Bij BTL hebben we kennis en creativiteit in huis, evenals ...
7 miljard mensen,...Ons huis bevalt ons zeer. We hebben een living van 55 m², 4 kamers, een...
Transcript of 7 miljard mensen,...Ons huis bevalt ons zeer. We hebben een living van 55 m², 4 kamers, een...
7 miljard mensen,hoe moet het verder ?
EINDELIJK EEN
MALARIAVACCIN ?
DUURZAME HOUTKAP
IN KAMEROEN
DE NIEUWE MINISTER
STELT ZICH VOOR
Nr 1 / 2012 • TWEEMAANDELIJKS JANUARI-FEBRUARI 2012 • P308613 • AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X
dimensieHET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
JANUARI-FEBRUARI 2012
11 >
Paul Magnette,de nieuwe minister van Ontwikkelingssamenwerking
12/14 >
Bosontginning zonder roofbouw in Kameroen
22/24 >
De vrucht van een titanenwerkVaccin biedt hoop in strijd tegen malaria
4-5 “Leven in de stad is beter dan op het platteland”
6-7 “Hoe de bevolkingsexplosie indijken? Laat vrouwen beslissen!”
8-9 De bevolkingsgroei afremmen: een must
10 Solidariteit met de allerarmsten: een blijvende uitdaging
19-21 Het verborgen leven van de sloppenwijken
25 Globaal partnerschap verwelkomt nieuwe actoren
26-27 Ziet iemand nog de bomen door het bos?
28-29 Groeipijnen
30-31 Puntkomma
32 Verantwoord reizen zonder zorgen met de Belgische Ontwik-kelingssamenwerking
DUBBELE CENTRALE PAGINA >
THEMATISCHE FICHE
Hoe omgaan met de stijgende wereldbevolking?
of per mail aan :[email protected]
Gratis abonnement op :www.dimensie-3.be
2 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
Overzicht
dimensie3Door samenwerking komen we er
Het was een hot item in oktober vorig jaar: de 7 miljardste mens zag het levenslicht. Ondertussen blijft de teller voortrollen. In onze thematische fi che zetten we alles over de bevolkingsgroei op een rijtje. Extra duiding
krijgt u in het interview met bevolkingsexperten Hania Zlotnik en Fred Pearce.
Een fotoreportage van Artsen zonder Grenzen neemt u mee naar het leven in sloppenwijken. Armen blijven het platteland ontvluchten op zoek naar een beter leven in de stad. Maar de sloppenwijken bieden vaak nog meer doffe ellende. Al zijn er ook die het redelijk goed hebben. We brengen getuigenissen van stadsbewoners uit Banjul (Gambie), Kinshasa (DR Congo) en Oostende en Brussel.
Klimaatverandering is zo mogelijk nog hotter. Toch was men in Durban tot niet veel meer in staat dan krachtdadige beslissingen voor zich uit te schuiven. Gelukkig bestaan er initiatieven op een ander niveau. FSC, een label dat zegt garant te staan voor de duurzame exploitatie van tropisch hout, wordt gewaardeerd in Europa. Maar hoe werkt dat nu precies ter plaatse? Een reporter trok naar de Kameroenese wouden.
Over de zin en onzin van ontwikkelingssamenwerking is al veel inkt gevloeid. De hulp helpt, dat is zeker, maar het blijft onvoldoende als het niet coherent is met andere domeinen zoals handel, migratie, klimaat, technologie… De hulpsector zelf maakt ondertussen werk van zijn doeltreffendheid. In Busan bogen experts zich over de vorderingen die men op dat vlak al dan niet maakt. Kwam er meer uit dan paroles? De complexe hulparchitectuur rationaliseren is alleszins een uitdaging van formaat.
En er mag ook goed nieuws zijn. Recent werd een vaccin ontwikkeld tegen malaria, met behulp van België. Maar kan het al gebruikt worden? En is het een oplossing voor de 655.000 mensen die jaarlijks aan malaria sterven? We zochten het voor u uit.
2012 wordt allicht een economisch woelig jaar. Maar solidariteit en samenwerking zullen ons helpen er heelhuids door te komen.
We wensen u een voorspoedig 2012.
DE REDACTIE
Een trein rijdt langzaam door de volgebouwde sloppenwijk Kibera in Nairobi (Kenya). (zie ook p. 21)
© Francesco Zizola
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 3
edit
oria
al
Tweemaandelijks
tijdschrift uitgegeven
door de Directie-Generaal
Ontwikkelingssamenwerking
(DGD)
Redactie:
DGD - DIRECTIE SENSIBILISE-
RINGSPROGRAMMA'S
Karmelietenstraat, 15
B-1000 Brussel
Tel. +32 (0)2 501 48 81
Fax +32 (0)2 501 45 44
E-mail : [email protected]
www.diplomatie.be • www.dg-d.be
Redactiesecretariaat:
Elise Pirsoul, Jean-Michel Corhay,
Chris Simoens, Thomas Hiergens
Layout en productie:
www.mwp.be
De artikels geven niet noodzakelijk het
offi ciële standpunt weer van DGD of
van de Belgische regering. Overname
van de artikels is toegestaan mits
bronvermelding en een kopie voor de
redactie.
Dimensie 3 verschijnt 5 maal per jaar om
de 2 maanden, behalve in de zomer.
Gedrukt op 100% gerecycleerd papier.
Abonnement:
Gratis in België. In het buitenland enkel
de elektronische versie.
“Leven in de stad is beteVeel mensen leven in steden, en de verstedelijking blijft toenemen. Hoe valt het mee om in
een stad te wonen? We vroegen het aan vier families in België en Afrika. Met dank aan de
stedenbanden Oostende - Banjul (Gambia) en Brussel - Kinshasa (DR Congo).
“Oostende is onze stad”
Ik woon met mijn vrouw
en drie zonen in Oostende.
Mijn oudste zoon van 28
jaar woont niet meer bij ons. Zelf ben
ik leerkracht in het beroepsonderwijs,
mijn vrouw is onderwijzeres, beiden in
Oostende. Ik kan te voet gaan, mijn
vrouw neemt de wagen. Twee zonen
thuis werken ook al. De een neemt de wagen (naar Zeebrugge), de ander de
fi ets. De jongste gaat naar school met de fi ets.
Wekelijks gaan we naar de supermarkt, maar we doen ook heel wat aankopen op
de markt, de Vismijn, bij de bakker, in de plaatselijke supermarkt. Ik kweek ook
groenten in de tuin. We besteden zo’n 20 à 25% van ons budget aan voeding.
Ons ruime huis met 5 slaapkamers is gelegen in een rustige tuinwijk. We zijn
er heel tevreden over. Onze maandelijkse afbetalingen – die al een tijdje achter
de rug zijn - bedroegen ongeveer 12,5% van ons gezinsinkomen. Onze huisarts
woont op loopafstand. Van de 20 à 25 euro voor een raadpleging geeft de
mutualiteit het grootste deel terug.
Mijn vrouw en ik zijn geboren en getogen in Oostende. Ons leven speelt zich
hier voor een groot deel af. We hebben geen familie op het platteland. Zelf ben
ik actief in een poppentheater en in Natuurpunt, een natuurvereniging. Want
al bij al heeft Oostende veel natuur: het 37 ha grote Maria Hendrikapark, een
stadsrandbos. Maar ook de zee, het strand en de duinen.
We zijn best tevreden met het leven in de stad. Minpunt is de uitgaansbuurt.
Onze zonen worden er regelmatig geconfronteerd met agressie. Maar verder is
Oostende onze stad: de stad van onze vrienden, familie, werk. Alles is dichtbij:
winkels, zee, strand, restaurants, cafés, cinema, sportinfrastructuur…
CS
“In ons land is er weinig onveiligheid”
Mijn vrouw en ik werken
voor de stad Brussel, maar
momenteel is ze met loop-
baanonderbreking om voor onze 4
jonge kinderen te zorgen. De weg naar
mijn werk leg ik met de trein en te voet
af. Een korte en gemakkelijke route.
Tijdens de week voert mijn vrouw drie
van onze kinderen met de auto van en naar school – twee meisjes van 6 en
5 jaar en een jongen van 3 jaar. Het jongste meisje van 20 maanden brengen
we twee dagen per week naar de gemeentelijke kinderopvang.
Als we ziek zijn, doen we beroep op onze huisarts. Voor de kinderen raadplegen
we een kinderarts, maar we gaan ook naar de kosteloze raadplegingen van Kind
en Gezin. In dringende gevallen bezoeken we het ziekenhuis. Het is gemakkelijk
te bereiken, te voet of met de auto. Alles ligt in de buurt. De raadpleging op de
spoedgevallendienst kost iets meer dan 20 euro en de kinderarts 37 euro. Het
ziekenfonds betaalt een deel van de kosten terug.
In onze wijk vind je alle diensten die je maar kunt wensen. Ons huis bevalt ons
zeer. We hebben een living van 55 m², 4 kamers, een badkamer en een keuken.
Vijf jaar geleden hebben we het huis gekocht met een lening die we nu afbetalen.
De afbetaling bedraagt bijna de helft van ons maandinkomen.
Onze boodschappen doen we in de supermarkt en soms op de markt. 20 %
van ons maandinkomen gaat naar
voeding. We lezen de krant, we heb-
ben kabeltelevisie en zoeken zeer
vaak informatie op het internet.
Brussel heeft veel ontspanningsmo-
gelijkheden: parken, speelpleinen,
zwembaden, bioscopen, kindera-
nimatie… Vaak maken we niet ver
van bij ons een wandeling op het
platteland of in het bos. Kortom, we
zijn uiterst tevreden met ons leven
in de stad. We voelen ons er veilig –
vooral dankzij het feit dat er in ons
land weinig onveiligheid is.
JMC
BRUSSEL 1,1 miljoen inwoners
OOSTENDE 70.000 inwoners
4 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
r dan op het platteland”
“Leven in een stad als Banjul
heeft veel voordelen”
Ik woon al 25 jaar in Banjul,
de hoofdstad van Gambia.
Ik ben vanuit het platteland
naar hier gekomen omdat ik hier aan de
slag kon als onderwijzer op een lagere
school. Momenteel ben ik er directeur.
Ik verdien 5.000 dalasi (135 euro) per
maand. Mijn vrouw doet het huishouden. Onze drie kinderen – 5, 9 en 11 jaar
oud – gaan te voet naar school. Voor gezondheidsproblemen gaan we naar het
openbaar ziekenhuis of het gezondheidscentrum. Dat is vlakbij. We betalen er 5
dalasi voor een raadpleging, in private ziekenhuizen betaal je 100 dalasi. Ons
voedsel kopen we op de lokale markt. We besteden er ongeveer 60% van ons
inkomen aan. We vinden gemakkelijk alle nodige producten.
Ongeveer 15% van ons inkomen gaat naar huur en elektriciteit. Ons appar-
tement heeft twee kamers van elk 12 m². In het gebouw wonen vooral
mensen met een gemiddeld inkomen. We zijn absoluut niet tevreden met
onze woonst.
Wat vrije tijd betreft biedt Banjul veel mogelijkheden. Er is ook behoorlijk
wat groen. Tijdens het verlof trek ik vaak naar het platteland waar ik familie
heb. Via een antenne kunnen we thuis
TV kijken. Een internetverbinding is
er niet, zelfs niet in de buurt van ons
appartement.
Leven in een stad als Banjul heeft veel
voordelen. Ik noem er enkele: (a) je hebt
gemakkelijk toegang tot alle produc-
ten als je het geld hebt; (b) medische
diensten zijn goed uitgerust en vlot
bereikbaar; (c) ook andere diensten als
elektriciteit en transport zijn beschikbaar.
We voelen ons hier ook zeer veilig. Voor
mij is leven in een stad beter dan op het
platteland.
CS
“Om te besparen doen we onze
boodschappen op de lokale markt”
Mijn vrouw werkt bij de
directie-generaal van de
belastingontvangsten van
Kinshasa en ik ben gedetacheerd
ambtenaar. Naast onze bescheiden
wedde hebben we gelukkig nog
andere inkomsten, zoals een kraam-
pje vooraan ons huis.
We hebben twee kinderen van 9 en 7 jaar en een pleegkind. Samen met
een neef en de moeder van mijn vrouw zijn we dus met 7 personen. Omdat
we geen auto hebben, gaan de kinderen naar school met het 'openbaar
vervoer' (gemeenschappelijke taxi-busjes). Mijn vrouw staat om 5u45 op om
de kinderen klaar te maken voor school, want de rit duurt soms 60 minuten:
de wegen zijn in slechte staat en er zijn altijd opstoppingen.
De schoolkosten zijn hoog. Het vervoer van de kinderen kost 78 dollar
per maand. Het schoolgeld bedraagt 250 dollar per kind, daarbij komen
kosten voor onder meer de bibliotheek en de schooluniformen. Voor de
maaltijden op school kopen we alleen de melk, we geven er 78 dollar per
maand voor uit.
Het gezondheidssysteem in Kinshasa is een hele puzzle. Omdat er heel
veel patiënten zijn in een staatskliniek, verkiezen we een privékliniek. Het
gemotiveerde personeel verstrekt er goede zorgen en er is moderne appa-
ratuur voorhanden. Een raadpleging kost 30 dollar. We betalen het gehele
bedrag zelf.
15% van ons inkomen gaat naar de huur van ons huis dat in een eerder armere
buurt is gelegen. Onze living meet 26 m² en er zijn 4 kamers, een badkamer
en een keuken. We zijn tevreden met onze woning, maar niet met de omgeving.
De supermarkten en voedingswinkels zijn uitermate duur. Om te besparen
doen we onze boodschappen op de lokale markt. 35% van ons inkomen
geven we uit aan voeding.
