Anwenderexemplar 15032011 Niederl ndisch - Keromat · 2015. 6. 16. · pagina 3 van 20 uitgave...

15
Pagina 1 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE Gemonteerd door bedrijf: Project: Benaming: Kabelinstallatie-nr: © INNOTECH Arbeitsschutz GmbH. Vergissingen, drukfouten, technische wijzigingen voorbehouden! © INNOTECH Arbeitsschutz GmbH. Errors and misprints accepted. We reserve the right to make technical changes. INNOTECH ALLinONE HORIZONTAAL KABELBEVEILIGINGSSYSTEEM GEBRUIKSHANDLEIDING Gebruikersexemplaar

Transcript of Anwenderexemplar 15032011 Niederl ndisch - Keromat · 2015. 6. 16. · pagina 3 van 20 uitgave...

  • Pagina 1 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    Gemonteerd door bedrijf:

    Project:

    Benaming: Kabelinstallatie-nr:

    © I

    NN

    OTECH

    Arb

    eitss

    chutz

    Gm

    bH

    . Verg

    issi

    ngen,

    dru

    kfo

    ute

    n,

    tech

    nis

    che w

    ijzi

    gin

    gen v

    oorb

    ehouden!

    © I

    NN

    OTECH

    Arb

    eitss

    chutz

    Gm

    bH

    . Err

    ors

    and m

    isprints

    acc

    epte

    d.

    We r

    ese

    rve t

    he r

    ight

    to m

    ake t

    ech

    nic

    al ch

    anges.

    INNOTECH ALLinONE

    HORIZONTAAL KABELBEVEILIGINGSSYSTEEM

    GEBRUIKSHANDLEIDING

    Gebruikersexemplaar

  • Pagina 2 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    INNOTECH ALLinONE

    GEBRUIKSHANDLEIDING

    NEDERLANDS ACHTUNG: DEUTSCH Die Montage und die Verwendung der Sicherungseinrichtung ist erst zulässig, nachdem der Monteur und der Anwender die Original Aufbau– und Verwendungsanleitung in der jeweiligen Landessprache gelesen hat. ATTENTION: ENGLISH Assembling and using of the safety product is only allowed after the assembler and user read the original installation and application instruction in his national language. ATTENZIONE: ITALIANO Il montaggio e l'utilizzo del dispositivo di sicurezza è consentito soltanto dopo che il montatore e l'utilizzatore hanno letto le istruzioni di montaggio e d'uso originali nella lingua del proprio paese. ATTENTION! : FRANÇAIS Le montage et l’utilisation du dispositif de sécurité ne sont autorisés qu’après lecture par le monteur et par l’utilisateur de la notice d'origine de montage et d'utilisation dans la langue du pays concerné. ATTENTIE: NEDERLANDS De montage en het gebruik van de veiligheidsinrichting is pas toegestaan, nadat de monteur en de gebruiker de originele montage- en gebruikershandleiding in de desbetreffende taal gelezen hebben. ATENCIÓN: ESPAÑOL No está permitido montar ni usar el dispositivo de protección antes de que el montador y el usuario hayan leído las instrucciones de montaje y uso originales en la lengua del respectivo país. UWAGA: POLSKI Montaż i użytkowanie urządzenia zabezpieczającego dozwolone jest wtedy, gdy monter i użytkownik przeczytają oryginalną instrukcję montażu i użytkowania w swoim języku. POZOR: ČEŠTINA Montáž a používání zabezpečovacího zařízení jsou povoleny až poté, co si pracovníci provádějící montáž a uživatelé přečetli v příslušném jazyce originální návod k montáži a používání. POZOR!: SLOVENČINA Montaža in uporaba varnostnih naprav je dovoljena šele takrat, ko sta monter in uporabnik prebrala originalna navodila za montažo in uporabo v konkretnem jeziku. FIGYELEM: MAGYAR A biztonsági berendezés felszerelése és használata csak az után megengedett, hogy a szerelő és az üzemeltető olvasta a saját nyelvére lefordított, eredeti felszerelési és használati utasítást. ATENŢIE: ROMÂNĂ Montarea şi utilizarea dispozitivului de siguranţă este autorizată abia după ce montatorul şi utilizatorul au citit instrucţiunile originale pentru montaj şi utilizare în limba ţării respective. DİKKAT!: TÜRKÇE Güvenlik tertibatının montajına ve kullanımına, ancak montaj teknisyeni ve kullanıcı, orijinal kurulum ve kullanma talimatını kendi ülke dilinde okuduktan sonra, izin verilir. ATENÇÃO: PORTUGUÊS A montagem e o uso do dispositivo de fixação apenas é permitido depois de o técnico de montagem e o utilizador terem lido as Instruções de montagem e uso genuínas nas suas respectivas língua nacionais. Obs! : NORSK Monteringen og anvendelsen av sikkerhetsinnretningene er gyldige først etter at montøren og brukeren har lest den originale oppbygnings- og bruksanvisningen i det tilsvarende landets språk. HUOMIO: SUOMI Turvalaitteiden asennus ja käyttö on sallittu vasta, kun asentaja ja käyttäjä ovat lukeneet alkuperäisen asennus- ja käyttöohjeen omalla kielellään. O B S : SVENSKA Säkerhetsanordningen får inte monteras och användas förrän montören och användaren har läst igenom konstruktionsbeskrivningen och bruksanvisningen i original på resp lands språk. GIV AGT: DANSK

