A high price to pay

32
A HIGH PRICE TO PAY De impact van stijgende en flucturerende voedselprijzen op kindervoeding en voedselveiligheid.

description

Door stijgende voedselprijzen zijn wereldwijd 170 miljoen kinderen ondervoed. Elk jaar leidt dit wereldwijd tot de dood van 2,3 miljoen kinderen per jaar. Dat staat in het rapport ´A High Price to Pay´ dat Save the Children heeft uitgebracht.

Transcript of A high price to pay

Page 1: A high price to pay

A HIGH PRICE TO PAYDe impact van stijgende en flucturerende voedselprijzen op kindervoeding en voedselveiligheid.

Page 2: A high price to pay

A HIGH PRICE TO PAYDe impact van stijgende en flucturerendevoedselprijzen op kindervoedingen voedselveiligheid

Page 3: A high price to pay

Save the Children redt wereldwijd de levens, de dromen en de toekomst van kinderen met betere medische zorg, beter onderwijs en betere leefomstandigheden. In ons 90 jarig bestaan zijn we uitgegroeid tot ‘s werelds grootste onafhankelijke kinderrechtenorganisatie.

Uitgegeven door Save the Children 1 St John’s LaneLondon EC1M 4ARUK +44 (0)20 70126400savethechildren.org.uk

Eerste uitgave 2012

© The Save the Children Fund 2012The Save the Children Fund is een liefdadigheidsorganisatie die ingeschreven is in Engeland en Wales (213890) en Schotland (SC039570). Registered Company No. 178159

Deze uitgave is auteursrechtelijk beschermd maar mag op welke manier dan ook verveelvoudigd worden zonder vergoeding of voorafgaande toestemming voor onderwijsdoeleinden, uitgezonderd wederverkoop. Voor het kopiëren onder welke andere omstandigheid dan ook dient de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever te worden verkregen. Er kan een vergoeding verlangd worden.

Omslagfoto: Een graanmarkt in Burkina Faso (Foto: Save the Children)Gezet door Grasshopper Design CompanyGedrukt door A E Simmons Ltd.

Met dank aanDit rapport is geschreven door Liam Cro in samenwerking met Katie Norman en David McNair van Save the Children UK. Zonder uit te wijden danken wij Rob Bailey, Ruth Kelly en Bénédicte de la Briere voor het beoordelen van eerdere concepten. Wij zijn onze collega’s van Save the Children International dankbaar voor hun opmerkingen en input.

Page 4: A high price to pay

INHOUDSOPGAVE

Stof tot nadenken iv

Managementsamenvatting vi

Begrippenlijst ix

1 Hogeenflucturerendevoedselprijzen- 1

denieuwenorm?2 Armstehuishoudenshetzwaarstgetroffen 5

3 Watveroorzaaktvoedselprijsvolatiliteit? 11

4 Conclusiesenaanbevelingen 16

Afsluitendenotities 19

Page 5: A high price to pay

iv

STOF TOT NADENKEN

DE VOEDSELPRIJZEN ZIJN DE AFGELOPEN JAREN ONGEKEND HOOG EN FLUCTUREREND GEWEEST

DE STADS- EN PLATTELANDSHUIS-

HOUDENS IN ONTWIKKELINGSLANDEN ZIJN OVER HET ALGEMEEN NETTO VOEDSELKOPERS

DE ARMSTE MENSEN GEVEN VAAK HET GROOTSTE DEEL VAN HUN INKOMEN UIT AAN VOEDSEL

DE VRAAG NAAR BIOBRANDSTOFFEN IS DE AFGELOPEN JAREN TOEGENOMEN

1

3

2

4

De toenemende vraag naar biobrandstoffen wordt algemeen beschouwd als een hoofdoorzaak die de wereldvoedselprijzen opdrijft.

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AYSTO

F TOT

NA

DEN

KEN

Page 6: A high price to pay

STOF TO

T N

AD

ENK

EN

v

VOEDSELPRIJSSTIJGINGEN PLAATSEN VOEDZAME VOEDINGSMIDDELEN BUITEN BEREIK

VOEDSELPRIJSSTIJGING-EN DRIJVEN DE INVOERREKENINGEN VAN LANDEN OP

VEEL ARME LANDEN ZIJN GEVOELIG VOOR PRICE SPIKES

LANDEN DIE HET MEEST ZIJN BLOOTGESTELD AAN VOEDSELPRIJSSTIJGING-EN GAAN AL GEBUKT ONDER ONDERVOEDING

LAGE STOCK-TO-USE RATIOS ZIJN DE AFGELOPEN 10 JAAR SAMENGEVALLEN MET HEVIGE OPWAARTSE BEWEGINGEN IN VOEDSELPRIJZEN

9

5 6 7

8

73%

Men schat dat de stijging van 18% van de graanprijzen tussen april en juli $8 miljard zou kunnen hebben toegevoegd aan de invoerrekening van lage-inkomenslanden

Voedselvoorraden kunnen voedselprijsvolatiliteit ondervangen. Alle extreme price spikes in de afgelopen 50 jaar vielen samen met dieptepunten in mondiale voorraadniveau’s.

73% van de lage-inkomenslanden zijn netto voedselimporteurs en zijn dus kwetsbaar voor voedselprijsstijgingen

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

Page 7: A high price to pay

vi

Ondervoeding is een sluipende doodsoorzaak bij kinderen. Het is de onderliggende oorzaak van 2,3 miljoen gevallen van kindersterfte per jaar. Wereldwijd heeft het ook 170 miljoen kinderen geremd in hun groei, hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling geschaad en hun toekomstmogelijkheden ondergraven. Ondanks het feit dat men aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt in het bereiken van de meeste Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen (MOD), is ondervoeding als probleem verwaarloosd. In sommige landen verslechterd deze situatie zelfs.

Goede voeding betekent meer dan alleen het opnemen van voldoende voedsel. Gezinnen moeten voedsel kunnen verbouwen of kopen dat alle energie en voedingsstoffen bevat die zij nodig hebben. Zij moeten ook goede sanitaire voorzieningen, schoon water en toegang tot gezondheidszorg hebben om te voorkomen dat kinderen ziektes oplopen die de voedingsstoffen die zij nodig hebben aan het lichaam onttrekken.

Hoewel overheden en bedrijven eindelijk aandacht beginnen te schenken aan het probleem van ondervoeding, is er meer steun nodig. En zelfs deze inspanningen zullen worden tenietgedaan tenzij de bedreigingen die gevormd worden door hoge en in toenemende mate flucturerende voedselprijzen worden aangepakt.

STERK STIJGENDE VOEDSELPRIJZEN In de afgelopen jaren zijn de voedselprijzen tot ongekende hoogten gestegen, en hebben ook dramatisch geschommeld. Hoge en flucturerende voedselprijzen vormen een grote bedreiging voor de inspanningen om het mondiale probleem van ondervoeding aan te pakken. De verschillende manieren waarop zij van invloed zijn op voeding worden in dit rapport in grote lijnen geschetst (zie pagina 6). Zij kunnen voedzame voedingsmiddelen

buiten het bereik van arme huishoudens houden en gezinnen dwingen om productiemiddelen, zoals gereedschap en vee, van de hand te doen, waardoor zij de mogelijkheid om zichzelf in de toekomst te voeden ondergraven en waardoor hun voeding op de lange termijn bedreigd wordt.

Men schat dat de forse stijging van de voedselprijzen in 2008 nog eens 105 miljoen mensen onder de armoedegrens heeft gebracht. En in februari 2011, toen de voedselprijzen weer tot de recordhoogte uit 2008 stegen, kwamen nog eens 48 miljoen mensen onder de armoedegrens terecht.1 Save the Children schat dat dit de levens van 400.000 kinderen in gevaar heeft gebracht.2 De vooruitzichten voor de toekomst zijn ook niet goed. In juli 2012 steeg de voedselprijsindex van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), die de prijzen meet van voedsel dat op internationale markten wordt verhandeld, met 6%, na drie maanden te zijn gedaald. En een aantal internationale deskundigen voorspellen dat de hoge volatiliteitsniveaus in de toekomst zullen blijven bestaan. In diezelfde maand steeg de voedselprijsindex van de Wereldbank met maar liefst 10%, waarbij de prijs van zowel maïs als tarwe met 25% steeg. Ook de voedselprijzen op de thuismarkten van landen zijn de afgelopen jaren extreem hoog en flucturerend geweest. In 2012 steeg de prijs van maïs met 174% in Malawi en met 129% in Mozambique, terwijl de prijs van tarwe in Soedan met 52% steeg.3

EEN NIEUWE NORM? Hoewel landen van elkaar verschillen in de wijze waarop zij door grote toenames in internationale voedselprijzen worden getroffen,4 hangen de voedselprijzen binnen landen in een aantal gevallen nauw samen met de veranderingen op de wereldmarkten. Het gecombineerde effect van een groeiende bevolking, klimaatverandering, lage voorraadniveaus en een toegenomen vraag naar biobrandstoffen betekent dat wij een ‘nieuwe norm’ van hoge en flucturerende voedselprijzen bereiken.

Stijgende en flucturerende wereldvoedselprijzen

MANAGEMENTSAMENVATTING

MA

NA

GEM

ENT

SAM

ENVAT

TIN

GA

HIG

H P

RIC

E TO

PAY

Page 8: A high price to pay

MA

NA

GEM

ENT

SAM

ENVAT

TIN

G

vii

plaatsen voedzame voedingsmiddelen buiten het bereik van arme mensen. De toenemende ondervoeding die daarvan het gevolg is zal langetermijneffecten hebben op kinderen.

Een bijkomende zorg is dat de landen die de hoogste ondervoedingscijfers melden zich onder de landen bevinden die het meest worden blootgesteld aan internationale prijsschokken aangezien zij grote delen van hun voedsel importeren. Zoals dit rapport laat zien, zijn slechts drie van de 36 landen die samen onderdak bieden aan ruim 90% van alle onvolgroeide kinderen netto voedselexporteurs. De overgrote meerderheid van deze ‘high burden’ landen zijn dus afhankelijk van voedselinvoer, waardoor zij bijzonder gevoelig zijn voor de schadelijke gevolgen van hoge voedselprijzen.

Daarnaast geven de huishoudens in alle 36 ‘high-burden’ landen gemiddeld meer dan 30% van hun inkomen aan voedsel uit, waarbij de armste groepen vaak een veel groter deel uitgeven. Dit betekent dat gezinnen in landen die gebukt gaan onder ondervoeding bijzonder gevoelig zijn voor de negatieve gevolgen van drastische voedselprijsstijgingen. En het zijn de armste mensen die het meest kwetsbaar zijn voor hoge internationale landbouw- en voedselprijzen.

WAAROM ZIJN VOEDSELPRIJZEN ZO FLUCTUREREND EN ZO HOOG? De aanjagers van voedselprijsvolatiliteit zijn gevarieerd en complex. Slechte oogsten als gevolg van slecht weer, transportkosten, voedselprijsspeculatie (toen financiële instellingen inzetten op toekomstige wijzigingen in voedselprijzen om daar winst op proberen te maken), lage voorraadniveaus en het herbestemmen van land voor andere doeleinden dan voedselproductie hebben allemaal aantoonbaar een rol gespeeld in het aanjagen van prijsvolatiliteit.

The Future of Food and Farming, een uitvoerig rapport dat in 2009 in opdracht van de Britse overheid is opgesteld,5 gaf een korte schets van de voornaamste factoren die waarschijnlijk van invloed zullen zijn op de toekomst van het wereldvoedselsysteem. Hieruit bleek dat, hoewel het waarschijnlijk is dat een groeiende wereldbevolking en stijgende, mondiale consumptieniveaus zullen leiden tot een toename van de vraag en, als gevolg hiervan, tot hogere voedselprijzen op de lange termijn, er verschillende andere factoren zijn die aan de voedselprijsvolatiliteit – die de mondiale voedselmarkten in toenemende mate kenmerkt – bijdragen.

