Aan de ouders/ verzorgers van groep 7, Dit boekje geeft ... bestanden... · uitdagende opdrachten....
Transcript of Aan de ouders/ verzorgers van groep 7, Dit boekje geeft ... bestanden... · uitdagende opdrachten....
Aan de ouders/ verzorgers van groep 7,
Dit boekje geeft een beknopt beeld van de inhoud van de vakken in groep 7. De wijze
waarop gewerkt wordt, komt aan de orde op de kijkavond die gehouden wordt aan het
begin van het schooljaar. Wanneer u vragen heeft over de leerstof, of vragen
betreffende uw kind, dan kunt u altijd een afspraak maken voor een gesprek met de
leerkracht na schooltijd.
De leerkracht(en)
2
Kringgesprek
Wekelijks wordt in de klas een kringgesprek gehouden. Dit
kringgesprek kan open (het onderwerp is vrij) of gesloten
zijn (het onderwerp is bepaald). De ideeën voor de
onderwerpen komen van de kinderen zelf of van de
leerkracht, bijvoorbeeld naar aanleiding van een nieuwsfeit.
Tijdens een kringgesprek leren de kinderen allereerst
belangstelling te tonen voor elkaar, goed te luisteren, te
reageren op elkaar en gericht vragen te stellen. Verder
leren ze vrijuit spreken in de groep; we besteden aandacht
aan het juist formuleren hiervan.
Dagopeningen/Dagafsluiting
De dagopeningen zijn dit jaar op maandag, dinsdag en vrijdag.
Een dagopening start om 8.30u. U bent van harte welkom te komen kijken naar de
dagopening van uw kind (8.30u)!
In groep 7 houden de leerlingen elk 3 dagopeningen. Dit is één vrije dagopening, één
boekenbeurt en één spreekbeurt. Voor de spreekbeurt móet je kiezen uit de lijst die in
de klas hangt, als je een ander onderwerp hebt, bespreek je dat minimaal drie weken van
tevoren met de leerkracht.
Aan het begin van het schooljaar krijgt elk kind een formulier mee naar huis met daarop
tips voor een goede dagopening en een kalender met daarop de data van hun dagopening.
Dit kalenderoverzicht hangt ook in de klas. Hierop kunnen de kinderen zelf kijken
wanneer ze aan de beurt zijn.
We stimuleren de kinderen om bij een vrije dagopening zoveel mogelijk verschillende
presentaties te bedenken. De mogelijkheden variëren tussen:
- een dansje
- een quiz
- poppenkast
- een toneelstukje
- vertellen over bijvoorbeeld sport, huisdier, hobby
m.b.v. een PowerPoint presentatie
- een boekpresentatie
- etc.
Na afloop mogen de kinderen -op een positieve manier-
middels een tip en een top hun mening geven.
3
Taal
Vorig schooljaar zijn we gestart met een nieuwe taal- en spellingsmethode. Het gaat om
de vernieuwde methode Taal Actief. De methode bestaat uit een leerlijn taal en spelling.
Binnen de leerlijn taal worden de volgende vier domeinen in aparte lessen behandeld:
• woordenschat
• taal verkennen
• spreken & luisteren
• schrijven
De leerlijnen taal en spelling in Taal actief zijn volledig op elkaar afgestemd. De
ankerverhalen vormen het vertrekpunt voor alle lessen. De verhalen zijn geschreven
door bekende kinderboekenauteurs als Sjoerd Kuyper, Jan Paul Schutten en Francine
Oomen.
Taal actief Taal is opgebouwd uit acht thema’s van vier weken
In groep 7 zijn dat de volgende thema’s:
1) Organiseren 5) Uitvinden
2) Vrije Tijd 6) Andere Talen
3) Gewoontes 7) Verzamelingen
4) Fantasie 8) Reclame
Standaard differentiëren op drie niveaus
Vanaf dag één werken alle kinderen op hun eigen niveau.
Direct na de instructie maken ze drie beginopdrachten.
Dit doen ze in het werkboek. Op basis van het resultaat
gaan kinderen aan de slag op hun eigen niveau. Ook in de
instructie wordt gedifferentieerd. Voor taalbegaafde
kinderen heeft Taal actief Taal een plusboek met
uitdagende opdrachten.
