FRANÇAIS / NEDERLANDS /

LE FESTIVAL / HET FESTIVAL /

VINGT-NEUVIÈME ÉDITION / NEGENENTWINTIGSTE EDITIE /

ÉTÉ / ZOMER /

2015op.3

PROGRAMME DU / PROGRAMMA VAN /

PROCHAIN VOLGENDECONCERT / CONCERT /

12.08Jean Rondeau / clavecin / klavecimbel Johann Sebastian Bach (1685-1750)

Prélude en do mineur, BWV 997 / Prelude in c-klein, BWV 997

Fantaisie en do mineur, BWV 906 / Fantasie in c-klein, BWV 906

Chaconne en ré mineur, BWV 1004 (Extrait de la Partita pour violon seul n°2, BWV 1004 - transcription pour piano de Johannes Brahms) / Chaconne in d-klein, BWV 1004 (uittreksel uit Partita voor viool solo nr.2, BWV 1004 - pianotranscriptie door Johannes Brahms)

Concerto italien en fa majeur, BWV 971 / Italiaans Concerto in F-groot, BWV 971 […]AndantePresto

Sébastien Walnier / violoncelle / cello Alexander Gurning / piano

Richard Strauss (1864-1949)Romanze pour violoncelle et piano en fa majeur / Romanze voor cello en piano in F-grootSonate pour violoncelle et piano en fa majeur, op. 6 / Sonate for cello en piano in F-groot, op. 6

MER / WOE /CONSERVATOIRE / CONSERVATORIUM /

13.08

COMMENTAIRE / COMMENTAAR /

.................................................................................................................. ................................................................................................................

Outre ses célèbres suites pour violoncelle seul, de ses sonates et partitas pour violon, Bach composa également une série d’œuvres sur le même modèle destinées à un instrument très en vogue dans l’Allemagne de la première moitié du XVIIIè siècle, un ins-trument domestique particulièrement propice à la confidence, le luth. Le prélude BWV 997 fait partie de l’une d’entre elles, et in-troduit dans le concert d’aujourd’hui toute une série d’œuvres de Bach écrites en ut mineur, tonalité sombre, voire tragique, que le romantisme consacrera plus tard, avec son goût particulier pour le pathos, comme celle du destin. Ici transcrit pour le piano, le pré-lude apparaît comme une pièce remarquablement équilibrée (mais n’est-ce pas le cas de toute la musique de Bach ?) au caractère méditatif une peu nostalgique.

On ne sait trop de quand exactement date la fantaisie BWV 906. Elle était destinée à servir d’ouverture à une fugue que Bach n’acheva jamais, et reste donc un peu isolée. D’une forme qui an-nonce clairement la sonate (deux thèmes contrastés, un dévelop-pement et une reprise conclusive), elle séduit l’auditeur moderne par sa tonalité aux accents pré-romantique.

La chaconne de Bach, que Brahms a transcrite pour la main gauche du piano, est issue de la partita n°2 pour violon seul en ré mineur (BWV1004), à laquelle elle tient lieu à la fois d’apogée magistrale et de dernier mouvement. Cette page absolument remarquable, tant par sa construction que par son ampleur (32 variations) avait déjà inspiré à Mendelssohn et Schumann des accompagnements de la partie de violon par une partie de piano, et servira plus tard à Busoni pour une amplification monumentale restée célèbre. Il semblerait que ce soit pour distraire Clara Schumann, dont le bras droit était temporairement immobilisé par une blessure, que Brahms réalisa en 1879 cette transcription pour main gauche seule. Or il se fait que la contrainte pianistique introduit dans l’œuvre une dimension imprévue : les difficultés du pianiste privé d’une main le rapprochent de la situation du violoniste, obligé de jouer une musique polyphonique avec un seul archet et sur quatre cordes seulement. Cette tension complémentaire engendrée par la difficulté technique d’interprétation, ajouterait plus d’intensité encore à l’œuvre.Brahms n’ajoute rien à la partition de Bach, respecte sa parfaite lisibilité, se contentant de transposer la tonalité des variations à l’octave inférieure, en respectant scrupuleusement l’alternance de jeu monodique et polyphonique.