  • Pagina 3 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    INNOTECH ALLinONE

    GEBRUIKSHANDLEIDING

    INHOUDSOPGAVE: VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PAGINA 4 - 5 ALGEMENE INFORMATIE PAGINA 6 - 8 GEBRUIK EN SYSTEEM-BESTANDDELEN PAGINA 9 - 10 INACHTNEMING VAN VALHOOGTEN PAGINA 11 - 12 CERTIFICAAT: EN795 C PAGINA 13 - 15 INSPECTIE- EN ONDERHOUDSFORMULIEREN PAGINA 16 - 20 ATTENTIE:

    KABELGLIJDER ZIE EIGEN MONTAGE- EN GEBRUIKSHANDLEIDING!

  • Pagina 4 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    INNOTECH ALLinONE

    GEBRUIKSHANDLEIDING

    VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

    • Horizontale kabelsystemen volgens EN 795C mogen uitsluitend door geschikte, deskundige en met het dakbeveiligingssysteem vertrouwde personen volgens de actuele stand van de techniek worden opgebouwd.

    • Het systeem mag enkel door personen gemonteerd resp. gebruikt worden die vertrouwd zijn met deze gebruikshandleiding - en met de ter plekke geldende veiligheidsregels en lichamelijk en geestelijk gezond zijn en aangaande de PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) geschoold zijn.

    • Beperkingen in de gezondheid (hart- en bloedsomloopproblemen, inname van medicijnen, alcohol) kunnen de veiligheid van de gebruiker tijdens werkzaamheden op hoogte nadelig beïnvloeden.

    • Tijdens de montage/het gebruik van de verankeringsvoorziening INNOTECH-ALLinONE dienen de desbetreffende preventievoorschriften (bv. : werken op daken) nageleefd te worden.

    • Er moet een schema voorhanden zijn dat rekening houdt met reddingsmaatregelen bij alle mogelijke noodgevallen.

    • Voordat met werken begonnen wordt, moeten maatregelen getroffen worden zodat er geen voorwerpen van het werkgedeelte naar beneden kunnen vallen. De zone beneden de werkplek (stoep, etc.) dient vrijgehouden te worden.

    • De monteurs moeten controleren of de ondergrond voor de bevestiging van de verankeringsvoorziening geschikt is. In geval van twijfel dient een staticus geraadpleegd te worden.

    • Als er tijdens de montage vragen optreden, dient absoluut contact opgenomen te worden met de fabrikant.

    • De afdichting van de dakbedekking dient op vakkundige wijze volgens de toepasselijke richtlijnen te gebeuren.