Weet wat je leert!
Kinderen leren beter als ze weten wat en waarom ze
iets leren. Taal actief Taal informeert de kinderen over
wat ze leren. De lesdoelen zijn ook opgenomen in het
leerlingmateriaal: ‘dit ga je leren’ en ‘dit moet je weten’.
Domein: woordenschat
Taal actief Taal besteedt veel aandacht aan
woordenschat. De leerlijn woordenschat zit in het
basisprogramma en is volledig opgebouwd volgens de
didactiek uit ‘Met woorden in de weer’ van Dirkje van
den Nulft & Marianne Verhallen. De methode werkt met
themawoorden die zowel in de lessen van taal als spelling
terugkomen. Taal Actief Taal is zo opgebouwd dat de
kinderen meerdere keren in aanraking komen met de
themawoorden.
4
Doelen
Bij woordenschat wordt er gewerkt aan drie hoofddoelen:
1. De kinderen leren op grondige en systematische wijze een groot aantal nieuwe
woorden en woordgroepen, waardoor hun woordkennis wordt verbreed en
verdiept.
2. De kinderen leren strategieën om woorden beter te onthouden.
3. De kinderen leren strategieën om zelf de betekenis te achterhalen van een
onbekend woord in een tekst.
Domein: schrijven
Elk thema van Taal actief Taal telt twee lessen schrijven, die steeds dezelfde
stapsgewijze opbouw hebben.
Doelen
Bij schrijven wordt er gewerkt aan drie hoofddoelen:
1. De kinderen leren om verschillende genres en tekstsoorten te schrijven die elk
hun eigen kenmerken hebben. Dat doen ze op papier of op de computer.
2. De kinderen leren kritisch te kijken naar hun eigen teksten en deze te
verbeteren. Vanaf groep 5 leren ze een begin- en eindversie te schrijven.
3. De kinderen leren reflecteren op hun eigen schrijfwerk en op dat van anderen.
5
Spelling
Net als bij Taal actief Taal wordt bij Taal actief Spelling met dezelfde acht thema’s van
vier weken gewerkt. Taal actief Spelling bestaat uit twee leerlijnen:
- Onveranderlijke woorden (38 categorieën)
- Werkwoorden (10 categorieën)
Vaste opbouw per thema
Elk thema duurt vier weken. De eerste drie
weken zijn basislessen waarin de kinderen
nieuwe stof aangeboden krijgen en oefenen
op drie niveaus. Week 4 is bestemd voor
toetsing en remediëring, herhaling of
verrijking (r-h-v). Toetsing gebeurt aan de
hand van twee dictees. Het woordendictee
aan het begin van week 4 en het
zinnendictee aan het eind van week 4.
Standaard differentiëren op drie niveaus
Net als bij Taal Actief Taal differentiëren we ook bij
spelling op drie niveaus. Op basis van het aantal fouten in
het oefendictee van de instructie-les wordt bepaald op
welk niveau een kind start in de volgende les.
Zwakke spellers beginnen met het drempelniveau en
maken daarna de opdrachten van het basisniveau. De
overige kinderen beginnen bij het basisniveau en maken vervolgens de opdrachten op
verrijkingsniveau. Zo werkt ieder kind op zijn/haar eigen niveau.
Digitale ondersteuning
Elke spellingles is voorzien van een ondersteunende
spellinganimatie. Gerrit legt de spellingmoeilijkheid uit.
Weet wat je leert!
Kinderen leren beter als ze weten wat en waarom ze
iets leren. Ook Taal Actief Spelling heeft duidelijke doelbeschrijvingen. In elke les is
een instructiekader ofwel ‘instapkaart’ afgebeeld. De instapkaart geeft aan: ‘dit ga je
leren’ en ‘dit moet je weten’. Elke les start met een scherpe blik op de spellingcategorie
en eindigt met het terugkijken op het lesdoel, de reflectie.
Werkwoordspelling
De lessen Taal Actief Spelling worden gegeven in de groepen 4 t/m 8. Eind groep 6
starten we met werkwoordspelling. Vanaf dat moment gaat de helft van de lessen over
het correct leren schrijven van werkwoorden. Bij werkwoordspelling wordt een beroep
gedaan op de kennis van grammaticale begrippen en het inzicht in relaties tussen
zinsdelen.
