BAN 818493 00 NRS2-40...
Transcript of BAN 818493 00 NRS2-40...
1
NRS 2-40Gebruiksaanwijzing 818493-00NiveauschakelaarNRS 2-40
GESTRA Steam Systems
GESTRA
2
Inhoudsopgave
Correcte toepassing ............................................................................................................................... 7Veiligheidsinstructies / Gevaren ............................................................................................................. 7
NRS 2-40 ............................................................................................................................................. 14Meetbereik .......................................................................................................................................... 14Meetbereik instellen ...................................................................................................................... 15, 16Schakelpunten in gekozen meetbereik vastleggen .............................................................................. 16Schakelpunten vastleggen ............................................................................................................ 16 – 19
Inbedrijfname
Verklaringen
Verpakkingsinhoud ................................................................................................................................ 8Systeembeschrijving .............................................................................................................................. 8Werking ................................................................................................................................................. 8Technische gegevens ............................................................................................................................ 9
Elektrische aansluiting
Aansluitschema ...................................................................................................................... 3, 4, 10, 11
Basisinstelling
CAN-bus .............................................................................................................................................. 12Node-ID ............................................................................................................................................... 12Besturing 1 en 2 .................................................................................................................................. 12Fabrieksinstelling ................................................................................................................................. 13
Inbouw
NRS 2-40 ............................................................................................................................................. 10Inbouwvoorbeeld ................................................................................................................................. 30
Belangrijke instructies
Pagina
Normaal bedrijf .................................................................................................................................... 19Alarm ................................................................................................................................................... 19MAX-alarm .......................................................................................................................................... 19MIN-alarm ........................................................................................................................................... 19Relaistest MIN / MAX ........................................................................................................................... 20
Bedrijf
Systematisch fouten zoeken bij systeemstoringen .............................................................................. 21Foutanalyse systeemstoring 1 t/m 4 ............................................................................................. 22– 24
Systeemstoringen
Checklist fouten bij functionele bedrijfsstoringen .......................................................................... 25, 26
Functionele storingen bedrijf
Fabrieksinstelling node-ID’s ................................................................................................................ 27Node-ID bepalen / wijzigen ............................................................................................................ 27, 28Conformiteitverklaring ......................................................................................................................... 29
Appendix
3
Seite
Aansluitschema
Fig. 2
Fig. 1
Kabel per paar getwist
Kabel per paar getwist
BedieningsinstrumentURB 1
Besturing. . .
NiveauelektrodenNRG 26-40
Afsluitweerstand120 Ohm
Voedingsspanning CAN-datakabel
Afsluitweerstand120 Ohm
Sensor…
NiveauschakelaarNRS 2-40
ZEP
Relais Relais Relais Relais1 2 3 4
MAX MIN
Toevoer- /afvoer-regeling
Mom. waardeuitgang 4-20 mA(optie)
Afsluitweerstand 120 Ohm
Potentiometer
4
Aansluitschema
Fig. 4
Fig. 3
AfvoerregelingPomp UIT bij niveau MIN
ToevoerregelingPomp UIT bij niveau MAX
Kabel per paar getwist
Kabel per paar getwist
Momentele waardeuitgang 4-20 mA
Afsluitweerstand120 Ohm
Potentiometer
Pompbeveiliging
Kabel per paar getwist
Kabel per paar getwist
Momentele waardeuitgang 4-20 mA
Afsluitweerstand120 Ohm
Potentiometer
Pompbeveiliging
5
Functie-elementen
Fig. 6
Fig. 5
1
7 6 5 4 3 2
A
A B
6
Legenda
1 Status-LED Afvoerregeling Toevoerregeling
LED 1 schakelpunt 1 MAX-alarm MAX ALARM
LED 2 schakelpunt 2 POMP AAN POMP UIT
LED 3 schakelpunt 3 POMP UIT POMP AAN
LED 4 schakelpunt 4 MIN ALARM MIN ALARM
2 LED busstatus
3 LED netspanningcontrole
4 Bevestigingstoets/testmodus
5 Cursortoets
6 Cursortoets
7 Programmatoets
8 Codeerschakelaar, 10-polig
A Klemmenstrook
B Schroeven voor klemmenstrook
7
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructie
Het apparaat mag uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel worden geïnstalleerd.Gekwalificeerd vakpersoneel zijn personen die met de montage en inbedrijfname van het productbekend zijn en die voor hun taken over bijbehorende kwalificaties beschikken zoals bijvoorbeeld:
Opleiding als elektrotechnicus of elektrotechnisch opgeleid persoon. Opleiding of training in het gebruik van speciale veiligheidsuitrusting conform de
veiligheidstechnische normen voor elektrische circuits.