    • De deskundige bevestiging van het beveiligingssysteem op het bouwwerk dient door plugprotocollen en foto's van de desbetreffende inbouwsituatie gedocumenteerd te worden.

    • Rvs mag niet met schuurstof of stalen gereedschappen in contact komen, dit kan leiden tot corrosievorming.

    • Alle rvs schroeven dienen vóór de montage met een geschikt smeermiddel ingesmeerd te worden.

    • Het horizontale levenslijnsysteem ALLinONE dient zodanig gepland, gemonteerd en gebruikt te worden dat bij deskundige toepassing van de persoonlijke beschermingsmiddelen geen val over de dakrand mogelijk is. (zie planningsdocumenten op www.innotech.at)

    • Bij toegang tot het dakbeveiligingssysteem dienen de posities van de verankeringsvoorzieningen door schema's (bv.: schets van het bovenaanzicht van het dak) gedocumenteerd te worden.

    • De vereiste minimale vrije ruimte beneden de dakrand tot de grond wordt als volgt berekend: opgave van de fabrikant van de gebruikte persoonlijke beschermingsmiddelen + doorhangen van de kabel vlg. tabel+ kabeldoorbuiging + lichaamsgrootte + 1 m veiligheidsafstand.

  • Pagina 5 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    INNOTECH ALLinONE

    GEBRUIKSHANDLEIDING

    VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

    • De bevestiging aan het horizontale kabelbeveiligingssysteem gebeurt door middel van de kabelglijder (AIO GLEIT-10, -11, -12 of -13). De glijder mag uitsluitend in combinatie met de originele karabijnhaak, het originele INNOTECH ALLinONE horizontale kabeltraject met de 8 mm rvs kabel en persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem) gebruikt worden.

    • Attentie: Voor horizontaal gebruik mogen enkel vallijnen gebruikt worden die voor dit gebruiksdoel geschikt en gecontroleerd zijn voor de desbetreffende randuitvoering (scherpe randen, steeldeck, staaldragers, beton etc.).

    • Er kunnen door de combinatie van losse elementen van de genoemde uitrustingen gevaren ontstaan, doordat de veilige functie van één van de elementen nadelig kan worden beïnvloed. (desbetreffende gebruikshandleidingen in acht nemen!)

    • Als het kabeltraject als bevestingssysteem gemonteerd is, dan dient het koppelingsmiddel zodanig ingesteld te worden dat neerstorten onmogelijk is, wanneer het kabeltraject met een inkortring gebruikt wordt.

    • Ieder systeem is onderhevig aan maximale grenswaarden. Deze zijn vastgelegd op het typeplaatje van uw installatie en mogen niet overschreden worden.

    • Vóór gebruik dient het gehele veiligheidssysteem door visuele controle op duidelijke gebreken (bv.: losse schroefverbindingen, vervormingen, slijtage, corrosie, defecte dakafdichting enz.) gecontroleerd te worden.

    Als er twijfels bestaan met betrekking tot het veilig functioneren van het beveiligingssysteem, dient dit door een deskundige gecontroleerd te worden (schriftelijke documentatie).

    • De hele beveiligingsvoorziening inclusief de gebruikte persoonlijke beschermingsmiddelen dienen minimaal een keer per jaar aan een controle door een deskundige onderworpen te worden. De controle door een deskundige dient in het meegeleverde inspectieprotocol gedocumenteerd te worden.

    • Na een valbelasting dient het gehele beveiligingssysteem aan verder gebruik onttrokken te worden en door een deskundige gecontroleerd te worden (deelcomponenten, bevestiging op de ondergrond etc.).

    • De INNOTECH-ALLinONE werd ontwikkeld als beveiligingssysteem voor personen en mag niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Nooit ongedefinieerde lasten aan het beveiligingssysteem hangen.

    • Bij een windkracht die hoger is dan normaal, mogen beveiligingssystemen niet meer gebruikt worden.

    • Na een hevige storm moet het dak (de ondergrond) eerst gecontroleerd worden, voordat de beveiligingsinstallatie weer gebruikt wordt.

