Basiskennis fotografie

29
Fotografie diafragma, sluitertijd & lichtgevoeligheid

description

Kort overzicht van fotografische techniek. Met name inspelend op de belangrijke relatie tussen sluitertijd, diafragma en lichtgevoeligheid. Leer denken in fotografische STOPS!

Transcript of Basiskennis fotografie

Page 1: Basiskennis fotografie

Fotografiediafragma, sluitertijd& lichtgevoeligheid

Page 2: Basiskennis fotografie

DiafragmaIn de optica is een diafragma een meestal ronde of veelhoekige opening in de

lichtbaan van een objectief die een bepaalde hoeveelheid licht door kan laten of

tegenhouden. Veel fototoestellen hebben een verstelbaar diafragma waardoor de

hoeveelheid invallend licht kan worden veranderd.

Page 3: Basiskennis fotografie

Diafragma diafragmawaarden

De volledige reeks van diafragma waarden (hele stops)

1.0 1.4 2.0 2.8 4 5.6 8 11 16 22 32

En een voorbeeldreeks van diafragmaawaarden met tussenstops (1/3e stop)

1.0 1.2 1.4 1.8 2.0 2.5 2.8 4 4.5 5.6 6.7 8 9.5 11 13 16

Page 4: Basiskennis fotografie

Diafragma diafragmawaarden

ƒ2.8 ƒ4 ƒ5.6 ƒ8 ƒ11

Grote opening Kleine opening

Klein getal Groot getal

Elke ƒ-stop* verschil naar een kleiner getal laat 2 keer zoveel licht door.

Elke ƒ-stop* verschil naar een groter getal laat 2 keer zoveel minder licht

door.

< Veel licht Weinig licht >

Page 5: Basiskennis fotografie

Diafragma afbeeldingskwaliteit

Een gemiddelde curve voor de afbeeldingskwaliteit bij een bepaald diafragma.

0

25

50

75

100

2 2.8 4 5.6 8 11 16 22 32

gebied “beste”

lenskwaliteit

Page 6: Basiskennis fotografie

Diafragma F-getal

Het F-getal is de verhouding van de diameter van het diafragma ten opzichte van de brandpuntsafstand van de lens. (Deling)Voorbeeld

ƒ4 betekent in werkelijkheid dat de diameter 1/4 gedeelte is van de brandpuntsafstand. ƒ = f:d

*Stop (ook wel genoemd Exposure Value EV)

In de fotografie is het basisbegrip 'stop' het verschil tussen twee opeenvolgende sluitertijden, of tussen twee opeenvolgende diafragmawaarden of tussen twee opeenvolgende ISO-waarden.

Page 7: Basiskennis fotografie

De sluiterDe belichtingstijd of sluitertijd is de tijdsduur

die beschrijft hoelang een *lichtgevoelig

element wordt blootgesteld aan het licht.

* Met een lichtgevoelig element kan bijvoorbeeld

fotografische film of een chip met fotogevoelige

halfgeleiders (digitale camera) bedoeld worden zoals

die in een fototoestel wordt gebruikt.

Gordijnsluiter SLR

Page 8: Basiskennis fotografie

SluitertijdElke film/chip heeft een bepaalde hoeveelheid licht nodig om tot een goeie opname te komen. De sluitertijd bepaald de tijdsduur van de opname en dus de mate van beweging/stilstand.

De sluitertijd wordt uitgedrukt in seconden/gedeeltes van seconden:

1 1/2 1/4 1/8 1/15 1/30 1/60 1/125 1/250 1/500 1/1000 1/2000

Page 9: Basiskennis fotografie

Sluitertijd tussenstops

Moderne camera’s zijn veelal voorzien van tussenwaarden:

1/8 1/10 1/15 1/20 1/30 1/45 1/60 1/90 1/125 1/180 1/250

Dit maakt een nog preciezere belichting mogelijk.....

de helft minder licht

1/60 1/125

2x zoveel licht

Page 10: Basiskennis fotografie

Lichtgevoeligheid - ISODe filmgevoeligheid is de mate waarin de film reageert

op het licht. Ze wordt uitgedrukt in ISO-waarden. De

meest courante zijn 100, 200 en 400 ISO. Waarbij een

verdubbeling van het getal een verdubbeling van de

filmgevoeligheid weergeeft.

ISO waarden

Traag 25 - 50 ISO

Gemiddeld 100 - 200 ISO

Snel 400 - 800 ISO

Supersnel 1600 - 3200 ISOASA DIN ISO100 21 100200 24 200400 27 400

ISO waarden en oude waarden

Page 11: Basiskennis fotografie

Sluitertijd, diafragma en filmgevoeligheidDe belichtingsmeter van de camera rekent de

hoeveelheid gemeten licht om naar een waarde die

gerelateerd is aan de sluitertijd, het diafragma

en de filmgevoeligheid.

Page 12: Basiskennis fotografie

Sluitertijd & diafragma creatief

• De sluitertijd bepaald de mate van beweging en of stilstand

1/30 seconde1/500 seconde

Page 13: Basiskennis fotografie

Sluitertijd & diafragma creatief

• Het diafragma bepaald afhankelijk van de brandpuntsafstand van het objectief de verhouding tussen scherpte en

onscherpte. Dit noemen we de scherptediepte*

ƒ 8ƒ 4.5

Page 14: Basiskennis fotografie

*Scherptediepte diafragmaopening

De scherptediepte wordt dus ook nog bepaald door het

brandpuntsafstand van het objectief.

