Arepa artikel geleidingswaarde schademag

3
17 www.schademagazine.nl RECONDITIONERING AREPA introduceert een aanvullende meetmethodiek op HCl-metingen: Bij het onderzoek naar corrosieve afzettingen van rook- en roetbestanddelen na een brand op materiaaloppervlakken wordt al decennialang vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van onderzoek naar chloriden, beter bekend als de HCl-meting. Reconditioneringsbedrijf AREPA heeft de afgelopen tijd hard gewerkt aan de ontwikkeling van een praktische aanvulling op deze meetmethode, dat op termijn een nieuwe standaard moet gaan vormen voor de bepaling van corrosieve afzettingen bij (brand)schadeonderzoek. Volgens Operationeel Manager Paul van Beek is deze methode breder toepasbaar en geeft de een beter totaalbeeld van de corrosieve stoffen dan uitsluitend de HCl-meting. “De kans dat hierdoor een dreigende corrosie over het hoofd wordt gezien wordt vrijwel gereduceerd.” In dit artikel licht hij deze zijns inziens ‘revolutionaire ontwikkeling’ toe, waarmee het gespecialiseerde technisch reconditioneringsbedrijf de komende tijd de markt volop zal gaan informeren. “We zijn de eersten die deze aanvullende meetmethodiek gaan toepassen na een brandschade.” geleidbaarheids- METING Paul van Beek: “Meetmethode moet op termijn een nieuwe standaard gaan vormen voor de bepaling van corrosieve afzettingen bij (brand)schadeonderzoek.”

description

Artikel in Schademagazine april 2013 over de introcuctie van de nieuwe meetmethodiek naar geleidbaarheid

Transcript of Arepa artikel geleidingswaarde schademag

Page 1: Arepa artikel geleidingswaarde schademag

17www.schademagazine.nl

❰ ReconditioneRing ❱

AREPA introduceert een aanvullende meetmethodiek op HCl-metingen:

Bij het onderzoek naar corrosieve afzettingen

van rook- en roetbestanddelen na een brand op

materiaaloppervlakken wordt al decennialang

vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van

onderzoek naar chloriden, beter bekend als de

HCl-meting. Reconditioneringsbedrijf AREPA

heeft de afgelopen tijd hard gewerkt aan de

ontwikkeling van een praktische aanvulling

op deze meetmethode, dat op termijn een

nieuwe standaard moet gaan vormen voor

de bepaling van corrosieve afzettingen bij

(brand)schadeonderzoek. Volgens Operationeel

Manager Paul van Beek is deze methode breder

toepasbaar en geeft de een beter totaalbeeld

van de corrosieve stoffen dan uitsluitend

de HCl-meting. “De kans dat hierdoor een

dreigende corrosie over het hoofd wordt gezien

wordt vrijwel gereduceerd.” In dit artikel

licht hij deze zijns inziens ‘revolutionaire

ontwikkeling’ toe, waarmee het gespecialiseerde

technisch reconditioneringsbedrijf de komende

tijd de markt volop zal gaan informeren.

“We zijn de eersten die deze aanvullende

meetmethodiek gaan toepassen na een

brandschade.”

geleidbaarheids-meting

Paul van Beek: “Meetmethode moet op termijn een nieuwe standaard gaan vormen voor de bepaling van corrosieve afzettingen bij (brand)schadeonderzoek.”

Page 2: Arepa artikel geleidingswaarde schademag

18 www.schademagazine.nl

Van Beek werkt inmiddels al 14 jaar

als Operationeel Manager bij AREPA

Reconditionering. In die functie is hij

verantwoordelijk voor de operationele gang

van zaken voor alle industriële schades

in binnen- en buitenland en voor de

ondersteuning van de vestigingmanagers in

Alkmaar, Amersfoort, Meppel, Rotterdam en

Son. “Eind jaren ’60 kwam het gebruik van

PVC als constructiemateriaal in een groot

aantal toepassingen in opkomst. Wanneer PVC

aan brand en verhitting wordt blootgesteld,

wordt gasvormig waterstofchloride (HCl)

