BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen...

40
BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT

Transcript of BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen...

Page 1: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

BEROEPSPROFIELKINDEROEFENTHERAPEUT

Page 2: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

Algemene gegevens

InitiatiefPlatform Kinderoefentherapie VvOCMVvOCM (Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck)

OrganisatieVvOCM (Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck)

FinancieringDit beroepsprofiel is tot stand gekomen met financiële steun van de VvOCM

Page 3: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

Algemene gegevens

ColofonBeroepsprofiel Kinderoefentherapeut

© Copyright 2015 VvOCM (Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck)Kaap Hoorndreef 283563 AT UtrechtTel: 030-2625627Website: www.vvocm.nl – www.kinderoefentherapie.nlE-mail: [email protected][email protected]

Alle rechten voorbehouden.De tekst uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of enige andere manier, echter uitsluitend na voorafgaande toestemming van de uitgever. Toestemming voor gebruik van tekst(gedeelten) kunt u schriftelijk of per e-mail en uitsluitend bij de uitgever aanvragen. Adres en e-mailadres: zie boven.

De Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck heeft als doel om de voorwaarden te scheppen waardoor oefentherapeutische zorg van goede kwaliteit gerealiseerd wordt, die toegankelijk is voor de gehele Nederlandse bevolking, met erkenning van de professionele deskundigheid van de oefentherapeut.

Page 4: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

1

Inhoud

4

3

2

1

Bijlagen:

Inhoud

Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

Leeswijzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Hoofdstuk 1. De specialisatie kinderoefentherapie . . . . . . . . . 51.1 Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51.2 Positionering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

Hoofdstuk 2. Methodisch handelen kinderoefentherapeut . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82.1 Theoretisch kader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82.2 De stappen van het methodisch handelen van de

kinderoefentherapeut . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

Hoofdstuk 3. Kwaliteitszorg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153.1 Verantwoordelijkheden van het Platform

Kinderoefentherapie en de kinderoefentherapeut . . . . . 153.2 Grenzen van de specialisatie kinderoefentherapie . . . . 163.3 Borging van de kwaliteit van de kinderoefentherapie 173.4 Richtlijnen en kwaliteitsstandaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 183.5 Meten, onderzoeken en verbeteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

Hoofdstuk 4. Competentieprofiel kinderoefentherapeut . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201. Vakinhoudelijk expert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212. Communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253. Samenwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274. Kennis en Wetenschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 285. Maatschappelijk handelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316. Organisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 327. Professionaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33

Bronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35

Page 5: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

2

Algemene gegevensSamenstelling tekstFamke de Wilde MBA

KlankbordgroepDrs. Mignon BiestaJohannes Noordstar MSc. Detti SteemanPlatform Kinderoefentherapie VvOCM

BrondocumentenBeroepsprofiel Kinderoefentherapeut 2011Beroepsprofiel Oefentherapeut 2015

LegitimeringHet beroepsprofiel is tijdens de ALV door de leden van het Platform Kinderoefentherapie goedgekeurd op 10 oktober 2015.

Page 6: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

3

InleidingKinderoefentherapie is sinds 1 januari 2008 een geregistreerde specialisatie van de algemene oefentherapie. De kinderoefentherapeut heeft zich gespecialiseerd in het behandelen of begeleiden van kinderen met motorische ontwikkelingsproblematiek.

Sinds het verschijnen van het Beroepsprofiel Kinderoefentherapeut in 2011 hebben er verschillende veranderingen plaatsgevonden die het beroep van oefentherapeut betreffen en die aanleiding zijn geweest tot het actualiseren van het Beroepsprofiel. Het Beroepsprofiel 2015 heeft daarmee ook een nieuwe indeling gekregen en het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten en Psychosomatisch oefentherapeuten een eigen beroepsprofiel. Deze beide beroepsprofielen zijn nu ook herzien volgens het raamwerk van het Beroepsprofiel Oefentherapeut 2015.

De volgende definitie van een beroepsprofiel is gehanteerd: ‘Een beroepsprofiel is een omschrijving van de beroepsactiviteiten in een bepaald beroep (de beroepstaken) en de vereisten waaraan iemand moet voldoen die dat beroep uitoefent of wil uitoefenen (de competenties)’.

Het Beroepsprofiel Oefentherapeut is de centrale richtlijn voor oefentherapeuten. Het is richtinggevend en normstellend voor de beroepsuitoefening van alle oefentherapeuten. Een adequate omschrijving van het beroepsdomein – gedragen door de beroepsgroep – is verplicht door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het is een toetsingsinstrument voor de ontwikkeling van onderwijs (initieel en post initieel). Vanuit een beroepsprofiel worden de beroepscompetenties, die in de opleiding centraal staan (opleidingscompetentieprofiel), geformuleerd. In het beroepsprofiel gaat het niet om een uitvoerig en minutieus overzicht, maar om een weergave van de meest essentiële zaken en de benodigde competenties in de praktijk van de oefentherapeut. Met het huidige beroeps(competentie)profiel laat de VvOCM beide opleidingen voldoende ruimte voor de invulling van hun opleidingsplannen en opleidingscompetentieprofielen.

Een beroepsprofiel vormt de basis voor kwaliteitsborging. Door de beroepsvereniging geaccepteerde producten zoals richtlijnen, handreikingen, standaarden en beroepsethiek worden hiervan afgeleid. Bovendien is het bepalend voor de eisen die gesteld worden in het Kwaliteitsregister Paramedici.

Het Beroepsprofiel Oefentherapeut is niet alleen een belangrijk document voor oefentherapeuten, opleidingen oefentherapie en studenten oefentherapie, maar ook voor cliënten, overheid, 1 www.kuleuven.be/onderwijslexicon

Page 7: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

4

zorgverzekeraars en andere zorgaanbieders. Het profiel geeft immers een beeld van het beroep, van de competenties die van oefentherapeuten verwacht mogen worden en van de kenmerken van de te verlenen diensten: oefentherapie gegeven door oefentherapeuten.

De beroepsprofielen komen alleen digitaal beschikbaar, zodat aanpassing op onderdelen in de toekomst relatief eenvoudig zal zijn.

Leeswijzer Onderwerpen die alle oefentherapeuten gemeen hebben of die invloed hebben op het werk van alle oefentherapeuten staan beschreven in het Beroepsprofiel Oefentherapeut 2015.Het gaat om:• Wet- en regelgeving over aspecten van de

beroepsuitoefening;• Gedragsverandering en motorisch leren;• Mijlpalen in de oefentherapie;• Zorggerichte communicatie en samenwerking;

In het beroepsprofiel wordt met kinderoefentherapeut bedoeld: kinderoefentherapeuten Cesar en Mensendieck. En met kinderoefentherapie: kinderoefentherapie gegeven door een kinderoefentherapeut Cesar of Mensendieck. Voor de leesbaarheid is de ‘hij’- vorm gehanteerd.

Het aantal bijlagen, toelichtingen of voorbeelden is beperkt. In plaats daarvan wordt verwezen naar (digitale) bronnen.

Page 8: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

5

4

3

2

1

Kinderoefentherapie is een specialisatie van de algemene oefentherapie Cesar en Mensendieck. De kinderoefentherapeut heeft zich gespecialiseerd in het behandelen of begeleiden van kinderen met motorische ontwikkelingsproblematiek. Daarmee richt de kinderoefentherapie zich op de voorwaarden voor

het ontwikkelen van bewegingsgedrag, wat aanpalend is aan de algemene oefentherapie die zich richt op het veranderen van bestaand gedrag op het gebied van houdings- en bewegingsgewoonten2.

1.1 Beschrijving

De kinderoefentherapeut behandelt kinderen met een stoornis, afwijking en/of achterstand in de motorische ontwikkeling.

