ANTWOORDEN OP DE VRAGENLIJST VAN HET EUROPEES … · geleid tot de presentatie van het voorstel tot...
Transcript of ANTWOORDEN OP DE VRAGENLIJST VAN HET EUROPEES … · geleid tot de presentatie van het voorstel tot...
1
NL
ANTWOORDEN OP DE VRAGENLIJST VAN HET EUROPEES
PARLEMENT VOOR KANDIDAAT-COMMISSARIS
Mariya GABRIEL
Kandidaat-commissaris voor Innovatie en Jeugd
1. Algemene bekwaamheid, inzet voor Europa en onafhankelijkheid
Welke aspecten van uw kwalificaties en ervaring maken u geschikt voor het vervullen
van het ambt van commissaris en voor het bevorderen van het Europees algemeen
belang, vooral op het gebied waarop u bevoegd zou zijn? Wat zijn uw drijfveren? Op
welke wijze wilt u invulling geven aan de strategische agenda van de Commissie? Hoe
zult u ervoor zorgen dat gendermainstreaming wordt toegepast en de genderdimensie
wordt geïntegreerd in alle beleidsterreinen van uw portefeuille? Hoe kunt u uw
onafhankelijkheid aantonen? Kunt u garanderen dat uw vroegere, huidige of
toekomstige activiteiten geen twijfel doen ontstaan over uw functioneren als
commissaris?
Ik ben de afgelopen twee jaar commissaris geweest, verantwoordelijk voor Digitale Economie
en Samenleving, en daarvóór was ik acht jaar lid van het Europees Parlement. Als toegewijde
Europeaan kan ik me geen hogere politieke eer inbeelden dan te werken voor Europa, met
name in moeilijke tijden zoals we die vandaag beleven. Ik ben ervan overtuigd dat de
toekomst van Europa afhangt van de kracht van onze eenheid. De verkozen voorzitter heeft
mij twee missies toevertrouwd.
Ten eerste zal ik ervoor zorgen dat de kennisdriehoek van onderwijs, onderzoek en innovatie
ons helpt onze ambities en bredere doelstellingen te verwezenlijken. Op dit gebied zal ik
onder leiding van de uitvoerende vicevoorzitter voor een Europa dat klaar is voor het digitale
tijdperk werken op het gebied van onderzoek en innovatie, en onder leiding van de
vicevoorzitter voor de bescherming van onze Europese levenswijze werken op het gebied van
onderwijs, cultuur, jeugd en sport. Dit zal ons concurrentievermogen ondersteunen en ervoor
zorgen dat Europa het voortouw neemt in de digitale en klimaatneutrale transformatie. Het
gezamenlijk ontwikkelen van passende beleidsmaatregelen zal ervoor zorgen dat mensen over
de juiste vaardigheden beschikken om te gedijen in onze veranderende samenleving. Wat mij
in de eerste plaats heeft gemotiveerd om in de politiek te gaan, en mij vandaag als kandidaat-
commissaris motiveert, is de wens om zo inclusief mogelijk te zijn en te werken ten bate van
onze burgers, overal in Europa.
In de tweede plaats zal ik mijn aandacht richten op de jongere generaties en de manieren
waarop we hen weerbaarder kunnen maken. Cultuur is het DNA van Europa in termen van
diversiteit, grondrechten en waarden. Onder leiding van de vicevoorzitter voor de
bescherming van onze Europese levenswijze zal ik samen met de Europese cultuurmakers
cultuur verder blijven bevorderen. Het behoud van ons cultureel erfgoed, onder meer langs
digitale weg, zal centraal blijven staan in mijn politieke optreden.
2
Deze beleidslijnen zijn gebaseerd op de ervaringen die ik de afgelopen twee jaar heb
opgedaan. In de hoedanigheid van commissaris voor Digitale Economie en Samenleving heb
ik met name het onderdeel ICT van het Horizon 2020-programma (13 miljard EUR), de
Connecting Europe Facility (1 miljard EUR) en het programma Creatief Europa (1 miljard
EUR, MEDIA) beheerd. Bovendien heb ik met succes werkzaamheden uitgevoerd die hebben
geleid tot de presentatie van het voorstel tot instelling van het programma Digitaal Europa
voor het volgende financiële kader, dat onder meer moet helpen om de output van ons
onderzoek en onze innovatie binnen de Europese industrie te integreren.
Naast de financiering zijn een aantal beleidsmaatregelen die ik heb beheerd rechtstreeks
relevant voor mijn nieuwe portefeuille. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de nieuwe reeks
auteursrechten en audiovisuele regels waarover ik namens de Commissie heb onderhandeld en
die van het grootste belang zijn voor de Europese cultuur. Een ander voorbeeld is het
actieplan voor digitaal onderwijs dat ik samen met de commissaris voor Onderwijs, Cultuur,
Jongerenzaken en Sport heb voorgesteld en dat ik in de komende zittingsperiode zal
actualiseren. Een laatste voorbeeld is mijn voortdurende inzet voor digitale vaardigheden,
zoals blijkt uit de ontwikkeling van een stageprogramma, gefinancierd met middelen van
Horizon 2020, maar uitgevoerd via Erasmus+, dat duizenden jonge Europese afgestudeerden
heeft geholpen om in het buitenland een digitale ervaring op te doen.
Een genderperspectief in het beleid integreren en mainstreamen is en blijft een prioriteit van
mijn politieke optreden. In de vorige zittingsperiode heb ik een “Women in Digital”-strategie
ontwikkeld en bevorderd, waarin maatregelen werden samengebracht om digitale
genderstereotypen te bestrijden en rolmodellen onder de aandacht te brengen, digitale
vaardigheden en STEM-onderwijs (wetenschap, technologie, engineering en wiskunde) voor
meisjes en vrouwen te bevorderen en vrouwelijk digitaal ondernemerschap te stimuleren. De
voortgang wordt gemonitord middels het “Women in Digital Scoreboard”, dat deel uitmaakt
van de index van de digitale economie en samenleving en de verslagen van het Europees
Semester. Onze campagne #DigitalRespect4Her heeft de aandacht gevestigd op de problemen
waarmee vrouwen online te kampen hebben. Alle lidstaten en de CEO’s van 23 grote
hightech- en mediabedrijven ondertekenden een verklaring over de totstandbrenging van een
inclusieve werkomgeving in hun bedrijven. In de audiovisuele sector zijn we begonnen met
het monitoren van het genderevenwicht in het subprogramma Media van het programma
Creatief Europa en werd het startschot gegeven voor het initiatief “Women on the Move” met
een gids met goede praktijken.
Ik heb in de betrekkingen met onze internationale partners ook altijd een Europese benadering
toegepast. In dit verband hebben we de dimensies van alle digitale dossiers aanzienlijk
uitgebreid, zoals de Digitale Agenda voor de Westelijke Balkan, maar ook de relatie met het
Oostelijk Partnerschap, Afrika en het zuidelijke Middellandse Zeegebied.
Ik verbind mij ertoe me volledig te zullen blijven houden aan de verplichtingen inzake
onafhankelijkheid, transparantie, onpartijdigheid en beschikbaarheid, zoals omschreven in
artikel 17, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 245 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie.
Als mijn opdracht als commissaris wordt bevestigd, zal ik de letter en geest van het Verdrag
ten volle naleven, met name de verplichting om in het Europese belang te handelen en geen
andere aanwijzingen te volgen. Ik zal de gedragscode voor de leden van de Europese
Commissie en de bepalingen ervan inzake belangenconflicten blijven naleven. Mijn
3
belangenverklaring is volledig en toegankelijk voor het publiek en, net als tijdens mijn vorige
mandaat, zal ik deze snel actualiseren indien een wijziging nodig is.
2. Beheer van de portefeuille en samenwerking met het Europees Parlement
Hoe ziet u uw rol als lid van het college van commissarissen? In hoeverre bent u bereid
verantwoording af te leggen aan het Parlement over uw handelen en dat van uw
diensten? Kunt u specifieke toezeggingen doen ten aanzien van meer transparantie,
intensievere samenwerking en een actieve follow-up van de standpunten en verzoeken
om wetgevingsinitiatieven van het Parlement? Bent u met betrekking tot geplande
initiatieven en lopende procedures bereid om het Parlement op gelijke voet met de Raad
van informatie en documenten te voorzien?
Als mijn opdracht als commissaris wordt bevestigd, zal ik de volledige politieke
verantwoordelijkheid opnemen voor de werkzaamheden in mijn bevoegdheidsgebied. Ik hecht
groot belang aan het collegialiteitsbeginsel en zal ten volle samenwerken met de andere leden
van het college.
Ik ben driemaal verkozen tot lid van het Europees Parlement en het is dan ook met respect en
inzet dat ik in alle stadia van zowel het beleidsvormingsproces als de politieke dialoog nauw
zal blijven samenwerken met het Parlement en de relevante commissies.
Ik engageer me volledig voor de leidende beginselen die een doeltreffende interinstitutionele
samenwerking en een efficiënt en legitiem EU-besluitvormingssysteem mogelijk maken.
Deze omvatten openheid, wederzijds vertrouwen, efficiëntie en de regelmatige uitwisseling
van informatie. Ik sta volledig achter de politieke beleidslijnen van de verkozen voorzitter en
de opdrachtbrieven, die deze beginselen volledig weerspiegelen, en ik benadruk het
voornemen om het speciale partnerschap tussen het Europees Parlement en de Commissie te
versterken. Als mijn opdracht als commissaris wordt bevestigd, zal ik mijn best doen om deze
doelstelling te verwezenlijken, en ik zal daarbij volledig voldoen aan de bepalingen van het
Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese
Commissie uit 2010 en het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 2016.
