Angst van kinderen voor het donker

19
Propositie Angst van kinderen voor het donker 2011-2012 | Anneleen Vaes

description

Dit is mijn definitieve propositie voor de masterproef met als onderwerp de angst van kinderen voor het donker.

Transcript of Angst van kinderen voor het donker

Page 1: Angst van kinderen voor het donker

Proposi t ie

Angst van k inderen voor het donker2011-2012 | Anneleen Vaes

Page 2: Angst van kinderen voor het donker

2

angst kinderen

eigen donker

mogelijkheden

Page 3: Angst van kinderen voor het donker

Inhoudsopgave Inleiding 4

Onderzoeksonderwerp 5

Context & situering 6 Onderzoeksvraag & doelstellingen 7

Onderzoeksproces 8

Onderzoeksmethoden 9 Ontwerp 10

Relevantie 11

Planning & begeleiding 13

Bibliografie 16

Page 4: Angst van kinderen voor het donker

4

Inleiding

Bij het ontwerpen van nieuwe communicatietools is onderzoek erg significant. Daarom is het voor een C-md’er belangrijk om praktische ervaringen in design research op te doen. Daar verleent de propositie en bijgevolg de masterproef zich perfect toe.

Met mijn ervaring als animator en kleuterleidster is het voor de hand liggend dat ik kinderen als doelgroep kies voor de masterproef. Specifiek wil ik rond angst in het donker van een kind werken, omdat dit net op dat moment moet aangepakt worden om te voorkomen dat het zich in de toekomst manifesteert.

Deze propositie bevat het onderzoeksonderwerp, het onderzoeksproces, wat uitleg over de relevantie van het onderzoek, een planning en mijn voorstel voor begeleiders.

Page 5: Angst van kinderen voor het donker

Onderzoeks-onderwerp

Page 6: Angst van kinderen voor het donker

6

Context & situeringDe ontwikkeling van een kind gaat onvermijdelijk gepaard met angst. Angst heeft dan ook een belangrijke rol in het leven van een kind, want het wordt er alert door in bedreigende situaties (“Wat zijn angsten?”, z.d.).

Voorts zijn er heel wat verschillende soorten angsten, maar de angst voor het donker behoort tot de angsten die gepaard gaan met de ontwikkeling van het kind. Dat een kind bang is, hangt dan ook nauw samen met de verstandelijke ontwikkeling. Hoe meer een kind de wereld beleeft, maar toch niet helemaal begrijpt, hoe meer het angst zal hebben (“De ontwikkeling van angsten”, z.d.).

Angst van het donker leeft voornamelijk bij kinderen van twee tot vier jaar. De oorzaak van deze angst is hun rijke fantasie, waardoor alles in het donker schrikwekkend wordt. Bovendien vertellen ze graag verhaaltjes en sprookjes. Het probleem is echter dat ze

fictie en realiteit niet van elkaar kunnen onderscheiden, waardoor op zijn beurt angst ontstaat (“Angst voor het donker, monsters en spoken”, z.d.).

Toch is er niet meteen reden tot paniek, die angsten zijn meestal van tijdelijke aard. Zoals Selma Fraiberg schrijft in het boek “De Magische Wereld Van Het Kind” (2001) overwint het kind zijn angsten meestal op zijn eigen manier. Er zijn daarvoor vier mogelijkheden: bij de ouders bescherming gaan zoeken of de angst met verbeelding, intelligentie of het vermogen om te leren overwinnen. De ouders aanklampen wordt beschouwd als de slechtste optie, bij de andere drie gebruikt het kind zijn eigen mogelijkheden.

Desondanks is die periode van angst een oorzaak van stress bij beiden. Bovendien is het voor de ouders moeilijk om juist met die angsten om te gaan en er zijn weinig oplossingen die het kind op deze leeftijd stimuleren om zijn angst voor het donker te overwinnen.

Page 7: Angst van kinderen voor het donker

Onderzoeksvraag & doelstellingenHoe kan de angst voor het donker van een kind van 2 tot 4 jaar verzacht worden door middel van interactief speelgoed?

Om op deze onderzoeksvraag te kunnen antwoorden, moeten er enkele doelstellingen behaald worden. Een eerste doelstelling is inzicht krijgen in wat de angst van kinderen voor het donker nu precies inhoudt en wat de mogelijkheden zijn om de angst te verzachten.

