Bestemmingsplan Bouwkavels Molenweg te Koningsbosch · Bestemmingsplan Molenweg te Koningsbosch...

Bestemmingsplan

Bouwkavels Molenweg te Koningsbosch

Gemeente Echt-Susteren

Postbus 435 – 5240 AK Rosmalen

T (073) 523 39 00 – F (073) 523 39 99

E [email protected] – I www.croonenadviseurs.nl

Bestemmingsplan

Bouwkavels Molenweg te Konings-bosch

Gemeente Echt-Susteren

Toelichting

Bijlagen

Regels

Verbeelding

Schaal 1:1.000

Datum:

maart 2012

Datum vaststelling:

01 maart 2012

Projectgegevens:

TOE02-PWPZ0001-01a

REG02-PWPZ0001-01a

TEK02-PWPZ0001-01a

Identificatienummer:

NL.IMRO.1711.BP201100353-VG01

Bestemmingsplan Molenweg te Koningsbosch Gemeente Echt-Susteren

Croonen Adviseurs

Inhoud

1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Ligging, begrenzing en juridische status van het plangebied 1 1.3 Bij het plan behorende stukken 2 1.4 Leeswijzer 2

2 Gebiedsbeschrijving 3 2.1 Ontstaansgeschiedenis en ruimtelijke structuur 3 2.2 Functionele structuur 3

3 Beleidskader 5 3.1 Rijksbeleid 5 3.2 Provinciaal en regionaal beleid 5 3.3 Regionaal beleid 9 3.4 Gemeentelijk beleid 10

4 Randvoorwaarden 11 4.1 Milieu 11 4.2 Externe veiligheid 12 4.3 Waterhuishouding 14 4.4 Archeologie en cultuurhistorie 15 4.5 Flora en fauna 16 4.6 Landschapswaarden 17 4.7 Verkeer en infrastructuur 20 4.8 Stedenbouw en duurzaam bouwen 20 4.9 Conclusie 20

5 Planbeschrijving 21 5.1 Uitgangspunten en doelstellingen van het plan 21 5.2 Ruimtelijke hoofdopzet 21 5.3 Planaspecten 22

6 Planopzet 23 6.1 Feitelijke planopzet 23 6.2 Juridische planopzet 23

7 Uitvoerbaarheid 25 7.1 Economische uitvoerbaarheid 25 7.2 Handhaving 25 7.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 25

8 Bronnen 28 8.1 Boeken en rapporten 28 8.2 Websites 28


Croonen Adviseurs

Bijlagen:

Bijlage 1: Quickscan flora en fauna Kerkstraat 29 te Koningsbosch (Ecoconsultancy bv)

Bijlage 2: Verkennend bodemonderzoek Kerkstraat 29 te Koningsbosch (Eco-

consultancy bv)

Bijlage 3: Rapport akoestisch onderzoek Bouwkavels Kerkstraat te Koningsbosch

(Croonen Adviseurs)

Bijlage 4: Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Kerkstraat

29 te Koningsbosch (Ecoconsultancy bv)

Bijlage 5: Zienswijzenrapport (gemeente Echt-Susteren)


Croonen Adviseurs

Figuur: Topografie omgeving en globale begrenzing plangebied (provincie Limburg, Geo Dataportaal 2010)

Figuur: luchtfoto plangebied en omgeving en begrenzing plangebied (Microsoft Corporation, 2010).


Croonen Adviseurs

1

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op de locatie hoek Molen-

weg/Kerkstraat te Koningsbosch, gemeente Echt-Susteren. Het is de bedoeling op de-

ze locatie twee kavels te realiseren bestemd voor woningbouw. Deze ontwikkeling is

niet mogelijk op basis van het vigerende bestemmingsplan.

Om het initiatief juridisch en planologisch mogelijk te maken wordt voor de locatie een

nieuw bestemmingsplan opgesteld.

Over het initiatief is diverse malen contact geweest met de gemeente Echt-Susteren,

welke positief staat tegenover het initiatief.

1.2 Ligging, begrenzing en juridische status van het plangebied

Het plangebied ligt in de bebouwde kom van Koningsbosch, op de hoek van de Molen-

weg en Kerkstraat. Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 8.000 m2 en is ka-

dastraal bekend als sectie T, nummer 764. Het perceel wordt aan de westzijde ontslo-

ten via de Kerkstraat. Het omliggende gebied is te kenmerken als een gevarieerd agra-

risch gebied, met verschillende bedrijfsvormen in verschillende soorten en maten. Te-

vens zijn burgerwoningen aanwezig. De locatie is gelegen aan een uitloper van Ko-

ningsbosch.

Geldend bestemmingsplan

Het plangebied ligt in het gebied waarvoor het bestemmingsplan ‘Koningsbosch’ van

de (voormalige) gemeente Echt vigerend is. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door

de gemeenteraad van Echt op 29 augustus 1991. In het vigerend bestemmingsplan is

het plangebied bestemd als ‘ambachtelijk en verzorgend bedrijf B(a)’. De gronden die

voor deze bestemming zijn aangewezen zijn bestemd voor de uitoefening van bedrij-

ven, welke voorkomen in de categorieën 1 en 2, met uitzondering van detailhandel en

bedrijven genoemd in het Besluit categorie A-inrichtingen Wet Geluidhinder.

Er zijn vrijstellingen opgenomen voor het, onder voorwaarden, uitoefenen van een be-

drijf uit categorie 3 of een bedrijf dat hier naar aard gelijk aan is, het uitoefenen van

detailhandel en het verhogen van de maximale goothoogte.

Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het, onder voorwaarden, wijzigen van

de bestemming in de bestemming ‘Woondoeleinden W’, ‘Erf E’ en ‘Tuin T’. Deze voor-

waarden zijn:

———— Het gebruik als woondoeleinden brengt geen onevenredige schade toe aan de na-bijgelegen bestemmingen.

———— De bedrijfsgebouwen komen wegens beëindiging van het bedrijf vrij. ———— De woningen worden opgericht tussen de naar de weg gekeerde bouwgrens en de

‘scheidingslijn goothoogten’.


Croonen Adviseurs

2

1.3 Bij het plan behorende stukken

Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en toelichting.

Als separate bijlagen zijn bijgevoegd een bodemonderzoek, een flora en fauna onder-

zoek, een akoestisch onderzoek en een archeologisch onderzoek.

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt de locatie op de hoek Molenweg/Kerkstraat beschreven. Het be-

leidskader dat van toepassing is op de locatie en het initiatief is opgenomen in hoofd-

stuk 3. Aan de hand van de omschrijving van de planologische aspecten ter plaatse en

in de directe omgeving van het plangebied wordt in hoofdstuk 4 de randvoorwaarden

voor het initiatief geschetst. De planbeschrijving en de planopzet komen respectievelijk

in de hoofdstukken 5 en 6 aan de orde. In hoofdstuk 7 wordt de uitvoerbaarheid be-

schreven en wordt inzicht geboden in de (te) doorlopen procedure. In het achtste en

laatste hoofdstuk is een overzicht opgenomen van de bronnen die gebruikt zijn bij de

totstandkoming van dit plan.