Net als tijdens mijn huidige mandaat verbind ik mij ertoe deel te nemen aan alle relevante
plenaire debatten, commissievergaderingen en trialoogbesprekingen. Ik zal ervoor zorgen dat
de relevante commissies van het Europees Parlement betrokken worden bij belangrijke
ontwikkelingen onder mijn verantwoordelijkheid, en ik ben mij volledig bewust van het
belang van gelijke behandeling van het Parlement en de Raad als medewetgevers.
Meer bepaald zal ik zorgen voor een regelmatige informatiestroom met de voorzitter van de
betrokken parlementaire commissies, rechtstreeks communiceren met de commissieleden en
ervoor zorgen dat ik beschikbaar ben voor bilaterale vergaderingen.
Ik zal er ook over waken dat de vragen van leden van het Europees Parlement aan de
Commissie die onder mijn verantwoordelijkheid vallen, snel en accuraat worden beantwoord.
Ik zal voor de plenaire vergadering en de commissies van het Europees Parlement verschijnen
wanneer ik word verzocht een antwoord op een vraag of een reactie te geven.
Ik ben het eens met de politieke beleidslijnen van de verkozen voorzitter, waarin wordt
benadrukt dat, om het vertrouwen van de burgers in de Unie terug te winnen, onze
4
instellingen openheid moeten betrachten en uit het oogpunt van transparantie onberispelijk
moeten zijn.
Ik zal mij derhalve volledig inzetten voor de uitvoering van de uitgebreide bepalingen inzake
transparantie en de informatiestroom in het Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het
Europees Parlement en de Europese Commissie en het Interinstitutioneel Akkoord over beter
wetgeven. Ik zal er met name in mijn gestructureerde dialogen en andere contacten met de
commissies van het Parlement voor zorgen dat deze bepalingen worden nageleefd.
Ik zal ook mijn inspanningen voortzetten om burgers te informeren over de rol van de
Commissie in de institutionele structuur van de EU, met name door een groot aantal
burgerdialogen aan te gaan. Daarnaast zullen de beleidsvoorstellen en de uitvoering van het
programma onder mijn verantwoordelijkheid gebaseerd zijn op een gedegen raadpleging van
deskundigen en het publiek, in overeenstemming met de beginselen van betere regelgeving.
Ik ben het volledig eens met de steun van de verkozen voorzitter voor een initiatiefrecht voor
het Europees Parlement en de toezegging dat de Commissie gevolg zal geven aan
parlementaire resoluties die door een meerderheid van de leden als wetgevingshandeling
worden aangenomen, met volledige inachtneming van de beginselen van evenredigheid,
subsidiariteit en betere wetgeving.
In het kader van de toezegging van het nieuwe college voor een verdiept partnerschap met het
Europees Parlement zal ik in elke fase van de bespreking van resoluties overeenkomstig
artikel 225 VWEU met het Parlement samenwerken. Ik verbind mij ertoe nauw samen te
werken met de betrokken parlementaire commissies en actief aanwezig te zijn bij de
voorbereiding van resoluties uit hoofde van artikel 225 VWEU. Ik ben er rotsvast van
overtuigd dat dit de dialoog zal verbeteren, vertrouwen zal kweken en het gevoel zal
bevorderen dat we samen werken aan een gemeenschappelijk doel.
Ik zal er ook voor zorgen dat het Europees Parlement regelmatig wordt geïnformeerd, met
name vóór belangrijke gebeurtenissen en in belangrijke fasen van internationale
onderhandelingen op beleidsdomeinen die onder mijn verantwoordelijkheid vallen.
Ik ben mij er ten volle van bewust dat het verstrekken van informatie en documenten een
essentieel aspect is van de verdieping van het partnerschap tussen het Europees Parlement en
de Commissie. Ik verbind mij er derhalve toe de desbetreffende bepalingen van het
Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese
Commissie en het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven volledig uit te voeren. Ik
zal ervoor zorgen dat de gelijkheid van de medewetgevers in acht wordt genomen wat betreft
de wijze waarop informatie wordt gedeeld in beleidsdomeinen die onder mijn
verantwoordelijkheid vallen.
Vragen van de Commissie cultuur en onderwijs:
1. Portefeuille
Onderwijs. Het is uw taak om uiterlijk in 2025 de Europese onderwijsruimte te
verwezenlijken. Hoe denkt u ervoor te zorgen dat de onlangs genomen maatregelen zich
vertalen in concrete actie ter plaatse en welke verdere maatregelen bent u van plan te
nemen om deze doelstelling te verwezenlijken? Hoe ziet u de toekomst van het beleid van
5
de Unie op het vlak van digitale vaardigheden en mediageletterdheid en wat zijn de
volgende stappen in het actieplan voor digitaal onderwijs? Het is uw taak om een
verdriedubbeling van de begroting voor Erasmus+ in het volgende MFK te
bewerkstelligen, en om Erasmus+ inclusiever en toegankelijker te maken voor kansarme
personen. Hoe gaat u zorgen voor een ruimere begroting in het nieuwe MFK en met
welke concrete maatregelen wilt u Erasmus+ inclusiever maken? Hoe steunt u een meer
gezamenlijke beleidsaanpak van onderwijs en onderzoek voor universiteiten in de EU?
Wat is ten slotte uw visie op het onderwijsbeleid van de EU voor de lange termijn?
Het leiden van de werkzaamheden in verband met de totstandbrenging van de Europese
onderwijsruimte is een essentieel onderdeel van mijn taakomschrijving. Ik zal nauw
samenwerken met het Europees Parlement, de lidstaten en de belanghebbenden in het
onderwijs, met volledige inachtneming van de bevoegdheden van het Verdrag op het gebied
van onderwijs. Het Europees Parlement en de lidstaten zijn zeer ingenomen met de Europese
onderwijsruimte; de prioritaire werkgebieden om deze te verwezenlijken, zijn door de
Europese Raad in december 2017 in kaart gebracht. Dit elan is nog steeds zeer sterk. Daarom
zal ik ten volle gebruikmaken van het EU-kader voor uitwisseling, vergelijking,
benchmarking en wederzijds leren rond de grotendeels gemeenschappelijke uitdagingen
waarmee de lidstaten op het gebied van onderwijs en opleiding worden geconfronteerd. Ik zal
de nadruk leggen op het waarborgen van de toegang tot kwalitatief hoogwaardige en
innovatiegestuurde stelsels voor onderwijs en opleiding. Ik zal werk maken van het
wegnemen van obstakels die leren in een ander land en het vrije verkeer van lerenden
belemmeren; één dergelijke belemmering is het ontbreken van een Europese studentenkaart.
Ik zal de grensoverschrijdende leermobiliteit en samenwerking in onderwijs en opleiding
bevorderen, niet in de laatste plaats door de verdere ontwikkeling van het eerste proefproject
over Europese universiteiten. Ik zal de werkzaamheden voortzetten op het gebied van
sleutelcompetenties, kwaliteitsvolle voor- en vroegschoolse educatie, wederzijdse erkenning
van diploma’s en leerresultaten en het leren van talen.
Wat Erasmus betreft, zal ik werk maken van de oproep van de verkozen voorzitter om de
begroting te verdrievoudigen, wat ook de wens van het Europees Parlement is. Een sterk
uitgebreide begroting zal ook van cruciaal belang zijn om de inclusiviteit van het programma
verder te ontwikkelen. De maatregelen daarvoor houden gerichte subsidies voor mensen met
specifieke behoeften in, flexibelere modellen die voorzien in de behoeften van mensen uit
kansarme milieus of gerichte maatregelen om het programma beter bekend te maken. Ik zal
daarnaast de mogelijkheden onderzoeken in het kader van de structuurfondsen en InvestEU
om de lidstaten te ondersteunen bij het bieden van gelijke toegang tot hoogwaardig inclusief
onderwijs in overeenstemming met het eerste beginsel van de Europese pijler van sociale
rechten.
Gezien de snelheid en de schaal van de digitale transformatie moeten we ons optreden op het
gebied van digitale vaardigheden dringend opvoeren. 43 % van de EU-bevolking heeft
beperkte digitale vaardigheden en 17 % heeft er helemaal geen, waardoor deze groep een
groot risico op uitsluiting loopt. De verkozen voorzitter heeft duidelijk gemaakt dat dit voor
ons een prioritair gebied is. Ik geloof dat het tijd is voor een upgrade van het actieplan voor
digitaal onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat deze inspanningen zich vooral op leerkrachten
zouden moeten richten; zij willen hun eigen digitale vaardigheden graag verbeteren en
technologie gebruiken om hun werk te ondersteunen. Als we de digitale capaciteit en het
vertrouwen van leerkrachten kunnen verbeteren, zal dat hen helpen jongeren uit te rusten met
de digitale vaardigheden die zij nodig hebben, zowel voor hun beroepsleven als voor hun
deelname aan de samenleving.
6
Digitale onderwijsmogelijkheden uitbreiden is een andere prioriteit. We moeten
onderwijsinstellingen klaarmaken voor het digitale tijdperk vanuit het perspectief van een
leven lang leren. Ik zal mij met name richten op mogelijkheden zoals open onlinecursussen
voor een groot publiek om zo veel mogelijk mensen te bereiken. We moeten intelligent
gebruikmaken van de digitale technologie om het onderwijs zowel doeltreffender als
inclusiever te maken.
Het hoofddoel van al onze inspanningen moet echter zijn de jonge generaties met sterke
digitale vaardigheden uit te rusten. We kunnen dit helpen bereiken door bijvoorbeeld de
nadruk te leggen op digitale geletterdheid, computerwetenschap en informatica voor iedereen,
zodat kinderen en jongeren digitale technologie begrijpen en er kritisch mee omgaan — zowel
wat de beloften als de gevaren ervan betreft. De wereld is al digitaal en ook onze kinderen,
maar ons onderwijs is nog niet zo ver.
