Basis Module ArcGIS Contentiguess.eu/exercises_10-1/nl/03_iGuess_BasicModule... · 2013-10-13 ·...
Transcript of Basis Module ArcGIS Contentiguess.eu/exercises_10-1/nl/03_iGuess_BasicModule... · 2013-10-13 ·...
This project has been funded with support from the European Commission. This report reflects the views only of the project members, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information
contained therein.
Basis Module ArcGIS
Content
1 ArcMap, kennismaking met de werkomgeving .................................................................................... 2 1.1 De ArcMap werkomgeving ................................................................................................................... 2 1.2 De werkbalken ....................................................................................................................................... 4
2 Een project maken: een kaart met de geboortecijfers. ....................................................................... 5 2.1 Data toevoegen ..................................................................................................................................... 5 2.2 De weergave van de kaartlaag wijzigen (Symbology) ...................................................................... 7 2.3 Meerdere data lagen ordenen ............................................................................................................. 9
3 Een lay-out maken .................................................................................................................................. 11
4 Data in (taart)diagrammen .................................................................................................................... 14
5 Informatie en bevraging ........................................................................................................................ 17 5.1 Informatie via de datalijst (Attribute table) ..................................................................................... 18 5.2 Informatie via identificeren (Identify tool) ....................................................................................... 18 5.3 Selectiemethodes ................................................................................................................................ 19 Bovenaan is het selectie menu. ................................................................................................................... 19 5.3.1 Interactieve selectie (Interactive Selection) .................................................................................. 19 5.3.2 Selecteer naar eigenschap (Select by Attributes) ........................................................................ 19 5.3.3 Selecteer naar locatie (Select by Location) ................................................................................... 20 5.3.4 Een selectie opslaan als een shapefile of Layer File ................................................................... 22 5.3.5 Wat is het verschil tussen een shapefile (.shp) en een layer file (.lyr)? ................................... 22
2 ArcMap, kennismaking met de werkomgeving
1 ArcMap, kennismaking met de werkomgeving
Open het programma door te klikken Start Menu
> Programs > ArcGIS > ArcMap.
Bij het opstarten opent ArcMap een dialoogven-
ster met daarin 3 opties:
- ‘Start with an empty view’
- ‘Start with a template’
- ‘Start an existing map’, eronder kun je
bladeren naar een kaart of kijken in de lijst
met recent geopende kaarten.
Kies de eerste optie en klik op OK.
1.1 De ArcMap werkomgeving
Werkbalk Standard
Werkbalk Tools
Map view: kaartbeeld inhouds
tafel
Werkbalk Menu
Basis Module ArcGIS ArcMap, kennismaking met de werkomgeving 3
De ‘Map view’ toont een voorstelling van de data lagen uit de inhoudstafel. Met GIS wordt een
kaart opgebouwd uit verschillende lagen. Een laag heeft een bepaalde vorm: een punt, lijn of poly-
goon.
De data lagen worden voorgesteld in een lijst waarin alle lagen van de kaart worden weergegeven.
Enkel de lagen die zijn aangevinkt worden in het kaartbeeld weergegeven.
Een voorbeeld maakt dit duidelijk:
Deze kaart bevat 5 lagen: - Onderaan de oceanen (world30) - Erboven een lag die de HDI van
de landen voorstelt - Bovenaan een lag met de steden.
De laag met vulkanen is toegevoegd aan de kaart maar niet aangevinkt, dus niet weer-gegeven in het kaartbeeld. Ook de laag ‘demography’ is niet zichtbaar vermits die hetzelfde gebied omvat (landen) als de HDI.
4 ArcMap, kennismaking met de werkomgeving
1.2 De werkbalken
De werkbalk Menu heeft een typische Windowsstijl, met alle mogelijke commando’s gegroepeerd
in verschillende topics.
De werkbalk ‘Standard’ toont enkele (meest gebruikelijke) commando’s uit de werkbalk Menu:
De Tools werkbalk toont de knoppen om te zoomen, kaart te verschuiven (pan), identificeren, zoe-
ken, meten en hyperlink:
Je kunt extra werkbalken toevoegen aan de werkomgeving.
Klik in de werkbalk Menu op ‘Customize’ > ‘Toolbars’ en
vink de werkbaken aan die je wilt zien.
