10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf ·...

113
Werktuigen en installaties 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1

Transcript of 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf ·...

Page 1: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Werktuigen en installaties

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1

Page 2: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 2

Page 3: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Werktuigen en installaties

Henk Brilman en Roel Toering

Eerste druk, 2000

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 3

Page 4: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Artikelcode: 10278

© 2000 Ontwikkelcentrum, Ede, NederlandAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag wordenverveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerdgegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigewijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën,opnamen, of enige andere manier, zonder schriftelijke toestemmingvan het Ontwikkelcentrum.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 4

Page 5: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Voorwoord

Het katern waar je nu mee gaat werken hoort bij eenreeks van dertien katernen. Deze dertien katernenbevatten lesstof voor plantenteelt, groene ruimte,bloemschikken en -binden, dierenhouderij en -verzorging, verwerking van agrarische producten,agrarische economie en agrarische techniek. In dit katern vind je dezelfde opbouw als in anderekaternen van Vakwerk vmbo-groen, namelijk:

• het katern bestaat uit vijf hoofdstukkenhet laatste hoofdstuk is de afsluiting van hetkatern en bevat een eindopdracht

• elk hoofdstuk bestaat uit vijf paragrafende laatste paragraaf is de afsluiting van eenhoofdstuk en bevat een samenvatting en/of eenopdracht

In het katern komen twee soorten opdrachten voor.De opdrachten waar een R voor staat, is eenopdracht waar je voor in beweging moet komen,een zogenaamde ‘van de plaats’ opdracht.Je moet dan iets opzoeken, een motor bekijken inenzovoort. Daarnaast zijn er opdrachten waarbij jeteksten moet lezen en vragen moet beantwoorden.Daarvoor kun je op je plaats blijven zitten. Dezeopdrachten zijn aangegeven met een +.

Voor sommige opdrachten heb je een werkbladnodig. Dat staat aangegeven bij de opdracht.Bij dit katern hoort ook een werkboek. Er staat bij deopdracht duidelijk aangegeven wanneer je hetwerkboek moet gebruiken. Je kunt bij dit katern ookhet Gereedschapsboek gebruiken.

Er komt bij elk katern een ‘antwoordenboek’. Jehoort van je docent hoe je daarmee werkt.Wij hopen dat je met veel plezier zult werken methet katern ‘Werktuigen en installaties’.

Henk BrilmanRoel Toering

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 5

Page 6: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 6

Page 7: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Inhoud

1 Welk gereedschap gebruik je?1.1 Ken je gereedschap1.2 Houd je gereedschap ‘scherp’1.3 Meten is weten1.4 Verdeel je krachten1.5 Afsluiting

2 De pomp: het hart van de machine2.1 Tandwielen in de olie2.2 De waaier in de centrifugaalpomp2.3 Veilig brandstof pompen met een

membraan2.4 Van zuigen tot pompen2.5 Afsluiting

3 Hoe stroomt elektrische stroom?3.1 Elektriciteit voor motorvoertuigen3.2 De verlichting van aanhangwagens3.3 Huis-, tuin- en keukenstroom3.4 Zet je omgeving in het licht3.5 Afsluiting

4 Machines en werktuigen naar je handzetten

4.1 Doorgeven van beweging4.2 Hoe koppel je machines aan elkaar?4.3 Aandrijving van wielen en versnelling4.4 Wielen moeten blijven draaien4.5 Afsluiting

5 Eindopdracht

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 7

Page 8: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Inleiding

Om te weten hoe je werktuigen en installatiesdraaiende kunt houden, is het van belang dat jeweet hoe je gereedschappen gebruikt. Je kent al veelgereedschappen, maar in dit boek komen zeuitgebreid aan de orde. Karel van Dijk loopt stage inde smederij van Fred Beugeling.

Veel landbouwers hebben bij Beugeling hunmachines en installaties in onderhoud. Karel zal allekanten van het werk leren kennen. Hij zalondervinden dat gereedschappen onmisbaar zijn.Dat is wat de mens onderscheidt van het dier: hetgebruik van gereedschappen.

Toch is de kennis van gereedschappen natuurlijk nietvoldoende. Om de machines en installatiesdraaiende te houden zul je moeten weten waarvoorze worden gebruikt. Hoe ze in elkaar zitten en hoe zewerken.Karel kijkt zijn ogen uit in de werkplaats van FredBeugeling.

Fig. 1.1 Alleen in tekenfilms kan een dier omgaan met ge-reedschap.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 8

Page 9: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Welk gereedschapgebruik je?

Fred Beugeling, eigenaar van eenlandbouwmechanisatiebedrijf, doet de deur open.Hij kijkt naar Karel van Dijk die enkele maandenstage gaat volgen in de smederij van Fred. De ‘smid’steekt een enorme hand uit waarin die van Karelhelemaal verdwijnt. “Kom binnen jongen,” klinkt de zware bas van Fred. Karel wrijft zijn hand langs z’n broek (oei wat kan dieman knijpen!) en stapt over de drempel in eenwerkplaats die helemaal vol staat metlandbouwmachines, tractoren en honderdenmachineonderdelen. “Kijk eerst maar eens even rond,” buldert Fred tegende scholier. “Dan gaan we zo even bespreken watwe gaan doen.”

1 Karel kent als boerenzoon de meeste machines wel.Hij loopt eerst naar de werkbank. “Tjonge, wat eengereedschappen,” denkt Karel, “en wat heeftBeugeling zijn spullen netjes opgehangen!” Demeeste gereedschappen heeft hij wel eens in zijnhanden gehad, maar er staan ook dingen op dewerkbank die hij voor het eerst ziet.“Dat is wat je eerst onder de knie moet krijgen,”vertelt Fred, die Karel volgde. “Wat zijn het voorgereedschappen en waar heb je ze voor nodig. Danga je ons helpen sleutelen, want we hebben hetsmoordruk. Een flinke knaap als jij kan al werkendheel veel leren.”

LeerdoelenNa dit hoofdstuk kun je:– de meest noodzakelijke

werkplaatsgereedschappen herkennen;– gereedschappen gebruiken;– die gereedschappen onderhouden.

1.1 Ken je gereedschap

“We doen het zo,” bast Fred. “Ik repareer dezecyclomaaier. Als ik een stuk gereedschap nodig heb,roep ik de naam. Dan breng jij me dat. Zo leer jeheel snel hoe de werkplaatsgereedschappen heten.Oké?”“Prima,” antwoordt Karel, “maar als ik het verkeerdepak, wat dan?”“Dan krijg je een sputter uit de oliespuit,” bromtFred.Karel schrikt op, maar ziet meteen de glimlach op deberoete kop van Beugeling. “Gekheid jongen,” roeptde smid, terwijl hij Karel een dreun op zijn schouder

9

Fig. 1.2 Goed onderhoudvan gereedschap begint bij

netheid.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 9

Page 10: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

geeft, “dan loop je gewoon nog een keer. Proberendoet leren, zei mijn goede juf vroeger altijd en datben ik nooit vergeten!”

+ 1 Met je handenProbeer vijf dingen te bedenken die zondergereedschap worden gemaakt.

Gereedschap hoort bij de mensGereedschappen zijn typische voorwerpen die bijmensen horen. Je ziet af en toe een aap die een stokgebruikt om mieren uit de grond te lokken. Maareen stuk gereedschap kunnen ze niet maken. Mensen maakten in de steentijd, toen metaal nogniet bestond, al gebruik van handgereedschappen.Ze gebruikten bijvoorbeeld stenen of steensplinters

met een scherpe kant als bijl of beitel.Met zo’n stuk gereedschap konden mensen dingendoen die met de blote hand onmogelijk waren.Metalen handgereedschappen werden pasduizenden jaren later gemaakt.Nu zijn er honderden gereedschappen en er komensteeds weer nieuwe bij!

+ 2 Beantwoord de volgende vragena Welke gereedschappen staan op de tekening

afgebeeld? Schrijf de letter over en zet de juistenaam erachter.

b Schrijf in een paar regels op waarom de mensenin de loop der eeuwen (jaren) gereedschappenhebben ontwikkeld

In de techniek gebruik je vaak gereedschap.“Goed gereedschap is het halve werk” zegt hetspreekwoord. Dit wil zeggen dat het werk een stuk

10

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig. 1.3 Enkelegereedschappen.

Fig. 1.4Een gereedschapsbord.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 10

Page 11: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

eenvoudiger wordt als je goed gereedschapgebruikt. Het betekent ook dat je je gereedschapgoed moet onderhouden. Goed gereedschap isduur. Daarom moet het niet alleen goed onder-houden worden, maar je moet gereedschap ookaltijd overzichtelijk opbergen. Op deze manier hoefje niet te zoeken en kun je het juiste gereedschapgemakkelijk vinden. In de werkplaats van eenrijwielzaak, garage- of mechanisatiebedrijf zie je ookvaak een gereedschapswagen.In deze gereedschapswagen heb je de meestbelangrijke gereedschappen direct bij de werkplek.Dat is in een werkplaats gemakkelijk en geeft

arbeidsbesparing. Je hoeft niet heen en weer telopen om het juiste gereedschap op te halen.Gereedschap moet je droog bewaren om roesten tevoorkomen. In dit lesboek zul je veel gereed-schappen niet tegenkomen. In het Gereedschaps-boek vind je de meest gebruikte gereedschappenvan de werkplaats, de omschrijving van hethandgereedschap, wat je ermee kunt doen en hoe jeze moet onderhouden. Ook moet je wel iets wetenover de veiligheid en de milieu-voorschriften bij hetwerken met gereedschappen in een werkplaats.Tip! Bewaar het Gereedschapsboek goed! Het komtaltijd van pas.

R 3 GereedschapsboekJe krijgt nu het gereedschapsboek. Na paragraaf 1.5lever je het ingevulde boek in bij je docent.Je hebt dan heel veel gereedschappen herkend. Ookweet je dan al een beetje wat je er mee kunt doen.

+ 4 Werkblad 1Maak nu werkblad 1 achter in dit lesboek.

Engelse maat sleutels (inch-maat)Bij veel machines, zoals bijvoorbeeld een grasmaaier,passen onze normale steek- en ringsleutels somsniet. Dat komt omdat bouten en moeren in een

11

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig. 1.5Een gereedschapswagen.

Fig.1.6 Engelse maatsleutel 1 inch (1”).

Fig.1.7 Engelse maat sleutel 1/2 inch (1/2”).

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 11

Page 12: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

afwijkende Engels maat zijn gemaakt. Dan zul je merken dat een ringsleutel 12 mm, ofringsleutel 13 mm niet passen. De één is te klein en de andere te ruim. Je moet daneen Engelse maat sleutel nemen van een 1/2 inch. (1 inch = 25,4 mm en wordt geschreven als: 1”)

+ 5 Beantwoord de vragena Hoeveel mm. is een sleutel van 1/2” ?b De inch-maat sleutels hebben tussenliggende

maatvoeringJe kunt dit zelf uitrekenen. Neem over en vul in:Sleutelmaat 1” = ......mm.1/2” = ......mm3/4” = ......mm1/4” = ......mm

Regels in de werkplaatsVoor het werken in een werkplaats gelden een paarregels:– In een werkplaats wordt vaak met olie gewerkt. Je

moet altijd gemorste olie direct verwijderen inverband met de veiligheid (uitglijden) en hetmilieu. Absorberende korrels zijn ook heel handig.

– De afgewerkte olie moet je verzamelen enbewaren. Daarna moet het afgevoerd worden via

de milieudienst.– De opslagplaats van olie en brandstoffen moeten

van lekbakken zijn voorzien. Hierdoor kan er nietsin de bodem komen.

– Het opladen van accu’s moet je doen op eenplaats met voldoende ventilatie of afzuiging.

– Zorg er voor dat je nooit met vuur of vonken inde buurt van een accu komt. Zo voorkom jeexplosiegevaar.

– Brandbare stoffen moet je onmiddellijk wegzettenals je ze niet gebruikt.

– Je moet altijd denken aan de veiligheid van je zelfen de ander.

– Ook tijdens je werk moet je brandgevaarvoorkomen.

12

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig.1.8 De werkplaats.

Fig.1.9 Een olie-opslag-plaats.

Sommige sleutels hebben geen Europesemaataanduiding in milimeters (mm), maar hebbeneen Engelse maataanduiding.Dit zijn inch-maten.1 inch = 25,4 mmOp de sleutel staat vaak 1” (= 1 inch.)

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12

Page 13: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

– In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat aanwezig zijn. Deze moet goed gekeurdzijn en regelmatig gecontroleerd worden.

– Sommige machines geven zoveel lawaai dat jegehoorbescherming moet gebruiken.

– Bij meer dan 80 decibel geluid (continu) moet jeoordoppen of een gehoorbeschermingskap gaangebruiken.

– Als je een machine schoonmaakt of ontroest komter vaak veel stof vrij.

– Het is dan verstandig om een stofkapje tegebruiken.

– Bij veel werkzaamheden komt stof of roest ofmetaaldeeltjes vrij. Je moet hierbij eenveiligheidsbril gebruiken.

– Een veiligheidsbril is ook verplicht als je eenslijpsteen gebruikt zonder afscherming.

– Zorg altijd dat je veilig werkt, stevig staat en goedoplet bij het aanzetten van machines.

– Laat geen gereedschap “slingeren”, dus niet latenliggen waar het niet hoort.

– Let op draaiende machines en machine-onderdelen. Leg hier nooit gereedschap op.

– Draaiende verbrandingsmotoren gevenuitlaatgassen. Deze uitlaatgassen moetenafgevoerd worden, zodat ze niet in de werkplaatskomen.

– Een EHBO-trommel is verplicht en onmisbaar ineen werkplaats. Vaak zijn er toch kleineverwondingen en dan is het prettig dat je snel eenpleister of verbandje kunt vinden.

– Je moet zorgen dat een werkplaats netjes enoverzichtelijk is en blijft.

– Je moet het gereedschap schoon opruimen enoverzichtelijk opbergen.

– Als je de volgend keer dan gereedschap moet

hebben, kun je dit snel vinden en hoef je niet tezoeken.

R 6 Werkboekopdracht 1Maak de opdrachten 1a/1b uit het werkboekgereedschappen

1.2 Houd je gereedschap ‘scherp’

“Het is ontzettend belangrijk dat het gereedschapgoed werkt,” zegt Fred tegen Karel. “Daarom moetje zuinig zijn op je spullen. Niet dat je ze moetbehandelen als een watje, maar je moet je kostbarewerktuigen wel goed onderhouden. Doe je dat niet,dan ben je je dure spulletjes zo kwijt!”Karel kijkt vol verstand naar een beitel.“Moet je zo’n dingetje dan regelmatigschoonmaken. Bedoelt u dat?”“Nee man,” brult Fred, “zo’n ding moet je scherphouden.”O ja, dat snapt Karel: “Slijpen dus.”“Juist.”

+ 7 KoudbeitelZoek in je klas een koudbeitel en controleer of desnijkant scherp is.

Gereedschap onderhoudenOm je kostbare gereedschap in goede staat tehouden, moet je ze onderhouden.Dat kan op verschillende manieren:– schoonmaken, b.v.:

13

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig.1.10 Explosie-gevaar.

Fig.1.11 Een brandblusser.

Fig.1.12 Een gehoorbeschermingskap.

Fig.1.13 Een stofkapje.

Fig.1.14 De veiligheidsbril.

Fig.1.15 EHBO-doos.

Fig.1.16 Een koudbeitelmoet je regelmatig slijpen.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 13

Page 14: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

• vetten en oliën verwijderen– het ordenen aan een wandbord of in een

gereedschapwagen– steeds opruimen na een klus– elektrische snoeren controleren op

beschadigingen • breuken herstellen• kapotte stekkers vervangenhet aftappen van condenswater uit eencompressor

– slijpen van gereedschap, bv:• centerpons• beitels• koudbeitels• boortjes

Karel krijgt de opdracht van Fred om een koudbeitelte slijpen. “Is dat nodig,” vraagt Karel onnozel.“Wat,” brult Fred. “Natuurlijk! Zo’n ding gebruik jezo vaak. Bij het lassen, als je iets los moet bikken,noem maar op. Dan moet zo’n handig stukjegereedschap wel scherp zijn. Trouwens, je zult welvaker iets moeten slijpen, dus kun je mooi met ditklusje trainen.Vooruit, aan de slag!”

R 8 Werkboekopdracht 2Jij gaat ook een koudbeitel slijpenVoer opdracht 2 uit je werkboek uit.

1.3 Meten is weten

R 9 MetenMeet nauwkeurig de dikte van een tafelpoot. Zoekzelf uit welk gereedschap je moet gebruiken.

Fred neemt Karel mee naar een trekker die op hetterrein achter de werkplaats staat.“Ik moet een gat in de dissel boren voor een bout,”zegt hij tegen Karel. “Nu moet jij voor mij de diktevan de bout meten, zodat die precies in het gat past.Weet je hoe dat moet?”Karel denkt even na.“Met een rolbandmeter?”“Ha, ha, ha,” brult Fred. “Nou dat zal me watworden. Nee, jongen, ik moet de preciese maathebben. Daarvoor gebruiken we een schuifmaat.Kom maar mee, ik zal je laten zien wat dat voor eenprachtig stuk gereedschap is.”

“Vroeger waren er veel maatstelsels om te meten,”vertelt Fred. “Nu zijn er gelukkig nog maar een paarmaatstelsels overgebleven waar je mee te makenkrijgt.”

14

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig 1.17 Met de schuifmaat meet jede dikte heel nauwkeurig.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 14

Page 15: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Maatstelsels1 Metrisch

Bij het metrisch stelsel is de meter destandaardlengte. Op meetgereedschap is dezestandaardlengte vaak onderverdeeld in nogkleinere stukjes. (meter, decimeter, centimeter, milimeter) 1 meter = 100 cm = 10 dm 1 cm = 10 mm

2 Inch Bij het Engelse maatstelsel gebruiken we inch. Erwordt ook vaak over “duimen” gesproken. Je hebtvast wel eens gehoord van een duimstok. Dezemaatlat of duimstok heeft dan ook eenmaataanduiding in inches of duimen. Dus met duim of inch wordt dezelfde maatbedoeld. 1 inch = 1 duim = 1” = 25,4 mmin de praktijk wordt vaak gezegd: ‘ongeveer2,5 cm’

+ 10 Beantwoord de volgende vraagBekijk een duimstok of meetlat.Neem de onderstaande zinnen over en vul ze in:1 meter = ........ cm1 cm = ........ mm1 meter = ........ mm1 inch = ........ mm1 inch = ........ cm

Voor het meten kun je gebruik maken van eenrolmaat, maatlat of duimstok.Met deze meetgereedschappen kun je tot op 1millimeter nauwkeurig meten.