Croonen Adviseurs

3

2 Gebiedsbeschrijving

2.1 Ontstaansgeschiedenis en ruimtelijke structuur

Koningsbosch is een middelgroot kerkdorp in de Nederlands-Limburgse gemeente

Echt-Susteren, vlak aan de Duitse grens, met ongeveer 1.700 inwoners. Het ligt in de

uiterste zuidoostelijke hoek van Midden-Limburg in een inham omringd door Duitsland.

Het gebied rondom de plaats is gemengd landelijk en bosrijk. Koningsbosch is een lint-

vormig dorp naast de voormalige Romeinse heirbaan en huidige provinciale wegen

N274 (Brunssum – Posterholt) en N572 (richting Echt). De plaatsnaam herinnert aan

het feit dat vanaf de vroege middeleeuwen tot aan 1794 koningen rechten hadden in

dit deel van de gemeente.

In het plangebied bevindt zich op dit moment een tweetal loodsen (voormalige kippen-

stallen) daterend uit de jaren zeventig. Rondom de loodsen zijn weides aanwezig en

een klein deel van de locatie is verhard met split. De afscheiding wordt in het zuiden

gevormd door een coniferenhaag, in het oosten door een dennenbos en in het noorden

door schuttingen van het naastgelegen perceel. Het plangebied wordt ontsloten via de

oprit van de woning aan de Kerkstraat 29.

2.2 Functionele structuur

Het plangebied ligt in de bebouwde kom van Koningsbosch, op de hoek van de Molen-

weg en Kerkstraat. Het perceel wordt aan de westzijde ontsloten via de Kerkstraat. Het

omliggende gebied is te kenmerken als een gevarieerd agrarisch gebied, met verschil-

lende bedrijfsvormen in verschillende soorten en maten. Tevens zijn burgerwoningen

aanwezig.

De loodsen waren in gebruik als caravanstalling. Dit gebruik is enige tijd geleden ge-

staakt. Het voorterrein wordt niet gebruikt om te parkeren. Er vindt geen opslag van

(bouw)materialen plaats.


Croonen Adviseurs

4

Figuur: situatie plangebied juni 2010. Aanzicht vanuit de zuidoosthoek van het plangebied in westelijke

richting (Ecoconsultancy, 2010c).


Croonen Adviseurs

5

3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte

Het voorliggende initiatief is getoetst aan de beleidslijnen zoals deze verwoord staan in

de Nota Ruimte. De Nota Ruimte is een nota van het Rijk, waarin de principes voor de

ruimtelijke inrichting van Nederland vastgelegd worden. In de Nota Ruimte gaat het

daarbij om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk

naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van het beleid aangegeven, waarbij de

ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol zal spelen. De Nota

Ruimte is op 17 mei 2005 door de Tweede Kamer aangenomen. Een meerderheid van

de Eerste Kamer heeft op 17 januari 2006 ingestemd met de nota.

Wat betreft de leefbaarheid van dorpen en steden wordt in de Nota Ruimte opgemerkt

dat bundeling van verstedelijking en economische activiteiten gewenst is. Dat betekent

dat nieuwe functies of bebouwing grotendeels geconcentreerd tot stand moeten ko-

men: in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of

in nieuwe clusters daarbuiten.

Ten aanzien van bebouwing in het buitengebied is in de Nota Ruimte aangegeven dat

de mogelijkheden voor hergebruik en nieuwbouw in het buitengebied verruimd worden.

Doel hiermee is het economisch draagvlak en de vitaliteit van de meer landelijke ge-

bieden te vergroten. Bovendien draagt het bovenstaande bij aan de landschappelijke

kwaliteit van het buitengebied, die verder ontwikkeld dient te worden. De kwaliteit van

het landschap dient namelijk een volwaardige plaats bij ruimtelijke afwegingen te krij-

gen. Het gaat daarbij om algemene landschappelijke, natuurlijke, culturele en cultuur-

historische waarden.

Voorliggend initiatief voldoet aan de beleidslijnen die gesteld worden in de Nota Ruim-

te. De nieuwe woningbouw wordt gecreëerd op gronden die eerder bebouwd waren.

Hierbij worden twee voormalige stallen vervangen door twee vrijstaande burgerwonin-

gen. Door de realisatie van de nieuwe woningen wordt een bijdrage geleverd aan de vi-

taliteit van Koningbosch en omliggend gebied. Daarnaast wordt met de ontwikkeling

een grote landschappelijke kwaliteitswinst gerealiseerd, door de afbraak van de lood-

sen. Ook het leefmilieu in de omgeving verbetert door de gewenste ontwikkeling.

3.2 Provinciaal en regionaal beleid

3.2.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006

De voorgenomen ontwikkeling is getoetst aan het provinciaal beleid zoals verwoord in

het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006 (POL2006).

Op 22 september 2006 is door Provinciale Staten van Limburg het Provinciaal Omge-

vingsplan Limburg vastgesteld. In de tussenliggende jaren zijn de nodige aanpassingen


Croonen Adviseurs

6

en aanvullingen uitgekomen en vastgesteld. Het POL2006 is een streekplan, het pro-

vinciaal waterhuishoudingplan, het provinciaal milieubeleidsplan en bevat de hoofdlij-

nen van het provinciaal verkeer- en vervoersplan. Tevens vormt het POL2006 een eco-

nomisch beleidskader op hoofdlijnen, voor zover het de fysieke elementen daarvoor

betreft, en een welzijnsplan op hoofdlijnen, voor zover het de fysieke aspecten van

zorg, cultuur en sociale ontwikkeling betreft.

Met betrekking tot verstedelijking van de landelijke gebieden wordt aangegeven in het

POL2006 dat woningbouw en bedrijvigheid kan plaatsvinden binnen de contouren

rondom de plattelandskernen. Initiatieven buiten de contouren zijn mogelijk indien ze

inpasbaar zijn in het landschap en de landbouwstructuur en gepaard gaan met de rea-

lisatie van extra natuur, landschap of milieukwaliteit (verhandelbare ontwikkelingsrech-

ten methode, VORm). Voor landbouw (en toerisme) wordt zoveel mogelijk ontwikke-

lingsruimte geboden, mits de gebiedskwaliteit als geheel er op vooruit gaat (systema-

tiek van Bouwkavel op maat plus, BOM+).

Figuur Uitsnede plangebied Kaart Perspectieven POL2006 (Provincie Limburg, 2009b).

In het POL 2006 is de locatie ingedeeld in een zogenaamd perspectief 6a-gebied (P6a).

Een P6a-gebied is omschreven als Plattelandskern Noord- en Midden-Limburg. Aan de

noordzijde van het terrein ligt gebied dat is aangeduid als ‘vitaal landelijk gebied’. Aan

de oostzijde ligt gebied dat is aangeduid als ‘ontwikkelingsruimte voor landbouw en

toerisme’.

