Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het...

12
Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofd Citation for published version (APA): Sauren, A. A. H. J. (1992). Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofd. (DCT rapporten; Vol. 1992.138). Technische Universiteit Eindhoven. Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1992 Document Version: Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication: • A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website. • The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review. • The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers. Link to publication General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal. If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement: www.tue.nl/taverne Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us at: [email protected] providing details and we will investigate your claim. Download date: 03. Aug. 2021

Transcript of Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het...

Page 1: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofd

Citation for published version (APA):Sauren, A. A. H. J. (1992). Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofd. (DCT rapporten; Vol.1992.138). Technische Universiteit Eindhoven.

Document status and date:Gepubliceerd: 01/01/1992

Document Version:Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can beimportant differences between the submitted version and the official published version of record. Peopleinterested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit theDOI to the publisher's website.• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and pagenumbers.Link to publication

General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, pleasefollow below link for the End User Agreement:www.tue.nl/taverne

Take down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us at:[email protected] details and we will investigate your claim.

Download date: 03. Aug. 2021

Page 2: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd

A. Sauren

12- 10-1992

I Inleiding

Dit verslag bevat een beknopte beschrijving van de anatomie van het menselijk hoofd. In hoofdstuk 2 wordt de anatomie sec beschreven. In hoofdstuk 3 wordt de zaak vanuit mechanisch oogpunt bekeken. Hoofdstuk 3 kan in principe los van hoofdstuk 2 gelezen worden. De illustraties, waarnaar in de tekst verwezen wordt, zijn los bijgevoegd. Dit verslag is een gewijzigde versie van het rapport d.d. 7-5-1992.

2 Anatomie van het hoofd

2.1 De schedel

De schedel bestaat uit twee delen, de hersenschedel en de gezichtsschedel (zie Fig. 1). Een lijn, getrokken van de ene uitwendige gehoorgang naar de andere via neuswortel en wenkbrauwen, vormt de scheiding tussen beide delen. De gezichtsschedel blijft in deze beschrijving buit en beschouwing.

De hersenschedel ( (neuro)cranium) kan worden onderverdeeld in het schedeldak en de schedelbasis. Het schedeldak (catvaria) is op te vatten als een schaal. Het bestaat uit acht, door naden verbonden, beenderen (zie Fig. 1): Het voorhoofdsbeen (os frontaie), twee wand- of kruinbeenderen (ossa parietalia), twee slaapbeenderen ( ossa temporalia)) het achterhoofdsbeen (os occipitale), het vleugel- of wiggebeen (os sphenoidale) en het zeefbeen (os ethmoidale, wordt ook wel tot de schedelbasis gerekend). De naden tussen de beenderen zijn bij volwassenen geheel vergroeid. Het achterhoofdsbeen vormt met de achterhoofdsknobbels een gewricht met de eerste halswervel, de atlas. De dikte van de schedelbeenderen varieert van ongeveer 4 tot 7 mm. Zij hebben een sandwichstructuur, bestaande uit een compacte binnen- en buitenlaag ( lamina interna en ezterna) met daar- tussen een spongieuze of poreuze laag (diploë), die het dikste is. Het schedeldak is aan de buitenkant bekleed met een 5 à 7 mm dikke, zachte weefsellaag die weer onderverdeeld kan worden in vijf lagen en wel, van buiten naar binnen, huid, bindweefsel, (?) aponeurose,

1

Page 3: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

losmazig bindweefsel en tenslotte het periosteum, een vezelig membraan dat de schedel- beenderen direct bedekt.

Wat betreft de schedelbasis bekijken we alleen het achterste gedeelte dat de hersenen omsluit. Dit deel is samengesteld uit het wiggebeen, de slaapbeenderen en het achter- hoofdsbeen. De schedelbasis is feitelijk een dikke onregelmatig gevormde plaat, voorzien van verschillende kleine openingen (fonzmilza), die dienen voor het doorlaten van vaten en zenuwen, en een grote centrale opening in het achterhoofdsbeen, het achterhoofdsgat ( foramen (occipitale) magnum) , dat als doorvoer dient voor het verlengde merg (zie par. 2.2) en een aantal aders en venen.

2.2 De hersenen

Het hoofd van een volwassen mens heeft een massa van ongeveer 4,5 kg waarvan 1,5 kg voor rekening komt van de hersenen. Zij bestaan uit de hersenstam en de kleine hersenen. De hersenstam is samengesteld uit de grote hersenen, de middenhersenen, de brug van Varol en het verlengde merg (zie Fig. 2).