De kinderoefentherapeut behandelt kinderen die ten gevolge van een stoornis, afwijking en/of achterstand in hun motorische ontwikkeling in kwantitatieve of kwalitatieve zin hinder ondervinden in het dagelijks leven. Naast een motorische ontwikkelingsachterstand kunnen kinderen ook gedrags-, contact- en/of aandachtstoornissen hebben zoals ASS of hyperactiviteit (ADHD). Beïnvloeding van deze

gedrags-, contact- en/of aandachtstoornissen vormen binnen kinderoefentherapie geen behandeldoel op zich, maar de kinderoefentherapeut is wel geschoold in het omgaan met – en de aanpak van – kinderen met dergelijke voor de kinderoefentherapeut onbehandelbare factoren tijdens de behandeling. De kinderoefentherapeut richt zich op de hulpvraag van het kind of de probleemhandeling die het kind ervaart. Denk hierbij aan het niet kunnen meekomen met leeftijdgenootjes bij sport en spel of het moeite hebben met schrijven. Het komt veel voor dat de hulpvraag aan de oefentherapeut geformuleerd wordt door ouders, verzorgers, leerkracht(en), huisarts, specialist of jeugdarts. In deze gevallen wordt gesproken over een secundaire hulpvraag.

1

1 De specialisatie kinderoefentherapie

2 Beroepsprofiel Oefentherapeut 2015

Page 9: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

6

4

3

2

1

De meeste kinderen bewegen van nature veel en graag. Ze grijpen, kruipen, bouwen, hollen, schreeuwen, klimmen, voetballen en fietsen. Bewegen is van alle leeftijden, en behalve leuk en gezond, is bewegen vooral ook heel nuttig. Spelenderwijs oefenen kinderen hun spieren, zintuigen en motoriek. Ongemerkt leren ze zo de vaardigheden die ze de rest van hun leven nodig hebben.

Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier, in zijn eigen tempo. Meestal gaat dat goed, maar soms loopt een kind een ontwikkelingsachterstand op. Er is bijvoorbeeld iets mis met een van de zintuigen, het zenuwstelsel of het bewegingsapparaat. Een kind met een motorische ontwikkelingsachterstand heeft extra zorg en aandacht nodig. Het moet meer zijn best doen en meer dan gemiddeld oefenen om bepaalde vaardigheden onder de knie te krijgen. De kinderoefentherapeut heeft zich gespecialiseerd in de motorische ontwikkeling van kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar (www.kinderoefentherapie.nl, 2009).

Kinderoefentherapie wordt gerekend tot de curatieve somatische zorg. De stoornissen en achterstanden in de motorische ontwikkeling vallen onder de afwijkingen en ontwikkelingsstoornissen in het zenuwstelsel. Kinderoefentherapeuten zijn ook werkzaam in preventieve zorg. Hieronder vallen voorlichtingsactiviteiten aan scholen, consultatiebureaus, voorschoolse opvang en ouders, deskundigheidsbevordering aan andere zorgprofessionals en het geven van groepslessen aan kinderen met problemen op het gebied van gewichtsbeheersing en functionele trainingen (sport-spel). Groepsbehandelingen aan kinderen met motorische ontwikkelingsachterstanden vallen onder curatieve zorg.

Kinderoefentherapie is sinds 1 januari 2008 een geregistreerde specialisatie van de algemene oefentherapie en als zodanig opgenomen in het Kwaliteitsregister Paramedici . Van de 1613 kwaliteitsgeregistreerde oefentherapeuten zijn er 302 geregistreerde Kinderoefentherapeuten bij het Kwaliteitsregister Paramedici, waarvan er 248 lid zijn van de beroepsvereniging en het Platform Kinderoefentherapie.

1.2 Positionering Kinderoefentherapie wordt voornamelijk in de eerste lijn gegeven. Kinderoefentherapie wordt aangeboden in

wijkpraktijken en gezondheidscentra. Daarnaast is er van oudsher een grote hoeveelheid therapeuten dat dependances heeft binnen het regulier en speciaal basisonderwijs of binnen de cluster 1, 2, 3 of 4 scholen. Door de wet op het primair onderwijs (1998 en de aanpassing in 2015) worden kinderen met een specifieke zorgvraag binnen het regulier onderwijs opgevangen, in plaats van doorgestuurd naar het

3 http://www.kwaliteitsregisterparamedici.nl 4 Juli 2015: 61% van 1567 oefentherapeuten Cesar en 54% van 1219

oefentherapeuten Mensendieck bron: http://www.kwaliteitsregisterparamedici.nl/Paginas/registers.aspx

1

Page 10: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

7

4

3

2

1

speciaal onderwijs (Studulski, 2007). Hierdoor is er vanuit het onderwijs een toenemende vraag naar samenwerking met de kinderoefentherapeut, veelal binnen de instelling voor onderwijs. Het geven van oefentherapie binnen scholen is door de VvOCM geprotocolleerd sinds 2001. Deze richtlijn ‘kinderoefentherapie binnen onderwijsinstellingen’ wordt geactualisserd waar nodig en is te vinden op de openbare site van de beroepsvereniging VvOCM: http://www.vvocm.nl/oefentherapeut/beroep/richtlijnenprotocollen.aspx

1

Page 11: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

5 Nu vanuit de faculteit gezondheidszorg Hogeschool Utrecht, Centrum voor Bewegingsstudies

8

4

3

2

1

Het methodisch handelen van zorgverleners bij het oplossen van een klinisch probleem kenmerkt zich door doelgerichtheid, systematiek, procesmatigheid en bewust handelen. Kenmerkend hierbij is dat de zorgverlener zich bewust is van de manier waarop hij handelt en bewust probeert dat handelen aan te passen aan de situatie waarin hij handelt. Vaardigheden

die daarbij een rol spelen zijn evidence- en practice based handelen, reflecteren op het beroepsmatig handelen en klinisch redeneren. De verschillende cliëntgroepen vragen specifieke kennis en vaardigheden van de betreffende therapeuten. Het methodisch handelen heeft bij al deze beroepsbeoefenaren dezelfde kenmerken, fasen en stappen.

2.1 Theoretisch kaderRond 1985 is vanuit de visie van de oefentherapie Cesar de kinderoefentherapie ontwikkeld, aangevuld met een pedagogische invalshoek (zie figuur 1). De eerste aanzet en ontwikkeling van deze visie en aanpak binnen de kinderoefentherapie is gedaan door drs. M.M.E. Biesta5. Vanaf het begin is de ontwikkeling van de motoriek en kinderoefentherapie vanuit een holistische visie benaderd. Het interactiemodel van de totale ontwikkeling is de basis van de opleidingen op het gebied van kinderoefentherapie. De visie van kinderoefentherapie is dat gedragsverandering, een belangrijke

doelstelling van oefentherapie, een specifieke aanpak en kennis behoeft waar het gaat om aanpak hiervan bij kinderen, de ontwikkeling van motoriek en de voorwaarden voor het ontwikkelen van bewegingsgedrag bij kinderen.