Het perspectief ‘vitaal landelijk gebied’ omvat overwegend landbouwgebieden met een

van gebied tot gebied verschillende aard en dichtheid aan landschappelijke en cul-

tuurhistorische kwaliteiten. Het gaat om gebieden buiten de beekdalen, steile hellingen

en de ecologische structuur van Limburg.


Croonen Adviseurs

7

Het perspectief ‘ontwikkelingsruimte voor landschap en toerisme’ heeft een overwe-

gend landbouwkundig karakter waarbij op kleinere schaal woonbebouwing voorkomt.

Op lokale schaal zijn natuur- en landschapswaarden aanwezig.

Het initiatief betreft de realisatie van twee kavels bestemd voor woningbouw, die bin-

nen de contour vallen, en derhalve uitstekend binnen het beleid passen.

3.2.2 POL-herziening op onderdelen: contourenbeleid Limburg

Op 24 juni 2005 is door provinciale staten van Limburg, door middel van het vaststel-

len van de POL-herziening op onderdelen Contourenbeleid Limburg, het contourenbe-

leid ingevoerd voor Zuid-Limburg. In mei 2010 zijn ook voor de kernen in Noord- en

Midden-Limburg contouren opgesteld.

Het contourenbeleid beoogt enerzijds het behoud en de realisering van landschappe-

lijk, natuurlijk en cultuurhistorisch waardevolle gebieden en anderzijds het mogelijk

maken van noodzakelijk geachte ontwikkelingen van platteland en stedelijke gebieden.

Om dit te realiseren worden in geheel Limburg, met uitzondering van de op de POL-

kaart binnen de grens stedelijke dynamiek gelegen gebieden, contouren ronden de

kernen geïntroduceerd. In Noord- en Midden-Limburg zijn de contouren verbaal aange-

geven. Binnen de contouren moeten in principe alle ‘stedelijke functies’ een plaats

vinden. Voor Koningsbosch is de navolgende contour aangegeven. De locatie hoek Mo-

lenweg/Kerkstraat bevindt zich, voor wat betreft de woonkavels, binnen deze contour.

3.2.3 POL-aanvulling

‘Verstedelijking,

Figuur: uitsnede contourenatlas Noord- en Midden-Limburg (Provincie Limburg, 2010).


Croonen Adviseurs

8

gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering’

Op 9 juni 2009 hebben GS de POL-aanvulling ‘Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en

kwaliteitsverbetering’ vastgesteld, teneinde onder meer de realisatie van het project

planologisch mogelijk te kunnen maken. Hier valt ook de POL-aanvulling ‘Kwaliteitsme-

nu’ onder. Deze twee aanvullingen hebben betrekking op het plangebied. De POL-

aanvullingen richten zich op een partiële herziening van het POL2006 op de volgende

punten:

———— Provinciale belangen en rol met betrekking tot verstedelijking (wonen, werken, in-frastructuur, voorzieningen, landbouw, toerisme).

———— Actualisatie van teksten (op provinciale belangen) per POL-perspectief en POL-beleidsregio (Parkstad, Maasdal, Nationaal Landschap e.d.).

———— Nieuwbouwprojecten (wonen en werken) in en bij steden/stadsregio’s alleen in sa-menhang met herstructurering van het bestaand stedelijke gebied.

———— Afgebakende speelruimte voor woningbouw als onderdeel van integrale gebieds-ontwikkelingen in Noord en Midden-Limburg, binnen randvoorwaarden van onder-

meer de regionale woningbouwprogramma’s.

———— Apart kwaliteitsmenu voor uitleggebieden bij plattelandskernen in Noord en Mid-den-Limburg.

Aangezien de twee woonkavels binnen de contouren van de kern Koningsbosch plaats-

vinden, is het kwaliteitsmenu niet van toepassing en sluit de voorgestane ontwikkeling

van het plangebied aan op het provinciale beleid, zoals dat in de POL-aanvulling ‘Ver-

stedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering’ geformuleerd is.


Croonen Adviseurs

9

3.3 Regionaal beleid

3.3.1 Regionale Woonvisie Midden-Limburg Oost 2010-2014

Op 24 februari 2011 is de Regionale Woonvisie Midden-Limburg Oost 2010-2014

vastgesteld door de gemeenteraad van Echt-Susteren. In deze regionale woonvisie

wordt inzicht verschaft in de kwalitatieve en kwantitatieve woningbehoefte voor de ko-

mende jaren, uitgaande van bestaand materiaal. Ook wordt de match tussen vraag-

ontwikkeling en aanbodontwikkeling nader uitgewerkt in scenario’s, zoals onder ande-

re een ‘realistisch’ en ‘idealistisch’ scenario.

Voor de regio betekent dit dat ingezet wordt op de versterking van de binnenstad van

centrumgemeente Roermond en de leefbaarheid van de kernen op het platteland,

waarbij het streven is om tenminste een migratiesaldo van nul te realiseren.

Naast het op een adequate manier invullen van de woningbehoefte van de eigen be-

volking (de autonome groei), heeft de gemeente Echt-Susteren de ambitie mensen van

elders te huisvesten binnen haar grondgebied.

Voor starters op de woningmarkt ontstaan mogelijkheden door het bevorderen van

doorstroming op de woningmarkt: het realiseren van seniorenwoningen en woningen in

het duurdere segment.

Met betrekking tot de gewenste ontwikkelingen op de hoek Molenweg/Kerkstraat te

Koningsbosch kan worden gesteld dat deze aansluit op de woningbehoefte binnen de

regio.

3.3.2 Welstandsvisie Maas en Roer (2004)

Met het van kracht worden van de herziene Woningwet per 1 januari 2003 (de Wo-

ningwet 2003) is elke gemeente verplicht welstandsbeleid vast te stellen. Dit beleid

wordt vastgelegd in een welstandsnota. De gemeenten van het gebied Maas&Roer, te

weten Ambt Montfort, Beesel, Echt-Susteren, Maasbracht, Roerdalen en Swalmen, heb-

ben ervoor gekozen zowel de gezamenlijke afspraken van de zes gemeenten als de

uitwerking en specifieke keuzes per gemeente in één nota samen te brengen.

De gewenste ontwikkelingen op de Molenweg/Kerkstraat te Koningsbosch zullen bij de

aanvraag van de omgevingsvergunningen voor het bouwen door de welstandscommis-

sie worden getoetst aan de Visie Welstandsbeleid Maas en Roer (2004). Deze nota

geeft criteria die worden gehanteerd om te beoordelen of gebouwen voldoen aan de

redelijke eisen van welstand.