    • Er mogen geen wijzigingen aan de vrijgegeven verankeringsvoorziening uitgevoerd worden.

    • Het kabelsysteem moet volgens de voor het land gebruikelijke bliksembeveiligingsbepalingen in de bliksembeveiliging opgenomen worden en mag niet als bliksemafleider gebruikt worden.

    • Bij schuine dakvlakken moet door geschikte sneeuwvangers voorkomen worden dat daklawines (ijs, sneeuw) omlaag glijden.

    • In gebieden waar veel sneeuw valt, moet het horizontale kabelsysteem in de buurt van de nok van het dak gemonteerd worden!

    • Als het beveiligingssysteem aan externe opdrachtnemers wordt afgestaan, dienen de montage- en gebruikshandleidingen schriftelijk toegewezen te worden.

    • Indien de uitrusting naar een ander land verkocht wordt, moeten de montage- en gebruikshandleidingen in de taal van het betreffende land ter beschikking gesteld worden.

  • Pagina 6 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    INNOTECH ALLinONE VOORSCHRIFTEN Er gelden de algemene preventievoorschriften en de regels en normen voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen tegen omlaag vallen. INSPECTIE VÓÓR GEBRUIK VAN HET SYSTEEM Voordat het kabelsysteem wordt gebruikt, dient de valindicatorklem en de veervoorspanning op de eindkoppelingen gecontroleerd te worden (zie pagina 10). Ideale kabelvoorspanning 50 – 120 kg. Als er geen kabelvoorspanning op de eindverbindingen te zien is, dan dient het systeem door een deskundige gecontroleerd te worden. Mochten er echter door corrosie of vervorming etc. aanwijzingen voor beschadigingen van de installatieonderdelen of van de rvs kabel herkenbaar zijn, dan mag het systeem niet meer gebruikt worden. INSPECTIE-INTERVALLEN Het INNOTECH ALLinONE horizontaal kabelbeveiligingssysteem moet vóór ieder gebruik gecontroleerd worden op de voorgeschreven staat (visuele controle), en eens per jaar door een deskundige die met het kabelbeveiligingssysteem vertrouwd is. In uitzonderingsgevallen zijn afhankelijk van het desbetreffende toepassingsbereik extra inspecties nodig. (blikseminslag, brand, corrosieve atmosfeer etc.) De inspectie-intervallen vindt u op het typeplaatje. INSPECTIE VAN DE OPVANGGORDELS EN DE VERBINDINGSELEMENTEN Controleer de harnasgordel, koppelingsmiddelen en verankeringspunten volgens de betreffende handleidingen. INSPECTIE GLIJDER Onderzoek vóór het gebruik de ALLinONE glijder op aanwijzingen voor slijtage, beschadigingen of corrosie. Verzeker u ervan dat de karabijnhaak correct en volledig gesloten (vastgeschroefd) is. Gebruik de glijder enkel samen met de originele karabijnhaak en uw ALLinONE kabelbeveiligingssysteem. ( diameter van rvs kabel 8 mm) De spleetafmeting (doorloopspleet) van de glijder mag in gesloten staat niet groter zijn dan 4,0 mm. De jaarlijkse controle dient in het INSPECTIEPROTOCOL (kopieerdocument in de montagehandleiding / gebruikersexemplaar) gedocumenteerd te worden! VERKOOP EN ONTWIKKELING INNOTECH Arbeitsschutz GmbH A-4694 Ohlsdorf, Ehrendorf 4 w w w . i n n o t e c h . a t Bij de test ingeschakelde genotificeerde instantie: TÜV AUSTRIA Services GmbH, Krugerstrasse 16, A-1015 Wenen

  • Pagina 7 van 20 NIEDERLÄNDISCH

    INNOTECH ALLinONE TEKENS EN MARKERINGENEr moet een PBM-verwijzing zijn aangebracht en deze moet de volgende

    − Typeaanduiding: − Nummer(s) van de desbetreffende norm(en): − Naam of logo van de fabrikant/verkoper: − Serienummer en bouwjaar van de fabrikant: − Teken dat de gebruikshandleiding in acht moet worden genomen:− CE-teken met code van de genotificeerde plek:

    DEKRA EXAM GmbH − Benaming: − Controle jaarlijks:

    − Geïnstalleerd door:

    − Valdemper noodzakelijk: − Maximale kabeldoorbuiging:− Max. aantal gebruikers:

    TEKENS EN MARKERINGENEr moet een PBM-verwijzing zijn aangebracht en deze moet de volgende informatie bevatten:

    − Typeaanduiding: − Nummer(s) van de desbetreffende norm(en): − Naam of logo van de fabrikant/verkoper: − Serienummer en bouwjaar van de fabrikant: − Teken dat de gebruikshandleiding in acht moet worden genomen:− CE-teken met code van de genotificeerde plek:

    DEKRA EXAM GmbH − Benaming: − Controle jaarlijks:

    − Geïnstalleerd door:

    − Valdemper noodzakelijk: − Maximale kabeldoorbuiging:− Max. aantal gebruikers:

    Uitgave 15.03.11 INNOTECH AIO-TYPE

    ALLinONE TEKENS EN MARKERINGEN

    verwijzing zijn aangebracht en deze moet de volgende informatie bevatten:

    INNOTECH ALLinONENummer(s) van de desbetreffende norm(en): EN 795:1996 Cl. Naam of logo van de fabrikant/verkoper: INNOTECH Serienummer en bouwjaar van de fabrikant: xxxx / 20xx

    ruikshandleiding in acht moet worden genomen: teken met code van de genotificeerde plek:

    � 0158 doorlopende kabelinstallatie datum van de volgende

    jaarlijkse controle naam & adres van de

    montagefirma JA

    Maximale kabeldoorbuiging: 2 m 4

    TEKENS EN MARKERINGEN verwijzing zijn aangebracht en deze moet de volgende informatie bevatten:

    INNOTECH ALLinONENummer(s) van de desbetreffende norm(en): EN 795:1996 Cl. Naam of logo van de fabrikant/verkoper: INNOTECH Serienummer en bouwjaar van de fabrikant: xxxx / 20xx

    gebruikshandleiding in acht moet worden genomen: teken met code van de genotificeerde plek:

    � 0158 doorlopende kabelinstallatie datum van de volgende

    jaarlijkse controle naam & adres van de

    montagefirma JA

    Maximale kabeldoorbuiging: 3 m 2

    informatie bevatten:

    INNOTECH ALLinONE EN 795:1996 Cl. C

    doorlopende kabelinstallatie-nr. datum van de volgende jaarlijkse controle naam & adres van de montagefirma

    verwijzing zijn aangebracht en deze moet de volgende informatie bevatten:

    INNOTECH ALLinONE EN 795:1996 Cl. C, Cl. E

    doorlopende kabelinstallatie-nr. datum van de volgende jaarlijkse controle naam & adres van de montagefirma