Opleiding of training op het gebied van eerste hulp en ongevallenpreventie.
Gevaar
De klemmenstroken van de NRS 2-40 staan tijdens bedrijf onder spanning!
Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk.Voor de montage en demontage van de klemmenstroken en het deksel instrumentspanningsloos schakelen!
Correcte toepassing
De besturing NRS 2-40 in combinatie met de niveauelektrode NRG 26-40 alleen voor het signalerenen regelen van niveaus in vloeibare media toepassen.
8
Werking
De niveauelektrode NRG 26-40 verzendt cyclisch een datatelegram aan de niveauschakelaarNRS 2-40. De data wordt overgedragen via een CAN-bus met CANopen-protocol conform DIN ISO11898. De overgedragen meetgegevens worden verwerkt en aan het handmatig ingesteldschakelpunt toegekend. Voor het betrouwbaar functioneren van het systeem wordt de data-verzendcyclus door de niveauschakelaar permanent bewaakt. Wanneer de CAN-buskabel wordtonderbroken, signaleert de niveauschakelaar optisch een storing en de relais 1 en 4 worden directafgeschakeld (alarmstand).Met het GESTRA bedienings- en visualisatie-instrument URB 1 kunnen de overige functies zoals deinstelbare in- en afschakelvertraging van het uitgangsrelais binnen een bereik van 1 tot 25 s wordeningesteld.
Verklaringen
Inhoud verpakking
NRS 2-401 Besturing NRS 2-40 in kunststof huis met kastenklemmen1 afsluitweerstand 120 Ω1 gebruiksaanwijzing
Systeembeschrijving
De niveauschakelaar NRS 2-40 vormt met de niveauelektrode NRG 26-40 een niveaumeetsysteem.De niveauschakelaar beschikt over de volgende functies: Vier niveaus met ieder een schakelpunt.
MAX-alarm, MIN-alarm, pomp AAN, pomp UIT met ieder een schakelpunt Continue niveaumeting in een gedefinieerd meetbereik van de elektrode.
Momentele waarde uitgang 4-20mA (optie) Contactvermeerdering door parallel schakelen van een tweede niveauschakelaar NRS 2-40
zonder momentele waarde uitgang (optie)
De niveaudata worden via een CAN-databus door de elektrode NRG 26-40 naar de niveauschakelaarovergedragen.
9
Technische specificaties
IdentificatieNRS 2-40: TÜV · WR · 98-399
Ingang /uitgangInterface voor CAN-bus conform DIN ISO 11898 CANopen.
Uitgang voedingsspanning voor de elektrodenVoedingsspanning 24 V DC, kortsluitvast.Analoge uitgang 4-20 mA, belasting 500 Ω voor aanwijzing Momentele waarde (optie).Vier potentiaalvrije omschakelcontacten. Maximale schakelstroom bij schakelspanningen 24 V AC,115 V AC en 230 V AC: ohms 4 A, inductief 0,75 A bij cos ϕ 0,5.Maximale schakelstroom bij schakelspanning 24 V DC: 4 A.Contactmateriaal zilver, hard verguld.
OntstoringExtern RC-element (100 Ω / 47 nF) op schakelaar uitvoeren.