Kinshasa biedt meerdere ontspanningsmogelijkheden: zwemmen, planten-
tuinen, voetbal, tekenfi lms voor kinderen, enz. Er is nog groene ruimte vanuit
de tijd van de Belgische kolonisator, maar helaas wordt die steeds schaarser.
Tot nu zijn we nog niet op reis geweest, maar volgend jaar brengen we een
bezoek aan de grootouders in het dorp.
We houden een klein budget apart voor kranten. We kijken ook naar de
lokale televisiezender. Voor ons werk moeten we vaak informatie opzoeken
op het internet.
Over het algemeen zijn we tevreden met ons leven in de stad. We leven
liever in de stad dan in een dorp, onder andere voor het aanbod aan werk
en hoger onderwijs.
JMC
KINSHASA 7,5 miljoen inwoners
BANJUL 40.000 inwoners
Met dank aan de diensten van de Schepen Internationale Solidariteit van
de Stad Brussel en aan de dienst Samenleven van de Stad Oostende.
www.brucity.be > International > Solidarité internationalewww.oostende.be > Samenleven
BEVOLKING
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 5
Zet de hoge vruchtbaarheid in de Minst Ontwikkelde Landen een rem op hun ontwikkeling?Pearce: Niet altijd. Extra mensen zijn ook een bron van inkomsten, talenten en werkkracht. Snelle bevolkingsgroei is natuurlijk moeilijker te beheren dan lang-zame groei. Voor de armste landen kan snelle groei een extra handicap zijn om armoede en honger te overwinnen, maar het is niet onmogelijk. De meeste landen vinden wel een oplossing.Zlotnik: Het probleem met de armste landen is dat tal van zaken tegelijk fout lopen. De export van grondstoffen gene-reert er een economische boom, maar dat levert amper op voor de bevolking, want de groei leidt er niet tot eerlijke ontwikke-ling. Dan is het natuurlijk moeilijk om alle nieuwe monden te voeden, te scholen en kansen te geven. Bangladesh kende een daling van de vruchtbaarheid met meer dan 60%, maar het land is nog steeds arm. Ontwikkeling volgt dus niet automatisch als de vruchtbaarheid daalt. Een land is ook niet noodzakelijk beter af als het de groei inperkt, want het aandeel jongeren in de samenleving neemt hierdoor af. Dat is dan weer niet goed voor de economie en het onderhouden van de oudere generaties.Pearce: We kunnen nu wel stellen dat snelle bevolkingsaangroei lan-den niet automatisch blokkeert in hun
ontwikkeling. Men sprak vroeger veel over de demografi sche valstrik als een vicieuze cirkel: grote families houden je arm, en door die armoede blijven we grote families hebben. Dat is ech-ter geen absolute waarheid. Kijk naar India. De bevolking groeit er nog steeds ondanks een dalende vruchtbaarheid, en toch trekt de economie aan. India zit op een demografi sch gunstig moment: afnemende vruchtbaarheid, niet te veel ouderen en veel jonge mensen op arbeidsleeftijd. Dat moment is een uit-
gelezen kans voor ontwikkeling. Het is ook het optimistisch scenario voor Afrika de komende decennia. Eén grote voor-waarde weliswaar om dit demografi sch gunstig moment te kunnen aanwenden: goed bestuur.
Welke instrumenten zetten we best in om hoge vruchtbaarheid tegen te gaan?Zlotnik: Het allerbelangrijkste is dat vrouwen vrij zijn te beslissen over hun familiale planning. Als we vrouwen de keuze laten, kiezen ze bijna altijd om min-der en later kinderen te krijgen. Ook, hoe later men kinderen krijgt, hoe minder men er uiteindelijk heeft.Pearce: Dat valt inderdaad op, het is haast een universeel gegeven: laat vrou-wen zelf beslissen, en ze kiezen voor minder kinderen. Geef vrouwen dus meer zeggingsrecht over hun voortplan-ting. Zelfs zeer armen zullen kiezen voor minder kinderen.Zlotnik: Om zelf te kunnen beslissen, moeten mensen worden opgeleid en toegang hebben tot voorbehoedsmid-delen. Vrouwen versterken om geïn-formeerde keuzes te maken is dan ook
LAAT VROUWEN
BESLISSEN !
Hoe de bevolkingsexplosie indijken?
BEVOLKINGSEXPERTS HANIA ZLOTNIK EN FRED
PEARCE PLEITEN VOOR MEER ZEGGINGSRECHT
VOOR VROUWEN
Afnemende
vruchtbaarheid, niet
te veel ouderen en
veel jonge mensen op
arbeidsleeftijd. Dat is
een ideaal moment
voor ontwikkeling.
Het gaat hard met de wereldbevolking. Elke dag zijn er 227.000 mensen meer. De groei
zet zich vooral in de armste landen fl ink door. Het beeld van een overbevolkte planeet die
kapotgaat aan roofbouw duikt steeds vaker op. Hoe gaan we die uitdaging beheersen?
MILJARDJJ1804
6 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
fundamenteel. En mannen niet uitsluiten! Waar voorlichtingscampagnes succesvol zijn geweest, werden mannen er steeds nauw bij betrokken. Zo niet wek je frus-traties en genderconfl icten op.
Hoe moeilijk is het overheden te over-tuigen van meer zeggingsrecht voor vrouwen?Pearce: Overheden zijn moeilijker te overtuigen dan mensen. De mensen zullen rationele keuzes maken, en dat is kleinere gezinnen. Zelfs niet-opgeleide vrouwen maken die keuze. Het is dan ook meer een zaak van mensenrechten, dan pure bevolkingsbeperking. Dono-ren moeten hun partneroverheden in het Zuiden overtuigen de bevolking het recht op een vrije en geïnformeerde keuze te geven.Zlotnik: Maar, probleem is dat de agenda voor vrouwenrechten slabakt. Overheden die weigerachtig staan ten aanzien van meer inspraak voor de vrouw in haar voortplanting, doen er
in het Wes-ten veert het
weer op, want de vruchtbaarheid
was er te laag gewor-den. Andere voor-
spellingen komen niet geheel uit: niet overal daalt
de vruchtbaarheid zo snel als verwacht. Om de groei van de
wereldbevolking te stoppen, moet elk land het vervangingsniveau berei-
ken tegen 2050. Sommige landen zitten daar nog echter zeer ver af. In Nigeria, het meest bevolkte land van Afrika, krijgt een vrouw nog steeds 5 kinderen. In Niger is dat zelfs nog 8.
Worden we te oud?Zlotnik: Kijk. Als je de vruchtbaarheid afremt, krijg je minder jongeren, en dus neemt proportioneel het aantal ouderen in je samenleving toe. Alle inspanningen voor geboortebeperking houden in dat er meer ouderen zijn. Daar kan je niet omheen. Kortom, minder mensen staat gelijk aan meer oudere mensen.
Kan onze planeet 9 miljoen consu-menten aan?Zlotnik: Het kan. Armen hebben het recht te consumeren om uit de armoede te geraken. Het zijn de topconsumenten die met minder en duurzamer moeten leven. Er is genoeg voedsel voor ieder-een, maar het wordt niet goed verdeeld. Tegelijkertijd zijn er 2 miljard mensen te zwaar. We eten te veel, en vooral te veel vlees. Vlees wordt geassocieerd met rijk zijn, met luxe. Meer groenten zou echter een veel gezonder dieet zijn. Vleespro-ductie heeft ook een extreem hoge impact op het milieu. Als 9 miljard mensen vlees eten en consumeren zoals in het Westen, dan stevenen we af op een obese wereld met een vernield milieu.
THOMAS HIERGENS
Hania Zlotnik is directrice van de
Population Division van de Verenigde
Naties en wordt wereldwijd erkend als een
van de meest gezaghebbende stemmen
over demografi e en migratie.
De Britse wetenschapsjournalist
Fred Pearce publiceerde onder andere
Volksbeving (over het bevolkingsvraagstuk)
en De laatste generatie (over
klimaatverandering). Hij schrijft geregeld
voor New Scientist en The Guardian.
gewoon weinig voor. Ze zetten misschien wel voorlichtingsprogramma’s op, maar reppen met geen woord over condooms. Men 'vergeet' je dus te zeggen hoe je best te beschermen tegen (ongewenste) zwangerschappen en seksueel over-draagbare ziektes. Ook beweren ze dat vrouwenrechten een verdoken agenda zijn om abortus toe te laten. Terwijl dat nu net niet het geval is! Als vrouwen in de eerste plaats al niet zwan-ger raken, hoeven ze niet te aborteren.
De meeste projecties doen de wereld-bevolking pieken tussen 9 en 10 mil-jard rond 2050, daarna zou het licht afnemen. Hoe kunnen we daar zo zeker van zijn?Pearce: De vruchtbaarheid neemt wereldwijd almaar verder af. Het vervan-gingsniveau is ongeveer 2,1 à 2,3 kinderen per vrouw. Aan dat groeitempo blijft het aantal aardbewoners gelijk. Tegen 2050 zal de mondiale vruchtbaarheid onder dat vervangingsniveau duiken, en dus zal de wereldbevolking dan weer afnemen. Maar niets is zeker, het blijft gissen.Zlotnik: Dat geloof ik niet! Ik denk dat het nog verder zal stijgen na 2050. Oké, de vruchtbaarheid neemt overal af, maar
Het is haast een
universeel gegeven:
laat vrouwen zelf
beslissen, en ze kiezen
voor minder kinderen.
Minder mensen staat
gelijk aan meer oudere
mensen. Daar kan je
niet omheen.
MILJARDJJ1927
MILJARDJJ1959
MILJARDJJ1974
MILJARDJJ1987
MILJARDJJ1999
MILJARD2011
BEVOLKING
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 7
R wanda is een zeer dicht-bevolkt land. Het telt 390 inwoners per km2. Gezinnen bestaan gemiddeld uit 7 per-
sonen, een vruchtbaarheidsgraad dus van 5 kinderen. Elk jaar komen er om en bij de 270.000 Rwandezen bij, aldus de cijfers die de vertegenwoordiger van het VN-Bevolkingsfonds (UNFPA) in Rwanda
in oktober bekendmaakte naar aanlei-ding van de geboorte van de 7 miljardste wereldburger. Dr. Jean Damascène Nta-wukuriryayo, voorzitter van de Rwandese senaat en bekend om zijn onomwonden standpunten over reproductieve gezond-heid, stelt het als volgt, “als de bevolking tegen dit tempo blijft groeien, zullen we onophoudelijk bezig zijn met het bouwen
van scholen, ziekenhuizen en andere voor-zieningen, maar de levensstandaard zal er niet op vooruitgaan.”
Meer contraceptieOm de bevolkingsgroei af te remmen heeft de Rwandese regering de voor-bije jaren een aantal initiatieven geno-men zoals voorbehoedsmiddelen
De Rwandezen maken zich stilaan los van de taboes rond seksualiteit. Jongeren en
volwassenen zijn steeds meer gewonnen voor moderne anticonceptiemiddelen. Vrouwen
nemen de pil, voor mannen is er de vasectomie of het condoom. Middelen genoeg dus voor
geboorteregeling.
bevolkingsgroei
© u
said
.org
De
een must
8 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
afremmen: uitdelen op universiteitscampussen, vrou-wen sensibiliseren voor contraceptie, vasectomiecampagnes.Eind 2010 had al minstens 45% van de Rwandese vrouwen gebruik gemaakt van een anticonceptiemiddel. Tien jaar geleden was dat nog maar 4%. Om dit resultaat te bestendigen, zijn de genees-middelen en het materiaal (pil, spiraaltje of instrumenten voor het afbinden van de eileiders) belastingvrij.Population Service international (PSI), een Amerikaanse ngo die werkt rond aids-bestrijding, schat dat in 2011 in Rwanda ongeveer 30 miljoen condooms werden uitgedeeld. Volgens het Rwanda Biomedi-cal Centre (RBC), de voormalige nationale commissie voor aidsbestrijding, zijn hoe langer hoe meer jongere Rwandezen tus-sen 15 en 24 jaar seksueel actief (39% van de jongens en 26% van de meisjes).
Weg met taboesDe anticonceptie- en sensibiliseringscam-pagnes nemen niet weg dat het condoom en seksualiteit in het algemeen nog taboe zijn. Jongeren zijn bang om het stempel van losbandigheid te krijgen. “In Rwanda wordt niet gepraat over reproductieve gezondheid. Er is een zekere liberalise-ring in de zeden, maar meisjes krijgen toch amper seksuele opvoeding”, aldus een lerares in de hoofdstad Kigali. Er zijn zelfs adolescenten die geloven dat kinderen uit de navel komen. Op het platteland leeft de mening dat met kinderen over seksu-aliteit praten, hen ook aanzet tot losbandig gedrag. “Ik schuif deze taak liever door naar de leerkrachten, zelf vind ik het obsceen om er met mijn kinderen over te praten”, zegt een moeder uit Butaré, in het zuiden van Rwanda en ze is lang niet de enige die er zo over denkt. Adolescentes zijn dus slecht geïnformeerd en raken ongewenst zwanger. “Mijn vriendinnen zegden dat ik met seks moest beginnen omdat ik dan vol-wassen zou worden. Ik raakte meteen zwan-ger”, zegt een jonge universiteitsstudente met spijt in de stem. Ze brak haar studies af na de geboorte van de baby die voor haar 'ongelegen' kwam.Organisaties voor de bescherming van het recht op leven zoals Health Deve-lopment Initiative (HDI) en AIMR-Ihorere
Munyarwanda binden de strijd aan met ongewenste zwangerschappen en vra-gen daarom dat voorbehoedsmiddelen verder worden uitgedeeld, ook in de middelbare scholen. Voor deze orga-nisaties is het condoom niet alleen een probaat middel tegen zwangerschap bij jonge meisjes maar ook de beste bescherming tegen hiv/aids.“Jongeren hebben niet voldoende toe-gang tot voorbehoedsmiddelen, wat hen kwetsbaar maakt voor seksueel over-draagbare ziekten zoals hiv/aids en voor ongewenste zwangerschappen”, aldus nog deze organisaties. De directeur van een school in Kigali zegt het als volgt: “Als bescherming een zaak is van en voor iedereen, dan mogen we de studenten uit het middelbaar onderwijs niet vergeten want zij zijn nu eenmaal seksueel actief.”Het antwoord van Dr Agnès Binagwaho, minister van Volksgezondheid, bleef niet uit. In een offi ciële mededeling in november ll. stelde zij dat “de regering vooral de opvoeding over reproductieve gezondheid wil bevorderen, niet het uitde-len van condooms.”