  • Pagina 8 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    INNOTECH ALLinONE BESCHRIJVING Losse aanslagpunten en horizontale kabelbeveiligingssystemen dienen ertoe om werknemers met een persoonlijke veiligheidsuitrusting vast te maken. Het beveiligingssysteem ALLinONE is ontwikkeld voor gebruik door personen op horizontale locaties waar gevaar valrisico bestaat. ALLinONE bestaat uit roestvrij 8 mm rvs dat door twee eindbevestigingen en verschillende tussenankers gedragen wordt. De gebruiker is door persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem) en bovendien door de ALLinONE kabelglijder met het systeem verbonden. Als doorloopsysteem ontworpen biedt ALLinONE de gebruikers onbelemmerde bewegingsvrijheid doordat de tussenankers en de curven zonder weerstand worden gepasseerd. ALLinONE kan op gevels, platte daken en schuine daken gemonteerd worden. Om de valbelasting voor personen zo laag mogelijk te houden is de kabelbeveiliging uitgerust met moderne voorspannings- en dempingselementen. Attentie: Verankeringspunten zijn plastisch vervormbaar! TOELATING Horizontaal kabelbeveiligingssysteem volgens EN 795 klasse C. Het aantal personen dat het kabelsysteem op hetzelfde tijdstip mag gebruiken, kunt u ontlenen aan het typeplaatje van uw installatie. GEBRUIKERS Enkel personen die vertrouwd zijn met deze handleiding en lichamelijk resp. geestelijk gezond zijn, mogen het systeem gebruiken. Als er twijfels bestaan, mag het systeem niet gebruikt worden. (Er moeten minimaal 2 personen aanwezig zijn en er moeten evacuatiesystemen vastgelegd zijn). KOPPELINGSMIDDELEN Opvanggordels en de lengtes van de verbindingsmiddelen moeten op het desbetreffende object afgestemd worden en voldoen aan de geldige normen. Iedereen die in zones met valrisico's actief is, dient onder eigen verantwoordelijkheid op de valhoogte te letten. De verbinding met de aanslagvoorziening dient zo kort mogelijk gehouden te worden om de hoogte van de vrije val te beperken. TOEGANG TOT HET SYSTEEM Bij het omhoog gaan naar het beveiligingssysteem en het gebruik daarvan dienen alle bepalingen voor de werkveiligheid absoluut nageleefd te worden. Er gelden de algemene preventievoorschriften en de regels en normen voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen tegen omlaag vallen. FABRIEKSGARANTIE ALLinONE systeemonderdelen zijn gemaakt van rvs. Onder normale gebruiksomstandigheden wordt een fabrieksgarantie van 2 jaar op alle componenten voor fabricagefouten verleend. Wanneer het systeem echter in bijzonder corrosieve atmosferen ingezet wordt, kan deze termijn worden ingekort. Ingeval van belasting (val) vervalt de aanspraak op fabrieksgarantie voor die componenten die energieabsorberend ontworpen zijn, resp. zich eventueel vervormen en daardoor vervangen moeten worden. Attentie: Voor de systeemmontage en componenten die door deskundige montagebedrijven onder hun verantwoordelijkheid geleverd en geïnstalleerd worden, neemt INNOTECH bij ondeskundige montage geen verantwoordelijkheid op zich en verleent ook geen fabrieksgarantie.

  • Pagina 9 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    INNOTECH ALLinONE TOEPASSING ALLinONE werd ontwikkeld om de gebruiker volledige bewegingsvrijheid te garanderen, zonder dat het beveiligingssysteem afgelegd of omgehangen moet worden BESTANDDELEN VAN HET SYSTEEM • Kabelglijder GLEIT-10 Als verankeringspunt voor 1 persoonmet persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem). Het kenmerk van het glijanker is dat het zonder weerstand langs de beveiligingskabel loopt. Hij glijdt aan beide zijden van het kabeltraject en loopt over doorloopsteunen en door curven heen. De glijder mag uitsluitend in combinatie met de originele karabijnhaak, het ALLinONE horizontale kabeltraject met de 8 mm rvs kabel en persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem) gebruikt worden. De kabelglijder vormt een onderdeel van uw horizontale levenslijnsysteem. Deze kan echter op iedere willekeurige plaats in het ALLinONE kabelsysteem ingehangen of losgemaakt worden. Losmaken van het systeem gebeurt net zoals het bevestigen, alleen op precies de omgekeerde wijze. Er mag echter niet vergeten worden dat de beveiliging van de persoon eindigt bij het losmaken van het systeem, en dat er voor het geval van een nog steeds bestaand valrisico nog een tweede beveiligingsvoorziening voorhanden moet zijn. De glijder bezit geen bewegende onderdelen en is zodoende onderhoudsarm. De spleetafmeting (doorloopspleet) van de glijder mag in gesloten staat niet groter zijn dan 4,0 mm. Inhangen/losmaken: Door de twee helften van de glijder (afb.1) te verschuiven kunt u de glijder op het kabelsysteem (minimaal 8 mm rvs kabel 7/7) plaatsen of losmaken. Als de glijder gesloten is, dan wordt deze met de originele karabijnhaak (volgens EN 362) vergrendeld en met de persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem) verbonden. (afb. 2) Verzeker u ervan dat de karabijnhaak correct en volledig gesloten (vastgeschroefd) is.