6
Voor de spelling van werkwoordsvormen is veel grammaticale kennis nodig om de
spellingsregels te kunnen begrijpen. De kinderen leren:
om de werkwoord uitgangen correct te schrijven
wijzigingen in het basisdeel van het werkwoord aanbrengen. Bijvoorbeeld: de
wisseling v-f en z-s.
Oefenprogramma spelling op de computer
Alle leerlingen werken met computerprogramma: Taal Actief Spelling. Dit programma
behoort bij de methode en oefent zowel de gewone spelling als de werkwoordspelling.
Het oefenprogramma spelling heeft een uniek foutendetectiesysteem, dat niet alleen
kijkt of een woord goed of fout is. Het kijkt ook welke fout is gemaakt. Het systeem
geeft hulp op maat. Daarnaast krijgen de kinderen als beloning twee keer per
oefensessie een kort spelletje aangeboden. De kinderen doorlopen hun eigen leerroute.
Het programma zet automatisch oefeningen klaar op het niveau van het kind.
Computergebruik bij spelling
Alle leerlingen werken met computerprogramma: Taal Actief Spelling. Dit programma
behoort bij de methode en oefent zowel de gewone spelling als de werkwoordspelling.
Het programma houdt hun voortgang bij en past het niveau aan, als dat nodig is.
Lezen
1. Technisch lezen;
Als school vinden wij het belangrijk dat het leesniveau van de kinderen op niveau blijft.
De Estafette methode zorgt ervoor dat ieder kind op zijn eigen niveau groeit met lezen.
Deze methode werkt namelijk met 3 niveaus. De kinderen met niveau 1 en 2 werken onder
leiding van de leerkracht aan hetzelfde boek, waarbij de kinderen met niveau 1 de gehele
les met de leerkracht bezig zijn en de kinderen in groep 2 onder leiding van de
leerkracht beginnen, maar daarna zelfstandig werkt aan een aantal vooraf opgegeven
opdrachten.
De kinderen die het hoogste niveau gehaald hebben op zowel de AVI toets als op de DMT
toets, komen in aanmerking om te werken met Topklassers. Dit is een uitdagend
werkboek dat zij doen in plaats van de Estafette les.
Voor alle leerlingen, maar speciaal voor de leerlingen met niveau 1 en 2 is het van belang
ook thuis veel te oefenen met lezen. Is uw kind lid van de bibliotheek? Het is gratis
voor kinderen. Aan de leerkracht kunt u vragen op welk niveau uw kind leest. Ook
kinderen van groep 7 vinden het leuk om voorgelezen te worden.
7
2. Begrijpend lezen en studievaardigheden:
Nieuwsbegrip:
Nieuwsbegrip is een methode die uitgaat van actuele teksten. Door de actualiteit van de
teksten is de betrokkenheid van de kinderen groter dan bij teksten die niet actueel zijn.
Hierdoor wordt het vak begrijpend lezen leuker gevonden dan bij het gebruik van niet
actuele teksten.
Nieuwsbegrip gaat uit van 5 bewezen strategieën om een tekst te lezen en te
doorgronden:
voorspellen
ophelderen van onduidelijkheden
samenvatten
vragen stellen
relaties/verwijswoorden
Het digibord kan hierbij handig worden ingezet, om bijvoorbeeld delen van de tekst te
blokkeren, zodat de kinderen moeten voorspellen aan de hand van de dan beschikbare
informatie. Ook is er een digitale verwerking voor de leerlingen waarbij de zelf moeten
inloggen op de website van nieuwsbegrip, dit kan zowel in de klas worden ingezet, maar
ook als huiswerk.
