binnen het district. Zo wil het district er onder meer voor ijveren dat deze zelf kunnen instaan voor het beheer van bv. het zwembad en de sporthal.

d. Dat het district bij het inwinnen van de adviezen tijdens de behandeling van stedenbouwkundige en verkavelingsvergunningen officieel de mogelijkheid tot adviesverlening hieromtrent bekomt.

e. Er meer overleg tussen district en stad tot stand komt over veiligheid en inzet van politie en dat het districtscollege regelmatiger in overleg kan treden met de burgemeester en de lokale hoofdcommissaris zone zuid.

f. Het mogelijk wordt gemaakt dat de politie gehoord wordt over veiligheid op de districtsraad en dat de districtsraad adviezen zou kunnen mogen formuleren over veiligheid en politie aan de politieraad. Alsook dat rapportage aan districten tot op het niveau van wijken mogelijk wordt.

g. Dat de lokale Wilrijkse verenigingen aan aanvaardbare prijzen gemeentelijke

accommodatie zouden kunnen huren en dat het districtscollege meer reëel betrokken wordt in het grond- en pandenbeleid van de Stad.

h. Dat de titel van de ‘voorzitter van het districtscollege’ wordt aangepast naar

‘districtsburgemeester’ en indien dit noodzakelijk blijkt ook op wetgevend vlak (via het Gemeentedecreet).

37