De schuifmaatIn de techniek moeten we vaak veel nauwkeurigermeten. Je moet dan een schuifmaat gebruiken.Met een schuifmaat kun je zelfs delen van eenmillimeter meten. (0,1 mm of 0,05 mm)

+ 11 Beantwoord de volgende vraagKijk goed naar Fig. 1.19. Neem onderstaandezinnen over en vul in:Je kunt met een schuifmaat op 3 manieren meten. Je meet de uitwendige maat: met nr. ..........inwendige maat: met nr. ..........diepte-maat: met nr. ..........

De liniaalDe verschuifbare meetbek met de ‘nonius’ schuiftover de liniaal.Op de liniaal zijn 2 maatverdelingen aangebracht. Dat zijn – de Europese (metrische) maatverdeling – de Engelse maatverdeling in inches

15

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig. 1.18Rolmaat en maatlat.

Fig. 1.19De mogelijkheden van eenschuifmaat.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 15

Page 16: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Je krijgt hier alleen maar te maken met de metrischemaatverdeling.

Vaste meetbekDe vaste meetbek vormt een geheel met de liniaal.Deze meetbek wordt zo vlak mogelijk tegen het temeten werkstuk gedrukt.Dit noemen we het rustpunt bij het meten.

Losse meetbekDe losse meetbek met de schuif wordt bij het metenover de liniaal geschoven naar het werkstuk en daarzo vlak mogelijk tegenaan gedrukt.Een belangrijk onderdeel van de schuifmaat is denonius.

De nonius op de verschuifbare bek heeft een lengtevam 9 mm (zie figuur. 1.21)Die 9 mm is verdeeld in 10 gelijke deeltjes.Elk deeltje op de nonius is 9/10 = 0,9 mm.Het verschil tussen een deeltje op de liniaal en op denonius is 1 - 0,9 = 0,1 mm.Je kunt dus hiermee tot op 0,1 mm nauwkeurigmeten.

* 12 Werkblad 2Maak werkblad 2 achter uit dit boek. Het gaat overhet aflezen van de schuifmaat.

Klokjes en metersWanneer je fietsband leeg is pomp je hem op. Weetje eigenlijk wel hoeveel lucht (luchtdruk) in eenfietsband moet? Sommige fietspompen hebben een klokje waarop jekan zien hoeveel luchtdruk in de band zit. Meestaldrukken we met de hand op de band en voelen weof er voldoende lucht in zit.In de trekkerband of autoband moet ook voldoendeluchtdruk zitten. Het testen met de hand lukt niet zogoed en daarom kun je hier maar beter een banden-spanningsklokje of banden-spanningsmeter voorgebruiken.

DrukmeterOp een bandenspanningsklokje ofbandenspanningsmeter lees je de luchtdruk af in bar.De atmosferische luchtdruk = 1 bar.Dus: Als je op het klokje 2 bar afleest, dan is dit 2 baroverdruk.

16

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig. 1.20Elk streepje op de liniaal is

1 mm.

Fig. 1.21De maatverdeling van de

nonius.

de nonius

Fig.1.22Bandenspanningsklokje enbandenspanningsmeter.

bar

overdruk

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 16

Page 17: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

VacuümmeterKoffie zetten is tegenwoordig een eenvoudigekarweitje. Als je hiervoor een nieuw pak koffie moetopen maken, merk je dat er lucht instroomt. Dekoffie is namelijk vacuümverpakt. Vacuümverpakt wilzeggen:Het is luchtledig gemaakt in de verpakking. Allelucht is er uit gehaald. Op veel machines voor hetvacuüm verpakken van levensmiddelen zit eenklokje. (=Vacuümmeter)Niet alleen op vacuümverpakkingsmachines zit ditklokje. Ook op melkmachine-installaties zit eenvacuümmeter om het vacuüm in demelkmachineleiding te kunnen controleren.Op sommige zaaimachines voor de land- entuinbouw zit ook een vacuümmeter. Ook op devacuümmesttank (mesttank) zit een klokje voor hetmeten van de overdruk(=drukmeter) en voor deonderdruk(=vacuüm).

TemperatuurmeterDe temperatuur kun je aflezen op een thermometer.

ToerentellerTijdens de derde stagedag mocht Karel de trekker ophet mechanisatiebedrijf starten.Karel moest de aftakas inschakelen voor deaandrijving van de rooimachine.Maar hij verschoof ook de gashendel en liet demotor op volle toeren draaien.De rooimachine draaide daardoor ook veel te snel.“Stop!” schreeuwde Fred. “De aftakas mag maar540 toeren (=omwentelingen) per minuut maken. Jemoet de motor niet op volle toeren laten lopen. Jekunt dit toerental altijd aflezen op het dashboard vande trekker.”Karel zette de motor weer uit. “Voor controle kun jedit toerental ook meten met een mechanischetoerenteller.”

Deze mechanische toerenteller moet je op de center(het midden) van de as houden. Na 1 minuut kun jehet aantal omwentelingen op de teller aflezen.Er zijn ook elektrische en elektronische toerentellers.Deze tellen de stroomstootjes of bougievonkjes dieper minuut door een draad gaan. Hierdoor gevendeze meters het toerental van de motor aan.

GeluidsmeterHard geluid (geluidsoverlast) kan schadelijk zijn voorje gehoor. Het kan zelfs blijvende gehoorschade tot

17

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig. 1.23Bij een vacuümmeter loopt

de stand van 0 terugnaar -1,0.

Fig. 1.24Een thermometer,

een klokje of een digitaletemperatuurmeter.

Fig.1.25Een mechanische toerenteller.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 17

Page 18: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

gevolg hebben.Ook in de techniek kom je vaak machines engereedschappen tegen die te veel lawaai maken.Geluidsterkte kun je opmeten met een dB(A)-meter.Meer dan 80 dB(A) (=decibel) is niet goed voor jegehoor.Op plaatsen met veel lawaai zie je vaak mensenwerken met gehoorbeschermingskappen of metoordopjes. Een goede gehoorbeschermingskap geefteen bescherming van 25 dB(A).Oordoppen geven maar 15 dB(A) bescherming.

+ 13 Beantwoord de volgende vraagEen man werkt met een motorkettingzaag. Hetgeluidsniveau ligt op 104 dB(A).Wat moet deze man gebruiken voorgehoorbescherming? Oordopjes of eengehoorbeschermingskap?

SpanningzoekerElektriciteit kan gevaarlijk zijn.Als je moet uitzoeken of er stroom(spanning) staatop een wandcontactdoos, moet je eenspanningzoeker gebruiken.Spanningzoekers zijn er in diverse uitvoeringen.

Let op: Lees altijd goed op de spanningzoekerwaarvoor hij geschikt is.

Deze (figuur 1.28) is voor wisselstroom 230 - 380volt.Het neonlampje gaat branden als je despanningzoeker in de opening van eenwandcontactdoos steekt waar de fase meeverbonden is (de fase-draad is de draad waar altijdspanning op staat). Je moet wel een vinger of duimop het aanrakingspunt van de spanningzoekerhouden. Een zeer kleine hoeveelheid stroom kan nuvia jouw lichaam naar de aarde wegvloeien. Deweerstand zorgt ervoor dat de stroom voor jezelfongevaarlijk is. Op deze manier kun je uitzoeken op welke draadspanning staat:

18

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig. 1.26gehoorbeschermingskap

en oordopjes.Fig. 1.27Zo zoek je geen stroom-spanning.

Fig.1.28Met de spanningzoeker zieje op welke draad span-ning staat. Let op het ne-onlampje, weerstand enaanrakingspunt.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 18

Page 19: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

StroomspanningzoekerDeze kun je gebruiken voor stroomspanningen vanaf4 volt tot 380 volt.Hiermee kun je zien waar stroomspanning op staat.Als je wisselstroom meet, branden er 2 lampjes.Bij gelijkstroom (bijvoorbeeld bij een batterij) brandter maar 1 lampje.Voor stroom met een lage spanning (accu = 12 volt)wordt meestal een ander soort spanningzoekergebruikt.

Deze (Fig. 1.31) is voor gelijkstroom 12 volt.Met deze spanningzoeker maak je een verbindingtussen de + pool en de - pool.

MultimeterDe multimeter is heel handig voor het meten vanstroomspanning (volt), stroomsterkte (A = ampère)en stroomweerstand (S = Ohm) bij elektriciteit. Jekunt hem gebruiken bij wisselstroom (230 volt en380 volt) en bij gelijkstroom. (=batterij, accu, enz.)(wisselstroom wordt aangegeven met “ ~ “ of AC)(gelijkstroom wordt aangegeven met “ = “ of DC)Ook de stroomweerstand (S = Ohm) van bedradingkun je hiermee doormeten.

* 14 Werkblad 3Maak werkblad 3 achter uit je boek. Dit is eenoefening met de multimeter.

Ampère-meterOm de stroomsterkte te meten is er ook een gewoneampère-meter.

19

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig. 1.29Wél spanning.

Fig.1.30Met de stroomspanning-zoeker ontdek je wissel-

stroom.

Fig. 1.31Met een 12 volts span-ningzoeker controleer je despanning van

Fig.1.32De multimeter kun je voorveel metingen gebruiken-een accu.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 19

Page 20: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Op een acculader zit vaak een ampèremeter. Hieropkun je zien met hoeveel stroom (ampère per uur) deaccu geladen wordt.

VoltmeterVoor het meten van de stroomspanning kun je eenvoltmeter gebruiken.

* 15 Werkblad 4Maak nu werkblad 4 achter uit je boek.

1.4 Verdeel je krachten

R 16 MomentsleutelMeet met een momentsleutel of de moeren van eentrekkerwiel allemaal met gelijke kracht zijnaangedraaid.

Karel heeft het prima naar zijn zin op zijn stageadres.Het werken met meters vond hij interessant.Maar nu zou hij ook wel eens iets uit elkaar willenhalen en weer in elkaar willen zetten. “Oh, je wilt ietsdemonteren en daarna weer monteren, bedoel jezeker,” zegt Fred, als Karel erom vraagt.“Nou jongen, dat kan hoor. Zie je die cilinder aandat motorblok? Demonteer de cilinderkop en wachtdan even. Want ik wil er zelf bij staan als je de debouten weer vastdraait.” “Waarom, ik kan dat wel alleen.”“Nee, dat denk ik niet,” mompelt Fred. “Met welkesleutel wil je het doen?”

“Nou, ik dacht gewoon een ringsleutel.”“Oké. En monteren, doe je dat met dezelfdesleutel?” Karel kijkt even naar zijn mentor. Hij wordteen beetje achterdochtig. “Moet dat dan niet?”“Aha! Heel goed jongen. Nee, dat moet met eenmomentsleutel!” “Eehh,” Karel kijkt een beetjevreemd op. “Met een wat?”

MomentsleutelWielmoeren of wielbouten van een auto, vracht-wagen, bus of trekker moeten goed vast zitten.Als dit niet zo is loopt het wiel van het voertuig af.Zit het wiel te strak vastgedraaid, dan kan dewielmoer of wielbout uitgerekt zijn tijdens hetvastdraaien. Later kan deze wielmoer of wielboutafbreken. Dus te los aangedraaid is niet goed, maarte strak ook niet.

+ 17 Beantwoord de vraagWaarom moet je wielmoeren niet te strakaandraaien?

Monteren cilinderkopDe cilinderkop van een motor (zie fig 1.35) moet je

20

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig.1.33.Met een ampèremetermeet je stroomsterkte

Fig. 1.34voltmeter Fig.1.35

Bouten of moeren van cilinderkop en cilindernauwkeurig aandraaien.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 20

Page 21: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

heel nauwkeurig monteren.Daarna moet je de bouten of moeren met devoorgeschreven kracht (= aanhaalmoment)vastdraaien.Bij veel grasmachines (cirkelmaaiers) in de tuinbouw(zie figuur. 1.36) moet je na veel gebruik hetmaaimes eraf halen, slijpen en weer monteren. Jemoet het maaimes vastzetten met hetvoorgeschreven aanhaalmoment. Die kracht drukkenwe uit in ‘Newton-meter’. Tegenwoordig worden veel onderdelen van motorenen bromfietsen met een voorgeschrevenaanhaalmoment (kracht) vastgezet. Als je met eensleutel een bout of moer aandraait, dan geeft je armeen bepaalde trekkracht. De bout of moer wordt opvoorspanning gezet en raakt nu niet zo maar los.

Pas op voor brekenMetaal is rekbaar ook al kun je dat met het blote oogsoms niet zien. Deze rekbaarheid is beperkt en isafhankelijk van het materiaal waarvan de bout ofmoer gemaakt is (=kwaliteit). Bij te veel kracht zal debout aan het einde van zijn rekbaarheid zijn, enbreekt deze af. Het aanhaalmoment van bouten isvaak voorgeschreven.Je draait gewoonlijk met een sleutel een moer enbout vast. De kracht waarmee je dat doet bepaal je

zelf en de sleutellengte is de hefboom (=arm)waardoor het gemakkelijker gaat. Hoe langer desleutel (hefboom) is, hoe makkelijker het werkt.Wanneer je aan de sleutel een veerunster bevestigt,kun je de kracht waarmee je aandraait aflezen.In garages werken ze niet zo. Om sneller te kunnenwerken gebruiken ze in garages enmechanisatiebedrijven een momentsleutel.De momentsleutel in figuur 1.39 geeft een hoorbaarsignaal (klik) als de ingestelde kracht(aanhaalmoment) bereikt is. Handig hè?Dit zijn dure sleutels.Ze worden gebruikt voor onder andere:.– Het vastdraaien van de wielen van de auto.– Het vastdraaien van cilinderkopbouten van een

motor.– Het vastdraaien van messen onder cirkelmaaiers.

21

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig. 1.36Het mes van deze maai-

machine moet met50 Newton-meter worden

vastgezet

Fig.1.37 Met een veer-un-ster kun je de kracht con-troleren.

Fig.1.38 Met deze mo-mentsleutel kun je bij dewijzer op de schaalverde-ling zien met hoeveelkracht er gedraaid wordt.

Fig. 1.39 Deze moment-sleutel geeft een hoorbareklik.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 21

Page 22: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Let op!De volgorde van vastdraaien is van groot belang!Om materiaalspanningen te voorkomen, moet jevanuit het midden werken en kruisgewijsvastdraaien.

+ 18 Beantwoord de vraag.Kijk naar Fig. 1.41

Wat is volgens jou de beste volgorde om de moerenvast te draaien? Kies het juiste antwoord.

A aandraai-volgorde 123456B aandraai-volgorde 254316C aandraai-volgorde 621543D aandraai-volgorde 413625

Bij velgen of wielen met banden moet je de moerenkruislings vastdraaien. Dit voorkomt ongelijkeaanhaalmomenten. (=ongelijk vastzitten)Op kwaliteitsbouten staan soms cijfers en letters oftekens. Deze hebben betrekking op de maximalekracht die ze kunnen verdragen.

Tabel met aanhaalmomentenHieronder zie je een tabel met maximaleaanhaalmomenten voor enkele boutdiameters metschroefdraad.

Aantrekkoppel of aanhaalmoment(Newtonmeter)Kwaliteitsklasse volgens DIN 267

kwaliteitsaanduiding:5.6 6.8 6.9 8.8 10.9 12.9

M 6 4 6 7 9 12 15M 8 10 16 18 22 30 36M 10 20 32 36 43 60 73M 8 x 1 10 10 18 22 30 36M 10 x 1,25 20 32 36 43 60 73M 12 x 1,25 34 54 61 72 103 120M 12 x 1,5 34 54 61 72 103 120M 14 x 1,5 54 86 98 115 160 200M 16 x 1,5 83 135 155 180 250 300M 18 x 1,5 110 180 200 240 340 400M 20 x 1,5 160 260 290 340 490 590

Voor het lezen van de tabel moet je een paar dingenweten.A. De diameter (=dikte) van een bout wordtaangegeven voor metrisch schroefdraad in mm.(b.v. M 6 = een boutje met metrisch schroefdraad endit boutje is 6 mm dik.)B. Er staan aanhaalmomenten in de tabel voor dekwaliteitsaanduidingen 5.6 6.8 6.9 8.8 10.9 12.9

22

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

Fig.1.40De volgorde van vastdraai-

en staat bij de cilinderkopbijgeschreven met

nummers.

Fig.1.41cilinderkop met

zes bouten.

Fig.1.42 Een wiel met aan-draaivolgorde.

Fig.1.43een bout met cijfers voorhet aanhaalmoment(Newton-meter).

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 22

Page 23: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

R 19 Werkboekopdracht 3Maak nu opdracht 3 uit je werkboek: demomentsleutel.

1.5 Afsluiting

In deze laatste paragraaf over gereedschappenzetten we alles nog eens op een rijtje.Je hebt kennisgemaakt met de meestgebruiktegereedschappen.Je hebt ook leren werken met de schuifmaat, metverschillende meet-instrumenten en met demomentsleutel.Nu kun je testen of je de gereedschappen allemaalkunt herkennen.

+ 20 Het gereedschapsboekLever het ingevulde gereedschapsboekje in bij jedocent.

23

W e l k g e r e e d s c h a p g e b r u i k j e ?

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 23

Page 24: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

De pomp: het hart van demachine

Fred Beugeling neemt Karel mee naar een machinein een hoekje van de werkplaats. “Weet je wat dat is?” vraagt de grote man. Karel kijkt naar het apparaat.Er zitten allerlei slangen aan.“Het lijkt wel een pomp,” zegt onze leerling.“Dat is het ook!” buldert Fred, en geeft Karel eenwaarderend klopje op de schouder. Nadat Karel kreunend weer rechtop is gaan staan,vraagt hij waar de pomp voor gebruikt wordt.“Dit is een zogenaamde plunjerpomp,” legt Fred uit.“Die gebruiken we om water te verplaatsen.”Karel kijkt met verstand naar het ding, maar laat nietmerken dat hij nog nooit van een ‘plunjerpomp’heeft gehoord.“Is ‘t ie kapot?”“Ja, ik moet het ding demonteren. Jij mag het ookdoen, maar dan moet je eerst wat meer van pompenweten.”

2 LeerdoelenNa dit hoofdstuk kun je:– de werking van enkele pompen uitleggen;– enkele pompen de- en monteren;– de meest belangrijke onderdelen van pompen

herkennen en benoemen.

2.1 Tandwielen in de olie

* 1 Waarvoor pompen?Maak een lijst van vijf praktijksituaties waarbij eenpomp wordt gebruikt.