Onderzoek en onderwijs horen bij elkaar. Er kan geen sprake zijn van baanbrekend onderzoek
zonder goed opgeleide en gekwalificeerde mensen die de juiste houding en mentaliteit hebben
om nieuwe ontdekkingen te doen. Onderzoek is de natuurlijke voortzetting van het spectrum
van een leven lang leren. De meeste instellingen voor hoger onderwijs in Europa doen
eigenlijk beide: onderzoek en lesgeven. Onderwijs en onderzoek zijn al samengebracht in de
huidige mobiliteitsprogramma’s. De nieuwe programma’s zullen voor nog meer synergieën
zorgen. Als mijn opdracht wordt bevestigd, zal ik er als commissaris die verantwoordelijk is
voor zowel onderwijs als onderzoek naar streven de beide beleidsterreinen in nauwe
samenwerking met de belanghebbenden verder op elkaar af te stemmen.
Samengevat is mijn langetermijnvisie voor het EU-onderwijsbeleid sterk verankerd in de
Europese onderwijsruimte. Ik ben het volledig eens met de ambitieuze politieke visie om een
ruimte te creëren waar grenzen geen belemmering vormen voor leren, studeren of het
verrichten van onderzoek; waar een tijd in een ander land studeren of werken de norm is voor
de meerderheid van de studenten en leerkrachten; waar onderwijsinstellingen hoogwaardig
inclusief onderwijs voor iedereen aanbieden.
Cultuur. U wordt geacht een stuwende kracht te zijn achter de Europese agenda voor
cultuur. Hoe wilt u zorgen voor een gezamenlijk EU-beleid en een gezamenlijke
financieringsaanpak voor cultuur, en welke stappen zijn er nodig om dit voor elkaar te
krijgen? Heeft de EU een bredere, ambitieuzere cultuurstrategie nodig? Hoe gaat u
toezien op een grotere zichtbaarheid van het cultuurbeleid van de EU en een actieve
follow-up van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018? Hoe gaat u
waarborgen dat het EU-beleid culturele en taalkundige verscheidenheid eerbiedigt en
bevordert? U bent ook verantwoordelijk voor de bevordering van de culturele en
creatieve sectoren. Welke andere EU-maatregelen acht u nodig om deze sectoren te
ondersteunen?
Coördinatie van beleid en financiering voor cultuur zijn inderdaad van essentieel belang
omdat cultuur vele beleidsgebieden raakt: van onderwijs tot onderzoek en van sociale cohesie
tot buitenlandse betrekkingen. Er is aanzienlijke EU-financiering beschikbaar voor cultuur in
andere programma’s. In de periode 2014-2020 bedroeg de totale beschikbare financiering
voor cultuur uit de Europese structuur- en investeringsfondsen bijvoorbeeld naar schatting
meer dan 9 miljard EUR, dat is veel meer dan de financiële mogelijkheden van het
programma Creatief Europa. In die context zal ik nauw samenwerken met het college van
commissarissen en met de lidstaten en de regio’s om ervoor te zorgen dat bij investeringen in
cultuur de nodige nadruk wordt gelegd op geïntegreerde lokale ontwikkelingsstrategieën.
7
De doelstellingen en beginselen die zijn vastgelegd in de Europese agenda voor cultuur zullen
de leidraad vormen voor onze werkzaamheden over beleidsterreinen en diensten heen.
Het Europees Jaar van het cultureel erfgoed 2018 was een uitstekend voorbeeld van hoe
synergieën tussen verschillende beleidsmaatregelen en programma’s van de EU kunnen
werken in het belang van gemeenschappen, op de schaal van personen, in gemeenten, regio’s,
steden en soms zelfs hele staten. Het Europees Jaar had een duidelijk doel: ons
gemeenschappelijk Europees erfgoed als hulpbron voor Europa bevorderen. 15 diensten van
de Commissie hebben bijgedragen tot het welslagen van het Europees Jaar en dat is precies
hoe ik het wil voortzetten: door samen te werken, de krachten te bundelen en het maximum te
halen uit alle bijdragen. Ik zal het beleid zodanig sturen dat erfgoed de dringende vragen van
onze tijd, met name inzake inclusie, duurzame ontwikkeling en klimaatverandering helpt
beantwoorden.
Voorts heeft het Europees Jaar van het cultureel erfgoed, zoals de Culturele Hoofdsteden van
Europa elk jaar, het bewustzijn over en de zichtbaarheid van het cultuurbeleid van de EU
aanzienlijk vergroot. Miljoenen Europese burgers werden bereikt en gewezen op het belang
van cultuur op EU-niveau. Ik denk dat we van die ervaring kunnen leren. Ik zal onderzoeken
of specifieke activiteiten die we nu uitvoeren zichtbaarder kunnen worden gemaakt,
bijvoorbeeld de talrijke prijzen die we momenteel op het gebied van cultuur financieren. Om
het grote potentieel van Europa op het gebied van creativiteit te ontplooien, moeten we
creativiteit naar voren brengen als een van de sleutelcompetenties voor een concurrerend en
duurzaam Europa. Dit kan allemaal worden gerealiseerd met de hoeksteen van mijn mandaat
in gedachten: onze culturele en taalkundige diversiteit bewaren en bevorderen, dat laatste ook
door onze regeling voor literair vertalen voort te zetten. Met die regeling wil ik proactief
auteurs uit alle landen helpen een publiek in andere landen te bereiken in de eigen taal van dat
publiek.
Ik geloof dat een echte Europese strategie voor de culturele en creatieve sector gebaseerd
moet zijn op een goed begrip van de bestaande praktijken en de toekomstige uitdagingen,
sectoroverstijgend moet zijn en gericht op impact en duurzaamheid. De Commissie is al goed
op weg, met een voorstel voor een nieuwe kennis- en innovatiegemeenschap van het Europees
Instituut voor innovatie en technologie, die aan de culturele en creatieve sector is gewijd. Met
haar aanpak wil de Commissie nieuwe ideeën toetsen en contacten tussen de sectoren
bevorderen door ondernemers in contact te brengen met elkaar, met bedrijven en met het beste
onderzoek om wat volgens mij het grootste probleem in de sectoren is, nl. versplintering, op
te lossen. Het doel zou zijn de belemmeringen voor de toegang tot financiering weg te nemen,
voldoende kritische massa te genereren en de verkokering te doorbreken zodat de sectoren
samen sterker kunnen worden en in staat om onze cultuur wereldwijd beter beschikbaar te
maken.
Wat zijn volgens u de beleidsprioriteiten van de EU op het gebied van jeugd en sport?
Hoe denkt u ervoor te zorgen dat de jongerenstrategie een tastbaar verschil maakt voor
jongeren? Hoe bent u van plan te zorgen voor de actieve betrokkenheid van jongeren bij
de EU-beleidsvorming en de betekenis van Europees burgerschap? Hoe wilt u jongeren
met uiteenlopende achtergronden en kansarme jongeren bereiken? Nu sport verankerd
is in het Verdrag van Lissabon heeft de beleidsvorming van de EU op dit gebied zich ook
ontwikkeld. Hoe ziet u de rol van de EU bij de invulling van het toekomstige sportbeleid,
en zijn er volgens u specifieke domeinen in het sportbeleid waarvoor EU-maatregelen
moeten worden overwogen?
8
De prioriteiten voor jongeren en sport zijn inderdaad sterk met elkaar verbonden. Via de
jongerenstrategie streven we ernaar “jongeren te betrekken, te verbinden en te versterken”,
om hen te betrekken bij het democratische leven en dichter bij de EU te brengen. Via onze
inspanningen om een Europese dimensie van sport te bevorderen, willen we
gemarginaliseerde leden van de samenleving bereiken, hen in inclusieve gemeenschappen
onderbrengen en tegelijkertijd een gezonde levensstijl voor iedereen bevorderen.
Mijn hoofdprioriteit op het gebied van jongerenbeleid is ervoor te zorgen dat meer jongeren
baat hebben bij het beleid en de programma’s van de EU en om te zorgen voor gelijke
deelname. We bereiken vandaag reeds veel jongeren door uitwisselingen en verschillende
vormen van dialogen, maar we bereiken nog lang niet de meerderheid van de jonge
Europeanen. Daarom moeten we ons beleid en onze programma’s inclusiever maken en meer
jongeren aansporen om deel te nemen ongeacht hun achtergrond, onderwijsniveau of
financiële middelen. We hebben op dit vlak al enige vooruitgang geboekt. Zo hebben we de
EU-jongerendialoog meer op lokaal niveau geworteld en jongeren kunnen nu gemakkelijk
deelnemen aan EU-activiteiten zoals het Europees Solidariteitskorps of DiscoverEU.
De EU-strategie voor jongeren bevat een visie voor de jongere generaties in Europa. Zij helpt
de uitdagingen voor jongeren en de oplossingen die de EU daarvoor kan bieden, in kaart
brengen. De strategie omvat een beleidskader dat Erasmus+, het Europees solidariteitskorps
en DiscoverEU kan ondersteunen. Zij vormt een leidraad voor het nationale jeugdbeleid van
de lidstaten. Niet in de laatste plaats geeft de EU-strategie voor jongeren jongeren de kans om
deel te nemen aan de beleidsvorming van de EU. Om de betrokkenheid van onze jongeren te
waarborgen, moeten we hun niet alleen een platform bieden om hun stem te laten horen. We
moeten goed naar hen luisteren en hun mening ernstig nemen. Ik zal hun ideeën ten aanzien
van de ministers in de Jongerenraad bepleiten wanneer maatregelen in de lidstaten nodig zijn.