Elke werkbalk kan losgemaakt worden (zwevend) van de werkomgeving: klik op de stippellijn links
(of bovenaan) de werkbalk en versleep die tot je een losse werkbalk hebt.
.
Basis Module ArcGIS Een project maken: een kaart met de geboortecijfers. 5
2 Een project maken: een kaart met de geboortecijfers.
In deze oefening leer je data toe te voegen aan een project en voor te stellen als in een kaartbeeld
met de geboortecijfers per land.
2.1 Data toevoegen
Klik op de knop ‘Add Data’ .
Weet je nog waar je de data voor het
project hebt opgeslaan op de com-
puter?
Gebruik het dialoogvenster ‘Add
data’ om te bladeren naar de correc-
te map in de lijst.
Indien jouw data niet in de voorge-
stelde locatie staat klik je op de
knop ‘Connect to folder’ en
kies je de correcte folder.
Selecteer het bestand ‘econo-
mics.shp’ en klik op Add.
Nadat je de data hebt toegevoegd
zal een wereldkaart verschijnen in
het kaartbeeld. Het moet lijken op
de kaart hieronder (al kan de kleur
verschillen).
Merk tevens dat in inhoudstafel
(links) de laag is opgenomen.
Vink het hokje naast laag uit ☐ om
de kaart onzichtbaar te maken. Vink
het weer aan en de kaartlaag
komt terug. Dit noemen we ‘een
kaartlaag aan en uit zetten’.
Probeer de verschillende zoom tools
in de Tools werkbalk om te oefenen
(zie vorige pagina).
6 Een project maken: een kaart met de geboortecijfers.
Door een laag toe te voegen heb je niet enkel de vormen van de continent en en landen
toegevoegd maar ook een onderliggen de attributentabel. GIS heeft zowel ruimtelijke data als
attributen data nodig, de eerste om de vorm exact te tekenen, de laatste om informatie voor te
stellen. De attributentabel is een database bestand (tabel) met informatie over een in dit geval de
landen. De eerste kolommen geven algemene info (naam van het land …), de volgende kunnen per
kolom allerhande gegevens zijn.
Om die informatie te zien klik je met de rechtermuisknop op ‘Economics’ in de datalijst en in het
snelmenu op Open attribute table. Elke kolom bevat data over de bevolking voor de verschillende
landen.
Om te
sluiten klik je
op de het
kruis in de
rode box
(boven
rechts).
Basis Module ArcGIS Een project maken: een kaart met de geboortecijfers. 7
2.2 De weergave van de kaartlaag wijzigen (Symbology)
Bekijk de kaart: alle landen worden met eenzelfde kleur weergegeven. Om de kaart bruikbaarder te
maken wijzig je de weergave. Je kunt immers de laag op verschillende methodes voorstellen: gelij-
ke waarden, graduele kleuren.
Je leert over symboliek, selectie van symbolen en classificaties. Hier wordt enkel aangehaald wat
de mogelijkheden zijn.
Om de symboliek te wijzigen klik je met
de rechtermuisknop op de laag ‘Econo-
mics’ en vervolgens Properties
of:
dubbelklik op het woord ‘Economics’
Het venster ‘Layer properties’ opent.
Selecteer het tabblad Symbology.
We willen een kaart die het geboortecijfer
van de verschillende landen toont. Daar-
om is de beste optie onder Quantities
‘Graduated colors’.
Denk hierover na: waarom is dit de
beste keuze?
Bestudeer de instellingen:
Value (waarde): BRTHRATE
Normalization: None (geen, het zijn im-
mers reeds relatieve waarden).
Classes (aantal klassen): 5.
Bemerk de waarden van de klassen: be-
ginnend bij -99, niet logisch voor een ge-
boortecijfer. Deze waarde (soms ook -
9999) betekent ‘no data’.
Om dit probleem op te lossen klik je op
Classify.
8 Een project maken: een kaart met de geboortecijfers.
Het diagram toont de spreiding van de
verschillende waarden (en de klassen).
Merk de grote kloof tussen de waarden
-99 en 7,8.
Om een correcte classificatie te bekomen
moeten we de ‘no data’ waarde uitsluiten.
Klik op Exclusion.
Op het tabblad Query moet je de correcte
wiskundige syntaxis invoegen.