Le Concerto Italien forme, avec l’Ouverture à la française, le deu-xième cahier du Klavierübung, faisant suite aux six Partitas qui en constituent, elles, le premier cahier. Ces cahiers, que Bach a vrai-semblablement réunis en pensant à sa postérité et fait éditer à grand frais, sont une tentative de synthèse et de classement de son œuvre pour le clavier, telle qu’il la voyait lui-même dans sa grande diversité. En opposant ainsi l’écriture à la française de l’ou-verture et celle à l’italienne du concerto, Bach le germanique op-pose aussi une certaine modernité italienne, faite de clarté, de sim-plicité et de concision dans l’écriture, aux formes plus archaïques de la musique française, plus savantes aussi. Bach a arrangé bon nombre de concertos, les siens, ceux de Vivaldi ou de Marcello, transposant du violon vers le clavier, enrichissant les contrepoints, embellissant les basses. L’originalité de ce concerto-ci est qu’il ne provient d’aucune partition orchestrale, qu’il est la transposition pour clavier d’une œuvre imaginaire. Il singe néanmoins l’écriture de Vivaldi, avec ses tutti et ses solos, son caractère brillant, ses re-frains répétés, ses digressions chantantes et sa séduisante virtuo-sité, créant une œuvre très originale et très populaire à la fois, dont la gaieté et le dynamisme sont les principales caractéristiques.

Claude Jottrand

Behalve zijn beroemde suites voor cello solo en zijn sonates en partita’s voor viool, componeerde Bach ook een reeks werken vol-gens datzelfde model voor een instrument dat in het Duitsland van de eerste helft van de 18de eeuw zeer in zwang was, een instru-ment voor de huiselijke kring dat zich bijzonder goed leende voor intieme ontboezemingen: de luit. De Prelude BWV 997 is een van die werken, en introduceert in het concert van vandaag een hele reeks composities van Bach die in c-klein werden geschreven, de sombere, zelfs tragische toonaard die de romantiek naderhand, met zijn bijzondere hang naar pathetiek, zal consacreren als die van het noodlot. Hier gebracht in haar transcriptie voor piano, dient deze Prelude zich aan als een opmerkelijk evenwichtig werk (maar geldt dit niet voor alle muziek van Bach?) met een wat nostalgisch meditatief karakter.

De exacte compositiedatum van de Fantaisie BWV 906 is niet ge-weten. Ze was bedoeld als ouverture voor een fuga die Bach nooit afwerkte en blijft dus een beetje eenzaam achter. Met een vorm die duidelijk de sonate aankondigt (twee contrasterende thema’s, een doorwerking en een afsluitende herneming), verleidt ze de moderne luisteraar met haar pre-romantische toetsen.

De chaconne van Bach die Brahms transcribeerde voor de linker-hand van de piano, komt uit de Partita n°2 voor viool solo in d-klein BWV 1004, waar ze zowel het magistrale hoogtepunt van vormt als het slotdeel. Dit opmerkelijke stuk, zowel door zijn compositie als zijn omvang (32 variaties), bracht Mendelssohn en Schumann op het idee om de vioolpartij te voorzien van een begeleidende pi-anopartij; later zou Busoni er een beroemd gebleven monumentale uitvergroting van maken. Naar verluidt was het ter verstrooiing van Clara Schumann, wiens rechterarm door een blessure tijdelijk immobiel was, dat Brahms in 1879 deze transcriptie voor linkerhand solo maakte. Deze pianis-tische beperking zorgde voor een nieuwe en onverwachte dimen-sie: de moeilijkheden die de eenarmige pianist ondervindt brengen hem nader bij de situatie waarin de violist zich bevindt, die polyfone muziek moet spelen met een enkele boog en slechts vier snaren. Deze bijkomende spanning, veroorzaakt door de technische moei-lijkheidsgraad van de vertolking, vergroot nog de intensiteit van het werk. Brahms voegt niets toe aan de partituur van Bach, respec-teert haar volmaakte helderheid, en brengt enkel het klankbeeld van de variaties over naar het lagere octaaf, waarbij hij nauwgezet de afwisseling tussen monodisch en polyfoon spel behoudt.