“Een pomp is heel belangrijk in het dagelijkse leven,”vertelt Fred aan Karel. “In de meeste apparaten enmachines zit wel een pomp. Maar jij gebruikt ookvaak een pomp.”Fred kijkt Karel vragend aan.“Ja, een fietspomp,” zegt Karel. Hij moet elke dageen eind fietsen naar school en zijn achterband looptsteeds leeg.“Precies!” roept Fred en Karel doet snel een stapjeopzij.“Weet jij waarvoor een pomp dient?” vraagt Fredaan Karel.“Nou, om een band op te pompen, of om waterover het land te pompen, bijvoorbeeld.”“Goed, maar waarvoor is die pomp nu eigenlijknodig? Geef daar eens een antwoord op.”Karel denkt even aan zijn fiets.“Als mijn band leeg is, komt er niet vanzelf weerlucht in. Dat moet je met de fietspomp erinpompen. En bij het leeghalen van de mestkelderstroomt het ook niet vanzelf omhoog. Bedoelt u

24

Fig. 2.1Zonder pompen werken

veel machines niet.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 24

Page 25: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

dat?”“Helemaal goed! Water en lucht, of gas, stromensoms vanzelf weg. Daar is geen pomp voor nodig.Maar soms moet je het naar een plaats hebben waarhet niet vanzelf naar toe stroomt. Daar is dan eenpomp voor nodig.”

Verplaatsen van gassen en vloeistoffen, dat iswat een pomp doet.In de keuken vinden we ook vaak een pomp dielucht verplaatst. Deze pomp zit in de afzuigkap enzorgt voor de afvoer van de kookdamp naar buiten.Voor ons drinkwater is ook een pomp nodig. Dezepomp zorgt voor het transport van het water doorde leidingen naar de waterkraan thuis. En hetbijvullen van de brandstoftank van een auto oftrekker gebeurt ook met een pomp.

Je ziet nu dat een pomp heel belangrijk is inhet dagelijkse leven. Toch is niet altijd een pomp nodig om gassen ofvloeistoffen te verplaatsen. Denk maar eens aan je fietsband. Wanneer jefietsband lek is stroomt de lucht uit de band naarbuiten.

Dit komt omdat de luchtdruk in de band hoger isdan er buiten. Dus gassen (bijvoorbeeld lucht)stromen van een plaats met hoge druk naar eenplaats met lage druk. Vloeistoffen stromen vanzelfvan hoog naar laag.Dit komt door het drukverschil.(1 bar luchtdruk = 10 meter waterkolom.)Bij B is de druk 1 bar + 1 m. = 11 meter waterkolom.Omdat de druk bij B groter is dan bij A, stroomt erwater van B naar A tot dat de druk gelijk is.Je ziet nu, dat het stromen van gassen en vloeistoffente maken heeft met drukverschil.

Geen pomp nodig: Wel een pomp nodig:

Als een vloeistof of gas Maar bij het verplaatsennaar een andere plaats van gassen en vloeimoet met een lagere, stoffen naar een plaats druk dan heb je geen met gelijke druk of eenpomp nodig. hogere druk moet je wel

een pomp gebruiken.

25

D e p o m p : h e t h a r t v a n d e m a c h i n e

Fig. 2.2Door drukverschil stroomt

vloeistof van hoog naarlaag. Bij A is er op de vloei-

stof een luchtdruk van1 bar per cm2.

drukverschil

Fig. 2.3 Door zuigen of blazen ineen rietje ontstaatdrukverschil.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 25

Page 26: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Er zijn veel soorten pompen voor lucht envloeistoffen.Een pomp moet kunnen aanzuigen en wegpompen.Dit kun je heel goed zien als je met een rietje drinkt.In het rietje verlaag je de luchtdruk (=zuigen).

Door de hogere buitendruk stijgt de vloeistofomhoog in het rietje. Een pomp doet aan dezuigzijde hetzelfde.– Aanzuigen geeft drukverlaging. – Wegpompen geeft drukverhoging.

Drukverlaging is nodig om vloeistof of gas naar depomp toe te laten stromen.Drukverhoging is nodig om vloeistof of gas weg teduwen door een leiding, buis of slang.

+ 2 Beantwoord de volgende vraagAls je een aquarium leeg wilt pompen, wat is erdan nodig: drukverhoging of drukverlaging?

WeerstandHoe langer de slang of buis, hoe groter de drukmoet zijn. Bijvoorbeeld bij het transport van oliedoor buizen over grote afstand. Als het dunnebuizen zijn wordt het nog moeilijker. Dan moet depomp nog harder persen. We zeggen dan: de olieondervindt in dunne buizen veel weerstand. Als deleiding langer wordt, wordt de weerstandgroter.Ook is drukverhoging nodig om een vloeistofomhoog te pompen. Met hoogteverschil wordtbedoeld het verschil in niveau.Pompen kunnen dus gassen en vloeistoffenverplaatsen.

– Pneumatische pompen verplaatsen gassen.– Hydraulische pompen verplaatsen vloeistoffen.

De tandwielpompEén van de meest voorkomende pompen is detandwielpomp.

26

D e p o m p : h e t h a r t v a n d e m a c h i n e

Fig. 2.4 Pompen overbruggenhoogteverschillen.

Fig. 2.5De tandwielpomp.

Als een vloeistof of gas door leidingen, buizen ofslangen stroomt, ondervindt de vloeistof of het gasweerstand.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 26

Page 27: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Deze pomp heeft in het pomphuis 2 tandwielenzitten. Eén tandwiel wordt aangedreven door een asen het andere tandwiel moet meedraaien. Detandwielpomp wordt veel gebruikt als oliepomp inbijvoorbeeld auto- en trekkermotoren. Bij motorenzorgt deze pomp voor het aanzuigen enwegpompen van de olie uit het carter om demotoronderdelen te smering.Ook wordt deze pomp voor hydraulische systemengebruikt. Hieronder zie je tandwielpomp alsoliepomp voor de hefinrichting van de trekker.Door het draaien van de tandwielen wordt aan dezuigzijde van de pomp de olie weggehaald door detanden van het tandwiel. Hier ontstaat eendrukverlaging waardoor er weer olie toestroomt. Depomp is dus zelfaanzuigend. Aan de perszijde wordtde olie uit de pomp geduwd. Als oliepomp zorgt hijzelf voor de smering. De draaisnelheid en de groottevan de tanden bepalen de pompopbrengst. Deze

roterende pomp heeft door zijn ronddraaiendebeweging een regelmatige pompopbrengst.

+ 3 Beantwoord de volgende vragena Wat wordt door pompen verplaatst?b Waarvoor wordt de tandwielpomp vaak gebruikt?c Hoe komt het dat de weerstand van dunnere

slangen of buizen groot is?d Is een tandwielpomp een pneumatische of

hydraulische pomp?

R 4 Werkboekopdracht 4Maak opdracht 4 uit je werkboek

2.2 De waaier in de centrifugaalpomp

R 5 SlingerenVul een emmer voor de helft met water. Slinger deemmer rond. a Wat merk je op?b Hoe komt dit?

“Gebruiken jullie thuis ook een centrifuge?” vraagtFred Beugeling aan Karel. “Ja,” knikt Karel.“Dat is eigenlijk ook een soort pomp.”“Huh?” klinkt het verbaasd. “Die slingert toch wateruit natte kleren enzo.” Fred: “Dat klopt gedeeltelijk. Hij zuigt namelijk ook.Ik weet dat het gek klinkt, maar bij jullie op deboerderij wordt toch echt een soort van centrifugegebruikt op het land om de akkers te beregenen. Hetis een heel handige pomp, want hij zuigt en persttegelijk.”

27

D e p o m p : h e t h a r t v a n d e m a c h i n e

Fig. 2.6Trekker met tandwiel-

pomp.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 27

Page 28: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

CentrifugaalpompIn het pomphuis of slakkenhuis draait een waaier.Deze waaier heeft vaak gebogen schoepen. Dewaaier zit niet in het midden van het slakkenhuis. Ditnoemt men excentrisch (=uit het middelpunt). Doorhet draaien van de waaier wordt de vloeistof naar debuitenkant in het slakkenhuis geslingerd. De vloeistofgaat door de persleiding uit de pomp. In het middenkomt er nu een tekort aan vloeistof. Hierdoor ontstaater een drukverlaging. Die drukverlaging veroorzaakteen zuiging. De zuigleiding zit in het hart (midden)van de pomp. Hierdoor zuigt de pomp nieuwevloeistof aan. De waaier zorgt voor een regelmatigeaanzuiging en wegpompen van de vloeistof.Als de pomp wordt stilgezet, loopt de vloeistof uit depomp. Dat is vervelend als de pomp opnieuw moetworden aangezet. Hij heeft dan geen vloeistof omweg te slingeren naar de buitenkant. De pomp werktdan niet. Je moet dan eerst de pomp vullen metvloeistof en gelijktijdig aanzetten. Je kunt dit weglopen van vloeistof voorkomen dooreen voetklep (=terugstroomklep) te plaatsen in dezuigleiding.Deze pomp wordt vaak gebruikt als waterpomp voorhet oppompen van water voor beregening. Ook zit deze pomp in de leiding van de centrale

verwarming voor het rondpompen van het water. Inhet koelsysteem van de auto’s, trekkers en anderegrote motoren zit ook vaak een centrifugaalpompvoor het rondpompen van de koelvloeistof.

+ 6 Beantwoord de volgende vragena Waarmee wordt het pomphuis van de

centrifugaalpomp vergeleken?b Hoe komt het dat de pomp kan zuigen?c Met welk onderdeel voorkom je dat vloeistof uit

de pomp wegloopt?

VentilerenIn plaats van water kun je met deze pomp ook luchtverplaatsen. We noemen zo’n pomp dan eenventilator. Een ventilator levert een constanteluchtstroom. Deze wordt veel gebruikt voor deafzuiging van lucht in werkruimtes. Ook worden ervaak ventilatoren gebruikt voor temperatuurregelingen luchtverversing in stallen en bewaarplaatsen vooragrarische producten. Er zijn 2 soorten ventilatoren.

De axiaalventilator of schroefventilatorDit soort ventilator heeft een snel draaiende as metschuingeplaatste schoepen. Voor de luchtgeleiding is

28

D e p o m p : h e t h a r t v a n d e m a c h i n e

Fig. 2.7De centrifugaalpomp slin-

gert het water weg.

Fig. 2.8 De voetklep voorkomt te-rugstromen van vloeistof.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 28

Page 29: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

een ring om de waaier aangebracht. Het gas of delucht wordt door de schoepen van de ene zijde naarde andere zijde van de ventilator verplaatst(geschroefd).Dit soort ventilator wordt gebruikt voor hetverplaatsen van grote hoeveelheden lucht met eenbetrekkelijk lage druk. Bekende voorbeelden zijn:– raamventilator.– koelventilator bij motoren.– afzuigventilator (douche, toilet).– ventilator in stallen en bewaarplaatsen.

De radiaalventilator of centrifugaalventilatorDeze pomp heeft de vorm van een slakkenhuis. Delucht wordt hier in het midden aangezogen. Doorde middelpunt-vliedende kracht wordt de lucht naarde buitenkant geslingerd en afgevoerd. Deze pompwerkt met een hogere luchtdruk dan deaxiaalventilator.Bekende voorbeelden zijn: – afzuigventilator– bladblazer (bladzuiger)

– motorrugnevelspuit– hooiblazer – turbo (motoren)– haarföhn

Bij al deze centrifugaalpompen is de pompopbrengst(water- of luchtverplaatsing) afhankelijk van hettoerental en de grootte van de waaier.

+ 7 Beantwoord de volgende vragena Is een centrifugaalpomp zelfaanzuigend?b Wat kan een centrifugaalpomp verplaatsen?

Water, lucht of allebei?

2.3 Veilig brandstof pompen met eenmembraan

“Je hebt nu kennisgemaakt met hydraulische enpneumatische pompen,” zegt Fred, als hij even metKarel een kopje koffie drinkt. “Maar je bent er nog niet. Voor het aanzuigen entransporteren van brandstof in een motor wordtmeestal een membraanpomp gebruikt.”Karels hoofd tolt bijna van al die verschillendesoorten pompen.“Is dat heel iets anders dan een tandwielpomp ofeen centrifugaalpomp?” vraagt hij bijna wanhopig.“Dit wordt toch veel te ingewikkeld!” “Maar jongentoch!” brult Fred, “dat hoor je wel te weten.”

+ 8 Zonder pompWaarom wordt bij een bromfiets geentransportpomp voor brandstof gebruikt?

29

D e p o m p : h e t h a r t v a n d e m a c h i n e

Fig. 2.9axiaalventilator.

Fig. 2.10De radiaalventilator

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 29

Page 30: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

De membraanpompBij de auto zit de benzinetank niet direct bij demotor. Dit is gedaan voor de veiligheid. Ook is debenzinetank vaak laag geplaatst om het zwaartepuntvan de auto zo laag mogelijk te houden.Er is dus een pomp nodig, om de benzine van debrandstoftank naar de carburateur te brengen.Hiervoor wordt vaak een membraanpomp gebruikt.Deze pomp heeft een rubberen membraan. Ditmembraan wordt door een nokkenas en eenhefboom op en neer bewogen. Hierdoor wordt de

bovenste kamer met een zuigklep en een persklepbeurtelings groter en kleiner gemaakt.Deze pomp wordt ook veel toegepast bijdieselmotoren als toevoerpomp voor de brandstof.Hieronder kun je duidelijk zien hoe deze pompwerkt.De nokkenas van de motor bedient de hefboom. Hetmembraan wordt naar beneden bewogen. Depersklep is dicht en de zuigklep wordt opengezogen. Door deze drukvermindering wordt er

30

D e p o m p : h e t h a r t v a n d e m a c h i n e

Fig. 2.11Schema van de brandstof-

toevoer.

Fig. 2.12De membraanpomp wordt

gebruikt voor brandstof-vervoer.

Fig. 2.13De zuigslagvan een membraanpomp.

Fig. 2.14De persslagvan de membraanpomp.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 30

Page 31: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

benzine in de pomp boven het membraanaangezogen.Door het wegdraaien van de nok op de nokkenas ende veerdruk onder het membraan gaat hetmembraan omhoog. De zuigklep is dicht geduwddoor een veer. Door de druk gaat de persklep openen de benzine wordt weg geperst.Deze pomp geeft een onregelmatige opbrengst. Zijnonregelmatige werking van zuigslag en persslagwordt enigszins verholpen door het naar benedenblijven staan van het membraan. De pompopbrengsthangt af van de pompsnelheid en de pompgrootte.

R 9 Werkboekopdracht 5Maak opdracht 5, de membraanpomp, uit hetwerkboek

2.4 Van zuigen tot pompen

“De meest gebruikte pomp is de zuigerpomp,” legtFred uit aan Karel. “Weet jij een voorbeeld van zo’npomp?”Karel denkt even na. Een zuigerpomp. “Een vetspuit misschien?” Karel gokt op dit ding,omdat hij de spuit vaak moet gebruiken voor demachines van zijn vader. “Heel goed!” Karel krijgt zijn gebruikelijke ‘klopje’ opde schouder.“Maar er is nog een pomp die jij waarschijnlijk hetmeest in handen hebt gehad.”“O, de fietspomp zeker.” Karel duikt snel weg. Net op tijd!Fred: “Oké, daar staat zo’n dingetje. Demonteren enmonteren.”

+ 10 De fietspompBeschrijf de werking van een fietspomp.

De zuigerpompDe zuigerpomp heeft een op- en neergaande zuigerin een cilinder. Om de pomp te kunnen laten werken is een zuigklep(of zuigkogel) en een persklep (of perskogel) nodig.Hierdoor is deze pomp ook zelfaanzuigend.

De werking van een zuigerpomp:Als de zuiger naar beneden gaat, wordt er vloeistofaangezogen langs de openstaande zuigkogel.Bij het naar boven gaan van de zuiger, wordt devloeistof langs de perskogel weggeduwd.Daarna gaat de zuiger weer naar beneden en maaktde pomp weer zuigslag en vervolgens weer persslag.Door de afwisseling van zuigslag en persslag krijg jeeen onregelmatige uitstroom van vloeistof.Bij een grote zuiger en een hoge zuigersnelheid zalde pomp meer vloeistof geven.

31

D e p o m p : h e t h a r t v a n d e m a c h i n e

Fig. 2.15Doorsnede van een zuiger-pomp met zuigkogel enperskogel.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 31

Page 32: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Er zijn meerdere zuigerpompen. De bekendste zijn:– de fietspomp– de compressor– de plunjerpomp.– de vetspuit– De fietspomp heb je leren kennen.

De compressorAls de zuiger naar beneden beweegt, zal de zuigklepopen staan en stroomt er lucht in de cilinder. Dezelucht wordt eerst door een luchtfilter gezuiverd. Depersklep is dan gesloten. Bij de persslag gaat dezuiger naar boven en gaat de lucht langs de persklepin de persleiding. Via deze persleiding wordt de

perslucht direct gebruikt of in de windketelopgeslagen. Deze opslag van perslucht dient alsvoorraad en om de onregelmatigheid van zuigslagen persslag op te heffen. In lucht zit altijd vocht. Als je veel lucht samenperstin de windketel, zal er water in de windketel komen.Dit condenswater kan onderaan de windketel meteen kraan afgetapt worden.Wanneer de druk te hoog oploopt zorgt eenveiligheidsklep of overdrukventiel ervoor, dat deovertollige lucht er uit kan stromen.Dit veiligheidsventiel kan op de gewenste drukworden ingesteld met een schroef. Er zijn ook veelcompressoren met een automatische afslag. Dezecompressoren stoppen bij een bepaalde luchtdruk inde windketel.

De normale omgevingsluchtdruk (atmosferischedruk) = 1 bar. Dus wat je afleest op de manometerbij de compressor is overdruk.Door het samenpersen van lucht ontstaat er warmte.De cilinder van de compressor zal dus gekoeldmoeten worden. Dit koelen gebeurt meestal doorhet aandrijfwiel van de compressor en de koelribbenop de cilinder en de cilinderkop.Onderin de compressor zit olie voor het smeren vande cilinderwand en de draaiende krukas. Met eenoliepeilstok of kijkglas kun je de oliestand gemakkelijkcontroleren.

+ 11 Beantwoord de volgende vragena Waarom wordt een compressor vergeleken met

een fietspomp?b Waarvoor is een overdrukventiel nodig?

32

D e p o m p : h e t h a r t v a n d e m a c h i n e

Fig. 2.16De compressor is een soort

fietspomp die met een motor wordt aangedreven.