Dubbelklik op “BRTHRATE”
klik vervolgens op de knop =
Klik op ‘Get unique Values’ en dubbelklik
op de waarde ‘-99’.
Als je dit correct hebt uitgevoerd moet je
de correcte syntaxis zien in het onderste
kader.
Is dat niet het geval klik dan op Clear en
begin opnieuw.
Klik nu op het tabblad Legend.
Vink aan ‘Show symbol for selected data’.
Indien je dit niet doet worden de landen
waarvoor geen data beschikbar zijn niet
afgebeeld..
Denk even na hoe de kaart er zou uit-
zien in dat geval. Welke landen zou-
den/continenten zouden ontbreken?
Standaard wordt daarvoor een grijze kleur
gegeven. Klik op de kleur naast ‘Symbol’
als je een andere kleur wilt gebruiken.
Klik op OK.
Basis Module ArcGIS Een project maken: een kaart met de geboortecijfers. 9
Bemerk het verschil in het diagram: de
kloof is verdwenen. De blauwe lijnen stel-
len de grenzen van de klassen voor – zo-
als ze zullen te zien zijn op de kaart.
Klik op de kaart OK.
Kijk naar het kaartbeeld en de classificatie
in het venster met de lagen: ze zijn het-
zelfde.
2.3 Meerdere data lagen ordenen
De kaart oogt mooier met een achtergrond (waarop de oceanen, grid …) dus ga je die toevoegen.
Je leert de data lagen goed te ordenen.
Voeg nog een data laag toe:
‘World30.shp’.
Bemerk dat de laag met het geboortecij-
fer niet meer zichtbaar is.
De reden: kijk in het venster inhoudsta-
fel:
meerdere lagen die worden toegevoegd
aan een ArcMap document worden op
elkaar gelegd.
De onderste laag wordt in dit voorbeeld
volledig gemaskeerd door de bovenlig-
gende ‘World30.shp’.
Om dit op te lossen versleep je de laag
‘World30’ onder de andere laag..
Verander de kleur van ‘World30’ in
blauw.
Klik op het kleurvak naast ‘World30’ en
wijzig de kleur in ‘Blue’.
Klik op OK.
10 Een project maken: een kaart met de geboortecijfers.
Als laatste verander je de naam van de
laag:
Bij ‘Economics’ open je met de rechter-
muisklik de ‘Layer Properties’, klik op
het tabblad ‘General’.
Verander de naam van de laag in: ‘Birth
rate (in %)’
Proficiat, je hebt je eerste kaart gemaakt
met ArcMap.
Bekijk de kaart in detail:
- Welke landen, regio's hebben het hoogste geboortecijfer
- Welke het laagste?
- Wat zouden mogelijk beïnvloedende factoren kunnen zijn, factoren die eventueel met
een andere kaartlaag kunnen gevisualiseerd worden?
Vergeet tenslotte niet om je
werk op te slaan.
Denk goed na: in welke map
zal je dit project opslaan?
Een simpele oplossing kan zijn
om het op te slaan in een map
genaamd ‘kaarten’, in dezelf-
de hoofdmap als waar de data-
bestanden zijn.
Klik op File > Save as
Geef het bestand een toepas-
bare naam en klik op Save.
Basis Module ArcGIS Een lay-out maken 11
3 Een lay-out maken
Stel dat je een kaart van de geboortecijfers wil afdrukken, d.w.z. een kaart met de legende, schaal,
noordpijl. Dit kun je in ArcMap zeer eenvoudig doen.
Daarvoor maak je gebruik van de ‘Layout View’ , die is verschillend van de ‘Data View’
waar je normaal in werkt. Beide zijn wel verbonden met elkaar : als je in de Data view de kaart
wijzigt, wordt die wijziging automatisch weergegeven in de Data View en vice versa. Door op het
3de
icoon te klikken vernieuw je het kaartbeeld
Probeer dit eens uit.’ Onthoud wel dat je de werkbalk ‘Layout’ moet gebruiken wanneer je wil
zoomen in de ‘Layout View’.
Je leert een kaart met volledige lay-out maken.
Om te schakelen van ‘Data View’
naar ‘Layout View’ gebruik je de
knoppen
(onderaan links).
