130926 hoorcollege 2

112
Docentencursus relativiteitstheorie Tweede college Marcel Vonk 26 september 2013

description

Presentatie bij het tweede hoorcollege van de docentencursus relativiteitstheorie aan de UvA, 26 september 2013

Transcript of 130926 hoorcollege 2

Page 1: 130926 hoorcollege 2

Docentencursus

relativiteitstheorie

Tweede collegeMarcel Vonk

26 september 2013

Page 2: 130926 hoorcollege 2

2/112

Inhoud 2e hoorcollege

1. Hoofdpunten eerste hoorcollege

2. Eenheden in de ruimtetijd

3. Tijdsdilatatie

4. Lorentzconractie

5. Lorentztransformaties

6. De ladderparadox

7. De tweelingparadox

Page 3: 130926 hoorcollege 2

1. Hoofdpunten eerste

hoorcollege

Page 4: 130926 hoorcollege 2

4/112

Eerste hoorcollege

We hebben de eigenschappen van

ruimte en tijd bekeken.

Klassiek zijn dit twee onafhankelijke

begrippen; in de relativiteitstheorie

zijn ze nauw met elkaar verbonden.

Page 5: 130926 hoorcollege 2

5/112

Eerste hoorcollege

Klassiek: als de waarnemers hun

onderlinge snelheid (v) kennen,

kunnen ze hun coördinaten in die van

de ander omrekenen.

tt

vtxx

'

' Galileï-

transformaties

Page 6: 130926 hoorcollege 2

6/112

Eerste hoorcollege

Klassiek: als de waarnemers hun

onderlinge snelheid (v) kennen,

kunnen ze hun coördinaten in die van

de ander omrekenen.

tt

vtxx

'

' Veranderlijk

Absoluut

Page 7: 130926 hoorcollege 2

7/112

Eerste hoorcollege

In het relativistische beeld van ruimte

en tijd staan staan twee postulaten

centraal. Het relativiteitsbeginsel…

(Inertiaalstelsel = eenparig bewegend

referentiekader)

Elke natuurwet is in elk

inertiaalstelsel geldig.

Page 8: 130926 hoorcollege 2

8/112

Eerste hoorcollege

…en de onveranderlijke lichtsnelheid:

Als ik vanuit een slee met snelheid v

licht met snelheid c naar iemand

straal, komt dat niet met snelheid

u=c+v aan… maar met snelheid u=c!

Page 9: 130926 hoorcollege 2

9/112

Eerste hoorcollege

Einstein gebruikte deze twee

postulaten om te laten zien hoe de

ruimte- en tijdlijnen lopen.

Page 10: 130926 hoorcollege 2

10/112

Eerste hoorcollege

Het eindresultaat: in Einsteins

wereldbeeld ziet de ruimtetijd er zo uit:

Gelijktijdigheid is waarnemerafhankelijk!

Page 11: 130926 hoorcollege 2

11/112

Eerste hoorcollege

De ruimtetijd, bestaande uit alle

gebeurtenissen, vormt één

geheel. Elke inertiële waar-

nemer verdeelt dit geheel op

zijn eigen manier in ruimte en

tijd.

Page 12: 130926 hoorcollege 2

2. Eenheden in de ruimtetijd

Page 13: 130926 hoorcollege 2

13/112

Eenheden in de ruimtetijd

In het onderstaande plaatje zijn de

lijnen x’=1, t’=1, enzovoort, al op de

juiste afstand van x’=0 en t’=0 gezet.

Maar hoe weten we waar deze lijnen

moeten staan?

Page 14: 130926 hoorcollege 2

14/112

Eenheden in de ruimtetijd

Een voor de hand liggende keuze lijkt

misschien om de lijn x’=1 door het

punt (x,t)=(1,0) te laten lopen, en idem

voor t’=1.

Page 15: 130926 hoorcollege 2

15/112

Eenheden in de ruimtetijd

Als we de situatie vanuit de groene

waarnemer bekijken zien we echter

dat dit in strijd is met het relativiteits-

beginsel.

Page 16: 130926 hoorcollege 2

16/112

Eenheden in de ruimtetijd

Als we de situatie vanuit de groene

waarnemer bekijken zien we echter

dat dit in strijd is met het relativiteits-

beginsel.