Fig. 2.17Met een manometer (ofdrukmeter) kun je de drukaflezen in bar.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 32

Page 33: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

De plunjerpompDeze pompen kun je herkennen aan de hoge drukdie ze kunnen maken. Ook hebben ze vaak kleinecilinders met massieve zuigers. De afdichting tussenzuiger en cilinder zit in de cilinderwand. Ook dezepompen hebben een zuigklep en persklep. Ze zijnzelfaanzuigend.Een plunjerpomp wordt veel gebruikt alswaterpomp. De hogedrukspuit heeft zo’nplunjerpomp. Ook op spuitmachines kan eenplunjerpomp voorkomen. Bij motoren wordt somsde brandstof via een inspuitsysteem in de cilindergebracht. Om deze brandstof in te spuiten gebruiktmen vaak een plunjerpomp.De werking van de plunjerpomp als waterpomp:Als de plunjer naar links gaat, wordt het wateraangezogen langs de zuigklep (=zuigslag).De persklep zit dan dicht.Als de plunjer naar rechts gaat, wordt het water weggeperst langs de persklep (=persslag).De zuigklep zit nu dicht. Deze wordt dicht geduwddoor de druk van het water en de veerdruk.De kleppen of kogels zijn vaak veerbelast, omdat ze

snel dicht moeten gaan.De hoeveelheid water, die door de pomp per minuutwordt weggepompt, noemen we pompopbrengst.Deze is afhankelijk van het toerental van de pomp ende grootte van de pompplunjer.Doordat de pomp afwisselend persslag en zuigslagmaakt, zal de uitstroom onregelmatig zijn.

+ 12 De plunjerpompNoem een voorbeeld uit de praktijk waarbij eenplunjerpomp wordt gebruikt.

De vetspuitEen bijzondere vorm van de plunjerpomp is devetspuit.De vetspuit wordt gebruikt bij het smeren vanmachines, trekkers en werktuigen. De vetspuit werktvolgens het principe van de plunjerpomp.

R 13 Werkboekopdracht 6Maak nu opdracht 6 uit je werkboek, deplunjerpomp.

33

D e p o m p : h e t h a r t v a n d e m a c h i n e

Fig. 2.18Een plunjerpomp wordtveel gebruikt als water-

pomp.

Fig. 2.19vetspuit.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 33

Page 34: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

2.5 AfsluitingJe hebt verschillende pompen leren kennen in dithoofdstuk.In de land- en tuinbouw wordt ontzettend veelgebruik gemaakt van pompen.Eén van de meest gebruikte pompen op eenveehouderijbedrijf is de schottenpomp.Deze pomp wordt gebruikt bij melkmachines.Als afsluiting van dit hoofdstuk ga je nu eenschottenpomp de- en monteren.

R 14 Werkboekopdracht 7Maak daarvoor opdracht 7 uit je werkboek.

34

D e p o m p : h e t h a r t v a n d e m a c h i n e

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 34

Page 35: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Hoe stroomt deelektrische stroom?

Karel loopt door de werkplaats van Fred Beugeling.Eén van de werknemers schroeft een koplamp vaneen trekker.“Kun jij even kijken of de contacten in orde zijn?”vraagt de man aan Karel.Karel staat een beetje te schutteren.“Daar heb ik maar weinig verstand van,” zegt hij eenbeetje verlegen.Fred hoort het.“Mooi,” roept hij, “dan wordt het nu tijd voor jou

3 om een beetje met elektriciteit te knoeien.”“Knoeien?” “Nou ja, je moet toch wat meer van stroom wetenbij voertuigen en bij je thuis?”Tja, dat is natuurlijk zo.“Knoeien met elektriciteit is natuurlijk gevaarlijk.Maar als je weet waarom het gaat bij stroom, dankom je ook niet voor verrassingen te staan.”

LeerdoelenNa dit hoofdstuk kun je:– eenvoudige motorvoertuigen- en

aanhangwagenverlichting aansluiten encontroleren;

– storingen oplossen bij verlichting aanhangwagensen motorvoertuigen;

– onderdelen van de elektrische installatie inwoning en bedrijf herkennen;

– onderdelen van de elektrische installatie inwoning en bedrijf noemen;

– eenvoudige toegestane werkzaamheden ondertoezicht veilig en verantwoord uitvoeren.

3.1 Elektriciteit voor motorvoertuigen

R 1 Licht in het lokaalControleer of de verlichting van de trekker in hetlokaal brandtAls het licht het niet doet, wat kan dan de oorzaakzijn?

“Heb jij wel eens meegemaakt dat een auto nietwilde starten?” vraagt Fred Beugeling aan zijnstageloper Karel van Dijk.

35

Fig. 3.Met elektriciteit kun je niet

voorzichtig genoeg zijn.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 35

Page 36: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

“Jawel,” antwoordt Karel. “Het karretje van mijnvader liet het de afgelopen winter vaak afweten.”“Waar kwam dat door? Nee, laat me raden. Was hetde accu?”“Ja,” knikt Karel. “Mijn vader moest een nieuwekopen, want de oude kon niet tegen de kou.”Fred wijst naar de trekker waar één van zijn mannenaan werkt.“Deze accu is prima, maar de verlichting doet hetniet. De storing zit dus ergens anders. Dat zul jij laterook meemaken, dus help hem maar een beetje. Daarsteek je wat van op. Maar pas op! Nergensaankomen als je niet zeker bent, want dan kun je eenprobleem krijgen.”De accu (zie figuur 3.2a) is heel belangrijk bijmotorvoertuigen. Deze levert de stroom om tekunnen starten. De accu is een soort oplaadbarebatterij. Hij wordt bijgeladen door de dynamo als demotor draait. Je zou kunnen zeggen dat de accu eentijdelijke opbergplaats voor stroom is. Met de accustart je de motor en de verlichting krijgt er ook zijnstroom van.In figuur 3.2b. zie je het aansluitschema voor eenlampje. De stroom gaat van de accu naar deschakelaar, daarna naar de zekering en dan naar hetlampje.

Van het lampje gaat de stroom terug naar de accudoor het frame (= de massa). Dit noemen we een stroomkring. Als de stroomkring verbroken is (door de schakelaarbijvoorbeeld) brandt het lampje niet. Er zit ook altijd een zekering in zo’n stroomkring. Dezekering is de zwakste schakel in de stroomkring endient voor beveiliging. Deze zal bij overbelasting ofkortsluiting doorsmelten. Als die zekering er nietwas, zou er brand kunnen ontstaan.

Er zijn 3 soorten zekeringenHet doorsmelten van de zekering hangt af van dehoeveelheid stroom (=stroomsterkte) die erdoorgaat. Die stroomsterkte wordt aangegeven inampères. Een zekering van 6 ampère smelt als erelektriciteit doorgaat van bijvoorbeeld 7 ampère.Dan is de stroomkring verbroken. Als een apparaat oflampje meer stroomsterkte nodig heeft, moet er eenzekering tussen van meer ampère.In het schema van figuur 3.2b zit een lamp van12 Volt/60Watt.Dit betekent, dat de lamp aangesloten moet wordenop een stroombron (b.v.accu) met een spanning van12 volt. Het (energie)vermogen van de lamp is60 Watt. Nu weet je nog niet hoe groot de stroomsterkte ofampère is.

36

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig.3.2aDe accu is de hoofd-

stroombron voor motor-voertuigen.

Fig. 3.2bHet schema van een accu,

het contactslot ende verlichting.

Fig.3.3Deze zekeringen hebbenalle drie een smeltdraadje.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 36

Page 37: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Met behulp van een formule kun je de stroomsterkteuitrekenen.– Watt = vermogen– Volt = stroomspanning– Ampère = stroomsterkteDe formule is: WATT = VOLT X AMPÈRE

ofWATT : VOLT = AMPÈRE

De uitkomst is: 60 : 12 = 5De stroomsterkte is 5 ampère. Er gaat dus 5 ampèrestroom door de zekering in Fig. 3.2.De zekering is 6 ampère en dus zal dit geenprobleem zijn.

+ 2 Beantwoord de volgende vraagKijk goed naar figuur 3.4. Hoe “zwaar” (=hoeveelampère) moet de zekering zijn?Maak de berekening met de formule.

V en WAls de lamp stroom krijgt, gaat het gloeidraadje witlicht geven.Op de lamp staat de stroomspanning vermeldwaarvoor de lamp geschikt is (b.v. 12 V). De diktevan het draadje bepaalt hoeveel licht de lamp geeft.Dit wordt op de lamp aangegeven met WATT (b.v.

18 W). Je kunt ook zeggen: hoe meer watt’s, des tefeller het licht.Soms heb je te maken met duplolampen. Dezelampen hebben 2 gloeidraadjes. Deze lamp moetworden aangesloten op een stroomspanning (accu)van 12 Volt en heeft: - 1 gloeidraadje voor achterlicht (5 Watt) en- 1 gloeidraadje voor remlicht (18 Watt)

+ 3 Beantwoord de volgende vraagWaarom is het remlicht 18 Watt en het achterlicht5 Watt?

Hulp bij monterenKijk nog eens naar figuur. 3.6. Je ziet twee pennetjesaan de zijkant van de lampvoet, in plaats van eenschroefdraad. Dit is een lampje voor eenzogenoemde bajonetsluiting. Door die pennetjes kande lamp niet verkeerd gemonteerd worden.

+ 4 Beantwoord de volgende vraagWat is het verschil tussen een schroefdraad-aansluiting en een bajonetaansluiting?

BuislampjeIn motorvoertuigen zitten heel vaak buislampjes (zieFig. 3.7). Deze lampjes worden tussen tweecontacten geklemd. Het maakt geen verschil hoe je zo’n lampjemonteert.

37

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig. 3.4De zekering in deze

stroomkring gaat nietstuk.

Fig. 3.5Een kogellamp, 12V/18W.

Fig. 3.6Een duplolamp 12V-18/5W.

Fig. 3.7 Een buislamp heeft tweecontactjes links en rechts.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 37

Page 38: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

KoplampenKoplampen hebben altijd een duplolamp. In de lampzitten 2 gloeidraadjes, 1 voor dimlicht en 1 voorgrootlicht. De reflector of spiegel zorgt er voor dat het licht naarvoren wordt gekaatst om een maximalelichtopbrengst van de lamp te krijgen.In figuur 3.9 zijn de lichtstralen met een paar pijlenaangegeven. Er zitten twee lampen in een koplamp: eenduplolamp voor dimlicht en grootlicht en eenkogellampje voor stadslicht. Er zijn verschillende typen duplolampen.

Voor inbouwkoplampen worden andereduplolampen gebruikt dan voor opbouwkoplampen. Tegenwoordig wordt meestal een halogeenlampgebruikt.Dit is een halogeen koplamp. Deze lampen gevenmeer licht en gaan langer mee. Pas op bij hetmonteren van de lamp! Je mag niet met je hand ofvingers het glas van het lampje aanraken. Hierdoorgaat de lamp snel stuk.

BedradingVoor een volledige elektrische bedrading van eenauto of trekker zijn er heel veel draden nodig. Heelvaak zie je dan ook dat er voor verschillende lampenverschillende kleuren draden gebruikt worden.Hierdoor kun je een storing sneller opsporen.Soms moet je een schematekening raadplegen omde storing op te zoeken. In een schematekening voormotorvoertuigentechniek zie je altijd symbolengetekend in plaats van de echte afbeeldingen. Echteafbeeldingen zijn veel te groot voor de tekening. Eenschematekening is daarom veel handiger.

In figuur 3.11 zie je enkele afbeeldingen met hunsymbool

38

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig. 3.8Een koplamp met reflector.

Fig. 3.9De stralenbundels van de

koplamp.

Fig. 3.10 Een halogeen koplampmag je niet met de vingersaanraken.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 38

Page 39: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Afbeelding naam symbool

accu

lamp (enkelpolig)

lamp (duplolamp)

leiding(draad)

aftakking

kruising (zonder verbinding)

massa

zekering

schakelaar (maak-schakelaar)

schakelaar (verbreekschakelaar)

claxon

startmotor

wisselstroomdynamo (met regelaar)

Knipperautomaat

+ 5 Werkblad 5Maak nu werkblad 5 achter uit je boek.

R 6 Werkboekopdracht 8Maak opdracht 8 uit je werkboek.

3.2 De verlichting vanaanhangwagens

“Hebben jullie thuis een aanhangwagentje?” vraagtFred aan Karel.“Ja, we hebben er twee.”Fred loopt naar een aanhangwagen in dewerkplaats.“Waarmee koppel je zo’n wagen aan de auto?”Karel heeft in de gaten dat Beugeling hem wil testen.“Je legt de dissel op de kogel en beveiligt dekoppeling. Daarna moet je zorgen dat er eenstaaldraad om de kogel wordt gelegd, zodat dewagen, als hij losraakt, niet ineens de weg opschiet.”“Goed zo, jongen. Dat is alles?”Weer die testende ogen van Fred.Karel aarzelt. “O nee, de stekker!”“Juist, voor de verlichting. Denk je dat die stekkersop alle auto’s passen? ““Dat denk ik wel, maar bij onze auto werken derichtingaanwijzers niet.”“Dan is de stekker dus wel goed,” zegt Fred, “maarer klopt iets niet met de bedrading.”

39

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig. 3.11 Symbolen.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 39

Page 40: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

+ 7 Stekker van een aanhangwagenBekijk een stekker van een aanhangwagen en beant-woord de volgende vragena. Hoeveel pennetjes zie je?b Op hoeveel manieren past de stekker in de

contactdoos?

AanhangerVoor het rijden op de weg met een aanhangwagenof caravan is een goed werkende verlichting vereist.Daarom is het verstandig om altijd de verlichting vande aanhangwagen te controleren voordat je er meewegrijdt. Soms is de verlichting niet in orde. Hetkomt voor dat de stekker los zit of een lamp stuk is.Ook kan er een draad naar de lamp stuk zijn. Destoring kan ook in de aansluiting met de massazitten. Dit is erg vervelend, maar het kan soms snelopgelost worden. Als je een beetje handig bent, kunje dat zelf doen.Daarom is het belangrijk om te weten hoe het werkt.Onder de contactpin ‘R’ zie je een kleine verdikkingin de rand. Daardoor kan de stekker maar op één

manier in de contactdoos worden gestoken. In destekker zit een uitsparing in de rand. Daarin valt deverdikking. De stekker heeft 7 pennetjes (= 7 polig) en past maarop 1 manier in het stopcontact. Aan elk pennetje ziteen draadje voor de stroomtoevoer naar een lamp. Elke draad heeft zijn eigen functie. In het stopcontacten ook in de stekker staan nummers, waardoor hetaansluiten gemakkelijk is.De kabel heeft 7 draden met verschillende kleuren.Hierdoor kun je gemakkelijker een storing verhelpen.In de kabel zitten zeven draden van verschillendekleur. Elke draad sluit aan op een bepaalde lamp. Hetis belangrijk dat alle stekkers en contactdozen vanhetzelfde schema uitgaan. Anders passen de wagensof caravans niet op elke auto of trekker.

40

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig. 3.12Een aanhangwagen voor

vee.

Fig. 3.13Een stopcontact ofwel con-tactdoos (auto of trekker).

Fig. 3.14 Stekker met kabel.

Fig. 3.15 In de aanhangwagenlam-pen zitten buislampjes enduplolampjes.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 40

Page 41: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Daarom wordt een uniform aansluitschema gebruikt.Aansluitschema:

+ 9 Beantwoord de volgende vraagWaarvoor dient de zekeringkast in je huis?

Stroomuitval“Valt bij jullie thuis de stroom ook wel eens uit?”vraagt Fred aan Karel. “O ja, regelmatig.”“Wat doe je dan?”Karel: “Mijn vader kijkt dan altijd in de meterkast. Ikheb het weleens gezien, maar weet niet precies hoealles werkt.”“Mooi,” roept Fred, terwijl hij Karel meesleurt naarde meterkast. “Ik zal het je laten zien.”

41

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig. 3.16 Een gewone meterkast metvier groepen.

R 8 Werkboekopdracht 9Maak nu opdracht 9 uit je werkboek.

3.3 Huis-, tuin- en keukenstroom

Opeens valt in een hoek van de werkplaats het lichtuit en slaan alle motoren af.’Dat wordt heibel,’ denkt Karel, denkend aan delawaaierige Fred.Maar Fred blijft heel kalm.“Een zekering, baas,” roept John, één van demedewerkers. “Ik deed de slijpschijf aan en mis washet.”“Oké, niets aan de hand,” zegt Fred kalm.“Schakel alle machines even uit en controleer demeterkast. Niet zoveel machines gelijktijdiggebruiken John, dat heb ik al eens vaker gezegd.Vooral als je de slijpschijf gebruikt. Die trekt er altijdbehoorlijk aan.”

nr. kleur functie

1(L) groen knipperlicht links2 (54G) wit binnenverlichting3 (31) bruin massa4 (R) geel knipperlicht rechts5 (58R) blauw achterlicht rechts6 (54) rood remlicht (stoplicht L en R)7 (58L) zwart achterlicht links

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 41

Page 42: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Hier zijn 4 groepen (afdelingen) gemaakt. Elke groepheeft een zekering voor beveiliging van alleelektriciteit die hierop zit aangesloten.De zekering van groep 1 is stuk. Dat kan Karel zienaan de melder van de zekering achter het glas vande schroefkap.“Nu zetten we eerst de schakelaar van groep 1 op 0,“ zegt Fred. Hij schroeft het deksel eraf en haalt dezekering eruit. De melder valt op de grond. “Kijk,daaraan kun je zien dat de smeltdraad weg is,” legthij uit aan Karel. “We gaan er een nieuwe indraaien.” Daarna zet hij de schakelaar weer op “aan”. Ping!“Wel hier en ginder! Hij knapt alweer!” Er is dus toch iets anders aan de hand dan John hadgezegd. “We hebben ergens een kortsluiting, Karel. Datmoeten we eerst uitzoeken, voordat we de nieuwezekering erin kunnen doen.” Fred en Karel lopen naar John, die met een schuldiggezicht de stekker van de slijpschijf laat zien. “Ik heb het al gevonden,” zegt hij. “Er zat eendraadje los.”Hij demonteert de stekker en laat Fred en Karel dezwartgeblakerde stroomdraad zien. “Dat ga ik eerstherstellen.”Even later is de stekker gerepareerd.

Fred schroeft de nieuwe zekering erin en ‘floep’ alleswerkt weer.

HoogspanningVia kabels en hoogspanningsmasten komt de stroomvan de centrale naar de transformatorhuisjes. Hierwordt stroom met een hoge spanning (voltage)omgezet in stroom met een lage spanning (voltage).Door een voedingskabel (grondkabel) wordt destroom naar de gebruikers gestuurd. Er zitten 3 fase-draden in de grondkabel, een 0-draad en een draadvoor randaarde.Voor 380 volt (=krachtstroom) heb je nodig:– 3 fase-draden en randaardeVoor 230 volt (=lichtnet) heb je nodig:– 1 fase-draad en de 0-draad en randaarde

42

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig. 3.17Zekering of smeltpatroon

met een melder achter hetglaasje.

Fig. 3.18Hoogspanningsmasten.

Fig. 3.19Krachtstroom (380 volt).

Fig. 3.20Aansluitschema van eenmotor op lichtnet(230 volt).