gevormd, dat waterdamp in de lucht aantrekt,

waarbij een nevel van fijne druppels zoutzuur

ontstaat, welke zich voornamelijk op (relatief

koele) metalen oppervlakken afzet. Zoutzuur

bezit sterk corrosieve eigenschappen en tast

daarom gemakkelijk onbeschermde metalen

aan, onder andere ook roestvast staalsoorten

als RVS 304 en RVS 316. Ook de halfedele en

edele metalen koper en zilver, die uitgebreid

worden toegepast in de elektrotechniek en

de fijn elektronica worden gemakkelijk door

zoutzuur aangetast”, aldus Van Beek, volgens

wie daardoor bij brand snel handelen het

devies is. “Met behulp van een HCl-meting

kon je meten of er sprake was van een veilige

marge qua afzetting of niet en afhankelijk van

de uitkomst gericht actie ondernemen om de

gevolgschade tot een minimum te beperken.”

NadelenNaast de voordelen die de HCl-meting

ontegenzeggelijk heeft, kleven er volgens

Van Beek ook enkele nadelen aan deze

meetmethode. “De chloridemeting is beperkt.

Er wordt maar op één vervuiling gemeten,

namelijk chloorionen/zoutzuur. Het gevolg

is dat er van tijd tot tijd schade-onderzoekers

na een brand werden geconfronteerd met

voor hen onverklaarbare corrosieschade,

terwijl er bij de HCl-meting ter plaatse geen

chloriden werden aangetroffen. Bij een brand

kunnen naast chloriden namelijk ook andere

agressieve bestanddelen worden gevormd,

die eveneens aanleiding kunnen geven tot

het ontstaan van corrosieschade en andere

vormen van aantasting van onbeschermde

metalen objecten. Denk hierbij bijvoorbeeld

aan zwavelzuur (bij verbranding van o.a.

gevulkaniseerd rubber), salpeter- of blauwzuur

(bij verbranding van stikstofhoudende

kunststoffen) of azijn- en mierenzuur

(bij thermische ontleding van chemische

producten). Deze zuren werden bij de HCl-

meetmethode niet ontdekt met als gevolg

dat de noodzakelijke schade beperkende

maatregelen ten onrechte niet werden

getroffen.”

Dé aanvullende meetmethodeVoor (technisch) reconditioneringsspecialist

AREPA was deze omissie aanleiding om op

zoek te gaan naar een op de HCl-meting

aanvullende meetmethodiek, voor het

adequaat meten van corrosieve afzettingen

na brandschades. “We denken die gevonden

te hebben in een methodiek waarbij

het geleidingsvermogen wordt gemeten

van corrosieve stoffen die vrijkomen bij

calamiteiten en waarbij een verhoogde

uitkomst hiervan aanleiding geeft tot het direct

ondernemen van actie”, aldus Van Beek, die

dit onderbouwt met de volgende technische

verklaring.

“De oplossing ligt in een meetmethode die

de geleidbaarheid meet in de meeteenheid

Siemens, waarbij gebruik wordt gemaakt

van een eigenschap die alle corrosie en

metaalaantasting veroorzakende stoffen

gemeen hebben, namelijk hun vermogen om

in waterig milieu de elektrische stroom te

geleiden. Zuren en de daarvan afgeleide zouten

– gezamenlijk aangeduid als elektrolyten – zijn

samengesteld uit positief en negatief geladen

ionen. Opgelost in water splitsen zij zich in

deze ionen. Deze ionen kunnen zich in water

vrij bewegen en maken daardoor de oplossing

geleidend voor elektrische stroom. Omgekeerd

betekent dit, dat als een waterige oplossing

geleidend is voor een elektrische stroom,

daarin één of meer opgeloste elektrolyten

aanwezig zijn. Door meting van het

geleidingsvermogen van een waterige vloeistof

kan dus de aanwezigheid van elektrolyten

worden aangetoond.”

VoordelenWat is nu het grote voordeel van hun

aanvullende meetmethodiek ten opzichte van

bijvoorbeeld de HCl-meting? Van Beek: “In de

eerste plaats wordt hierdoor de kans vrijwel

tot nul gereduceerd dat de oorzaak van een

corrosieproces over het hoofd wordt gezien.