Croonen Adviseurs

10

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Ontwerp Strategische visie 2020

De Strategische visie 2020, waarvan het ontwerp op 12 februari 2009 is vastgesteld,

geeft in kernpunten aan waar de gemeente Echt-Susteren naartoe wil werken. De hori-

zon is hierbij gezet op 2020. Binnen de gemeente worden verschillende karakteristieke

zones onderscheiden. In geen van de zones is voor het plangebied of de omgeving er-

van een specifieke aanduiding opgenomen. Op het gebied van wonen wil de gemeente

meer nadruk leggen op het segment van de duurdere koopwoningen. Hierbij speelt de

wens om de leefbaarheid in alle kernen te behouden of te versterken. De voorgestane

ontwikkeling van het plangebied sluit hierop aan en past derhalve binnen het gemeen-

telijk beleid, zoals dat in (de ontwerpversie van) de Strategische visie 2020 geformu-

leerd is.

3.4.2 Bestemmingsplan ‘Koningsbosch’

Het plangebied ligt in het gebied waarvoor het bestemmingsplan ‘Koningsbosch’ van

de (voormalige) gemeente Echt vigerend is. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door

de gemeenteraad van Echt op 29 augustus 1991. In het vigerend bestemmingsplan is

het plangebied bestemd als ‘ambachtelijk en verzorgend bedrijf B(a)’. De voorgestane

ontwikkeling van het plangebied past niet binnen de huidige bestemming en/of de wij-

zigingsbevoegdheid die opgenomen is.


Croonen Adviseurs

11

4 Randvoorwaarden

4.1 Milieu

4.1.1 Bodem

Er is door Econsultancy BV een verkennend vooronderzoek conform NEN5725: 2009 “

Bodem – Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend

en nader onderzoek” uitgevoerd. Het rapport (rapportnummer 10021078) is bijge-

voegd als separate bijlage.

Er zijn op basis van het vooronderzoek, tijdens de terreininspectie en bij de uitvoering

van de veldwerkzaamheden geen aanwijzingen gevonden, die aanleiding geven een

asbestverontreiniging op de locatie te verwachten. In de zintuiglijke verontreinigde bo-

vengrond zijn geen verontreinigingen aangetroffen. De zintuiglijke schone bovengrond

is plaatselijk licht verontreinigd met PAK. In de ondergrond zijn geen verontreinigingen

aangetroffen.

Daar het grondwater zich dieper dan 5,0 m –mv bevindt, heeft er conform de NEN

5740 geen grondwateronderzoek plaatsgevonden.

Alhoewel er een lichte PAK-verontreiniging in de bovengrond is aangetroffen, bestaat

er, gelet op de aard en mate van verontreiniging, geen reden voor een nader onderzoek

en bestaan er met betrekking tot de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen be-

lemmeringen voor de nieuwbouw op de onderzochte locatie.

Indien er werkzaamheden plaatsvinden waarbij grond vrijkomt, kan de grond niet zon-

der meer worden afgevoerd of elders worden toegepast. De regels van het Besluit bo-

demkwaliteit zijn hierop mogelijk van toepassing.

4.1.2 Geluid

Er is door Croonen Adviseurs een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Het rapport

(RAO01-PWPZ0001-01b) is bijgevoegd als separate bijlage.

Uit de resultaten van de berekeningen blijkt dat, vanwege de Kerkstraat, de geluidge-

voelige bebouwing voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De maximale ge-

luidbelasting bedraagt 46 dB ter plaatse van waarneempunt 01. Ook vanwege de Mo-

lenweg voldoet de geluidgevoelige bebouwing aan de voorkeursgrenswaarde van 48

dB. De maximale geluidbelasting bedraagt 47 dB ter plaatse van de waarneempunten

09 en 10.

Omdat de geluidgevoelige bebouwing vanwege de Kerkstraat en de Molenweg voldoet

aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB zijn er geen akoestische belemmeringen voor

de realisatie van de woningen.


Croonen Adviseurs

12

4.1.3 Luchtkwaliteit

In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer is de regelgeving met betrekking tot luchtkwa-

liteit vastgelegd. In artikel 5.16 is vastgelegd dat bestuursorganen bevoegdheden, zo-

als het vaststellen van een bestemmingsplan of het nemen van een projectbesluit, mo-

gen uitoefenen wanneer sprake is van één van de volgende gevallen:

A er is geen sprake van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden;

B de concentratie van de desbetreffende stoffen in de buitenlucht verbetert of blijft

ten minste gelijk;

C het plan draagt ‘niet in betekenende mate’ bij aan de concentratie van de desbe-

treffende stoffen in de buitenlucht;

D de ontwikkeling is opgenomen in een vastgesteld programma, zoals het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Een nadere uitwerking van de regelgeving met betrekking tot het begrip ‘niet in bete-

kenende mate’ is vastgelegd in het ‘Besluit niet in betekende mate bijdragen (lucht-

kwaliteitseisen)’ en de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitsei-

sen)’. Voor ontwikkelingen die ‘niet in betekenende mate’ bijdragen aan de luchtver-

ontreiniging hoeft niet te worden getoetst aan de grenswaarden. In de Regeling zijn ca-

tegorieën van gevallen benoemd die in ieder geval als ‘niet in betekenende mate’ wor-

den aangemerkt en waarvoor toetsing aan de grenswaarden dus zonder meer achter-

wege kan blijven. Tot deze categorieën behoren ook projecten waarbij maximaal 1.500

woningen gerealiseerd worden. In onderliggend geval gaat het om de realisatie van

twee woningen, waardoor een luchtkwaliteitonderzoek niet nodig is.

Het plan hoeft niet getoetst te worden aan de grenswaarden voor de luchtkwaliteit om-

dat het project conform de Wet luchtkwaliteit (hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieu-

beheer) en de daarbij behorende besluiten en ministeriële regelingen ‘niet in beteke-

nende mate’ bijdraagt aan de luchtverontreiniging.

4.1.4 Bedrijvigheid

De huidige bedrijfsbestemming aan de Kerkstraat 29 komt te vervallen. Voor het as-

pect hinderlijke (agrarische) bedrijvigheid is op basis van gegevens van de gemeente

geconcludeerd dat er in de omgeving van het plangebied geen (agrarische) bedrijven

gevestigd zijn die een belemmering op zouden kunnen leveren voor de ontwikkeling

van het plangebied, dan wel belemmerd zouden kunnen worden door deze ontwikke-

ling. Ook de afstand tot een materieel-verhuurbedrijf en een transportbedrijf, beiden

vallende onder het Besluit opslag en transport, is voldoende groot. Voor alle bedrijven

kan een minimale afstand van 50 meter worden aangehouden.

4.2 Externe veiligheid

Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet

bij de activiteit betrokken personen. Daartoe zijn ‘kwetsbare objecten’ en ‘beperkt

kwetsbare objecten’ omschreven. Het gaat enerzijds om de risico’s verbonden aan ‘ri-

sicovolle inrichtingen’, waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, opgeslagen of

gebruikt en anderzijds om het ‘vervoer van gevaarlijke stoffen’ via wegen, spoorwegen,


Croonen Adviseurs

13

waterwegen en buisleidingen. Ter bescherming van kwetsbare en beperkt kwetsbare

objecten (tot de in de wetgeving aangegeven risiconiveaus) moet er een bepaalde af-

stand aanwezig zijn ten opzichte van risicobronnen.