Interactiemodel van de totale ontwikkelingCentraal in dit model staat het zich ontwikkelende kind. De ontwikkeling is afhankelijk van de eigen specifieke kenmerken van het kind zoals temperament, leervermogen, bouw en eventuele aandoeningen (bijvoorbeeld 2

2 Methodisch handelen kinderoefentherapeut

Page 12: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

9

4

3

2

1

fysieke problematiek, neurologische aandoeningen of gedragsproblemen). Het verloop van de ontwikkeling is ook afhankelijk van de omgeving waarin het kind opgroeit. Een omgeving die veilig is en ruimte biedt, letterlijke ruimte, maar ook stimulans om bewegend te ontdekken, is een belangrijke positieve factor in de ontwikkeling. Figuur 1 Interactiemodel kinderoefentherapie (Biesta, 1987; 2006)

De ontwikkeling van de motoriek staat niet los van de ontwikkeling van taal, cognitie en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het bewegen stelt het kind in staat om het eigen lijf te ontdekken en van daaruit ruimtelijke ervaringen op te doen. Het kind oriënteert zich in de wereld om zich heen. Het leert werken met ruimtelijke vormen door te bouwen of te puzzelen en hierdoor worden begrippen geleerd en benoemd. Het bewegen speelt een zeer belangrijke rol in de wereld van het kind. Het heeft invloed op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Door ervaring en bevestiging krijgt het kind zelfvertrouwen om de wereld te gaan ontdekken en daarmee meer bewegingservaring op te doen. Mogelijke oorzaken voor motorische problemen bij kinderen moeten om de hiervoor genoemde redenen zoveel mogelijk beschouwd worden vanuit de totale ontwikkeling van het kind. Behandeling door een kinderoefentherapeut houdt, gebaseerd op bovenstaand model, rekening met al deze gebieden. Het doel van de kinderoefentherapie is altijd de motorische ontwikkeling en motorische gedragsverandering van het kind.

Handelingsmodel kinderoefentherapieHet handelen van de kinderoefentherapeut wordt beïnvloed door wetenschap en nieuwe ontwikkelingen in de praktijk. De ontwikkelingen in het klinisch redeneren, HOAC II6 en ODIM7 hebben invloed op het diagnosticeren, evalueren en interveniëren van de kinderoefentherapeut. Onderzoek naar gedrag en gedragsverandering en nieuwe kennis over het motorisch leren hebben invloed op de behandeling van de kinderoefentherapeut. Door de invoering van de ICF en bijbehorend methodisch redeneren via RPS wordt de motorische problematiek omschreven vanuit

6 Hypothese-geOrienteerd Algoritme voor Clinici 7 Oefentherapeutisch Diagnostiek en Interventie Model

Motorische ontwikkeling Evenwicht Grove motoriek Fijne motoriek Oog-handcoördinatie Lichaamsschema Ruimtelijke oriëntatie Links-rechts samenwerking

Omgeving Basisveiligheid Mogelijkheden

Kind

Sociaal/emotionele ontwikkeling Zelfstandig Onafhankelijk Zelfbeeld -positief -negatief

Taal/cognitieve ontwikkeling Ontwikkeling taal Leren op school

2

Page 13: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

10

4

3

2

1

functies en activiteiten. Een gediagnosticeerde motorische ontwikkelingsachterstand of retardatie (bijlage 1. ZVw) wordt omschreven in de functies: stabiliteit, grove motoriek, fijne motoriek, oog-hand coördinatie, lichaamsschema en links-rechts samenwerking, wat op de volgende activiteiten invloed kan hebben; evenwicht, grof motorische vaardigheid, balvaardigheid, handvaardigheid en schrijf motorische vaardigheid. Op basis van het ontwikkelingsmodel van Biesta en van bovenstaande invloeden hebben Steeman en Smorenburg in 2015 het handelingsmodel kinderoefentherapie ontwikkeld (zie figuur 2). Figuur 2 Handelingsmodel kinderoefentherapie

Activiteiten - Evenwicht - Grof motorische vaardigheid - Balvaardigheid - Handvaardigheid - Schrijf motorische vaardigheid

Mijlp

alenO

ntwikkeling

/op

bo

uwFuncties - Stabiliteit - Grove motoriek - Fijne motoriek - Oog-hand coördinatie - Lichaamsschema - Ruimtelijke oriëntatie - Li/re samenwerking

Motorisché ontwikkéling

Sociaal/emotionele Ontwikkeling- Motivatie

Handelingsmodel kinderoefentherapie

(Steeman & Smorenburg 2015)

Omgeving- Therapeut {instructie/f eedba de)

spel

uitd

agin

g

betekenis

2

Page 14: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

Kinderoefentherapie richt zich binnen de behandeling op de belevingswereld van het kind, waardoor er sprake is van betekenisvol oefenen. Hierdoor is de transfer buiten de behandelsituatie van motorische voorwaarden en vaardigheden naar het dagelijks handelen geborgd. Als het kind iets “leert” kan hij het ook buiten de behandelsituatie toepassen.

Diagnostische fase:1. Aanmelding, screening en informatie patiënt 2. Anamnese/ hulpvraag3. Onderzoek 4. Diagnose

Behandelfase5. Behandeldoel/behandelplan6. Behandeling7. Evaluatie8. Afsluiting behandelperiode

11

4

3

2

1

2.2 De stappen van het methodisch handelen van de kinderoefentherapeut

De professionele benadering van de kinderoefentherapeut wordt gekenmerkt door een methodische werkwijze. Hierbij moet opgemerkt worden dat er binnen de behandelfase sprake is van

een continue terugkoppeling van kwalitatieve en kwantitatieve resultaten, waardoor de scheiding tussen diagnostiek en behandeling artificieel is. De fases 3 tot en met 7 worden in de behandeling cyclisch doorlopen. De kinderoefentherapeut is tijdens het behandelen dus steeds bezig met het monitoren van de voortgang. Het is dan ook zinvoller om te spreken van onderzoekend behandelen en behandelend onderzoeken. Na eerste aanmelding wordt altijd de volledige diagnostische fase doorlopen. Deze diagnostische fase is geprotocolleerd binnen de richtlijn verslaglegging kinderoefentherapie van de VvOCM.

Het methodisch handelen van de kinderoefentherapeut is te verdelen in de volgende stappen (zie ook figuur 3):

2

Page 15: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

Figuur 3 Methodisch handelen kinderoefentherapie

5. Behandeldoel / plan

6. Behandeli

Terugkoppeling naar ouders volgensprotocolouderpartici-patiePlatformKinderoefen-therapie

N.a.v. eerdergebruikteklinimetrie enhulvraag

Periodiekemonitoring vanmotorischeontwikkeling dmv observatie of informatie ouders/leerkracht

Verslag/terugkoppeling naarouders en/ofverwijzer(s)

9. Afsluiting behandel- periode

7. Evaluatie 8. natraject1. Aanmelding, Inventarisatie

hulpvraag en informatie patiënt

Afhankelijk van de setting(praktijk, SBO, BO, VSO, cluster) wordt relevante informatie gedocumenteerd

NAW, BSN, COV, Identiteits-controle, voorinformatiediagnose, toestemmingouders, informatie zorgteam, CB arts, huisarts, specialist

2. Anamnese hulpvraag

Bespreking metouders, school of anderezorgverleners

Onderzoeks-verslagnaar ouders en/ofverwijzer(s)

Oudergesprek

Gesprek anderebetrokkenen,bijvoorbeeldleerkracht, IB,zorgteam

VAS, M ABC 1, M ABC 2, MMT, MVPT3, BHK, BSID II NL M, AIMS, MTZ, VMI, SP, GMFM, Pedi nl, CBSK-M, BSID III M, SOS, motorische observatie, overig

3. Onderzoek 4. Diagnose

12

4

3

2

1

2

Page 16: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

13

4

3

2

1

Diagnostische FaseBinnen de diagnostische fase wordt er gebruik gemaakt van zowel kwantitatieve als kwalitatieve diagnostiek en analyse. De klinimetrie op het gebied van het beoordelen van de motoriek is divers en dynamisch. De testen en toetsen worden gekozen naar aanleiding van de hulpvraag en kennis en kunde van de kinderoefentherapeut. De kinderoefentherapeut maakt een keuze uit diverse genormeerde klinimetrie op het gebied van de motorische ontwikkeling, waarbij de leeftijd van het kind en de hulpvraag centraal staan in de beslissing welke te gebruiken (zie figuur 4 onder 3. Onderzoek). Deze onderzoeken geven kwantitatieve informatie (vergelijking van onderzochte functies of ontwikkelingen in de leeftijdsband van het kind) en leidt tot de conclusie of er een achterstand in de motorische ontwikkeling is ten opzichte van leeftijdsgenoten.Vanuit de visie van de kinderoefentherapie is het louter op kwantiteit meten niet voldoende om tot een gedegen en juiste analyse van de motoriek te komen in relatie tot de ervaren hulpvraag. De kwalitatieve component is belangrijk om deze hulpvraag te kunnen koppelen aan het motorisch functioneren van het kind. Het alleen analyseren van de motoriek vanuit rijping of leeftijdsadequaat functioneren is hiervoor te eng gebleken. Om de kwaliteit van bewegen te kunnen beoordelen is er door het Platform Kinderoefentherapie en de post HBO opleiding kinderoefentherapie een kwalitatieve motorische observatie ontwikkeld. De uniformiteit in gebruik van de observatie door kinderoefentherapeuten is geborgd in het verslagleggingformulier en de bijbehorende toelichting en normering.