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 42

Page 43: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

In de meterkast gaat de stroom via de installatiekasten de meter en de aardlekschakelaar naar degroepenafdeling (zie figuur1).De gebruikte hoeveelheid stroom wordt gemetendoor een KWH-meter.De gebruikte hoeveelheid stroom wordt uitgedruktin kilowatt per uur. (KWH = Kilo-Watt-Hour)De aardlekschakelaar meet de hoeveelheid stroomdie door de draad naar de stroomgebruiker gaat,maar ook de hoeveelheid stroom die weer terugkomt.Is er een verschil, dan schakelt de aardlekschakelaarautomatisch direct alle stroom uit.Dit komt voor als de wasmachine lek is.De wasmachine heeft altijd een randaarde-aansluiting.De randaarde-draad (geel/groen) geeft eenrechtstreekse verbinding van de wasmachine naar deaarde.Dit is voor de veiligheid. Als nu de wasmachine aande buitenkant onder stroom komt te staan, dan gaatde stroom door de randaarde-draad naar de aardeen niet door het lichaam als je de machine zouaanraken.In de groepenkast zit voor elke groep (afdeling) eenschakelaar en een zekering.Deze heeft een heel dun draadje die bij overbelastingof kortsluiting doorsmelt.Dit kun je zien aan de melder. Elke zekering laat eenbepaalde hoeveelheid ampères door. De kleur van de melder geeft de maximalestroombelasting aan.

- Groen 6 ampère- Rood 10 ampère- Grijs 16 ampère- Blauw 20 ampère

- Geel 25 ampère

Een zekering moet je in een passtuk met dezelfdekleur monteren.Dit passtuk is er ingezet door de installateur. Er pastwel een kleinere zekering in, maar geen grotere omoverbelasting van de draden te voorkomen.Het draadje in de zekering is het dunste stukje in debedrading van de groep die er aangekoppeld zit.Dus het is een goede beveiliging. Zou je nu eenander passtuk monteren met een zwaardere(grotere) zekering, dan is er geen beveiliging meer.Want bij te veel stroom smelt de isolatie weg en krijgje kortsluiting.

Geen zekering maar schakelaarsDe nieuwe groepenkasten hebben meestalveiligheidsschakelaars. Deze schakelen uit bijoverbelasting of kortsluiting. Je hoeft niets meer tevervangen, alleen maar de schakelaar over te halen.In de huiskamer heb je vaak te maken metlichtschakelaars en wandcontactdozen enlichtpunten waar de lampen hangen. Destroomdraden naar deze onderdelen heten

43

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig. 3.21De kilowatt-uur meter

(KWH-meter).

Fig. 3.22De aardlekschakelaar.

Fig. 3.23Een zekering ofwel smelt-patroon.

Fig. 3.24Een zekering met passtuk

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 43

Page 44: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

installatiedraden. De kleuren van die draden zijn heelbelangrijk. Hierdoor kun je zien waar ze voor dienen.

ParallelschakelingDe gewone verlichtingslampen in huis zijn allemaalafzonderlijk aangesloten op 230 volt.(parallelschakeling)Wanneer 1 lamp stuk is, blijven de andere lampenbranden.

SerieschakelingDe lampjes in de kerstboom zijn achter elkaaraangesloten op het lichtnet. (230 volt)We noemen dit serieschakeling.Wanneer 1 lamp stuk gaat, is de verbindingverbroken en brandt er geen enkele lamp meer.Wanneer je losse snoeren of kabels gebruikt, kijk danaltijd of de isolatie en de aansluitingen in orde zijn.Elektriciteit is en blijft altijd gevaarlijk.

44

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig. 3.25Symbool voor randaarde .

Fig. 3.26 symbool voordubbelgeïsoleerd.

Fig. 3.27bij een parallelschakelingkrijgen de lampen apartstroom.

Fig. 3.28Bij een serieschakeling zijnalle lampen aan elkaardoorgeschakeld.

kleur functie:bruin fase-draad (=stroomdraad, altijd gevaarlijk)blauw 0-draad (hierdoor gaat de stroom terug)zwart schakeldraad (b.v. stroomdraad van de schakelaar naar de lamp)geel/groen randaardedraad (voor de veiligheid)

Veiligheid– Je mag zelf nooit in de meterkast en aan de

elektrische installatie iets veranderen. Dit magalleen een erkende installateur doen.

– Wel mag je en moet je een zekering kunnenvervangen.

– Ook een lamp moet je kunnen aansluiten. Je moetaltijd voorzichtig zijn, dus eerst de stroomuitschakelen.

Wisselschakeling of hotelschakelingSoms heb je te maken met wisselschakeling ofhotelschakeling. Thuis komt dit voor in de gang enop de trap naar boven. Je kunt op 2 plaatsen hetlicht in- en uitschakelen.RandaardeIn vochtige ruimtes en werkplaatsen moet altijdrandaarde gebruikt worden in verband met deveiligheid.Je ziet vaak in een wandcontactdoos een tekentje(symbool) voor randaarde.Soms is randaarde niet nodig. Een boormachine isbijvoorbeeld dubbelgeïsoleerd. Dit wordt op hetkenplaatje van de boormachine aangegeven met:

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 44

Page 45: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

+ 10 Beantwoord de vragena Waarvoor dient de wissel- of hotelschakeling?b Noem twee voorbeelden van zo’n schakelingc Wat is het verschil tussen parallelschakeling en

serieschakeling?d Wat is het voordeel van randaarde?

Lampen en vermogenEerst moet je iets meer weten over lampen. Er zijnveel soorten lampen. Hieronder zie je de bekendste.

WattHet energievermogen van de lamp wordt op delamp aangegeven in Watt. Een lamp van 100 Wattgeeft meer licht en warmte (energie) dan een lampvan 60 Watt.Het energievermogen (kracht) van een elektromotorstaat gegeven op het kenplaatje van de motor.De motor van een boormachine van bijvoorbeeld700 Watt is sterker dan een boormachine van400 Watt.In alle gevallen wordt het vermogen dus aangeduidmet Watt.

AmpèreOm dat vermogen te bereiken is een bepaaldehoeveelheid stroom nodig. Die hoeveelheid stroommoet door de stroomdraad gestuurd worden. Dit noemen we stroomsterkte of Ampère. Hoe dikkerde draden, hoe sterker de stroomsterkte of Ampère.

VoltStroom loopt van de ene kant naar de andere kantvan de stroomdraad. Daar is een zekere spanningvoor nodig. Die spanning noemen we Volt. Hetvermogen is dus ook afhankelijk vam destroomspanning (Volt).In woningen is dat meestal 230 Volt. Als we heel krachtige machines met een hoogvermogen moeten aansturen gebruiken wekrachtstroom van 380 Volt.

OhmHet vermogen (Watt) is afhankelijk van ampère envolt.Dit is de wet van Ohm:

Watt = Volt x Ampère

45

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig. 3.29 peerlamp.

Fig. 3.30kogellamp.

Fig. 3.31 kaarslamp.

Fig. 3.32kopspiegellamp.

Fig. 3.33 buislamp. Fig. 3.34 tl-buis.

Fig. 3.35 sl lamp. Fig. 3.36 plc lamp.

Fig. 3.37 halogeenlamp.(laagspanning),b.v. in spotjesals bijverlichting

Fig. 3.38 halogeenlamp.(normaal span-ning), b.v. inbouwlampen

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 45

Page 46: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Met de wet van Ohm kun je heel veel uitrekenen.Bijvoorbeeld: Welke boormachine is het sterkste A ofB ?

de zekering in de meterkast stuk.Op deze wijze kun je zelf heel eenvoudiguitrekenen of de bedrading overbelast wordt.

+ 11 Beantwoord de volgende vragena Hoeveel volt is de stroomspanning van het

lichtnet?b Met welke eenheid wordt de hoeveelheid stroom

gemeten in de meterkast die je gebruikt hebt.c Wat is de oorzaak als de aardlekschakelaar

uitspringt? Kies het juiste antwoord uit.A kortsluitingB er lekt stroom naar de aarde door vocht in de

aansluiting van de machine.C de zekering is stuk.D de groepenschakelaar staat “uit”

d Noem drie elektrische toestellen zonderrandaarde.

e Je moet een nieuw snoer aan een vaatwasmachinemonteren. Moet dit een snoer zijn met of zonderrandaarde? Waarom?

f Kijk naar de stekkers van figuur 3.39. Welkestekker heeft randaarde? A of B.

46

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

Fig. 3.39 stekkers met en zonderrandaarde.

OverbelastingEr worden soms teveel stroomgebruikersaangesloten op dezelfde groep in de meterkast.Deze wordt dan overbelast en de zekering gaattelkens stuk. Als je weet wat er aangesloten is, kun jeuitrekenen met de wet van Ohm of de zekering in demeterkast wel zwaar genoeg is.Bijvoorbeeld:

Op het lichtnet (230 volt) wordt op 1 groeptegelijk gebruikt:6 lampen van 100 Watt = 600 Watt1 boormachine 700 Watt = 700 Watt1 verwarmingskachel 1000 Watt = 1000 Watttotaal = 2300 Watt

Vraag: Hoe zwaar moet de zekering zijn?Antwoord:Watt = Volt X Ampère2300 = 230 X 10De zekering moet dus minimaal 10 ampère zijn. Jeziet, er is geen enkele speling meer. Als je er nunog een radio van 50 watt bij aangezet, dan gaat

Boormachine A is op een spanningvan 230 volt aangesloten. Deze heefthele dunne draadjes en krijgt2 ampère stroom.Volt X Ampère = Watt 230 X 2 = 460 Watt

Boormachine B is op een spanningaangesloten van 230 volt. Deze heeftdikke draden en krijgt 3 ampèrestroom.Volt X Ampère = Watt230 X 3 = 690 Watt

Boormachine B is het sterkste.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 46

Page 47: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

R 12 Werkboekopdracht 10Maak nu opdracht 10 uit je werkboek.

3.4 Zet je omgeving in het licht

* 13 Beantwoord de volgende vraagWaarom mag je voor buitenverlichting geengewoon 2 of 3-aderig stroomdraad gebruiken?

Fred loopt met Karel naar buiten. Het wordt aldonker.Daarom steekt hij het buitenlicht aan.Maar er gebeurt niets.“Hé,” zegt Karel, “alweer een zekering geknapt?”Ze lopen naar de meterkast, maar alles blijkt in ordete zijn. Fred zoekt in de kast een zaklantaarn en loopt hetterrein op.“Kijk, daar heb je het probleem.” Hij wijst naar een kabel die langs de muur omhoogloopt naar de buitenlamp.Op de plaats waar de kabel met een bocht uit demuur komt, zit een beschadiging.“Er is vast een zware machine langs geschuurd,”zegt Fred.“Nou Karel, een mooi klusje voor jou om op teknappen.”Karel kijkt naar de stroomkabel.“Maar dit is geen gewoon elektriciteitssnoer,” merkthij op.“Dat klopt,” zegt Fred, “het is buitenkabel, of ookwel VMVK-kabel genoemd.”

Karel moet dus een nieuwe VMVK-kabel aanleggen. Dit soort kabels is verplicht in werkruimtes.Dat ga jij straks ook oefenen.

GrondkabelVMVK-kabel is veel dikker en zwaarder dan gewoonelektriciteitssnoer. Deze stroomkabel is dubbel geïsoleerd en bevat eenmetalen mantel. Dat is voor de veiligheid, want de kabel moet totminimaal 50 cm onder de grond kunnen wordengelegd.De gevlochten metalen mantel om deze kabel dientter bescherming en als aarding.

R 14 Werkboekopdracht 11Maak nu opdracht 11 uit je werkboek.

3.5 Afsluiting

“Karel jongen, ik ben zeer tevreden over je!”Fred haalt uit voor een flinke klap op de schouder,maar Karel is hem een slag voor. Hij pakt de enorme knuist van Fred en schudt hemstevig.“Hartelijk dank tot nu toe,” roept hij gauw. “Ik heber erg veel van u geleerd.”Fred lacht.“Oké, maar je bent er nog niet. We moeten nog metde aandrijving van motoren aan de gang. Maar eerst ga je nog een klusje voor me doen.“O ja? Wat dan?”Fred wijst de werkplaats in.“Op hoeveel volt lopen hier de meeste machines,

47

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 47

Page 48: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

denk je?”Karel kijkt naar de zware apparaten.“Ik denk op krachtstroom.”“Juist, op 380 volt krachtstroom. En daar ga jij nueven mee aan het knutselen.”Karel schrikt.“Nee, wees maar niet bang, het wordt nietgevaarlijk. Kijk, ik heb hier een stekker voor eenkrachtstroomapparaat. Die moet jij voor mij aandeze stroomdraad monteren.”

R 15 Werkboekopdracht 12Maak nu opdracht 12 uit het werkboek.

48

H o e s t r o o m t d e e l e k t r i s c h e s t r o o m ?

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 48

Page 49: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Machines en werktuigennaar je hand zetten

“Zo,” zegt Fred Beugeling, als Karel de VMVK-kabelheeft aangelegd. “Nu wil ik graag dat je me helpt bij het afstellen vande machines.”Karel kijkt blij op. Dat is wat hij graag wil!“Wat moet ik doen,” zegt hij opgewekt. “De motoruitelk.. eh.. demonteren? De koppeling afstellen?”“Ja, dat, en nog meer,” zegt Fred. “Je zult wielen vantrekkers moeten verwisselen, een versnellingsbakafstellen en nog veel meer.”“Leuk!” roept Karel.

4 LeerdoelenNa dit hoofdstuk kun je:– het onderhoud van werktuigen en machines

herkennen;het onderhoud ervan noemen en ookuitvoeren;

– belangrijke onderdelen en materialen controlerenen afstellen;

– de werking ervan herkennen en noemen.

4.1 Doorgeven van beweging

+ 1 De kettingLeg uit: waarom heeft een fiets een ketting?Fred wijst Karel op een fiets die in een hoekje van dewerkplaats staat.“Kijk, die fiets wordt aangedreven door menselijkekracht.”Ja, dat snapt Karel. Hij gebruikt zelf die kracht ookvaak.“Maar waar zet je die kracht op?”“Op de trappers,” antwoord Karel. “Oké. Maar waar moet die kracht naar toe? Want detrappers zorgen er zelf niet voor dat de fiets gaatrijden.”Ook dat begrijpt onze stageloper.“Die kracht gaat naar het achterwiel. Dat gaatdraaien en daardoor kan de fiets rijden.”“Heel goed!” roept Fred, maar hij krijgt geen kansom zijn bekende ‘klopje-op-de-schouder’ uit tedelen. “Maar jouw kracht zit in de trappers. Hoe komt diekracht of energie nu in het achterwiel?”“Door de ketting en de tandwielen.”“Prima. Die ketting brengt jouw kracht doormiddel

49

H e a s d e r

Fig. 4.1 Bewegen en latenbewegen, dat kost energie.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 49

Page 50: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

van tandwielen over naar het achterwiel. Datnoemen we overbrenging.”

OverbrengingenVroeger reed de mens op een fiets, waarvan detrappers vast zaten aan de as van het wiel. Je hebthem vast wel eens gezien. Zo’n hele hoge fiets meteen heel groot voorwiel. Een zogenaamdevélocypède. Die fietsten heel zwaar. Beweging enkracht wordt bijna nooit rechtstreeks op het wielovergebracht. Dat kost teveel kracht en energie. Daarom gaat het tegenwoordig bijna altijd met eentussenstap.Dat noemen we de overbrenging.Met zo’n overbrenging kunnen we beweging makendie veel minder kracht kost.Om bewegingen en krachten over te brengenkunnen we gebruik maken van kettingen,tandwielen, v-snaren en getande riemen.Op de fietswaarmee je naar school komt zit een ketting metkettingtandwielen. Vaak kun je meerderekettingtandwielcombinaties kiezen.In de meeste auto`s zit een versnellingsbak dievoorzien is van meerdere tandwielen. Elkecombinatie geeft een andere rijsnelheid. In het lokaal staat een boorkolom waarbij deoverbrenging van elektromotor naar boorkop gaatd.m.v. een v-snaar. Ook hier geeft elke combinatieeen andere draaisnelheid van de boorkop.

KettingoverbrengingenBij kettingoverbrengingen zijn de kettingtandwielen(of tandwielen) voorzien van tanden. De kettingbrengt de draaiende beweging over van het enekettingtandwiel naar het andere kettingtandwiel.

50

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

overbrenging

Fig 4.2 Tandwielen enketting van een fiets.

Fig. 4.3 De tandwieloverbrengingin een auto.

Fig. 4.4 Een kolomboordraait door v-snaren.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 50

Page 51: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Bij kettingoverbrengingen is geen slip mogelijk. Deketting neemt het kettingtandwiel mee door middelvan de tanden. Als je trapt, trek je met het voorstekettingtandwiel met de ketting aan het achterstekettingtandwiel. Daardoor ontstaat de beweging.

+ 2 Beantwoord de vraagZit het trekkende deel van de ketting onder ofboven?

FietsaandrijvingWe bekijken de overbrenging van figuur 4.5.Het voorste kettingtandwiel (rechts) is het grootst.Het achterste kettingtandwiel is het kleinst.Het voorste kettingtandwiel heeft 50 tanden en hetachterste 10.Als we de trappers van het voorste kettingtandwielronddraaien, gaat het achterste ook draaien.

+ 3 Beantwoord de volgende vragena Welk kettingtandwiel draait sneller rond: het

achterste of het voorste?b Als het voorste grote tandwiel 5 x ronddraait,

hoeveel keren draait het achterste dan?c Spreken we hier van een versnelling of vertraging?

+ 4 Beantwoord de volgende vragenNu wisselen we de twee kettingtandwielen om. Hetgrootste kettingtandwiel achter en het kleinstekettingtandwiel voor. Draai ook nu het voorste(kleine) kettingtandwiel 5 x rond. a Welk kettingtandwiel draait sneller? b Hoeveel malen draait het achterste (grote)

kettingtandwiel?c Spreken we nu van versnelling of vertraging?

Nu kunnen we ook het toerental berekenenHet toerental is het aantal omwentelingen perminuut.Gegeven: kettingtandwiel A heeft 40 tanden

kettingtandwiel B heeft 20 tandenkettingtandwiel A maakt 60 omw/min

Gevraagd: Als A 1 omwenteling maakt, hoeveelomwentelingen maakt tandwiel B?

Oplossing:1 Als kettingtandwiel A 1 omwenteling maakt,

worden er 40 tanden en kettingschakelsverplaatst.

2 Bij kettingtandwiel B worden er dan ook 40kettingschakels en tanden verplaatst.B heeft 20 tanden, dus dit kettingtandwiel draait2 keer rond.

3 Formule: 40 : 20 = 2. Tandwiel B maakt 2omwentelingen.

51

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.5kettingoverbrenging van

een fiets.geen slip

Fig. 4.6 Een schets van een ket-tingwielopstelling waarbijA het grootste is en B hetkleinste.