Voor het aspect externe veiligheid is gebruik gemaakt van de risicokaart op de website

van de provincie Limburg. Op basis hiervan is geconcludeerd dat de Kerkstraat aange-

merkt wordt als een transportroute voor gevaarlijke stoffen. Het plan is zodoende gele-

gen binnen het invloedsgebied van de Kerkstraat, maar buiten de plaatsgebonden risi-

cocontour van deze weg. Door de realisatie van 2 woningen zal het groepsrisico echter

niet significant toenemen, zodat geen verantwoording van het groepsrisico noodzake-

lijk is. Op een afstand van ongeveer 800 m ten westen van de planlocatie is Maatschap

Lichtenberg gevestigd, die is aangemerkt als een risicovolle inrichting met een risico-

contour van 10-6 op een afstand van 55 m. Vanuit het oogpunt van externe veiligheid

bestaat er derhalve geen belemmering voor de ruimtelijke ontwikkeling.

Een risicocontour (ofwel plaatsgebonden risico) geeft aan hoe groot in de omgeving de

overlijdenskans is door een ongeval met een risicobron: binnen de contour is het risico

groter, buiten de contour is het risico kleiner.

Het plaatsgebonden risico is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als

rechtsreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die

plaats permanent en onbeschermd verblijft. Het plaatsgebonden risico wordt gebruikt

bij de toetsing of een risicovolle activiteit op een bepaalde plek mag plaatsvinden en

wat in de directe omgeving ervan gebouwd mag worden. De geldende regels zijn vast-

gelegd in het Besluit milieukwaliteitseisen Externe veiligheid inrichtingen en in de nota

Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. In het plaatsgebonden risico zijn in het

kort twee verschillende kansen verwerkt:

———— De kans dat er daadwerkelijk een zwaar ongeval of ramp, zoals het ontsnappen van een gevaarlijke stof, plaatsvindt.

———— De kans dat een persoon daadwerkelijk overlijdt als gevolg van dit zwaar ongeval of ramp.

Bij een plaatsgebonden risico van 10-6 is de kans dat er daadwerkelijk een zwaar on-

geval plaatsvindt 1 op de miljoen. Een PR van 10-6 wordt in de regels voor ruimtelijke

ordening en externe veiligheid echter als een relatief hoog risico beschouwd. Bij een PR

van 10-6 is de kans dat een persoon op die afstand van het ongeval daadwerkelijk over-

lijdt nog redelijk groot. Wegens dit soort relatief grote overlijdenskansen mogen er bin-

nen de contour van 10-6 in principe geen kwetsbare objecten staan. Dit geldt voor situ-

aties die (zijn) ontstaan na het moment waarop de betreffende norm is uitgebracht, te

weten 1989 voor inrichtingen en 1996 voor transport. Het initiatief vindt plaats ver bui-

ten de risicocontour en er zullen dan ook geen belemmeringen zijn.


Croonen Adviseurs

14

4.3 Waterhuishouding

Voor elke ruimtelijke ontwikkeling is de opstelling van een waterparagraaf verplicht ge-

steld, mede in relatie tot de watertoets. In deze paragraaf is verwoord hoe er in het

plan met de aspecten water en ruimte rekening wordt gehouden in relatie tot enerzijds

het waterbeleid en anderzijds de waterhuishouding.

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Roer en Overmaas.

Het waterschap draagt zorg voor de waterkwaliteit en waterkwantiteit. Om te komen tot

een duurzaam watersysteem hanteert waterschap Roer en Overmaas bij ruimtelijke

ontwikkelingen voor het afvoeren van hemelwater de afwegingsstappen ‘vasthouden,

bergen, afvoeren’. Binnen het bestemmingsplan worden geen grootschalige ontwikke-

lingen mogelijk gemaakt. Het hemelwater wordt op eigen terrein geïnfiltreerd. In verge-

lijking met de originele (bebouwde) situatie is het verharde oppervlak (daken en ter-

reinverharding) afgenomen, waardoor geen problemen op het gebied van wateroverlast

te verwachten zijn.

De bodem bestaat voornamelijk uit zwak siltig, zeer fijn tot zeer grof zand. De bodem is

bovendien plaatselijk zwak tot matig grindig. De bovengrond is plaatselijk zwak hu-

meus. Het grondwater bevindt zich dieper dan 5 m beneden maaiveld. Het vuilwater

wordt gescheiden van het hemelwater afgevoerd via en aangekoppeld op het ter plaat-

se van het plangebied aanwezige rioleringsstelsel.

Bij de bouw en aanleg van de bebouwing en de verharding zal gebruik gemaakt worden

van niet-uitloogbare materialen, waardoor de kwaliteit van de bodem en het grondwa-

ter niet aangetast worden.

De bestaande regelgeving van provincie en waterschap, zoals vigerende water- en mili-

euverordeningen, de keur(en), de legger en eventueel peilbesluit(en) vormen een sepa-

raat toetsingskader. De keur van het waterschap bevat onder andere bepalingen ten

behoeve van de bescherming en het beheer en onderhoud van watergangen en opper-

vlaktewater. In het plan zijn geen bepalingen opgenomen die dubbelop zijn, dan wel in-

druisen tegen deze regelgeving.


Croonen Adviseurs

15

4.4 Archeologie en cultuurhistorie

Met betrekking tot archeologie is in het POL als uitgangspunt opgenomen dat het ar-

cheologische erfgoed in de oorspronkelijke vindplaats moet worden beschermd. In de

Handreiking Ruimtelijke Ontwikkeling van de provincie Limburg staat beschreven wan-

neer een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk is: voor plangebieden groter dan

2.500 m2; voor archeologisch waardevolle terreinen (of op minder dan 50 m afstand)

aangegeven op de Archeologische Monumentenkaart Limburg; en voor gebieden met

een middelhoge of hoge verwachtingswaarde, aangegeven op de Indicatieve Kaart Ar-

cheologische Waarden, moet bij voorgenomen activiteiten vooronderzoek naar archeo-

logische waarden plaatsvinden.

Op basis van de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Limburg is de plan-

locatie gelegen in een gebied met middelhoge archeologische verwachtingswaarden. Er

liggen geen archeologische monumenten of vondsten binnen 50 m van het plangebied,

maar het plangebied is wel groter dan de omvang van het plangebied waarvoor geen

archeologisch onderzoek nodig is (2.500 m2).

Om deze reden is in juni en juli 2010 respectievelijk een verkennend bureauonderzoek

(door Ecoconsultancy bv) en een inventariserend veldonderzoek (door ARC bv) uitge-

voerd voor het plangebied. Beide onderzoeken zijn gebundeld in een rapportage, die

als separate bijlage aan voorliggend plan is toegevoegd. Hierna zijn de conclusies

weergegeven.