2

Page 17: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

Figuur 4 Diagnostische fase kinderoefentherapie

Figuur 5 Behandelfase

5. Behandeldoel / plan

6. Behandeli

Terugkoppeling naar ouders volgensprotocolouderpartici-patiePlatformKinderoefen-therapie

N.a.v. eerdergebruikteklinimetrie enhulvraag

Periodiekemonitoring vanmotorischeontwikkeling dmv observatie of informatie ouders/leerkracht

Verslag/terugkoppeling naarouders en/ofverwijzer(s)

9. Afsluiting behandel- periode

7. Evaluatie 8. natraject

Oudergesprek

Gesprek anderebetrokkenen,bijvoorbeeldleerkracht, IB,zorgteam

1. Aanmelding, Inventarisatie hulpvraag en informatie patiënt

Afhankelijk van de setting(praktijk, SBO, BO, VSO, cluster) wordt relevante informatie gedocumenteerd

NAW, BSN, COV, Identiteits-controle, voorinformatiediagnose, toestemmingouders, informatie zorgteam, CB arts, huisarts, specialist

2. Anamnese hulpvraag

Bespreking metouders, school of anderezorgverleners

Onderzoeks-verslagnaar ouders en/ofverwijzer(s)

VAS, M ABC 1, M ABC 2, MMT, MVPT3, BHK, BSID II NL M, AIMS, MTZ, VMI, SP, GMFM, Pedi nl, CBSK-M, BSID III M, SOS, motorische observatie, overig

3. Onderzoek 4. Diagnose

Kinderoefentherapie richt zich binnen de behandeling op de belevingswereld van het kind, waardoor er sprake is van betekenisvol oefenen. Hierdoor is de transfer buiten de behandelsituatie van motorische voorwaarden en vaardigheden naar het dagelijks handelen geborgd. Als het kind iets “leert” kan hij het ook buiten de behandelsituatie toepassen.

14

4

3

2

1

Kinderoefentherapie baseert zich tijdens de behandeling op een aantal uitgangspunten. De uitgangspunten zijn gevormd op basis van motorische leertheorieën en pedagogische modellen. Uitgangspunten die hieronder zijn geformuleerd kunnen samengebracht worden tot een kernprincipe: de opdracht moet voor het kind betekenisvol zijn. Centraal binnen het kinderoefentherapeutisch handelen staan (Biesta, 2010, hoofdstuk 2.2):1. Hulpvraag van het kind (of secundaire hulpvraag)2. Aansluiten bij de beginsituatie van het kind3. Aansluiten bij de leefwereld van het kind

Deze drie punten kunnen op drie verschillende, maar onlosmakelijke niveaus ondergebracht worden. Tijdens de behandeling van het kind staan in principe drie factoren centraal waar rekening mee gehouden wordt:- het kind zelf (mogelijkheden van het kind; aansluiten bij de

beginsituatie);- de taak/beweging (hulpvraag);- de omgeving (factoren die het bewegen beïnvloeden).

2

Page 18: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

Missie: Het Platform Kinderoefentherapie heeft als doel inhoudelijk en uitvoerend de belangen van deze beroepsgroep te bewaken, initiërend te zijn in inhoudelijke vernieuwingen en het verbeteren van de positie van de beroepsgroep kinderoefentherapie binnen de eerstelijns zorg (vastgesteld september 2004).

15

4

3

2

1

3.1 Verantwoordelijkheden van het Platform Kinderoefentherapie en de kinderoefentherapeut

De werkgroep Motoriek & Kinderen, gestart in 1985, is in 2004 omgevormd naar Platform Kinderoefentherapie. De doelstelling veranderde daarmee van inhoudelijke werkgroep naar een platform met leden, werkgroepen en een dagelijks bestuur. Vanaf 2010 wordt er gewerkt met projectgroepen, binnen de beleidskaders (professionaliteit, wetenschap, PR en innovatie) aansluitend aan het beleid van de VvOCM. Door de grootte van het werkveld was dit een beleidsmatige stap die gemaakt moest worden om de kwaliteit van de kinderoefentherapie te kunnen borgen. Het platform is sinds 2009 georganiseerd om de pijlers: 1. Professionaliteit2. Bekendheid3. Samenwerken4. Wetenschap

De leden van het dagelijks bestuur zijn projectleiders van door het bestuur van de VvOCM goedgekeurde projectplannen. Het platform reageert op signalen uit het veld; reactief vanuit signalen van de leden van het platform of de beroepsvereniging VvOCM, proactief vanuit signalen uit onderwijsinstanties en hogescholen, overheid en andere wet- en regelgevende instanties. De visie van het platform wordt jaarlijks door het dagelijks bestuur vastgesteld en voorgelegd aan de leden in een eigen ALV. De missie stuurt beleidsmatig de projectplannen.

Een kinderoefentherapeut werkt nooit alleen. Om een optimaal resultaat te behalen is er altijd samenwerking vereist. Als eerste dient hier de samenwerking met de ouders genoemd te worden. Niet als co-therapeut, maar als belangrijke factor

3 Kwaliteitszorg

3

Page 19: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

16

4

3

2

1

in het aanbieden van optimale omgevingsfactoren en in de ondersteuning van de therapie. Een ouder die begrijpt wat het kind nodig heeft, is een belangrijke voorwaarde om de gestelde hulpvraag te kunnen beantwoorden of het opgestelde behandeldoel te kunnen behalen. De leefomgeving van het kind is groter dan alleen de ouders. De school en leerkracht zijn in de ontwikkeling van de motoriek ook erg belangrijk. De wens van veel scholen en schoolbesturen om een kinderoefentherapeut op school te laten behandelen, komt voort uit de veranderende structuur en doelstelling van het onderwijs zoals beschreven in hoofdstuk 1.2. De keten rond de motorische ontwikkeling en de afbakening van prestaties en verantwoordelijkheden is verwerkt in de richtlijn “kinderoefentherapie binnen onderwijsinstellingen” van het Platform Kinderoefentherapie van de VvOCM8. Binnen de oefentherapie wordt er gebruik gemaakt

van de directe toegankelijkheid. Vanuit het Platform Kinderoefentherapie wordt de samenwerking met de huisarts als voorwaarde gezien voor een veilige behandeling. Een motorische ontwikkelingsachterstand kan één van de eerste signalen zijn van een meervoudige problematiek of al in een eerder stadium gesignaleerd zijn in een ander kader (bijvoorbeeld door een consultatiebureauarts). De positie van de huisarts in de eerste lijn, als de ‘spin in het web’ maakt, dat er altijd door de kinderoefentherapeut contact gezocht wordt met de huisarts om diagnose en eventuele vroegsignalering op elkaar af te stemmen. Binnen de beroepsgroep is het gebruikelijk om direct na het onderzoek uitgebreid te rapporteren aan alle partijen, waaronder de huisarts. Vanuit het platform wordt het sterk afgeraden om (in het geval van ouders die dit vanuit de DTO niet wensen) de huisarts niet in te lichten.