Ook een mannenzaakGeboorteregeling is niet alleen een vrouwenzaak. Ook mannen dragen ver-antwoordelijkheid. Vasectomie is een ingreep die mannen onvruchtbaar maakt maar hun viriliteit niet aantast. De vasecto-miecampagne die in 2007 in verschillende regio’s van Rwanda werd gevoerd, kende veel bijval, vooral bij mannen die het niet gemakkelijk hebben met hun kroostrijk gezin. “Toen bleek dat mijn buren die de ingreep hadden ondergaan, geen pro-bleem hadden met hun viriliteit, heb ik mij ook laten opereren”, zegt een dorpeling uit het noorden van Rwanda. Alleen al in
deze regio en vooral in de districten waar onder andere polygamie aan de basis ligt van een forse bevolkingsgroei, hebben meer dan 200 mannen zich de voorbije twee jaar laten opereren. De vraag was zo groot dat de campagne even moest wor-den opgeschort om het medisch perso-neel, voor wie het ook allemaal wat te veel werd, bij te scholen.In sommige dorpen doen mannen die een vasectomie hebben ondergaan, aan sen-sibilisering. “Als je de voor- en nadelen afweegt, kan je je beter laten opereren dan kinderen op de wereld te zetten die je toch niet genoeg kansen kan geven”, aldus nog een inwoner van Rulindo.Vasectomie mag dan wel voordelen hebben, maar de vrouwen zijn er niet gerust op. Zij vrezen namelijk voor ontrouw en polygamie bij de gesteri-liseerde mannen: “Zo’n mannen zullen het niet te nauw nemen met de huwe-lijkstrouw omdat ze toch weten dat er geen kinderen van komen.”Geboorteregeling ligt nog altijd moei-lijk bij polygame moslims. De Rwandese grondwet van juni 2003 bepaalt nochtans dat 'alleen een monogaam huwelijk wet-telijk is'. Toch hebben velen nog verschil-lende vrouwen en dus een grote kroost. Maar de moslimvrouwen hebben een andere kijk op de zaak. Een vrouw uit een dorp in het oosten van het land ziet het zo: “Polygamie of concubinaat kun-nen niet langer in een tijd dat hiv/aids zoveel slachtoffers maakt en iedereen aan geboortebeperking moet doen.”
ALBERT-BAUDOUIN TWIZEYIMANA
Infosud Belgique
Geboorteregeling
is niet alleen een
vrouwenzaak. Ook
mannen dragen
verantwoordelijkheid.
© c
han
gem
akers
.co
m
BEVOLKING
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 9
Vertrek... voor altijd?Eind oktober 1984 kwam ik toe in Nica-ragua, samen met een Belgische collega en vriend om het medische team van Oxfam-Solidariteit België te vervangen. Het land, aan het begin van de Sandinis-tische revolutie, beleefde toen een gru-welijke burgeroorlog, en had dringend artsen nodig om een nieuw, rechtvaardig en voor iedereen toegankelijk gezond-heidssysteem uit te bouwen.De confrontatie, dag en nacht, met zoveel lijdende patiënten, maar ook met zoveel menselijke warmte en dankbaarheid van al die eenvoudige arme mensen, blijft me voor de rest van mijn werk en leven moti-veren, om verder te doen in Nicaragua wat ik eens begonnen was.
Strijd tegen berglepra en tuberculose
Als arts heb ik op uiteenlopende fronten bijgedragen tot een goede gezondheids-zorg: klinisch werk, lokaal personeel opleiden, gezondheidsprojecten opzet-ten en begeleiden, niet alleen medisch-technisch, maar ook administratief om de kostenbatenverhouding zo effi ciënt mogelijk te maken.Sinds exact tien jaar werk ik nu voltijds voor Damiaanactie, een ngo die strijdt tegen lepra, tuberculose en berglepra, drie armoedeziektes. Onze invalshoek is
eenvoudig: samen met de lokale gezond-heidsdiensten, dus ingebed in de lokale gezondheidszorg, deze duizenden zie-ken helpen. Daarenboven willen we méér betekenen voor deze mensen: hen niet alleen genezen, maar hen ook een hef-boom geven om sociaal en economisch vooruit te komen.
Gloria en RosaTwee jonge alleenstaande moeders, in feite tieners van respectievelijk 16 en 18 jaar oud, met elk een baby van meer dan een jaar oud, zwaar aangetast door de tuberculosebacterie, met nog amper een gewicht van 35 kg, zochten hulp bij onze “albergues” (= herbergen voor zwaar zieke tbc-patiënten), hoestend en con-tinu in ademnood. De dood was te zien in hun ogen. Nu, drie maanden later, met de nodige medicijnen en een goede voe-ding, is Gloria bijna genezen en wat bijge-komen. Ze deelt haar geluk met de kleine baby die preventief behandeld werd. Het kindje was gelukkig nog niet ziek, maar wel besmet. Rosa daarentegen vecht momenteel tegen de dood, haar verge-vorderde tbc heeft de longvliezen serieus aangetast. We doen wat we kunnen, samen met specialisten.Vroegtijdige zwangerschap (vóór 18 jaar) komt bij zowat 25% van de Nicaraguaanse tieners voor, vooral bij de arme, weinig
geschoolde bevolking. Het is ook deze bevolking die het meest getroffen wordt door ziekten als tuberculose.
En wat met de berglepra?Berglepra is een vergeten ziekte. Toch worden in Nicaragua meer dan 5.000 mensen per jaar erdoor getroffen. Ze wor-den gestoken door een zandvliegje, dat de leishmanioseparasiet in hun lichaam spuit. Daarna ontstaan vuile, open en diepe zweren, die de neus- en keelholte kunnen aantasten. Meer dan de helft van de getroffenen zijn kinderen en jonge-ren onder de 15 jaar. Ze wonen ver van een gezondheidspost. Samen met ons team opgeleide gezondheidspromotoren proberen we ze te bereiken. Via lokale radio-oproepen komen ze samen op een afgesproken plaats. We nemen alles mee om de diagnose en behandeling te kun-nen doen: microscoop, klein labomateri-aal, spuiten, medicijnen. Hiervoor zijn we enkele dagen onderweg, maar meestal tevreden bij de terugreis als we weer eens een 50-tal mensen van deze ziekte hebben kunnen genezen. Daarenboven heeft het lokale gezondheidsteam dat ons vergezelde, honderden andere mensen preventieve en curatieve zorgen kunnen aanbieden. Met hetzelfde geld kunnen we zo véél meer doen, en dat alles ingebed in één gezondheidssysteem.
Wie ?Toon Bongaerts
in Managua, verantwoordelijke
Damiaanactie voor Nicaragua
en Latijns-Amerika
Wat ?Drie armoedeziektes bestrijden
Waarom ?De allerarmsten vooruit helpen
Solidariteit met de allerarmsten:
een blijvende uitdaging
OP STAP MET
© D
am
iaan
actie
10 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
Paul Magnette is de nieuwe minister van Ontwikkelings-
samenwerking. Kort na zijn aanstelling polste Dimensie 3 bij
de professor of zijn nieuwe bevoegdheid hem goed ligt.
P aul Magnette slaagde er als minister van Energie in om in een vrijgemaakte Europese energiemarkt een sociaal
energiebeleid op poten te zetten, door de energieprijzen beter te controleren. Als klimaatminister ijverde hij voor een gecoördineerde aanpak in de strijd tegen de klimaatverandering. Maar vandaag staat hij aan het roer van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
Wat vindt u van uw nieuwe
bevoegdheid?
Ontwikkelingssamenwerking is een bevoegdheid met een grote menselijke waarde, waar solidariteit voorop staat. Maar ik zie ontwikkelingssamenwerking niet als een doel an sich. Het is een middel, een hefboom om in ontwikkelingslanden een dynamiek op gang te brengen, zodat ze op termijn zelf voor hun behoeften en economische activiteit kunnen instaan.
Is de bevoegdheid helemaal nieuw
voor u of ziet u linken met uw
vorige bevoegdheden?
De bevoegdheid ontwikkelingssamenwer-king is nieuw voor mij, maar inhoudelijk ben ik er al vaak mee in aanraking geko-men als minister van Klimaat en Duurzame Ontwikkeling. Ik heb ondertussen ook al heel wat vertegenwoordigers uit de sector, de administratie, de ngo’s, BTC en andere betrokken actoren ontmoet. We moeten samen een geïntegreerd beleid voeren, in lijn met de inspanningen van de nationale
en internationale organisaties en doelstel-lingen. Waarbij we de Millenniumdoelenom armoede uit te roeien nooit uit het oog zullen verliezen. Ik begin trouwens net op een moment dat er heel wat veranderin-gen op til staan in dit departement, omdat de ontwikkelingssamenwerking doorheen de jaren sterk is geëvolueerd. Het partner-land wordt steeds meer verantwoordelijk voor het eigen ontwikkelingsbeleid. Daar-door moeten procedures afgesteld wor-den en nationale inspanningen afgestemd op internationale. Resultaatgericht werken wordt belangrijker. En ontwikkelingslan-den maken ook steeds meer gebruik van alternatieve programma’s en projecten. De klassieke benadering via bilaterale dono-ren loopt dus stilaan op haar laatste benen.
Om de nodige veranderingen door te
voeren kan u zich dus mee baseren
op uw ervaring als klimaatminister?
Absoluut. De uitdagingen op het vlak van klimaat, duurzame ontwikkeling en ontwik-kelingssamenwerking worden niet alleen steeds groter, ze lopen ook steeds meer gelijk. Het is dan ook mijn bedoeling om enerzijds een reflex van menselijke en sociale ontwikkeling in de verschillende beleidsdomeinen in te bouwen en ander-zijds de ontwikkelingssamenwerking te vergroenen. Voorbeelden genoeg van die wisselwerking. Zo denk ik aan mijn bij-drage als klimaatminister aan de installa-tie van het Green Climate Fund, dat tegen 2020 jaarlijks 100 miljard euro ter beschik-king zal stellen om ontwikkelingslanden
te wapenen tegen klimaatverandering. Of aan het FLEGT-project dat duurzaam bos-beheer moet stimuleren, o.a. in het Con-gobekken. En aan de Rio+20-conferentie. België zal deze VN-top over duurzame ontwikkeling grondig voorbereiden en ik zal er in juni ook zelf naartoe gaan.
Er zijn in alle sectoren besparingen
aangekondigd. Zal dat ook
gelden voor het budget voor
ontwikkelingssamenwerking?
Alle sectoren moeten besparen, dat is al een tijdje duidelijk. De middelen voor ontwikkelingssamenwerking worden daarom bevroren. Maar in tegenstelling tot in veel andere sectoren zullen ze dus niet dalen. We moeten de beschikbare middelen nog optimaler inzetten. Dat kan volgens mij door de samenwerking en coherentie tussen de verschillende acto-ren uit de sector te vergroten.
Paul Magnette,de nieuwe minister van
Ontwikkelings-samenwerking
1999:
Professor en doctor in de politieke
wetenschappen
2001:
Directeur van het Instituut voor Europese
Studies aan de ULB
2007:
Waals minister van Gezondheid, Welzijn en
Gelijke Kansen
2007:
Federaal minister van Klimaat en Energie
2011:
Federaal minister van Overheidsbedrijven,
Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamen-
werking, belast met Grote Steden
PAUL MAGNETTE 28/06/1971
© T
LB
BELEID
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 11
in KameroenDraagt houtcertifi cering bij aan de ontwikkeling
van de Pygmee- en Bantoedorpen?
zonder roofbouw
Ook al is de bosbouwwetgeving van het land goed en
vrij ontvankelijk voor suggesties van wetenschappers
en ngo’s, toch is er een duidelijk gebrek aan middelen
om de toepassing ervan af te dwingen. De kern van het
probleem valt met één woord uit te drukken: corruptie.
In het Congobekken maakt de in Europa gewaardeerde FSC-certifi cering grote opgang,
hoewel de hinderpalen nog legio zijn. Een reportage uit de regio van Mindourou (in het
zuidoosten van Kameroen), waar een gecertifi ceerd bosbouwer door duurzaam beheer
tracht bij te dragen aan een betere ontwikkeling van de Pygmee- en Bantoedorpen.