Het Italienisches Konzert vormt, samen met de Overture nach Französicher Art, het tweede deel van de Clavier-Übung, als ver-volg op de zes Partita’s die er het eerste deel van uitmaken. Deze bundels, die Bach waarschijnlijk samenstelde met het oog op zijn nalatenschap en tegen hoge kostprijs liet publiceren, zijn een po-ging tot synthese en ordening van zijn oeuvre voor piano zoals hij er zelf de grote verscheidenheid van overschouwde. Door de compositie ‘à la française’ van de ouverture tegenover de stijl ‘à l’italienne’ van het concerto te plaatsen, plaatst de Duitser Bach ook een zekere Italiaanse moderniteit, gebaseerd op helderheid, eenvoud en beknoptheid van schriftuur, tegenover de meer archa-ische en tevens meer gekunstelde vormen van de Franse muziek. Bach bewerkte tal van concerti, zowel eigen werk als concerti van Vivaldi of Marcello: hij bracht ze van de viool over op het klavier, verrijkte het contrapunt en verfraaide de baslijnen. De originaliteit van dit concerto hier, is dat het uit geen enkele orkestpartituur afkomstig is en de klaviertranscriptie is van een denkbeeldig werk. Het bootst niettemin de stijl na van Vivaldi, met zijn tutti en soli, zijn schitterende karakter, zijn herhaalde refreinen, zijn zangerige uitweidingen en zijn verleidelijke virtuositeit. Zo ontstaat een zeer origineel en ook zeer populair werk, met vrolijkheid en dynamiek als belangrijkste kenmerken.

Claude JottrandVertaling: Koen Van Caekenberghe

12/08

BIOGRAPHIE / BIOGRAFIE /

.................................................................................................................. .................................................................................................................

Jean RondeauA 21 ans seulement, Jean Rondeau se voit décerner le 1er Prix du Concours International de Clavecin de Bruges (Musica Antiqua Fes-tival, 2012) ainsi que le Prix de EUBO Development Trust, attribué au plus jeune et prometteur musicien de l’Union Européenne. La même année, il est également lauréat du Concours International de Clavecin du Printemps de Prague (64e Festival, 2012) dont il obtient le 2ème Prix ainsi que le Prix de la meilleure interprétation de la pièce contemporaine écrite pour ce concours.En 2013, il obtient aussi le Prix Jeune Soliste des Radios Fran-cophones Publiques. Il sort son premier disque en solo Imagine consacré à Jean-Sébastien Bach chez Erato (Warner Classics) dé-but 2015.Il obtient également le prix Révélation soliste instrumental aux Vic-toires de la Musique Classique en janvier 2015.D’abord élève en clavecin de Blandine Verlet pendant plus de dix ans, Jean Rondeau s’est formé en basse continue, en orgue, en pia-no, en jazz et improvisation, en écriture, et en direction de chœur et d’orchestre. Ce sont de longues pages de bonheur de ses années d’apprentissage qu’il a parcouru au Conservatoire de Paris ainsi qu’à la Guildhall School de Londres. Il y obtient ses prix de clavecin et basse continue avec mention Très Bien et Félicitations du Jury. En solo, musique de chambre ou orchestre, Jean Rondeau a eu la chance de se produire fréquemment dans toute l’Europe, ses plus grandes capitales et ses grands festivals, ainsi qu’en Amérique du Nord (Etats-Unis et Canada).Il se produit également plus spécifiquement avec Note Forget (vainqueur des Trophées du Sunside 2012). Ce groupe, dont il est membre fondateur, joue ses compositions, dans un univers plus orienté vers le jazz. Il en va de même pour Nevermind (prix du Fes-tival de musique ancienne d’Utrecht), groupe dont il est également membre fondateur et dans lequel le répertoire s’oriente principale-ment vers la musique de chambre baroque du XVIIIe siècle. Artiste passionné et curieux, Jean Rondeau partage ainsi son temps entre baroque, classique et jazz, qu’il aime assaisonner de philosophie et de pédagogie, pour toujours explorer davantage les rapports entre toutes les cultures musicales. Et pour faire vivre les mots d’ordre de ses grands maîtres, valeurs fondatrices que sont l’écoute et le silence.