A B

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 51

Page 52: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

+ 5 Beantwoord de volgende vraagWat is het toerental van B?

TandwieloverbrengingenTandwielen pas je toe, wanneer je de assen van eenoverbrenging zo dicht mogelijk bij elkaar wilbrengen. De meest bekende tandwielen zijn:1 cilindrische tandwielen2 kegeltandwielen3 worm en wormwielNu wisselen we de twee kettingtandwielen om. Hetgrootste kettingtandwiel achter en het kleinstekettingtandwiel voor.

+ 6 Beantwoord de vragenNeem de zinnen over in je schrift.Bekijk figuur 4.9.a Als tandwiel A één omwenteling maakt zijn

er ...... tandenverplaatst. b Van tandwiel B zijn er dan ook ..... tanden

verplaatst.c Tandwiel B heeft ...... omwenteling gemaakt.

De berekening van het toerental is heel gemakkelijkte doen met een formule.We spreken af: N is het toerental en Z is het aantaltanden van een tandwiel.N1 (aantal omwentelingen) en Z1 (aantal tanden)horen bij het voorste tandwiel.N2 en Z2 bij het achterste.N1 en Z1 zijn altijd in balans met N2 en Z2. Zekomen gelijk uit.Voorbeeld:

Stel, je weet N1, N2 en Z2. Dan kun je zo zien watZ1 is!Voorbeeld:N1 x Z1 = N2 x Z230 x .. = 10 x 60N2 x Z2 = 600. Dat moet ook het antwoord zijn van

52

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.7Tandwieloverbrenging.

Fig. 4.8Drie soorten tandwielen.

Fig. 4.9Tandwieloverbrenging A (= 8 tanden) en B (= 16 tanden).

N1 x Z1 = N2 x Z2

1 x 40 = 2 x 20

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 52

Page 53: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

N1 x Z1. Dus Z1 is 600 : 30 = 20In motoren zitten zulke tandwiel-overbrengingen.Daarbij drijft het krukastandwiel het tandwiel van denokkenas aan. Bekijk figuur 4.10We zeggen: Krukastandwiel = drijvende tandwiel. Dittandwiel drijft het andere tandwiel aan.Nokkenastandwiel = gedreven tandwiel.

+ 7 Beantwoord de vraag– Draait tandwiel A langzamer of sneller dan

tandwiel B?

Een tussentandwielWe kunnen ook tandwielen gebruiken om dedraaibeweging om te keren. Dat gebeurt met eentussentandwiel.In een versnellingsbak passen we ook eentussentandwiel toe om de draairichting teveranderen. De overbrengingsverhouding verandert niet. Geef dedraairichting aan van tandwiel B en C.

De functie van een tussentandwiel is:– Een afstand overbruggen.– De draairichting veranderen van de aangedreven as.

+ 8 Beantwoord de vraagKijk naar figuur 4.11.In welke richting draait tandwiel C: a gelijk aan tandwiel A, of:b tegengesteld aan tandwiel A

Snaren en riemenOok snaren en riemen worden toegepast bijoverbrengingen. We behandelen in dit boek alleende V-snaar en de getande riem.

Een V-snaar overbrenging zie je toegepast bijautomotoren. Daar drijft de V-snaar de ventilator en

53

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.10Krukas(A)-nokkenas(B)tandwiel overbrenging.

Fig. 4.11Door het tussentandwiel(B) verandert de draairich-ting van C.

Fig. 4.12V-snaar en getande riem.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 53

Page 54: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

de dynamo aan. Ook bij kolomboormachines zie jeV-snaren. De V-snaar kan slippen als de boor in hetmateriaal vast draait.De getande riem komt voor bij de automotor om denokkenas aan te drijven. De getande riem kan nietslippen. De riem heeft tanden en loopt overtandwielen.Een spanrol houdt de riem of snaar gespannen.Voordelen van snaren en riemen:– geen smering nodig– goedkoper– geruisloze overbrenging

Een getande riem en V-snaar zijn gemaakt vanrubber met daarin staal- of kunststofdraden. Zeratelen niet.De V-snaren lopen in een V-vormige groef. Een V-snaar mag niet boven de schijf uitsteken, maar magook niet dragen onderin de snaarschijf. De V-snaarzal niet zo gemakkelijk slippen omdat de V-snaarzichzelf klemtrekt in de zijkanten van de snaarschijf.De snaarschijven waarover de V-snaren lopenhebben vaak een verschillende diameter. Daardoorontstaan ook verschillen in snelheid.

R 9 WerkboekopdrachtenMaak nu de opdrachten 13/14/15 in je werkboek.

4.2 Hoe koppel je machines aanelkaar?

“Zo,” zegt Fred, “je weet nu hoe je een koppelingmaakt tussen een motor en de machine.”Karel knikt: “Met kettingen, riemen en snaren.”Fred kijkt tevreden naar zijn leerling.“Die verbindigen zijn vast. Ook zijn ze onmisbaarvoor de machine. Zonder zo’n overbrenging zou demachine niet werken. Nu gaan we het hebben over machines die hunwerk kunnen doen door ze aan een andere machinete koppelen.”“Kan dat dan?” vraagt Karel.“Jazeker, dat gebeurt zelfs heel vaak. Jij woont tochop een boerderij?”“Ja.”“Nou, vertel eens, hoe strooit jouw vader kunstmestover het land?”

54

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.13Nokkenas aangedreven

door getande riem.

Fig. 4.14Getande riem en v-snaar

met spanrol.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 54

Page 55: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

“Met een kunstmeststrooier.”“Precies. Heeft die machine zijn eigen motor?”Aha, Karel heeft het in de gaten. Dat ding hangtachter de trekker en wordt aangedreven door detrekker. Hij vertelt het aan Fred.“Die kunstmeststrooier wordt dus aan de trekkergekoppeld. Weet je hoe?” Karel schudt zijn hoofd.

R 10 KoppelenZoek uit hoe een kunstmeststrooier aan een trekker isgekoppeld en welk onderdeel van de trekker destrooier laat draaien.

KoppelingenOm twee assen met elkaar te verbinden maken wijgebruik van koppelingen. De ene as kan dan deandere as aandrijven. Wij noemen dit ook wel: deenergie gaat van de drijvende as over naar deaangedreven as. Er zijn blijvende- en tijdelijke koppelingen.

Blijvende koppelingenDit zijn koppelingen die bedoeld zijn om eenverbinding tussen assen min of meer blijvend temaken. Om de koppeling te verbreken moet je sleutelen.

Elastische koppelingFlenskoppelingen en elastische koppelingen zie jevaak bij een elektromotor. Wanneer de drijvende asen de aangedreven as niet zuiver achter elkaarliggen. Er is enige speling mogelijk in de koppeling.

KruiskoppelingAls de drijvende en aangedreven as een hoek metelkaar maken moet je een kruiskoppeling gebruiken.

Door deze kruiskoppelingen kun je met aangedrevenmachine een flauwe bocht (30 graden) maken.De buizen tussen de kruiskoppelingen kunnen inelkaar schuiven.

55

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.15Flenskoppeling.

Fig. 4.16Elastische koppeling.

Fig. 4.17Tussenas met twee kruis-koppelingen.

Fig. 4.18Bij een aanbouwwerktuigzorgt de kruiskoppelingdat de as een schuine hoekkan maken.

Fig. 4.19Een getrokken werktuigkan flauwe bochtenmaken, dankzij de kruiskoppeling.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 55

Page 56: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Het trekpunt van het werktuig moet midden tussende kruiskoppelingen liggen. Dan verdraaien dekruiskoppelingen allebei evenveel.Voor hoeken tot 70 graden gebruik je eengroothoekkoppeling.

VeiligheidskoppelingenDe machine moet je beveiligen tegen een te groteaandrijfkracht. Het aangedreven werktuig mag nietstukgedraaid worden. Zo`n koppeling is dus eenbeveiliging tegen overbelasting. er komen meerderesoorten voor: sterslipkoppeling, platenslipkoppeling,vrijloopkoppeling en breekboutkoppeling

SterslipkoppelingEen sterslipkoppeling heeft een geringe omvang enkomt veel voor bij werktuigen in de landbouw.De kracht (aandrijfmoment) waarbij het werktuiggaat slippen kun je niet instellen.

PlatenslipkoppelingEen platenslipkoppeling komt voor bij balen persen.Door het aandraaien van de moeren neemt deveerspanning en het aandrijfmoment toe. Demachine kun je zwaarder belasten voordat er slipoptreedt.

VrijloopkoppelingEen vrijloopkoppeling verbreekt de aandrijving als dedrijvende as langzamer draait dan de aangedrevenas.In de landbouw gebruik je een cyclomaaier voor hetgras- maaien. De trekker drijft door middel van deaftakas de cyclomaaier aan. De aftakas draaitongeveer 540 omw/min. Als je het perceel gemaaidhebt en de aftakas van de trekker uit zet, komt dezetot stilstand. De cyclomaaier moet rustig kunnenuitdraaien. Dit is alleen mogelijk als er eenvrijloopkoppeling aanwezig is. In het andere gevalmoet de trekker de machine gaan afremmen.

BreekboutkoppelingEen breekboutkoppeling brengt een koppeling totstand door middel van een stalen bout (breekbout).Bij piek belastingen of door een blokkade breekt debout af. De drijvende as blijft draaien en deaangedreven as staat stil. De machine kun je dan nietstuk draaien.Gebruik hiervoor stalen bouten.

56

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.20Met een groothoek-

koppeling heb je meerspeling.

Fig. 4.21Sterslipkoppeling.

Fig. 4.22Platenslipkoppeling.

Fig. 4.23Vrijloopkoppeling.

Fig. 4.24Breekboutkoppeling.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 56

Page 57: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Tijdelijke koppelingenAls je een aandrijving tijdelijk wilt uitschakelengebruik je een tijdelijke koppeling. Een eenvoudigekoppeling is de klauwkoppeling, een meeringewikkelde is de plaatkoppeling. Voorbeelden:klauwkoppeling, plaatkoppeling en decentrifugaalkoppeling.

KlauwkoppelingEen klauwkoppeling bestaat uit twee helften. De enehelft zit vast op het drijvende deel en de andere helftzit vast aan de gedreven as.

PlaatkoppelingDeze tijdelijke koppeling komt voor in brommers,trekkers en auto`s. Hiermee kun je de aandrijving van

motor naar wielen onderbreken of tot standbrengen. Bij brommers zit de ontkoppelingshandelaan het stuur en in grotere voertuigen zit eenkoppelingspedaal.De plaatkoppeling zit tussen motor enversnellingsbakEen plaatkoppeling werkt als volgt:Het vliegwiel en de drukring zitten vast aan dekrukas. Tussen de krukas en de drukring is dekoppelingsplaat geklemd. De koppelingsplaat is doormiddel van groeven verbonden met de primaire as.Deze groeven zorgen ervoor dat de koppelingsplaatalleen naar links en naar rechts verschoven kanworden. In het vliegwiel zit een lager (toplager)waarin de primaire as vrij in kan draaien.

57

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.25Een klauwkoppeling.

Fig. 4.26Plaatkoppeling in een

trekker.

Fig. 4.27Koppelingsplaatgekoppeld.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 57

Page 58: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Wat gebeurt er als je gaat ontkoppelen? Kijk naarfiguur 4.28.

Dit werkt als volgt:Door het intrappen van het pedaal gaat hetdruklager naar links. De drukvingers van de drukgroep gaan verdraaien.De buitenkant van de drukvinger beweegt naarrechts. Door die beweging gaat ook de drukringnaar rechts. De drukveren zorgen voortegenwerking. Er is nu ruimte ontstaan tussen krukasen drukring. De koppelingsplaat kan nu iets naarrechts verschuiven en komt daardoor vrij van dekrukas. De aandrijving is verbroken.

CentrifugaalkoppelingDit soort koppelingen komt voor op gazonmaaiers,motorkettingzagen en bosmaaiers. Als je gas geeftgaat het werken.

Het werkt als volgt:Op de drijvende as zit een plaat. Op deze plaat zijntwee of meer gewichten scharnierend bevestigd.Veren trekken deze gewichten naar binnen. Aan debuitenkant van de gewichten zie jewrijvingsmateriaal. Om de gewichten heen zit een trommel die demachine aandrijft. Door meer gas te geven neemt de draaisnelheid van

de gewichten toe. De gewichten scharnieren naarbuiten en komen tegen de trommel aan. Deaangedreven as gaat draaien.

+ 11 Werkblad 6Maak nu werkblad 6 achterin dit boek.

R 12 WerkboekopdrachtenMaak nu opdracht 16/17/18/19 uit je werkboek

4.3 Aandrijving van wielen enversnelling

“Weet jij eigenlijk wel hoe het kan dat een auto oftrekker rijdt?”Fred Beugeling kijkt zijn stageloper Karel van Dijkvragend aan.“Nou ja, door de motor.”“En verder?”“Die motor brengt de wielen aan het draaien, zodatde auto of trekker voor- of achteruit kan rijden.”“Heel goed. Maar hoe denk je dat de draaiendebeweging van de motor in de wielen terechtkomt?”Karel denkt aan het vorige klusje:“Met een koppeling?”“Niet helemaal goed. Het gaat een beetjeingewikkelder, omdat er nog een tussenstap nodig isin de vorm van een versnellingsbak en eendifferentieel.”

58

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.28Koppelingsplaat

ontkoppeld.

Fig. 4.29Werking van de

centrifugaalkoppeling.1 = trommel

2 = gewichten3 = trekveren

4 = scharnierpunten5 = wrijvingsmateriaal

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 58

Page 59: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

+ 13 4-wiel aandrijvingWaaraan kun je zien dat een trekker 4-wielaandrijving heeft?

OverbrengenDe kracht van de motor gaat via de koppeling enversnellingsbak naar de wielen. Om de achterwielen aan te drijven is een haakseoverbrenging noodzakelijk. Deze overbrenging gebeurt door het pignon en hetkroonwiel. Het pignon heeft veel minder tanden danhet kroonwiel. Heeft het kroonwiel bijvoorbeeld 50 tanden en hetpignon 10 tanden, dan is de vertraging 50 : 10 of 5 : 1. Het kroonwiel draait 5 keer zo langzaam als hetpignon.Wanneer het pignon 500 omw/min maakt, dandraait het kroonwiel 500 gedeeld door 5 = 100omw/min.

DifferentieelEen prachtig onderdeel tussen de motor en dewielen vormt het differentieel. Dit stuk mechaniekzorgt ervoor dat voorwielen altijd de goededraaisnelheid houden. Het differentieel komt na dekoppeling en versnellingsbak. Als een voertuig met vier wielen een bocht maakt,zal het wiel in de buitenbocht een grotere afstandafleggen dan het wiel in de binnenbocht. Je kunt datzien in figuur 4.32. Het buitenwiel zal daardoorsneller draaien en het binnenwiel langzamer.Als beide wielen vast op een as zitten kun je geenbocht maken. De wielen maken steeds een gelijkaantal omwentelingen, ook als je toch een bocht wiltmaken. De banden gaan slippen, waardoor groteslijtage optreedt.

59

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.30Plaats van het differentieel

in een trekker.

Fig. 4.31Rijden door een bocht.

Fig. 4.32Differentieel.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 59

Page 60: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Als het voertuig voorwielaandrijving heeft, is er eeningewikkeld mechanisme nodig om het verschil indraaisnelheid te bereiken. De ene keer moet hetlinker wiel sneller draaien en de andere keer hetrechter wiel. Om met aangedreven wielen een bochtte kunnen maken, maak je gebruik van eendifferentieel. Een differentieel maakt het mogelijk omaangedreven wielen verschillend in snelheid te latendraaien.

Het werkt als volgt:De uitgaande as van de versnellingsbak (pignonas)drijft via de pignon het kroonwiel aan. Aan hetkroonwiel zit het differentieelhuis bevestigd. In hetdifferentieelhuis zie je twee satellieten en tweezonnewielen (zie figuur 4.34). De zonnewielen zijnvia een steekas verbonden met de aandrijfwielen. Desteekas is door middel van spiebanen verbondenmet het zonnewiel. Tussen de steekas enaandrijfwielen is meestal een vertraging(eindvertraging) opgenomen. De eindvertragingzorgt voor een langzamere snelheid van de wielen. Bij rechtuit rijden draaien kroonwiel endifferentieelhuis bijvoorbeeld 100 omw/min. De

satellieten in het differentieelhuis staan stil. Omdat het differentieelhuis 100 omw/min draaitzullen de stilstaande satellieten de zonnewielenallebei met 100 omw/min laten ronddraaien.Als je een bocht naar rechts neemt, gaat de linkersteekas sneller draaien dan het kroonwiel. De rechtersteekas draait dan langzamer dan het kroonwiel.Wanneer je met dezelfde rijsnelheid een bocht wiltmaken, zal het kroonwiel en differentieelhuis nogsteeds 100 omw/min blijven draaien. Als het rechterwiel bijvoorbeeld 50 omw/min draait, zullen desatellieten met het differentieelhuis 100 omw/minblijven maken.De satellieten gaan draaien en verdelen dedraaisnelheid van het kroonwiel over de beidezonnewielen. Het linker wiel draait dan 150omw/min. Dus, hoe sneller het ene wiel draait, hoelangzamer het andere wiel.

DifferentieelslotDat geeft echter een probleem als een wiel geen gripmeer heeft. Op dat moment wordt de trekker ofauto niet meer aangedreven. Dit wiel gaat namelijk

60

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.33Differentieel bij rechtuit

rijden.

Fig. 4.34Differentieel bij het makenvan een bocht.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 60

Page 61: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

twee keer zo snel draaien dan het kroonwiel.Daardoor blijft het andere wiel, dat wel grip heeft,stil staan. Het voertuig komt geen centimeter meervooruit.Dit probleem is eenvoudig op te lossen. Je moet hetdifferentieel op slot kunnen zetten. Daarvoor dienthet differentieelslot.

Met de pennenkoppeling verbind je hetdifferentieelhuis aan het zonnewiel. Zonnewiel ensatelieten kunnen dan niet meer onafhankelijk vanelkaar draaien. Het differentieel is nu dus buitenwerking. De wielen moeten even snel draaien.

+ 14 Werkblad 7Maak werkblad 7 achteruit dit boek

R 15 Werkboekopdracht 20Maak ook opdracht 20 uit je werkboek

4.4 Wielen moeten blijven draaien

Karel rijdt even een trekker vanuit de werkplaats hetachterterrein op. Als hij op de plek aankomt, trapt hij op de rem.Opeens hoort Karel een vreemd klapperend geluid.Net alsof er iets los zit aan de achteras. Fred hoort het ook.“Ik denk dat de remblokken vervangen moetenworden,” zegt hij tegen Karel. “Kun jij dat evenverzorgen?” Karel kijkt Fred aan.“Is dat mijn volgende les?”“Jazeker,” lacht Fred, “en waarschijnlijk één van delaatste, want je hebt alles al zo’n beetje onderhanden gehad. Rijdt hem maar weer de werkplaatsbinnen.”