Page 17: 130926 hoorcollege 2

17/112

Eenheden in de ruimtetijd

De zwarte lijnen in het

groene frame staan op

afstand 1-β2 van de

oorsprong. (β=v/c)

BORD

Page 18: 130926 hoorcollege 2

18/112

Eenheden in de ruimtetijd

Als we de groene lijnen links een

afstand x uit elkaar zetten, staan de

zwarte lijnen rechts een factor 1/x

verder uit elkaar.

Page 19: 130926 hoorcollege 2

19/112

Eenheden in de ruimtetijd

Als we de groene lijnen links een

afstand x uit elkaar zetten, staan de

zwarte lijnen rechts een factor 1/x

verder uit elkaar.

Page 20: 130926 hoorcollege 2

20/112

Eenheden in de ruimtetijd

• De zwarte lijnen in het groene

referentiekader staan op een

afstand1-β2 van de oorsprong.

• Als we de groene lijnen een afstand

x uit elkaar zetten, staan de zwarte

lijnen een factor 1/x verder uit

elkaar.

We moeten dus de groene

lijnen een afstand √(1-β2)

uit elkaar zetten.

Page 21: 130926 hoorcollege 2

21/112

Eenheden in de ruimtetijd

In een animatie zien we dat dit

inderdaad werkt:

Page 22: 130926 hoorcollege 2

22/112

Eenheden in de ruimtetijd

In een animatie zien we dat dit

inderdaad werkt:

Page 23: 130926 hoorcollege 2

23/112

Eenheden in de ruimtetijd

De ruimte- en tijdlijnen van een

referentiekader dat met snelheid

v beweegt, staan een afstand

√(1-β2) uit elkaar. (β=v/c)

Page 24: 130926 hoorcollege 2

3. Tijdsdilatatie

Page 25: 130926 hoorcollege 2

25/112

Tijdsdilatatie

Bekijk de volgende twee

gebeurtenissen in de ruimtetijd:

Page 26: 130926 hoorcollege 2

26/112

Tijdsdilatatie

• Voor de groene waarnemer gaat

het om twee gebeurtenissen die op

plaats x’=0 op tijden t’=0 en t’=1

gebeuren.

Page 27: 130926 hoorcollege 2

27/112

Tijdsdilatatie

• We kunnen de gebeurtenissen dus

zien als twee “tikken op zijn klok”

die (voor hem) een seconde na

elkaar plaatsvinden.

Page 28: 130926 hoorcollege 2

28/112

Tijdsdilatatie

• Voor de zwarte waarnemer

gebeuren de twee tikken, omdat de

groene waarnemer beweegt, zo’n

0,6 ls uit elkaar.

Page 29: 130926 hoorcollege 2

29/112

Tijdsdilatatie

• Verrassender: voor de zwarte

waarnemer gebeuren de twee

tikken met een tijdsinterval van

ongeveer 1,2 s.

Page 30: 130926 hoorcollege 2

30/112

Tijdsdilatatie

• De klok van de groene waarnemer

lijkt voor de zwarte waarnemer dus

langzamer te lopen!

Page 31: 130926 hoorcollege 2

31/112

Tijdsdilatatie

Dit langzamer lopen van bewegende

klokken wordt tijdsdilatatie genoemd.

Voor de taalpuristen:

Nederlands: tijd(s)dilatatie

Engels: time dilation

NiNa: tijdrek

Page 32: 130926 hoorcollege 2

32/112

Tijdsdilatatie

We kunnen aan de hand van het

diagram een formule voor de

tijdsdilatatie uitrekenen, maar er is

een meer inzichtelijke manier.

Page 33: 130926 hoorcollege 2

33/112

Tijdsdilatatie

We bekijken de onderstaande

“lichtklok”, die voor een stilstaande

waarnemer eenmaal per seconde tikt.

Page 34: 130926 hoorcollege 2

34/112

Tijdsdilatatie

Zodra we de klok in beweging

brengen, zien we het licht tussen twee

tikken een langere, diagonale afstand

afleggen.

Page 35: 130926 hoorcollege 2

35/112

Tijdsdilatatie

We zien de klok dus (zoals verwacht)

langzamer lopen dan een waarnemer

die ten opzichte van de klok stilstaat!

Page 36: 130926 hoorcollege 2

36/112

Tijdsdilatatie

Met de stelling van Pythagoras

rekenen we nu eenvoudig de tijd

tussen twee tikken uit.