Daarnaast hebben verschillende onderzoeksmodellen aangetoond dat de EU- en VS-biobrandstofmandaten ertoe zullen leiden dat de mondiale prijzen van graan op de middellange en lange termijn worden opgedreven. Deze analyses dragen bij aan het begin van een consensus over de aanzienlijke impact die de vraag die is veroorzaakt door de biobrandstofmandaten heeft op wereldvoedselprijzen.6, 7

De combinatie van factoren die zowel de voedselprijsvolatiliteit als de hogere voedselprijzen op de middellange en lange termijn aanjaagt betekent dat er een grote kans bestaat dat wij te maken hebben met een nieuwe norm van hoge en flucturerende voedselprijzen. Het is van vitaal belang dat wij nu handelen om de onderliggende aanjagers van flucturerende voedselprijzen aan de orde te stellen en om ervoor te zorgen dat de meest kwetsbare kinderen tegen de negatieve gevolgen worden beschermd.

AANBEVELINGEN Wij roepen de overheden van ontwikkelingslanden op om:• te investeren in regionaal aangehouden voorraden

voor gebieden die geen eigen voorraden of toegang tot de wereldmarkten hebben.

• sociale overdrachtprogramma’s te versterken als belangrijkste beleidsinstrumenten teneinde honger en ondervoeding tegen te gaan.

Wij roepen deG20-regeringen op om:• het Agricultural Market Information System en

het Rapid Response Forum te gebruiken om ervoor te zorgen dat voedselproducenten reageren met het beleid dat de volatiliteit beheerst, in plaats van verergert. Landen dienen zicht te verplichten om exportbeperkingen en verboden of andere middelen te voorkomen die het aanbod van basisconsumptiegoederen op de internationale markten beperken en die wereldvoedselprijsvolatiliteit doen toenemen.

• meerjarenfinanciering op te schalen ter ondersteuning van het opzetten van sociale overdrachtprogramma’s.

• mechanismen na te streven die de impact van de vraag naar biobrandstoffen op voedselprijzen minimaliseert, met name tijdens price spikes.

Wij roepen de EU op om:• een van de onderliggende aanjagers van volatiliteit

en langetermijnprijsstijgingen aan de orde te stellen door het mandaat van de Richtlijn hernieuwbare

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

Page 9: A high price to pay

viii

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY energie te laten vallen dat voorschrijft dat tegen het jaar 2020 10% van alle EU brandstoffen van hernieuwbare bronnen afkomstig dienen te zijn

• de duurzaamheidscriteria van zowel de EU-richtlijn hernieuwbare energie als de Richtlijn brandstofkwaliteit opnieuw te bezien teneinde de impact op voedselveiligheid en voeding hierin te laten meewegen.

MA

NA

GEM

ENT

SAM

ENVAT

TIN

G

Page 10: A high price to pay

ixix

Biobrandstof Een transportbrandstof die van biomassa gemaakt wordt. Onder biobrandstoffen wordt hier alleen uitsluitend verstaan de biobrandstoffen die op industriële schaal worden geproduceerd (dus niet de kleinschalige biobrandstoffen voor lokale toegang tot energie).

BiobrandstofmandaatWetgevingsbeleid dat de productie van biobrandstoffen ondersteunt door te verlangen dat biobrandstoffen voorzien in een bepaald percentage van de brandstofmix van landen.

Goederentermijncontracten Afspraken om een grondstof op een bepaalde datum in de toekomst tegen een bepaalde prijs te kopen of verkopen. Deze contracten worden op financiële markten verhandeld.

Directevoedingsinterventies Een dertiental voedingsspecifieke interventies die oorspronkelijk in 2008 in The Lancet reeks over zwangerschaps- en kindervoeding zijn uiteengezet en sindsdien zijn overgenomen als de focus van de Scaling Up Nutrition (SUN)- beweging.

Voedselprijsvolatiliteit Schommelingen die rond een bepaald voedselprijsniveau worden waargenomen. Deze volatiliteit kan worden gemeten door middel van de standaardafwijking van voortschrijdende gemiddelden van voedelprijsindexen.

‘High-burden’ land Een van de 36 landen die samen onderdak bieden aan ruim 90% van onvolgroeide kinderen wereldwijd.

Ondervoeding De toestand die zich ontwikkelt wanneer het lichaam niet de juiste vitaminen, mineralen en andere voedingsstoffen binnenkrijgt die nodig zijn om het lichaam gezond te houden.

Pricespike Een hevige en kortstondige opwaartse prijsbeweging.

Socialeoverdrachtprogramma’sProgramma’s die contant geld, voedsel of middelen verdelen – soms in ruil voor de deelname van de ontvanger aan arbeid of andere activiteiten – teneinde die mensen tegen armoede te beschermen en om productieve vormen van levensonderhoud te bevorderen.

Basisconsumptiegoed Een voedingsmiddel, zoals een graangewas, dat op de middellange tot lange termijn opgeslagen kan worden en dat de basis vormt van een traditioneel dieet. Hoewel dergelijke voedingsmiddelen over het algemeen energierijk zijn, voorzien zij niet in alle voedingsstoffen die nodig zijn voor een gezond dieet.

VerhoudingtussenvoorraadenverbruikDe verhouding tussen het overaanbod, in de vorm van niet-verbruikte voorraden graan en andere levensmiddelen, en de vraag.

BEGRIPPENLIJST

BEGR

IPPENLIJST

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

Page 11: A high price to pay

1

Sinds 2008, toen de voedselprijzen naar een recordhoogte stegen, zijn de voedselprijzen hoog en ongekend flucturerend gebleven.8 De prijzen van de meeste voornaamste voedselcommodities zijn de afgelopen tien jaar toegenomen. Na de voedselprijscrisis in 2008 zijn de prijzen in 2010, na een korte onderbreking, weer gestegen. Recentelijk zijn er zorgwekkende stijgingen waargenomen: in maart 2012 lagen de prijzen slechts 6% onder hun historisch hoogtepunt uit februari 2011, en in juli steeg de voedselprijsindex met maar liefst 6%. Volgens de directeur van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) “zullen de voedselprijzen hoog blijven en de komende tien jaar zeer flucturerend zijn.”9

Binnenlandse factoren spelen een belangrijke rol bij het bepalen van prijsbewegingen binnen landen. Bijvoorbeeld, hoge inflatie is gedeeltelijk verantwoordelijk voor de stijging van 174% van de voedselprijzen in Malawi tussen januari en juni 2012.10 Slechte oogsten, conflicten, seizoensinvloeden en de effecten van aangrenzende markten zijn belangrijke aanjagers geweest van een aantal van de meer drastische binnenlandse prijsstijgingen die in Sub-Saharisch Afrika zijn waargenomen.

De mate waarin binnenlandse voedselprijzen door wijzigingen in de prijsindexen op de wereldmarkten worden beïnvloed verschilt van land tot land.11 Tijdens de voedselprijscrisis van 2007-2008 zagen 22 van de 37 ontwikkelingslanden de binnenlandse prijzen van basisconsumptiegoederen met ruim 20% stijgen, en

negen ondervonden prijsstijgingen van ruim 50%.12

Hoewel verschillende landen in Azië duidelijke en aanzienlijke prijsstijgingen op hun thuismarkten zagen,13 liepen de ervaringen van landen door heel Afrika zeer uiteen.14

Bijvoorbeeld, in Ghana hangen de prijzen van zowel geïmporteerde als lokaal geproduceerde granen nauw samen met de prijzen op de wereldmarkten.15 Op gelijke wijze geven bewijzen uit verschillende landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika blijk van een aanzienlijke mate van prijsbeïnvloeding tussen internationale en binnenlandse voedselprijzen, ondanks het toepassen van prijssubsidies en andere overheidsinterventies.16

Tijdens de 2008 voedselprijscrisis stegen de prijzen van basisconsumptiegoederen in 11 Afrikaanse landen gemiddeld met 63%.

De extreme schaal waarop internationale prijsstijgingen zich recentelijk hebben voltrokken is waarschijnlijk een van de redenen voor een grotere invloed op de thuismarkten, in vergelijking met de voorgaande vijf tot tien jaar.17 Tussen maart 2011 en maart 2012 is de prijs van rijst in Oeganda met 125% gestegen, in Tanzania met 54% en in Rwanda met 38%.18 De prijzen van lokaal geproduceerde voedingsmiddelen kunnen ook stijgen wanneer meer draagkrachtige mensen ze kopen ter vervanging van duurdere invoer.19

1 HOGE EN FLUCTURERENDE VOEDSELPRIJZEN - DE NIEUWE NORM?

Wij bereiken een nieuwe norm van hoge en flucturerende wereldvoedselprijzen. De aanjagers zijn talrijk en complex, en deze mondiale trends dreigen de prijzen op thuis- en lokale markten op te drijven. Landen die gebukt gaan onder ondervoeding zijn vaak netto voedselimporteurs en zijn het meest kwetsbaar voor de schadelijke gevolgen van mondiale voedselprijsschokken. Zij beschikken over de minste fiscale ruimte voor uitgaven voor voedselsubsidies; een ruimte die door prijsstijgingen nog verder wordt verkleind.

1. HO

GE FLU

CT

UR

EREN

DE VO

EDSELPR

IJZEN

- DE N

IEUW

E NO

RM

?A

HIG

H P

RIC

E TO

PAY

Page 12: A high price to pay

2

Wellicht het zorgwekkendste zijn de geleidelijke gevolgen die wereldvoedselprijzen in de loop der tijd op thuismarkten kunnen hebben, waar-bij stijgingen eventuele prijsdalingen gewoonlijk overtreffen.20 Bijvoorbeeld, een recente studie van de Wereldbank naar de impact van wereld-voedselprijzen op landen in het Midden-Oosten bevond dat “[een] stijging[en] van de wereld-voedselprijzen gewoonlijk op binnenlandse voedselmarkten[wordt/worden] overgedragen, maar dat een daling van de wereldvoedselprijzen zelden in diezelfde mate wordt overgedragen.”21 Dit betekent dat wanneer flucturerende interna-tionale prijzen weer beginnen te stijgen, zelfs nog grotere stijgingen kunnen voorkomen op thuis-markten. In veel landen waren de lokale prijzen amper aan het herstellen van de 2008 price spike toen de prijzen in 2009 weer begonnen te stij-gen. In 58 landen blijven de lokale voedselprijzen gemiddeld 55% hoger liggen dan vóór de recente opwaartse bewegingen in de voedselprijzen.22

‘HIGH-BURDEN’ LANDEN ZIJN HET MEEST KWETSBAAR VOOR PRIJSSCHOKKEN Een grote afhankelijkheid van invoer en een ger-inge fiscale ruimte om te reageren op prijsstijgin-gen maakt lage-inkomenslanden – waarvan 73% netto voedselimporterende landen zijn23 – bij-zonder kwetsbaar voor voedselprijsschokken.24

Hoge en flucturerende voedselprijzen kunnen schadelijke gevolgen hebben op landelijk niveau. De geschiedenis leert dat wijzigingen in wereld-voedselprijzen een grote rol spelen bij het bep-alen van de invoerrekeningen voor voedsel van landen.25 De totaalkosten van het invoeren van granen in lage-inkomenslanden bedroegen in de periode 2010-2011 US$31,8 miljard, 29% meer dan in de periode 2009-2010, ondanks het feit dat de mondiale productie in 2010 hoger was dan in de voorgaande jaren.26

FIGUUR 1: 2000-2012 FAO VOEDSELPRIJSINDEXEN

Jaarcijfers tot januari 2012

Bron: Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, 2012

Ind

ex

2000

400.00

350.00

300.00

250.00

200.00

150.00

100.00

50.00

0

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Voedsel prijsindex

Vlees prijsindex

Zuivelprijsindex

Graan prijs index

Olie prijs index

Suikerprijsindex

1. HO

GE FLU

CT

UR

EREN

DE VO

EDSELPR

IJZEN

- DE N

IEUW

E NO

RM

?A

HIG

H P

RIC

E TO

PAY

Page 13: A high price to pay

3

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

3

Landen met hoge invoerrekeningen zijn gevoelig voor inflatie na hevige, kortstondige opwaartse bewegingen in voedsel- en brandstofprijzen. In 2010 ondervonden opkomende en ontwikkelingslanden een toename in de inflatiepercentages van tussen de 6% en 8%. In Burundi steeg de inflatie van 4,5% in 2009 naar 15% in 2011.27