© P
hilip
pe L
am
ott
e
12 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
Het was onmiskenbaar een fron-tale aanrijding, een botsing met een houttruck die in volle snel-heid de bosweg kwam opge-
raasd. De geit werd omhoog geslingerd en viel met een doffe klap terug op de grond, op slag dood. Twee andere bebloede die-ren schokten en jankten onheilspellend. De rest van de kudde vluchtte verschrikt alle richtingen uit. Onverwachte getuige van dit schouwspel was Jérôme Laporte, één van de (Belgische) stafl eden van het Franse bosontginningsbedrijf Pallisco. Hij roept woedend “Ontoelaatbaar!”, “Een schande!”. De chauffeur moet als de blik-sem stoppen. Hij poogt nog zijn onschuld aan te tonen.Een scène uit het dagelijks leven in de wouden van Kameroen? Dat is een iets te voorbarige conclusie. Dit bosbouwbedrijf, dat geniet van het duurzame label Forest Stewardship Council (FSC), weet goed dat dergelijke incidenten niet vaak moeten gebeuren om rampzalige gevolgen te heb-ben. Een eerste reden is dat de dorpsge-meenschappen langs de boswegen stee-vast ‘compensaties’ vragen voor schade aan hun kuddes. Voorts kunnen dit soort spanningen, afgezien van het financiële aspect, de geloofwaardig-heid van de bedrijven met FSC-label aantasten. Deze bedrijven hebben name-lijk het recht het boom-vormig FSC-label op hun producten aan te brengen. Zo geven ze aan te voldoen aan alle criteria en principes van duurzaamheid die eraan verbonden zijn.Het label houdt ook allerlei verplichtingen in. Eén van de belangrijkste is het behoud van de biodiversiteit. Daarmee wordt in de eerste plaats de wilde fauna bedoeld die leeft in de dichte, vochtige wouden van dit deel van Afrika: gorilla’s, chimpansees, mangoesten, duikers… Daarnaast gaat het ook om de weelderige plantengroei: hon-derden boomsoorten, waaronder sommige gecommercialiseerde soorten: Assamela, Ayous, Doussié, Sapelli, Sipo, enz.
PioniersrolSinds het begin van de jaren negentig maakt Kameroen met de steun van de Wereld-bank en het IMF werk van de hervorming van haar wetgeving inzake bosbouw. Dat bezorgde het land zijn reputatie van pionier: verplichting om een inventaris en beheers-plannen op te stellen, wisselende houtoogstactiviteiten gespreid over peri-odes van dertig jaar, openbare aanbeste-dingen voor het gunnen van de concessies, creëren van ‘gemeenschapsbossen’, enz. Stuk voor stuk maatregelen die gericht zijn
op een rechtvaardiger verdeling van het manna uit het bosbouwbedrijf over de hele bevolking, en bijgevolg op een meer doel-treffende bestrijding van de armoede (één Kameroener op twee moet rondkomen met minder dan twee dollar per dag).Voor de bosbouwers die de FSC-logica wil-len volgen, vormt deze nationale regelge-ving slechts een beginpunt, het strikte mini-mum dat in acht moet worden genomen. Met de jaren, en vooral met elke nieuwe audit die ieder jaar door onafhankelijke fi rma’s wordt uitgevoerd, zijn de vereisten voor de certifi cering hoe langer hoe stren-ger geworden.Enkele voorbeelden? In de strijd tegen de stroperij – probleem nr. 1 in deze gebieden, dat nog toeneemt door de bosbouwwegen - doet Pallisco een beroep op een bewakingsfirma die het komen en gaan van alle trucks en voet-gangers binnen haar concessies controleert. Om echter niet enkel maatregelen te treffen die als louter 'politie-werk' zouden overko-men, richtte Palliscoook een winkel voor de werknemers op, waar vlees en vis tegen kost-prijs worden verkocht. Zodoende beschikken de werknemersgezinnen over de brood-nodige dosis proteïnes, zo kostbaar in deze afgelegen gemeenschappen. Dit systeem heeft bovendien een ontradend effect op de stroperij (de gewone jacht blijft toegestaan).De bescherming van het milieu kan zeer ver gaan. Zo wordt telkens wanneer een nieuw perceel wordt geopend voor
exploitatie, de bovenste grondlaag van de plaats waar het gekapt stamhout zal wor-den opgeslagen, systematisch afgeschept en apart gehouden. Zo tracht men de zaden die op een natuurlijke manier in die grond-laag steken, te behouden. Eens de exploi-tatie beëindigd is, wordt deze vruchtbare grondlaag op haar oorspronkelijke plaats teruggelegd. Een ander initiatief: met de steun van het Laboratoire de Foresterie des Régions tropicales et subtropicales de l’Université de Gembloux Agro-bio Tech(ULg) worden duizenden boomzaden in boomkwekerijen gezaaid en vervolgens in het woud uitgeplant en van nabij opge-volgd. Doelstelling: het woud vernieuwen en de economische exploitatie ervan op (zeer) lange termijn verzekeren, maar ook
de wetenschappelijke kennis met betrekking tot deze – nauwelijks gekende – boomsoor-ten uitdiepen.Op sociaal gebied richtte Pallisco binnen het bedrijf een medi-sche hulppost op waar vijf personen werken. Een grote klassieker? Misschien, maar in het-zelfde gebouw bevin-den zich ook een labo voor medische analyse, een verloskamer, een dag- en nachtopvang
en gratis geneesmiddelen… Maar wie op FSC wil intekenen, moet verder gaan. Zo zijn er drie bemiddelaars (waaronder een Pygmee) die de lokale gemeenschap-pen helpen hun behoeften te formuleren: waterputten, klaslokalen, gezondheidscen-tra, landbouwmateriaal, enz. “Wij trachten
De grootste
moeilijkheden rijzen
wanneer projecten
inkomsten opleveren.
Bij de verdeling
van de inkomsten
kunnen spanningen
ontstaan, waardoor
projecten dreigen te
mislukken.
In de strijd tegen de stroperij, doet Pallisco een beroep op een bewakingsfi rma die het
komen en gaan van alle trucks en voetgangers binnen haar concessies controleert.
© Philippe Lamotte
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 13
MILIEU
een dynamiek te creëren die is gericht op inspraak en die stoelt op de collectieve noden, en niet op de noden van het dorps-hoofd of van een bepaalde groep personen”, verduidelijkt Laure Mbadi, bemiddelaarster.
Een moeilijke verdelingIs dit ontwikkelingsluik doeltreffend? “Pro-jecten die verband houden met gezondheid of onderwijs leveren meestal goede resulta-ten op”, stelt de jonge vrouw opgeleid aan de Universiteit van Yaoundé. “Maar men moet waken over de duurzaamheid ervan. Het dient immers tot niets een klaslokaal of een medische post te bouwen om twee jaar later vast te stellen dat de autoriteiten geen geld meer hebben om de onderwij-zer of de verpleger te betalen. De grootste moeilijkheden rijzen wanneer de projecten inkomsten opleveren, bijvoorbeeld cacao- of oliepalmplantages. Het gebeurt vaak dat er spanningen ontstaan bij de verdeling van de inkomsten, waardoor de projecten drei-gen te mislukken.”De bemiddelaars stellen zich vragen over deze steeds terugkerende moeilijkheden. Hebben we te maken met het averechts effect van de hulp die vroeger werd toe-gekend (de ngo’s waren talrijk in deze regio)? Met een gebrek aan ervaring met het collectief beheer van inkomsten door de Pygmee- en Bantoegemeenschappen? Of met de negatieve invloed die op afstand wordt uitgeoefend door de ‘elites’ van deze dorpen, die in vele gevallen vertrokken zijn om zich in de stad te vestigen? “Gelijktijdig aan ontwikkeling en aan exploitatie doen is zeer moeilijk; dat zijn twee verschillende vakken”, luidt een strenge opmerking bij
het Observatoire indépendant des Forêtsin Yaoundé, dat onder meer als opdracht heeft toe te zien op de naleving van het Bos-wetboek en de – talrijke – corruptiepraktij-ken uit de wereld te helpen.In afwachting is het resultaat zichtbaar: de ‘duurzame’ bosexploitanten worden heen en weer geslingerd tussen de sociale eisen verbonden aan de FSC-certifi cering en de moeilijkheden die de Kameroense Staat ondervindt om zijn rol in de strijd tegen armoede en stroperij te vervullen. “Als gecertifi ceerde fi rma regelen wij tenminste de problemen niet met bankbiljetten onder de tafel”, merkt Laure Mbadi verheugd op. Ander positief nieuws: de tijd dat ontevre-den dorpsbewoners de terreinen blok-keerden, lijkt achter de rug. En dankzij deze aanwezigheid ter plaatse kunnen confl icten, vooral in verband met het kap-pen van bomen in de omgeving van heilige plaatsen, snel worden opgelost.
Onderzoek naar verspillingVolstaan dergelijke inspanningen om van deze bossen met FSC-label de beste ter wereld te maken? Neen. In de eerste plaats omdat het aantal FSC-exploitaties beperkt blijft – van de 50 miljoen hectaren die in het Congobekken worden geëxploiteerd, zijn er slechts 5 miljoen gecertifi ceerd – en ze slechts 30 tot 35% van het volume gekapte hout vertegenwoordigen. De rest (kroon van de bomen en zaagafval) wordt ter plaatse achtergelaten, op de lokale markten verkocht of… overdag en ’s nachts verbrand aan de uitgang van de zagerijen. Is dat normaal? Overal, en zelfs tot in de Belgische FSC-zetel, wordt gepraat over alternatieve mogelijkheden zoals energie-recuperatie, die in Kameroen en Gabon worden onderzocht. En dan wordt daar veelbetekenend aan toegevoegd: “Afrika is natuurlijk Europa niet…”. Te begrijpen als: wegens het onstabiele politieke klimaat in Centraal-Afrika, worden slechts weinig industriële groepen bereid gevonden de enorme bedragen te investeren die nodig zijn voor dit type ‘warmtekrachtkoppe-ling’. Alles welbeschouwd kunnen sociale onlusten in deze afgelegen gebieden snel ontaarden in aanzienlijke schade aan de investeringen…Andere belangrijke beperking: de Kame-roense Staat. Ook al is de bosbouwwetge-ving van het land goed en vrij ontvankelijk voor suggesties van wetenschappers en ngo’s, toch is er een duidelijk gebrek aan middelen om de toepassing ervan af te dwingen. De kern van het probleem valt met één woord uit te drukken: corruptie. De ngo Transparency International heeft Kameroen in de laatste tien jaar driemaal uitgeroepen tot wereldkampioen van de corruptie. Hoewel de corruptie overal aan de kaak wordt gesteld, wordt ze slechts uitzonderlijk op een doeltreffende manier bestreden. Zo vraagt menig waarnemer zich af waarvoor de belastingen die de bosbouwexploitanten betalen, nu écht worden gebruikt. Een andere origineel aspect dat de waarnemers positief vin-den: 40% van de belastingen gaat naar de bosbouwgemeenschappen en 10% gaat rechtstreeks naar de lokale gemeenschap-pen. Heel positief, maar de resultaten van deze herverdeling, die er op papier heel edelmoedig uitzag, blijven uit en stoten op de welbekende klippen: prestige-uitgaven door bepaalde elites, vriendjespolitiek van lokale magnaten en geldverduistering ten voordele van personen die soms zeer belangrijke functies bekleden. Niet een-voudig en niet zomaar snel even toe te pas-sen, die duurzame ontwikkeling…
PHILIPPE LAMOTTE
De ‘duurzame’
bosexploitanten worden
heen en weer geslingerd
tussen de sociale
eisen verbonden aan
FSC-certifi cering en
de moeilijkheden die
de Kameroense Staat
ondervindt om zijn rol in
de strijd tegen armoede
en stroperij te vervullen.
© P
hilip
pe L
am
ott
e
MILIEU
Stroperij, probleem n° 1 in deze gebieden, neemt toe door de wegen die in de bossen
geopend worden.
14 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
RUBRIQUE
W e leven met veel op aarde, heel veel. 7 miljard mensen, dat kan je je nauwelijks voorstellen. Als die
7 miljard mensen schouder aan schouder staan, vullen ze 1.554 km², ongeveer de helft van de
provincie West-Vlaanderen.
Een ander beeld. Deel die miljarden mensen op in groepjes van vier, een gemiddeld gezin in België. Geef elk
gezin een vrijstaande, gelijkvloerse woning van 120 m², en een tuin van 125 m². Dan nemen al die 1,75 miljard
gezinnen 428.750 km² in. Ongeveer de gezamenlijke oppervlakte van Duitsland, België en Nederland.
Dat lijkt verrassend weinig. Alleen, met een half miljoen km² halen we het niet. Mensen verbruiken voedsel,
goederen en energie. Er is dus extra land nodig: voor landbouw, fabrieken, kantoorgebouwen, winkels, wegen.
Bovendien is niet elk stukje bewoonbaar, en heeft de natuur ook recht op haar plekje onder de zon. Beide
beelden tonen aan dat ruimte niet het grootste probleem vormt. Wel de behoefte aan water, voedsel, energie
en grondstoffen.
DE CIJFERSEerst het goede nieuws: we leven langer dan ooit
tevoren. In de vroege jaren 50 had elke pasgebo-
rene een leven van gemiddeld 48 jaar voor zich. In
2011 bedraagt de levensverwachting 70 jaar. Ook de
'vruchtbaarheid' – het aantal kinderen dat een vrouw
gemiddeld krijgt - is fl ink gedaald. Vandaag zijn dat
er 2,5, tegenover 6 in de jaren 50. Voor een stabiele
bevolking – die noch groeit noch krimpt – moet elke
vrouw gemiddeld 2,1 (tot 2,3) kinderen hebben, het
zogenaamde 'vervangingsniveau'.
BEVOLKINGToch blijft de bevolking stijgen. Tabel 1 geeft weer
met hoeveel mensen we zullen zijn in 2050 en 2100.
Natuurlijk kunnen we niet 100% voorzien hoe bijvoor-
beeld de grootte van de gezinnen in Afrika zal evolue-
ren. Maar we kunnen wel een prognose doen op basis
van de huidige cijfers en tendensen. De drie varianten –
laag, medium en hoog - laten een speling toe. Meestal
hanteert men de mediumvariant. Bij de lage variant ligt
de vruchtbaarheid 0,5 lager dan bij de mediumvariant,
bij de hoge variant 0,5 hoger. Dat levert grote verschil-
len op. Zo kan de bevolking in 2100 variëren van 6,2
tot 15,8 miljard. Maar men neemt aan dat de bevolking
dan zal stabiliseren rond de 10 miljard.