Ik zal alle instrumenten in mijn portefeuille van onderwijs tot sport en cultuur gebruiken ten
gunste van jongeren en hun behoeften en zorgen aanpakken.
Wat sport betreft, geloof ik dat de EU een steeds belangrijkere rol speelt. We helpen de
lidstaten bij het vaststellen van gemeenschappelijke uitdagingen en werken mogelijke
oplossingen uit in nauwe samenwerking met alle betrokken belanghebbenden en met
volledige inachtneming van de autonomie van sportorganisaties. Ik heb vier duidelijke
beleidsprioriteiten op dit gebied. Ten eerste de bescherming van de integriteit in de sport. Ik
zou graag zien dat er echte vooruitgang wordt geboekt op het gebied van de bestrijding van
wedstrijdvervalsing. Na jaren van blokkering zal ik snel contact opnemen met het
voorzitterschap om te bekijken hoe het proces van het Verdrag inzake de manipulatie van
sportwedstrijden kan worden gedeblokkeerd. Maar integriteit in de sport gaat niet alleen om
de bestrijding van wedstrijdvervalsing en doping. Het gaat ook om het bevorderen van goed
bestuur, transparantie, democratie en gendergelijkheid in sportorganisaties. Ten tweede is de
trend van het gebrek aan lichaamsbeweging in Europa zorgwekkend. We moeten het positieve
effect van sport op de samenleving ten volle benutten. Sport bindt mensen, brengt
gemeenschappen samen en houdt de mensen gezond. Daarom ben ik van plan dit potentieel te
benutten en sport te gebruiken om de gezondheid van de Europese burgers te verbeteren, maar
ook om sociale inclusie en gendergelijkheid te bevorderen. Ten derde is sport niet alleen
gunstig voor onze samenlevingen, maar ook voor onze economie. De sportsector levert een
aanzienlijke bijdrage aan ons concurrentievermogen en is een belangrijke werkgever.
Daarom wil ik sport gebruiken als motor voor economische groei, werkgelegenheid en
innovatie. Ten vierde weet ik dat het Europees Parlement veel belang hecht aan het
ontwikkelen van breedtesport. Ik wil er voor de komende maanden een prioriteit van maken te
9
bespreken hoe we nog beter kunnen doen voor onze lokale en regionale organisaties. Ik wil er
het onderwerp van ons volgende Europees Sportforum van maken.
2. Coördinatie binnen de Commissie
Op veel gebieden van onderwijs, cultuur, jeugd en sport (digitale vaardigheden,
internationale samenwerking, Europees Solidariteitskorps, Creatief Europa, enz.)
overlapt uw portefeuille met die van andere commissarissen of een vicevoorzitter. Hoe
wilt u toezien op een gecoördineerde aanpak binnen de Commissie? Hoe zal deze
coördinatie en samenwerking worden omgezet in beleidsvorming? Hoe gaat u zorgen
voor een gecoördineerde aanpak van bestaande activiteiten en initiatieven op het gebied
van onderwijs, cultuur, jeugd en sport? Het woord “innovatie” komt ook voor in uw
titel. Hoe denkt u innovatie in het onderwijs, de culturele en creatieve sectoren te
bevorderen?
Uit mijn taakomschrijving blijkt duidelijk dat ik, indien het Europees Parlement mijn opdracht
als commissaris bevestigt, verantwoordelijk zal zijn voor onderwijs, cultuur, jongerenzaken
en sport. Ik zie complementariteit met andere portefeuilles, bijvoorbeeld met kandidaat-
commissaris Schmit voor beroepsonderwijs en -opleiding en volwassenenonderwijs, en met
kandidaat-commissaris Goulard voor digitale en mediadossiers. De kandidaat-vicevoorzitters
zullen beleidsterreinen coördineren, met inbegrip van de terreinen die onder mijn portefeuille
vallen. Het systeem van de vicevoorzitters die het werk van een groep commissarissen sturen
en coördineren bestaat al bij de huidige Commissie en is een doeltreffende manier gebleken
om de verkokering te doorbreken en over portefeuilles en teams heen samen te werken.
Ik zal natuurlijk nauw samenwerken met de andere leden van het college om te zorgen voor
complementariteit en samenhang tussen mijn beleidsactiviteiten en die van de andere leden en
om de synergieën tussen onze portefeuilles te benutten.
Het woord “innovatie” in de titel van mijn portefeuille weerspiegelt de toekomstgerichtheid
ervan. Onderwijs, jongeren, cultuur en sport zijn inderdaad nauw verbonden met innovatie.
Bijvoorbeeld onderwijs: inclusieve en innovatiegerichte stelsels voor onderwijs en opleiding
op basis van een leven lang leren bevorderen is een van de doelstellingen van de Europese
onderwijsruimte. In de aanbeveling van de Raad inzake sleutelcompetenties van 2018 worden
nadrukkelijk “creativiteit en innovatie” vermeld om te beschrijven waar specifieke kennis,
vaardigheden en attitudes bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe ideeën en benaderingen.
Het Europees Instituut voor innovatie en technologie en de kennis- en
innovatiegemeenschappen ervan bieden studenten, ondernemers en bedrijfsinnovatoren de
nodige kennis, competenties en vaardigheden om ideeën om te zetten in waardevolle
producten of diensten. Op het gebied van jongerenzaken kunnen we de stemmen van jongeren
niet negeren, niet alleen omdat zij de leiders van morgen zijn, maar ook omdat zij nieuwe
ideeën en innovatie in onze beleidsvorming aandragen. Wat cultuur betreft: de Commissie
heeft voorgesteld in 2022 een kennis- en innovatiegemeenschap van het Europees Instituut
voor innovatie en technologie op te starten op het gebied van de culturele en creatieve sector.
10
3. Parlementaire controle
De digitale dimensie van zowel het onderwijs- als het cultuurbeleid valt voornamelijk
buiten uw taakomschrijving en behoort toe aan kandidaat-voorzitter Vestager en
kandidaat-commissaris Goulard, maar heeft wel een verregaande invloed op het
onderwijs, de cultuur en de audiovisuele sector. Hoe denkt u ervoor te zorgen dat de
commissie CULT de werkzaamheden van die commissarissen tijdens hun mandaat kan
controleren? Hoe wilt u erop toezien dat de parlementaire resoluties worden
meegenomen in de beleidsvorming van de Commissie? Hoe wilt u, met betrekking tot de
onder uw bevoegdheid vallende MFK-programma’s, bewerkstelligen dat het Parlement
een permanente rol speelt bij het bepalen van beleids- en begrotingskeuzes naarmate de
programma’s evolueren?
Aangezien ik zelf lid ben geweest van dit Huis, hecht ik grote waarde aan de belangrijke rol
die het Europees Parlement speelt in het democratisch toezicht op de wetgeving en de
programma’s van de EU. Daarom zal ik met de commissie CULT afspreken om regelmatig
gestructureerde dialogen met u te organiseren over de laatste stand van zaken van belangrijke
dossiers en over de stand van de uitvoering van de financieringsprogramma’s. Ik zal ook een
open dialoog aangaan met u over toekomstige beleidsinitiatieven en zal uw voorstellen met de
andere leden van het college delen om na te gaan hoe deze kunnen worden vertaald in
concrete beleidsvorming. Ik zal met name nauw samenwerken, synergieën zoeken en
verkokering vermijden met de uitvoerend vicevoorzitter voor een Europa dat klaar is voor het
digitale tijdperk en met de commissaris voor Interne Markt op gebieden van
gemeenschappelijk belang. Wat de ontwikkeling van de onder mijn bevoegdheid vallende
programma’s betreft, zullen mijn diensten en ik altijd volledige transparantie waarborgen en u
alle nodige informatie verstrekken om uw bepalende rol als een van de twee takken van de
begrotingsautoriteit te vergemakkelijken.
Ik geloof dat het van cruciaal belang is van bij het begin een dergelijke op samenwerking
gebaseerde aanpak te hanteren om ervoor te zorgen dat we voldoen aan de verwachtingen van
de burgers en concrete acties nemen die een positief effect op hun leven hebben. Dat is niet
alleen mijn overtuiging. In haar opdrachtbrieven heeft de verkozen voorzitter, Ursula von der
Leyen, alle kandidaat-commissarissen de opdracht gegeven het speciale partnerschap van de
Commissie met het Europees Parlement te versterken. Ik zal gedurende mijn mandaat nauw
samenwerken met het Europees Parlement en in het bijzonder met de commissies ITRE,
CULT en STOA en ik twijfel er niet aan dat de Commissie CULT soortgelijke constructieve
samenwerkingsmechanismen zal ontwikkelen met alle betrokken kandidaat-vicevoorzitters en
kandidaat-commissarissen om het recht van controle van het Europees Parlement te
waarborgen.
Vragen van de Commissie industrie, onderzoek en energie
1. Wat zijn uw belangrijke beleidsprioriteiten met betrekking tot dat deel van uw
portefeuille dat tot het werkterrein van de commissie ITRE behoort, te weten onderzoek
en innovatie? Welke specifieke, al dan niet wetgevende initiatieven - financiële
instrumenten inbegrepen - overweegt u om deze prioriteiten te verwezenlijken? Wat is
de belangrijkste inhoud van deze initiatieven, en welk tijdschema hebt u daarvoor in
gedachten? Hoe wilt u het “one in, one out”-beginsel concreet toepassen in het kader van
wetgevingsvoorstellen in uw portefeuille?