Blits:
Voor het onderdeel studievaardigheden wordt de methode Blits ingezet. Deze methode
behandelt de 4 onderdelen van studievaardigheden:
omgaan met studieteksten
gebruiken van informatiebronnen (waaronder internet!)
kaartlezen
lezen van schema’s, tabellen en grafieken
Ieder deel van Blits bestaat uit een bronnenboek en een werkboek. Het bronnenboek
bevat instructie- en herhalingslessen en bronnen. In het werkboek staan opgaven, waarbij
de bronnen uit het bronnenboek gebruikt moeten worden. In groep 7 worden er 4 thema’s
aangeboden. Ieder thema bestaat uit acht lessen. Daarbij zijn er drie tussentoetsen en
een eindtoets. De toetsen zijn niet gebonden aan een thema. Ze zijn niet alleen bedoeld
om na te gaan of de kinderen de leerstof beheersen, maar ook als oefenopgaven. Daarom
zijn er ook opgaven met open vragen, en niet alleen mutiple-choice vragen.
Vrij lezen
Op school lezen de kinderen geregeld zelfstandig een boek. Op deze manier stimuleren
we het plezier in lezen. Op school hebben we een groot aanbod aan bibliotheekboeken. De
kinderen mogen zelf een boek uitkiezen wat bij hun interesses en belevingswereld past.
Tijdens het “vrij lezen” leest de leerkracht regelmatig extra met de lezers uit de groep
die nog niet op het gewenste leesniveau zitten (zie technisch lezen). Daarnaast leest de
leerkracht elke week uit een leesboek voor.
8
Schrijven
In groep 7 starten we dit jaar met de methode ‘pennenstreken’ de
nieuwe editie.
Er wordt in het schriftelijk werk gelet op:
verzorging
regelmatig handschrift:
richting en vorming van de letters
Rekenen met Snappet
Van groep 5 tot en met groep 8 werken we met tablets van
Snappet. Deze worden onder andere ingezet bij de rekenlessen en
rekentoetsen. De leerstof wordt op de tablets digitaal aangeboden
op een adaptieve wijze.
De leerkracht geeft een klassikale instructie, deze kunnen de
leerlingen op de tablet volgen. Bij de zelfstandige verwerking zien de leerlingen gelijk of
ze een opdracht goed gemaakt hebben. De adaptieve werkwijze van Snappet zorgt dat
de aangeboden leerstof wordt aangepast aan het niveau van de leerlingen. De leerkracht
krijgt gedurende de les op de leerkrachtcomputer een groepsoverzicht te zien van de
gemaakte opdrachten per leerling. Hier kan de leerkracht gelijk op inspelen.
De methodiek die we gebruiken om de kinderen goed
te leren rekenen heet: “De wereld in getallen”.
‘De wereld in getallen’ sluit met nieuwe, eigentijdse
thema’s aan bij de belevingswereld van de kinderen.
Herkenbare situaties worden gebruikt om het oefenen
en toepassen te verduidelijken. Ook gaan de kinderen
beseffen dat rekenen belangrijk is en niet alleen in de
klas wordt gebruikt.
9
De groei van de kinderen houden we zorgvuldig bij aan de hand van verschillende digitale
toetsen:
1. Minimumtoets: toetsing van de minimumdoelen;
2. Projecttoets: toetsing van de doelen uit de projectlessen;
3. Basistoets: toetsing van de basisdoelen.
Pluswerkboek
Het pluswerkboek bevat verrijkingsmateriaal voor de kinderen die niet genoeg hebben
aan de oefeningen die in Snappet worden aangeboden. Dit wordt bepaald aan de hand van
de LOVS (Cito) scores.
Verkeer
Met onze digitale verkeersmethode Let’s go!, bereiden we de kinderen voor op situaties
die in het verkeer kunnen voorkomen. Bij iedere les wordt er aan het begin een doel
verteld waar we naartoe gaan werken. Aan het eind van iedere les kijken we of we het
doel hebben behaald. De methode is realistisch, maar wel veilig. De kinderen maken
namelijk zelf situaties op de computer die we bespreken. Wat is veilig? Wat is verstandig
om te doen?
In groep 7 doen de kinderen mee aan het landelijk verkeersexamen, zowel theoretisch als
praktisch.
De onderwerpen in groep 7 zijn gericht op het verkeersexamen:
regels voor voetgangers en fietsers
borden, tekens en lichten
voorrang en rechtdoor
openbaar vervoer
kruispunten
samen op weg
Behalve de methode maken we voor het oefenen van het verkeersexamen ook gebruik van
oude verkeersexamens en oefeningen op internet.