Relais-afvalvertragingUitgang „MIN”, „MAX” 3s
Aanwijs- en bedieningselementenEen rode LED voor schakelpunt „MAX”Een rode LED voor schakelpunt „MIN”Twee groene LED’s voor „POMP AAN” en „POMP UIT”Een groene LED „BEDRIJF”Een rode LED „BUSFOUT”Een 10-polige dipschakelaar „Node-ID / Baudrate”Vier drukknoppen
Netspanning230 V +/– 10 %, 50/60 Hz115 V +/– 10 %, 50/60 Hz (optie)
Opgenomen vermogen10 VA
BeschermingsklasseKast: IP 40 conform DIN ISO 60529Klemmenstrook: IP 20 conform DIN ISO 60529
Toelaatbare omgevingstemperatuur0 °C ... 55 °C
KastmateriaalFrontplaat: polycarbonaat, grijsKast: polycarbonaat, zwart
GewichtCa. 0,8 kg
Verklaringen vervolg
10
Inbouw
NRS 2-40
Gereedschap
Montage op montagerail1. Niveauschakelaar op de montagerail bevestigen.
Montagerail TS 35 x 15 DIN EN 500222. Niveauschakelaar uitrichten. Fig. 14, Fig. 15
Schroevendraaier (5,5/100)
Elektrische aansluiting
Als buskabel moet meeraderig, per paar getwiste, afgeschermde signaalkabel worden gebruikt, bijv.UNITRONIC® BUS CAN 2 x 2 x ...2 of RE-2YCYV-fl 2 x 2 x ...2.De baudrate (dataoverdrachtsnelheid) bepaalt de kabellengte tussen de bus-eindapparaten en hettotale stroomverbruik van de sensoren bepaalt de diameter.
UNITRONIC® is een gedeponeerd handelsmerk van LAPP Kabelwerke GmbH, Stuttgart
De baudrate wordt op een codeerschakelaar ingesteld. Bij grotere kabellengten moet de baudrateworden gereduceerd. Bij alle busdeelnemers moet dezelfde instelling worden uitgevoerd.
Ter beveiliging van de schakelcontacten moet het circuit met een zekering T 2,5 A worden gezekerdof conform de TRD-voorschriften worden gezekerd met 1A bij 72h-bedrijf.Bij een gewenste kabellengte van meer dan 125 meter tot maximaal 1000 meter moet debaudrate worden veranderd. Let hiervoor s. v. p. ook op blz. 27 en 28.
Aansluitschema
Aansluitschema zie blz. 3 en blz. 4.
8S 9S 01S etarduaB etgnellebaK retemaidneneraplatnaAmm[ 2]
FFO NO FFO s/tiBk052 m52143,0x2x2
gnilletsniskeirbaF
NO NO FFO s/tiBk521 m052 5,0x2x2
FFO FFO NO s/tiBk001 m533 57,0x2x2
NO FFO NO s/tiBk05 m005,gaarvnaapO
eitarugifnocsubednavkjileknahfaFFO NO NO s/tiBk02 m0001
NO NO NO s/tiBk01 m0001
11
Alleen in lijn bedraden, geen steraansluiting!
Afscherming van de stuurkabels doorgaand onderling verbinden en eenmaal opcentrale aardpunt (ZEP) aansluiten.
Ter beveiliging van de schakelcontacten moet het circuit met een zekering T 2,5 Aworden gezekerd of conform de TRD-voorschriften.
Wanneer twee of meer systeemcomponenten in een CAN-Bus-netwerk zijngekoppeld, dan moet op het eerste en het laatste apparaat een afsluitweerstand120 Ω worden geïnstalleerd! Fig. 2
Het CAN-Bus-netwerk mag tijdens bedrijf niet onderbroken worden!
Bij onderbreking wordt het MIN-/MAX-alarm geactiveerd!Indien de besturing moet worden vervangen moeten de klemmenstroken A wordengedemonteerd. Fig. 6.Voordat de CAN-buskabel van de klemmenstrook wordt losgemaakt, moeten alleaangesloten systeemcomponenten uit bedrijf genomen worden!
Elektrische aansluiting vervolg
Let op
Opmerking
Afscherming alleen op de daarvoor bedoelde klemmen aansluiten.
De lusweerstand moet kleiner zijn dan 10 Ω.