11
Mijn eerste prioriteit is ervoor te zorgen dat er snel een akkoord komt over
wetgevingsvoorstellen die in behandeling zijn, met name de Horizon Europa-programma’s, en
dat de nadruk wordt gelegd op de tijdige uitvoering ervan. Dit omvat het voortzetten van het
cocreatieproces (d.w.z. het betrekken van burgers, organisaties van het maatschappelijk
middenveld en eindgebruikers) voor het eerste strategische plan van Horizon Europa, de
vaststelling van de eerste missies en de voorbereiding van wetgevingsvoorstellen voor
geïnstitutionaliseerde partnerschappen. Dit omvat ook de oprichting van de Europese
Innovatieraad. Afhankelijk van de vooruitgang met het meerjarig financieel kader en de
goedkeuring van Horizon Europa zijn de wetgevingsvoorstellen voor geïnstitutionaliseerde
partnerschappen, de goedkeuring van de uitvoeringshandelingen van het strategisch plan en
het eerste werkprogramma van Horizon Europa gepland voor 2020.
Ten tweede wil ik een echte Europese onderzoeksruimte opbouwen waarin we alle nationale
en Europese inspanningen bundelen. Een vernieuwde Europese onderzoeksruimte moet de
leidersrol van Europa op het gebied van wetenschap versterken, voorzien in goede kwaliteit,
de verspreiding van kennis en een kritische massa van investeringen en innovatieve duurzame
oplossingen over de nationale stelsels heen opleveren. Daarom zou de ruimte ook nationale
hervormingen moeten bevorderen op alle gebieden waar verbeteringen worden nagestreefd.
Open wetenschap en open innovatie zijn essentiële beleidsonderdelen om een echte Europese
onderzoeksruimte te verwezenlijken. Ik wil de banden met de Europese onderwijsruimte
verder versterken aangezien vaardigheden, onderwijs en een leven lang leren de belangrijkste
aanjagers zijn van het concurrentievermogen en de innovatie van Europa ter ondersteuning
van de Green Deal en de digitale transformatie.
Ten derde ben ik ervan overtuigd dat onderzoek en innovatie belangrijke drijvende krachten
zijn voor op innovatie gebaseerde duurzame groei en van essentieel belang zijn voor de
verwezenlijking van veel van de prioriteiten die worden genoemd in de politieke beleidslijnen
van de verkozen voorzitter, gaande van de Green Deal tot het kankerbestrijdingsplan,
duurzame en slimme mobiliteit, technologische soevereiniteit, de ontwikkeling van schone
energie en het tot nul terugdringen van de verontreiniging voor de gezondheid van onze
burgers. Het is voor mij een prioriteit dat onderzoek en innovatie een maximale bijdrage
leveren aan onze gemeenschappelijke doelstellingen door middel van een agenda, om
ecologische, economische en sociale transities mogelijk te maken waarbij investeringen in
onderzoek en innovatie, hervormingen en regelgeving worden geïntegreerd.
Ten vierde zal ik de internationale samenwerking op het gebied van onderwijs, onderzoek en
innovatie bevorderen, aangezien zij een belangrijk element is voor de versterking van de rol
van de Europese Unie als wereldspeler. Horizon Europa zal strategische samenwerking met
belangrijke partners nastreven door middel van gerichte acties die in overeenstemming zijn
met de EU-prioriteiten en het zal proactiever streven naar synergieën met andere EU-
programma’s.
Ten slotte zal ik mij inzetten om met succes de resultaten van onze EU-kaderprogramma’s
voor onderzoek en innovatie, het huidige Horizon 2020-programma en het toekomstige
Horizon Europa-programma te benutten. Dat houdt het bevorderen in van de benutting van de
resultaten van onderzoek en innovatie door samen te werken met jonge innovatoren en lokale
leiders en hen de kans te geven snel op te schalen, onder meer via de Europese Innovatieraad.
Dat houdt ook het bereiken en betrekken van de burgers bij ons programma in, bijvoorbeeld
via het project “Science meets Regions”.
Bij elke stap die we zetten, is het mijn bedoeling ten volle samen te werken met het
Parlement, in het bijzonder met ITRE, maar ook met de lidstaten, de onderzoeksgemeenschap,
12
het maatschappelijk middenveld en andere commissarissen. Onderzoek en innovatie kunnen
richting geven aan de toekomst die we willen creëren: duurzaam, billijk en voorspoedig. Door
cocreatie, investeringen, slimme regelgeving en hervormingen te combineren, wil ik aantonen
dat onderzoek en innovatie grote uitdagingen kunnen omvormen tot grote kansen.
Wat het “One In, One Out” -beginsel betreft, kan de EU-wetgeving doelstellingen
verwezenlijken en voordelen opleveren die de lidstaten afzonderlijk niet kunnen realiseren.
Om de doelstellingen van de EU-wetgeving te verwezenlijken, kan de EU-wetgeving echter
leiden tot lasten voor de eindbegunstigden of de gebruikers. Het “One In, One Out”-beginsel
zal die lasten verminderen: elk wetgevingsvoorstel dat nieuwe lasten meebrengt, moet burgers
en bedrijven in gelijke mate bevrijden van op EU-niveau bestaande lasten op hetzelfde
beleidsterrein. Bij de toepassing van het “One In, One Out”-beginsel zal rekening worden
gehouden met het hele beleidsterrein, en het zal dus verder gaan dan elk afzonderlijk stuk
wetgeving waarbij nieuwe lasten worden opgelegd. Dat zal ervoor zorgen dat de
overkoepelende beleidsdoelstellingen op doeltreffende wijze en met minimale lasten worden
verwezenlijkt en dat de Commissie altijd de ruimte heeft om waar nodig op te treden.
- – In uw opdrachtbrief rept u alleen over de doelstelling om de begroting voor het
Erasmus+-programma te verdriedubbelen. Bent u voornemens een ambitieus
begrotingsdoel voor het programma Horizon Europa aan te houden om een
groter aantal uitstekende projecten te financieren, waardoor het momenteel zeer
lage slagingspercentage van het huidige programma toeneemt? Bent u
voorstander van het standpunt van het Parlement dat de begroting van Horizon
Europa ruimer moet zijn dan van de voorloper ervan?
In mijn opdrachtbrief wordt onderzoek en innovatie erkend als een sleutelfactor voor het
Europese concurrentievermogen op mondiaal niveau.
Horizon Europa zal centraal staan bij het bepalen van de richting, de beginselen en het kader
voor EU-investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Binnen het algehele MFK is Horizon
Europa het programma waarvoor de voorgestelde begroting voor de volgende
programmeringsperiode 2021-2027 het meest is verhoogd (met 26 %) in een context van
concurrerende prioriteiten en beperkte middelen. Ik zal met verve een ambitieuze begroting
voor Horizon Europa verdedigen aangezien die onontbeerlijk is voor Europa om zijn
doelstellingen te verwezenlijken. Zonder ambitieuze begroting zal Europa niet in staat zijn het
voortouw te nemen in de overgang naar een klimaatneutrale economie en een nieuw digitaal
tijdperk. Ik ben dankbaar voor het standpunt van het Parlement over de begroting van Horizon
Europa. Dit is de grootste begroting ooit, die onze gezamenlijke ambitie weerspiegelt en het
streven om van Europa een wereldleider te maken, met name in het creëren en verspreiden
van kennis en technologieën van hoge kwaliteit. Dit geeft de onbetwiste toegevoegde waarde
en het hefboomeffect van het programma weer. Zoals gevraagd door het Parlement tijdens de
onderhandelingen over Horizon Europa, zullen wij nauwlettend toezicht houden en verslag
uitbrengen over het probleem van overinschrijving.
- – In uw opdrachtbrief wordt meer de nadruk gelegd op innovatie dan op
grensverleggend onderzoek, wat ook tot uiting komt in de restrictieve titel van
uw portefeuille. Een van de belangrijkste succesverhalen van de twee vorige
kaderprogramma’s is echter de Europese Onderzoeksraad (ERC) waarmee
13
vooraanstaande Europese wetenschappers worden ondersteund. Hoe denkt u het
juiste evenwicht te vinden in de hele waardeketen, van fundamenteel
wetenschappelijk onderzoek tot marktgerichte acties, zowel in individuele als in
samenwerkingsprojecten, waarom de medewetgevers hebben verzocht in het
voorlopige akkoord over Horizon Europa?
Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek is een cruciale troef en is een belangrijke
voorwaarde opdat de Unie haar capaciteiten om de beste wetenschappers aan te trekken, kan
vergroten en aldus een expertisecentrum op mondiaal niveau kan worden. Uit de geschiedenis
van de wetenschap blijkt dat het belang en de impact van vele grote ontdekkingen niet
onmiddellijk werd erkend. Daarom is het van essentieel belang onze wetenschappers de
vrijheid te bieden om de grenzen van de kennis te verkennen. Dat doet de Europese
Onderzoeksraad (ERC) precies zo goed. De ERC selecteert de meest veelbelovende
onderzoekers met de interessantste ideeën op elk gebied. Daarom bereiken ERC-begunstigden
uitstekende resultaten en brengen zij de beste Europese wetenschap onder de aandacht. Enkele
jaren na de oprichting ervan is de ERC al het referentiepunt geworden voor uitmuntend
grensverleggend onderzoek in Europa en de wereld, in alle onderzoeksgebieden. Niemand
betwist dit. Het voorstel voor Horizon Europa voorziet precies in volledige continuïteit wat
het bestuur van de ERC betreft en stelt ook voor de financiering van de ERC voor het
volgende meerjarige financiële kader te verhogen van 13,1 miljard EUR naar 16,6 miljard
EUR. Ik zal blijven strijden voor voldoende begrotingsmiddelen voor grensverleggend
onderzoek in het kader van Horizon Europa. Steun voor grensverleggend onderzoek zal ook
worden nagestreefd in de andere twee pijlers.