Overheidsuitgaven voor voedselsubsidies maken gebruik van inkomsten die anders zouden kunnen worden uitgegeven aan essentiële diensten, zoals gezondheidszorg, onderwijs of, inderdaad, voedingsinterventies. Elke stijging van 10% van de prijzen van graan en rijst voegt US$4,5 miljard toe aan de invoerrekening van granen van netto importerende ontwikkelingslanden.28 Volgens deze schatting zou de stijging van 18% van de graanprijzen die tussen april en juli 201229 is waargenomen nog eens US$8 miljard aan de invoerrekening van deze landen hebben toegevoegd. Dit bedrag zou de jaarlijkse bijdragen van ontwikkelingslanden aan het minimumpakket van directe voedingsinterventies bekostigen.30 Indien donoren eenzelfde bedrag zouden bijleggen, dan zouden deze bijdragen de levens van 1,1 miljoen kinderen onder de leeftijd van vijf kunnen redden en verhinderen dat 30 miljoen kinderen geremd worden in hun lichamelijke groei.31

Ons onderzoek laat zien dat landen die de hoogste ondervoedingscijfers melden grote delen van hun voedsel invoeren. Derhalve bevinden zij zich onder de landen die het meest zijn blootgesteld aan internationale prijsschokken. Gegevens uit Save the Childrens 2012 Child Development Index laten zien dat de gemiddelde prevalentie van ondergewicht (een vorm van ondervoeding) in landen die zijn geïdentificeerd als ‘blootgesteld’ aan voedselprijsvolatiliteit op 23% ligt. In ‘zeer blootgestelde’ landen ligt dit zelfs hoger, op 26%. Dit verhoudt zich tot een gemiddelde prevalentie van ondergewicht van 10% in landen die niet zijn geïdentificeerd als ‘blootgesteld’ aan hevige opwaartse bewegingen in voedselprijzen.32

De constatering dat voedselprijsstijgingen het hardst aankomen in landen die al met hoge

ondervoedingscijfers worstelen wordt bevestigd door gegevens uit het meest recente Food Price Watch-rapport van de Wereldbank. In figuur 2 worden landen in kaart gebracht op grond van de mate waarin zij afhankelijk zijn van invoer en de mate waarin voedsel bijdraagt aan de huishouduitgaven. Alle 36 landen die ‘gebukt gaan onder ondervoeding’, die samen onderdak bieden aan 90% van de ondervoede kinderen, bevinden zich onder de landen die het meest zijn blootgesteld aan voedselprijzen. Met uitzondering van drie zijn al deze landen netto voedselimporteurs, en gezinnen in deze landen geven een zeer groot deel van hun uitgaven (gemiddeld 30-55%) uit aan voedsel, waarbij de armste mensen maar liefst 80% van hun inkomen uitgeven aan voedsel.

Hoewel in sommige gevallen protectionistisch beleid erin is geslaagd om bevolkingen tegen de ergste gevolgen van de crisis te beschermen, op mondiale schaal heeft dergelijk beleid het probleem van hoge voedselprijzen eigenlijk alleen maar erger gemaakt.33 Bijvoorbeeld, in augustus 2010, na een periode van droogte waarin de hoogste temperaturen in 130 jaar werden geregistreerd, heeft Rusland een exportverbod op graan opgelegd in de hoop dat dit de graanprijzen in Rusland laag zou houden. Het gevolg hiervan was dat de door importerende landen betaalde voedselprijzen stegen. Een aantal van deze landen waren veel armer dan Rusland en hadden al te kampen met hoge ondervoedingscijfers. Bijvoorbeeld, Pakistan zag de prijs van tarwe met 16% stijgen, waardoor de Wereldbank heeft ingeschat dat armoede-incidentie in deze periode met 1,9% is toegenomen.34

In tegenstelling tot rijke landen kunnen lage-inkomenslanden niet het vermogen hebben om hun markten of hun bevolkingen te beschermen.35

Bijvoorbeeld, veel arme en fragiele staten waren in 2008 niet in staat om het volle effect van de hoge prijzen te verzachten, wat wil zeggen dat zij niet in staat waren om hun binnenlandse markten tegen dramatische stijgingen te beschermen. In Ivoorkust heeft dit bijgedragen tot rellen en sociale onrust.36

1. HO

GE FLU

CT

UR

EREN

DE VO

EDSELPR

IJZEN

- DE N

IEUW

E NO

RM

?

Page 14: A high price to pay

4 4

FIGUUR 2: KWETSBAARHEID VAN LANDEN VOOR MONDIALE VOEDSELPRIJSSCHOKKEN

36 ‘high burden’landen

overige landen

100

50

0

-50

-100

-150

-200

Netcerealimports(asashareofconsumption,%)

0 10 20 30 40 50 60 70

Foodshareofhouseholdexpenditure(%)

90% van de onvolgroeide kinderen woont in 36 landen, die - naar het zich laat aanzien - allen tot de groep landen behoren die het meest kwetsbaar zijn voor hevige opwaarste bewegingen in voedselprijzen.

Bron: Vertaald uit The World Bank: Food Price Watch, augustus 2012

1. HO

GE FLU

CT

UR

EREN

DE VO

EDSELPR

IJZEN

- DE N

IEUW

E NO

RM

?A

HIG

H P

RIC

E TO

PAY

Page 15: A high price to pay

5

• In Mauritanië steeg de prevalentie van atrofie (een norm voor ondervoeding) van 8,5% in 2007 naar 12% in 2008. Men meent dat dit rechtstreeks verband houdt met prijsstijgingen. Voorafgaand aan de crisis was acute ondervoeding wereldwijd afgenomen van 13,5% in 2000.42

• In arme stedelijke gebieden van Cambodja steeg de prevalentie van atrofie onder kinderen onder de vijf van 10% naar 16% na voedselprijsstijgingen.43

• Toen de prijs van rijst steeg met 94% in Bangladesh in 2009, de prevalentie van

atrofie steeg van 13,5% naar 21% onder stadskinderen en van 17% naar 26% onder plattelandskinderen.44

• In Niger steeg het aantal kinderen dat met acute

ondervoeding in voedingscentra is opgenomen binnen vijf weken nadat de gierstprijzen waren gestegen.45

• In West-Afrika is, na de devaluatie van de frank van de financiële gemeenschap van Afrika, de kwaliteit van voedsel dat aan kinderen wordt gegeven afgenomen, evenals routinematige preventieve gezondheidszorg, zoals het monitoren van groei en immunisatie. De maaltijden werden kleiner en hun vet- en groentegehaltes liepen terug. Deze veranderingen troffen economisch achtergestelde en sociaal geïsoleerde huishoudens en, in het bijzonder, de door vrouwen bestierde huishoudens. De voedingsstatus van moeders en kinderen nam in deze periode af, waaronder begrepen dalingen van het geboortegewicht, de leeftijdsadequate lengte en het leeftijdsadequaat gewicht.46

HEVIGE OPWAARSTE BEWEGINGEN IN VOEDSELPRIJZEN DRAGEN BIJ AAN KINDERONDERVOEDING - HET BEWIJS

5

Prijsverhogingen op de internationale goederenmarkten worden doorberekend aan mensen die op de lokale markten van arme landen hun voedsel kopen, ook al wordt het voedsel dat zij eten niet verhandeld op de internationale markten.37 In ontwikkelingslanden maakt voedsel een groot deel uit van de huishouduitgaven – in sommige gevallen maar liefst 80% 38 – dus zelfs kleine prijsstijgingen zijn van invloed op hun vermogen om voedzame voedingsmiddelen van hoge kwaliteit te kopen. De meeste mensen in ontwikkelingslanden die in stads- en plattelandsgebieden wonen zijn netto voedselkopers (respectievelijk 97% en 75%), wat betekent dat zij meer voedsel kopen dan dat zij

verkopen.39 Verder kopen consumenten in deze landen minder voorbewerkt voedsel, wat hen veel kwetsbaarder maakt voor prijsstijgingen van grondstoffen. Dit is vanwege het feit dat de kosten van rauw voedsel een groter deel uitmaken van de totaalkosten van het voedsel dat zij kopen, waarbij andere kosten, zoals bewerkingskosten en verpakkingskosten, voedselprijsstijgingen minder goed kunnen worden ondervangen.40

Het Young Lives-onderzoek van Save the Children (Figuur 3) geeft aan dat onder de kinderen die tussen 2006 en 2009 in Ethiopië zijn onderzocht, de voedselprijsstijgingen het meest ingrijpende was dat door alle inkomensgroepen is ervaren. Onderzoek dat

2 ARMSTE HUISHOUDENS HET ZWAARST GETROFFEN

Hoge en flucturerende voedselprijzen treffen de armste huishoudens het meest. Stijgende prijzen plaatsen voedzame voedingsmiddelen buiten het bereik van arme gezinnen en dreigen het probleem van ondervoeding te verergeren. De inname van essentiële micronutriënten is vaak het eerste slachtoffer van hogere voedselprijzen, wat betekent dat het waarschijnlijk is dat kinderen op de lange termijn zullen lijden van de schadelijke gevolgen van de daaruit voortvloeiende ondervoeding.

2. AR

MST

E HU

ISHO

UD

ENS H

ET Z

WA

AR

ST G

ETRO

FFENA

HIG

H P

RIC

E TO

PAY

Page 16: A high price to pay

6 6

Bron: Young Lives, 2012

FIGUUR 3: PERCENTAGE ‘YOUNG LIVES’ HUISHOUDENS IN ETHIOPIE DAT GETROFFEN IS DOOR SCHOKKEN

in 2011 in opdracht van Save the Children is uitgevoerd, heeft uitgewezen dat in landen zo verschillend als Nigeria, Peru, Bangladesh, India en Pakistan, de meerderheid van de ondervraagde mensen vertelden dat de stijgende prijs van voedsel hun grootste punt van zorg was geworden.41

TOENEMENDE ONDERVOEDING

De nieuwe norm van hoge en flucturerende voedselprijzen heeft de grootste impact in de landen die reeds hoge ondervoedingscijfers kennen.

UNICEFs raamwerk ter duiding van de oorzaken van ondervoeding (Figuur 4) laat de verschillende factoren zien die van invloed zijn op de voedingsstatus van een persoon. De meest onmiddellijke oorzaken zijn voedselinname en blootstelling aan ziekte, die op hun beurt worden beïnvloed door onderliggende factoren in de economische, sociale en politieke omgeving. Van deze is de voedseleconomie belangrijk: de factoren die van invloed zijn op de toegankelijkheid, beschikbaarheid en kwaliteit van voedsel (waaronder begrepen voedselprijsschommelingen en binnenlandse voedselproductiesystemen).

De Cost of Diet-tool van Save the Children laat zien

dat een dieet dat voorziet in de aanbevolen inname van voedingsstoffen hoger is dan het inkomen dat de armste gezinnen tot hun beschikking hebben om aan voedsel uit te geven – zelfs voordat de prijzen stijgen (Figuur 5, pagina 7).47 Voedzame voedingsmiddelen, zoals peulvruchten, groente en vlees, kosten meer dan de basisconsumptiegoederen die tegemoetkomen aan de gemiddelde energiebehoeften, en zijn voor veel van de armste gezinnen te duur. Dit was ook het geval vóór de voedselprijsstijgingen.

Het is daarom niet verrassend dat wanneer inkomens- of voedselprijsschokken zich voordoen, arme huishoudens geneigd zijn om prioriteit te geven aan het voldoen aan hun energiebehoefte (Figuur 6, pagina 7). Des te armer het huishouden, des te geringer zijn de mogelijkheden die zij hebben om een voedzaam dieet te blijven consumeren.