Page 37: 130926 hoorcollege 2

37/112

Tijdsdilatatie

Δt : Tijdsduur voor de meebe-

wegende waarnemer

(“tijd op de stilstaande klok”)

Δt’ : Tijdsduur voor de niet mee-

bewegende waarnemer

(“tijd op de bewegende klok”)

BORDtt21

1'

Page 38: 130926 hoorcollege 2

38/112

Tijdsdilatatie

De Lorentzfactor

(met β=v/c) komt in de relativiteits-

theorie veel voor. De formule wordt

dus vaak geschreven als

21

1

tt '

Page 39: 130926 hoorcollege 2

39/112

Tijdsdilatatie

Opmerking: dit is geen gevolg van de

speciale keuze van de gebruikte klok!

1) We zagen de tijdsdilatatie al in het

ruimtetijddiagram, voor we een type

klok kozen.

Page 40: 130926 hoorcollege 2

40/112

Tijdsdilatatie

Opmerking: dit is geen gevolg van de

speciale keuze van de gebruikte klok!

2) We kunnen een ander type klok

naast de lichtklok houden; de klokken

lopen voor beide waarnemers gelijk.

Page 41: 130926 hoorcollege 2

41/112

Tijdsdilatatie

Opmerking: dit is geen gevolg van de

speciale keuze van de gebruikte klok!

3) Experimentele bevestiging: Hafele

en Keating (1971).

Page 42: 130926 hoorcollege 2

42/112

Tijdsdilatatie

Een klok die in rust met

tijdsintervallen Δt tikt, tikt als hij

met een snelheid v beweegt, met

grotere tijdsintervallen Δt’ = γ Δt.

Page 43: 130926 hoorcollege 2

4. Lorentzcontractie

Page 44: 130926 hoorcollege 2

44/112

Lorentzcontractie

Bekijk de volgende twee wereldlijnen

in de ruimtetijd:

Page 45: 130926 hoorcollege 2

45/112

Lorentzcontractie

• Voor de groene waarnemer gaat

het om de wereldlijnen van twee

objecten die zich in rust op plaatsen

x’=0 en x’=1 bevinden.

Page 46: 130926 hoorcollege 2

46/112

Lorentzcontractie

• We kunnen de objecten dus zien

als twee “uiteinden van een meet-

lat” die (voor hem) een lichtseconde

(300.000 km) lang is.

Page 47: 130926 hoorcollege 2

47/112

Lorentzcontractie

• Voor de zwarte waarnemer bevin-

den zich de uiteinden zo’n 0,8 ls uit

elkaar.

Page 48: 130926 hoorcollege 2

48/112

Lorentzcontractie

• De meetlat van de groene

waarnemer lijkt voor de zwarte

waarnemer dus korter te zijn!

Page 49: 130926 hoorcollege 2

49/112

Tijdsdilatatie

Dit korter zijn van bewegende

meetlatten wordt Lorentzcontractie

genoemd.

(Ook wel Lorentz-Fitzgeraldcontractie

of lengtecontractie.)

NiNa: ruimtekrimp

Page 50: 130926 hoorcollege 2

50/112

Lorentzcontractie

We weten al hoe ver de groene

ruimtelijnen in het zwarte referentie-

kader uit elkaar staan, dus we kunnen

onmiddelijk de formule opschrijven.

Page 51: 130926 hoorcollege 2

51/112

Lorentzcontractie

L : Lengte van de meetlat in rust.

L’ : Lengte van de bewegende

meetlat.

LL 21'

Page 52: 130926 hoorcollege 2

52/112

Lorentzcontractie

Met behulp van de lorentzfactor

wordt dit ook vaak geschreven als

LL'

21

1

Page 53: 130926 hoorcollege 2

53/112

Lorentzcontractie

Een intuïtieve manier om de

Lorentzcontractie af te leiden is aan

de hand van muonen die ontstaan als

kosmische straling de dampkring

binnenkomt.

Page 54: 130926 hoorcollege 2

54/112

Lorentzcontractie

Een muon heeft een halfwaardetijd

van 2,2 μs.

Zelfs als het met de lichtsnelheid reist,

zou een gemiddeld muon dus na zo’n

660m vervallen.

Page 55: 130926 hoorcollege 2

55/112

Lorentzcontractie

Toch bereiken veel muonen het

aardoppervlak, ondanks het feit dat ze

op tientallen kilometers hoogte

ontstaan!