Tabel 1 : Prognose wereldbevolking (in miljard)
Variant 2050 2100
Laag 8,1 6,2
Medium 9,3 10,1
Hoog 10,6 15,8
VRUCHTBAARHEIDDe wereld vertoont grote verschillen in vruchtbaar-
heid. Gemakkelijkheidshalve onderscheiden we
gebieden met lage, medium en hoge vruchtbaarheid
(zie kaart). In de landen met lage vruchtbaarheid
(lager dan 2,1) bereikt de bevolking haar hoogtepunt
rond 2030. Bijna alle Europese landen bevinden
zich in deze categorie, maar ook landen als Brazilië,
China, Tunesië, Thailand, Iran en Vietnam. Vandaag
zijn de lagevruchtbaarheidslanden samen goed voor
42% van de wereldbevolking.
In de landen met medium vruchtbaarheid (tussen
2,1 en 3) woont 40% van de wereldbevolking. Daar
bereikt de bevolking haar hoogtepunt in 2065. De
meest bevolkte landen zijn India, de VS, Indonesië,
Bangladesh, Mexico en Egypte.
Vandaag leven er al meer dan 7 miljard mensen op aarde. Elke dag komen er netto 227.000 mensen bij. Het einde van de groei is nog niet voor morgen. Wat kunnen we doen om de aangroei in te perken en de aarde leefbaar te houden?
Hoe omgaan met de stijgende
wereldbevolking?
THEMATISCHE FICHE
© U
N P
ho
to b
y K
ibae P
ark
BBBBBBBBBBBBBEEEEEEEEEEEEEVVVVVVVVVVVVVOOOOOOOOOOOOOLLLLLLLLLLLLLKKKKKKKKKKKKKIIIIIIIIIIIIINNNNNNNNNNNNNGGGGGGGGGGGGG
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 15
RUBRIQUE
In de landen met hoge vruchtbaarheid (meer dan
3) blijft de bevolking stijgen tot 2100. Vandaag woont
daar 18% van de bevolking (1,2 miljard mensen),
maar in 2100 verwacht men er 4,2 miljard bewoners.
De meest bevolkte landen zijn Pakistan, Nigeria, Filip-
pijnen, Ethiopië, DR Congo en Tanzania. Vrijwel alle
landen in zwart Afrika hebben een hoge vruchtbaar-
heid. Het is hier dat het gros van de nieuwe aardbe-
woners zal worden geboren.
GROEIFASENTabel 2 toont enkele cijfers van landen uit een verschil-
lende vruchtbaarheidscategorie. De drie landen illustre-
ren meteen de klassieke groeifazen die een bevolking
doormaakt. Beginnend met hoge geboorte- en sterf-
tecijfers (DR Congo) zakt geleidelijk het sterftecijfer, en
met enige vertraging ook het geboortecijfer. Stilaan
benadert het geboortecijfer het vervangingsniveau van
2,1 (India). In de laatste fase zijn zowel het geboorte- als
sterftecijfer zeer laag (België). De bevolking veroudert en
aangroei is (vooral) te wijten aan migratie.
PROBLEMEN EN KANSEN
SNELLE BEVOLKINGSGROEI IN DE ARMSTE LANDENHet overgrote deel van de bevolkingsgroei vindt
plaats in de armste landen. Dat maakt het extra
moeilijk om de mensen daar uit de armoede te halen.
Zo zal de bevolking van zwart Afrika (vandaag 883
miljoen) in 2050 ruim 2 miljard bedragen. Er komen
daar dus een pak kinderen bij. Om de groei op te
vangen moet het aantal vroedvrouwen minstens
verdubbelen. Ook de gezondheidscentra en scholen
moeten meer mensen kunnen opvangen. Om nog te
Groei van de wereldbevolking en vruchtbaarheid
Tabel 2 : Drie landen in verschillende vruchtbaarheidscategorieën (2011)
Indicator RD Congo (hoog) India (medium) België (laag)
Bevolking 2011 67,8 miljoen 1,241 miljard 11 miljoen
Bevolking 2050 148,5 miljoen 1,691 miljard 12,5 miljoen
Bevolking jonger dan 15 jaar 46 % 33 % 17 %
Bevolking ouder dan 65 jaar 3 % 5 % 17 %
Geboortes per 1.000 45 23 12
Sterfte per 1.000 17 7 10
Kindersterfte per 1.000 levende geboortes 111 50 3,4
Levensverwachting 49 jaar 64 jaar 80 jaar
Bevolking met minder dan 2 USD per dag 80 % 76 % geen gegevens
Gehuwde vrouwen van 15-49 die
voorbehoedsmiddelen
18 % 54 % 75 %
Vruchtbaarheid 4,7 2,6 1,8
Bevolking in verstedelijkt gebied 36 % 29 % 99 %
Geschatte bevolkingsgroei van 2011 tot 2050
Vruchtbaarheid:
Laag
Medium
Hoog
Geen gegevens
AFRIKA1.051 > 2.300
+119 %
LATIJNS-AMERIKA (& CARAÏBEN)
596 > 746
+25 %
EUROPA740 > 725
- 2 %NOORD-AMERIKA
346 > 470
+36 %
THEMATISCHE FICHE
BEBEBEBEBEBEBEBEBEBEBEBEBEVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKINININININININININININININGGGGGGGGGGGGG
16 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
RUBRIQUE
zwijgen van de voedselvoorziening. Niger en Zambia
zien hun bevolking zelfs meer dan verdriedubbelen
tegen 2050.
Kans: De immense hoeveelheid jongeren beteke-
nen een enorme werkkracht die voor de armste
landen een sprong voorwaarts kan betekenen.
Tenminste, als ze een baan vinden. Er is dus nood
aan meer onderwijs en werk, en minder corruptie.
Krijgen de jongeren geen kansen, dan vormen ze
een tijdbom.
VERGRIJZINGIn de meer ontwikkelde landen - Europa, Japan,
Australië, Canada… - veroudert de bevolking snel.
Vandaag zijn er nog 4 werkende volwassenen per
oudere, in 2050 zullen dat er slechts 2 zijn. Een
op drie mensen zullen ouder zijn dan 60 jaar. Er
zijn maatregelen nodig om de maatschappij draai-
ende te houden, onder meer door de ouderen lan-
ger actief te houden. Migratie vanuit landen met
hoge(re) vruchtbaarheid zal meer dan welkom zijn.
Uiteindelijk zal de bevolking over de hele wereld
verouderen.
Kans: Ouderen zijn – misschien – wijzer, groener en
bezadigder, minder vatbaar voor consumptiegrillen.
MIGRATIENu al wonen 214 miljoen mensen buiten hun geboor-
teland. Een bevolkingsexplosie in de armste landen
zal onvermijdelijk een aanzuigeffect hebben naar de
rijkere landen toe. Vaak verlaten de hoogst opgelei-
den de arme landen omdat ze er geen degelijk werk
vinden: brain drain (hersenvlucht).
Kans: Vandaag houdt Europa de migranten liever
buiten. Voor een verouderende bevolking zullen
migranten nochtans onmisbaar zijn om het tekort
aan werkkrachten aan te vullen. Voor arme landen
kunnen de “landgenoten die het gemaakt hebben in
het buitenland” ook gunstig zijn. In 2010 stuurden
ze 262 miljard euro op, naast inspirerende ideeën.
VERSTEDELIJKINGVandaag al woont de helft van de wereld in verste-
delijkte gebieden. Dat betekent niet noodzakelijk dat
al die mensen in megasteden hokken. 'Stedelingen'
wonen vooral in kleine steden en dorpen. Vandaar dat
in België 99% in verstedelijkt gebied woont! In India,
met megasteden zoals Mumbai en Delhi, leeft toch
nog 70% op het platteland.
De grootste bevolkingsaangroei gebeurt op dat
platteland. Maar plattelandbewoners trekken er wel
massaal weg. In India zal in 2050 minder dan 50%
op het platteland leven. China en Nigeria zien hun
stadsbevolking van 50% vandaag toenemen tot ruim
70% in 2050.
Als plattelanders terecht komen in sloppenwijken,
wordt het leven vaak doffe ellende. Dikwijls ontbre-
ken er sanitaire voorzieningen en lopen de bewoners
gemakkelijk een besmettelijke ziekte op. Vandaag
wonen 828 miljoen mensen in sloppenwijken. Het
aantal 'slumbewoners' zal blijven stijgen, maar wel
minder snel dan de totale stadsbevolking.
80+75-79
70-74
65-69
60-64
55-59
50-54
45-49
40-44
35-39
30-34
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0-4
10 8 6 4 2 0 2 4 6 8 10 10 8 6 4 2 0 2 4 6 8 10
Leeftijd- en geslachtspiramide
Oeganda 2010
Leeftijd- en geslachtspiramide
Duitsland 2009
MANNELIJK VROUWELIJK MANNELIJK VROUWELIJK
Oeganda heeft een heel jonge bevolking, die
slechts heel geleidelijk zal verouderen.
In Duitsland zijn de veertigers vandaag in
de meerderheid. Dat zijn de 80-plussers van
2050.
CHINA1.346 > 1.313
- 2 %
OCEANIË37 > 62
+68 %
AZIË (ZONDER CHINA)
2.870 > 3.971
+38 %
THEMATISCHE FICHE
© U
N P
ho
to b
y K
ibae P
ark
Bron : United Nations Population Division
BEBEBEBEBEBEBEBEBEBEBEBEBEVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKINININININININININININININGGGGGGGGGGGGG
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 17
Kans: Mensen in steden doen spontaan aan geboor-
tebeperking. Vrouwen in steden gaan immers uit wer-
ken om te overleven, dus is er minder tijd om voor
kinderen te zorgen. Bovendien hebben ze geen kin-
deren meer nodig om het veld te bewerken. Ondanks
de ellende blijven mensen voor steden kiezen omdat
ze er gemakkelijker een baantje vinden. Steden lenen
zich ook beter voor dienstverlening (gezondheids-
zorg…) dicht bij de mensen.
CONSUMPTIEMeer mensen betekent meer consumptie. Ze ver-
bruiken meer water, voedsel, energie en grond-
stoffen. De bevolking groeit echter het hardst in de
armste landen, waar mensen weinig verbruiken. Dé
grote verbruikers zijn de rijke industrielanden. Maar
opkomende landen zoals China, Brazilië en India
benen met rasse schreden het niveau van de rijke
landen bij. Meer consumptie houdt meestal ook in:
meer vervuiling en broeikasgassen zoals koolzuur-
gas of CO2. Nu al zijn vele steden in China nauwe-
lijks leefbaar door de luchtvervuiling. CO2-uitstoot
zwengelt de klimaatverandering aan. Vandaag is 7%
van de wereldbevolking – de rijkste half miljard men-
sen - verantwoordelijk voor de helft van de CO2-
uitstoot. De armste 50% neemt slechts 7% van de
uitstoot voor haar rekening.
OPLOSSINGEN
BEVOLKINGSGROEI REMMENChina heeft met zijn eenkindpolitiek een geboortebe-
perking onder dwang uitgevoerd. Tegenwoordig meent
men dat alleen een vrijwillige gezinsplanning echt werkt.
Vrouwen zijn de voornaamste doelgroep. Want als alle
vrouwen zelf zouden kunnen beslissen over hoeveel
kinderen ze wensen, zakt de vruchtbaarheid spontaan
onder het vervangingsniveau van 2,1.
Er is dus nood aan:
(1) Degelijk basis en secundair onderwijs voor
meisjes (en jongens) met inbegrip van seksuele voor-
lichting. Hoe beter opgeleid, hoe kritischer vrouwen
hun eigen keuzes maken. Ze moeten wel vrij beslis-
singen kunnen nemen en niet onder druk staan van
echtgenoot, familie of samenleving. Gezagsdragers
moeten geboortebeperking promoten.
(2) Betaalbare en beschikbare voorbehoedsmid-
delen om gezinsplanning mogelijk te maken. Ook
jongeren moeten er toegang toe krijgen. In veel
Afrikaanse landen zijn de 14-16-jarigen seksueel
actief, of ze huwen al. Toch kunnen ze enkel bij een
dokter voorbehoedsmiddelen krijgen, vergezeld
van een ouder.
(3) Een degelijke gezondheidszorg waardoor de
kindersterfte en de moedersterfte kan dalen. De
lagere kindersterfte doet de bevolking aanvankelijk
toenemen. Maar het zet de vrouwen wel aan minder
kinderen te hebben. Een lagere kindersterfte is een
uitstekende geboorteremmer.
(4) Economische ontwikkeling in het Zuiden.
In veel landen ging een toenemende welvaart
gepaard met een dalend geboortecijfer. Er is wel
geen noodzakelijk verband. Zo heeft een arm land
als Bangladesh nu al een lage vruchtbaarheid door-
dat vrouwen werden opgeleid en voorbehoedsmid-
delen toegankelijk zijn.
(5) Financiële steun van donoren. De laatste jaren
geven donoren minder steun aan gezinsplanning.
België blijft in elk geval de activiteiten van het VN-
bevolkingsfonds (UNFPA) ondersteunen. In 2011
schonk ons land 5,5 miljoen euro.
ANDERS CONSUMEREN EN GROEN ONTWIKKELENHet Zuiden heeft recht op ontwikkeling, al is die best
zo ‘groen’ mogelijk. Het Noorden moet radicaal
anders consumeren: minder verspilling, meer recy-
clage, hernieuwbare alternatieven. Zuinig omspringen
met voedsel, water, energie en grondstoffen is hoogst
noodzakelijk. Alleen zo kan de aarde de verwachte 10
miljard mensen dragen.