3.2 Grenzen van de specialisatie kinderoefentherapie

De kinderoefentherapeut behandelt kinderen met een stoornis, afwijking en/of achterstand in de motorische ontwikkeling.

De kinderoefentherapie wordt afgebakend van de algemene oefentherapie door een verschil in leeftijdscategorie (tot 18 jaar) maar ook door het aandachtsgebied. Daar waar er bij de algemene oefentherapie sprake is van gedragsverandering op het gebied van bewegen, is er bij de kinderoefentherapie naast gedragsverandering ook sprake van het ontwikkelen van motoriek.

8 http://kinderoefentherapie.nl/pagina/informatie-voor-scholen/protocol-kinderoefentherapie-op-school

3

Page 20: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

17

4

3

2

1

3.3 Borging van de kwaliteit van de kinderoefentherapieDe minimale eisen die aan een gespecialiseerd kinderoefentherapeut gesteld worden zijn vastgelegd door middel van:- registratie van de specialisatie in het Kwaliteitsregister

Paramedici- scholing

Kwaliteitsregister ParamediciDe registratie van de gespecialiseerde kinderoefentherapeuten is in handen van het Kwaliteitsregister Paramedici. De eisen die gesteld worden aan een registratie in dit register worden mede onder invloed van de VvOCM en het Platform Kinderoefentherapie vijfjaarlijks vormgegeven. Voor de eisen die gesteld worden aan deze registratie http://www.kwaliteitsregisterparamedici.nl/PDF/VvOCM%20kwaliteitscriteria%202010-2015.pdf

ScholingIn de initiële opleiding oefentherapie Cesar en Mensendieck, waar studenten worden opgeleid tot algemeen oefentherapeut, zijn er een aantal studietaken in het curriculum die gericht zijn op verkrijgen van vaardigheden ten behoeve van het behandelen van kinderen (zie bijlage 1). Ook is het mogelijk voor studenten om bij een aantal andere studietaken (bijvoorbeeld groepslessen of kwaliteitszorg) het aandachtsgebied kinderen te kiezen. De tutor die deze processen begeleidt is een kinderoefentherapeut en docent op de opleiding. Tot 2015 was de scholing tot kinderoefentherapeut een twee stappenmodel; eerst de verdiepingscursus ‘oefentherapie bij kinderen’ met als vervolg hierop de post HBO kinderoefentherapie. De oefentherapeuten die nu de geregistreerde specialisatie kinderoefentherapie hebben zijn volgens dit scholingsaanbod opgeleid9.

Sinds 2015 is in het kader van het project Leven Lang Leren (LLL) de opleiding kinderoefentherapie geherstructureerd tot het onderwijsprogramma kinderoefentherapie. Het programma bestaat uit tien cursussen van ieder 140 studiebelastingsuren (SBU) (= 5 EC), waarvan zes verplichte cursussen om geregistreerd kinderoefentherapeut te worden (totaal 840 SBU). De cursus ’oefentherapie bij kinderen‘ is vervangen door de basiscursus ‘het basisschoolkind’. In deze verplichte ‘start’-cursus komen de uitgangspunten van de kinderoefentherapie aan de orde. Er wordt aandacht besteed aan het methodisch handelen van de kinderoefentherapeut, waarin klinimetrie, het klinisch redeneren met gebruik van het ODIM, de HOAC II en het RPS, het leren van kinderen, de pedagogische rol van de kinderoefentherapeut, en rapportage en verslaglegging.

9 De cursus “Oefentherapie bij kinderen” was opgenomen als nascholing binnen het Centrum voor bewegingsstudies van de Hogeschool Utrecht. De oefentherapeuten die deze scholing gevolgd hebben, hebben de benodigde kennis en vaardigheden om kinderen te behandelen. Het garandeert een grote groep algemene oefentherapeuten die - na onderzoek en diagnostiek door een kinderoefentherapeut - weet hoe te behandelen. Eind 2014 zijn er ongeveer 1105 oefentherapeuten die deze nascholing gevolgd hebben. De tweede stap in scholing voor de specialisatie kinderoefentherapie was een Post HBO. Het scholingstraject voor de gespecialiseerde kinderoefentherapeut is gericht op specifieke competenties ( ). De gespecialiseerde kinderoefentherapeut heeft kennis over de algemene ziektebeelden en over specifieke kind gerelateerde ziektebeelden die binnen de post HBO opleiding exemplarisch onderwezen zijn.

3

Page 21: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

18

4

3

2

1

De behandeling van de kinderoefentherapeut is vooral gericht op de motorische ontwikkeling en motorische gedragsverandering en op de invloed die de neurologische en orthopedische pathologie hierop kan hebben. Binnen de initiële HBO opleiding wordt ook aandacht besteed aan de specifieke aanpak van de verschillende leeftijdscategorieën (24 EC, 672 studiebelastingsuren). In de scholing tot gespecialiseerd

kinderoefentherapeut (post initieel) wordt aandacht besteed aan het doen van een motorisch onderzoek in de diagnostische fase en op de pedagogisch didactische benadering van normaal en afwijkend gedrag in de behandelfase. Zie http://www.werkenstudie.hu.nl/TotaalAanbod/Kinderoefentherapie/Cursusonderdelen

3.4 Richtlijnen en kwaliteitsstandaardenIn aanvulling op hoofdstuk 4.4 van het beroepsprofiel kinderoefentherapeut zijn de volgende richtlijnen binnen de kinderoefentherapie geïmplementeerd:

- Richtlijn verslaglegging kinderoefentherapie- Richtlijn kinderoefentherapie binnen onderwijsinstellingen

3.5 Meten, onderzoeken en verbeterenWetenschappelijke ontwikkelingenIn 2010 is de invloed van kinderoefentherapie bij kinderen met een motorische hulpvraag onderzocht (Noordstar & Biesta, 2010). Het krijgen van een behandelreeks kinderoefentherapie bleek een positief effect te hebben op de motorische vaardigheden van kinderen in de basisschoolleeftijd. Wanneer onderscheid werd gemaakt naar de motorische onderdelen handvaardigheid, balvaardigheid en evenwicht, bleken de kinderen in de leeftijd 4-6 jaar en 7-8 jaar op alle domeinen significant vooruit te zijn gegaan. Kinderen in de leeftijd 9-10 jaar gingen significant vooruit op het domein balvaardigheid en evenwicht, terwijl de kinderen in de leeftijd van 11-12 jaar significant vooruit gingen op het domein handvaardigheid.

Wetenschappelijke ontwikkelingen en onderzoeken op het gebied van motorische ontwikkeling bij kinderen worden door het Platform Kinderoefentherapie tijdens studiedagen en publicaties op het intranet onder de aandacht van de leden gebracht

Intercollegiaal OverlegOver het hele land verspreid zijn er intercollegiale overleggen die specifiek gericht zijn op kinderoefentherapie (Kinder IOC/M). In deze overleggen worden nieuwe ontwikkelingen besproken, onder andere door middel van journal clubs. Vanaf 2016 zal er een IO jaarprogramma DCD worden opgestart in samenwerking met kinderfysiotherapie.