De nom. spanning is aangegeven op de typeplaat. Bij het uitschakelen van inductieve verbruikers ontstaan spanningspieken, die het
functioneren van besturings- en regelinstallaties aanmerkelijk beïnvloeden. Hetverdient daarom aanbeveling, deze verbruikers van ontstoringselementen tevoorzien.
Ondanks een correcte bedrading kunnen er vanwege installatie-afhankelijke,hoogfrequentie storingen systeemfouten en storingsmeldingen optreden. Zie indiennodig de Fout checklist Functionele bedrijfsstoringen op blz. 25 en 26.
Gereedschap
Schroevendraaier grootte 2,5, volledig geïsoleerd conform VDE 0680
12
Basisinstelling
CAN-bus
Alle apparaatgroepen (niveau, geleidbaarheid) zijn via een CAN-bus onderling verbonden.De dataoverdracht tussen de apparaatgroepen wordt uitgevoerd gebruik makend van het protocolCANopen. Alle apparaten hebben een elektronisch „adres“ de „Node ID“ gekregen. De vieraderigebuskabel is bedoeld voor de voedingsspanning en als „datasnelweg“, via welke informatie met hogesnelheid in beide richting wordt verzonden.
Het CAN-adres (Node ID) kan binnen het bereik 1 - 123 worden ingesteld.De NRS 2-40 is in combinatie met GESTRA componenten af fabriek bedrijfsgereed geconfigureerd enkan zonder instelling van de Node ID direct worden gebruikt.
Wanneer meerdere gelijksoortige systemen via het CAN-bus netwerk moeten communiceren,dan moet aan ieder systeem (bijv. regelaar) een Node-ID worden toegekend.Zie hiervoor de appendix op blz. 27 en 28.
Besturing 1 en 2
De mogelijkheid bestaat, de niveauschakelaar NRS 2-40 in combinatie met een tweedeniveauschakelaar NRS 2-40 parallel te gebruiken, wanneer meer dan 4 schakelpunten tot maximaal8 schakelpunten nodig zijn. De tweede niveauschakelaar heeft als aanvullende instrument de naam„besturing 2” en moet afzonderlijk worden besteld!
NRS 2-40 kan ook met de Niveauregelaar NRR 2-40 als „besturing 2” parallel worden gebruikt!Het standaard instrument NRS 2-40 heeft als naam „besturing 1”.
Voor de NRS 2-40 (besturing 1), de tweede NRS 2-40 (besturing 2) en de NRR 2-40 (besturing 2) zijnverschillende node-ID’s nodig.Op de typeplaat van de NRS 2-40 is aangegeven, of het een „besturing 1” of een „besturing 2”betreft!
Node-ID
13
Fabrieksinstelling
Baudrate: 250 kb/s Besturing: 1 Node-ID: 039 Besturing: 2 Node-ID: 040
Schakelpunt 1: 80 % Schakelpunt 2: 60 % Schakelpunt 3: 40 % Schakelpunt 4: 20 %
De niveauschakelaar wordt af fabriek geleverd met de volgende instellingen:
Relais-opkomvertraging schakelpunt 1: 1s Relais-opkomvertraging schakelpunt 2: 1s Relais-opkomvertraging schakelpunt 3: 1s Relais-opkomvertraging schakelpunt 4: 1s
Relais-afschakelvertraging schakelpunt 1: 3s Relais-afschakelvertraging schakelpunt 2: 1s Relais-afschakelvertraging schakelpunt 3: 1s Relais-afschakelvertraging schakelpunt 4: 3s
Basisinstelling vervolg
100 %
80 %60 %40 %20 %
Fig. 7
14
Inbedrijfname
NRS 2-40
Netspanning inschakelen.De status-LED’s 1 t/m 4 knipperen snel.De LED „Netcontrole” brandt.
De systeemtest duurt 2 seconden.
Status-LED knippert snel.
De LED „Netcontrole” brandt.
37
1 Gewenste meetbereik [mm]2 Maximale meetbereik
Onderstemeetpunt
26
NRG 26-40
Fig. 8
Meetbereik
Bepaal voor uw niveaumeting hetgewenste meetbereik 1.