+ 16 RemmenZoek uit: waarom is keihard remmen verkeerd? Geeftwee redenen.

61

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.35Differentieelwerking.

Fig. 4.36Differentieelslot.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 61

Page 62: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

RemmenAls je met een fiets, brommer of auto rijdt, moet jeook weer tot stilstand komen. Daarvoor wordenremmen gebruikt, zoals je weet. Voor een fiets ofbrommer is je eigen kracht (energie) voldoende omhet karretje met één rem af te remmen, maar voorzware voertuigen zoals auto’s en trekkers vaak niet.Daarvoor zijn meer remmen nodig. Bij veel auto’swordt remkracht tegenwoordig vaak met extrahulpmotoren versterkt: de zogenoemderembekrachtiging. De meestgebruikte remmen bijvoertuigen zijn schijfremmen en trommelremmen.

WarmteEen fiets, auto of trekker heeft een krachtbron omvooruit te komen. De krachtbron kan de fietser zelfzijn of de motor. Wanneer het voertuig rijdt heefthet een hoeveelheid energie. Remmen moeten hetvoertuig afremmen of tot stilstand te brengen. Doorte remmen neemt de temperatuur van deremtrommel of schijfrem behoorlijk toe. Die hittewerkt nadelig voor het remvermogen. Daarommoeten remschijven en remblokken van materiaalzijn gemaakt die de warmte kunnen afvoeren.

+ 17 Beantwoord de vraagWaardoor worden remmen heet?

TrommelremTrommelremmen komen bij fietsen veel voor. Hetvoordeel van dit remsysteem is dat de remcapaciteitniet vermindert bij vochtig weer. Op achterwielenvan auto`s komen veel trommelremmen voor. (Bijtrekkers zie je steeds vaker schijfremmen. Maar

daarover verderop meer).De remtrommels draaien met het wiel mee. In dietrommels zitten twee remschoenen. Door op de remte trappen worden de remschoenen tegen dedraaiende binnenwand van de trommel gedrukt,

waardoor de snelheid wordt afgeremd.De remschoenen zijn aan de buitenkant voorzien vaneen remvoering. De remvoering kan geplakt ofgeklonken zijn. Geplakte remvoeringen geven deontwikkelde warmte beter af omdat het een geheelvormt.

62

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.37As met twee remtrommels.

Fig. 4.38Trommelrem metremvoering en remschoen.

Fig. 4.39Geplakte remvoering (l);geklonken remvoering (r).

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 62

Page 63: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Tegenwoordig wordt materiaal gebruikt dat snelwarmte kan afvoeren.De remschoenen kun je van de ankerplaat losnemen.De ankerplaat zit vast aan de as en staat stil. In figuur 4.40 kun je zien hoe de remschoenen aande ankerplaat zijn bevestigd. Bij eenvoudige trommelremmen zie je tussen deremschoenen een remsleutel. Als de remsleuteltussen de remschoenen draait, gaan deremschoenen naar buiten.De bediening van de remsleutel kan door middel van

stangen of kabels. Trekveren tussen de remschoenentrekken de remschoenen na het remmen weer terug.Trommelremmen bij auto`s zijn niet uitgevoerd meteen remsleutel, maar met een remcilinder. De kabelof stang is vervangen door een leiding metremvloeistof.De remvloeistof komt onder druk bij de remcilinder.In figuur 4.43 kun je goed zien hoe een remcilinderwerkt.

63

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.40Bevestiging remschoen.

Fig. 4.41Als de remsleutel draait,

gaan de remschoenennaar buiten.

Fig. 4.42Remtrommel metremcilinder.

Fig. 4.43a Onderdelen remcilinder;b Detail manchetten.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 63

Page 64: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

De rubberen remcups zijn met de open kant naar deremvloeistof gekeerd. De remvloeistof drukt demanchetten stijf tegen de cilinderwand. Daardoorkan er geen remvloeistof tussen de cilinder enmanchetten ontsnappen. De vloeistofdruk perst demetalen zuigers naar buiten. De hieraan verbonden remschoenen gaan naarbuiten. De remvoering remt de trommel en het wielaf. Trekveren zorgen ervoor dat na het loslaten vanhet rempedaal de remschoenen vrijkomen van detrommel.Elke keer bij het remmen slijt de remvoering iets af.De remvoering mag nooit tot op de klinknagelsslijten omdat klinknagels de remtrommelonherstelbaar kunnen beschadigen.Als de remvoering versleten is, kun je tegenwoordiggoedkoper nieuwe remschoenen aanschaffen danalleen nieuwe voering erop laten zetten.

OntluchtenNa een reparatie aan een remcilinder moet je dezeweer opnieuw vullen met remvloeistof. Bij het vullenmag er geen lucht in het systeem komen. Je moetdus ontluchten. Gebeurt dat niet, dan blijven erluchtbellen in het systeem. Deze luchtbellen zijnsamendrukbaar. Het rempedaal kun je tot op debodem intrappen en de auto remt nauwelijks of niet.Om te ontluchten is op iedere remcilinder een

ontluchtingsnippel gemaakt.Aan de ontluchtingsnippel is een slangetje gedaandat in een bakje met remvloeistof hangt. Het rempedaal een paar maal indrukken eningedrukt houden. Draai de ontluchtingsnippel een1/4 slag los. De remvloeistof zal de aanwezige luchtafvoeren. Draai de nippel vast. Deze handelingherhalen totdat er in het bakje met remvloeistofgeen luchtbellen meer verschijnen.

SchijfremOp fietsen komen meestal geen schijfremmen voor,maar op de voorwielen van auto`s, in trekkers en

64

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.44Remcilinder en trekveren.

Fig. 4.45Remschoen met

klinknagels.

Fig. 4.46Ontluchtingsnippelremcilinder.

Fig. 4.47De schijfrem staat in con-tact met de buitenlucht.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 64

Page 65: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

motoren zie je ze wel. Bij schijfremmen is dewarmteproductie groter, maar de warmte-afvoer viade schijf is veel beter dan bij trommelremmen. Dit komt omdat het systeem open is en direct incontakt staat met de rijwind.

Een schijfrem is opgebouwd uit een remschijf dievast aan het wiel zit en een remklauw die vast aanhet chassis zit. In een remklauw kunnen een of tweeremcilinders zitten, waarin de remzuigers zichkunnen bewegen. Duidelijk is te zien dat de oppervlakte van hetremblokje nogal klein is. Vergelijk dit maar eens met

de oppervlakte van de voering van een remschoen ineen trommelrem. Om een goede remkracht tekrijgen is de zuiger van een schijfrem veel groter.In de cilinder is een afdichtingsring bevestigd. Dezezorgt voor een goede afdichting bij het remmen.Ook zorgt deze afdichtingsring voor het vrijkomenvan de remblokken na het remmen.Door het remmen gaat de afdichtingsringvervormen.Wanneer je het rempedaal loslaat zal de vervormdeafdichtingsring de zuiger terugdrukken.De remblokken komen hierdoor ongeveer 0,2 mmvrij van de schijf. Slijten de remblokken iets af, danverschuift de zuiger iets in de richting van deremschijf.Ook hier moet de stofhoes vocht en vuiltegenhouden. Scheurtjes kunnen leiden totroestvorming van zuiger en cilinder. Remblokken moet je vervangen als de slijtagegroefniet meer zichtbaar is. Dan is de dikte van deremvoering minder dan 2 mm.Als er een aansluitdraad aanwezig is, zal een lampjegaan branden op het dashboard bij te dunneremvoering. Wanneer je te lang met versletenremblokken doorrijdt, ontstaan er diepe groeven inde remschijf.

65

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.48a Remklauw metafdichtingsring;

b Remklauw metremzuiger en remblokje.

Fig. 4.49

Fig. 4.50Remblok met slijtagegroefen aansluitdraad.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 65

Page 66: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

+ 18 Werkblad 8Maak nu werkblad 8 achteruit dit boek.

BandenOp straat zie je fietsers, auto’s, bromfietsers,vrachtwagens en misschien wel trekkers.Al deze voertuigen maken gebruik van rubberbanden, ook wel buitenbanden genoemd. Zo’nrubber band moet een goed contact hebben methet wegdek. Ook moet de band een voertuig ofwagen kunnen dragen. Het voertuig moet niet tegauw van de weg raken: hij moet een goedewegligging hebben. Daarvoor dient de band.Dat de auto rijdt in de richting die de bestuurder wil,is te danken aan de grip tussen de banden en hetwegdek.Banden maak je van rubber en vul je met lucht.Hierdoor ontstaat een vorm van luchtvering.

Drie belangrijke funkties van banden zijn,1 de grip op het wegdek,2 het totale gewicht dragen,3 vering verbeteren.

+ 19 Beantwoord de volgende vragenBekijk naar figuur 4.53.a Hoe heet het gedeelte van de band, dat tijdens

het rijden direct in aanraking komt met hetwegdek?

b Hoe noem je de groeven en ribbels in hetloopvlak?

c Water of vuil tussen band en wegdek zal de gripbeter/slechter maken.(kiezen)

d Wat voert het profiel van de band af?

66

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.51Een wiel bestaat uit een

velg waarop je een bandmonteert. De banden

moeten de auto kunnendragen.

Fig. 4.52Vering van de band.

Fig. 4.53Dwars- en langsdoorsnedevan de band metde onderdelen.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 66

Page 67: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

e Hoe heet de overgang van het loopvlak naar dezijkant of wang van de band?

BeschermingHet rubber van de wang beschermt het karkas tegenbeschadigingen. Deze beschadigingen ontstaandoor het rijden tegen stoepranden en de inwerkingvan vocht. De band rust met de hiel in de velg. Dooroptrekken en afremmen en het maken van bochtenontstaan enorme krachten tussen de band en develg. Die moeten worden overgebracht door de hiel.De hiel moet dus goed op de velg klemmen.Als de hiel zou rekken, kan de band over de velgslippen. Daarom zitten er staaldraden in de hiel. Een skelet geeft aan het lichaam van de mens of dierstevigheid, maar bewegingen blijven mogelijk. Zogeeft het karkas stevigheid aan een band. In dat karkas zijn koordlagen aangebracht om diestevigheid te krijgen.

Het eerste getal geeft de breedte van de band aan.De breedte is 175 mm.Het tweede getal is de afstand van hiel tot hiel vande band en de bijbehorende velgdiameter in inch. Die afstand is dus 14 inch.De letter R tussen de breedte- en velgdiameter van de band geeft de opbouw aan. ( R = radialeopbouw).Bij sportauto’s zijn de banden vaak breder en platter.De wangen zijn kleiner. In de bochten krijg je danminder vervorming. Belangrijk bij hoge snelheden.

Maten en draagvermogenEen band heeft de maat 185/60 R 14 82.Het getal 82 achter de bandenmaat geeft de sterkteaan.De sterkte bepaalt het draagvermogen. Het isbelangrijk dat je dit weet. Als je teveel gewicht aaneen trekker hangt, rijd je de banden kapot.

67

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.54Wanneer je snel door debochten rijdt, vervormen

de banden naar een kant.Dan komt de schouder ophet wegdek. Die neemt de

taak van het profielgedeeltelijk over.

Fig. 4.55Doorsnede diagonaal-

band.

Fig. 4.56Doorsnede radiaalband.

Fig. 4.57Bandenmaat 175 R 14.

Diagonaalbanden radiaalbanden

koordlagen kruislings koordlagen naast elkaar

stugge band soepele band

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 67

Page 68: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Via de belastingsindex (Fig. 4.4.22) kun je hetdraagvermogen opzoeken.Op diagonale banden wordt de opbouw nietaangegeven, maar wel de sterkte. De sterkte wordt uitgedrukt in PR ( ply-rating ).Dit geeft de sterkte aan van het aantal koordlagen.Voorbeeld:

Op een autoband staat 185/60 R 14 82 H RE71.Dit betekent:185 : bandbreedte (mm)60 : hoogte/breedte verhouding hoogte is 60 %

van breedteR : radiaal karkasopbouw14 : velgdiameter (inch)82 : belastingindexH : snelheidssymboolRE71 : profieltype

Het draagvermogen lees je uit de onderstaandebelastingstabel.

68

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.58aVerklaring technische

gegevens.

Fig. 4.58bverklaring technischegegevens.

Verklaring technische gegevens van banden

Voorbeeld 185/60R14 82H RE71

185 : bandbreedte (mm) 82 : belastingindex60 : hoogte/breedte verhouding (%) H : snelheidssymboolR : radiaal karkasopbouw RE71 : profieltype14 : velgdiameter (inch)

Snelheidssymbolen

A6 tot 30 km/uur E tot 70 km/uur M tot 130 km/uur S tot 180 km/uurA7 tot 35 km/uur F tot 80 km/uur N tot 140 km/uur T tot 190 km/uurA8 tot 40 km/uur G tot 90 km/uur P tot 150 km/uur H tot 210 km/uurB tot 50 km/uur J tot 100 km/uur Q tot 160 km/uur V tot 240 km/uurC tot 60 km/uur K tot 110 km/uur R tot 170 km/uur ZR boven 240 km/uurD tot 65 km/uur L tot 120 km/uur

Belastingindex (LI) in kg

LI kg LI kg LI kg LI kg LI kg LI kg60 250 80 450 100 800 120 1400 140 2500 160 450061 257 81 462 101 825 121 1450 141 2575 161 462562 265 82 475 102 850 122 1500 142 2650 162 475063 272 83 487 103 875 123 1550 143 2725 163 487564 280 84 500 104 900 124 1600 144 2800 164 500065 290 85 515 105 925 125 1650 145 2900 165 515066 300 86 530 106 950 126 1700 146 3000 166 530067 307 87 545 107 975 127 1750 147 3075 167 545068 315 88 560 108 1000 128 1800 148 3150 168 560069 325 89 580 109 1030 129 1850 149 3250 169 580070 335 90 600 110 1060 130 1900 150 3350 170 600071 345 91 615 111 1090 131 1950 151 3450 171 615072 355 92 630 112 1120 132 2000 152 3550 172 630073 365 93 650 113 1150 133 2060 153 3650 173 650074 375 94 670 114 1180 134 2120 154 3750 174 670075 387 95 690 115 1215 135 2180 155 3875 175 690076 400 96 710 116 1250 136 2240 156 4000 176 710077 412 97 730 117 1285 137 2300 157 4125 177 730078 42 98 750 118 1320 138 2360 158 4250 178 750079 437 99 775 119 1360 139 2430 159 4375 179 7750

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:37 Pagina 68

Page 69: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

+ 20 Beantwoord de volgende vraagIn de belastingindex staat onder LI: 60 en 61.Het getal ernaast geeft draagvermogen van de bandaan in kg.Wat is het draagvermogen? (neem over en vul in)LI kg60 ...61 ...

OnderhoudControleer de banden regelmatig op de spanning,slijtage en beschadigingen. Gebruik voor debandenspanning een adviestabel. Dan zal hetloopvlak over de gehele breedte in gelijke mate op

het wegdek rusten.In figuur 4.59 is te zien wat er met het profielgebeurt als de bandenspanning te hoog of te laag is.

+ 21 Werkblad 9Maak werkblad 9 achteruit dit boek.

R 22 WerkboekopdrachtenMaak de opdrachten 21/22/23/24 uit je werkboek.

69

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.59profielvervorming bij

verschillendebandenspanning.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:38 Pagina 69

Page 70: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

4.5 Afsluiting

“Zo!” roept Fred, “het zit er nu echt bijna op Karel.We gaan nog één belangrijk onderdeel van demachines behandelen en dan is het mooi geweest.”Karel denkt even na.Wat hebben ze nu allemaal behandeld:gereedschappen, het slijpen van een koudbeitel, demomentsleutel, allerlei pompen, elektriciteit in huis,bij voertuigen en aanhangwagens, aandrijving metkettingen, riemen en snaren, allerhandekoppelingen, het differentieel, remmen, banden,wielen.Wat kan er nu nog overgebleven zijn?“Nou, jongen, weet je het al?”Karel moet teleurgesteld zijn hoofd schudden. Hijkan niets meer bedenken.“Waar zitten de wielen aan vast?” vraagt Fred.“Eehh, aan een as?” vraagt Karel enigszins aarzelend.“Juist. En dat onderdeel gaan we nu eens naderbekijken.”Karel vraagt zich af of dat nu wel nodig is.Het is net alsof Fred de jongen doorheeft. VoordatKarel kan wegduiken heeft hij een por van Beugelingte pakken. Als Karel weer opgekrabbeld is, vraagt hij:“Waarom dan.”“Je beseft niet half hoe belangrijk de as is in deconstructie van een voertuig. Maar zonder lagerswas een as nauwelijks bruikbaar.”

+ 23 LagersNoem vijf voorwerpen waarin lagers zitten.

Functie lagersWielen zitten aan de as bevestigd. Dankzij lagerskunnen die wielen draaien. Een lager vind je in bijnaalle draaiende delen van machines, voertuigen,speelgoed, huishoudelijke voorwerpen. Vooral als dedraaiende beweging soepel moet verlopen is eenlager bijna onmisbaar.

Soorten lagers van assen.Draaiende assen ondersteun je met wentellagers (ofrollagers) en glijlagers.In een glijlager glijdt de as op een dun laagje olie inlagerschalen.Bij wentellagers rolt de as over kogels, rollen ofnaalden.Als je een zware kist over de grond voortsleept, gaat

70

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.60Een glijlager draait op olie.

Fig. 4.61Een wentellager draait opkogels, kegels, rollen ofnaalden.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:38 Pagina 70

Page 71: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

dat zwaar. Je hebt te maken met glijdendeweerstand. Leg je nu onder de kist rollen of buizen,dan is de kracht om de kist voort te bewegen veelkleiner. Dit is rolweerstand. De rolweerstand is veelkleiner dan de glijdende weerstand. In deze paragraafgaan we wentellagers en glijlagers behandelen.Bij wentellagers draait de as met de binnenring vanhet lager op rollichamen in de buitenring.Bij glijlagers draait de as in een lagerbus of inlagerschalen.

WentellagersEen wentellager bestaat uit een bewegende en eenstilstaande ring met daartussen rollichamen.Wentellagers kun je onderverdelen in: kogellagers,naaldlagers, cilinderlagers en kegellagers.Wentellagers zijn gemaakt van gehard stalen ringen

met daartussen kogels of rollen. De kogels of rollenworden van elkaar gehouden door een kooi.

KegellagerIn het kegellager zie je geen kogels maarkegelvormige rollen. Rollen kunnen grotere krachtenopnemen dan kogels. Rollen zijn ook beter bestandtegen stoten. Je vindt ze in wiellagers van een auto.