    Afb.1 Afb. 2 Afb.3

    Eenvoudig inhangen of losmaken Zekeren door karabijnhaak Spleetafmeting maximaal 4,0 mm Alternatieve kabelglijders (GLEIT-11 / GLEIT-12 / GLEIT-13) Als verankeringspunt voor 1 persoonmet persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem). Als uw installatie met een kabelglijder met wielen (GLEIT-11),kabelglijder voor curven met wielen (GLEIT-12) of een kabelglijder (GLEIT-13) uitgerust is, dan maakt deze deel uit van de kabelbeveiligingsinstallatie en mag hij enkel door vakkundige resp. deskundige personen gemonteerd of gedemonteerd worden. De bevestiging aan de glijder vindt plaats met behulp van de meegeleverde originele schroefkarabijnhaak (volgens EN 362) en persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem). Verzeker u ervan dat de karabijnhaak steeds correct en volledig gesloten (vastgeschroefd) is. Vóór het gebruik dienen de glijders op duidelijke gebreken gecontroleerd te worden. (b.v.: losse schroefverbindingen enz.)

  • Pagina 10 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    INNOTECH ALLinONE • Rvs kabel Originele INNOTECH ALLinONE - rvs kabel (8 mm, 7 x 7 draden), breukbelasting 37 kN. • Tussenankers Door de beweeglijke tussenankers bedraagt de glijhoek ca. 220 graden. Hierdoor kan het kabeltraject aan beide zijden comfortabel worden belopen. • Eindslotbevestiging ALLinONE is een met een veer voorgespannen kabelbeveiligingssysteem. Bij een val wordt door de veerspanning het zogenaamde „zweepslageffect“ gereduceerd. In combinatie met de energiedempende spieverbinding vermindert dit de valbelasting voor de gebruiker in aanzienlijke mate. De veervoorspanning in het eindslot dient te liggen tussen 50 en 120 kg. (Afb.1) Met de valindicatorklem kan een systeembelasting vastgesteld worden. (Afb. 2) • Typeplaatje (standaard):

    (Symboolplaatje)

    Afb. 1

    Afb.2 Visuele controle indicatorklem

    Gewenste staat: afstand max. 5 mm

    Na belasting door het systeem: afstand ca. 10-15 mm Systeemcontrole nodig

    Inkeping geeft veervoorspanning aan

  • Pagina 11 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    INNOTECH ALLinONE VALHOOGTEN Bij kleine valhoogten (afdaken, balkons, etc.) dienen de persoonlijke beschermingsmiddelen overeenkomstig aangepast te worden. Hierbij kunnen bevestigings- of positioneringssystemen volgens de desbetreffende normen of arbobepalingen gebruikt worden. Bevestigingssysteem volgens EN 358 Bij bevestigingssystemen dient een vrije val te worden voorkomen. Door het juiste gebruik van de valbeveiliging dient iemand al helemaal niet in de situatie terecht te komen waarin een dergelijke vrije val mogelijk is. Dit wordt bereikt door het gebruik van geschikte koppelingsmiddelen of inkortringen. Iedereen die actief is in zones met valrisico's moet er zelf voor zorgen dat de gebruikte persoonlijke beschermingsmiddelen aan de vereiste normen voldoen en dat de verbinding met het valbeveiligingssysteem zo kort mogelijk gehouden wordt om gewoon niet in de situatie van een val terecht te komen. Aanduiding: Wanneer deeltrajecten als bevestigingssysteem vastgelegd worden, dan gebeurt de aanduiding van deze trajecten met extra typeplaatjes, die direct en permanent aan het begin en het einde van het deeltraject gemonteerd worden. Let altijd op de grootst mogelijke valhoogte!! Berekening: + opgave van fabrikant van uw valstopsysteem + lengteverandering van het kabelsysteem na een val (zie tabel 1) + van constructie afhankelijke kabeldoorbuiging (diagonaal veroorzaakte lengteveranderingen) + veiligheidstoeslag minimaal 1,0 m =.........