CHRIS SIMOENS
Ruimte vormt niet het grootste probleem. Wel de behoefte aan water, voedsel, energie en grondstoffen.
THEMATISCHE FICHE
ONLINEwww.unfpa.org
www.prb.org
© w
ikim
ed
ia.c
om
mo
n
© U
N P
ho
to b
y K
ibae P
ark
BEBEBEBEBEBEBEBEBEBEBEBEBEVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOVOLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKLKINININININININININININININGGGGGGGGGGGGG
18 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
Migranten uit Lesoto spelen
traditionele muziek in een
leegstaand kantoorgebouw (Dark
City, Johannesburg, Zuid-Afrika).
© P
ep
Bo
net
© S
tanle
y G
reene
FOTOREPORTAGE
HET VERBORGEN LEVEN VAN DE
828 miljoen men-sen in slop-penwijken. Genesteld in
de schaduw van rijke stadszones, ontbreken er dikwijls sanitaire voorzieningen en lopen de bewo-ners gemakkelijk een besmettelijke ziekte op. In 2011 bezochten vijf topfotografen diverse sloppenwij-ken, waar Artsen zonder Grenzenwerkzaam is. Een impressie.
WWW.URBANSURVIVORS.ORG
WWW.MSF-AZG.BE
De sloppenwijk Kamrangirchar
(Bangladesh) is gebouwd op een
vuilnisbelt. Er wonen 400.000 mensen
op 3 km². Aan de overzijde van de rivier
ligt de hoofdstad Dhaka.
VANDAAG WONEN
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 19
© J
on
Lo
wen
ste
in©
Sta
nle
y G
reene
Zicht op Martissant, Port-au-Prince (Haïti),
een sloppenwijk die sterk te lijden heeft
onder bendegeweld.
Veel families in Kamrangirchar wonen in wankele hutten,
gebouwd op houten palen. Door de overbevolking en de
hoge huurprijzen moeten de armen hun huizen bouwen op
het water of op de oevers van de rivier waar ze onderhevig
zijn aan overstromingen.
20 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
Een vrouw bedekt haar hoofd met een hoofddoek
in Kibera (Nairobi, Kenya). De bewoners kampen er
met een schrijnend gebrek aan hygiëne, drinkwater
en sanitaire voorzieningen.
De Oegandaspoorlijn – aangelegd onder Brits koloniaal bestuur en
plaatselijk gekend als de gekkentrein – passeert door het centrum
van Kibera (Nairobi, Kenya). De krotten staan dicht op elkaar gepakt
en de spoorweg is de voornaamste verkeersader voor de bewoners,
die vaak op de rails lopen. De trein stopt nooit in Kibera, maar hij
vertraagt wel om de mensen toe te laten er op en af te springen.
© F
rancesco
Ziz
ola
© F
rancesco
Ziz
ola
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 21
In oktober 2011 heerste er een opgewekte stemming op een malariacongres in Seattle:
er was een werkzaam malariavaccin op komst. En dan nog dankzij onderzoekers
in België. Is malaria binnenkort uit de wereld? We klopten aan bij Prof. Marc Coosemans
van het Instituut Tropische Geneeskunde voor tekst en uitleg.
Vaccin biedt hoop in strijd
tegen malaria
De vruchtvan een
TITANENWERK
Onddndankanks s ddddddde ve ve e vvoorooroororooro uituituituituituiu gagangangagaangannanannng gg g sg sg sg ssg sg sssgg terteterterterterrftfttt t ftff
oooookk vaandandaag ag nognogognoggo elelee ke keke ke keek minminminnnminmiinnmminnm nuuuuuuutuuttu tttu eeeeeeennnnnnnn
kinnk d ad anan mmmmmmalmalma ariariariariar a,a,aa eeneeneeneeneen zizzizizizizizizizizziziziekeekektekekektktktktekekteeeke e de de de de ieieieee eeeei
gemgemg akkak eliijkjkkkk k kkk k te te te te ee voovoovoovoovoovvoo rkorkorkorkorkorkoomenmenmenmemenmemeemenmemenmmmee enenenenene ttteeeeeeteet
bbehbehhbehbehbehehb andandandandandandandanddanda eleeleeleeeleeleelelen in in in in ss.sss.ss.....
© A
rne H
oel /
The W
orld
Bank
22 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
Het vaccin RTS,S is inderdaad veelbelovend”, bevestigt Coosemans. “Maar de proe-ven zullen pas eind 2014 afge-
rond worden.” Onderzoekers bestudeer-den hoe 15.460 kinderen in 7 Afrikaanse landen op het vaccin reageren: een groep tussen 6 en 12 weken oud, een andere tussen 5 en 17 maanden oud. De oudste kinderen kregen op een jaar tijd 56% minder malaria-aanvallen en 47% minder levensbedreigende malaria. Men mag dus verwachten dat malaria sterk zal afnemen als het vaccin in 2015 kan worden ingezet. Inenting zal gebeuren bij zuigelingen van enkele weken oud. “Omdat ze nog geen tolerantie hebben opgebouwd, zijn ze het meest gevoelig voor malaria. Voor reizigers is het vaccin zeker niet bedoeld.”
Complexe cyclus“Toch kan één enkel vaccin malaria nooit volledig uitroeien”, legt Coosemans uit. “Dat heeft te maken met de complexe levenscyclus van de malariaparasiet.” Als een parasiet via een muggensteek in het bloed van een mens terechtkomt, nes-telt hij zich binnen het half uur binnenin een levercel. De parasiet is dus maar een korte tijd 'naakt' aanwezig in het bloed. Daarom is het voor het afweerstelsel van de mens zo moeilijk om de parasiet te her-kennen als 'niet-ik' en hem onschadelijk te maken. RTS,S draagt een eiwit dat ook op de naakte parasiet voorkomt. Zo kan het menselijk lichaam de naakte parasiet vlot herkennen en tijdens de luttele minuten na de muggensteek uitschakelen. Ook kan het vaccin een leger 'soldatencellen' optrommelen om de aangetaste levercel-len te vernietigen.RTS,S is het eerste malariavaccin dat al aan grootschalige veldtesten toe is. Nog een 16-tal andere vaccins zitten in de pijplijn. Sommige daarvan richten zich op andere fazen in de cyclus van de parasiet. Zo is er een uiterst korte naakte periode als een levercel volgepropt met
parasieten openbarst en deze bliksem-snel een rode bloedcel binnenduiken. En zijn er de geslachtelijke vormen van de parasiet, die de mug bij het opzuigen van mensenbloed opneemt en zorgen voor de verspreiding.
Titanenwerk“Een dergelijk vaccin ontwikkelen is een echt titanenwerk”, zucht Coosemans. “Al sinds de jaren 80 werkt GlaxoSmithKline (GSK) – meer bepaald de afdeling in Rixensart, Waals-Brabant – aan het vaccin. Na de eerste veldproeven in 2004 werd het vaccin al aangekondigd, en vandaag zijn we er nog niet helemaal.”In wezen gaat het onderzoek nog verder terug. “In de jaren 60 werkte Prof. Vincke van het ITG een model uit voor knaagdier-malaria. Daarop hebben de Amerikanen voortgebouwd om een vaccin te ontwikke-len, waarna ook GSK op de trein gespron-gen is.”Tot nu toe heeft GSK al 300 miljoen euro in het vaccin geïnvesteerd. Het wil enkel de productiekosten dekken, en de winst herinvesteren in onderzoek. “Het is nor-maal dat ze geen verlies willen lijden, er gelden nu eenmaal economische regels”, zegt Coosemans. “Daarom kan een com-mercieel bedrijf nooit op zijn eentje een betaalbaar vaccin voor de armen op de markt brengen. De publieke sector moet bijspringen.” Zo heeft de Bill & Melinda Gates Foundation 200 miljoen euro bij-gedragen voor de veldtesten, waar ook het ITG aan meewerkt. Het Global Fund to fi ght AIDS, Tuberculosis and Malaria zal op zijn beurt het vaccin voldoende goed-koop aanbieden.
“
Door RTS,S kan het
menselijk lichaam de
naakte parasiet vlot
herkennen en tijdens
de luttele minuten
na de muggensteek
uitschakelen.
GEZONDHEID
Een vaccin op zich
volstaat niet. We zullen
altijd een arsenaal
aan wapens nodig
hebben om malaria te
bestrijden.
PROF. COOSEMANS
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 23
© J
ustine M
ontm
arc
he /
IR
D
ArsenaalDoor de complexe levenscyclus kun-nen vaccins slechts één wapen zijn voor malariabestrijding. Wat zit er nog in het arsenaal?
Behandelen van zieken
Jarenlang gebruikte men chloroquine. “Maar als je de malariaparasiet met slechts één enkel medicijn bestrijdt, lok je resis-tentie uit. 'Monotherapie' is uit den boze.”Tegenwoordig is artemisinine aan zet, dat samen met een ander product toe-gediend wordt (Artemisinin Combined Therapy). De behandeling is duurder, maar veel duurzamer. Toch is er op de grens van Cambodja met Thailand resis-tentie vastgesteld, wellicht omdat daar al te lang artemisinine in monotherapie gebruikt werd. “We zetten nu alles in om daar de malaria volledig uit te roeien en de resistentie in de kiem te smoren.” Ook een betere en snellere diagnose is van groot belang bij de behandeling.
Voorkomen
Je voorkomt malaria door muggenbeten te vermijden. Dat kan onder meer door te sla-pen onder muskietennetten doordrenkt met een lang werkend insecticide. Mus-kietennetten staan ondertussen uitstekend op punt. Het ITG bracht daarvoor fi rma’s bijeen uit uiteenlopende branches zoals textiel en scheikunde. Vandaag bestaan er netten uit polipropyleen, een stevige kunst-vezel zoals in autozetels, waar het insec-ticide in de vezel ingewerkt is. Je mag de netten zelfs wassen, het insecticide blijft aanwezig. Grootschalig gebruik van de net-ten doet malaria met 50% dalen. “Maar er is een achilleshiel: alle hebben pyrethroide als insecticide en kunnen dus resistentie uitlok-ken. We hebben alternatieven nodig.” Zo kan men binnenshuis insecticiden verstuiven(indoor residual spraying). Daarvoor zijn wel meerdere soorten beschikbaar.
Maar muggen steken ook ’s avonds, tussen 6 en 10 uur, als de mensen nog buitenshuis toeven. “Zelfs al veroorzaken de 'avondbeten' maar 10% van de mala-riagevallen, het blijft aanzienlijk.” Tegen avondbeten kan men mugwerende stoffen (repellents) smeren. “We zoe-ken momenteel naar de beste repellents. Ook 'attractants' zijn een piste: stoffen die muggen in de val lokken.”
CrisisDoordat fors meer geld werd ingezet, is het aantal slachtoffers van malaria sinds 2000 met 25% teruggelopen. Toch vie-len in 2010 naar schatting nog steeds 655.000 malariadoden, vooral kinderen jonger dan 5 jaar. “Een volgehouden inspanning blijft nodig”, besluit Coose-mans. “Want er blijven zwakke plekken zoals de resistentie tegen artemisinine
en pyrethroide. En hopelijk zet de fi nan-ciële crisis de donoren niet aan om hun bijdrage aan het Global Fund te verlagen. Minder aandacht voor malaria kan snel de geboekte vooruitgang ongedaan maken.”In 2010 schonk België 21 miljoen euro aan het Global Fund.
CHRIS SIMOENS
• 456 werknemers onder wie 281
wetenschappers.
• 52,3 miljoen euro inkomsten.
• DGD levert 11,3 miljoen euro (DGD is 'de
locomotief die toelaat andere fi nanciering
binnen te halen').
• Taken:
- Opleiding.
- Onderzoek naar tropische ziekten:
aids, malaria, slaapziekte, ziekte van
Chagas, dierenziekten, algemene
volksgezondheid…
- Medische diensten: reisadvies,
vaccinaties, aids en tropische ziekten…
- Ontwikkelingssamenwerking:
opleiding, beleidsondersteuning,
capaciteitsversterking
van instellingen…
www.itg.be
HET INSTITUUT TROPISCHE GENEESKUNDE IN 2010
GEZONDHEID
MEER WETEN?
www.who.org > World malaria report 2011
www.malariavaccine.org
www.theglobalfund.org
© ITG
24 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
Een commercieel
bedrijf kan nooit
op zijn eentje een
betaalbaar vaccin
voor de armen
op de markt brengen.
De publieke sector
moet bijspringen.
Begin december kwam de internationale gemeenschap bijeen in Busan op het vierde
High Level Forum on Aid Effectiveness. Busan was een zoveelste scharniermoment
in de zoektocht naar doeltreffende ontwikkelingssamenwerking. Een nieuw globaal
partnerschap is het resultaat, inclusief nieuwe actoren zoals Brazilië en China.
We zetten de belangrijkste zaken op een rijtje.
1Het slotdocument Busan Partnership for Effective Development Cooperation
(Partnerschap voor Doeltreffende Ontwik-kelingssamenwerking) start met de vast-stelling dat de verhoudingen in de wereld zijn veranderd. Busan luidt een periode in waarbij we ontwikkelingssamenwerking steeds vaker in een strategische context plaatsen en nieuwe actoren betrekken, elk met hun eigen rol.
2 Intens overleg tot enkele uren voor de aanname van het slotdocument moest
nieuwe actoren zoals China, India en Bra-zilië aan boord houden. Daarmee krijgt de groeiende noodzaak om met deze nieuwe actoren in een ontwikkelingsdialoog te tre-den eindelijk een formele basis.