Op basis van het bureauonderzoek is geconcludeerd dat:

———— Er geen gegevens bekend zijn over bodemverstorende ingrepen binnen het plange-bied uit het verleden, anders dan de huidige bebouwing binnen het plangebied en

de mondelinge mededeling van de huidige eigenaar over de kippenhokken die er

gestaan hebben.

———— De geomorfologie en bodem van het plangebied in het gehele onderzoeksgebied voorkomen. Hierdoor is het niet uit te sluiten dat de archeologische waarden die in

het onderzoeksgebied voorkomen ook in het plangebied voorkomen.

———— In het hele plangebied archeologische resten kunnen voorkomen uit alle archeolo-gische perioden. De kans op het voorkomen van de resten uit de periode Vroege

Prehistorie tot en met Romeinse tijd is hoog, voor de periode Middeleeuwen –

Nieuwe tijd geldt een lage verwachting.

———— Geadviseerd wordt een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een verkennend booronderzoek, teneinde de op basis van het bureauonder-

zoek opgestelde gespecificeerde verwachting aan te vullen en te toetsen. Tevens

dient het verkennend booronderzoek om een betrouwbaar beeld te krijgen van de

gaafheid van de bodem.

Uit het verkennend inventariserend booronderzoek is gebleken dat de bodem, afgezien

van de delen onder de bestaande schuren, vrijwel geheel intact is. De bodem binnen

het gehele plangebied wordt geclassificeerd als vorstvaaggrond. Deze bodem is ont-

staan in rivierzanden van de Formatie van Sterksel met een lössdek van de Formatie


Croonen Adviseurs

16

van Boxtel. Door de grotendeels intacte bodemopbouw valt niet uit te sluiten dat er ar-

cheologische waarden aanwezig zijn. Op basis van de hoge verwachting voor de perio-

de Vroege Prehistorie tot en met Romeinse tijd en de waargenomen bodemopbouw,

kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen nieuwbouw een bedreiging vormt voor

mogelijk aanwezige archeologische waarden.

Gezien de kans op archeologische resten binnen de onderzoekslocatie zal vervolgon-

derzoek noodzakelijk zijn om te bepalen of er daadwerkelijk archeologische resten bin-

nen het plangebied aanwezig zijn. Dit onderzoek kan het best door middel van proef-

sleuven worden uitgevoerd. In eerste instantie kan dit onderzoek zich beperken tot de

onbebouwde en onverharde delen van de onderzoekslocatie. Indien er archeologische

resten worden aangetroffen, dienen ook de bebouwde en verharde delen van het ter-

rein te worden onderzocht, bijvoorbeeld door een sloopbegeleiding uit te voeren. Voor

zowel het proefsleuvenonderzoek als de sloopbegeleiding is een door het bevoegd ge-

zag, de gemeente Echt-Susteren, goedgekeurd Programma van Eisen (PvE) noodzake-

lijk. Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen of en in welke vorm vervolgonderzoek

dient te worden uitgevoerd.

Vooralsnog is door de gemeente Echt-Susteren aangegeven dat geen archeologisch

onderzoek noodzakelijk is, omdat de grond van het perceelsgedeelte waarop de lood-

sen hebben gestaan reeds verstoord is.

4.5 Flora en fauna

Algemeen

Ruimtelijke plannen dienen te worden beoordeeld op de uitvoerbaarheid in relatie tot

actuele natuurwetgeving, met name de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en

faunawet. Er mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden die op onoverkomelijke bezwa-

ren stuiten door effecten op beschermde natuurgebieden en/of flora en fauna. In dit

kader is inzicht gewenst in de aanwezige natuurwaarden en de mogelijk daarmee sa-

menhangende consequenties vanuit de actuele natuurwetgeving. In juni 2010 is door

Ecoconsultancy bv een quickscan flora en fauna uitgevoerd. De rapportage die op ba-

sis van dit onderzoek is opgesteld is als separate bijlage aan voorliggend plan toege-

voegd. Hierna zijn de conclusies uit de rapportage weergegeven.

Beschermde gebieden

De onderzoekslocatie is niet gelegen binnen de grenzen of in de directe nabijheid van

een gebied dat aangewezen is als Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde Natura

2000-gebied “Abdij Lilbosch & voormalig Klooster Mariahoop” is gelegen op ca. 4,5 km

ten noorden van de planlocatie. Door deze afstand kunnen en hoeven er geen effecten

meer bepaald worden van het initiatief op een dergelijk gebied.

De onderzoekslocatie ligt niet in de nabijheid van een kerngebied, verbindingsgebied of

verwervingsgebied, behorende tot de Ecologische Hoofdstructuur of Provinciale Ont-

wikkelingszone Groen (POG). Het dichtstbijzijnde EHS-onderdeel ligt op 1,2 km ten

zuidoosten van de planlocatie. Aangezien de werkzaamheden binnen de contouren van


Croonen Adviseurs

17

de perceelsgrenzen plaatsvinden en gezien de aard van de werkzaamheden, is de ver-

wachting dat er geen effect op het nabijgelegen EHS-gebied zal zijn.

Beschermde soorten

Op basis van de beschikbare literatuurgegevens en het veldbezoek uitgevoerd door

Econsultancy bv op 18 juni 2010 kan worden vastgesteld dat het terrein een potentiële

habitat biedt voor enkele licht beschermde soorten (tabel 1-soorten). De ingreep zal

naar verwachting leiden tot een beperkt verlies van leefgebied van enkele soorten van

tabel 1 van de Flora- en faunawet. Dit heeft geen invloed op de gunstige staat van in-

standhouding van deze soorten, omdat er voldoende leefgebied aanwezig blijft en het

relatief algemene soorten betreft. Voor deze soorten geldt dan ook een vrijstelling. Een

ontheffing Flora- en faunawet is derhalve niet noodzakelijk.

Strikt beschermde soorten zijn niet aangetroffen en nader onderzoek naar het voorko-

men van verschillende beschermde soortgroepen wordt vooralsnog niet noodzakelijk

geacht. Mocht het dennenbos ten oosten van het plangebied alsnog worden gekapt,

dan dient er op voorhand een gedegen inspectie naar nesten van sperwer en ransuil

plaats te vinden.

Er zijn geen belemmeringen te verwachten ten aanzien van de Flora- en faunawet.

Aanbevelingen

Vogels

Door het laten uitvoeren van een controle op de aanwezigheid van een broedgeval voor

aanvang van de werkzaamheden kan over het algemeen schade aan eventueel aan-

wezige broedvogels worden voorkomen. Met broedvogels kan in het algemeen relatief

eenvoudig rekening worden gehouden door eventuele kap- en sloopwerkzaamheden

niet uit te voeren in de broedtijd (halverwege maart tot en met halverwege augustus)

indien concreet broedgevallen aanwezig zijn. Op deze wijze zijn geen belemmeringen

vanuit de Flora- en faunawet aan de orde.