Page 56: 130926 hoorcollege 2

56/112

Lorentzcontractie

We kunnen dit resultaat op twee

manieren begrijpen.

1) Tijdsdilatatie: doordat we het muon

zo snel zien bewegen, lijkt zijn “klok”

veel langzamer te lopen. De vervaltijd

lijkt voor ons dus γ maal zo lang.

Page 57: 130926 hoorcollege 2

57/112

Lorentzcontractie

We kunnen dit resultaat op twee

manieren begrijpen.

2) Lorentzcontractie: voor het muon

zelf is zijn vervaltijd gewoon 2,2 μs.

De op hem af komende atmosfeer lijkt

echter veel dunner.

Page 58: 130926 hoorcollege 2

58/112

Lorentzcontractie

Kortom: om hetzelfde effect te

bereiken, moet de atmosfeer een

zelfde factor γ dunner lijken:

LL'tt '

Page 59: 130926 hoorcollege 2

59/112

Lorentzcontractie

Een meetlat die in rust een lengte

L heeft, heeft als hij met een

snelheid v beweegt een kortere

lengte L’ = L/γ.

Page 60: 130926 hoorcollege 2

5. Lorentztransformaties

Page 61: 130926 hoorcollege 2

61/112

Lorentztransformaties

We hebben nu ook kwantitatief gezien

wat de effecten van de relativiteits-

theorie zijn op ruimte en tijd.

Lorentzcontractie tijdsdilatatie

Page 62: 130926 hoorcollege 2

62/112

Lorentztransformaties

Aangezien we weten hoe de ruimte-

en tijdlijnen van de bewegende

waarnemer lopen, kunnen we natuur-

lijk ook willekeurige coördinaten van

gebeurtenissen in elkaar omrekenen.

Page 63: 130926 hoorcollege 2

63/112

Lorentztransformaties

Deze Lorentztransformaties behoren

niet tot de exameneisen, maar het kan

voor de docent nuttig zijn ze toch te

kennen:

)('

)('

txx

xtt

Page 64: 130926 hoorcollege 2

64/112

Lorentztransformaties

• De transformaties zijn in deze

eenvoudige vorm geldig als we als

eenheden seconden en licht-

seconden gebruiken.

)('

)('

txx

xtt

Page 65: 130926 hoorcollege 2

65/112

Lorentztransformaties

• Als we meters en seconden

gebruiken verschijnt een aantal

extra factoren c.

)('

)('

txx

xtt

Page 66: 130926 hoorcollege 2

66/112

Lorentztransformaties

• Als we meters en seconden

gebruiken verschijnt een aantal

extra factoren c.

)('

)/(' 2

tvxx

cxvtt

Page 67: 130926 hoorcollege 2

67/112

Lorentztransformaties

• Een voordeel van deze vorm is dat

we voor lage snelheden de Galileï-

transformaties terug zien.

)('

)/(' 2

tvxx

cxvtt

BORD

Page 68: 130926 hoorcollege 2

68/112

Lorentztransformaties

• Tijdsdilatatie en Lorentzcontractie

zijn twee speciale gevallen van

deze vergelijking.

)('

)('

txx

xtt

BORD

Page 69: 130926 hoorcollege 2

69/112

Lorentztransformaties

Een veel voorkomende verwarring: als

ruimte en tijd zo symmetrisch

voorkomen…

Hoe kan het dan dat tijd oprekt en

ruimte krimpt?

)('

)('

txx

xtt

Page 70: 130926 hoorcollege 2

70/112

Lorentztransformaties

Het antwoord zien we het duidelijkst in

een plaatje:

AB geeft de lengtecontractie weer, AC

de tijdsdilatatie.

Page 71: 130926 hoorcollege 2

71/112

Lorentztransformaties

Om AD te meten zouden we een

nogal vreemd experiment moeten

verzinnen, waarin de bewegende

waarnemer als zijn klok tikt ook iets op

een andere plaats laat gebeuren.

Page 72: 130926 hoorcollege 2

72/112

Lorentztransformaties

Dit experiment zou het “tijds-

equivalent” van het meten van

Lorentzcontractie zijn.

Page 73: 130926 hoorcollege 2

73/112

Lorentztransformaties

Willekeurige ruimtetijdcoördina-

ten kunnen we omrekenen met

)('

)('

txx

xtt

Page 74: 130926 hoorcollege 2

6. De ladderparadox

Page 75: 130926 hoorcollege 2

75/112

De ladderparadox

Om tijdsdilatatie en Lorentzcontractie

beter te begrijpen zullen we twee

bekende paradoxen bekijken.