3 19 fragiele en door confl ict geteis-terde landen, aangeduid als de G7+,
en een groep donoren, waaronder België, willen nadrukkelijker samenwerken rond vredes- en staatsopbouw. Zij bekrachtig-den een New Deal voor Fragiele Staten. 1 op 3 partnerlanden van België bevin-den zich in een fragiele situatie.
4De deelnemers aan de conferentie verklaarden zich akkoord met de
noodzaak een standaard voor transpa-rantie te ontwikkelen en toe te passen. Daarvoor zal men gebruik maken van de expertise van de statistische werkgroep van het DAC en die van het International
Aid Transparency Initiative (IATI). Veel bij-val kreeg Hillary Clinton toen ze de toetre-ding van de VS tot het IATI aankondigde. Nieuw is de nadruk op budgettranspa-rantie door de ontwikkelingslanden.
5Er is een grotere erkenning van de rol van de civiele maatschappij.
Busan erkent dat de civiele maatschap-pij mensen de mogelijkheid geeft hun rechten op te eisen en dat ze dienstver-lening, complementair aan de overheid, aanbiedt.
6De nadruk op resultaten was alom-tegenwoordig. Busan belooft werk te
maken van naar sekse uitgesplitste data, alsook om de lokale statistische capa-citeit te ondersteunen. De uitdaging zal zijn om de juiste resultaten te viseren, want de verleiding is groot te opteren voor makkelijk haalbare en meetbare resultaten en moeilijke maar broodno-dige institutionele veranderingen links te laten liggen.
7Gastland Zuid-Korea organiseerde een forum met de privésector. Het
land zelf illustreert perfect dat econo-mische groei van fundamenteel belang is voor ontwikkeling. Busan bracht een gezamenlijke verklaring tot stand waarin de deelnemers de groeiende rol van de privésector, internationaal en in de landen zelf, in het ontwikkelingsveld
erkennen. Grote afwezigen echter waren de ondernemers uit het Zuiden.
8Het slotdocument richt zich expliciet tot de donoren die zich achter de
Verklaring van Parijs en de Accra Actie Agenda (AAA) hebben geschaard. De ontwikkelingslanden drongen aan op het verder uitvoeren van deze onafgewerkte agenda. Men vroeg aandacht voor het gebruik van de systemen van ontwikke-lingslanden bij het geven van ontwikke-lingshulp. Het belang van voorspellende data kwam ook prominent bovendrijven.
9Busan erkent de groeiende complexi-teit van de hulparchitectuur. Er is een
proliferatie aan initiatieven en hulpverstrek-kers. Meer samenwerking in de ontwikke-lingslanden en meer coherentie tussen de internationale instellingen en hun fondsen en programma’s zijn geboden.
10 Zuid-Zuid samenwerking werd erkend als een welgekomen aan-
vulling aan de meer klassieke Noord-Zuid samenwerking.
11Een gericht Gender Actieplangoedgekeurd, waaraan ook België
zijn steun betuigde.
GLOBAAL PARTNERSCHAP VERWELKOMT
NIEUWE ACTORENBusan hijst nieuwe actoren aan boord van de agenda voor
ontwikkelingssamenwerking.
TRENDS
ONLINEwww.aideffectiveness.org
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 25
Ziet iemand nog de bomen door het bos? Complexe hulparchitectuur kost de wereld hoofdbrekens en veel geld
E r komen niet alleen meer hulpverstrekkers bij, ook steeds meer initiatieven zien het licht. Deze grotere diversiteit van hulpverstrekkers biedt mogelijkheden voor meer fi nanciering, denk maar aan China die
samenwerking opzet met Afrika. En sommige nieuwe initiatieven pleiten voor een betere aanpak, zoals een grotere 'leesbaarheid' (transparantie) van de fi nanciële stromen.
WildgroeiDe keerzijde is een totale wildgroei: de architectuur van de hulp wordt heel complex. Meer en meer spelers en initiatieven profi leren zich. Nieuwe initiatieven worden her en der opgericht, zonder veel aan-dacht voor wat bestaande mechanismen en kanalen al doen. Met deze initiatieven streven donoren vaak naar meer zichtbaarheid voor een onderwerp en voor henzelf.Dit leidt tot een onzinnige complexiteit, ver-splinterd over te veel donoren en initiatieven, elk met hun eigen procedures en prioriteiten, en vaak in over-lappende relaties met elkaar. Recente studies wijzen erop dat slechts 5% van het totale hulpvolume wordt geleverd door 50% van alle hulprelaties. Met andere woorden, de helft van alle hulp-relaties brengt slechts een minieme fractie van de hulp op de been. Dat is niet alleen complex om te begrijpen en te coör-dineren, het brengt simpelweg hoge transactiekosten en een onnodige administratieve last met zich mee.Het kernprobleem van deze versplintering is dat de mandaten van spelers en initiatieven op mondiaal vlak overlappen. Dat brengt enorme, onnuttige transactiekosten met zich mee. Zo beheren meer dan 250 multilaterale agentschappen – zoals de VN, de Wereldbank en de global funds – samen een derde van alle ontwikkelingshulp.Vooral in de gezondheidssector is het probleem acuut: er bestaan bv. drie wereldinitiatieven voor malariabestrijding, evenveel voor tuberculosebestrijding, en voor elke andere ziekte is er wel min-stens één. Recent is de bestrijding van klimaatverandering met
een gelijkaardige vermenigvuldiging van nieuwe initiatieven gestart. Zelfs het grootste klimaatfonds heeft binnen zijn werking kleinere, afzonderlijke fondsen opgericht.De gevolgen zijn vooral voelbaar in het Zuiden, waar publieke instanties (regeringen, parlementen…) en niet-publieke orga-nisaties niet begrijpen waarom drie antimalaria-initiatieven in verspreide slagorde hun diensten komen aanbieden, terwijl de gezondheidsinstellingen van het land het met bijzonder weinig lokale middelen en internationale inspanningen moeten stellen. Maar ook de donorlanden zelf hebben het moeilijk met de wild-
groei, evenals de VN-organisaties of ontwikke-lingsbanken die het donorgeld investeren in de nieuwe initiatieven.Wel innoveren een aantal initiatieven door op wereldvlak een diversiteit aan noodzake-lijke ontwikkelingsactoren bijeen te brengen, zoals het bedrijfsleven, onderzoeksinstellin-gen, regeringen en ngo’s. Deze diversiteit is nodig om bijvoorbeeld de bevoorrading van
geneesmiddelen voor een bepaalde ziekte of van inentstof voor vaccinatie op wereldschaal te organiseren.
Mondiale aanpakIn het Comité voor Ontwikkelingssamenwerking (Development Assistance Committee), waar de 'klassieke' donorlanden bijeen-komen over hoe hun bijstand aan ontwikkelingslanden op peil te houden en te verbeteren, is steeds meer evidentie beschikbaar over deze problematiek. Actie is bijgevolg geboden om de com-plexiteit te rationaliseren. Enkel accommoderen van de nog steeds groeiende veelheid aan actoren en initiatieven is niet genoeg. En België stuurt deze agenda mee aan in het DAC.Een probleem op mondiaal vlak veroorzaakt, vergt een collectieve, mondiale oplossing. En die oplossing moet aangezwengeld wor-den door zij die de complexiteit hebben veroorzaakt: de donorlan-den. Maar ook grote private stichtingen, zoals de Bill en Melinda Gates Foundation, fi nancieren nieuwe kanalen en initiatieven mee. Zij moeten mee aan tafel, wil men een duurzame oplossing vinden.
Het Comité voor Ontwikkelingssamenwerking (DAC) is 50 jaar geworden. In die halve eeuw is
het aantal ontwikkelingsinitiatieven fenomenaal toegenomen. Gevolg: de huidige hulparchitec-
tuur is te complex, zowel voor ontwikkelingslanden als voor donoren. Tot 25% van de waarde
van de hulp gaat daardoor verloren. Een rationalisatie dringt zich op. De donoren die de versnip-
pering hebben veroorzaakt, roepen nu op tot actie.
50% van alle hulprelaties leveren slechts 5% van het hulpvolume.
26 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
Hulparchitectuur is geen specifi ek thema in het Actieplan voor Ontwikkeling van de G20. Niet verwonderlijk, want grote niet-tra-ditionele donoren zoals China of India zijn lid van de G20, maar niet zeer verbonden aan de oorsprong van de huidige hulparchi-tectuur. Wel is het opgenomen door Frankrijk als voorzitter van de G7 en in het rapport van de Deauville-bijeenkomst van de G20 weerspiegeld. En in het uitkomstdocument van de conferentie over doeltreffende ontwikkelingssamenwerking in Busan, Korea, kwam de complexe hulparchitectuur prominent aan bod.Kan de VN helpen? Misschien weinig. Om een wereldwijd pro-bleem zoals de hulparchitectuur aan te pakken, zijn een goed uit-gebouwde dialoogstructuur en vertrouwenwekkende inspannin-gen nodig. Een wereldlidmaatschap zoals in de VN geeft legitimiteit en mandaat, maar de VN is vaak gekenmerkt door verklaringen van landen en blokpositionering tussen de grote landenblokken (EU, ontwikkelingslanden, VS, etc.). Dit vormt niet het stramien voor
ONLINEwww.oecd.org/dac
Als hulpstromen slecht gepland en niet voorspelbaar zijn, gaat tot 25% van de waarde ervan verloren.
TRENDS
de vertrouwensdialoog die nodig is voor het oplossen van de hulparchitectuur. En de VN is ook deel van het probleem: er is een veelheid aan programma's en projecten onder de VN-organisaties opgezet in New York. Een pak daarvan zijn lovenswaardig, maar vaak overlappend met elkaar of met wat elders wordt gefi nancierd. Ook bij de Wereldbank vindt men een gelijkaardige situatie.
DAC: Comité voor OntwikkelingssamenwerkingVermits de klassieke donoren, verenigd in het DAC, voor het grootste deel aan de basis liggen van de complexiteit, hebben ze ook de morele plicht om deze te rationaliseren. Het DAC heeft dat recent collectief erkend, en het beschikt ook over de juiste instrumenten - statistische gegevens over de hulp van zijn leden - en een open dialoogstructuur om ontwikkelingssamenwerking effi ciënter te laten verlopen.Vijftig jaar geleden is het DAC opgericht als forum voor Westerse donorlanden om van elkaar te leren en invloed op elkaar uit te oefenen, om zo tot betere hulp te komen. Niet verwonderlijk dat dit forum al diverse belangrijke hulpdoelstellingen en -princi-pes heeft opgeleverd: de kiemen van de Millenniumdoelen in de jaren negentig, en in het laatste decennium de Rome en Parijs Verklaringen over doeltreffende hulp, de principes voor goed engagement in fragiele staten, etc. Daarbij zijn de VN, de Wereld-bank en het IMF observerende leden die - ondanks hun status - actief deelnemen aan de debatten.Recent besloot het DAC om zich open te stellen voor de ontwik-kelingslanden zelf, en andere actoren en fi nancierders in ontwikke-lingssamenwerking, zoals de Bill en Melinda Gates Foundation, regi-onale ontwikkelingsbanken en nieuwe donorlanden zoals China, Indië of Brazilië. Precies deze die ook in de veelheid van nieuwe
initiatieven her en der lid zijn.Begin december dacht men op de con-ferentie in Busan verder na over hoe ontwikkelingssamenwerking doeltreffen-der te maken. De versnippering van de hulparchitectuur was er een belangrijk thema. Rationalisatie en de vermindering van transactiekosten staan nu bovenaan de wereldagenda. We beseffen dat we kritischer moet kijken naar wie wat doet en waarom. Dat doen we best per sec-tor, zoals voor de eerder aangehaalde gezondheidszorg en klimaatverandering. De zoektocht naar daadwerkelijke oplos-singen staat in de startblokken.
MARTINUS DESMET
DAC-afgevaardigde voor België
(EU, ontwikkelingslanden, VS, etc.). Dit vormt niet het stramien voor
ONww
Als hulpstromenslecht gepland en nietvoorspelbaar zijn, gaattot 25% van de waardeervan verloren.
Vijftig jaar geleden is het DAC opgericht alCdonorlanden om van elkaar te leren en inoefenen, om zo tot betere hulp te komen. Ndit forum al diverse belangrg ijjke hulpdp oelpes hhe feftt opgelleve drd: dde kkiiemen van dde MMjaren negentig, en in het laatste decenniuVerklaringen over doeltreffende hulp, deengagement in fragiele staten, etc. Daarbij bank en het IMF observerende leden die- actief deelnemen aan de debatten.Recent besloot het DAC om zich open te sCkelingslanden zelf, en andere actoren en fi nalingssamenwerking, zoals de Bill en Melinda onale ontwikkelingsbanken en nieuwe donIndië of Brazilië. Precies deze die ook in de
initiatieven her en dinitiatieven her en dBegin december dferentie in Busan ontwikkelingssameder te maken. Dehulparchitectuur wthema. Rationalisatvan transactiekostde wereldagendakritischer mmoet kijkenn waarom. Dat dtor, zoals voor degezondheidszorrg eDe zoektocchtht naar singen staat in de s
D
© S
erg
e D
ehaes
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 27
Diagnoses uit het Zuiden
Groeipijnen
Terwijl de economische motor in het Westen sputtert, zijn het momenteel de opkomende eco-
nomieën die de wereldwijde groei aanvoeren. En dat op een moment dat er stemmen opgaan
over ‘ontgroeiing’. Een goede reden om eens over het muurtje te kijken. Welke ideeën houden
ze er in India en Bangladesh zelf op na over het dogma van de groei?
Groei is cruciaal om de uitdagingen van voedselzekerheid en armoedebestrijding in het Zuiden aan te kunnen. Maar deze groei moet gebeuren op een duurzame manier. Zomaar het westers model overnemen kan niet alleen de hele planeet overbelasten, maar ook de eigen ontwikkeling en groei van het Zuiden in het gedrang brengen.”