Wanneer de werkzaamheden voor het broedseizoen ingezet worden dan wordt aange-

raden continu door te werken en de werkzaamheden niet langer dan enkele dagen stil

leggen. Dit om te voorkomen dat vogels tot broeden komen in het gebied waar gewerkt

wordt.

4.6 Landschapswaarden

Wat betreft de landschapswaarden wordt vanuit de provincie Limburg gestreefd naar

behoud, ontwikkeling en beheer van de kernkwaliteiten van het landschap. In het Pro-

vinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) worden deze kernkwaliteiten benoemd:

———— natuurlijke kwaliteit: bodem, water, reliëf, aardkunde, flora en fauna; ———— culturele kwaliteit: cultuurhistorie, culturele vernieuwing en architectonische vorm-

geving;

———— belevingskwaliteit: ruimtelijke afwisseling, informatiewaarde, contrast met de stede-lijke omgeving, groen karakter, rust, ruimte, stilte en donkerte;


Croonen Adviseurs

18

———— gebruikskwaliteit: (recreatieve) toegankelijkheid, bereikbaarheid en meervoudig ruimtegebruik, aanwezigheid toeristisch-recreatieve voorzieningen.

Het Landschapsontwikkelingsplan Zuid-Limburg en het Landschapskader Noord en

Midden-Limburg vormen een concretisering van de kernkwaliteiten op regionaal ni-

veau.

In het POL zijn drie typen landschapswaarden te onderscheiden: kristallen waarden,

groene waarden en blauwe waarden. De kristallen waarden staan voor onder andere

de waterwingebieden en de grondwaterbeschermingsgebieden. De groene waarden

staan voor onder andere bos- en natuurgebieden, habitat-, vogel- en natuurbescher-

mingsgebieden en de ecologische hoofdstructuur. De blauwe waarden staan voor on-

der andere de hydrologisch gevoelige natuurgebieden, beekdalen en beken met een

ecologische functie.

Navolgende figuren geven de ligging van het initiatief weer ten opzichte van de kristal-

len, groene en blauwe waarden. Zoals te zien is, is de locatie gelegen in de Roerdal-

slenk (zone II) wat betreft de kristallen waarden. De Roerdalslenk is een deel van de

aardkorst dat vrij diep is weggezonken. Het is vervolgens opgevuld met verschillende

afzettingen (zand, grind, klei, veen). De Roerdalslenk is in de Provinciale Milieuveror-

dening Limburg aangewezen als milieubeschermingsgebied. Dit betekent onder meer

dat in dit gebied voor boringen welke door de kleilagen heen gaan steeds een onthef-

fing van de provincie nodig is. Bij het initiatief zullen geen boringen plaatsvinden, hier-

door zijn er geen extra maatregelen nodig ter bescherming van de kristallen waarden.

Verder zijn geen groene en blauwe waarden gelegen op de locatie. Ten noorden van de

planlocatie ligt een ontgrondinggebied dat tevens is aangewezen als Provinciale Ont-

wikkelingszone Groen (POG). Ten zuiden van de planlocatie ligt een gebied dat tevens

aangewezen is als POG en ook Hamsterkernleefgebied is. Beide gebieden liggen echter

op dermate grote afstand dat het initiatief daar geen invloed op zal hebben. Hieruit kan

worden geconcludeerd dat het initiatief geen negatieve beïnvloeding heeft op het be-

houd, de ontwikkeling en het beheer van de kernkwaliteiten van het landschap.


Croonen Adviseurs

19

Figuur: Uitsnede kaart Kristallen waarden (POL 2006 (PS 22 september 2006) actualisatie januari 2010)

Figuur: Uitsnede kaart Groene waarden (POL 2006 (PS 22 september 2006) actualisatie januari 2010)

Figuur: Uitsnede kaart Blauwe waarden (POL 2006 (PS 22 september 2006) actualisatie januari 2010)


Croonen Adviseurs

20

4.7 Verkeer en infrastructuur

Technische infrastructuur

Binnen of in de directe omgeving van het plangebied zijn geen kabels en leidingen

aanwezig die een belemmering kunnen vormen voor de voorgestane ontwikkeling bin-

nen het plangebied.

Verkeerinfrastructuur en parkeren

De infrastructuur in het plangebied wordt niet gewijzigd ten behoeve van de voorgesta-

ne ontwikkeling. Wel worden waarschijnlijk extra uitritten aangelegd. Het verkeer is in-

pasbaar in het verkeersbeeld ter plaatse. In het Verkeersplan Echt-Susteren worden

geen voorwaarden gesteld voor wat betreft parkeren bij nieuwe initiatieven. De ver-

wachting is dat het initiatief geen overlast zal creëren met betrekking tot parkeren bij

de nieuwe woningen.

4.8 Stedenbouw en duurzaam bouwen

Stedenbouwkundig zal de situatie in beperkte mate wijzigen.

Bij de realisatie van de nieuwbouw wordt aandacht besteed aan het duurzaamheidas-

pect. Hierbij kan gedacht worden aan energiezuinigheid en het gebruik van duurzame

bouwmaterialen. Tevens wordt bij de bouw niet-uitlogende materialen gebruikt en

wordt er ruimte gecreëerd voor infiltratie van hemelwater.

4.9 Conclusie

Uit voorgaande beschrijving van de relevante randvoorwaarden voor de ontwikkeling

van het plangebied aan Molenweg/Kerkstraat blijkt dat er vanuit deze aspecten geen

directe belemmeringen zijn voor de voorgenomen ontwikkeling.


Croonen Adviseurs

21

5 Planbeschrijving

5.1 Uitgangspunten en doelstellingen van het plan

De hoofddoelstelling van het plan is het realiseren van een tweetal vrijstaande wonin-

gen, op een plaats die op dit moment op een niet-duurzame en kwalitatief laagwaardi-

ge manier in gebruik is. Door de woningen wordt voldaan aan een behoefte, zowel aan

woonruimte als aan een verfraaiing van de leefomgeving.

De oorspronkelijke woning aan de Kerkstraat wordt omgezet in burgerwoning.

5.2 Ruimtelijke hoofdopzet

De twee kavels voor woningbouw zullen noord-zuid georiënteerd zijn. Rondom de wo-

ningen wordt erf en tuin gesitueerd. Ten oosten van de woningen wordt, over de hele

lengte van het perceel, een groenstrook aangelegd, met een oppervlakte van ca. 390

m2). De overige gronden die deel uitmaken van het plangebied worden agrarisch ge-

bruikt.

Figuur: Verkavelingsplan (bron: Widdershoven Architecten bv).


Croonen Adviseurs

22

5.3 Planaspecten

De woningen worden ontsloten via een tweetal afzonderlijke inritten op de Molenweg.

Ten behoeve van de parkeerruimte (voorzijde) en terrassen (achterzijde) en overige

verharding rondom zal bestrating worden gerealiseerd. De overige delen van de perce-

len zullen als tuinen/erven worden ingericht en hiertoe deels beplant worden. De goot-

en bouwhoogte van de woningen bedraagt 6 m en 9 m.