De grote hersenen zijn opgebouwd uit twee halfronden of hemisferen. In de hemis- feren worden, van buiten naar binnen, onderscheiden de hersenschors (cerebrale cortex), die uit grijze stof bestaat, en het merg of witte stof. De grijze stof is een 1,5 tot 4,5 mm dikke laag, samengesteld uit zenuwcellen en steuncellen (glia). Het daaronder gelegen merg (medulla) daarentegen bevat geen cellen maar alleen zenuwvezels in de vorm van uitlop- ers van de zenuwcellen. De vezels zijn omhuld door een vetachtige stof die de zogenaamde myelineschede vormt. DiMasi et al. (1991) opperen de mogelijkheid van anisotrope materi- aaleigenschappen van de mergstructuren tengevolge van voorkeursoriëntaties van de vezels. In het merg bevindt zich ook de zogenaamde hersenbalk (corpus callosum, zie Fig. 3) die de hemisferen van de grote hersenen met elkaar verbindt. De hersenschors heeft plooien (gyri) gescheiden door groeven (sulci). Op grond van zeer diepe groeven (f issuren) worden aan de schors zowel links als rechts vijf hersenkwabben onderscheiden: aan het oppervlak de voorhoofdskwab, pariëtaal- of wandbeenkwab, achterhoofdskwab en slaapbeenkwab en binnenin de vijfde kwab of schorseiland.

De middenhersenen vormen een vezelige verbinding tussen de halfronden van de grote hersenen en de brug van Varol. De brug van Varol is een brede band van zenuwvezels die een verbinding vormt tussen de grote en de kleine hersenen en het verlengde merg.

Het verlengde merg (medulla oblongata) op zijn beurt bestaat ook uit witte stof en vormt de verbinding tussen de brug van Varol en het ruggemerg en daarmee dus de verbinding tussen de totale hersenmassa en het ruggemerg.

De kleine hersenen liggen achter de hersenstam en bestaan evenals de grote hersenen uit twee halfronden, verbonden door de zogenaamde vermis of worm. Ook de kleine hersenen bezitten een kern van witte materie omgeven door een laag grijze materie.

In de hersenen bevinden zich vier met hersenvocht gevulde holten, ook wel hersenkamers of ventrikels genoemd. In elke hemisfeer van de grote hersenen zit een zogenaamde zijven- trikel. De beide zijventrikels staan met elkaar in verbinding via de derde ventrikel. De vierde ventrikel bevindt zich in de kleine hersenen. De derde en de vierde ventrikel zijn

2

Page 4: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

verbonden door de "waterleiding van Sylvius". De vierde ventrikel zet zich voort in het centrale kanaal van het ruggemerg. Figuur 4 geeft een indruk van de ingewikkelde vorm van de hersenholtes en hun onderlinge verbindingen.

2.3 De hersenvliezen

De mens heeft drie hersenvliezen (meninges) waartussen zich met hersenvocht gevulde ruimten bevinden (zie Fig. 5). De hersenvliezen zijn bindweefselmembranen ( i k heb nog niets gevonden over eventuele voorkeursoriëntaties van vezels en daaruit voortvloeiende unisotropie) die de hersenen bekleden en een geheel vormen met de ruggemergsvliezen die het ruggemerg omhullen. De vliezen zijn van belang voor de stofwisseling van de herse- nen. Bovendien wordt de combinatie vliezen/hersenvocht verdacht van een schokdempende werking.

Het buitenste of harde hersenvlies (dura mater) is nauw met het beenvlies aan de binnenkant van de schedel vergroeid. Vooral bij heel jonge en heel oude mensen is de dura stevig verbonden met de binnenkant van de schedel (Holbourn, 1943). Blijkbaar is er bij volwassenen toch nog een beetje ruimte tussen schedel en dura, de zogenaamde epidurale ruimte. Het harde hersenvlies vormt een dubbelblad tussen de beide helften van zowel de grote als de kleine hersenen, de zogeheten faZ. (of preciezer de f u h cerebri en de fuzz cerebelli). Deze falx ligt dus in het midsagittale vlak. Bovendien vormt het een dubbelblad als scheiding tussen de grote en de kleine hersenen, het tentorium cerebelli of kortweg tentorium (zie Fig. 5). Op enkele plaatsen bevinden zich tussen de lagen van de dubbelbladen aderlijke afvoerwegen voor bloed uit de hersenen.