12
15
Meetbereik instellen
Inbedrijfname vervolg
Drukknop kort indrukken.
Opgelet:In geval van een systeemstoring knipperen in deprogrammamodus de LED busstatus en/of deLED netcontrole met een snelle frequentie.Programmamodus verlaten en systeemstoringanalyseren (zie blz. 22 – 24).
Drukknop lang indrukken.
Niveau in tank tot het minimum van het gewenstemeetbereik 1 doen afnemen.Met de knop kan indien nodig eerst hetmaximum van het gewenste meetbereik wordeningesteld!
Bij twee besturingen de instelling slechtseenmaal uitvoeren!
Drukknop kort indrukken.
Niveau in tank tot het maximum van hetgewenste meetbereik 1 doen toenemen.
Drukknop kort indrukken.
Drukknop kort indrukken.
Het minimum van het gewenste meetbereik isnu opgeslagen.
LED’s branden LED’s knipperen langzaam
LED „Netcontrole”lang
kort
LED’s knipperen LED’s knipperen langzaam
LED’s branden LED’s knipperen langzaam
kort
LED’s branden LED’s knipperen langzaam
kort
LED’s knipperen LED’s knipperen langzaam
kort
16
Meetbereik instellen vervolg
Inbedrijfname vervolg
Drukknop 2 x kort indrukken.Het maximum van het gewenste meetbereik isnu opgeslagen.
De NRS 2-40 bevindt zich nu weer in debedrijfsstand.
1 Schakelpunt 12 Schakelpunt 23 Schakelpunt 34 Schakelpunt 45 Gekozen meetbereik
Fig. 9
Drukknop kort indrukken.
Niveau in de tank tot de gewenste waardedoen toenemen of doen afnemen.Met de knop kan indien nodig eerst eenander schakelpunt vastgelegd worden!
Schakelpunten in gekozen meetbereik bepalen
Schakelpunten vastleggen
2 x kort
LED brandt LED’s knipperen langzaam
kort
NRG 26-40
5
1234
17
Schakelpunten vastleggen vervolg
Inbedrijfname vervolg
Drukknop kort indrukken.Niveau op schakelpunt 4 binnen het gekozenmeetbereik brengen.
Opgelet:In geval van een systeemstoring knipperen in deprogrammamodus de LED busstatus en/of deLED netcontrole met een snelle frequentie.
Drukknop kort indrukken.Schakelpunt 4 is nu opgeslagen.
Drukknop kort indrukken.
Schakelpunt 3 is nu gekozen.
Drukknop kort indrukken.
Niveau op schakelpunt 3 binnen het gekozenmeetbereik brengen.
Drukknop kort indrukken.
Schakelpunt 3 is nu opgeslagen.
LED knippert LED’s knipperen langzaam
kort
LED brandt LED’s knipperen langzaam
kort
LED brandt LED’s knipperen langzaam
kort
LED knippert LED’s knipperen langzaam
kort
LED brandt LED’s knipperen langzaam
kort
18
Schakelpunten vastleggen vervolg
Inbedrijfname vervolg
Drukknop kort indrukken.Schakelpunt 2 is nu gekozen.
Drukknop kort indrukken.
Niveau op schakelpunt 2 binnen het gekozenmeetbereik brengen.
Drukknop kort indrukken.
Schakelpunt 2 is nu opgeslagen.
Drukknop kort indrukken.
Schakelpunt 1 is gekozen.
Drukknop kort indrukken.Niveau op schakelpunt 1 binnen het gekozenmeetbereik brengen.
LED brandt LED’s knipperen langzaam
kort
LED knippert LED’s knipperen langzaam
kort
LED brandt LED’s knipperen langzaam
kort
LED brandt LED’s knipperen langzaam
kort
LED knippert LED’s knipperen langzaam
kort
19
Schakelpunten vastleggen vervolg
Inbedrijfname vervolg
Drukknop 2 x kort indrukken.
Schakelpunt 1 is nu opgeslagen.De NRS 2-40 bevindt zich nu weer in debedrijfsstand.
Normaal bedrijf
Bedrijf
Normaal bedrijf, regelaar functioneert.