Geschiedenis
Net als bij aardrijkskunde en natuur en techniek gebruiken we ook voor geschiedenis de
methode ‘Argus Clou’. De professor Argus Clou wil iedereen iets leren, of dat nou een
regering is of een kind, alles kan gevraagd worden aan professor Clou. Hij daagt kinderen uit
10
met spannende ontdekvragen en verrijkt de lesstof met extra aanwijzingen. Ieder jaar
starten de kinderen met een spannend openingsverhaal. Samen met Jules, het stokstaartje,
en Mista Pappolotou, de Griekse assistente, gaan we met de hele groep op ontdekkingsreis
terug in de tijd.
De methode bestaat uit 5 thema’s waarin alle 10 de tijdvakken worden besproken. Deze
tijdvakken komen jaarlijks terug. De methode bestaat uit de volgende thema’s:
Thema 1: Boze Bataven en knappe keizers
Thema 2: Grote koningen, kleine koningen
Thema 3: Opstand en een nieuw land
Thema 4: Rijke regenten, arme burgers
Thema 5: Hevige strijd en koude oorlog
Natuur en Techniek
We werken met de methode Argus Clou voor de natuur en techniek lessen. Argus Clou
daagt kinderen uit om uiteindelijk een nieuwe opvolger voor hem te worden. Elk kind is in
staat om zijn plek over te nemen en de rol te vervullen die het graag wil: ontdekker,
onderzoeker, assistent, etc. Argus Clou heeft een open karakter, hij bekijkt de wereld
met een ruime blik en daarom weet hij dat niets is wat het in eerste instantie lijkt.
De thema’s die we bij Argus Clou behandelen zijn:
Thema 1: Soorten, ‘Ieder stekje z’n plekje’
Thema 2: Omgeving ‘Oerkrachten van de aarde’
Thema 3: Communicatie ‘Samenwerken? Natuurlijk!’
Thema 4: Bouwen ‘Goed gebouwd!’
Thema 5: Voeding ‘De wereldkeuken’
De opbouw van de lessen en toetsen is hetzelfde als bij Aardrijkskunde en Geschiedenis.
Eén week voor de toets krijgen de kinderen een samenvatting mee naar huis.
Aardrijkskunde
Argus Clou is ‘professor in alles’. Hij daagt kinderen uit om anders over de wereld na te
denken. De kinderen ontrafelen mysteries en onderzoeken kijkplaten. Met Argus Clou
leren we aardrijkskunde op een spannende manier!
De methode bestaat uit 5 thema’s:
- De aarde
- De mens als gebruiker van de aarde: Wonen en werken
- De mens als gebruiker van de aarde: Verkeer en energie
- Verschillen tussen mensen
- Jij als wereldburger
Deze thema’s zijn opgebouwd uit 6 lessen, waarvan de 6e les een toets is. De kinderen
krijgen hiervoor het werkboekje één week van te voren mee naar huis. In groep 7
krijgen de kinderen bij elk thema ook één topografie les aangeboden. Deze topografie
wordt bij elke 6e les getoetst.
11
Engels
We beschikken over de methode ‘Take it Easy’, die gebruikt maakt van het digitale
schoolbord, waarbij de kinderen ook les krijgen van de digi-teacher. De lessen van Take
it easy hebben een vaste structuur. De leerlingen maken kennis met een thema via een
filmpje of lied. Take it easy biedt luister- en spreekopdrachten aan in de vorm van een
dialoog, cartoon, spel of ‘total physical response’ activiteit. We gebruiken het werkboek
van Engels gedurende 2 leerjaren. Het ene leerjaar maken we gebruik van de eerste 3
blokken uit het boek, het andere leerjaar behandelen we de overige 3 blokken.
Expressie
Muziek
De muzieklessen worden geven met de digitale methode “123 Zing!”. De kinderen krijgen
zangles, zingen liedjes die passen bij de actualiteiten zoals de Kinderboekenweek en
werken af en toe met instrumenten. Er wordt elke week gezongen in de klas.
Handvaardigheid, textiele werkvormen en tekenen
Tweemaal per week wordt aan een werkstuk gewerkt aan de hand van een opdracht. De
technieken en materialen worden zo gevarieerd mogelijk aangeboden.