De subdurale ruimte scheidt het harde hersenvlies van het daaronder liggende spinne- webvlies (arachnoidea). Dit vlies is rijk aan bloedvaten en bestaat uit twee delen: een dun buitenste membraan en een gedeelte opgebouwd uit dunne netvormige bindweefselbalkjes, die het buitenste deel verbinden met het onder het spinnewebvlies gelegen zachte hersen- vlies. Doordat het spinnewebvlies de grote en de kleine groeven van de hersenoppervlakken overbrugt zijn er op verschillende plaatsen onder dit vlies met hersenvocht gevulde holten (cisternae).

De subarachnoïdale ruimte, waarvan de zojuist genoemde holten deel uitmaken, scheidt het spinnewebvlies van het binnenste of zachte hersenvlies (p ia mater) . Dit zeer dunne vlies, dat rijk is aan bloedvaten, ligt direct tegen de hersenmassa aan en volgt alle groeven, ook de diepste, van het hersenoppervlak. Het is het vaatvlies van de hersenen.

2.4 Het hersenvocht

In de ventrikels en de ruimten tussen de hersenvliezen en de ruggemergsvliezen bevindt zich het hersenvocht of cerebrospinaalvocht. Het is een waterige(?) vloeistof en het volume bij een volwassene bedraagt ongeveer 150 ml. Het hersenvocht wordt aangemaakt in de ven- trikels. Door het zeer dunne dak van de vierde ventrikel communiceert het hersenvocht met het vocht in de ruimte daarbuiten die wordt gevormd door de hersen- en ruggemergsvliezen.

3

Page 5: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

3 Beknopte beschrijving en discussie van de anatomie van het hoofd vanuit het oogpunt van mechanische rno delvor ming

3.1 De schedel

De schedel bestaat uit twee delen, de hersenschedel en de gezichtsschedel (zie Fig. i). De hersenschedel, dat wil zeggen het gedeelte van de schedel dat de hersenen omhult, kan worden onderverdeeld in het schedeldak en de schedelbasis.

Het schedeldak is op te vatten als een schaal, samengesteld uit acht door naden ver- bonden beenderen. Bij volwassenen zijn de naden geheel vergroeid zodat ze dan geen verzwakking in de schedelconstructie vormen (Shugar, 1977) . De naden hebben meestal een vertande vorm. Sterk vertande naden hebben bij quasi-statische belasting dezelfde buigsterkte als bot. Bij schokbelastingen die tot breuk leiden, nemen de naden 16% tot 100% meer vervormingsenergie op dan bot (Jaslow, 1991). De dikte van de schedelbeen- deren varieert van 4 tot 7 mm. Zij hebben een sandwichstructuur bestaande uit twee compacte lagen met daartussen een spongieuze laag. De buitenkant van het schedeldak is bekleed met een 5 tot 7 mm dikke, zachte weefsellaag.

De schedelbasis is op te vatten als een dikke onregelmatig gevormde plaat waarin, naast een aantal kleine openingen voor het doorlaten van vaten en zenuwen, het achterhoofdsgat zit dat als doorvoer dient voor het verlengde merg (zie Fig.2).

In ons onderzoekproject zal niet gekeken worden naar belastingen die via de gezichts- schedel worden ingeleid. Bij de modelvorming van het hoofd hoeft de gezichtsschedel daarom alleen te worden meegenomen om zijn effect op de massaverdeling en de traag- heidseigenschappen van het hoofd te verdisconteren.

3.2 De hersenen

In de hersenen zijn een aantal deelstructuren te onderscheiden. De grootste deelstructuur vormen de grote hersenen die zijn opgebouwd uit twee halfronden aan weerszijden van het midsagittale vlak (dat wil zeggen het "symmetrievlak" van het lichaam). Van de andere deelstructuren verdient hier alleen het verlengde merg vermelding omdat het de verbinding vormt tussen de hersenmassa en het ruggemerg. Hersenmassa en ruggemerg vormen dus een continuüm.