Ik zal ervoor zorgen dat de samenwerkingsonderdelen van het programma evenwichtig zijn
verdeeld over de verschillende maturiteitsniveaus van de technologie, waardoor de gehele
waardeketen in het proces van strategische planning wordt bestreken. In het werkprogramma
van Horizon Europa kunnen we het juiste evenwicht vinden door individuele
onderzoeksthema’s minder prescriptief en meer impactgericht te maken en zo onze potentiële
begunstigden meer vrijheid te bieden. In combinatie met motivatie zal dit de Unie
ondersteunen in haar overgang naar een klimaatneutrale, gezonde, welvarende en billijke
samenleving.
Tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat Europa uitgerust is met de
onderzoeksinfrastructuren die het nodig heeft om grensverleggend onderzoek uit te voeren en
innovatie te produceren. Ik wil de lidstaten ondersteunen bij het beter coördineren van hun
investeringen om wetenschappers te voorzien van de nodige middelen om nieuwe kennis te
produceren, maar ook om bij te dragen tot een oplossing voor de problemen waarmee we
worden geconfronteerd. Daarvoor is meer samenwerking tussen de verschillende
infrastructuren en disciplines nodig.
- – Hoe bent u van plan invulling te geven aan de coördinatie van en de
wisselwerking met commissarissen wier beleidsgebieden een kritieke
onderzoekscomponent kennen, zoals het Europese industriebeleid, digitale beleid,
defensiebeleid, klimaatbeleid, vervoersbeleid, maritiem beleid en
ruimtevaartbeleid?
Wetenschap ondersteunt en informeert de meeste beleidsterreinen van de EU omdat zij
nieuwe technologieën levert, ruimte creëert voor sociale innovatie en experimenten en nieuwe
kennis en empirische onderbouwing voor beleidsvorming biedt. Als mijn opdracht als
14
commissaris wordt bevestigd, zal ik daarom nauw samenwerken met alle andere leden van het
college. Ik zal met name samenwerken met de uitvoerend vicevoorzitter voor een Europa dat
klaar is voor het digitale tijdperk in verband met de agenda voor kunstmatige intelligentie en
in verband met de nieuwe langetermijnstrategie voor de industriële toekomst van Europa en
de nieuwe strategie voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Digitalisering en nieuwe technologieën veranderen onze wijze van leven en werken radicaal.
We zitten op de top van een nieuwe innovatiegolf met ongekende complexiteit, concentratie
van innovatievoordelen en een standvastig tempo van verandering. De digitale transformatie
verandert het leven van de Europese burgers snel en zet druk op het concurrentievermogen
van de Europese bedrijven. Het is mijn voornemen om ervoor te zorgen dat het EU-beleid op
het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie inspeelt op dit snel veranderende landschap
zodat Europa een hoofdrolspeler wordt op die golf.
Waar nodig zal ik bijdragen aan de werkzaamheden inzake de Europese Green Deal.
Onderzoek en innovatie zullen een sleutelrol spelen in de transitie naar een klimaatneutrale en
circulaire economie.
In het bijzonder de missies, een nieuw en krachtig instrument in Horizon Europa, zullen
ervoor zorgen dat onderzoek en innovatie collectieve goederen kunnen leveren op alle EU-
beleidsgebieden. Dat zal de synergieën met andere beleidsgebieden, waaronder klimaat-,
digitaal en industriebeleid, versterken.
Cocreatie en strategische planning zijn hiervoor belangrijke instrumenten en zorgen ook voor
de coördinatie en interactie met andere leden van het college op gebieden die een kritieke
onderzoekscomponent kennen. Horizon Europa en het onderzoeks- en innovatiebeleid van de
EU met alle betrokken diensten van de Commissie samen creëren, zal helpen
gemeenschappelijke strategische richtsnoeren voor onderzoek en innovatie vast te stellen en
meer aandacht te besteden aan de verwezenlijking van onze gemeenschappelijke
doelstellingen. Cocreatie zal de focus en de integratie van optreden op het gebied van
toekomstige beleidsdoelstellingen die zinvol zijn voor de samenleving vergroten (bv.
klimaatverandering, gezondheid van de burgers, biodiversiteit, schoon water, schone lucht,
voedselveiligheid, milieu, gezonde oceanen, gezonde mensen).
- – Hoe denkt u er, in het kader van een door de verkozen voorzitter
gepresenteerde ambitieuze klimaatagenda, voor te zorgen dat Horizon Europa
voldoet aan de vereisten inzake klimaatmainstreaming en bijdraagt aan de
klimaatdoelstellingen voor 2050, nu Horizon 2020 dreigt zijn klimaatdoelstelling
niet te halen?
‘s Werelds eerste klimaatneutrale en duurzame continent worden tegen 2050 is een unieke
gelegenheid om de Europese economieën en samenlevingen te moderniseren en ze te
heroriënteren naar een duurzame toekomst. Dat zal nooit lukken zonder een zeer krachtige
inbreng van Europese onderzoekers en innovatoren, zonder hun cruciale ontdekkingen en
nieuwe technologieën, zonder succesvolle samenwerking tussen de industrie en de
academische wereld, noch zonder de actieve betrokkenheid en inzet van de burgers en grote
gedragswijzigingen. Om dat te bereiken zijn sterke en doeltreffende Europese
kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie nodig.
Ik ben vastbesloten om zoveel mogelijk bij te dragen tot het koppelen van investeringen in
onderzoek en innovatie aan hervormingen en regelgeving en aan het mobiliseren van een
15
collectieve respons van de diensten van de Commissie, de lidstaten, de regio’s, private
ondernemingen van elke omvang, de academische wereld en het publiek. Via samenwerking
op alle niveaus kunnen de krachtige instrumenten van onze kaderprogramma’s en innovatief
bestuur de nodige systemische veranderingen teweegbrengen om klimaatneutraliteit te
bereiken en te zorgen voor een inclusieve ecologische en economische transitie.
Onderzoek en innovatie naar aanleiding van Horizon Europa zullen de oplossingen versnellen
om onze klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 te halen. Onderzoek naar
klimaatverandering is een belangrijk onderdeel van Horizon Europa en bestrijkt verscheidene
thema’s en acties die verder gaan dan de cluster inzake klimaat, energie en mobiliteit. Vier
van de vijf overeengekomen missiegebieden in Horizon Europa ondersteunen rechtstreeks een
Green Deal: aanpassing aan de klimaatverandering; gezonde oceanen, zeeën, kust- en
binnenwateren; klimaatneutrale en slimme steden; en bodemgezondheid en levensmiddelen.
Dat zal ook een mobiliserend effect hebben voor andere delen van het programma, zoals de
pijler voor excellente wetenschap. De klimaattransitie vereist de ontwikkeling van
aanpassings-en mitigatiemaatregelen waarvoor alleen onderzoek en innovatie
wetenschappelijk bewijs kunnen leveren. Verscheidene wetenschappelijke disciplines,
verschillende industriële sectoren en verschillende soorten actoren bijeenbrengen, zal een
krachtige impuls geven aan de innovatieve oplossingen die nodig zijn om onze
klimaatdoelstellingen te bereiken.
We hebben natuurlijk even ambitieuze budgettaire middelen nodig om deze overgang te
ondersteunen, zoals voorgesteld door de Commissie. Bovendien heeft de Commissie
voorgesteld om ten minste 25 % van de uitgaven ter ondersteuning van klimaatdoelstellingen
te reserveren in het meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027. Voor Horizon
Europa zal dit ten minste 35 % zijn. Ik zal ervoor zorgen dat mijn diensten voortdurend
toezien op de stand van uitvoering van deze doelstelling en deze gegevens op een
toegankelijke manier online beschikbaar maken. Bovendien zal ik verslag uitbrengen over de
klimaatimpact die we bereiken via Horizon Europa en zal ik onmiddellijk optreden in geval
van eventuele tekortkomingen.
- – Overeenkomstig artikel 179 van het VWEU heeft de Unie als doel een Europese
onderzoeksruimte tot stand te brengen en het concurrentievermogen daarvan te
bevorderen. Welke maatregelen en mogelijke wetgevingsinitiatieven overweegt u
om de Europese onderzoeksruimte nieuw leven in te blazen en de EU in staat te
stellen zich als een uitstekende partner te profileren op het wereldtoneel? Met
welke concrete middelen wilt u wereldwijd talent aantrekken naar de EU en een
verdere “braindrain” beperken? Hoe wilt u de kloof tussen de prestaties van de
EU-lidstaten op het gebied van onderzoek en innovatie gaan dichten?
Het is mijn ambitie de Europese Onderzoeksruimte (EOR) nieuw leven in te blazen, om ze
geschikt te maken voor het beoogde doel in een wereldwijd veranderende omgeving en om de
reeds lang bestaande uitdagingen aan te pakken. Ik wil in de komende maanden met het
Europees Parlement en de lidstaten samenwerken aan een moderne, toekomstgerichte visie
voor de EOR. Het is mijn ambitie om de EOR te koppelen aan onderwijs en innovatie als
onderdeel van een breder kennisbeleid, onder meer door middel van veranderde stimulansen
en beloningssystemen en verbeterde banden met innovatie-ecosystemen. Dat biedt een
uitgelezen kans omdat het beleidsgebieden zijn die met elkaar moeten samenwerken en elkaar
feedback moeten geven om een positieve spiraal te creëren van kennis die bijdraagt aan het
16
welzijn van onze samenleving en (opnieuw) een vertrouwensrelatie creëert tussen de wereld
van wetenschap/onderzoek en de samenleving.