In de lay-out weergave wordt de
kaart gecentreerd op de lay-out pa-
gina.
Voordat je die afdrukt moeten we:
- de pagina-instellingen con-
troleren en indien nodig wij-
zigen
- de printerinstellingen con-
trolren.
-
Klik op File > Page and Print Setup
en selecteer onder ‘Paper Orientati-
on’ ‘Landscape’ of ‘Portrait’
Kies als papierformaat A4 (als stan-
daard printerpapier).
12 Een lay-out maken
Klik in de werkbalk ‘Layout’ op de
knop om de lay-out van de
kaart te wijzigen.
Selecteer als template World >
WorldPlateCarree.mxt.
Door een template te kiezen krijg je
een mooie lay-out (zelfs met ver-
schillende kaartprojecties).
De meeste templates voegen dade-
lijk de essentiële onderdelen van
een kaart toe:
- legende
- titel
- noordpijl
- schaal
Bij deze template ontbreekt echter
de schaal, die moet je nog zelf toe-
voegen (zie verder).
Indien gewenst kun je deze onder-
delen in de lay-out verplaatsen door
te klikken en verslepen.
Wijzig de titel in een meer spreken-
de titel; dubbelklik daarvoor op de
titel en verander die in het ‘Proper-
ties’ venster.
Verander de naam in ‘wereldkaart
geboortecijfer’.
Klik op OK.
De legend omvat standaard alle
zichtbare lagen, dus ook de laag
‘world30’.
In feite heb je die niet nodig, dus
verwijder je die.
Dubbelklik op de legende en het
‘Legend Properties’ venster opent.
Op het tabblad ‘Items’ klik je onder
‘Legend Items’ op world30 en ver-
volgens op .
Klik op OK: de legende bevat niet
meer ‘world30’.
Basis Module ArcGIS Een lay-out maken 13
Via het menu Insert … kun je extra
elementen aan de kaart toevoegen,
zoals een schaal.
Er wordt altijd gebruik gemaakt van
een lijnschaal.
Voordat je dit doet controleer je
eerst of de afstanden op de kaart
zijn uitgedrukt in kilometers (en niet
decimale graden of mijlen).
Klik op View > Data Frame Proper-
ties en vervolgens op tabblad Gene-
ral.
De weergave (‘Units Display’) moet
kilometers zijn.
Klik op OK.
Nu is de kaart af.
Indien je iets teveel hebt toegevoegd
(bv. 2 noordpijlen) kun je eenvou-
dig een verwijderen.
Klik met de rechtermuisknop op een
pijl en kies voor Delete.
Je kunt de kaart exporteren als af-
beelding via File > Export Map.
Dit kan handig zijn om de kaart op
te nemen in een publicatie.
Natuurlijk kun je de kaart ook af-
drukken. Als er op de computer een
pdf-printer is geïnstalleerd kun je de
kaart ook opslaan als pdf-bestand.
14 Data in (taart)diagrammen
4 Data in (taart)diagrammen
Met ArcGIS is het ook mogelijk om de informatie voor te stelln in de vorm van een (taart)diagram.
Daardoor kun je meer informatie op eenzelfde kaart plaatsen, waardoor een betere analyse moge-
lijk is.
Je leert data in een (taart)diagram toevoegen en voorstellen.
We beginnen met een nieuwe kaart.
Klik op ‘File’ > ‘New…’
Kies Blank Document en klik op OK.
Voeg de databestanden ‘economics.shp’ en
‘world30.shp’ toe.
Orden ze correct.
Is jouw schermweergave dezelfde? Ben je nog
steeds in de layout-weergave?
Verander de weergave ‘world30’ in een meer
passende kleur indien nodig.
Verander de ‘Layer Properties’ van de laag
‘economics’’:
Klik op het tabblad ‘General’ en wijzig de
naam in ‘totale bevolking’.
Klik op het tabblad Symbology
- kies Graduated Colors met als waarde
(value field) ‘TOT_POP’
- Kies een toepasselijk kleurschaal.
Bedenk: waarom is een kleurschaal
‘geel tot rood’ beter dan ‘lichtgroen tot
donkergroen'?
- aantal klassen: 5 (vergeet de waarde
‘geen data’ niet en wijzig die zoals ho-
ger gezien - p.8).
Klik op OK.