De hemisferen van de grote hersenen bestaan uit een kern van witte materie of merg, omgeven door een laag grijze materie. De laag grijze materie is 1,5 tot 4,5 mm dik en bestaat uit cellen (zenuwcellen en steuncellen). Het merg bevat alleen vezels en geen cellen. In het merggebied bevindt zich de hersenbalk die de hemisferen verbindt. Speciale vermelding verdienen vier met hersenvocht gevulde holten die zich in de hersenen bevinden. Twee van die holten, de zogenaamde zijventrikels, bevinden zich in de grote hersenen en wel één in elke hemisfeer (Fig. 4). De hersenen zijn in wezen een meer-fasenmateriaal, samengesteld uit hersenweefsel, bloedvaten, bloed en hersenvocht (Sorek et al. (1989);

4

Page 6: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

Itkis en Mchedlishvili (1979)).

3.3 De hersenvliezen Het buitenoppervlak van de hersenmassa wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een groot aantal grotere en kleinere groeven. Dit buitenoppervlak is bekleed met het bloed- vatrij ke binnenste of zachte hersenvlies dat alle groeven volgt (zie Fig.5). Daarovefheen zit het zogenaamde spinnewebvlies waarin zich ook veel bloedvaten bevinden. Dit vlies bestaat uit een dun buitenste membraan en een laag opgebouwd uit dunne netvormige bindweefselbalkjes die het membraan verbinden met het binnenste hersenvlies. Doordat het spinnewebvlies de grote en kleine groeven van het hersenoppervlak overbrugt, zijn er op verschillende plaatsen onder dit vlies met hersenvocht gevulde ruimten die samen de subarachnoïdale ruimte vormen. Ik heb (nog) niet kunnen achterhalen of het hersenvocht alleen in die holten of ook ter plaatse van de netvormige bindweefselstructuur zit. Ik veron- derstel dat het laatste wel het geval is. Over het spinnewebvlies heen en daarvan gescheiden door een (kleine?) tussenruimte bevindt zich tenslotte het buitenste of harde hersenvlies. Dit vlies is nauw vergroeid met het beenvlies aan de binnenkant van de schedel. Toch schijnt er hier en daar nog wat ruimte, de zogenaamde epidurale ruimte, te zijn tussen het beenvlies en het harde hersenvlies.

Ik heb (nog) niets gevonden over verbindingen tussen het buitenste hersenvlies en het spinnewebvlies. Als die er z i jn dan zullen ze waarschijnlijk alleen bestaan uit venen en aders.

Het buitenste hersenvlies volgt de groeven en plooien van het hersenoppervlak niet. Wel vormt dit vlies een dubbelblad tussen de beide helften van zowel de grote als de kleine hersenen. Deze laatste liggen achter de grote hersenen en vormen als het ware een verkleinde uitgave hiervan. Dit dubbelblad ligt dus in het midsagittale vlak en heet falx. Bovendien vormt het harde hersenvlies een dubbelblad als afscheiding tussen de grote en de kleine hersenen. Dit dubbelblad heet tentorium.

Over verbindingen tussen enerzijds de bladen van falx en tentorium in het algemeen en hun "vouwranden" in het bijzonder en anderzijds het spinnewebvlies heb ik nog geen expliciete gegevens gevonden. W e l wordt melding gemaakt van de aanwezigheid tussen de dubbelbladen van aderlijke afvoerwegen voor bloed uit de hersenen. Ik ga er vanuit dat deze bloedvaten weliswaar een structurele verbinding tussen de hersenvliezen onderling alsmede tussen de vliezen en de hersenmassa vormen, maar dat ze geen krachtdoorleidende funct ie van betekenis hebben. Ze lijken m e in elk geval niet als zodanig bedoeld. Ik kan me voorstellen dat ze een rol spelen bij het ontstaan van letsels doordat ze kunnen bezwijken tengevolge van grote relatieve bewegingen van de structuren waar ze tussen zit ten.

Shugar (1977) merkt op dat falx en tentorium de hersenen ondersteunen. Ik zie nog niet goed waarop die ondersteunende funct ie is gebaseerd. Da t komt ook door-

dat ik nog niet precies weet waar de begrenzingen van falx en tentorium liggen. Daarvoor moet nog eens goed in anatomieboeken en eventueel naar preparaten gekeken worden.

De hersenvliezen vormen een geheel met de ruggemergsvliezen die het ruggemerg omhullen.