MOHAMMAD JAHANGIR ALAM
PROFESSOR, MYMENSINGH, BANGLADESH
Ik denk niet dat een economie zonder groei mogelijk is.”
M. J. A.
Materieel en immaterieel welzijn hoeven niet met elkaar in tegenspraak te zijn. Het gaat erom ze tegen elkaar af te wegen, zodat ze uiteindelijk samengaan.”
M. J. A.
De armen bezitten de traditionele kennis die van binnenuit is ontstaan, maar de rijken hebben de moderne westerse technologieën. Dat wordt een acuut probleem. Ontwikkeling in het algemeen, en van de technologie in het bijzonder, moet rekening houden met deze traditionele kennis en met het vermogen van de armen ermee om te gaan.”
M. J. A.
Mensen in het Zuiden hebben evengoed een kapitalistische refl ex. En we zien dat de kloof tussen arm en rijk breder wordt en de middenklasse verdwijnt. De huidige kapitalistische visie in het Westen en het Zuiden is niet in staat voldoende welzijn en sociale samenhang te verzekeren. De kapitalistische refl ex en de westerse modellen bevoordelen immers vooral de hogere klassen, wat uiteindelijk de kloof doet verwijden en sociale confl icten kan voortbrengen.”
M. J. A.
28 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
De overheersing van de neoliberale economische systemen - in handen van krachten waarop gewone mensen geen zicht of controle meer hebben zoals speculatieve fondsen – dienen de belangen van enkelen ten nadele van het collectieve welzijn. Dat is vandaag het centrale probleem!”
M. A.
Onze systemen van bestuur en economie, op wereldvlak en nationaal, worden steeds minder geschikt om de alomvattende problemen de baas te kunnen waarmee de gemeenschap en het individu geconfronteerd worden. Het wordt tijd dat de wereldwijde familie van mensen opnieuw de basis opzoekt van menselijk samenleven, dat de dynamiek van gemeenschappen van mensen nieuw leven wordt ingeblazen.”
MANU ALPHONSE
DIRECTOR SOCIAL WATCH, TAMIL NADU, INDIA
Het concept 'Bruto Nationaal Product' is al lang niet meer de juiste manier om de levenskwaliteit te meten, of als draagstel te dienen voor natuurlijke hulpbronnen en technologie.”
M. A.
Een “nieuwe economie” of een ”economie zonder groei” zal maar voordeel opleveren voor de wereldwijde familie van mensen indien het louter economische ook plaats ruimt voor een beschavingsgerichte en globale ethiek van Bestuur en Politieke Economie, en voor onze gezamenlijke, maar tegelijk geschakeerde verantwoordelijkheden als leden van één wereldwijde familie van mensen.”
M. A.
De groeilanden als China en India leren nauwelijks iets van de ervaringen van Europa en Amerika, die een aanzienlijke teloorgang in beschaving doormaken. Niet alleen bij de onbedachtzame vernietiging van natuurlijke rijkdommen, maar ook in de onwil te begrijpen dat de voordelen van materiële vooruitgang door iedereen moeten gedeeld worden. Bovendien moeten ze elke mens, hoe klein of machteloos ook, het recht kunnen verlenen over de richting en inhoud van zijn leven en levensonderhoud te beschikken, en daartoe de nodige ruimte en mogelijkheden voorzien.”
M. A.
Bron
: IM
F G
lob
al E
cono
mic
Out
look
ECONOMIE
OPKOMENDE ECONOMIEËN
WERELD
INDUSTRIELANDEN
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 29
Puntkomma
I n 2008 tekende België een samen-werkingsprogramma met de Pales-tijnse Autoriteit van 50 miljoen euro. Daarbij lag de nadruk op onderwijs
en lokaal bestuur.Op 23 november 2011 werd op de Gemengde Commissie te Ramallah een nieuw 4-jarig Samenwerkingsprogramma ondertekend van 71,6 miljoen euro. Het nieuwe programma beloopt dus ruim 20 miljoen euro (40%) meer dan het vorige en kiest voor continuïteit, door aanwezig te blijven in dezelfde twee concentratiesec-toren: onderwijs en lokaal bestuur.
Onderwijs en lokaal bestuurMet de 33 miljoen euro voor onderwijs zullen vooral scholen worden gebouwd en de kwaliteitsverbetering van het onder-wijs worden ondersteund. Deze hulp zal worden verstrekt via de Joint Financing Agreement en het Strategisch plan voor de ontwikkeling van het onderwijs.De 20 miljoen euro voor lokaal bestuur moet de lokale Palestijnse overheden in staat stellen hun eigen ontwikkelingsbe-leid effectief uit te voeren aan de hand van het Municipal Development Program. Dat plan moet leiden tot de heropleving van
de lokale economie. In deze sector zal ook gewerkt worden aan de regeneratie van historische dorpskernen.Voor de gedelegeerde samenwerking (14 miljoen euro) werden vier interven-ties voorgesteld: 9 miljoen euro steun voor armoedebestrijding via het PEGASE-fonds van de Europese Commissie, bijdra-ges voor rioolwaterverwerking in Gaza via de Wereldbank, een milieuproject van UNDP, en een interventie van UN-Habitat in Oost-Jerusalem. België vindt het belang-rijk, net als de EU, om aanwezig te zijn in alle regio’s van Palestina, dus ook in zone C op de Westelijke Jordaanoever, in Oost-Jeruzalem en in de Gazastrook.Buiten de bilaterale samenwerking met de Palestijnse Autoriteit via het Samen-werkingsprogramma, verleent België ook aanzienlijke financiële steun aan de Palestijnse Gebieden via UNRWA (het VN-agentschap voor de Palestijnse vluchtelingen in de regio), humanitaire hulpacties en ngo’s.
De Belgische Ontwikkelingssamenwerking heeft
een nieuw Samenwerkingsprogramma voor 2012-
2015 afgesloten met de Palestijnse Autoriteit. In de
volgende vier jaar zal 71,6 miljoen euro gaan naar
voornamelijk onderwijs en lokaal bestuur. Daarmee
verzekert België de continuïteit met zijn vorige
ontwikkelingsinspanningen in de Palestijnse Gebieden.
Nieuw Samenwerkingsprogramma
tussen België en de Palestijnse Autoriteit
© D
GD
/ E
lise P
irso
ul
30 JANUARI-FEBRUARI 2012 I dimensie 3
Naast de opwarming van de aarde tegengaan, is voor ontwikkelingssa-menwerking de opvol-
ging van het klimaatverdrag vooral van belang voor: aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, maatregelen tegen ontbossing, trans-fer van kennis en technologie, en de fi nanciering van dat alles.Durban ging wel van start met het Groene Klimaatfonds, dat tegen 2020 een deel van de beloofde 100 miljard dollar per jaar zal moeten verzame-len, om de ontwikkelingslanden te beschermen tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Voorlopig beheren het secretariaat van het kli-maatverdrag en de Global Environ-ment Facility gezamenlijk het fonds. Een comité met vertegenwoordigers uit Noord en Zuid zal toezien op de geldstromen.Een gelijkaardig comité zal de wereldwijde inspanningen voor aanpassing opvolgen. De ontwik-kelingslanden zullen nationale aan-passingsplannen opmaken om hun kwetsbaarheid voor klimaatver-andering te verminderen. De meest kwetsbare landen zouden beter beschermd worden tegen schade door extreme weersomstandighe-den. Durban boekte weinig vooruit-gang voor REDD+, een instrument om de uitstoot door ontbossing tegen te gaan, en stelde een beslis-sing over de fi nanciering ervan uit tot de volgende conferentie.
De Belgische Ontwikkelingssamen-werking heeft in 2010 en 2011 tot hier-toe 60 miljoen euro geschonken via verschillende klimaatfondsen en de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingssamenwerking om de meest dringende noden in het Zuiden te lenigen. Ook de Vlaamse en Waalse gewesten deden al een duit in het zakje.Sinds 2008 doet de Belgische Ont-wikkelingssamenwerking steeds meer inspanningen om haar activi-teiten klimaatvriendelijk te maken. Het onderzoeksplatform KLIMOS(KUL, VUB, UA, UGent, KAHO) helpt haar een klimaatbeleid uit te bouwen. België investeerde ook in klimaatgerelateerde sectoren: hernieuwbare energie, landbouw, watervoorziening en bosbouw.
Na marathonberaadslagingen besliste de
klimaatconferentie in Durban om de opvolger van
het Kyoto-protocol uit te stellen tot 2015. Dat is
de internationale overeenkomst tussen de EU en
enkele andere staten om de wereldwijde uitstoot
van broeikasgassen terug te dringen. Landen zoals
Canada, Japan en Rusland stappen uit het Kyoto-
protocol zolang grote vervuilers als China en de VS
niet meedoen. De opwarming van de aarde beperken
tot 2°C lijkt wel erg veraf.
Hoe kan Centraal-Afrika zichzelf blijven voeden ?Zonder grootschalige duurzame intensivering
en vernieuwing van de landbouw gaan Burundi,
Rwanda en DR Congo weer moeilijke jaren
tegemoet. Dat was de noodkreet op een
landbouwcongres in Kigali (Rwanda) in oktober
2011. Maar er is een oplossing: geïntegreerd beheer
van de bodemvruchtbaarheid.
Nteranya Sanginga, directeur van de internationale
landbouwonderzoeksinstelling IITA, stelde het scherp: “Als de grond
de bevolking niet kan voeden, gaan we terug naar een situatie van
oorlog – oorlog om voedsel, oorlog om ruimte.” De Grote Meren
zijn inderdaad de dichtst bevolkte regio van zwart Afrika. Voorlopig
zijn de temperatuur en de regenval er gunstig voor de landbouw.
Toch lijdt 40% van de gezinnen er regelmatig honger.
Dat de productie moet opgedreven worden, daarover was iedereen
het eens. Maar hoe? Massaal kunstmest inzetten? Zich behelpen
met organische mest, waarvan er meestal te weinig voorhanden
is? Het consortium CIALCA – de organisator van het congres –
stelde het 'Geïntegreerd beheer van de bodemvruchtbaarheid'
(ISFM) voor als oplossing. Verbeterde zaadvariëteiten krijgen de
beschikbare organische mest, samen met zorgvuldig afgewogen,
kleine hoeveelheden kunstmest. Gewassen worden door elkaar
geplant. Bijvoorbeeld rijen maïs, afgewisseld met bonen die
stikstof in de bodem brengen. Op die manier kunnen boeren de
vruchtbaarheid van hun grond verhogen, en terzelfder tijd meer
voedsel kweken. Bovendien is de benadering betaalbaar voor arme
boerengezinnen. Via boerenorganisaties en ngo’s kon CIALCA al
talloze boeren voorlichten. Ruim 55.000 gezinnen in de drie landen
passen al ISFM toe. Hun voedselzekerheid en inkomen gingen
aanzienlijk vooruit.
CIALCA is een consortium van drie internationale
landbouwonderzoeksinstellingen (IITA, CIAT en Bioversity
International) dat, met de steun van de Belgische
Ontwikkelingssamenwerking, de landbouw in Centraal-Afrika
wil verbeteren.
ONLINEwww.cialca.org
ONLINEwww.cop17-cmp7durban.com
Lauwe resultaten voor een brandend probleem
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2012 31
ONLINEwww.salondesvacances.eu
ONONONONONONONONONONONNONONONONOONOOOOONOOOONNONNNOOOOOOOOOONONOOOOOO LILILILILILILILILILILILILILILLLILILLIILILIINENENENENENENNNENENENNENNENNENNNEENENENNNNNNNNwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwww wwwwwwwwwwwwwwwww .sa.sa.sa.sa.sa.sasa.sa.ssasa.s lonlonlonnonolonlonlonononoondesdesdesdesdesdesdesdesesdessdessssvacvacvacvacvacvacvavacvacvacvacaaaaavacaaaaavv ancanancancancancancanancncncnccccces.es.es.es.es.eseeses.esess.esee eueueuueueuueueee
zonder zorgen
De zomer van 2011 ligt al ver achter ons en u hebt ongetwijfeld zin om eropuit te trekken...
Zit u verlegen om ideeën? Afspraak in het Vakantiesalon waar de Belgische Ontwikkelingssa-
menwerking u opwacht. Omdat sommige bestemmingetn in een ontwikkelingsland gelegen
zijn, geeft zij u tips voor een duurzamere reis die de plaatselijke bevolking respecteert.
VAKANTIESALON
VAN 2 TOT 6 FEBRUARI 2012
FEDERALE STAND
DE BELGISCHE
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Paleis 7
Omdat een gewaarschuwd rei-ziger er twee waard is, zal ook de Federale Overheids-dienst Buitenlandse Zaken,
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssa-menwerking deelnemen om al uw vragen te beantwoorden over reisadvies, visa, inentingen, duurzaam reizen, enz.
De Belgische Ontwikkelingssamenwer-king wil van deze gelegenheid gebruik maken om bezoekers interactief te infor-meren en te sensibiliseren over ontwik-kelingssamenwerking. Sommige reizi-gers vertrekken misschien naar een van de 18 ontwikkelingslanden waarmee we samenwerken. Daarom vindt u tijdens de hele beursperiode op onze stand infor-matieve en ludieke animatie om deze landen beter te leren kennen. Afspraak in Paleis 7 vanaf 2 februari.
ONLINEwww.vakantiesalon.be
met de Belgische Ontwikkelingssamenwerking
DGD - DIRECTIE-GENERAAL
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Karmelietenstraat 15 • B-1000 Brussel
Tel. +32 (0)2 501 48 81 • Fax +32 (0)2 501 45 44
E-mail : [email protected]
www.diplomatie.be • www.dg-d.be