En … vergeet niet dat elke computer soms een
technisch probleem kan hebben. Dus op tijd
en stond je werk opslaan.
Klik op ‘File’ > ‘Save as …’. Kies een toepasse-
lijke naam … in een goede map …
Basis Module ArcGIS Data in (taart)diagrammen 15
Voeg nogmaals de laag ‘economics.shp’ toe.
Je maakt een taartdiagram met de % tewerk-
stelling in de verschillende sectoren: primaire,
secundaire (industrie) en tertiaire (diensten)
sector.
Open terug de ‘Layer Properties’, klik op tab-
blad Symbology. Kies in de lijst ‘Show’ Charts
> Pie.
Bij ‘Field Selection’ klik je op %AG_EMP en
vervolgens op de knop >: deze laag verschijnt
in het rechtse vak met een kleursymbool.
Doe nu hetzelfde voor %IND_EMP en
%SVS_EMP (SVS: service industries = diensten).
Dubbelklik op het kleurvak naast elk van de 3
geselecteerde velden om die te wijzigen.
Kies als kleuren:
- AG: groen
- IND: rood
- SVS: blauw.
Vervolgens dubbelklik je op de kleur van de
achtergrond (background).
Kies Hollow en klik op OK. Als je die achter-
grond niet transparant maakt zul je de kleur
van de bevolkingsdichtheid niet zien.
Op tabblad ‘General’ verander je de naam in
‘Tewerkstelling in sectoren’.
Klik op OK.
16 Data in (taart)diagrammen
Standaard worden de taartdiagrammen voor-
gesteld in 2D.
Je kunt echter ook kiezen voor een 3D voor-
stelling: klik op ‘Properties’ and vink het hokje
‘Display in 3D’ aan .
De volledige kaart is moeilijk leesbaar omdat
alle taartdiagrammen een bepaalde afmeting
hebben.
Zoom in naar de regio rond Griekenland.
Bestudeer de resultaten voor deze regio.
Niet iedereen kent de naam van de landen,
voeg die daarom toe via ‘Layer Properties’,
tabblad ‘Labels’.
Vink aan ‘Label features in this layer’.
Kies Text String > Label Field CNTRY_NAME.
Laat als lettertype Arial 8, maar maak het vet.
Klik op OK.
Indien jouw beeld overeenkomt met de afdruk
hiernaast: goed gedaan.
Indien niet doe je de oefening opnieuw.
Kies File > Save As om deze kaart op te slaan
met als titel ‘Economie regio Griekenland’.
Basis Module ArcGIS Informatie en bevraging 17
5 Informatie en bevraging
De echte kracht van GIS – vergeleken met gedrukte kaarten of tabellen – is niet alleen dat het kaart
en tabel met elkaar verbindt, maar veel belangrijker dat eenvoudigweg informatie kan bekomen
worden en (complexe) bevragingen kunnen gebeuren waardoor relaties tussen verschillende varia-
belen worden getoond.
Daarvoor maak je gebruik van de datalijst die bij de shapefile hoort, de ‘attribute file’. Daarvoor
moeten we eerste het verschil uitleggen tussen een raster file en een vector file.
Je leert hoe je informatie kunt halen uit een laag en hoe je een bevraging doet.
Voor deze oefening maak je een nieuw project waar-
in je 2 bestanden opent:
- Demography.shp
- Wsiearth.tiff (satellietbeeld van de aarde)
Zorg ervoor dat Wsiearth onder demography.shp
geordend is.
Wat gebeurt er met het kaartbeeld indien je het
omgekeerd ordent?
Klik op de knop Zoom In in de Tools toolbar.
Wat gebeurt er met het satellietbeeld naarmate je
meer inzoomt? Vergelijk dit met de andere laag?
Dit beeld is een rasterbeeld, samengesteld uit ver-
schillende pixels (net zoals een foto van een digitale
Demography.shp is een vectorbeeld, als je inzoomt
blijft het scherp.
Om een rasterbeeld te kunnen gebruiken moet het
gegeorefereerd zijn, waardoor het correct op de
kaart gepositioneerd wordt.
Open de datalijst (attribute table) van beide lagen.
Analyseer beide tabellen.