5

Page 7: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

3.4 Slotopmerkingen Van belang voor de mechanische modelvorming lijkt mij het gegeven dat zowel de hersen- massa en het ruggemerg als de hen omringende vliezen een continuüm vormen. De ruimten tussen de verschillende structuren is gevuld met dezelfde vloeistof, het hersenvocht of cere- brospinaalvocht. Er lijkt dus sprake te zijn van een gelaagde, membraanachtige ”kous” (de vliezen) waarin zich het cûntmüüm hersenen 8~ mggemerg bevindt en .v~aari:: de ze" ruimte is gevuld met cerebrospinaalvocht. Het gedeelte van de kous dat de hersenen be- vat ligt opgesloten in een container, de hersenschedel. De bewegingsmogelij kheden van de hersenen ten opzichte van de containerwand worden bepaald door koppelingen tussen, achtereenvolgens, hersenen en kous, tussen de lagen van de kous en tussen de kous en de containerwand. Uit beschrijvingen in de literatuur (Shugar (1977); Khalil en Viano (1982)) blijkt dat er wel degelijk sprake is van beweeglijkheid van de hersenen ten opzichte van de schedelwand. Alleen ter plaatse van het achterhoofdsgat zijn de vliezen verbonden met het schedelbot (Shugar, 1977).

Het hersenvocht wordt in het algemeen omschreven als een waterige vloeistof. De enige concrete aanwijzing daarvoor op basis van experimenten heb ik gevonden bij McElhaney et aL(1972) en bij Ommaya (1968). De laatste verwijst daarbij naar een publicatie van Levinson uit 1919.

. I.

4 Literatuur Beusenberg, M. (1992) Head injury biomechanics. In: Injury Biomechanics, Chapter 4. Eindhoven University of Technology.

DiMasi, F., Eppinger, R.H., Gabler 111, H.C., Marcus, J.H. (1991) Simulated head impacts with upper interior structures using rigid and anatomic brain models. Auto & Traffic Safety, Summer 1991, pp. 20-31.

Holbourn, A.H.S. (1943) Mechanics of head injuries. The Lancet, V01.2, pp. 438-441.

Itkis, M.L., Mchedlishvili, G.I. (1979) Method of determining the mechanical properties of the brain in vivo. Mechanics of Composite Materials, Vo1.15, pp. 762-766.

Jaslûw, C.R. (1990) Mechanical properties of cranial sutures. J. Biomech., Vo1.23, No.4, pp. 313-321.

Khalil, T.B., Viano, D.C. (1982) Critical issues in finite element modeling of head impact. Proc. 26th Stapp Car Crash Conf., pp. 87-102, SAE Paper 821150.

Levinson, A. (1919) Cerebrospinal fluid in health and disease. C.V. Mosby, St. Louis.

McElhaney, J.H., Melvin, J.W., Roberts, V.L., Portnoy, H.D. (1972) Dynamic character- istics of the tissues of the head. In: Uncorrected preprints of papers to be presented at the

6

Page 8: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

Symposium on Perspectives in Biomedical Engineering. Ed. : R.M. Kenedi.

Nieuwenhuys, R., Voogd, J., Huijzen, Chr. van (1979) The human central nervous system. Springer-Verlag, Berlin, Heidelberg, New York.

Ommaya, A.K. (1968) Mechanical properties of tissues of the nervous system. J. Biomech., b l . 1 , p p 127-138.

Platzer, W. (1982) Sesam Atlas van de anatomie. Deel 1: Bewegingsapparaat. Bosch & Meuning NV, Baarn.

Shugar, T.A. (1977) A finite element head injury model. Technical Report R-854-1, Civil. Eng. Lab., Port Hueneme, Ca. US.

Sorek, S., Bear, J., Karni, Z. (1989) Resistances and compliances of a compartmental model of the cerebrovascular system. Annals of Biomedical Engineering, Vo1.17, pp. 1-12.

Fons Sauren

7

Page 9: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

harsen-

stam

Page 10: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte
Page 11: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

16

Page 12: Beknopte anatomische beschrijving van het menselijk hoofdBeknopte anatomische beschrijving van het menselijk c hoofd A. Sauren 12- 10-1992 I Inleiding Dit verslag bevat een beknopte

/-

subarachnoid spac2 pia maier 4bio~neerfe s P 2 ~ e h i k

. . . b r a i n hersen vires) . . . .

. . _ _ . . . . . . . . . .

. . . . . . . .