In zowel stedelijke als plattelandsgebieden hebbenarme mensen die hun voedsel kopen (in plaats van teproduceren) de neiging om:• over te stappen op goedkopere, vaak minder

aantrekkelijke of basisconsumptiegoederen van lagere kwaliteit, die minder voedingsstoffen bevatten49, 50

Vee sterfte Droogte Ziekte vader Ziekte moeder Voedselprijsstijgingen

Armste 2e 3e 4e Minst arm

100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

0

2. AR

MST

E HU

ISHO

UD

ENS H

ET Z

WA

AR

ST G

ETRO

FFENA

HIG

H P

RIC

E TO

PAY

Page 17: A high price to pay

7

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

7

• minder voedsel te kopen, maaltijden over te slaan of hun totale voedselinname te verminderen, met als gevolg dat zij minder energie, eiwitten en micronutriënten innemen

• hun inname van groente en fruit te verminderen – en, in plaats daarvan, prioriteit te geven aan goedkopere basisconsumptiegoederen, met micronutriëntentekorten tot gevolg

• verschillende ingrediënten en bereidingswijzen te gebruiken – waarbij zij zich vaak dierlijke voedsel en groente ontzeggen en deze vervangen door niet-voedzame kruiden en kunstmatige smaakstoffen

• de verdeling van voedsel binnen het huishouden te wijzigen, waarbij moeders van eten afzien om de voedselinname van hun kinderen in stand te houden.51

Uit onderzoek dat gebaseerd is op de gegevens van 188.835 huishoudens in Bangladesh heeft men geconcludeerd dat “lage voedseldiversiteit in de periode voorafgaand aan grote voedselprijsstijgingen een potentieel risico aangeeft op een verslechtering van micronutriëntentekorten en kinderondervoeding.”53 De gevolgen komen het hardst aan bij de armste huishoudens aangezien zij een groot deel van hun inkomen aan voedsel uitgeven. Na een slechte rijstoogst in 2007 betekenden

Bron: UNICEF-raamwerk, gepresenteerd in Black et al. (2008) ‘Maternal and Child undernutrition: global and regional exposures and health consequences’, The Lancet, januari 2008

FIGUUR 4: ARMOEDE, VOEDSELONVEILIGHEID EN ANDERE ONDERLIGGENDE ONMIDDELIJKE OORZAKEN VAN ZWANGERSCHAPS- EN KINDERONDERVOEDING EN DE GEVOLGEN OP DE KORTE EN LANGE TERMIJN

Onmiddelijke oorzaken

Onderliggende oorzaken

Zwangerschaps-enkinderondervoeding

Kortetermijneffecten Mortaliteit, ziekelijkheid, invaliditeit

Langetermijneffecten Volwassenlengte, intellectueel vermogen, economische productiviteit, reproductieve prestaties, stofwisselings- en hart- en vaatziekten

Ontoereikende voedselinname

Ziekte

Ontoereikende zorgOngezonde

huishoudomgeving en gebrek aan gezondheidsdiensten

Voedselonveiligheid in het huishouden

Inkomensarmoede: dienstbetrekking, zelfstandige bedrijfsuitoefening, woning,

vermogen, afdrachten, pensioenen

Gebrek aan kapitaal: financieel, menselijk, fysiek, sociaal en

natuurlijk

Sociale, economische en Politieke context

Basisoorzaken

2. AR

MST

E HU

ISHO

UD

ENS H

ET Z

WA

AR

ST G

ETRO

FFEN

Page 18: A high price to pay

8

voedselprijsverhogingen dat de armste 20% zich niet langer een voedzaam dieet kon permitteren, waarmee een voorafgaande daling van 7% van de prevalentie van geremde lichamelijke groei in een later stadium is tenietgedaan.54 Onderzoeksgegevens op huishoudniveau lieten zien dat een stijging van 50% van de voedselprijzen een daling van de energie-inname van 5-15% tot gevolg had, en een veel drastischer daling van de ijzerinname van 10-30%.55

Het UNICEF-raamwerk (Figuur 4) schetst zorgpraktijken als een belangrijke determinant van voedingsresultaten. In reactie op hoge voedselprijzen worden vaak andere gezinsleden eropuit gestuurd om te gaan werken, wat een impact op de zorg voor kinderen en hun voeding heeft. Een inkomensachteruitgang kan het vermogen van gezinnen verminderen om gezondheidszorg te bekostigen. Zelfs wanneer deze gratis verstrekt wordt, zijn zij mogelijk niet in staat om zich naar een kliniek te begeven.56

Hoewel voedselprijsstijgingen schadelijk kunnen zijn voor voeding, zijn hevige bewegingen in prijzen en prijsvolatiliteit zelfs nog schadelijker. De schok van een spike stort gezinnen vaak in een armoedeval, destabiliseert vormen van levensonderhoud en vermindert inkomens – waarvan de gevolgen blijven voortduren, zelfs nadat de prijzen zich hebben gestabiliseerd. In het kader op pagina 8 worden een aantal van de gevolgen van prijsvolatiliteit op voeding besproken.

KOPERS EN VERKOPERS - VERGOTEN ONGELIJKHEID Voedselprijsstijgingen vergroten de ongelijkheid tussen mensen, aangezien de armste mensen hier de meest nadelige gevolgen van ondervinden. Huishoudens die meer voedsel produceren dan zij kopen bevinden zich over het algemeen onder de meest vermogende lagen van de samenleving en zij profiteren van voedselprijsstijgingen. Anderzijds geven de armste gezinnen over het algemeen een groot deel van hun

8

Bron: Cost of Diet-studies door Save the Children8

Bron: Vertaald uit Bouis, Eozenou en Rahman, Harvard Plus 52

FIGUUR 5: EEN DIEET DAT VOLDOET AAN DE AANBEVOLEN VOEDINGSBEHOEFTEN KOST VAAK MEER DAN HET INKOMEN VAN DE ARMSTE HUISHOUDENS

FIGUUR 6: IMPACT VAN VOEDSELPRIJSSTIJGINGEN OP HUISHOUDENDIËTEN

0 1,000 2,000 3,000 4,000 5,000

uitgedruktinUSdollars

Inkomenbeschikbaarvoorarmsteinkomensgroep

Kostenvanhetdieetdatvoldoetaandeaanbevolenvoedingsbehoeften

Kenia,hetdistrictTurkana (agro-pastoralezone)

Kenia,hetdistrictTurkana (pastoralezone)

Rwanda,hetdistrictBurera

Nigeria,destaatKatsina

Pakistan,hetdistrictMuzaffarharh

2. AR

MST

E HU

ISHO

UD

ENS H

ET Z

WA

AR

ST G

ETRO

FFENA

HIG

H P

RIC

E TO

PAY

Page 19: A high price to pay

9

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

9

inkomen uit aan voedsel – zij kunnen armer worden als gevolg van deze prijsstijgingen. De voordelen van hoge voedselprijzen liggen feitelijk bij zeer kleine aantallen grootschalige producenten. Een studie van het Internationaal onderzoeksinstituut voor voedselbeleid (IFPRI) uit 2010 heeft geconstateerd dat minder dan 2% van de boerenhuishoudens meer dan de helft van de gehele omzet van maïs in vier landen in Zuidoost-Afrika voor hun rekening namen.63

Een beoordeling door de FAO van studies naar rijsttelers heeft uitgewezen dat zelfs in landen die netto exporteurs van rijst zijn en landelijk te profiteren hebben van hoge prijzen – zoals Thailand, de Filippijnen en Indonesië – de armste 20% van de bevolking bijna altijd netto kopers van rijst waren.64,65

In Thailand hebben hoge graanprijzen de armoede-incidentie zelfs doen toenemen vanwege de impact op consumerende gezinnen.66 Op het platteland in Malawi bedroeg het geschatte netto inkomensverlies van de armste 20% van huishoudens 2,5%, twee keer zoveel als dat van de rijkste 20% van huishoudens.67

Kinderen die in stedelijke armoede leven – een aantal dat stijgt 68 – zijn wellicht het meest kwetsbaar voor voedselprijsschokken aangezien zij aangewezen zijn

op het kopen van voedsel en niet hun eigen voedsel kunnen verbouwen om te verkopen.69 Mensen die in steden wonen consumeren over het algemeen grotere hoeveelheden rijst en tarwe (voornamelijk als brood) dan diegenen die in plattelandsgebieden wonen, wat hun kwetsbaarder maakt voor schommelingen in de internationale marktprijs van deze basisconsumptiegoederen.70

De impact van stijgende voedselprijzen is ook schadelijk voor huishoudens die in plattelandsgebieden wonen omdat het waarschijnlijk is dat arme huishoudens netto consumenten zijn.71 Binnenkort te verschijnen bewijs van de Household Economy Approach-tool van Save the Children laat zien dat de armste mensen vaak sterk aangewezen zijn op het kopen van voedsel en kwetsbaarder zijn voor wijzigingen in voedselprijzen dan rijkere mensen die in dezelfde gebieden wonen, die vaak meer mogelijkheden hebben om hun eigen voedsel te produceren. Zelfs in Vietnam, waar studies een netto voordeel van hoge voedselprijzen hebben aangetoond, verwacht men dat mensen zonder land gemiddeld 1,7% van hun inkomen zullen derven vanwege hoge voedselprijzen, met een maximum van 3,3% in de armste 20% in de verdeling van uitgaven.72

Hoewel geleidelijke prijsstijgingen investeringen in landbouw kunnen stimuleren en mensen aanmoedigen om netto verkopers te worden, weerhoudt volatiliteit kleine boeren ervan om te investeren in landbouw, aangezien het te riskant is dat de prijzen al gewijzigd zijn wanneer het rendement van dergelijke investeringen kan worden binnengehaald.

Voedselprijsstijgingen verminderen de veerkracht van arme huishoudens door hen te dwingen om productiemiddelen van de hand te doen.57

Volatiliteit kan boeren er ook van weerhouden om te investeren in de landbouw, waardoor zij zouden kunnen profiteren van de prijsstijging. Bijvoorbeeld, boeren in Ethiopië stonden niet te popelen om mest te kopen uit angst voor economische schokken.58 Prijsvolatiliteit is een belangrijk kenmerk van de voedseleconomie, dat waarschijnlijk zal bijdragen aan dergelijke risicovermijding.

Dramatische prijsdalingen na spikes kunnen boeren ertoe dwingen om productiemiddelen (bv. land en vee) van de hand te doen, wat kan leiden

tot een armoedeval.59 Boeren die hun gewas als vóór een prijsdaling hebben geplant zijn bijzonder kwetsbaar, en arme kleine boeren, in het bijzonder vrouwen die geen toegang hebben tot krediet, kunnen worstelen om de benodigdheden voor het opnieuw planten en in zaken blijven te financieren.60 Hun huishoudinkomen zal hier waarschijnlijk onder lijden, wat zou kunnen bijdragen aan langetermijnvoedingseffecten.

Koopkrachtwijzigingen vanwege prijsvolatiliteit kunnen de consumptie van essentiële voedingsstoffen tijdens de eerste 1.000 dagen van een kinderleven verminderen. Dit kan hun ontwikkeling blijvend belemmeren en hun toekomstige verdiencapaciteit verminderen.61

Een studie van Save the Children in Bangladesh heeft uitgewezen dat arme gezinnen vaak leningen afsloten ter compensatie van inkomensverlies. Het aflossen van deze leningen werd verkozen boven het investeren in vormen van levensonderhoud en ging ten koste van de uitgaven van gezinnen voor de voeding van hun kinderen.

DE IMPACT VAN PRIJSVOLATILITEIT OP VOEDING

2. AR

MST

E HU

ISHO

UD

ENS H

ET Z

WA

AR

ST G

ETRO

FFEN

Page 20: A high price to pay

10

Huishoudens die door vrouwen worden bestierd worden ook zwaarder getroffen door hoge voedselprijzen. Vrouwen hebben gewoonlijk minder toegang tot land en agrarische diensten, waardoor hun vermogen om voedsel te produceren beperkt is en zij meer aangewezen zijn op voedsel dat op de markt wordt gekocht. En beperkte toegang tot krediet en spaardiensten betekent dat zij minder goed in staat zijn om te reageren op een grotere druk op de huishoudbudgetten.73

2. AR

MST

E HU

ISHO

UD

ENS H

ET Z

WA

AR

ST G

ETRO

FFENA

HIG

H P

RIC

E TO

PAY

Page 21: A high price to pay

11

Het is waarschijnlijk dat een groeiende wereldbevolking en toenemende consumptieniveaus over de hele wereld zullen leiden tot een toenemende vraag, als gevolg waarvan de voedselprijzen op de lange termijn zullen worden opgedreven. Er zijn echter verschillende andere factoren die aan de voedselprijsvolatiliteit – die de mondiale voedselmarkten in toenemende mate kenmerkt – bijdragen.