De tabel van het rasterbeeld bevat 256 rijen (= aan-
tal kleuren) en een beperkt aantal kolommen
(fields): voor elke kleur worden de waarden van de 3
basiskleuren en het aantal pixels met die kleur
weergegeven. In feite is dit dezelfde informatie als
bij een digitale foto.
18 Informatie en bevraging
Bekijk nu de tabel van het vectorbestand: elke rij
komt overeen met een land, de eerste kolom be-
schrijft de vorm (punt, lijn of polygoon), alle andere
kolommen bevatten statistische informatie over de
landen.
En dat is de informatie die kan bevraagd worden.
5.1 Informatie via de datalijst (Attribute table)
Om de datalijst die samenhangt met ‘demograp-
hy.shp’ te bekijken klik je met de rechtermuisknop
op de laag in het datalaag venster.
Kies ‘Open Attribute Table’ in het snelmenu.
Bestudeer aandachtig de inhoud
van de tabel.
Bemerk dat deze lijst zeer veel infor-
matie bevat, daarom is dit niet direct
de meest handige methode om in-
formatie te bekijken.
5.2 Informatie via identificeren (Identify tool)
De Identificeer knop vind je in de Tools
Toolbar.
Opm: Indien de Tools toolbar niet wordt
weergegeven: klik op View > Toolbars >
Tools om die weer te geven.
Klik op de knop Identify
Basis Module ArcGIS Informatie en bevraging 19
Het Identify dialoogvenster opent.
Indien je kaart uit meer dan één laag bestaat
kan het handig zijn om een selectie te maken
via de lijst ‘Identify from …’
Dit zijn de keuzes:
- <All layers>: alle lagen
- <Top-most layer>: enkel data in de boven-
ste laag (in het datalaag venster) kan geï-
dentificeerd worden
- <Visible layers>: enkel de lagen die in het
datalaag venster zijn aan gevinkt
- <Selectable layers>: enkel de lagen die in
de lijst worden aangevinkt
5.3 Selectiemethodes
Via de selectie tools kun je functies van belang in de dataset isoleren. Je kunt ervoor kiezen om
verschillende ruimtelijke of statistische relaties te ontdekken in de selectie, of gewoon om een
selectie met behulp van verschillende symbolen te visualiseren. Je kunt een van de volgende 3 me-
thodes gebruiken in ArcMap: 1) Interactive Selection (waarbij je de muis als aanwijzer gebruikt);
2) Select by Attribute (waarbij de de datalijst bevraagt); en 3) Select by Location.
Bovenaan is het selectie menu.
5.3.1 Interactieve selectie (Interactive Selection)
Bij gebruik van de interactieve selectie-methode is de eerste stap het instellen van de selectie-
methode. Afhankelijk van de methode die je kiest, wordt elke klik van de muis:
- ofwel maak een nieuwe selectie,
- of toe te voegen aan de huidige selectie,
- of verwijderen uit de huidige selectie,
- of selecteer vanuit de huidige selectie.
Nadat je een methode hebt ingesteld gebruik je de Select Feature tool die je in de werkbalk
vindt en klik je met de linkermuisknop op een bepaald element in de kaart. In dit voorbeeld zul je
zien dat een staat wordt gemarkeerd of omlijnd in cyaan.
Opmerking: De ArcMap Selecteren tool is standaard ingesteld op "Create New Selection”. Indien je
snel wenst toe te voegen aan een selectie of meerdere elementen tegelijk op de kaart selecteren
houd je de shift-toets ingedrukt terwijl je klikt. Als je de Shift-toets los laat en opnieuw klikt verlies
je de selectie, of klik op op de knop ‘Clear Selected features’ in de Tools toolbarlbar.
5.3.2 Selecteer naar eigenschap (Select by Attributes)
Deze methode stelt je in staat elementen op basis van een gewenste eigenschap of reeks van at-
tribuutwaarden te selecteren. Het menu ‘Select by attributes’ laat je toe een bevraging (query) uit
te voeren op twee manieren. De eerste is met behulp van de SQL-calculator.
Klik in het menu op Selection > Select By Attribu-
tes ….
20 Informatie en bevraging
The SQL-calculator opent.
Stel dat je de landen wilt kennen waar het sterfteci-
fer in 1970 kleiner was dan in 1999.
Dubbelklik op DEATH_70: Het zal verschijnen in
het onderste kader.