Alle LED’s gaan uit, wanneer het setpoint isbereik.De LED „Netcontrole” brandt.
ALARM
Er zijn twee alarmtoestanden. MAX-alarm MIN-alarm
LED 1 knippert snel.LED 1 brandt na afloop van deafvalvertraging.
LED 4 knippert snel.
LED 4 brandt na afloop van deafvalvertraging.
MAX-alarm
MIN-alarm
brandtknippert
knippert brandt
LED brandt
2 x kort
Alle LED’s gaan uit bij bereiken setpoint
LED „netcontrole” brandt.
20
Drukknop ingedrukt houden.
LED 4 gaat uit.Voor schakelpunt 4 wordt MIN-alarmgesimuleerd.
Drukknop kort indrukken.De testmodus is gedurende 5 seconden actief.
Drukknop ingedrukt houden.
LED 1 gaat uit.
Voor schakelpunt 1 wordt MAX-alarmgesimuleerd.
Relaistest MIN / MAX
Bedrijf vervolg
LED’s branden
kort
Status-LED 4 gaat uit
Status-LED 1 gaat uit
Systeemstoringen
Systeemstoringen treden op bij foutieve montage of configuratie van de CAN Bus-componenten, bijoververhitting van de apparaten, bij storingsinstraling in het net of bij defecte elektronischeonderdelen.Er zijn vier storingstoestanden voor niveauschakelaar en niveauelektrode.
Toegestane temperatuur in de elektrodebehuizing is overschreden Geen of foutieve communicatie met de niveauelektrode
Fout in de CAN-bus Uitval van de 24 V voeding in de NRS 2-40
De klemmenstrook van de NRS 2-40 staat tijdens bedrijf onder spanning!Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk.Voor de montage en demontage van het instrument de installatie spanningsloosschakelen!
Waarschuwing
21
Systeemstoringen vervolg
De foutbronnen bij systeemstoringen van een CAN-bussysteem met meerdere busdeelnemersmoeten systematisch worden geanalyseerd, omdat defecte componenten of verkeerde instellingeneen negatieve wisselwerking kunnen veroorzaken met intacte busdeelnemers op hetCAN-bussysteem. Er kunnen als gevolg van deze wisselwerkingen foutmeldingen bij volledigfunctionerende bus-deelnemers verschijnen, waardoor het lokaliseren van de fout moeilijkerwordt.
Gebruik de volgende systematiek bij het zoeken naar fouten:
Systematisch fouten zoeken bij systeemstoringen
Stap 1 (start)Klemmenstroken in allesensoren van de bus-deelnemers losmaken.
Niveausensor,geleidbaarheidssensor,druksensor,temperatuursensor enz.
TestFout met behulp van dechecklist„systeemstoringen”opheffen!
Afsluitende testen; zijnalle fouten verholpen?
Stap 2Klemmenstrook van desensor van één systeembijv.NRS…enNRG… (sensor)plaatsen.
SysteemfoutFout m. b. v. de checklist„systeemstoringen”bepalen.
Instrument spannings-loos schakelen.
Stap 3Netspanning voor debusdeelnemer van hetsysteem bijv.NRS…enNRG...inschakelen.
Systeem O.K.Klemmenstrook tussende busdeelnemers vanhet systeem bijv.NRS…enNRG...losmaken.
Volgende systeem testen.
22
LED 1 t/m 4 knipperen langzaam.Alarmmelding MIN / MAX.
Fout: de toegestane temperatuur in de elektrodebehuizing is overschredenOplossing: elektrodenflens isoleren tegen warmtestraling.
LED 1 t/m 4 knipperen snel.Alarmmelding MIN / MAX.
Zodra de maximaal toelaatbare temperatuur wordt onderschreden, schakelt het instrumentautomatisch weer naar de normale bedrijfsstand.
Fout: de CAN buskabel tussen de instrumenten is onderbroken!Oplossing: aansluiting en klemmen controleren. Systeem opnieuw starten.
Fout: de node-ID’s zijn verkeerd!Oplossing: node-ID’s conform de basisinstelling of de appendix instellen.