Jean RondeauJean Rondeau is amper 21 jaar oud wanneer hij de 1ste Prijs van de Internationale Klavecimbelwedstrijd van Brugge (Musica An-tiqua Festival, 2012) krijgt toegewezen, alsook de Prijs van het EUBO Development Trust voor de jongste en meest beloftevolle musicus van de Europese Unie. Eveneens in 2012 is hij laureaat van de Prague Spring International Music Competition (64ste Fes-tival). Hij ontvangt er de 2de Prijs en de Prijs voor de beste vertol-king van het plichtwerk voor klavecimbel van dat concours.In 2013 behaalt hij ook de Prix Jeune Soliste des Radios Francop-hones Publiques. Begin 2015 brengt hij bij Erato Warner Classics zijn eerste solo-cd Imagine uit, die gewijd is aan Johann Sebastian Bach. In januari 2015 wordt hij ook uitgeroepen tot de ‘Révélation soliste instrumental’ tijdens de Victoires de la Musique Classique. Nadat hij meer dan 10 jaar lang klavecimbel had gestudeerd bij Blandine Verlect, richt Jean Rondeau zich op de basso continuo, het orgel, de piano, jazz en improvisatie, alsook op compositie, koor- en orkestleiding. Deze lange leertijd aan het Parijse Conser-vatorium en aan de Londense Guildhall School zijn voor hem een periode van intens geluk. Hij behaalt er zijn diploma voor klavecim-bel en basso continuo met grote onderscheiding en cum laude.Zowel solo als in kamermuziek- of orkestbezetting heeft Jean Rondeau al op menig Europees podium mogen optreden, in de belangrijkste hoofdsteden en op grote festvals; hij heeft ook al de Verenigde Staten en Canada aangedaan.Hij is in het bijzonder verbonden aan Note Forget (winnaar van de ‘Trophées du Sunside’ in 2012) - hij is een van de stichtende leden van dit ensemble, dat zijn composities in een eerder jazzy stijl vertolkt. Hetzelfde geldt voor Nevermind (prijs van het Festival Oude Muziek Utrecht), een formatie die hij eveneens mee heeft opgericht en die zich vooral richt op de 18de-eeuwse barokmuziek.Jean Rondeau is een nieuwsgierig musicus, die zijn tijd verdeelt tussen zijn passies voor barokmuziek, klassiek en jazz. Hij bena-dert die vanuit een filosofische en pedagogische invalshoek. Zo wil hij de verbanden tussen alle muziekculturen verder uitdiepen en betekenis geven aan luisteren en stilte, fundamentele waarden die hij van zijn meesters heeft meegekregen.

Opus 3 remercie tous ceux qui ont collaboré à la réalisation de cette 29e édition des Midis-Minimes / Opus 3 dankt van harte allen die hebben bijgedragen tot de realisatie van de 29ste uitgave van de Midis-Minimes; le / het Koninklijk Conservatorium Brussel, la Fédération Wallonie-Bruxelles, Direction générale de la Culture, Service de la Musique, le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, Finance et Budget / de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Financiën en Begroting, la / de Commission communautaire française, la Ville de Bruxelles / de Stad Brussel, La Loterie Nationale / de Nationale Loterij, Belfius Banque / Belfius Bank, Le Pain Quotidien, Sablon, Les Petits Oignons, La Boîte à Musique, Bozar Music, Flagey, RTBF-Musiq’3, RTBF-La Première, PointCulture, Origin / Opus 3 :Président / Voorzitter Claude Jottrand - Administrateurs / Beheerders Martine D-Mergeay, Patricia Bogerd, Aude Stoclet, Geert Robberechts, Quentin Bogaerts - Directeur artistique / Artistiek directeur Bernard Mouton (Arts/Scène Production asbl) - Presse et communication / Pers en communicatie Be Culture (SPCC) - Traductions / Vertalingen Veerle Lindemans, Emilie Syssau, Maxime Schouppe, Koen Van Caekenberghe - Accueil / Onthaal Sofia Fernandez, Alice Buis, Naomi Mvuezolo, Joachim Caffonnette, Yasmina Dombret - Tourneuse de pages / Blaadjesdraaier Anna Cheveleva - Conception graphique / Grafisch ontwerp Michaël Baltus.

CUISINE FRANÇAISE AUX ACCENTS DU SUD,CUISINE DE BRASSERIE

Ouvert 7/7. En semaine jusque 23h, les vendredi et samedi jusque minuit.

25 rue de la Régence1000 Bruxelles02 511 76 1502 511 86 15

info@lespetitsoignons.bewww.lespetitsoignons.be

Juste en face du conservatoire, Les petits oignons offrent derrière une façade magnifique un décor lumibneux, convivial et apaisant. Belle carte de vins, suggestions de vins au verre, carte régulièrement renouvelée en fonction de la saison et suggestions selon, le marché. Salle de réception et banquets.

concerts12:30PIKNIK

friends of

Le Pain Quotidien vous invite à une saine gourmandise, privilégiant les produits issus de l’agriculture Biologique.En vous proposant ses copieux Petits déjeuners, Déjeuners composés de tartines, salades et pâtisseries, autour d’une table ou l’on se sent bien.Dans une atmosphère chaleureuse et conviviale, ou en terrasse l’été, îlot préservé dans un havre de paix, au cœur du quartier des Sablons.

Le Pain Quotidien du SablonRue des Sablons, 11 - 1000 Bruxelles - Tél.: 02 513 51 54

Ouvert du lundi au vendredi de 7h30 à 19hSamedi et dimanche de 8h à 19h