Klik vervolgnes op de knop >
Klik tenslotte op DEATH_99.
Klik op OK.
Deze landen worden nu geselecteerd op de kaart.
Door gebruik te maken van de logische operatoren
AND, OR, NOT kun je de bevraging uitbreiden.
Klik op Ok. Op de kaart zullen de landen die vol-
doen aan de eigenschappen worden gemarkeerd.
Open de datalijst (attribute table) en ook daar zijn
de landen die voldoen aan de selectie gemar-
keerd..
Om de selectie te verwijderen klik je op de knop
‘Clear Selected features’ in de Tools toolbar.
5.3.3 Selecteer naar locatie (Select by Location)
Deze methode van selectie is handig als u wilt tot items op de kaart identificeren binnen een be-
paalde ruimtelijke ligging ten opzichte van andere laag items.
Stel: je wilt weten hoeveel wereldsteden zijn gelegen binnen een afstand van 20 km van een actie-
ve vulkaan.
Basis Module ArcGIS Informatie en bevraging 21
Open een nieuwe view.
Voeg volgende lagen toe:
- Wsiearth.tif
- Cities.shp
- volcano.lyr
Verander de weergave van de laag ‘cities’ in
een meer toepasselijke voorstelling.
Klik in het menu op Selection > Select by Lo-
cation …
De onderzoeksvraag is: hoeveel wereldsteden
zijn gelegen binnen een afstand van 20 km
van een actieve vulkaan.
Vertaald is de bevraging zoals in de schermaf-
druk rechts:
- klik ‘cities’
- de bronlaag is ‘Volcanoes’
- de ruimtelijke analyse (the spatial se-
lection method): we willen weten hoe
ver de steden van de vulcanen liggen,
dus kies voor ‘are within a distance of
the source layer feature’
- klik ‘Apply a buffer to the features in
volcanoes’ en stel een afstand in van
20 km.
Klik op OK (en vervolgens op Close indien je
de volledige kaart wilt zien).
De kaart licht nu die steden op die aan de on-
derzoeksvraag voldoen.
Neem de tijd om het resultaat te bestude-
ren. Ken je de namen van de steden en hun
bevolkingsaantal?
Indien niet klik op .
Vergeet niet de selectie te verwijderen als je
die niet meer nodig hebt.
22 Informatie en bevraging
5.3.4 Een selectie opslaan als een shapefile of Layer File
Zodra je een selectie hebt gemaakt die je wilt behouden is de volgende stap het creëren van een
laag of een shapefile van de geselecteerde items. Dit maakt de selectie meer permanent. Je kunt
vervolgens de symbologie van die laag wijzigen, de laag aan- of afvinken, of toe te voegen aan een
ander ArcMap bestand (.mxd-file).
Om de nieuwe laag te creëren klik je met de rechtermuisknop op de ‘cities’ datalaag nadat je klaar
bent met de selectie. Kies Selection > Create Layer from Selected Features.
Een nieuwe laag zal worden toegevoegd in het datalaag venster. Je kunt de weergave van de laag
wijzigen. Echter, die weergave zal enkel zo zijn in dit project. Klik daarom met de rechtermuisknop
op de nieuwe laag en kies Save As Layer File. Kies een geschikte locatie om het bestand op te
slaan, en klik op OK.
5.3.5 Wat is het verschil tussen een shapefile (.shp) en een layer file (.lyr)?
Een shapefile is een geografische bestand dat alle ruimtelijke informatie bevat om de data correct
weer te geven op kaart.
Een .layer file is enkel te openen met ArcGIS software of andere nieuwere softwareprogramma’s.
Dit bestand bevat niet de geografische data van het shp-bestand, wel de informatie over de voor-
stelling ervan: kleur, classificatie, naam … Die voorstellingswijzen zijn meestal tijdrovend om elke
keer opnieuw te maken, als lyr-bestand kun je die bewaren.
OPGELET: je moet het lyr-bestand bewaren samen met alle bestanden behorend bij het shp-
bestand bewaren en samen ook delen met anderen.
Open een nieuwe view en voeg toe:
- world30.shp
- countries.shp
- cities.shp
- cities.lyr.
De laatste is een layer file.
Bekijk hoe beide lagen ‘cities’ worden
voorgesteld.