Telelens 400mmweinig scherptediepte

Groothoeklens 24mmveel scherptediepte

Page 15: Basiskennis fotografie

Scherptediepte

Page 16: Basiskennis fotografie

Sluitertijd, diafragma en filmgevoeligheidDe belichtingsmeter van de camera rekent de hoeveelheid gemeten licht om naar een waarde

die gerelateerd is aan de sluitertijd, het diafragma en de filmgevoeligheid.

ISO 100 film

Let op: Elke andere combinatie op deze rij is ook goed om tot een juiste belichting te komen!

geen beweging veel beweging

weinig scherptediepte

veel scherptediepte

Page 17: Basiskennis fotografie

FotografieLichtmeting & Belichting

Page 18: Basiskennis fotografie

Begrippen - lichtmetingLichtmeting: het meten van de

hoeveelheid die op een onderwerp valt,

dan wel door een onderwerp wordt

teruggekaatst; de lichtmeting wordt

weergegeven in een bepaalde combinatie

van sluitertijd en diafragma, of in een

bepaalde lichtwaarde. Deze meting is ook

afhankelijk van de ingestelde ISO waarde.

Page 19: Basiskennis fotografie

LichtmetingBelichtingmeters zijn echter afgesteld op 18% grijs. Een foto van een

éénkleurig oppervlak laat een 18% grijze kleur zien. Een zwart vlak wordt 18%

grijs en een wit vlak eveneens als je doet wat de belichtingsmeter aangeeft.

Een belichtingsmeter is een apparaat dat de wereld in 18% grijs weergeeft en

iedere belichting wordt zo berekend. Een zwart-wit beeld wordt in neutraal

grijs weergegeven. Een kleurenfoto geeft een equivalent van 18% grijs weer.

GRIJS WITZWART

Page 20: Basiskennis fotografie

Een niet gecorrigeerde foto (18% grijs reflectiemeting)

Een wel gecorrigeerde foto(1/12 stop overbelicht)

Page 21: Basiskennis fotografie

Belichting is de combinatie van de

ingestelde iso waarde, het diafragma en

de sluitertijd, die ervoor zorgt dat op de

film of chip een bepaalde hoeveelheid licht

valt.

Begrippen - belichting

Page 22: Basiskennis fotografie

Soort verlichtinghet licht dat op een onderwerp valt kan allerlei kleuren hebben (daglicht, lamplicht, kaarslicht etc.) en ook allerlei kwaliteiten, zoals gericht of diffuus.

LichtwaardeDrukt de hoeveelheid gemeten licht uit, die bepaalt welke combinaties van sluitertijd en diafragma een bepaalde belichting opleveren (bij een bepaalde filmgevoeligheid).

Stopfotografische term voor het verschil tussen bijv. 1/125 sec en 1/250 sec, of f11 en f16. Bij beide voorbeelden is er sprake van één stop verschil. Stops verdubbelen of halveren de hoeveelheid licht.

Diafragma, sluitertijd en iso waarde zijn van groot belang voor een goed belichte opname, maar hierover meer tijdens de andere lessen.

Begrippen - overige

Page 23: Basiskennis fotografie

Methodes van lichtmetenEr zijn 2 belangrijke methodes om het licht te meten.

1. Gereflecteerde lichtmeting - meet licht wat weerkaatst van het onderwerp- gebruikt de ingebouwde lichtmeter van de camera

2. Opvallend lichtmeting - meet licht wat op het onderwerp valt- losse lichtmeter- meest zuivere methode

Page 24: Basiskennis fotografie

Opvallend lichtmeting

Page 25: Basiskennis fotografie

Gereflecteerde lichtmeting

Page 26: Basiskennis fotografie

Lichtmeten - mogelijkhedenLosse belichtingsmeter

het grote voordeel van de opvallend lichtmeting met een losse

lichtmeter is dat de meting onafhankelijk van het onderwerp tot stand

komt en rechtstreeks het licht meet. Of het onderwerp nu donker,

licht of gevlekt is maakt niet uit.

Nadeel is dat je precies hetzelfde licht moet meten als dat op het

onderwerp valt. Dat is lastig als je vanuit een open raam een plein

fotografeert, of vanuit het donkere dal de opkomende zon op de

bergen. Landschapfotografen gebruiken deze meting dan ook weinig,

terwijl portret- en modefotografen er juist vaak mee werken.

Grijskaartmeting

Hiervoor geldt uiteraard hetzelfde als voor de vorige methode.

Bovendien moet je ook nog een Kodak grijskaart meenemen.

Page 27: Basiskennis fotografie

voorbeelden - lichtmeting

Tegenlicht - ongecorrigeerd / ISO 100 / 1/45 f 5.6

Page 28: Basiskennis fotografie

Tegenlicht - 1 stop gecorrigeerd / ISO 100 / 1/90 f 5.6

voorbeelden - lichtmeting

Page 29: Basiskennis fotografie

voorbeelden - lichtmeting

Deze foto is overbelicht omdat de

persoon een donker jasje draagt en

er sprake is van sterk zijlicht

Bij deze foto is de

belichting 1/1/2 stop

onderbelicht waardoor

er weer meer tekening

in het gezicht komt.