De eerste is de zogenaamde ladder-

paradox.

Page 76: 130926 hoorcollege 2

76/112

De ladderparadox

“Iemand rent met een ladder, die

precies in een schuur past, met

enorme snelheid de schuur in. Past de

ladder nog altijd in de schuur?”

Page 77: 130926 hoorcollege 2

77/112

De ladderparadox

Page 78: 130926 hoorcollege 2

78/112

De ladderparadox

• Vanuit de rennende waarnemer

gezien wordt de schuur korter, en

past de ladder dus niet.

• Vanuit de stilstaande waarnemer

gezien wordt de ladder korter, en

past de ladder dus ruim.

Hoe kan dit?

Page 79: 130926 hoorcollege 2

79/112

De ladderparadox

Dat er geen tegenspraak is, zien we

als we het ruimtetijddiagram bekijken.

Page 80: 130926 hoorcollege 2

80/112

De ladderparadox

• Om te bepalen of de ladder past,

moeten we tegelijkertijd de positie

van zijn begin- en eindpunt meten.

Page 81: 130926 hoorcollege 2

81/112

De ladderparadox

• Maar... Elke waarnemer heeft zijn

eigen notie van gelijktijdigheid!

Page 82: 130926 hoorcollege 2

82/112

De ladderparadox

• Het “passen” van de ladder is dus

niet iets wat waarnemeronaf-

hankelijk gedefinieerd kan worden.

Page 83: 130926 hoorcollege 2

83/112

De ladderparadox

• De bewegende waarnemer meet

bijvoorbeeld AC, en ziet dat de

ladder inderdaad niet past.

Page 84: 130926 hoorcollege 2

84/112

De ladderparadox

• De stilstaande waarnemer meet

bijvoorbeeld AB, en ziet dat de

ladder inderdaad wel past.

Page 85: 130926 hoorcollege 2

85/112

De ladderparadox

Toch lijkt er nog iets vreemds aan de

hand: wat gebeurt er als de

stilstaande waarnemer, zodra de

ladder in de schuur is, snel de deuren

sluit?

Page 86: 130926 hoorcollege 2

86/112

De ladderparadox

Ook deze vraag kunnen we beant-

woorden met een ruimtetijddiagram:

Page 87: 130926 hoorcollege 2

87/112

De ladderparadox

• De stilstaande waarnemer ziet bij

gebeurtenis (A) de achterkant van

de ladder de schuur in vliegen, en

sluit de deuren.

Page 88: 130926 hoorcollege 2

88/112

De ladderparadox

• Bij (B) botst vervolgens de voorkant

van de ladder tegen de dichte

voordeur van de schuur.

Page 89: 130926 hoorcollege 2

89/112

De ladderparadox

• Voor de meebewegende waarne-

mer is deze gebeurtenis gelijktijdig

met (C) – voor hem is de achter-

kant van de ladder nog buiten.

Page 90: 130926 hoorcollege 2

90/112

De ladderparadox

• De meebewegende waarnemer ziet

de ladder dus samengeperst

worden tot bij (A) ook de achterkant

de schuur in vliegt.

Page 91: 130926 hoorcollege 2

91/112

De ladderparadox

• Kunnen we geen ladder maken die

“oneindig stijf” en dus niet samen te

persen is?

Page 92: 130926 hoorcollege 2

92/112

De ladderparadox

• Nee: de schokgolf van de botsing rechts

beweegt met hooguit de lichtsnelheid

door de ladder heen – het duurt dus

even voor de achterkant “weet” dat de

voorkant stilstaat!

Page 93: 130926 hoorcollege 2

93/112

De ladderparadox

• Uiteindelijk bereikt de schokgolf

natuurlijk de voorkant van de ladder

wel, en zal de ladder in stukken uit

elkaar spatten.

Page 94: 130926 hoorcollege 2

7. De tweelingparadox

Page 95: 130926 hoorcollege 2

95/112

De tweelingparadox

Een tweede paradox geeft meer

inzicht in de tijdsdilatatie: de

tweelingparadox.

Page 96: 130926 hoorcollege 2

96/112

De tweelingparadox

“Ronald reist met een enorme snelheid

naar een ver sterrenstelsel, keert daar

om en reist met dezelfde snelheid

weer terug. Is Ronald bij terugkomst

jonger dan Frank, of andersom?