Als deze doelstelling behaald is, kan het ontwikkelen van verschillende prototypes van start gaan. De doelstelling van de prototypes is om het kind te stimuleren om zelf zijn angst te overwinnen met zijn eigen mogelijkheden.

Ten slotte moet het interactief speelgoed voorkomen dat de angst zich voortzet op een latere leeftijd.

Page 8: Angst van kinderen voor het donker

8

Onderzoeksproces

Page 9: Angst van kinderen voor het donker

Daar er al veel informatie voorhanden is over het onderwerp, wil ik me zoveel mogelijk concentreren op het ontwikkelen van een prototype door research through design. Verder zal het een iteratief proces zijn, daar ik prototypes zal ontwikkelen tot ik het ideale bekom (Zimmerman J., Forlizzi J., & Evenson S., z.d.).

Ik heb al heel wat bronnen geraadpleegd over het onderwerp. In de eerste plaats internetbronnen, zoals de site van Kind & Gezin, maar ook het boek “De magische wereld van het kind” van Selma Fraiberg was belangrijk.

Op basis van de informatie uit de literatuurstudie wil ik interviews afleggen met experts, meer bepaald met pedagogen. Zo wil ik meer te weten komen over de eigen mogelijkheden die kinderen hebben om hun angst te verzachten.

Hierna wil ik bij de doelgroep de narrative inquiry-techniek toepassen om inzicht te krijgen in hun leefwereld en hun ervaring met angst in het donker (Bell J., z.d.). Dit wil ik aan de hand van een boekje doen, namelijk “In het donker” van Karla Stoefs. Kinderen van die leeftijd vertellen makkelijker over hun eigen ervaringen als ze een aanknopingspunt hebben (Pippoplus, z.d.).

De resultaten van beide onderzoeken worden verwerkt in verschillende prototypes. Ik wil voor elke mogelijkheid die het kind zelf heeft een prototype ontwikkelen.

Op basis van feedback van experts en ervaringsdeskundigen bekijk ik de positieve en negatieve punten van elk prototype. Met die gegevens ontwikkel ik een nieuw prototype en dit proces wordt herhaald tot het ideale prototype wordt bekomen.

Onderzoeks-methoden

Page 10: Angst van kinderen voor het donker

10

Ontwerp

Het prototype wat ik wil ontwerpen moet in de eerste plaats aangepast zijn aan de doelgroep. Dat betekent dat het zowel veilig als aantrekkelijk moet zijn voor kinderen.

Ook moet het ontwerp het kind aanzetten tot het gebruiken van de methodes waardoor het zelf zijn angst kan verzachten, dus de verbeelding, de intelligentie of het vermogen tot leren stimuleren.

Daar het ontwerp zal ontstaan door middel van research through design is de relatie tussen het onderzoek en het ontwerp voor de hand liggend. Het ontwerp staat met andere woorden helemaal in functie van het onderzoek en is het resultaat van het onderzoek.

Het is eveneens van belang om het onderzoek en het ontwerp te evalueren. Mijn onderzoek wil ik evalueren door na te gaan of ik alle vooropgestelde doelstellingen heb bereikt. Het ontwerp zelf laat ik beoordelen door ervaringsdeskundigen en experts.

Page 11: Angst van kinderen voor het donker

11

Relevantie

Page 12: Angst van kinderen voor het donker

12

Het is geen verrassing dat jonge kinderen angst hebben in het donker. Het is eveneens niet nieuw dat ze dan hun ouders wakker maken. Een situatie die zowel voor de kinderen als de ouders stress oplevert, want het kind zit met angst en de welverdiende nachtrust van de ouders wordt verstoord.

Het ontwerp wat ik wil ontwikkelen zal net die stress voor beide partijen weghalen door het kind te stimuleren om de eigen methodes voor angstverzachting te gebruiken, waardoor het dagelijks leven aangenamer wordt.

Tot nog toe zijn er niet veel designs gemaakt die het kind van deze leeftijd moet helpen met deze angst. Er

is dan ook veel ruimte om iets vernieuwend te creëren dat kinderen specifiek stimuleert om met de eigen mogelijkheden de angst te verzachten.