    TABEL 1 Doorhangen van kabel / belasting - gemaakt voor 4 personen volgens EN 795 C zonder demping!

    Voorbeeld: Steunafstand 12 m, totale lengte kabelsysteem 100 m � resulteert ingeval van een val voor 4 personen in het doorhangen van de kabel met 134 cm en maximaal 14,5 kN op de eindverbindingen. Om de vereiste vrije ruimte onder de mogelijke plaats van de val te bepalen dient rekening gehouden te worden met de aanwijzingen vlg. de tabel, daarnaast moeten de aanwijzingen van de fabrikant van het betreffende valstopsysteem volgens EN 363 meegerekend worden.

    Door vermindering van het aantal personen - door de montage van energieabsorbers of door het gebruik als bevestigingssysteem kunnen het doorhangen van de kabel en de eindkrachten volgens tabel wezenlijk verminderd worden. De gegevens vindt u op het typeplaatje van uw kabelinstallatie.

    75 66 59 56 53 50 49 47 46 2 X X X X X X X X x

    88 77 69 66 62 59 57 55 54 4 13,6 13 13 13 13 13 13 13 13

    104 91 82 77 73 69 67 65 64 6 15,2 14,7 14,3 13,8 13,8 13,8 13,8 13,8 13,8

    123 108 96 92 87 82 79 77 75 8 16,6 16,1 15,6 15,1 14,2 13,4 13,4 13,4 13,4

    146 127 114 108 102 96 94 91 89 10 18 17,4 16,9 16,4 15,4 14,5 13,6 13,6 13,6

    172 149 134 128 121 114 111 107 x 12 X 19 18,5 17,8 16,8 15,8 14,8 14,8 14,8

    203 176 159 151 143 134 131 x x 14 x x 19,8 19,2 18 16,9 15,9 15 15

    300 200 100 80 60 40 30 20 10 10 20 30 40 60 80 100 200 300

    Totale lengte van het kabelsysteem tussen twee eindverbindingen in m

    S t e u n a f s t a n d i n m

    Doorhangen van kabel na val in cm Dyn. belasting van de eindbelasting in kN

  • Pagina 12 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

    INNOTECH ALLinONE BEREKENING VAN DE MINIMALE VALHOOGTEN

    Veronderstelling: Totale lengte kabelsysteem 100 m met steunafstanden van 12 m

    Valdemper met PBM ~1,5 m valstopapparaat ~0,5 m

    Lengte van de persoon ~1,8 m

    Veiligheidsafstand 1 m

    Rek kabelsysteem volgens tabel 1 ~0,5 – 2,5 m

    ≥ 2,5m

    Lengte van de persoon ~ 1,8 m

    Veiligheidsafstand 1 m

    Positiehoogte + verbindings- middel ~ 2m

    Valdemper en PBM ~1,5 m valstopapparaat ~0,5 m

    Rek kabelsysteem volgens tabel 1 ~0,5 – 2,5 m

    Voorbeeld 2 Voorbeeld 3

    Voorbeeld 1

    Rek kabelsysteem volgens tabel 1 ~0,5 – 2,5 m

    Veiligheidsafstand 1 m

    Valdemper + Vallijn ~1,5 m valstopapparaat ~0,5 m

    Valdemper max. ca. 1,50 m vlg. tabel 1 1,34 m Lengte van de persoon 1,80 m Veiligheidsafstand 1,00 m

    Minimale valhoogte max. 5,64 m

    Positiehoogte 2,00 m Valdemper max. ca. 1,50 m vlg. tabel 1 1,34 m Lengte van de persoon 1,80 m Veiligheidsafstand 1,00 m

    Minimale valhoogte max. 7,64 m

  • Pagina 13 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

  • Pagina 14 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE

  • Pagina 15 van 20 Uitgave 15.03.11 NIEDERLÄNDISCH INNOTECH AIO-TYPE