Croonen Adviseurs

23

6 Planopzet

6.1 Feitelijke planopzet

Het juridisch deel van een bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding (plankaart) en

planregels. Op de verbeelding zijn de bestemmingen en aanduidingen opgenomen. De

planregels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van

de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende

het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De digitale verbeelding

(analoge verbeelding: schaal 1:1.000) vormt samen met de planregels het voor de bur-

gers bindende karakter van het bestemmingsplan.

De toelichting heeft geen bindende werking en maakt juridisch gezien geen deel uit van

het bestemmingsplan. Wel heeft de toelichting een belangrijke functie bij de onder-

bouwing van het plan en de uitleg van bepaalde bestemmingen en planregels.

6.2 Juridische planopzet

Het nieuwe bestemmingsplan is opgesteld conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro)

en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Bij het opstellen van de planregels en ver-

beelding is uitgegaan van het gemeentelijke handboek (versie 2009) en de Standaard

Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008).

De twee kavels zijn bestemd als ‘Wonen’. De groenstrook ten oosten van de woningen

is bestemd als ‘Groen’ en de overige gronden als ‘Agrarisch’. De regeling voor dit be-

stemmingsplan is afgestemd op het gemeentelijke Handboek.


Croonen Adviseurs

24


Croonen Adviseurs

25

7 Uitvoerbaarheid

7.1 Economische uitvoerbaarheid

De voorgestane ontwikkeling is een particulier initiatief. De aanleg en de exploitatie er-

van zullen voor de gemeente Echt-Susteren geen negatieve financiële gevolgen heb-

ben. De kosten van het plan komen geheel voor rekening van de initiatiefnemer.

7.2 Handhaving

Het handhavingsbeleid van de gemeente Echt-Susteren is vastgelegd in een beleidsvi-

sie omgevingsrecht gemeente Echt-Susteren. In deze beleidsvisie en de bijbehorende

stukken wordt de totale handhaving van weten regelgeving die binnen de gemeente

wordt uitgevoerd gereguleerd. Ook de handhaving van dit bestemmingsplan zal in deze

beleidsvisie worden meegenomen.

7.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.3.1 Vooroverleg

Het voorontwerpbestemmingsplan ‘Molenweg/Kerkstraat te Koningsbosch’ is conform

artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening in vooroverleg gezonden naar

de betreffende instanties. Verder heeft het plan overeenkomstig de gemeentelijke in-

spraak-verordening de inspraakprocedure doorlopen waarbij de mogelijkheid wordt ge-

boden om reacties in te dienen.

Na vooroverleg en inspraak heeft het plan de procedure van artikel 3.8 en verder van

de Wet op de ruimtelijke ordening doorlopen.

7.3.2 Terinzagelegging

Het ontwerpbestemmingsplan ‘Molenweg/Kerkstraat te Koningsbosch’ heeft op grond

van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vanaf 24 november 2011 gedu-

rende een periode van zes weken voor eenieder ter inzage gelegen.

Gedurende deze periode is aan eenieder de mogelijkheid geboden om schriftelijke

en/of mondelinge zienswijzen in te dienen bij de gemeenteraad. Eén en ander is con-

form het daartoe in de Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht be-

paalde openbaar bekend gemaakt middels publicatie op 23 november 2011 in ’t

Waekblaad, alsmede op het gemeentelijk publicatiebord, de gemeentelijke website

(www.echt-susteren.nl) en in de Staatscourant.

Ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan zijn geen schriftelijke zienswijzen bin-

nengekomen en is de status verandert naar ‘vastgesteld’.


Croonen Adviseurs

26

7.3.3 Vaststelling

De gemeenteraad heeft het bestemmingsplan ‘Bouwkavels Molenweg ong. Konings-

bosch’ in haar vergadering van 01 maart 2012 ongewijzigd vastgesteld.


Croonen Adviseurs

27


Croonen Adviseurs

28

8 Bronnen

8.1 Boeken en rapporten

———— Croonen Adviseurs. (2010). Rapport akoestisch onderzoek Bouwkavels Molenstraat te Koningsbosch. Rosmalen: Croonen Adviseurs.

———— Ecoconsultancy bv (2010a). Archeologisch bureauonderzoek en verkennend boor-onderzoek Kerkstraat 29 te Koningsbosch. Gemeente Echt-Susteren. Swalmen:

Ecoconsultancy bv.

———— Ecoconsultancy bv (2010b). Quickscan flora en fauna Kerkstraat 29 te Konings-bosch. Gemeente Echt-Susteren. Boxmeer: Ecoconsultancy bv.

———— Ecoconsultancy bv (2010c). Verkennend bodemonderzoek Kerkstraat 29 te Ko-ningsbosch. Gemeente Echt-Susteren. Swalmen: Ecoconsultancy bv.

———— Gemeente Echt (1991). Bestemmingsplan ‘Koningsbosch’. Echt: Gemeente Echt. ———— Gemeente Echt-Susteren, gemeente Leudal, gemeente Maasgouw, gemeente Roer-

dalen & gemeente Roermond (2010). Regionale Woonvisie Midden-Limburg Oost

2010-2014. Echt: Gemeente Echt-Susteren.

———— Gemeente Echt-Susteren (2009). Ontwerp Strategische visie 2020. Echt veelzijdig Susteren. Echt: Gemeente Echt-Susteren.

———— Ministerie van VROM, LNV, V&W & EZ (2006). Nota Ruimte. Ruimte voor Ontwikke-ling. ’s-Gravenhage: Ministerie van VROM.

———— Provincie Limburg (2010). Limburgs Kwaliteitsmenu. Maastricht: Provincie Limburg. ———— Provincie Limburg (2009a). POL-aanvulling ‘Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en

kwaliteitsverbetering’. Maastricht: Provincie Limburg.

———— Provincie Limburg (2009b). Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006, actualisatie 2008 & 2009. Maastricht: Provincie Limburg.

———— Provincie Limburg (2004). POL-aanvulling Ruimte voor Ruimte Zuid-Limburg. Partië-le herziening 2004. Maastricht: Provincie Limburg.

8.2 Websites

———— Microsoft Corporation (2010). Bing Maps. Geraadpleegd op 14 juli 2010, www.bing.com.

———— Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2010). Risicokaart Pro-vincie Limburg. Geraadpleegd op 14 juli 2010, http://nederland.risicokaart.nl.

———— Provincie Limburg (2010). Cultuurhistorische Waardenkaart. Geraadpleegd op 14 juli 2010, http://flexiweb.limburg.nl.

Bestemmingsplan Bouwkavels Molenweg te Koningsbosch · Bestemmingsplan Molenweg te Koningsbosch...

Documents

Transcript of Bestemmingsplan Bouwkavels Molenweg te Koningsbosch · Bestemmingsplan Molenweg te Koningsbosch...