12
We vinden het belangrijk dat de kinderen
creatieve vaardigheden ontwikkelen en daar plezier aan beleven
constructieve en technische mogelijkheden leren ontdekken (b.v. bouwen met
stroken)
een goede werkhouding laten zien bij individueel werk
goed kunnen samenwerken bij groepswerk
het eigen werk en dat van een ander leren waarderen
kennismaken met diverse materialen en technieken.
Werkstukken worden meestal een tijdje tentoongesteld in de klas.
We streven ernaar mooie werkstukken te laten maken die thuis langer bewaard kunnen
worden.
Sociaal emotionele ontwikkeling
Vorig schooljaar startten we met de Kanjertraining. De Kanjertraining op school bestaat
uit een serie lessen met bijbehorende oefeningen die de leerkracht in de klas geeft. De
kanjertraining is bedoeld om de sfeer in de klas goed te houden (preventief) of te
verbeteren (curatief). Voor vertrouwen, veiligheid, rust en wederzijds respect.
Lichamelijke oefening Er worden per week twee lessen gegeven in sporthal Arkendonk. Op maandag en
donderdag krijgen de leerlingen gymles van een vakdocent van Moove. Dit zijn vaak
lessen waar kinderen in een circuit aan 4 onderdelen werken.
Uitgangspunten bij de gymlessen zijn:
plezier blijven houden in het bewegen
het leren samenwerken en accepteren van elkaar mogelijkheden en beperkingen
eerlijk en sportief handelen
13
Meisjes met lang haar dienen een elastiek bij zich te hebben zodat ze hun haar vast
kunnen binden.
Huiswerk
De kinderen krijgen twee keer per week huiswerk mee; op maandag en vrijdag. Maandag
meegegeven: de maandag daarop inleveren. Dit gaat ook zo voor de vrijdag.
De bedoeling van het huiswerk is:
het zelfstandig uitvoeren van een taak
het leren om een goede tijdsplanning te maken
een betere aansluiting te verkrijgen op het voortgezet onderwijs
Ook gaan er leeropdrachten mee naar huis. Deze opdrachten staan op werkbladen. Ze
krijgen leerwerk mee naar huis voor Natuur en Techniek, Aardrijkskunde en
Geschiedenis. We geven de te leren samenvatting al bij de eerste les van een nieuw
blok/thema mee naar huis. Dit doen we omdat sommige leerlingen meer tijd nodig hebben
om te leren. Eén week voor de toets wordt er een herinnering op klasbord geplaatst.
Overhoring gebeurt d.m.v. toetsen.
Indien de kinderen vragen hebben over het huiswerk kunnen ze iedere dag na 14.45u bij
de leerkracht terecht. Als het werk regelmatig niet in orde is, neemt de leerkracht
contact op met de ouders.
U hoeft als ouder niet het hele werk na te kijken; wel kunt u letten op netheid. Ook bij
de planning, het tijdstip van inleveren en het overhoren van de leertaken kan uw hulp
gewenst zijn. Als u thuis de indruk hebt dat het werk te moeilijk is, neem dan gerust
contact op met de leerkracht.
14
Taakbriefjes:
We werken in groep 7 met taakbriefjes, dit doen we om de taakgerichtheid te vergroten
en om ze te leren omgaan met een weekplanning. Ook wordt op deze manier de lestijd
optimaal benut, omdat leerlingen altijd werk te doen hebben. Een taakbriefje kan er als
volgt uitzien:
De kinderen zien in een overzichtelijk schema
wat ze die week af moeten hebben. Zowel de
digitale opdrachten, als opdrachten op papier
staan hierop. Deze opdrachten sluiten aan bij de
lesstof die ze die week, of de week ervoor
hebben gehad, zodat dit in principe zonder hulp
van de leerkracht gemaakt kan worden.
De taakbriefjes kunnen individueel aangepast
worden zodat iedereen een taakbriefje heeft
dat bij zijn/haar niveau past.
Aan het eind van de week wordt het taakbriefje
en het materiaal nagekeken. Het doel is dan ook
dat kinderen dit af hebben. Mocht dit meerdere
weken na elkaar niet lukken, passen we het aan.