De aanvullende meetmethode is namelijk niet

‘stofspecifiek’, maar toepasbaar voor alle zuren

die een corroderende werking kunnen hebben.

Een verhoogd geleidingsvermogen geeft alleen

informatie over de kans op aantasting van

metalen, niet over welk(e) specifiek(e) ion(en)/

zu(u)r(en) daarvoor verantwoordelijk is (zijn).

Dat maakt overigens niet uit voor de aanpak

ervan. De (dreigende) corrosie moet zo snel

mogelijk een halt toegeroepen worden om de

gevolgschade zoveel mogelijk te beperken.

Een ander pluspunt volgens AREPA’s

Operationeel Manager is dat deze vorm van

meting ook beter aansluit bij de in de meeste

overige landen geldende normen: de zogeheten

Joint Industry Standards (JIS). Deze richtlijn

>>Kans dat een dreigende corrosie over het hoofd wordt gezienwordt vrijwel gereduceerd<<

Page 3: Arepa artikel geleidingswaarde schademag

19www.schademagazine.nl

schrijft voor aan welke (kwaliteits)voorwaarden

elektronica dient te voldoen als ze vanaf de

fabriek worden aangeleverd. “In Nederland

is de HCl-meting gemeengoed, maar in de

meeste andere landen niet en wordt deze dus

lang niet overal erkend, zoals bijvoorbeeld in

de VS. Op basis van onze metingen kunnen

wij opdrachtgevers en gebruikers voortaan

ook na een reconditionering garanderen dat

de elektronische apparatuur aan dezelfde

JIS-normen voldoen en dus kwalitatief gelijk

zijn als op het moment dat ze uit de fabriek

kwam. De geldende garanties blijven derhalve

in tact”, aldus Van Beek, die ook andere

voordelen noemt. “Grote voordelen zijn de

snelheid van de totale analyse en de mobiele

toepasbaarheid. Ter plaatse wordt onmiddellijk

een afdoende duidelijkheid verkregen omtrent

de mogelijkheid van het optreden van

aantasting van metalen, ook in een lichtere

vorm. Omdat de opgenomen meetvloeistof bij

de geleidbaarheidsmeting onveranderd blijft,

kan deze vervolgens te allen tijde voor analyse

aan een laboratorium worden aangeleverd

om de voor de geleiding verantwoordelijke

ionen en hun gehalte(n) via ionchromatografie

of een vergelijkbare methode vast te stellen.

Groot voordeel blijft, dat voorafgaande aan

de uitkomst daarvan, de mogelijkheid van het

optreden van aantasting reeds met een grote

mate van aannemelijkheid is vastgesteld en

hierop direct actie kan worden ondernomen

ter beperking van schade.”

Bedrijven met een missieDe komende maanden staat bij AREPA in het

teken van ‘een missie’. Van Beek licht toe: “In

Nederland is de HCl-meting decennialang

gemeengoed geweest. Wij zijn ons er dan ook

terdege van bewust dat het voor de markt

even wennen is dat er nu een aanvullende

meetmethode is. Wij hebben de nieuwe

meetmethodiek uitgebreid getest, onder

meer middels een pilot, en zijn overtuigd

van de voordelen ervan, zowel voor onze

opdrachtgevers als voor gedupeerden. Het is nu

aan ons om de markt daarvan te overtuigen.”

Met het oog daarop gaat de technische

reconditioneringsspecialist de komende

maanden schade-experts en andere

professionals werkzaam op schadeafdelingen

bij verzekeraars door middel van voorlichtings-

en demonstratiebijeenkomsten kennis

laten maken met de nieuwe meetmethode.

“Onbekend maakt onbemind. “The proof

of the pudding is in the eating”, benadrukt

Van Beek, die daarnaast aangeeft dat

AREPA bij brandschades vooralsnog beide

meetmethodieken zal gaan toepassen. Dat

biedt het voordeel dat de klant enerzijds de

zekerheid heeft van de uitkomsten van de voor

hem ‘vertrouwde’ HCl-meting, maar wij hem

tevens kunnen laten zien dat onze nieuwe,

revolutionaire manier van meten een beter

totaalbeeld van corrosieve stoffen geeft.” <