Landbouwmarkten zijn naar hun aard flucturerend. De opbrengst wisselt van jaar tot jaar vanwege natuurlijke factoren, zoals het weer en plagen, alsmede complexe economische en politieke kwesties die meebepalen

hoeveel land elk jaar wordt ingezaaid. Het vermogen van de markt om te reageren op een teruglopende vraag of een afnemend aanbod is onderhevig aan een tijdsverschil vanwege de tijd die benodigd is voor het planten en oogsten van nieuwe gewassen.

Zoals Figuur 7 laat zien, zijn er verschillende stappen die tezamen tot hevige opwaartse bewegingen in voedselprijzen leiden. Een essentiële factor is dat de mondiale voedselvoorraden over het algemeen aanzienlijk worden verminderd. De meeste voedingsmiddelen, in het bijzonder granen, kunnen worden opgeslagen. Wanneer de prijzen laag zijn, zijn markthandelaren geneigd om de grondstof als

3 WAT VEROORZAAKT VOEDSELPRIJSVOLADILITEIT?

De aanjagers van hoge en flucturerende voedselprijzen zijn talrijk en complex. De coördinatie van beleidsreacties onder grote exporterende staten is cruciaal om ervoor te zorgen dat exportverboden niet worden ingesteld, aangezien deze schadelijke gevolgen kunnen hebben door voedselprijsvolatiliteit wereldwijd te doen toenemen. De vraag naar biobrandstoffen beïnvloedt de wereldvoedselprijzen.

Bron: Adapted from Tangermann, 201174

FIGUUR 7: TYPISCHE FACTOREN LEIDEN TOT EEN HEVIGE OPWAARSTE BEWEGING IN EEN VOEDSELPRIJS

1.Business asusualNormale variatiesin trends resulteren in ‘normale’ prijsvolatiliteit

2. Krap markt evenwichtBeperkte productie of toegenomen vraag betekend dat de prijzen stijgen. Voorraden worden vrijgegeven en de stabiliteit wordt hersteld.

3. De voorraden nemen afDe kloof tussen vraag en aanbod worden niet hersteld. Voorraden nemen af en marktprijzen kunnen drastisch stijgen.

4.Stocksaredepleted

5.Bubble inflatesPrijsstijgingen veroorzaken paniek. Hamsteren wordt gebruikelijk, wat tot verdere prijsstijgingen leidt.

6.Bubble burstsDe vraag-aanbod kloof wordt hersteld. De paniek is weggeëbd en de prijzen storten in.

3. WAT

VERO

OR

ZA

AK

T VO

EDSELPR

IJSVOLA

DILIT

EIT?

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

Page 22: A high price to pay

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

12

voorraad aan te houden, in de verwachting dat zij deze later tegen een hogere prijs zullen kunnen verkopen. De verhouding tussen de internationale voorraden en de omvang van de vraag naar graan heeft in de loop der jaren echter gefluctueerd, en alle extreme price spikes in de afgelopen 50 jaar vielen samen met dieptepunten in de mondiale voorraadniveaus.75 Bijvoorbeeld, vóór de 2007/2008 crisis bevonden de verhoudingen tussen voorraad en verbruik zich op een historisch dieptepunt.

Wanneer de voedselvoorraden toereikend zijn, kan daar een beschermende werking van uitgaan richting de voedselprijsvolatiliteit. Voorraden kunnen worden gekocht of verkocht in reactie op hoge of lage voedselprijzen, en kunnen daarmee drastische prijsschommelingen voorkomen. Echter, hun vermogen om markttrends te temperen wordt tenietgedaan zodra de voorraden zijn uitgeput, waardoor het voedselsysteem kwetsbaar wordt voor schokken.76

Marktpartijen worden op hun beurt nerveuzer wanneer de voorraadniveaus dalen. Boeren verkopen later, terwijl handelaren, bewerkers en distributeurs eerder kopen in afwachting van prijsstijgingen, wat de prijzen verder kan opdrijven.

In de jaren na 2000 signaleerde een schevere verhouding tussen voorraad en verbruik de toenemende mondiale vraag naar voedsel. Na een slechte oogst in 2007, zonder de voorraden om de vraag te ondervangen, was er alleen nog maar ruimte om de prijzen bij te stellen.77 Paniekreacties van overheden die opeens te maken hadden met voedseltekorten en een inelastische vraag veroorzaakt door biobrandstofmandaten (zie hieronder) versterkten de gevolgen van de spike.

Voorraden kunnen de invloed van hoge wereldvoedselprijzen op binnenlandse markten ook temperen. De percentages die golden voor de price spikes van 2010-2011 waren aanzienlijk lager dan die voor de periode 2007-2008. Een duidelijke reden hiervoor is de toegenomen productie in 2009 en grotere voorraden in 2010, wat de gevolgen van de prijsvolatiliteit heeft getemperd.78 De OESO-FAO stelde dat de verhoudingen tussen voorraad en verbruik de komende jaren niet boven de historische gemiddelden zullen uitkomen – wat suggereert dat ons nog veel meer prijsvolatiliteit te wachten zou kunnen staan.79

Dit vormt een belangrijke uitdaging voor de groeiende wereldbevolking. The Future of Food and Farming80, het rapport van de Britse overheid, laat zien dat,

hoewel het waarschijnlijk is dat een groeiende wereldbevolking en toenemende mondiale consumptie zullen leiden tot een toename in de vraag (als gevolg waarvan de voedselprijzen op de lange termijn zullen worden opgedreven), verschillende andere onderliggende factoren aan de voedselprijsvolatiliteit – die de mondiale voedselmarkten in toenemende mate kenmerkt – bijdragen.

KLIMAAT VERANDERING

Klimaatverandering leidt tot onvoorspelbare weerpatronen en toenemende verwoestijning van productieve landbouwgrond. Het effect van stijgende mondiale temperaturen heeft reeds zijn weerslag gehad op het aanbod van gewassen, terwijl de productie van gewassen ook op indirecte wijze zal worden beïnvloed door wijzigingen in de zeespiegel en rivierstromingen.81 Deze veranderingen zullen leiden tot verminderde opbrengsten van belangrijke gewassen, vooral in ontwikkelingslanden. Deze verminderde opbrengst zou kinderondervoeding tegen het jaar 2050 met 20% kunnen doen toenemen.82

Het weer heeft de grootste impact op de landbouwproductie en de volatiliteit van markten.83 Wanneer grote graanproducenten te maken hebben met een slechte oogst, zullen de mondiale productieniveaus dalen, wat de voedselprijzen onmiddellijk zal opdrijven. In de periode voorafgaand aan de voedselcrisis van 2008 resulteerden lage productieniveaus in Canada, Australië, Rusland en Oekraïne in een daling van 2,4% van de productie van tarwe op een moment dat de vraag toenam.84 Recentelijk is de VS getroffen door zijn ergste droogte in 60 jaar. Ruslands graanoogst is ook getroffen door droogte,85 wat heeft bijgedragen aan een stijging van 6% van de FAO internationale voedselprijsindex en een stijging van 19% in de prijs van tarwe.

TRENDS IN OLIEPRIJZEN

Brandstofprijzen spelen ook een belangrijke rol bij het bepalen van voedselprijzen, niet alleen omdat de (kosten van de) benodigdheden voor landbouwproductie en transportkosten zullen stijgen, maar omdat de vraag naar veevoer voor bio-energie ook zal toenemen. Geschat wordt dat de wereldwijde vraag naar energie tussen 2006 en 2030 met 45% zou kunnen toenemen,86 met ernstige gevolgen voor de olieprijzen. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) schat dat olieprijzen tussen nu en 2020 kunnen

3. WAT

VERO

OR

ZA

AK

T VO

EDSELPR

IJSVOLA

DILIT

EIT?

Page 23: A high price to pay

13

verdubbelen.87 Gezien het feit dat zo veel agrarische benodigdheden (zoals mest en landbouwwerktuigen) gerelateerd zijn aan de prijs van brandstof, zal deze toename voedselleveranciers voor een ongekende uitdaging plaatsen om voedsel te produceren zonder de prijzen daarvan drastisch te verhogen.

Bovendien, nu voedselcommodities in toenemende mate als brandstof worden gebruikt (in de vorm van ethanol en biodiesel), wordt de olieprijsvolatiliteit rechtstreeks overgedragen op de voedselprijzen aangezien boeren de mogelijkheid hebben om hun gewassen als biobrandstof, in plaats van als voedsel, te verkopen. De OESO suggereert dat een wijziging van 10% in de olieprijs resulteert in een wijziging van 2,3% in de prijs van tarwe en een wijziging van 3,3% in de prijs van maïs en plantaardige oliën.88

EXPORTVERBODEN EN ANDERE BELEIDSREACTIES

Natiestaten die een protectionistisch beleid voeren, vaak daartoe aangezet door een gebrek aan informatie over internationale voorraadniveaus en een gebrekkige coördinatie onder de grote voedselproducerende landen, kunnen plotselinge voedselprijsstijgingen teweegbrengen. Exportbeperkingen en -verboden door grote exporterende landen die bezorgd zijn over hun eigen voedselveiligheid hebben een grote rol gespeeld in de stijgende wereldvoedselprijzen en bijgedragen aan de prijsvolatiliteit, niet alleen door het aanbod te beperken, maar ook door de paniek op markten te vergroten.89

In 2007 heeft een mislukte tarweoogst de Indiase autoriteiten ertoe gebracht om, door exportbeperkingen op te leggen, voldoende hoeveelheden rijst aan te houden ter vervanging van tarwe. Dit veroorzaakte paniek bij de andere rijstexporterende landen, die vervolgens beperkingen oplegden. Dit resulteerde in een dramatische stijging van de prijs van rijst. In de zomer van 2010 stegen de prijzen van tarwe en maïs ook met 50%, een toename die nauw samenhangt met de exportbeperkingen van grote producerende landen.

VALUTA- EN GOEDERENMARKTEN

In een geglobaliseerde wereld kunnen zelfs ogenschijnlijk ongerelateerde trends een impact hebben op voedselprijzen. Valutawaarderingen spelen een rol in het opdrijven van voedselprijzen en, in het bijzonder, in het bijdragen aan hun volatiliteit.

De OESO schat dat een daling van 10% van de waarde van de Amerikaanse dollar meteen zou resulteren in een stijging van 5% van de prijs van landbouwcommodities. Volgens sommige deskundigen hebben waardedalingen van de Amerikaanse dollar in de periode 2002-2008 tussen 10% en 30% aan price spikes bijgedragen.90 Inflatie wordt ook gezien als een essentiële factor die heeft bijgedragen aan de stijging van 174% van de prijs van maïs in Malawi tussen juli 2011 en juli 2012.91

Er is veel discussie geweest over de gevolgen van goederentermijnmarkten (waar financiële instellingen inzetten op toekomstige wijzigingen in voedselprijzen om daar winst op proberen te maken). Velen beweren dat de toenemende omvang van speculatie op deze markten aan recente voedselprijsstijgingen heeft bijgedragen en, in het bijzonder, aan een toename van de volatiliteit.