Page 97: 130926 hoorcollege 2

97/112

De tweelingparadox

• Frank ziet Ronald steeds met grote

snelheid bewegen. Hij ziet Ronalds

klok langzamer lopen, dus Ronald

zou jonger moeten zijn.

• Ronald ziet Frank steeds met grote

snelheid bewegen. Hij ziet Franks

klok langzamer lopen, dus Frank

zou jonger moeten zijn.

Page 98: 130926 hoorcollege 2

98/112

De tweelingparadox

De situatie lijkt volkomen symme-

trisch, maar is dat niet!

We hebben het tot nu toe alleen over

bewegingen met constante snelheid

gehad, maar hier is meer aan de

hand: Ronald keert namelijk om, en

verandert zijn snelheid.

Page 99: 130926 hoorcollege 2

99/112

De tweelingparadox

Hoewel “snelheid relatief is” (we

kunnen niet definiëren wie beweegt en

wie stilstaat) is verandering van

snelheid dat niet!

We kunnen zonder problemen

ontdekken wie er van snelheid

verandert en wie niet.

Page 100: 130926 hoorcollege 2

100/112

De tweelingparadox

Frank verandert niet van snelheid, dus

zijn waarnemingen zouden juist

moeten zijn. Ronald moet bij thuis-

komst jonger zijn. Hoe kunnen we dit

uit Ronalds perspectief begrijpen?

Page 101: 130926 hoorcollege 2

101/112

De tweelingparadox

Wederom helpt een ruimtetijddiagram

om de oplossing te begrijpen.

Page 102: 130926 hoorcollege 2

102/112

De tweelingparadox

• De steile groene lijn is een tijdlijn

van Ronald op de heenreis. De

vlakke groene lijn is een van zijn

ruimtelijnen.

Page 103: 130926 hoorcollege 2

103/112

De tweelingparadox

• Deze ruimtelijn gaat door de

gebeurtenis “Ronald keert om”. De

onderste rode stip (op Franks

wereldlijn) is dus voor Ronald

hiermee gelijktijdig.

Page 104: 130926 hoorcollege 2

104/112

De tweelingparadox

• De steile blauwe lijn is een tijdlijn

van Ronald op de terugreis. De

vlakke blauwe lijn is een van zijn

ruimtelijnen.

Page 105: 130926 hoorcollege 2

105/112

De tweelingparadox

• Deze ruimtelijn gaat ook door de

gebeurtenis “Ronald keert om”. De

bovenste rode stip (op Franks

wereldlijn) is dus voor Ronald

hiermee gelijktijdig.

Page 106: 130926 hoorcollege 2

106/112

De tweelingparadox

• Kortom: zodra Ronald omkeert

“slaat hij een stuk van Franks

geschiedenis over”. Dit is de reden

dat Frank voor hem bij terugkomst

ouder is.

Page 107: 130926 hoorcollege 2

107/112

De tweelingparadox

• Opmerking (1). Als Ronald vertraagt

en weer versnelt in plaats van

abrupt omkeert zal zijn ruimtelijn

snel “over de missende

geschiedenis heen zwiepen”.

Page 108: 130926 hoorcollege 2

108/112

De tweelingparadox

• Opmerking (2a). Ronald krijgt de

“gemiste” geschiedenis van Frank

wel te zien: het licht daarvan

beweegt immers naar hem toe.

Page 109: 130926 hoorcollege 2

109/112

De tweelingparadox

• Opmerking (2b). Alleen als Ronald

corrigeert voor de lichtsnelheid

merkt hij dus dat hij een stuk

geschiedenis overslaat.

Page 110: 130926 hoorcollege 2

110/112

De tweelingparadox

• Opmerking (3). Hoewel de

verandering van snelheid hier een

centrale rol speelt hoeven we niets

te weten over versnelling of de

algemene relativiteitstheorie!

Page 111: 130926 hoorcollege 2

111/112

De tweelingparadox

Volgende keer:

• Iets over de algemene relativiteits-

theorie.

• Relativiteit in de praktijk: experi-

menten en gevolgen.

Page 112: 130926 hoorcollege 2

112/112

De tweelingparadox

Laatste bijeenkomst:

• E=mc2.

• Openstaande onderwerpen

• Verzoeknummers?