Bovendien kan de informatie uit het onderzoek een toegevoegde waarde betekenen voor onderzoekers die hetzelfde onderwerp bestuderen, daar het de eigen opties van kinderen tegen hun angst zal uitdiepen. Verder is het een pluspunt dat het heel wat bronnen verzamelt omtrent angst van het donker bij kinderen.

Vermits deze specifieke angst zich initieel op de leeftijd van 2 tot 4 jaar manifesteert, richt ik me op deze welbepaalde doelgroep. Maar ook de ouders van deze kinderen hebben baat bij het ontwerp.

Page 13: Angst van kinderen voor het donker

Planning & begeleiding

Page 14: Angst van kinderen voor het donker

14

OKTOBERVoorbereiding diepte-interviews pedagogen

NOVEMBERNarrative inquiry met doelgroepStart interviews pedagogenVerwerking resultaten diepte-interviews & narrative inquiry

DECEMBERStart ontwikkeling prototypesTest prototype bij experts & ervaringsdeskundigen

JANUARIPresentatie vooronderzoekAanpassen prototypes obv feedback tot één prototype

FEBRUARITest prototype bij experts & ervaringsdeskundigen

Aanpassing prototype obv feedback

MAARTInlevering abstractTest prototype bij experts & ervaringsdeskundigenAanpassing prototype obv feedback

APRILTest prototype bij experts & ervaringsdeskundigenAanpassing prototype obv feedback

MEIAfwerken prototypeInlevering leesversie

JUNIInlevering definitieve leesversieMasterjury + tentoonstelling

Planning

Page 15: Angst van kinderen voor het donker

Begeleiding

Uiteraard is bij de masterproef de keuze van het onderwerp het belangrijkste aspect, maar aanvullend zijn de promotoren die het hele proces begeleiden eveneens van belang.

De competenties van die promoteren moeten immers overeenkomen met het onderwerp van de masterproef. Om die reden kies ik voor Bart Geerts en Rosanne Van Klaveren.

Gedurende Researchlab en de thesisweken kon ik al op de feedback van Bart rekenen. Daar hij zelf kinderen heeft en dus ervaringsdeskundige is, is hij de geknipte persoon om me te begeleiden.

Ook Rosanne heb ik al als coach gehad tijdens het design project. Zij gaf telkens opbouwende kritiek waar meteen iets mee gedaan kon worden.

Bovendien hebben beide docenten ervaring met narrativiteit in mediagebruik, wat ook in mijn masterproef aan bod komt.

Page 16: Angst van kinderen voor het donker

16

Bibliografie

Page 17: Angst van kinderen voor het donker

“Angst voor het donker, monsters en spoken”, (z.d.). Geraadpleegd op 26 februari 2011, http://www.kindengezin.be/Themas/Opvoeding/Kinderangsten/donker_monsters_spoken.jsp

Bell J. (z.d.). Narrative Inquiry: More Than Just Telling Stories. Geraadpleegd op 16 oktober 2011, http://ld-sig.org/files/Bell_TQ36.2.pdf

Fraiberg, S. H. (2001). De magische wereld van het kind. Hilversum: Brand.

“De ontwikkeling van angsten”, (z.d.). Geraadpleegd op 26 februari 2011, http://www.kindengezin.be/Themas/Opvoeding/Kinderangsten/ontwikkeling_angsten.jsp

Pippoplus, (z.d.). Taalontwikkeling en voorlezen. Geraadpleegd op 16 oktober 2011, http://www.pippoplus.nl/taalontwikkeling-en-voorlezen

“Wat zijn angsten?”, (z.d.). Geraadpleegd op 26 februari 2011, http://www.kindengezin.be/Themas/Opvoeding/Kinderangsten/angsten.jsp

Zimmerman J., Forlizzi J., & Evenson S. (z.d.). Research through design as a method for interactiondesign research in HCI. Geraadpleegd op 16 oktober 2011, http://goodgestreet.com/docs/JZ_JF_CHI07.pdf

.

Page 18: Angst van kinderen voor het donker

18

2011-2012 | Propositie | Communicatie & Multimedia Design | Anneleen Vaes

Page 19: Angst van kinderen voor het donker