Systeem spanningsloos schakelen en na 5 seconden opnieuw starten.
Systeemstoring 1
Systeemstoring 2
LED’s knipperen langzaam
LED’s knipperen snel
Systeemstoringen vervolg
23
LED busstatus knippert langzaam.
Fout: de dataoverdracht in de CAN-bus is onderbroken!Oplossing: de buskabels moeten conform het aansluitschema worden aangesloten (let op de
polariteit). Op de bus-eindapparaten moeten conform aansluitschema 120 Ωafsluitweerstanden zijn geïnstalleerd.Systeem spanningsloos schakelen en opnieuw starten.
Fout: er is een fout in de CAN-bus opgetreden!Oplossing: systeem opnieuw starten.
Fout: de baudrate van één of meerdere busapparaten is niet hetzelfde ingesteld!Oplossing: de baudrate van alle op de bus communicerende apparaten controleren.
De baudrate moet voor allen hetzelfde zijn. Zie ook de appendix.Systeem spanningsloos schakelen en na 5 seconden opnieuw starten.
Fout: de totale lengte van de buskabel komt niet overeen met de gekozen baudrate!Oplossing: de baudrate van alle op de bus communicerende apparaten conform de appendix
wijzigen.Systeem spanningsloos schakelen en na 5 seconden opnieuw starten.
LED busstatus knippert langzaam.Alarmmelding MIN / MAX.
Systeemstoring 3
Systeemstoringen vervolg
LED knippert langzaam
LED knippert langzaam
24
LED netcontrole knippert langzaam.
Fout: de voeding is overbelast! Mogelijk werd de voeding voor andere componentengebruikt.
Oplossing: De belasting van de voeding controleren. De voeding mag alleen voor de voeding vande op de bus communicerende apparaten gebruikt worden.Systeem spanningsloos schakelen en opnieuw starten.
Fout: Voeding defect!Oplossing: Voeding vervangen.
Systeemstoring 4
Systeemstoringen vervolg
LED knippert langzaam
25
Fout: verkeerde functie op de analoge uitgang. Een aangesloten momentele waardeaanwijzing wijst verkeerde waarden aan.
Oplossing: corrigeer de instelling van de schakelpunten.Corrigeer de instelling van het actieve meetbereik van de elektrode.
Fout: schakelpunten en de aanwijzing van de momentele waarde veranderen constant in derichting van 100 %
Oplossing: aangroei op de elektrodestaaf. Demonteer de niveauelektrode en reinig deelektrodestaaf.
Fout: niveau „MAX” wordt gesignaleerd, ondanks dat het niveau onder MAX ligt.Oplossing: aangroei op de elektrodestaaf. Reinig de elektrodestaaf.
Afdichting/isolatie van de niveauelektrode defect.Niveauelektrode vervangen.
Fout: schakelpunt MIN onderschreden, geen schakelfunctie.Oplossing: controleer de inbouw van de niveauelektrode. Compensatiegat in de beschermbuis
ontbreekt mogelijkerwijs. Bij externe meetfles: Open de afsluitventielen.
De klemmenstrook van de NRS 2-40 staat tijdens bedrijf onder spanning!Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk.Voor de montage en demontage van het instrument de installatie spanningsloosschakelen!
Het instrument werkt niet – geen activiteit
Fout: LED „Bedrijf” brandt niet.Oplossing: netspanning inschakelen. Apparaat conform aansluitschema aansluiten.
Het instrument werkt onnauwkeurig
Functionele bedrijfsstoringen
Waarschuwing
Checklist functionele bedrijfsstoringen
Het instrument werkt niet – storingsmelding
Fout: ondanks correcte aansluiting en inbedrijfname van het instrument verschijnt eenstoringsmelding.
Oplossing: oorzaak van de storingsmelding zijn installatie-afhankelijke, hoogfrequentestoringen. Voor het ontstoren van de voedingsspanning leveren wij ferrietringen,bestelnummer 147253. De 230 V voedingskabels moeten vijf tot tien maal door deferrietring worden gelust. Wanneer meerdere besturingen in het systeem aanwezigzijn, dan kunnen deze via de ontstoorde voedingskabel worden gevoed. Voor deontstoring van de buskabels leveren wij ferriet klapschalen, bestelnr. 147254.De ferriet klapschalen worden in de directe nabijheid van de klemmenstrook van debesturing op de buskabels geklemd.