Wat braindrain betreft, moeten in alle delen van Europa gelijke kansen worden gevoed, zoals
vermeld in de politieke beleidslijnen van de verkozen voorzitter. Dat geldt ook voor de
Europese onderzoekers. Vandaag de dag hebben we te maken met vele verschillen in
bijvoorbeeld arbeidsvoorwaarden van onderzoekers, de beschikbaarheid van posities en de
toegang tot financiering. Om al deze factoren aan te pakken en talent aan te trekken en te
behouden, zijn maatregelen nodig om gemeenschappelijke normen voor onderzoekers en
instellingen in Europa te bevorderen.
Dankzij de Horizon 2020-verbredingsmaatregelen, het Europees Semester en de
beleidsondersteuningsfaciliteit zijn de arbeidsvoorwaarden van onderzoekers verbeterd. In het
kader van een nieuw initiatief voor de Europese Onderzoeksruimte ben ik van plan bijzondere
aandacht te besteden aan het probleem van braindrain.
Om te beginnen moet Europa een aantrekkelijke plaats zijn voor onderzoekers om te werken.
Zoals overeengekomen tijdens de onderhandelingen over Horizon Europa zal de Commissie
een studie uitvoeren over dit onderwerp als basis voor verdere stappen. De Commissie zal
ook, zoals gevraagd door het Parlement, de evolutie van de salarissen van onderzoekers in het
oog houden met het oog op het formuleren van aanbevelingen voor gecoördineerde actie. De
nieuwe reeks verbredingsmaatregelen zal voorts nieuwe instrumenten aanreiken om nieuwe
oplossingen te ontwikkelen die kunnen worden opgeschaald. Nauwe samenwerking met
kandidaat-vicevoorzitter Dubravka Suica zal nieuwe kansen bieden voor de gebieden die het
zwaarst worden getroffen door braindrain.
Wat de innovatiekloof betreft, zie ik in het kader van mijn portefeuille vier actiepunten voor
de toekomst om regio’s die minder presteren te ondersteunen. Ten eerste zal een specifiek
gedeelte van Horizon Europa voor de verbreding van deelname en de verspreiding van
uitmuntendheid over ten minste 3,3 % van de totale begroting beschikken. Dat is driemaal zo
veel als in Horizon 2020. Dit programmaonderdeel bouwt voort op de ervaringen van
Horizon 2020 en beschikt, dankzij het Europees Parlement, ook over nieuwe instrumenten om
de op uitmuntendheid gebaseerde deelneming van alle lidstaten, ook de minder presterende
lidstaten, te bevorderen; om de samenwerkingsverbanden in Europese onderzoeks- en
innovatieactiviteiten te vergemakkelijken; en om de mobiliteit van hoogopgeleide personen in
Europa te stimuleren. Ten tweede zal de verdere ontwikkeling van de Europese
Onderzoeksruimte ook helpen om nationale verschillen te verkleinen, bv. door de nadruk te
leggen op specifieke aspecten van de innovatiekloof, zoals het probleem van braindrain. Ten
derde moeten we de lidstaten blijven ondersteunen bij hun nationale hervormingen, onder
meer via het Europees Semester en de beleidsondersteuningsfaciliteit of door regionale
initiatieven zoals het BIOEAST-initiatief te ondersteunen. Tot slot zal Horizon Europa alleen
niet volstaan om de kloof op het gebied van technologie, innovatie en uitmuntendheid tussen
de lidstaten te dichten en de geringe integratie van de O&O-stelsels van sommige lidstaten in
het Europese innovatie-ecosysteem te overbruggen. We moeten de synergieën tussen de
programma’s en beleidsterreinen versterken. Vooral de synergieën tussen Horizon Europa en
onze cohesiefondsen zullen van cruciaal belang zijn voor het verder dichten van de O&O-
kloof.
17
- – Wat betreft de externe dimensie van het onderzoek: met welke derde landen
wilt u in de eerste plaats samenwerken en op welke thematische gebieden? Bent u
van plan in de hele waardeketen dezelfde mate van open samenwerking voor te
staan, van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek tot marktgerichte
innovatieve activiteiten? Bent u bereid de wederkerigheid met de
samenwerkingspartners van de Unie overal ter wereld te bevorderen? Denkt u
dat het door uw voorganger voorgestelde associatiebeleid met verschillende
snelheden ertoe kan leiden dat het kaderprogramma voor de deelnemers
ingewikkelder wordt?
De EU-aanpak van onderzoek en innovatie bestaat van oudsher uit twee elementen. In de
eerste plaats openstelling voor de wereld om onze Europese onderzoekers en innovatoren in
staat te stellen hun interactie met de knapste koppen van de wereld en de meest recente
wetenschappelijke en technologische kennis te maximaliseren en samen de mondiale
uitdagingen aan te pakken. Ten tweede gerichte, door de EU geleide activiteiten met selecte
partnerlanden, waarbij de selectie van landen en thema’s voor internationale samenwerking
afhankelijk is van het belang voor de EU en wederzijdse voordelen.
De deelname aan programma’s van de Unie kan worden beschouwd als een instrument van
het Uniebeleid voor samenwerking met derde landen in een bredere beleidscontext.
Aangezien de besprekingen over de voorwaarden voor een associatie gaande zijn, is het nog te
vroeg om te zeggen welke landen uiteindelijk worden geassocieerd met Horizon Europa, de
nauwste vorm van samenwerking met een internationaal partnerland. Met Horizon Europa
zullen we waarschijnlijk streven naar volledige associatie voor de Europese Economische
Ruimte, de EU-uitbreidingslanden en de Europese nabuurschapslanden.
Naast de landen van de Europese Economische Ruimte, de uitbreidingslanden en
nabuurschapslanden kunnen derde landen alleen deelnemen aan Horizon Europa als het
programma dit uitdrukkelijk toestaat.
Ik wil wederzijdse openstelling voor onze internationale partners bevorderen door maximaal
gebruik te maken van het hefboomeffect dat onze instrumenten kunnen teweegbrengen; zo wil
ik multilateralisme en openheid waarborgen en tegelijkertijd assertief onderhandelen over een
mondiaal gelijk speelveld.
Horizon Europa moet ons echter in staat stellen strategisch gerichte samenwerking na te
streven en openheid te beperken wanneer de strategische belangen van de EU dit vereisen. We
beschikken over programmeringsinstrumenten om de belangen van de EU te vrijwaren, zoals
het beperken van de deelname aan specifieke acties tot alleen lidstaten, het vaststellen van
aanvullende toelatingscriteria en exploitatieverplichtingen om ervoor te zorgen dat
overdrachten, licenties en exploitatie de Unie ten goede komen. Het “Accelerator”-instrument
van de Europese Innovatieraad, bijvoorbeeld, is ontworpen om de doorbraak van
marktcreërende innovatie en opschaling van ondernemingen te bevorderen en zal van die
instrumenten gebruikmaken.
Door te streven naar strategische betrokkenheid en wederkerigheid met mondiale partners,
kunnen we meer effect sorteren in overeenstemming met de belangen van de EU en
concurrerend blijven, mondiale maatschappelijke uitdagingen aanpakken, het externe beleid
van de Unie ondersteunen en onze prioriteiten en waarden in de wereld bevorderen.
18
- – De voorlopige overeenkomst over Horizon Europa bevat een toezegging van de
Europese Commissie voor uitgebreide uitwisselingen met het Europees
Parlement in het proces van strategische planning. Hoe kunnen deze uitgebreide
uitwisselingen worden georganiseerd? Verbindt u zich ertoe om samen met het
Parlement een proces op te zetten waarmee alle informatie over de strategische
planning van Horizon Europa op een gestructureerde, tijdige en regelmatige
manier terechtkomt bij het Parlement? Hoe zult u bovendien toezien op een
regelmatige verslaglegging aan het Europees Parlement over de uitvoering van
het programma, de gefinancierde projecten en het effect daarvan, om een
grondige parlementaire controle mogelijk te maken?
Tijdens de interinstitutionele onderhandelingen over Horizon Europa heeft de Commissie een
verklaring gepresenteerd over uitgebreid overleg met het Parlement: “De Commissie is van
plan om op verzoek met de bevoegde commissie in het Europees Parlement van gedachten te
wisselen over: i) de lijst met mogelijke kandidaten voor een partnerschap conform de
artikelen 185 en 187 VWEU, waarvoor (aanvangs)effectbeoordelingen zullen worden
uitgevoerd; ii) de lijst met voorlopige missies die is opgesteld door de missieraden; iii) de
resultaten van het strategische plan, voordat dit officieel wordt aangenomen; de Commissie
zal ook documenten voorleggen en delen die verband houden met werkprogramma's.” Ik
verbind mij ertoe maximaal gevolg te geven aan deze verklaring binnen de parameters van de
bestaande overeenkomsten en rechtshandelingen.
Op basis van het Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de
Europese Commissie moeten eveneens de relevante documenten voor de deskundigengroep
van de Commissie die fungeert als strategische “schaduwconfiguratie” van het
programmacomité van Horizon Europa, dat is opgezet om het eerste strategisch plan voor te
bereiden, aan het Europees Parlement worden toegezonden. We zullen dit blijven doen tot het
einde van de werkzaamheden van deze deskundigengroep. Daarna en met betrekking tot de
werking van de samenstelling van de programmacomités van Horizon Europa zal ik ervoor
zorgen dat de agenda’s van de vergaderingen van het comité, de
ontwerpuitvoeringshandelingen waarover de comités worden verzocht advies uit te brengen,
en de informatie over de definitieve ontwerpuitvoeringshandelingen na het uitbrengen van het
advies van de comités ter beschikking worden gesteld van het Europees Parlement.
We zullen dit blijven doen tot het einde van de werkzaamheden van deze deskundigengroep.