Men meende dat lage rentepercentages en het ineenstorten van de Amerikaanse woningmarkt in 2008 investeerders en staatsfondsen ertoe had gebracht om hun vrij beschikbare middelen in landbouwcommodities te investeren, wat resulteerde in een enorme toename in speculatieve handelsactiviteiten. Commentatoren en beleidsmakers zien dit met toenemende zorg aan. Om het risico te verkleinen dat door problemen op andere markten was veroorzaakt, kochten investeerders contracten die hen in staat stelden om in de toekomst goederen, waaronder begrepen voedsel, tegen een overeengekomen prijs af te nemen.92

Medewerkers van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw nemen de prijs van deze ‘termijncontracten’ als uitgangspunt voor het vaststellen van spotprijzen, op grond van het feit dat men ervan uitgaat dat deze contracten verborgen mondiale marktinformatie bevatten. Vanuit het oogpunt van voedselprijsvolatiliteit is dit alleen problematisch als investeerders hun handelsactiviteiten niet louter baseren op nieuws omtrent vraag en aanbod, aangezien marktsignalen worden vertekend door de rol van financiering op goederenmarkten.93

Hoewel het bewijs niet doorslaggevend is, suggereren veel betrouwbare deskundigen dat de signalen die deze investeringen aan markten afgeven tot hamstergedrag zullen leiden wanneer de vraag het grootst is, wat het aanbod zal verminderen en de prijzen verder zal opdrijven.94 Deskundigen hebben een nauwe samenhang geconstateerd tussen de

3. WAT

VERO

OR

ZA

AK

T VO

EDSELPR

IJSVOLA

DILIT

EIT?

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

Page 24: A high price to pay

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

14

grotere hoeveelheden geld die in de termijnmarkten worden gepompt en grondstofprijsstijgingen.95 Enkelen van hen hebben geconcludeerd dat termijnmarkten in de periode 2006-2008 een rol van betekenis speelden door trends die de prijzen al opdreven te versterken.96 Econometrische modellen gericht op het verklaren van wijzigingen in voedselprijzen hebben uitgewezen dat zij dit alleen nauwkeurig konden bereiken door trends in speculatieve handelsactiviteiten te beschouwen.97 Deze bewezen modellen hebben inderdaad voorspeld dat speculatie op termijnmarkten de toekomstige gevolgen van schokken, zoals de droogte in de VS in 2012, zal verergeren.98

BIOBRANDSTOFMANDATEN

De vraag naar biobrandstoffen is de afgelopen tien jaar snel toegenomen en de biobrandstofmandaten van de EU en VS hebben aan deze toenemende en inelastische vraag bijgedragen. Tussen 2007 en 2009 is 20% van het suikerriet, 9% van de plantaardige oliën en ruwe granen en 7% van alle suikerbieten rechtstreeks benut voor de productie van biobrandstoffen.99 Het gebruik van granen voor de productie van biobrandstoffen is met ruim 100% toegenomen, wat 60% van de algehele stijging van het gebruik van granen verklaart.100 De OESO-FAO heeft gesuggereerd dat de mondiale productie van bio-ethanol en biodiesel zal blijven toenemen, waarbij biobrandstoffen tegen het jaar 2021 maar liefst 34% van het suikerriet, 16% van de plantaardige oliën en 14% van de ruwe granen zal verbruiken.

Er is veel bewijs dat aantoont dat biobrandstofmandaten de wereldvoedselprijzen op de lange termijn zullen opdrijven. Verschillende onderzoekers hebben economische modellen van de wereldeconomie (zogenaamde algemene evenwichtsmodellen) gebruikt om een schatting te maken van de impact van de vraag naar biobrandstof op de mondiale prijzen van een aantal voedselcommodities. Deze modellen schatten de impact van de toegenomen vraag naar biobrandstofgewassen, en tonen over het algemeen aan dat er op de lange termijn aanzienlijke stijgingen zullen worden geconstateerd.

Dergelijke econometrische modellen tonen het effect van mandaten op het opdrijven van voedselprijzen, en niet op de prijsvolatiliteit. Dit veronderstelt dat markten over voldoende tijd en middelen zullen beschikken om zich aan een nieuw evenwicht aan

te passen, waarbij de wereldvoedselprijzen zich op een hoger niveau zullen bevinden dan voorheen. Verschillende partijen zijn het er echter steeds meer over eens dat de snelle toename van de vraag naar biobrandstoffen de voedselprijzen ook meer flucturerend maakt.101 Het bewijs suggereert dat biobrandstoffen de wereldvoedselprijzen op drie verschillende manieren beïnvloeden:

1. Door de verhoudingen tussen voorraad en verbruik naar beneden bij te stellen, verminderen biobrandstoffen het vermogen van de markt om te reageren op vraag- of aanbodschokken. De snelle toename van de vraag naar biobrandstof in de afgelopen jaren zal waarschijnlijk hebben geleid tot het uitputten van voorraden, vooral omdat mandaten een vraag creëren die niet reageert op wijzigingen in grondstofprijzen. Toen de voorraden in 2007 zo goed als waren uitgeput, bleef de vraag naar veevoer uit biobrandstof groeien, wat leidde tot een situatie waarin het voedselsysteem zich niet kon aanpassen aan de toenemende vraag zonder een drastische price spike.102

2. Biobrandstoffen versterken de verbanden tussen olie- en voedselprijzen,103 aangezien hoge olieprijzen de vraag naar de grondstoffen die gebruikt worden in de productie van biobrandstoffen (suiker, maïs, plantaardige oliën) kan doen toenemen.104 Door landbouwcommodities uitwisselbaar te maken met aardolieproducten hebben biobrandstoffen de invloed van prijzen van de energiemarkten op de voedselmarkten mogelijk gemaakt. Een hoge olieprijs zet consumenten ertoe om op biobrandstoffen over te stappen (als alternatief).105

3. Het is waarschijnlijk dat het herbestemmen van landbouwcommodities (waaronder begrepen land en andere agrarische benodigdheden) van het produceren van voedsel naar het produceren van brandstof de strijd om de middelen aanzienlijk zal aanwakkeren. Dit zal op de lange termijn van invloed zijn op de voedselprijzen.

Het Future of Food and Farming rapport van de Britse overheid heeft uitgewezen dat “veranderingen die het herbestemmen van landbouwgrond voor de productie van biobrandstoffen stimuleerden” een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan recente price spikes,106 terwijl de EU erkent dat zijn mandaat tegen het jaar 2020 de prijzen van graan met 3–6% en de prijzen van raapzaad met 8–10% zal opdrijven.107

3. WAT

VERO

OR

ZA

AK

T VO

EDSELPR

IJSVOLA

DILIT

EIT?

Page 25: A high price to pay

15

Terwijl sommige analytici beweren dat de impact van het opschorten van mandaten op de voedselprijzen lager zal zijn dan wat men verwacht, heeft de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) de VS opgeroepen om, met het oog op de voedselprijsstijgingen, zijn biobrandstofmandaten op te schorten.108, 109

Op gelijke wijze heeft de algemeen directeur van de Amerikaanse graanproducent Cargill betoogd dat inflexibele mandaten, subsidies en tarieven de voedselprijzen opdrijven en fungeren als een barrière voor het voeden van 9 miljard mensen.110 Op gelijke wijze heeft de algemeen directeur van voedselbewerker en -verpakker Tetra Pak gezegd dat men dringend actie dient te ondernemen op biobrandstoffen en andere aanjagers van voedselprijsvolatiliteit.111

3. WAT

VERO

OR

ZA

AK

T VO

EDSELPR

IJSVOLA

DILIT

EIT?

Page 26: A high price to pay

16 16

Save the Children heeft landen en donoren al opgeroepen om dringend plannen voor het opschalen van voedingsinterventies te implementeren om ondervoeding direct aan te pakken, doelstellingen voor het tegengaan van geremde lichamelijke groei vast te stellen om ervoor te zorgen dat zij rekenschap afleggen over hun betrokkenheid bij het verminderen van ondervoeding en om te investeren in voedingsgevoelige landbouw en sociale beschermingssystemen.

Hoge en flucturerende voedselprijzen vormen echter een wezenlijke bedreiging voor de inspanningen om ondervoeding aan te pakken en, derhalve, om vooruitgang te boeken in het bereiken van Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen 1, 4 en 5 (waarmee het volgende wordt nagestreefd: extreme armoede en honger uit te roeien; kindersterfte met twee derde te verminderen en moedersterfte met een derde te verminderen). Verschillende landen en groepen mensen worden op verschillende manieren door voedselprijzen getroffen, en daarom dienen dergelijke reacties op deze trends flexibel genoeg te zijn om oplossingen aan te kunnen dragen die toegesneden zijn op landelijk en regionaal niveau. Echter, op internationaal niveau zouden discrete beleidsaanbevelingen kunnen dienen om de armste mensen te beschermen tegen de verschrikkelijke gevolgen die van voedselprijsvolatiliteit uitgaan.

HET BESCHERMEN VAN DE ALLERARMSTE

Het is maar al te vaak voorgekomen dat de reactie

van landen op voedselprijsstijgingen en volatiliteit de internationale markten nerveus maakten en paniek veroorzaakten. Dit leidt tot exportbeperkingen en een afname van het aanbod, wat – wanneer de reserves eenmaal zijn uitgeput – betekent dat de prijzen wereldwijd drastisch zijn stijgen. De overhedeninbelangrijkeexporterendelandendienenviahetAgriculturalMarketInformation System van de G20 informatie tecoördinerenendelenomheftigebeleidsreactiesdievolatiliteitverergerente voorkomen.

De beschikbaarheid van voorraden is cruciaal voor de markt om te kunnen reageren op een forse toename van de vraag. Sommige landen zijn afhankelijk van een combinatie van voedselreserves, import- of exportmonopolies en lokale inkoop teneinde prijzen te stabiliseren. Mali en Ethiopië hebben met succes strategische voedselreserves ingevoerd. Bijvoorbeeld, Mali’s Programme de Restructuration du Marché Céréalier,112 heeft in de periode 2004-2005 met succes de gevolgen van een droogte weten af te zwakken die buurland Niger wel zwaar hebben getroffen. Echter, deze buffervoorraden zijn misschien geen optie voor lage-inkomenslanden aangezien een opslaginfrastructuur en voedselvoorraden op zich al kostbaar zijn, en aangezien zij minder doeltreffend kunnen zijn ten overstaan van regionale of mondiale prijsschokken. Op de lange termijn dienen donoren te investeren in regionaal aangehoudenvoorradenvoorgebiedendie geen voorraden of toegang tot de wereldmarktenhebben.113

4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Naast het snel opschalen van de betrokkenheid bij voeding dienen de overheden van ‘high-burden’ landen rekening te houden met de impact van hoge en flucturerende voedselprijzen in strategieën voor het tegengaan van ondervoeding. Zij dienen te investeren in sociale bescherming en voedselvoorraden. De overheden in de belangrijke exporterende landen dienen onderling te coördineren om beleid te voorkomen waardoor de volatiliteit zou toenemen

4. CO

NC

LUSIES EN

AA

NBEV

ELING

ENA

HIG

H P

RIC

E TO

PAY

Page 27: A high price to pay

17

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

17

Omdat het onwaarschijnlijk is dat de verschillende factoren die voedselprijsvolatiliteit aanjagen zullen wijzigen, zal men ook in de toekomst niet aan volatiliteit kunnen ontkomen. Overheden dienensocialebeschermingsprogramma’steimplementerenenopschalenomdiegenendiehetmeestkwetsbaarzijnteondersteunen.

De beleidsreactie van Brazilië op de 2008 voedselcrisis was in fiscaal opzicht erg kostbaar en zorgde ervoor dat internationale prijzen hun weerslag kregen op de binnenlandse prijzen. Echter, de overheid beschermde diegenen die het meest kwetsbaar waren door middel van zijn sociaal vangnet programma (Bolsa Familia) en voorzag producenten van nieuw krediet middels zijn ‘More Food’ programma. Dit programma gaf producenten de gelegenheid om de productie op te voeren en om van de stijgende wereldprijzen te profiteren.114

Uitbetalingen in contanten dienen toereikend te zijn voor een voedzaam dieet. Echter, veel landen die het meest kwetsbaar zijn voor voedselprijsschokken beschikken niet over de fiscale ruimte om dergelijk beleid te implementeren. Met financieringsinstrumenten voor lage-inkomenslanden, zoals de instrumenten die thans door het Internationaal Monetair Fonds worden overwogen als dekking van de risico’s van voedselprijsschommelingen, zou men veel kunnen bereiken ten aanzien van het verstrekken van de nodige middelen om sociale beschermingssystemen en andere levensreddende beleidsmaatregelen in lage-inkomenslanden te financieren.115 Donoren en internationale instellingendienenmechanismenteoverwegendiesocialebeschermingenanderlevensreddendbeleidgaranderenvoordelandendienietdefiscaleruimtehebbenomzeteimplementeren.