26
Indien storingen of fouten optreden, die met deze gebruiksaanwijzing niet kunnen worden opgelost,kunt u contact opnemen met ons.
Functionele bedrijfsstoringen vervolg
Checklist functionele bedrijfsstoringen vervolg
Fout: schakelpunt MAX overschreden, geen aanwijzing.Oplossing: niveauschakelaar defect. Instrument vervangen.
27
Appendix
Waarschuwing
De klemmenstrook van de NRS 2-40 staat tijdens bedrijf onder spanning!Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk.Voor de montage en demontage van het instrument de installatie spanningsloosschakelen!
Fabrieksinstelling van de node-ID’s
Individuele node-ID’s moeten handmatig op het instrument worden ingesteld.Houdt s.v.p. de betreffende gebruiksaanwijzingen van de instrumenten aan!
Besturing Niveauelektrode
Let op
In het CAN-Bus netwerk mogen geen dubbele node-ID’s worden toegekend!
Node-ID bepalen / wijzigen
Wanneer meerdere gelijksoortige systemen via het CAN-bus netwerk moeten communiceren, danmoet aan ieder systeem (bijv. regelaar) een Node-ID worden toegekend.Demonteer de klemmenstrook A om de codeerschakelaar 8 in te kunnen stellen.
Fig. 10
8
28
Appendix vervolg
OFFNode-ID
S1 1ONS2 2OFFS3 4ONS4 8OFFS5 16OFFS6 32ONS7
ONNode-ID
S1 1ONS2 2ONS3 4OFFS4 8OFFS5 16ONS6 32OFFS7 64
39 74
Fig. 11 (fabrieksinstelling) Fig. 12 (voorbeeld)
Fig. 13 (fabrieksinstelling 250 kBit/s)
64
BaudrateS8 S9 S0250 kBit/s
Kabellengte125 mOFFONOFF
OFF 125 kBit/sONON 250 mON 100 kBit/sOFFOFF 335 mON 50 kBit/sOFFON 500 mON 20 kBit/sONOFF 1000 mON 50 kBit/sONON 1000 m
8 8
29
Appendix vervolg
A Klemmenstrook
C Montagerail TS 35 x 15 DIN EN 50022-35
Voor het instrument NRS 2-40 verklaren wij de conformiteit met de volgendeEuropese richtlijnen: NSP-richtlijn 73/23/EWG i.d.F. 93/68/EWG
EMC-richtlijn 89/336/EWG i.d.F. 93/68/EWGAls uitgangspunt gelden de volgende geharmoniseerde normen:
NSP-norm EN 50178 EMC-normen DIN EN 50 081-2, DIN EN 61000-6-2
Bij een niet met ons afgestemde modificatie aan het apparaat verliest deze verklaring haargeldigheid.
Conformiteitverklaring
Legenda
Bremen, 23. 07. 2002GESTRA AG
Dipl.-Ing. Lars BohlKwaliteitsmanager
Dipl.-Ing. Uwe BledschunManager constructie
30
31
32818493-00/1104c · © 2000 GESTRA AG · Bremen · Printed in Germany
GESTRA AGPostfach 10 54 60, D-28054 BremenMünchener Str. 77, D-28215 BremenTelefon +49 (0) 421 35 03 - 0Telefax +49 (0) 421 35 03 - 393E-Mail [email protected] www.gestra.de
Vertegenwoordigd door:
FCX Ubel & Ventil
Coenecoop 192741 PG Waddinxveen
Postbus 3852740 AJ Waddinxveen
Telefoon 0182-642222Telefax 0182-642233E-mail [email protected] www.fcx.nl
Ubel & Ventil
Prometal n.v.
Bredastraat 129/133B-2060 AntwerpenBelgië
Tel: 0032/3/205.13.20Fax: 0032/3/232.84.34
Prometal