Daarna en met betrekking tot de werking van de samenstelling van de programmacomités van
Horizon Europa zal ik ervoor zorgen dat de agenda’s van de vergaderingen van de comités, de
ontwerpuitvoeringshandelingen waarover de commissies worden verzocht advies uit te
brengen en informatie over de definitieve ontwerpuitvoeringshandelingen na het uitbrengen
van het advies van de comités via het comitologieregister ter beschikking worden gesteld van
het Europees Parlement.
Ik ben, net als mijn diensten, volledig beschikbaar om uw commissie of elke andere
configuratie die u daartoe geschikt acht op gezette tijden te ontmoeten om u te informeren
over de recente ontwikkelingen en naar uw mening te luisteren. Ik zou met name graag uw
standpunt kennen over potentiële geïnstitutionaliseerde partnerschapskandidaten op basis van
de artikelen 185 en 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de
voorlopige missies die door de missieraden in kaart zijn gebracht en het ontwerp van
strategisch plan vóór de formele aanneming ervan. Ik kijk uit naar een vruchtbare, uitgebreide
gedachtewisseling hierover.
19
De Commissie zorgt via het Horizon Dashboard voor volledige transparantie over de
uitvoering van het programma. Het Dashboard geeft publieke toegang tot realtime-informatie
over projecten en de resultaten ervan, programma-brede statistieken en specifieke standpunten
van belangrijke initiatieven zoals de Europese Innovatieraad. Bovendien zullen mijn diensten
en ikzelf, dankzij het nieuwe onderdeel van Horizon Europa over de belangrijkste
effecttrajecten, een grondige en duidelijke analyse kunnen maken van de vooruitgang die wij
boeken in de richting van de wetenschappelijke, economische en sociale effecten van het
kaderprogramma, zowel in zijn geheel als in elk van de onderdelen, en deze onder uw
aandacht brengen.
2. Hoe wilt u persoonlijk toezien op de goede kwaliteit van wetgevingsvoorstellen,
volledige transparantie rond lobbyactiviteiten (gericht op uzelf en op uw diensten) en
een constante en evenwichtige raadpleging van alle belanghebbenden, rekening houdend
met de noodzaak van grondige effectbeoordelingen, met name betreffende de impact van
alle voorgestelde wetgeving op kmo’s?
Ik ben ervan overtuigd dat de EU moet optreden waar onderzoek en innovatie het meest van
belang zijn, waar zij de grootste meerwaarde kunnen bieden en waar zij Europa kunnen
transformeren. In de geest van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven kijk ik
ernaar uit om nauw samen te werken met het Europees Parlement om de empirische basis van
de EU-programma’s en wetgevingsvoorstellen te verbeteren en ik bevestig nogmaals mijn
inzet op het gebied van transparantie en de informatiestroom tussen de twee instellingen. In
nauwe samenwerking met de vicevoorzitter voor Interinstitutionele Betrekkingen en
Prognoses zal ik ervoor zorgen dat we het digitale tijdperk ten volle omarmen, gebruikmaken
van de meest recente vorderingen op het vlak van kunstmatige intelligentie en big data om de
beste intelligentie te verkrijgen die nodig is om ons toekomstig beleid te ontwerpen. In deze
context zou ik graag benadrukken dat we kunnen rekenen op interne wetenschappelijke
competenties bij de Commissie, waaronder het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek,
de wetenschapsdienst en kennisbeheerder van de Commissie, en het mechanisme voor
wetenschappelijk advies.
Uiteraard zal elk voorgesteld nieuw initiatief met aanzienlijke gevolgen aan een robuuste
effectbeoordeling worden onderworpen en worden beoordeeld door de onafhankelijke Raad
voor regelgevingstoetsing, zoals de huidige voorstellen van Horizon Europa, die naar ik hoop
binnenkort met uw steun volledig zullen worden goedgekeurd. We voeren ook voor het eerst
gecoördineerde effectbeoordelingen uit van twaalf kandidaat-Europese partnerschappen, ter
ondersteuning van mogelijke wetgevingsvoorstellen. Ik wil ervoor zorgen dat we maatregelen
nemen die synergieën bevorderen en de impact ervan op de verwezenlijking van onze
maatschappelijke doelstellingen maximaliseren.
Ik verbind mij ertoe ervoor te zorgen dat de aanpak van nieuwe wetgevingsvoorstellen van
meet af aan open en coöperatief is. Raadplegingen van belanghebbenden zullen een belangrijk
element blijven van elk onderdeel van de beleidscyclus, van het ontwerp van het beleid tot het
definitieve wetgevingsakkoord en later tot het toezicht op en de evaluatie van het beleid. Ik
zal ernaar streven permanent toezicht, naast tussentijdse evaluaties en evaluaties achteraf, deel
te laten uitmaken van de procedure. Ik wil ervoor zorgen dat iedereen bij dit proces betrokken
is: onderzoekers, innovatoren, burgers, kleine en middelgrote ondernemingen, universiteiten
20
en stichtingen. Ik zal alle informatie met betrekking tot vergaderingen met belanghebbenden
en lobbyisten in het verplichte lobbyregister blijven bekendmaken.
Ik wil er ook voor zorgen dat we onze instrumenten voor betere regelgeving gebruiken om
wetgeving te ontwerpen ter aanmoediging van innovatie buiten de geijkte kaders, die niet
alleen economisch rendement oplevert, maar eerst en vooral sociale en milieuvoordelen voor
alle Europeanen, met volledige betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en
rekening houdend met de effecten op innovatie in de gehele beleidscyclus. Innovatie moet
worden geanalyseerd als onderdeel van onze regelgevende beleidsinstrumenten
(effectbeoordelingen, evaluaties en raadpleging van belanghebbenden) en ik zal met de
kandidaat-vicevoorzitter voor Interinstitutionele Betrekkingen bespreken hoe we dit beter
kunnen doen. Een innovatievriendelijk en voorspelbaar regelgevingskader zal van cruciaal
belang zijn, niet alleen om de duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken, maar ook om het
concurrentievermogen van Europa te versterken en groei te stimuleren.
3. Hoe zult u met uw diensten zorgen voor een nauwere samenwerking met de commissie
ITRE? Welke concrete maatregelen wilt u nemen om ervoor te zorgen dat de commissie
ITRE tijdig en op een proactieve manier dezelfde informatie ontvangt als de Raad en de
lidstaten met betrekking tot geplande wetgevingsinitiatieven of andere belangrijke
initiatieven? Hoe denkt u het toezicht van de Commissie ITRE op wetgevende en niet-
wetgevende procedures te bevorderen? Bent u van plan om de Commissie ITRE in een
vroeg stadium alle nodige informatie te verstrekken betreffende de voorbereiding van
wetgevingshandelingen, gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen, en hoe
wilt u het toezicht op de uitvoering van deze handelingen bevorderen? Hoe bent u van
plan te garanderen dat ITRE naar behoren geïnformeerd wordt over en betrokken
wordt bij eventuele internationale akkoorden binnen uw beleidsterrein?
Ik zal ervoor zorgen dat het Europees Parlement en in het bijzonder de commissie ITRE
tegelijkertijd met de Raad volledig worden geïnformeerd bij belangrijke ontwikkelingen. Ik
sta volledig ter beschikking om de vergaderingen van uw commissie regelmatig bij te wonen
en met u van gedachten te wisselen in het kader van de gestructureerde dialoog.
Mijn diensten zullen zich ervoor inzetten u actuele informatie te verstrekken over en een
gedetailleerde toelichting bij wetgevende, niet-wetgevende, gedelegeerde en
uitvoeringshandelingen, alsook over de uitvoering ervan.
Het Gezamenlijk Akkoord over gedelegeerde handelingen (gehecht aan het Interinstitutioneel
Akkoord over beter wetgeven van 2016) voorziet voor beide in de overdracht van de
indicatieve planning van gedelegeerde handelingen en in het tijdig informeren van het
Europees Parlement en de Raad over de werkzaamheden van de deskundigengroepen die de
Commissie bijstaan bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen. Het in 2017
opgezette Interinstitutioneel Register van gedelegeerde handelingen verstrekt informatie over
de hele levenscyclus van gedelegeerde handelingen, vanaf de planning tot de bekendmaking
ervan, en maakt het zo voor het Europees Parlement mogelijk volledig op de hoogte te blijven
van de werkzaamheden van de Commissie op dit gebied. Het comitologieregister bevat
informatie over de vergaderingen van de comitologiecomités: telkens een comité bijeenkomt
om een ontwerpuitvoeringshandeling te bespreken, wordt het Europees Parlement actief
geïnformeerd. Binnenkort zal in een nieuwe versie van dit register aanvullende informatie
21
worden verstrekt, zoals over de planning van uitvoeringshandelingen die met het oog op
feedback zullen worden gepubliceerd.
Ik blijf vastbesloten het Parlement op de hoogte te houden van elk voornemen om
onderhandelingen te beginnen of vooruitgang te maken bij de onderhandelingen over
associatieovereenkomsten binnen het programma Horizon Europa en bij de vernieuwing van
overeenkomsten voor wetenschappelijke en technologische samenwerking. Ik zal de
prerogatieven van het Parlement uit hoofde van artikel 218 van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie volledig eerbiedigen en in overeenstemming met de
verplichting tot loyale wederzijdse samenwerking handelen bij de uitvoering van de
toezeggingen die de Commissie in het kader van het Interinstitutioneel Akkoord is aangegaan.
Aan de commissie ITRE zal proactief en regelmatig informatie worden verstrekt in verband
met internationale overeenkomsten, zowel overeenkomsten voor wetenschappelijke als
technologische samenwerking, alsook associatieovereenkomsten met het programma Horizon
Europa. Ik zou met name graag zien dat een update over internationale overeenkomsten als
regelmatig punt wordt opgenomen in de vergaderingen van ITRE.