3

Page 22: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten
Page 23: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

20

4

3

2

1

Dit beroepscompetentieprofiel beschrijft de competenties die de kinderoefentherapeut nodig heeft om taken uit te voeren en pro-blemen op te lossen in zijn werksituatie.Het competentieprofiel is opgebouwd volgens het CanMeds competentie raamwerk voor zorgprofessionals. Er wordt onder-scheid gemaakt tussen 7 competentiegebieden en de daarbij behorende beroepsrollen:1. Vakinhoudelijk expert: de oefentherapeut als zorgverlener en

behandelaar2. Communicatie: de oefentherapeut als communicator3. Samenwerken: de oefentherapeut als samenwerkingspartner4. Kennis en Wetenschap: de oefentherapeut als reflectieve pro-

fessional en praktijk onderzoeker5. Maatschappelijk handelen: de oefentherapeut als gezond-

heidsbevorderaar6. Organisatie: de oefentherapeut als organisator7. Professionaliteit: de oefentherapeut als professional & kwali-

teitsbevorderaar

4

kinderoefentherapeut4 Competentieprofiel

Page 24: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

21

4

3

2

1

1 Vakinhoudelijk expertDe kinderoefentherapeut als zorgverlener en behandelaarOnderzoeken, behandelen en begeleiden vormen de kernbe-grippen binnen dit competentiegebied. Uitgangspunt voor het handelen van de kinderoefentherapeut is de hulpvraag (op het gebied van bewegen) van de cliënt (kind, ouder/verzorger/leer-kracht). Met behulp van het klinisch redeneren binnen alle fasen van het methodisch handelen wordt het bewegingsprobleem van het kind in beeld gebracht (kinderoefentherapeutische diagnose), wordt het behandeldoel geformuleerd en het behandelplan met tijdindicatie opgesteld. Dit behandelplan wordt besproken met de ouder/ verzorger en er wordt in overleg een besluit genomen tot behandeling, advisering of mogelijk verwijzing. Indien er besloten wordt om te starten met de behandeling wordt het behandelplan uitgevoerd, waarbij regelmatig wordt geëvalu-eerd op de subdoelen uit het behandelplan. Indien nodig wordt het behandelplan bijgesteld.Evidence/ practice based handelen is de basis voor diagnostiek, interventie en aanpak binnen het kinderoefentherapeutisch be-handelen.

4

Page 25: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

22

4

3

2

1

Competentie 1.1 Diagnosticeren

De kinderoefentherapeut verzamelt op basis van de hulpvraag bij een kind met een mogelijke motorische ontwikkelingsachterstand systematisch gegevens op het gebied van functies, anatomische eigenschappen, activiteiten, participatie, de persoonlijke factoren van het kind en de omgevingsfactoren, om te komen tot een kinderoefentherapeutische diagnose. Op basis van het ‘oefentherapeutisch diagnostiek en interventiemodel’, ODIM (Bastiaanse C.S., 2014)) leidt dit tot een transparante en beredeneerde keuze voor de op te stellen behandeling, advisering c.q. verwijzing.

Indicatoren De kinderoefentherapeut: • Voert in geval van directe toegankelijkheid een screening uit en maakt een screeningsrapportage volgens de

richtlijn van het Platform Kinderoefentherapie• Voert een intake en anamnese uit• Voert een systematisch motorisch onderzoek uit, bestaande uit gedragsobservatie, motorische observatie

(motoscopie) en motorische testen (motometrie)• Past relevante, valide en betrouwbare klinimetrie toe• Legt de gegevens vast in het cliëntendossier• Expliciteert gemaakte keuzes en kan deze verantwoorden; betrekt daarin richtlijnen en beschikbare

evidence • Analyseert en interpreteert de verzamelde gegevens en formuleert op basis daarvan een

kinderoefentherapeutische diagnose• Formuleert op basis van de hulpvraag en onderzoeksresultaten een behandeldoel • Formuleert mogelijk te verwachten proble(e)m(en)• Formuleert een behandelprognose • Formuleert een behandelplan en bijbehorende evaluatie

4

Page 26: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

23

4

3

2

1

Competentie 1.2 Zorginterventies uitvoeren

De behandelstrategie richt zich op het begeleiden en coachen van het kind (bewegingssturing en perceptie), de taak/handeling of activiteit, de omgevingsfactoren (context van de taak) en de benodigde gedragsverandering. Doel van de zorginterventie is het beantwoorden van de hulpvraag.De kinderoefentherapeut voert de interventie uit in nauw overleg met de ouder en andere betrokkenen. Hij betrekt hen, waar mogelijk, bij het begeleiden van het kind in het toepassen van de activiteiten in de leef/woonomgeving (thuis en op school), zodat het kind hierin optimaal kan participeren. De kinderoefentherapeutische interventie is efficiënt, effectief, pedagogisch verantwoord en evidence/ practice based.

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Werkt planmatig en systematisch om een bepaald doel te bereiken (methodisch handelen)• Kiest middelen afgestemd op het ontwikkelingsniveau van het kind• Stimuleert het kind in het uitvoeren van activiteiten door de oefensituatie voor het kind betekenisvol te

maken• Kiest de didactische aanpak afgestemd op de kindfactoren• Begeleidt/coacht het kind in de transfer van therapeutische setting naar toepassing in de reële context.

Waar mogelijk vindt aansturing en begeleiding plaats in de reële context• Expliciteert gemaakte keuzes en kan deze verantwoorden; betrekt daarin richtlijnen en beschikbare

evidence• Maakt op basis van het behandelplan een behandelprogramma en voert dit uit • Begeleidt/ adviseert ouder en andere betrokkenen hoe te handelen in woon-/leefomgeving• Verzorgt groepsbehandelingen aan specifieke doelgroepen, waarbij de overige indicatoren van de

zorginterventies uitvoeren en diagnosticeren van toepassing zijn

4

Page 27: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

24

4

3

2

1

Competentie 1.3 Evalueren

Binnen de kinderoefentherapie is sprake van onderzoekend behandelen en behandelend onderzoeken. Na het motorisch onderzoek is er tijdens de behandelfase een continue terugkoppeling van de bereikte motorische ontwikkeling van het kind en het aanpassen van het behandelplan daaraan.

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Evalueert volgens het tijdspad het verloop van het behandelproces• Bespreekt de resultaten van de behandeling met kind, ouder en andere betrokkenen en past zo nodig het

behandeldoel, plan, prognose aan • Bouwt tussentijdse evaluatiemomenten is, waardoor nieuwe informatie of een verandering in de situatie kan

leiden tot een veranderende doelstelling of behandelplan• Evalueert volgens het tijdspad het verloop van het behandelproces • Bespreekt de resultaten van de behandeling met kind, ouder en andere betrokkenen en past zo nodig het

behandeldoel, plan, prognose aan• Legt behandel- en meetgegevens verkregen uit de therapeutische fase vast in het dossier• Maakt een eind-/tussenrapportage voor verwijzer, ouder en andere betrokkenen• Evalueert aan het einde van het behandelproces het resultaat van de behandeling en bespreekt dit met

betrokkenen

4

Page 28: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

25

4

3

2

1

2 CommunicatieDe kinderoefentherapeut als communicatorDe kinderoefentherapeut bouwt een vertrouwensrelatie op met het kind, de ouder/verzorger/leerkracht en zorgt voor een adequate uitwisseling van informatie nodig voor

het goed verlopen van het zorgproces. Dit vraagt van de kinderoefentherapeut een goed inschattingsvermogen van informatiebehoefte en informatie noodzakelijkheid binnen de leefwereld van het kind.

Competentie 2.1 Vertrouwensrelatie aangaan met het kind en de direct betrokkenen

De kinderoefentherapeut zorgt dat er een vertrouwensrelatie ontstaat met het kind als basis voor een effectief zorgproces. Ook is het van belang om zowel ouder als leerkracht in dit zorgproces te betrekken, waardoor de kinderoefentherapeut ook moet zorgen voor een vertrouwensrelatie met deze betrokkenen.