HET AAN DE ORDE STELLEN VAN DE AANJAGERS

Hoewel landbouwmarkten naar hun aard flucturerend zijn, kunnen beleidsreacties van overheden een belangrijke rol spelen in het temperen van de gevolgen en in het voorkomen dat hevige opwaartse bewegingen in de voedselprijzen veranderen in grootschalige voedselcrises.

De implementatie door de G20 van het Agricultural Market Information System en zijn verwante Rapid Response Forum biedt een zeer belangrijk mechanisme voor grote voedselproducerende

staten om informatie met elkaar te delen en om beleidsreacties af te stemmen op een manier die volatiliteit beheersbaar maakt, in plaats van verergert. Informatie over voorraadniveaus op nationale en international niveaus zal waarschijnlijk een belangrijke rol zal spelen in het bevorderen dat overheden en andere belanghebbenden over de capaciteiten beschikken om markten ten tijde van crises tot rust te brengen.

Men is het er steeds meer over eens dat de toenemende vraag naar biobrandstoffen een van de voornaamste aanjagers is van hoge en flucturerende voedselprijzen. Hoewel overheden rekening dienen te houden met de impact van biobrandstofmandaten, wijst de kans op een aanhoudende vraag op een dringende behoefte om nieuwe manieren te overwegen om ervoor te zorgen dat de productie van biobrandstoffen kan plaatsvinden op een manier die voorraden niet uitput, en waardoor volatiliteit niet verergert.

AANBEVELINGEN

Wij roepen de overheden van ontwikkelingslanden op om:• te investeren in regionaal aangehouden voorraden

voor gebieden die geen eigen voorraden of toegang tot de wereldmarkten hebben

• sociale overdrachtprogramma’s te versterken als essentiële beleidsinstrumenten teneinde honger en ondervoeding tegen te gaan.

Wij roepen deG20-regeringen op om:• het Agricultural Market Information System en het

Rapid Response Forum te gebruiken om ervoor te zorgen dat voedselproducenten reageren met beleid dat volatiliteit beheersbaar maakt, in plaats van verergert. Landen dienen zich te verplichten aan het voorkomen van exportbeperkingen en verboden of andere middelen die het aanbod van basisconsumptiegoederen op de internationale markten beperken en die de mondiale voedselprijsvolatiliteit doen toenemen.

• meerjarenfinanciering op te schalen ter ondersteuning van het opzetten van sociale overdrachtprogramma’s

• mechanismen na te streven die de impact van de vraag naar biobrandstoffen op voedselprijzen minimaliseert, met name tijdens price spikes.

Wij roepen de EU op om:• een van de onderliggende aanjagers van volatiliteit

en langetermijnprijsstijgingen aan de orde te

4. CO

NC

LUSIES EN

AA

NBEV

ELING

EN

Page 28: A high price to pay

18

stellen door het mandaat van de Richtlijn hernieuwbare energie te laten vallen dat voorschrijft dat tegen het jaar 2020 10% van alle EU brandstoffen van hernieuwbare bronnen afkomstig dienen te zijn

• de duurzaamheidscriteria van zowel de EG-richtlijn hernieuwbare energie als de Richtlijn brandstofkwaliteit opnieuw te bezien teneinde de impact op voedselveiligheid en voeding hierin te laten meewegen.

4. CO

NC

LUSIES EN

AA

NBEV

ELING

ENA

HIG

H P

RIC

E TO

PAY

Page 29: A high price to pay

19

STOF TOT NADENKENFood and Agriculture Organization (2012) Food Price Index. See http://www.fao.org/worldfoodsituation/wfs-home/foodpricesindex/en/

Data presented here are averages across 11 countries. Source: Azzarri, C et al (2008) The Impact of Rising Food Prices on the Poor (Table 1). ESA Working Paper 08-07. Rome: Food and Agriculture Organization

The pictured example is from South Africa. Source: Martins, J (2005) ‘The household food budget of the wealthy and the poor in South Africa’, Journal of Family Ecology and Consumer Sciences Vol. 33

Data compiled by Earth Policy Institute with data for from F O Licht, World Ethanol and Biofuels Report, vol. 6(4); vol. 7(18) and vol. 8(16)

Organisation for Economic Cooperation and Development (2008), Rising Food Prices: Causes and consequences, Paris: OECD Working Document; with further calculations by Save the Children

Aksoy, M and Ng F (2008) Who are the Net Food Importing Countries? Policy Research Working Paper 4457, Washington: The World Bank

Calculations by Save the Children. Nutrition data are from Save the Children’s The Child Development Index 2012. Exposure data are from S Wiggins, S Keats (2011) Countries vulnerable to a price spike in 2011, London: Overseas Development Institute.

US Department for Agriculture (2011) World Agricultural Supply and Demand Estimates and Production, Supply and Distribution database.

Adapted from Bouis, H, Eozenou, P and Rahman, A, ‘Food prices, dietary quality and nutritional status’, Harvest Plus

MANAGEMENTSAMENVATTING1 World Bank (2012) ‘Food Prices, Nutrition, and the Millennium Development Goals’, Global Monitoring Report 2012

2 Save the Children (2011) Costing Lives

3 World Bank, Food Price Watch, August 2012

4 Keats, Wiggins, Compton and Marcella (http://www.odi.org.uk/resources/docs/6240.pdf)

FAO, IFAD, IMF, OECD, UNCTAD, WFP, the World Bank, the WTO, IFPRI and the UN-HLTF (2011) Price Volatility in Food and Agricultural Markets: Policy Responses, Rome: Food and Agriculture Organization of the United Nations.

5 Foresight, The Future of Food and Farming (2011) Final Project Report, London: The Government Office for Science

6 In recent months the World Bank and the UN’s Food and Agriculture Organization (FAO) has expressed grave concern about the effect of biofuel mandates on food prices. Both the UK government and the EU have accepted that biofuel mandates have made substantial contributions to recent food price increases and are likely to continue to raise global food prices. The CEO of US grain producer Cargill has argued that these mandates are acting as a barrier to feeding 9 billion people.

7 Washington Post, 2 August 2012, How to Ensure the World’s Food Supply http://www.washingtonpost.com/opinions/how-to-ensure-the-worlds-food-supply/2012/08/02/gJQANPGQSX_story.html

1 HOGE EN FLUCTURERENDE VOEDSELPRIJZEN-DE NIEUWE NORM?8 J Ghosh et al (2011) Speculation on Commodities Futures Markets and Destabilization of Global Food Prices: Exploring the connections, Political Economy Research Institute Working Paper 269, Amherst: University of Massachusetts

9 Le Monde, 27 August 2012, Les prix agricoles vont rester élevés et volatils

10 World Bank (2012) Food Price Watch, August 2012

11 T Benson et al (2008) Global Food Crisis: Monitoring and Assessing Impact to Inform Policy Responses, Washington DC: International Food Policy Research Institute (IFPRI) Food Policy Report

12 Overseas Development Institute (2010) Impact of the global food crisis on the poor: what is the evidence?, London: ODI

13 S Keats et al (2010) Food price transmission: rising international cereals prices and domestic markets, London: ODI

14 FAO, IFAD, IMF, OECD, UNCTAD, WFP, the World Bank, the WTO, IFPRI and the UN-HLTF (2011) Price Volatility in Food and Agricultural Markets: Policy Responses, Rome: Food and Agriculture Organization of the United Nations

Keats, Wiggins, Compton and Marcella (http://www.odi.org.uk/resources/docs/6240.pdf)

15 G Cudjoe et al (2010). ‘Local impacts of a global crisis: Food price transmission, consumer welfare and poverty in Ghana’, Food Policy 39(4):294

16 E Ianchovichina et al (2012) How Vulnerable are Arab Countries to Global Food Price Shocks? World Bank Policy Research Paper 6018. Washington: The World Bank

17 N Minot (2011) Transmission of World Food Price Changes to Markets in Sub-Saharan Africa, Washington DC: IFPRI

18 World Bank (2012) Global Price Trends, accessed at: http://siteresources.worldbank.org/EXTPOVERTY/Resources/336991-1311966520397/Food-Price-Watch-April-2012.htm

19 Overseas Development Institute (2010) Impact of the global food crisis on the poor: what is the evidence?

20 World Bank (2012) Food Price Watch, accessed at: http://siteresources.worldbank.org/EXTPOVERTY/Resources/336991-1311966520397/Food-Price-Watch-April-2012.htm

21 E Ianchovichina et al (2012) How Vulnerable are Arab Countries to Food Price Shocks? World Bank Policy Research Working Paper 6018, Washington DC: World Bank

22 Save the Children (2011) Costing lives

23 M Aksoy and F Ng (2008) Who are the Net Food Importing Countries? World Bank Policy Research Working Paper 4457

24 African Development Bank (2011) ‘The Impact of the 2010–11 Surge in Food Prices on African Countries in Fragile Situations’, Africa Economic Brief Vol 2(4)

25 Food and Agriculture Organization (2003) Food Import Bills: Experiences, factors underpinning changes and policy implications for food security of least developed and net food-importing developing countries, Rome: Food and Agriculture Organization

AFSLUITENDE NOTITIES

1

3

9

2

5

6

7

8

4

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

Page 30: A high price to pay

A H

IGH

PR

ICE

TO P

AY

20

26 World Bank (2012) Global Monitoring Report 2012

27 Ibid

28 Organisation for Economic Cooperation and Development (2008), Rising Food Prices: Causes and Consequences. Paris: OECD Working Document.

29 World Bank Food Price Watch, August 2012

30 Institute of Development Studies/ACF/Save the Children, forthcoming research

31 S Horton et al (2010) Scaling Up Nutrition: What Will It Cost?, Washington DC: World Bank

32 Countries are considered “exposed” if cereals make up at least 60% of consumed staples, more than 25% of cereals are imported (over 40% imports makes a country ‘highly exposed’), and at least 15% of the population is classified as ‘hungry’. Highly exposed countries: Eritrea, Timor-Leste, Yemen, Somalia, Djibouti, Comoros, Guinea, Sri Lanka, Liberia, Haiti, Guinea-Bissau, Gambia, Tajikistan, Senegal, Afghanistan and DPR Korea. Exposed countries: Sierra Leone, Sudan, Togo, Guinea, Mozambique, Kenya. Source: S Wiggins, S Keats (2011). Countries vulnerable to a price spike in 2011. London: Overseas Development Institute.

33 W Martin and K Anderson (2010) Export Restriction and Price Regulation during commodity booms, World Bank Policy Research Working Paper 5645

34 World Bank, Food Price Watch, February 2011

G Welton (2011). The Impact of Russia’s 2010 Grain Export Ban. Oxford: Oxfam Research Reports

35 T Benson et al (2008) Global Food Crisis: Monitoring and Assessing Impact to Inform Policy Responses, IFPRI Food Policy Report, Washington DC, IFPRI

36 Organisation for Economic Co-operation and Development (2010) Ensuring Fragile States Are Not Left Behind – Summary Report, Paris: OECD

2 ARMSTE HUISHOUDENS HET ZWAARST GETROFFEN37 GMR 2012

38 A Banerjee and E Duflo (2007) ‘The Economic Lives of the Poor’, The Journal of Economic Perspectives Vol 2(1)

39 FAO (2008) The State of Food Insecurity in the World 2008

40 ODI (2010) Impact of the global food crisis on the poor: what is the evidence?

41 Save the Children (2012) Multi-Country Nutrition Poll 2011: Topline Report

42 UNICEF (2008) Mauritania Humanitarian Action Report.

43 ODI (2010) Impact of the global food crisis on the poor: what is the evidence?

44 Sulaiman et al (2009) Impact of the Food Price Hike on Nutritional Status of Women and Children

45 ODI (2010) Impact of the global food crisis on the poor: what is the evidence?

46 T Fouéré et al (2000) ‘Dietary changes in African urban households in response to currency devaluation: foreseeable risks for health and nutrition’, Public Health Nutrition, 3: 293–301.

