Beoordeling van suicidaliteit (a. kerkhof & b. van luijn)

2
Copyright: Bert van Luyn en Ad kerkhof (2012) © Beoordeling van suïcidaliteit in de ggz 1. Vooraf o Verzamel voorinformatie over relevante betrokkenen of uit dossier. o Zorg voor veilige omgeving voor patiënt en hulpverlener. o Zoek en vraag naar eerdere suïcidaliteit en de context waarbinnen deze optrad. 2. Maak contact o Zorg voor een positieve behandelrelatie. o Vraag open, specifiek en niet moraliserend. o Vraag door en vraag om verheldering bij tegenstrijdigheden. o Leef je in in het perspectief van de patiënt. o Wees alert op tekenen van onmacht, hopeloosheid, geen vertrouwen en geen steun. 3. Onderzoek de actuele situatie o Het actuele psychiatrisch toestandsbeeld (z.o.z. voor specifieke risico-indicatoren). o Let op onverwachte veranderingen in het klinisch beeld. o De actuele suïcidaliteit: - vage gedachten- concrete ideeën; -concrete plannen- voorbereidingen; - beschikbaarheid van middelen; - wat weerhoudt? - wat zijn risicomomenten? - hoe dwingend en kwellend zijn de suïcidegedachten? - dwangmatig piekeren over suïcide. o Actuele of dreigende gebeurtenissen: wees alert op elke vorm van (dreigend) verlies en stapeling. o Wat is de druppel die de emmer deed overlopen? o Actuele werkelijke en ervaren steun of het ontbreken daarvan. o Actuele behandeling en problemen of overgangen daarin. 4. Onderzoek de recente voorgeschiedenis o Wat is er recent gebeurd dat de betrokkene als bedreigend ervaart? o Waarmee is de emmer volgeraakt: (dreigend) verlies van relaties, gezondheid, werk, zingeving, recidief, detentie, huiselijk geweld, conflicten? o Wat heeft betrokkene al als oplossingen geprobeerd en met welk effect? o Is betrokkene al langer suïcidaal?Hoe?Eerderesuïcidepogingen?Intentie?Suïcide-uitingen? 5. Onderzoek de ruimere en persoonlijke geschiedenis o Persoonlijke gegevens: geslacht, leeftijd, leefsituatie(let op alleenstaande, gescheiden, oudere mannen). o Persoonlijke waarden (vuile was hang je niet buiten, anderen laten je toch in de steek, status). o (Vroeg)traumatische achtergrond; beleving van het Zelf (onmachtig) en de Ander (bedreigend). o Lichamelijk en psychiatrische ziekten en de betekenis daarvan. o Vaardigheden, coping, interne en externe hulpbronnen. o Hamvraag: wat maakt de huidige situatie voor en vanuit deze persoon zo bedreigend? 6. Formuleer een toekomstverwachting op basis van 3, 4 en 5 o Heeft betrokkene vanuit zijn perspectief nog wel een uitweg? o Wat verwacht je dat betrokkene zo gaat doen als je weggaat? o Welk behandelaanbod kun je betrokkene op korte termijn doen? o Committeert betrokkene zich, gelooft hij in het plan? o Geloof je zelf in het commitment van betrokkene?Zo nee, wees er open over, zoek alternatieven. 7. Maak een diagnostische formulering en een veiligheidsplan o Maak een samenhangende veronderstelling over: -de ernst en mate van acuutheidvan het suïcidaal gedrag; - oorzakelijke en onderhoudende factoren ervan; - de risico’s op korte en middellange termijn. o Baseer hierop een veiligheidsplan. © Bert van Luijn en Ad Kerkhof, 2012

description

Handleiding tbv congres Suicidepreventie op 29 november 2012 te Assen

Transcript of Beoordeling van suicidaliteit (a. kerkhof & b. van luijn)

Page 1: Beoordeling van suicidaliteit (a. kerkhof & b. van luijn)

Copyright: Bert van Luyn en Ad kerkhof (2012) ©

Beoordeling van suïcidaliteit in de ggz

1. Vooraf o Verzamel voorinformatie over relevante betrokkenen of uit dossier.

o Zorg voor veilige omgeving voor patiënt en hulpverlener.

o Zoek en vraag naar eerdere suïcidaliteit en de context waarbinnen deze optrad.

2. Maak contact o Zorg voor een positieve behandelrelatie.

o Vraag open, specifiek en niet moraliserend.

o Vraag door en vraag om verheldering bij tegenstrijdigheden.

o Leef je in in het perspectief van de patiënt.

o Wees alert op tekenen van onmacht, hopeloosheid, geen vertrouwen en geen steun.

3. Onderzoek de actuele situatie o Het actuele psychiatrisch toestandsbeeld (z.o.z. voor specifieke risico-indicatoren).

o Let op onverwachte veranderingen in het klinisch beeld.

o De actuele suïcidaliteit:

- vage gedachten- concrete ideeën;

-concrete plannen- voorbereidingen;

- beschikbaarheid van middelen;

- wat weerhoudt?

- wat zijn risicomomenten?

- hoe dwingend en kwellend zijn de suïcidegedachten?

- dwangmatig piekeren over suïcide.

o Actuele of dreigende gebeurtenissen: wees alert op elke vorm van (dreigend) verlies en stapeling.

o Wat is de druppel die de emmer deed overlopen?

o Actuele werkelijke en ervaren steun of het ontbreken daarvan.

o Actuele behandeling en problemen of overgangen daarin.