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Gaat een professionele samenwerkingsrelatie aan met het kind, de ouder/verzorger/leerkracht• Creëert een veilig pedagogisch klimaat in relatie tot het kind• Speelt in op de belevingswereld en mogelijkheden van het kind• Bejegent het kind met betrokkenheid, begrip en respect• Luistert actief en verkrijgt op doelmatige wijze relevante cliëntinformatie• Creëert een veilig pedagogisch klimaat• Speelt in op het begripsniveau van het kind• Bejegent de ouder/ verzorger/ leerkracht met betrokkenheid, begrip en respect• Luistert actief en verkrijgt op doelmatige wijze relevante cliëntinformatie• Geeft op basis van de resultaten van het diagnostisch proces gericht advies aan de cliënt • Bespreekt de resultaten van de behandeling met kind, ouder en andere betrokkenen en past zo nodig het

behandeldoel, plan, de prognose aan• Bespreekt met de cliënt dan wel wettelijke vertegenwoordiger: - de resultaten van het diagnostische proces - de mogelijke interventies - wederzijdse verwachtingen en verantwoordelijkheden aangaande de interventie• Staat open voor feedback en handelt hiernaar

4

Page 29: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

26

4

3

2

1

Competentie 2.2 Geven van voorlichting en advies

De kinderoefentherapeut geeft voorlichting en advies aan het kind, ouder/verzorger/ leerkracht op het gebied van de motorische ontwikkeling en bewegen in het algemeen gerelateerd aan gezondheid, sport en spel. Dit geldt zowel voor individuen als groepen

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Begeleidt en stimuleert op het gebied van bewegen• Geeft advies over sport, spel en spelmateriaal• Geeft voorlichting over de motorische ontwikkeling van het kind/de kinderen

Competentie 2.3 Informatie geven en vastleggen

De kinderoefentherapie legt relevantie informatie schriftelijk vast in een cliëntendossier en gebruikt die in de communicatie met betrokkenen. Dit gebeurt met respect voor de privacy van de betrokkenen.

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Binnen de kaders die aan de beroepsgroep gesteld worden legt de kinderoefentherapeut een

patiëntendossier volgens de richtlijnen van de beroepsgroep aan en houdt dit bij. Verzamelt op doelmatige wijze informatie van de cliënt

• Maakt gebruik van cliëntendossier en onderhoudt deze• Brengt tijdig en adequaat schriftelijk en/of mondeling verslag uit aan betrokkenen• Neemt de rechten van de cliënt in acht, zoals deze voortvloeien uit wetgeving, rechtspraak en richtlijnen van

de beroepsgroep• Neemt de geheimhoudingsplicht in acht en eerbiedigt de persoonlijke levenssfeer van de cliënt en

betrokkenen• Legt de gegevens vast in een verslag conform het format verslaglegging van het Platform

Kinderoefentherapie

4

Page 30: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

27

4

3

2

1

3 SamenwerkenDe kinderoefentherapeut als samenwerkingspartner Het betreft hier zowel de monodisciplinaire en multidisciplinaire samenwerking ten behoeve van een optimale ontwikkeling van het kind. Monodisciplinair kan gedacht worden aan een overleg op basis van een kinderoefentherapeutisch onderzoek met een algemeen oefentherapeut die de behandeling zal gaan uitvoeren. Vaker zal het om een multidisciplinaire samenwerking gaan. Vanuit ieders expertise kan een goed op elkaar afgestemd behandelplan voor het kind ontwikkeld worden.

Wanneer de kinderoefentherapeut op een school of instituut werkt, zal hij betrokken worden bij de bespreking van het kind. Tot slot kan de kinderoefentherapeut ook deel uitmaken van intercollegiaal overleg of een multidisciplinair team dat een richtlijn, protocol of nieuw product ontwikkelt ten behoeve van jeugdzorg. Kennis van elkaars expertise en delen van specialistische kennis zijn in alle gevallen noodzakelijk.

Competentie 3 Effectief samenwerken

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Bevordert activiteiten om tot multidisciplinair samenwerken te komen• Verwoordt kort visie en doel van de kinderoefentherapie binnen het team• Deelt kennis ten behoeve van de samenwerking/ het overleg• Verwoordt kort de gegevens uit het kinderoefentherapeutisch onderzoek en/of behandeling ten behoeve

van het overleg met inachtneming van het beroepsgeheim• Stemt met andere hulpverleners en opvoeders af hoe de zorgverlening rondom het kind zo efficiënt en

effectief mogelijk kan worden uitgevoerd • Vraagt toestemming aan cliënt voor het delen van informatie voor het overleg• Is zich bewust van verschillende rollen en mogelijke conflicten binnen een team en kan hierin adequaat

handelen d.m.v. communicatievaardigheden• Verwijst adequaat naar een andere hulpverlener ten behoeve van de ontwikkeling van het kind

4

Page 31: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

28

4

3

2

1

4 Kennis en WetenschapDe kinderoefentherapeut als reflectieve professional en praktijkonderzoekerDe kinderoefentherapeut gebruikt de best beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid om het kinderoefentherapeutisch handelen te onderbouwen (evidence- en practice based, EBP). Daarnaast draag de kinderoefentherapeut bij aan innovatie

van de kinderoefentherapeutische zorg door actief deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek, dit te stimuleren en door nieuwe inzichten te implementeren binnen het kinderoefentherapeutisch handelen. De professional werkt permanent aan de ontwikkeling van zijn deskundigheid en levert een bijdrage aan de deskundigheid van collega’s.

Competentie 4.1 Kritisch analyseren van het kinderoefentherapeutisch handelen

De kinderoefentherapeut werkt methodisch en evidence based. Als een reflectieve professional zorgt hij voor de op dit moment best mogelijke kwaliteit van de zorg. Daarbij is het van belang de eigen kennis actueel te houden en in te passen in het eigen handelen.

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Maakt het kinderoefentherapeutisch handelen transparant• Past klinisch redeneren binnen het methodisch handelen toe en onderbouwt de keuzes zoveel mogelijk

evidence based• Signaleert veranderingen in de samenleving en analyseert deze op de consequenties voor het

kinderoefentherapeutisch handelen• Blijft op de hoogte van nieuwe inzichten binnen het vakgebied en past deze toe binnen het eigen

kinderoefentherapeutisch handelen• Hanteert de grenzen van het eigen kunnen en vraagt zo nodig consult• Vindt op doelmatige wijze relevante en actuele literatuur betreffende aan de orde zijnde

besluitvormingsthema’s

4

Page 32: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

29

4

3

2

1

Competentie 4.2 Bijdragen aan innovatie van het beroep

De kinderoefentherapeut draagt systematisch bij aan kwalitatieve verbetering en vernieuwing van de zorgverlening door het ontwikkelen, toepassen en verspreiden van recente(wetenschappelijke) kennis.

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Houdt voortdurend en planmatig de eigen deskundigheid op peil • Levert accuraat data aan ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek • Beoordeelt toegepast onderzoek op zijn praktijkrelevantie • Analyseert, interpreteert en evalueert wetenschappelijke vakliteratuur kritisch ten aanzien van

effectonderzoek (RCT’s, systematische reviews, meta-analyses) en meetinstrumenten (zoals validiteit, betrouwbaarheid, specificiteit, sensitiviteit en responsiviteit)

• Formuleert onderzoeksvragen voor wetenschappelijk onderzoek • Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het eigen vakgebied en de gezondheidszorg door onder

andere: - deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek binnen de kinderoefentherapie - onderzoeksvragen te formuleren • Registreert systematisch relevante cliëntgegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek binnen het

specialisme• Vertaalt uitkomsten van relevant wetenschappelijk onderzoek naar consequenties voor de

kinderoefentherapie

4

Page 33: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

30

4

3

2

1

Competentie 4.3 Deskundigheid bevorderen van professionals

De kinderoefentherapeut levert een bijdrage aan kenniscirculatie betreffende kinderoefentherapeutische thema’s zoals motorische ontwikkeling, klinimetrie bij kinderen, didactische en pedagogische aanpak binnen de behandeling van kinderen, DCD, schrijfproblematiek, etc.