47 For more information see: Save the Children (2009) Cost of Diet

48 Save the Children (2012) Tackling Food Insecurity as an underlying cause of malnutrition. A summary of studies on food security, livelihood and nutrition in Muzaffargarh, Punjab, Pakistan.

Save the Children (2010) Cost of Diet assessment Daura LGA, Katsina State, Nigeria

Save the Children (2011) A cost of diet analysis in a northern highland district of Rwanda

Save the Children (2012) A Cost of the Diet analysis in Turkana district of Kenya (Central Pastoral livelihood zone)

Save the Children (2012) A Cost of the Diet analysis in Turkana district of

Kenya (Kerio agropastoral livelihood zone)

49 M Jensen M (2008) The Impact of the World Food Price Crisis on Nutrition in China

50 J Gibson and B Kim (2011) Quality, Quantity, and Nutritional Impacts of Rice Price Changes in Vietnam, Unpublished manuscript, University of Waikato

51 S De Pee et al (2000) ‘Indonesia’s crisis causes considerable weight loss among mothers and adolescents’, The Journal of Nutrition Vol 6

52 Taken from Harvest Plus presentation (2011) Accessed at: http://www.slideshare.net/agnutrhealth/18-rising-food-prices-v2

53 A Thorne-Lyman et al (2010) ‘Household dietary diversity and food expenditures are closely linked in rural Bangladesh, increasing the risk of malnutrition due to the financial crisis’, Journal of Nutrition Vol. 140 (1)

54 Save the Children (2009) How the Global Food Crisis is Hurting Children: The Impact of the Food Price Hike on a Rural Community in Northern Bangladesh

55 H E Bouis et al (2011) ‘Food prices, household income, and resource allocation: socioeconomic perspectives on their effects on dietary quality and nutritional status’, Food Nutrition Bulletin Vol. 32

56 World Bank (2012) Global Monitoring Report

57 Save the Children (2012) A Chance to Grow.

58 S Dercon and L Christiaensen (2011) ‘Consumption risk, technology adoption and poverty traps: evidence from Ethiopia’, Journal of Development Economics (in press)

59 FAO (2011) The State of Food Insecurity in the World

60 FAO et al (2011) Price Volatility in Food and Agricultural Markets: Policy Responses

61 FAO (2011) The State of Food Insecurity in the World

62 Save the Children (2009) How the Global Food Crisis is Hurting Children. The Impact of the Food Price Hike on a Rural Community in Northern Bangladesh

63 IFPRI (2010). Reflections on the Global Food Crisis: How did it happen and how can we prevent the next one?

64 Ibid

65 FAO (2008) Growing Demand on Agriculture and Rising Prices of Commodities: An Opportunity for Smallholders in Low-income, Agricultural-based Countries? Paper prepared for the 31st session of the International Fund for Agricultural Development (IFAD)’s Governing Council, Rome, 2008

66 P Warr (2008) ‘World food prices and poverty incidence in a food exporting country: a multi-household general equilibrium analysis for Thailand’. Agricultural Economics 39 (1): 525-537

67 M Ivanic and W Martin (2008) Implications of Higher Global Food Prices for Poverty in Low-Income Countries, World Bank Policy Research Working Paper 4594

68 UNICEF (2012) State of the World’s Children 2012

69 A Zezza et al (2008) The Impact of rising food prices on the poor, ESA Working Paper No. 08-07, The Food and Agriculture Organization of the UN

70 M T Ruel et al (2009) ‘The Food, Fuel, and Financial Crises Affect the Urban and Rural Poor Disproportionately: A Review of the Evidence’, The Journal of Nutrition Vol. 140(1)

71 Asian Development Bank (2008) Food Prices and Inflation in Developing Asia: Is Poverty Reduction Coming to an End?

72 C Azzarri et al (2008) The Impact of rising food prices on the poor. ESA Working Paper No. 08-07.

73 Overseas Development Institute (2010) Impact of the global food crisis on the poor: what is the evidence?, London: ODI

Page 31: A high price to pay

CH

APT

ER T

ITLE

21

3. WAT VEROORZAAKT VOEDSELPRIJSVOLADILITEIT?74 S Tangermann (2011) Policy Solutions to Agricultural Market Volatility, Geneva: International Centre for Trade and Sustainable Development

75 B Wright (2010) Recent Agricultural Price Volatility and the Role of Grain Stocks. International Food & Agricultural Trade Policy Council Policy Brief, May 2010

76 Ibid

77 Keats, S. and S. Wiggins (2012) “Grain Stocks and Price Spikes” Grain Reserves and the Food Price Crisis: Selected writings from 2008–2012. Institute for Agriculture and Trade Policy

78 AMIS (2011) Enhancing Market Transparency

79 OECD-FAO 2012, Agricultural Outlook, 2012–2021

80 Foresight, The Future of Food and Farming (2011) Final Project Report, London: The Government Office for Science

81 Ibid

82 Nelson et al (2009) Climate Change: Impacts on Agriculture and the Costs of Adaptation, IFPRI Food Policy Report, Washington: IFPRI

83 R Trostle et al (2011) Why Have Food Commodity Prices Risen Again? Washington DC: United States Department of Agriculture

84 S Tangermann (2011) Policy Solutions to Agricultural Market Volatility, Geneva: International Centre for Trade and Sustainable Development

85 Oxfam Canada (2012, Media Advisory, August 2012

86 Foresight, The Future of Food and Farming (2011) Final Project Report, London: The Government Office for Science

87 J Benes et al (2012) The Future or Oil: Geology versus technology, IMF working paper 12/109, Washington DC: International Monetary Fund

88 OECD-FAO (2008) OECD-FAO Agricultural Outlook 2008–2017, Paris: OECD

89 D Jones and A Kwiecinski (2010) Policy Responses in Emerging Economies to International Agricultural Commodity Price Surges, OECD Food, Agriculture and Fisheries Working Papers. No 34. Paris: OECD.

90 D Headey and S Fan (2008) ‘Anatomy of a Crisis: The causes and consequences of Surging Food Prices’, Agricultural Economics, Vol. 39, pp 375–391; D Mitchell (2008) A Note on Rising Food Prices, Policy Research Working Paper, 17 July 2008, Washington DC: The World Bank

91 FPW August 2012

92 J Baffes and T Haniotis (2010) Placing the 2006/8 Commodity Price Boom in Perspective, Policy Research Working Paper 5371, Washington DC: World Bank

93 M Lagi et al (2012) Economics of Food Prices and Crises, Cambridge MA: New England Complex Systems Institute

94 S H Irwin and D R Sanders (2010) The Impact of Index and Swap Funds on Commodity Futures Markets: Preliminary Results, OECD Food, Agriculture and Fisheries Working Papers No. 27, Paris: OECD

95 J Ghosh et al (2011) Speculation on Commodities Futures Markets and Destabilization of Global Food Prices: Exploring the connections, Political Economy Research Institute Working Paper 269, Amherst: University of Massachusetts

96 M W Masters (2008) Testimony before the Committee on Homeland Security and Government Affairs, US Senate, 20 May 2008; J Baffes and T Haniotis (2010) Placing the 2006/08 Commodity Price Boom Into Perspective, Development Prospects Group, The World Bank, Policy Research Working Paper No. 5371, Washington DC: The World Bank

97 M Lagi et al (2011) The Food Crises: A quantitative model of food prices including speculators and ethanol conversion, Cambridge MA: New England

Complex Systems Institute

98 http://necsi.edu/research/social/foodprices/updatejuly2012/food_prices_july_2012.pdf

99 OECD-FAO (2010) OECD-FAO Agricultural Outlook, 2010–2019. Paris, OECD

100 OECD-FAO (2008) OECD-FAO Agricultural Outlook 2008–2017, Paris: OECD

101 See OECD-FAO 2006. OECD-FAO Agricultural Outlook 2006–2015. OECD, Paris. OECD 2008. Biofuels Support Policies – An Economic Assessment, OECD, Paris; HMG (2010) Agricultural price spikes 2007/08: Causes and policy implications, London: Defra; B Babcock (2011) The Impact of US Biofuels Policies of Agricultural Price Levels and Volatility, Geneva: ICTSD; D Laborde (2011) Domestic Policies in a Globalised World: What you Do is What I Get. Consequences of biofuel mandates for global price stability; B Wright (2011) ‘Addressing the biofuels problem: food security options for agricultural feedstocks’ in A Prakesh, Safeguarding food security in volatile global markets, Rome: FAO

102 S Tangermann (2011) Policy Solutions to Agricultural Market Volatility: A Synthesis, IFPRI Issue Paper No. 33

103 L Kristoufek et al (2012) University of California Centre for Environment and Economics Working Paper 030

104 FAO, IFAD, IMF, OECD, UNCTAD, WFP, the World Bank, the WTO, IFPRI and the UN-HLTF (2011) Price Volatility in Food and Agricultural Markets: Policy Responses, Rome: Food and Agriculture Organization of the United Nations

105 T Serra (2012) Biofuel-related price volatility literature: a review and new approaches, Centre de Recerca en Economia i Desenvolupament Agroalimentaris

106 Foresight, The Future of Food and Farming (2011) Final Project Report, London: The Government Office for Science

107 M Fischer Boel, European Commissioner for Agriculture and Rural Development, 13 March 2008 Biofuels: not a magic wand, but a valuable policy tool. Speech to the 2008 World Biofuels Markets Congress, http://bit.ly/MTPDdZ

108 Financial Times, 2012, ‘UN Urges US To Cut Ethanol Production’, 9 August 2012. Available at http://www.ft.com/cms/s/0/8808b144-e240-11e1-8e9d-00144feab49a.html#axzz238FIT1TY

109 G Meyer (2012) US Drought Threatens Food Price Surge, Financial Times, 10 August 2012.

110 Washington Post, 2 August 2012, ‘How to Ensure the World’s Food Supply’ http://www.washingtonpost.com/opinions/how-to-ensure-the-worlds-food-supply/2012/08/02/gJQANPGQSX_story.html

111 http://www.huffingtonpost.com/michael-zacka/we-must-win-the-real-worl_b_1845019.html

4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN112 Presidence de la Republique de Mali, Comissariat a la Securite Alimentaire, available at: http://www.csa-mali.org/sor/prmc.htm

113 C Gilbert (2011) International Agreements for Commodity Price Stabilisation: An Assessment, Paris: OECD, Paris

114 D Jones and A Kwiecinski (2010) Policy Responses in Emerging Economies to International Agricultural Commodity Price Surge, OECD Food, Agriculture and Fisheries Working Papers No 34, Paris: OECD

115 FAO, IFAD, IMF, OECD, UNCTAD, WFP, the World Bank, the World Trade Organization, IFPRI and the UN HLTF, Price Volatility in Food and Agricultural Markets: Policy Responses, 2 June 2011

Page 32: A high price to pay

22

Wij bereiken een nieuwe norm van hoge en flucturerende mondiale voedselprijzen. Stijgende prijzen plaatsen voedzame voedingsmiddelen buiten het bereik van arme gezinnen en dreigen het probleem van ondervoeding te verergeren.

De aanjagers van hoge en flucturerende voedselprijzen zijn talrijk en complex – van klimaatverandering, hoge olieprijzen en een toenemende vraag naar biobrandstoffen, tot exportverboden van voedsel, valutawaarderingen en speculatie op goederenmarkten.

Een zeer hoge tol pleit voor het snel, wereldwijd opschalen van commitment om de voedingseffecten van deze trends aan te pakken en temperen. Het doet een reeks aanbevelingen om de impact van hoge en flucturerende voedselprijzen op arme gezinnen aan te pakken.

In het bijzonder roept dit rapport de overheden van landen die hoge ondervoedingscijfers melden op om te investeren in sociale bescherming en om voedselvoorraden op te bouwen. Het dringt er bij de EU op aan om zijn biobrandstofmandaat te laten vallen – een essentiële factor in het opdrijven van voedselprijzen. En het roept de overheden in voedselexporterende landen op om met elkaar te coördineren om beleid te voorkomen dat voedselprijsvolatiliteit doet toenemen.

CO

VER

PHO

TO: H

ILDR

EN

A HIGH PRICE TO PAYDe impact van stijgende en flucturerende voedselprijzen op kindervoeding en voedselveiligheid