4. Onderzoek de recente voorgeschiedenis o Wat is er recent gebeurd dat de betrokkene als bedreigend ervaart?

o Waarmee is de emmer volgeraakt: (dreigend) verlies van relaties, gezondheid, werk, zingeving, recidief,

detentie, huiselijk geweld, conflicten?

o Wat heeft betrokkene al als oplossingen geprobeerd en met welk effect?

o Is betrokkene al langer suïcidaal?Hoe?Eerderesuïcidepogingen?Intentie?Suïcide-uitingen?

5. Onderzoek de ruimere en persoonlijke geschiedenis o Persoonlijke gegevens: geslacht, leeftijd, leefsituatie(let op alleenstaande, gescheiden, oudere mannen).

o Persoonlijke waarden (vuile was hang je niet buiten, anderen laten je toch in de steek, status).

o (Vroeg)traumatische achtergrond; beleving van het Zelf (onmachtig) en de Ander (bedreigend).

o Lichamelijk en psychiatrische ziekten en de betekenis daarvan.

o Vaardigheden, coping, interne en externe hulpbronnen.

o Hamvraag: wat maakt de huidige situatie voor en vanuit deze persoon zo bedreigend?

6. Formuleer een toekomstverwachting op basis van 3, 4 en 5 o Heeft betrokkene vanuit zijn perspectief nog wel een uitweg?

o Wat verwacht je dat betrokkene zo gaat doen als je weggaat?

o Welk behandelaanbod kun je betrokkene op korte termijn doen?

o Committeert betrokkene zich, gelooft hij in het plan?

o Geloof je zelf in het commitment van betrokkene?Zo nee, wees er open over, zoek alternatieven.

7. Maak een diagnostische formulering en een veiligheidsplan o Maak een samenhangende veronderstelling over:

-de ernst en mate van acuutheidvan het suïcidaal gedrag;

- oorzakelijke en onderhoudende factoren ervan;

- de risico’s op korte en middellange termijn.

o Baseer hierop een veiligheidsplan.

© Bert van Luijn en Ad Kerkhof, 2012

Page 2: Beoordeling van suicidaliteit (a. kerkhof & b. van luijn)

Copyright: Bert van Luyn en Ad kerkhof (2012) ©

Psychiatrische risico-indicatoren

Alle psychiatrische ziekten kennen een verhoogd risico, vooral als:

o de stoornis ernstig is;

o de stoornis een ernstige psychologische bedreiging vormt voor deze patiënt;

o innerlijke of externe steun ontoereikend is;

o er sprake is van comorbiditeit;

o de betrokkene eerder suïcidaal was met een sterke doodsintentie.

Met name depressie, verslaving en persoonlijkheidsstoornissenzijn risicovolle comorbide factoren.

1. Psychiatrische stoornissen en symptomatologie

Stemmingsstoornis

Verhoogd risico bij alle stemmingsstoornissen, maar met name bij de depressie of in een depressieve episode bij

de bipolaire stoornis.

Depressie: het acute risico bij een depressie is verhoogd bij ernstige slaapstoornissen, onrust, (diffuse) angst,

paniek(aanvallen), ernstige zelfverwaarlozing, dwangmatig piekeren en rumineren.

Cave comorbideborderline persoonlijkheidsstoornis: het risico is dan verhoogd.

Bipolaire stoornis: verhoogd risico bij ernstige vorm, rapidcycling, een vroeg begin van de stoornis. Let bij mannen

vooral op comorbide middelengebruik.

Angststoornis

Cave desintegratie-angst, angst met psychotische kleur, depressie.Verhoogd risico bij ernstige paniekaanvallen en

dwangmatig onophoudelijk piekeren.

Schizofrenie of psychotische stoornis

Comorbide (postpsychotische) depressie en middelengebruik, imperatieve hallucinaties, goed besef van

invaliderende gevolgen van de stoornis, hoog ik-ideaal, non-compliance, eerder in beginfase van de stoornis.

Persoonlijkheidsstoornis

Alle persoonlijkheidsstoornissen: verhoogd risico met name de borderline stoornis, en de antisociale

persoonlijkheidsstoornis (impulsiviteit!).

Bij borderline persoonlijkheidsstoornis: ernstige vormen van stoornis en met name later in beloop.

Cave interpersoonlijk verlies, voorgeschiedenis van misbruik, dissociatie, gedwongen ontslag uit psychiatrisch

ziekenhuis, depressie, intoxicaties.

Verslaving

Met name later in het beloop bij stapeling van verlies en maatschappelijk verval; cave recent interpersoonlijk

verlies en recente toename van gebruik.

Eetstoornis

Comorbide depressie en dwangmatig piekeren over suïcide.

Intoxicatie

Met name alcohol.

2. Psychologische factoren

o Zwart-wit denken.

o Wanhoop.

o Dwangmatig onophoudelijk piekeren, rumineren over suïcide en eigen gedachten.

o Overtuiging een last voor anderen te zijn.

o Onmacht.

o Gebrek aan beleefd perspectief.

o Geen vertrouwen dat een ander nog kan helpen.

o Impulsiviteit en agressie.

o Ernstige krenking en gezichtsverlies.

© Bert van Luijn en Ad Kerkhof, 2012