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Verzorgt presentaties, workshops etc. voor: a. collegae b. (para)medici c. leerkrachten• Begeleidt/ coacht kinderoefentherapeuten i.o., (kinder)oefentherapeuten en andere professionals bij het

geven van therapie aan kinderen• Wisselt kennis uit met collegae en andere professionals ten behoeve van eigen deskundigheidsbevordering

4

Page 34: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

31

4

3

2

1

5 Maatschappelijk handelen De oefentherapeut als gezondheidsbevorderaar Dit competentiegebied betreft de maatschappelijke verantwoordelijkheid op het gebied van de jeugdgezondheid en welzijn die de kinderoefentherapeut heeft. Dit betreft zowel

het kind, de gemeenschap en de bevolking. Denk hierbij bijv. aan het bevorderen van bewegen binnen het gezin, de school, de buurt. Het gaat om het signaleren en aanpakken van gezondheidsproblemen.

Competentie 5 Bevorderen jeugdgezondheid en welzijn

De kinderoefentherapeut is enerzijds binnen de diagnostiek en interventie van het individuele kind, maar ook binnen groepsbehandeling, gericht op preventie en het geven van voorlichting over gezond bewegen. Anderzijds zal hij, daar waar nodig en mogelijk het belang van gezond bewegen benadrukken.

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• erkent naast de motorische problematiek, problemen die de ontwikkeling en de gezondheid van het kind

beïnvloeden en neemt dit mee in de behandeling (aanpak, advies, verwijzing)• Geeft voorlichting aan groepen ouders en instanties, zoals gemeente, jeugdzorg en scholen, ter preventie

van gezondheidsproblemen• Signaleert een trend die de ontwikkeling en gezondheid van kinderen beïnvloedt, en neemt hierin zijn

verantwoordelijkheid om dit bespreekbaar te maken• Concretiseert de kwaliteitseisen uit wet- en regelgeving die aan behandel- en zorgproces worden gesteld• Draagt bij aan de patiëntveiligheid • Is op de hoogte van overheid- / gemeentebeleid gericht op de jeugdgezondheid, onderwijs en welzijn• Behartigt de belangen van de cliënt(groep) door beargumenteerd invloed uit te oefenen• Behartigt de belangen van de kinderoefentherapie binnen instanties en organisaties

4

Page 35: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

32

4

3

2

1

6 OrganisatieDe oefentherapeut als organisator De kinderoefentherapeut als organisator beheert een praktijk of onderneming, of is werknemer binnen een praktijk of onderneming en ontwikkelt zorgbeleid en borgt de kwaliteit van de geboden zorg. Dit is dus meer dan de zorgverlening aan de cliënt.

Onder de activiteiten van de organisator vallen: uitvoeren van administratie en praktijkvoering, hanteren van kwaliteitszorgsystemen en ontwikkelen, uitvoeren en borgen van beleid, en beheer van de organisatie. Daarmee draagt hij bij aan continuïteit en kwaliteit van de totale zorg- en dienstverlening.

Competentie 6 Werken in en vanuit een organisatie

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Draagt zorg voor de dagelijkse gang van zaken betreffende cliëntenzorg (faciliteiten, praktijkadministratie

en contacten met collega’s, verwijzers en zorgverzekeraars)• Draagt bij aan kwaliteitszorg. Evalueert systematisch de kwaliteit van de geboden zorg en ontwikkelt,

implementeert en evalueert het verbeterplan (Plan Do Check Act cyclus, PDCA)• Handelt volgens de gangbare kwaliteitszorgsystemen • Levert een bijdrage aan de ontwikkeling, de implementatie en de uitvoering van een beleidsplan van

de organisatie (patiëntenzorg, personeel, samenwerking met derden, marketing en PR, financieel-economische zaken)

• Stemt middelen, materialen en medewerkers af zodat de cliënt kwalitatief goede zorg ontvangt tegen aanvaardbare kosten (doelmatigheid)

4

Page 36: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

33

4

3

2

1

7 ProfessionaliteitDe kinderoefentherapeut als professional & kwaliteitsbevorderaarDe kinderoefentherapeut legt verantwoording af voor zijn handelen binnen de zorgverlening door dit systematisch te evalueren. Hij is in staat om te reflecteren op eigen gedrag en ervaringen, waarbij de waarden en normen van het beroep

in acht worden genomen. Daarbij stelt hij zich open om zijn deskundigheid voortdurend te toetsen en te verbeteren (LLL). De kinderoefentherapeut is zich bewust van het specialisme binnen de oefentherapie. Hij draagt bij aan de profilering, belangenbehartiging en inhoudelijke ontwikkeling van de kinderoefentherapie.

Competentie 7.1 Openstaan om zichzelf en de specialisatie te ontwikkelen

De kinderoefentherapeut stelt zich binnen de zorgverlening regelmatig de vraag: ‘is het goed en kan het nog beter?’ Hij is zich bewust van de kwaliteit van het kinderoefentherapeutisch handelen, stelt dit ter discussie en draagt bij aan verbetering.

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Reflecteert methodisch door: a. het eigen gedrag en ervaringen binnen het zorgverlening proces te evalueren en ter discussie te stellen b. alternatieven te ontwikkelen voor het eigen handelen en hieruit keuzes te maken c. de gemaakte keuzes binnen het eigen handelen uit te voeren d. de gemaakte keuzes te evalueren• Toont initiatief en verantwoordelijkheid voor de eigen professionele ontwikkeling door onder meer het volgen

van scholing, intervisie en intercollegiaal overleg• Toont initiatief en verantwoordelijkheid voor profilering en verdere ontwikkeling van het specialisme• Participeert in beroeps- of belangenverenigingen

4

Page 37: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

34

4

3

2

1

Competentie 7.2 Handelen volgens de waarden en normen binnen de kinderoefentherapie

Indicatoren De kinderoefentherapeut:• Is zich bewust van de essentiële aspecten van de kinderoefentherapie binnen het eigen handelen, zoals

beschreven in het beroepsprofiel• Handelt volgens de uitgangspunten van de kinderoefentherapie, zoals beschreven in het beroepsprofiel• Draagt verantwoordelijkheid voor het eigen kinderoefentherapeutisch handelen, geeft hierin de eigen

grenzen aan en bewaakt deze• Consulteert collegae of andere professionals indien nodig• Is zich bewust van zijn binnen participerende rol in het opvoedingsproces van het kind• Draagt verantwoordelijkheid voor keuzes bij een discrepantie tussen eigen waarden en normen en de

professionele waarden en normen

4

Page 38: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten
Page 39: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

36

4

3

2

1

Biesta, Mignon, Model van de motorische ontwikkeling: Handleiding Post HBO opleiding oefentherapie, Utrecht, 1990-2014.

Boogaart, R. van den, “Zorgplan Motoriek bij kleuters”. Beweegreden, 5 (3), 24-27. Utrecht, 2009.

HU, Instituut voor Bewegingsstudies, Opleidingscompetentieprofiel kinderoefentherapie, Utrecht, 2014.

HU, Instituut voor Bewegingsstudies, Opleidingscompetentieprofiel oefentherapie Cesar, Utrecht, 2013.

HvA, Opleiding Oefentherapie, Opleidingscompetentieprofiel, Amsterdam, 2014.

Noordstar J., “Onderzoek effectiviteit Kinderoefentherapie”. Beweegreden, 6 (1),14-18. Utrecht, 2010.

Stichting Kwaliteitsregister Paramedici, Paramedische Competenties, Utrecht, 2015.

VvOCM, Beroepsprofiel Oefentherapeut, Utrecht, 2015.

Websiteswww.kinderoefentherapie.nl [Online] / Platform Kinderoefentherapie VvOCM. - http://www.kinderoefentherapie.nl

www.nivel.nl [Online] / NIVEL. - http://www.nivel.nl/NZR/oefentherapeutische-zorg

Bronnen

Page 40: BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT... · het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten

Kaap Hoorndreef 28 - 3563 AT Utrecht T (030) 262 56 27 I www.vvocm.nl E [email protected]