NaaldlagerEen naaldlager heeft als rollichaam naalden. Naaldenzijn dunne, lange cilindertjes. De afmetingen vanwentellagers zijn genormaliseerd. Daardoor zijn ze tevinden in catalogussen.

71

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig 4.62Glijlager

Fig 4.63Soorten wentellagers.Van links naar rechts:

kogellager, cilinderlager,naaldlager, kegellager.

Fig. 4.64Kogellager met kooi.

Fig. 4.65Een naaldlager heeft eengroot draagvermogen.

Fig. 4.66Vetpot en smeernippel.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:38 Pagina 71

Page 72: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

OnderhoudVoor de smering gebruik je vet of olie.Door het aandraaien van de dop gaat er vet naar hetlager. De vetspuit perst vet door de smeernippelnaar het lager. Te veel vet veroorzaakt een slechteafvoer van warmte. Om geen vuil bij de lagers tekrijgen, moet je de smeernippel en de vetspuit goedschoon maken.

Montage en demontageGebruik bij montage gereedschap dat precies pastop de ring die vastgeperst zit. Hierdoor voorkom jebeschadiging van de kogels, rollen of rollichamen.

GlijlagersEen glijlager kan goed stoten verdragen. Een krukasvan een motor heeft geen wentellager, maar eenglijlager. Bij een glijlager glijdt de as overlagerschalen. De as loopt veel zwaarder dan bij eenwentellager.Er moet absoluut een smeermiddel worden gebruikt.Als er geen smeermiddel is aangebracht dan rakende toppen van de beide oppervlakken elkaar en is dewrijving zeer groot. Bij een ideale smering is er geencontact tussen de as en het lager. Met olie alssmeermiddel en een voldoende hoog toerental vande as kun je dit bereiken.Goede lagermaterialen zijn bijvoorbeeld brons ofwitmetaal. Het lagerhuis maakt men daarombijvoorbeeld van gietijzer of staal en de lagerschalenvan bijvoorbeeld brons of witmetaal.In de lagerschalen is een groef aangebracht voor deverdeling van het smeermiddel.Om de lagerschaal op zijn plaats te houden, is dezevan een nokje voorzien (zie figuur 4.67).Zowel het lagerhuis als de lagerschalen bestaan uittwee helften om montage mogelijk te maken.

+ 24 Werkblad 10Maak nu werkblad 10 achter uit dit boek.

72

M a c h i n e s e n w e r k t u i g e n n a a r j e h a n d z e t t e n

Fig. 4.67Glijlager en lagerschaalmet duidelijk zichtbaar

nokje.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:38 Pagina 72

Page 73: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Eindopdracht

Karel loopt nog één keer door de werkplaats vanFred Beugeling.Zijn stageperiode bij de reusachtige smid zit erop.Het was toch een mooie tijd, ook al moest hij somsuitkijken voor de vuisten van Fred.Maar de man bedoelde het goed; Karel heeftontzettend veel aan hem gehad.Karel moet nu aan het schrijven. Een stageverslag.Maar eerst gaat hij zijn ‘baas’ en de werknemerstrakteren.Iets lekkers als afscheid.

Na dit hoofdstuk kun je:– onderhoud uitvoeren aan een machine of

werktuig– doorsmeren, controleren, vervangen,

onderhouden, afstellen, repareren.

5 Jij krijgt nu een opdracht van je docent.Vraag maar welke. Je docent kiest er een voor je uit.Deze laatste opdracht heeft alles te maken metonderhoud.

73

Fig. 5.1Een prettig einde van een

stageperiode.

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:38 Pagina 73

Page 74: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13bw 05-09-2000 16:38 Pagina 74

Page 75: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Wer

ktui

gen

en in

stal

lati

esW

erkb

lad

1bi

j opd

rach

t 4 h

oofd

stuk

1

1M

et w

elke

ger

eeds

chap

pen

kun

je p

rima

sleut

elen

? Je

moe

t hi

eron

der

vers

chill

ende

soo

rten

sle

utel

s op

schr

ijven

voo

r he

t va

stdr

aaie

n of

losd

raai

en v

anbo

uten

en

moe

ren.

1__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

2__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

3__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

4__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

5__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

6__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

7__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

2W

elke

ger

eeds

chap

pen

en h

ulpg

eree

dsch

appe

n he

b je

nod

ig v

oor

het

bore

n va

n ee

n ga

t (5

mm

) in

een

klei

n m

etal

en p

laat

je?

1__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

2__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

3__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

4__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

5__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

6__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

Heb

je z

e al

le 6

kun

nen

vind

en?

3Je

moe

t ee

n w

iel v

astd

raai

en m

et e

en v

oorg

esch

reve

n kr

acht

.(aa

nhaa

lmom

ent)

Wel

ke s

leut

el m

oet

je h

ierv

oor

gebr

uike

n?

antw

.___

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

4Li

jntje

s te

kene

n op

met

aal d

oe je

met

een

___

____

____

____

____

____

1

we

rkb

lad

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 1

Page 76: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 2

Page 77: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

5Je

kun

t bi

j het

sle

utel

en k

ieze

n ui

t de

juist

e m

aat

stee

ksle

utel

of d

e ju

iste

maa

t rin

gsle

utel

.

Wel

ke is

het

bes

te?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__W

aaro

m ?

___

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

_

6Je

moe

t de

dik

te v

an e

en s

paak

uit

het

fiets

wie

l met

en. W

elk

gere

edsc

hap

neem

je h

ierv

oor?

antw

. ___

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

7W

elke

van

dez

e 3

gere

edsc

happ

en is

de

pen-

uitd

rijve

r?

a b c antw

. ___

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

_

8Je

moe

t ee

n dr

aadj

e do

orkn

ippe

n en

een

hee

l kle

in s

chro

efje

vas

tdra

aien

en

bove

ndie

n ee

n kl

ein

rond

penn

etje

vas

thou

den

met

een

tan

g. W

elke

tan

g ne

em je

mee

naa

r da

t ka

rwei

tje?

antw

. ___

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

___

9Sc

hrijf

hie

rond

er 4

mee

tger

eeds

chap

pen

op:

1 __

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

2 __

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

3 __

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

4 __

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

10O

p ee

n sle

utel

sta

at 2

2. W

at b

etek

ent

dit?

antw

. ___

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

___

11Te

ken

de t

ande

n va

n de

met

aalz

aag

in d

e ju

iste

richt

ing.

2

we

rkb

lad

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 3

Page 78: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 4

Page 79: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Wer

ktui

gen

en in

stal

lati

esW

erkb

lad

2bi

j opd

rach

t 12

hoof

dstu

k 1

Als

de 0

-str

eep

van

de

noni

ussa

men

valt

met

een

str

eep

van

de li

niaa

l, le

es je

hel

e m

m’s

af.

In fi

g.kb

.2.1

sta

at d

e sc

huifm

aat

op 1

mm

.Je

gaa

t nu

nog

een

paa

r ke

er a

fleze

n op

hel

e m

m’s

. 3

we

rkb

lad

fig. k

b.2.

1

fig. k

b.2.

2

fig. k

b.2.

3

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 5

Page 80: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 6

Page 81: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Als

de 0

-str

eep

van

de n

oniu

sni

etsa

men

valt

met

een

str

eep

van

de li

niaa

l (zi

e fig

. kb.

2.5)

, ne

em je

het

eers

te s

tree

pje

van

de li

niaa

l lin

ks v

oor

de

0-st

reep

van

de

noni

us.

Het

aan

tal h

ele

mm

voo

rde

0-s

tree

p va

n de

non

ius

is __

____

__ m

m.

Maa

r er

kom

t no

g ie

ts b

ij. H

et s

tree

pje

van

de n

oniu

s da

t sa

men

valt

met

het

str

eepj

e va

n de

lini

aal k

omt

er n

og b

ij.

Wel

k st

reep

je v

an d

e no

nius

val

t sa

men

met

een

str

eepj

e op

de

linia

al?

(kijk

goe

d na

ar fi

g. k

b.2.

5)

antw

. ___

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

Dus

het

___

____

__ e

str

eepj

e X

0,1

= 0

,___

___

mm

. kom

t er

nog

bij.

De

wer

kelij

ke m

aat

is nu

: aa

ntal

hel

e m

m =

W

at je

afle

est

op d

e no

nius

= _

____

__ m

m

____

____

____

tota

al =

___

____

_ m

m

Sam

enge

vat:

O

p d

e lin

iaal

lees

je d

e m

aat

voor

de

kom

ma

Op

de n

oniu

s le

es je

de

maa

t ac

hter

de

kom

ma

Er is

ook

een

sch

uifm

aat

met

een

nau

wke

urig

heid

van

0,0

5 m

m.

4

we

rkb

lad

fig. k

b.2.

4

fig. k

b.2.

5

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 7

Page 82: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 8

Page 83: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

De

Non

ius

heef

t ee

n le

ngte

van

39

mm

en

is ve

rdee

ld in

20

gelij

ke d

eeltj

es. E

lk d

eeltj

e op

de

noni

us is

dus

39/2

0 =

1,95

mm

. Het

ver

schi

l tus

sen

twee

dee

ltjes

op

de li

niaa

l en

een

deel

tje o

p de

non

ius

is 2

-1,

95 =

0,0

5 m

m. D

eze

schu

ifmaa

t he

eft

een

nauw

keur

ighe

id v

an 0

,05

mm

= 1

/20

mm

.

Bean

twoo

rd d

e vr

agen

:

Bij e

lke

vraa

g zi

e je

4 a

ntw

oord

en. E

én a

ntw

oord

is g

oed.

Om

cirk

el h

et ju

iste

antw

oord

.

1Vo

or h

et m

eten

kle

iner

dan

1 m

m g

ebru

ik je

een

:a

- dui

mst

okb

- rol

maa

tc

- mee

tlint

d - s

chui

fmaa

t

2Al

s op

de

schu

if va

n de

sch

uifm

aat

1/20

mm

is a

ange

geve

n, d

an m

eet

deze

sch

uifm

aat

met

een

nauw

keur

ighe

id v

an:

a - 0

,2 m

mb

- 0,5

mm

c - 0

,05

mm

d - 0

,02

mm

3 D

e m

eets

tift

van

de d

iept

emaa

t is

niet

verb

onde

n m

et d

e:a

- non

ius

b - s

chui

fc

- ver

schu

ifbar

e m

eetb

ekd

- vas

te m

eetb

ek

4W

anne

er d

e sc

huifm

aat

op 1

0 m

m. i

s in

gest

eld,

dan

sta

at d

e 0-

stre

ep v

an d

e no

nius

op:

a - 1

mm

b - 0

mm

c - 0

,1 m

md

- 10

mm

5

we

rkb

lad

fig. k

b.2.

6

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 9

Page 84: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 10

Page 85: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

5W

anne

er d

e sc

huifm

aat

23,5

mm

aan

geef

t, d

an s

taat

de

0-st

reep

van

de

noni

us:

a - t

usse

n de

22

mm

en

de 2

3 m

mb

- tus

sen

de 2

3 m

m e

n de

24

mm

c - o

p 23

mm

d - o

p 24

mm

6Ki

jk g

oed

naar

de

onde

rsta

ande

tek

enin

g.

De

schu

ifmaa

t st

aat

op:

a - 9

2 m

mb

- 9,2

mm

c - 0

,92

mm

d - 0

mm

7D

e sc

huifm

aat

staa

t in

gest

eld

op:

Aant

al h

ele

mm

. = _

____

__ +

___

____

x 0

,1 m

m =

___

____

mm

6

we

rkb

lad

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 11

Page 86: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 12

Page 87: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

8D

e sc

huifm

aat

staa

t in

gest

eld

op:

Aant

al h

ele

mm

= _

____

__ +

___

____

x 0

,1 m

m =

___

____

mm

9D

e sc

huifm

aat

staa

t in

gest

eld

op:

Aant

al h

ele

mm

= _

____

__ +

___

____

x 0

,1 m

m =

___

____

mm

10D

eze

schu

ifmaa

t st

aat

inge

stel

d op

:

Aant

al h

ele

mm

= _

____

__ +

___

____

x 0

,1 m

m =

___

____

mm

7

we

rkb

lad

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 13

Page 88: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 14

Page 89: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

11D

eze

schu

ifmaa

t st

aat

inge

stel

d op

:

Aant

al h

ele

mm

= _

____

__ +

___

____

x 0

,1 m

m =

___

____

mm

12W

anne

er in

del

en v

an m

ilim

eter

s w

ordt

gem

eten

is e

r al

tijd

maa

r 1

stre

epje

van

de

noni

us d

iesa

men

valt

met

een

str

eepj

e op

de

linia

al.

Wan

neer

2 s

tree

pjes

sam

enva

llen,

dan

is d

at a

lleen

bij

____

____

____

____

____

8

we

rkb

lad

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 15

Page 90: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

we

rkb

lad

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 16

Page 91: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

9

we

rkb

lad

Wer

ktui

gen

en in

stal

lati

esW

erkb

lad

3bi

j opd

rach

t 14

hoof

dstu

k 1

Bean

twoo

rd d

e vo

lgen

de v

rage

n:Be

gin

bij h

et d

oorm

eten

met

het

hoo

gste

mee

tber

eik.

Dig

itaal

krij

g je

de

mee

twaa

rde

te z

ien.

Dus

: Op

een

mul

timet

er b

etek

ent:

AC =

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

Ohm

=__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

~ =

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

DC

=__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

A =

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

1Je

moe

t de

str

oom

span

ning

opm

eten

van

een

wan

dcon

tact

doos

in d

e sc

huur

. (w

issel

stro

om 2

20vo

lt)

Waa

r m

oet

je d

e m

ultim

eter

op

inst

elle

n?a

AC m

eetb

erei

k 0

tot

20b

AC m

eetb

erei

k 0

tot

200

cAC

mee

tber

eik

0 to

t 50

0d

DC

mee

tber

eik

0 to

t 25

0Kr

uis

het

juist

e an

twoo

rd a

an.

2Je

wal

kman

(9

volt

=) d

oet

het

niet

mee

r.D

aaro

m n

eem

je d

e m

ultim

eter

voo

r he

t op

met

en v

an d

eba

tter

ijspa

nnin

g.

Hoe

moe

t je

nu

de m

ultim

eter

inst

elle

n?a

AC m

eetb

erei

k 0

tot

20b

DC

mee

tber

eik

0 to

t 5

cAC

mee

tber

eik

0 to

t 20

0d

DC

mee

tber

eik

0 to

t 20

Krui

s he

t ju

iste

antw

oord

aan

.

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 17

Page 92: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 18

Page 93: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10

we

rkb

lad

Wer

ktui

gen

en in

stal

lati

esW

erkb

lad

4bi

j opd

rach

t 15

hoof

dstu

k 1

Krui

s he

t ju

iste

antw

oord

aan

bij

vraa

g 1

t/m

15.

1D

e lu

chtd

ruk

of v

loei

stof

druk

wor

dt a

ange

geve

n in

aam

pere

bdB

(A)

cvo

ltd

Ce

omw

ente

linge

n (t

oere

n) p

er m

inuu

tf

bar

2D

e ge

luid

sste

rkte

mee

t je

ina

ampe

reb

dB(A

)c

volt

dC

eom

wen

telin

gen

(toe

ren)

per

min

uut

fba

r

3D

e ho

evee

lhei

d st

room

die

doo

r ee

n dr

aad

gaat

wor

dt a

ange

geve

n in

aam

pere

bdB

(A)

cvo

ltd

Ce

omw

ente

linge

n (t

oere

n) p

er m

inuu

tf

bar

4D

e te

mpe

ratu

ur w

ordt

aan

gege

ven

ina

ampe

reb

dB(A

)c

volt

dC

eom

wen

telin

gen

(toe

ren)

per

min

uut

fba

r

5H

et t

oere

ntal

van

een

mot

or o

f wie

l of a

andr

ijfas

, wor

dt a

ange

geve

n in

aam

pere

bdB

(A)

cvo

ltd

Ce

omw

ente

linge

n (t

oere

n) p

er m

inuu

tf

bar

6H

oeve

el o

nder

druk

of v

acuü

m e

r is,

wor

dt a

ange

geve

n in

aam

pere

bdB

(A)

cvo

ltd

Ce

omw

ente

linge

n (t

oere

n) p

er m

inuu

tf

bar

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 19

Page 94: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 20

Page 95: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

11

we

rkb

lad

7Bi

j ele

ktric

iteit

wor

dt d

e st

room

span

ning

aan

gedu

id m

eta

ampe

reb

dB(A

)c

volt

dC

eom

wen

telin

gen

(toe

ren)

per

min

uut

fba

r

8Bi

j lan

gdur

ige

bloo

tste

lling

aan

te

veel

law

aai m

oet

je g

ehoo

rbes

cher

min

g dr

agen

.Zo

nder

geh

oorb

esch

erm

ing

is he

t m

axim

ale

toeg

esta

ne g

elui

dsni

veau

a

60 d

(B)A

b70

d(B

)Ac

80 d

(B)A

d90

d(B

)A

9M

et e

en s

troo

msp

anni

ngzo

eker

mee

t je

str

oom

. Er

bran

dt m

aar

1 la

mpj

e. (

+) W

at m

eet

je n

u?a

wiss

elst

room

bge

lijks

troo

mc

gelij

kstr

oom

(+

pool

)d

gelij

kstr

oom

(- p

ool)

10M

et e

en s

pann

ingz

oeke

r (2

20 v

olt)

mee

t je

de

span

ning

bij

een

wan

dcon

tact

doos

.

Je v

erge

et d

e vi

nger

of d

e du

im o

p de

bov

enka

nt v

an d

e sc

hroe

vend

raai

er t

e ho

uden

.W

at z

al e

r nu

geb

eure

n?a

je m

eet

wel

str

oom

bje

mee

t ge

en s

troo

mc

je m

eet

som

s w

el e

n so

ms

geen

str

oom

dje

sch

roev

endr

aaie

r ga

at s

tuk

11Ja

n he

eft

de t

oere

ntel

ler

15 s

econ

den

tege

n de

kru

kas

van

de d

raai

ende

mot

or g

ehou

den.

Het

klo

kje

geef

t 60

0 aa

n.

Wat

is h

et t

oere

ntal

van

de

mot

or?

(toe

ren

per

min

uut)

a60

0b

6000

c24

00d

1200

12H

et k

lokj

e va

n de

vac

uüm

met

er g

eeft

- 0,

5 ba

r aa

n.

Dit

is a

0,5

bar

over

druk

b5

bar

over

druk

c

5 ba

r on

derd

ruk

d0,

5 ba

r on

derd

ruk

13O

p he

t kl

okje

van

de

accu

lade

r st

aat

de w

ijzer

op

4 Am

p. D

it be

teke

nt:

ade

acc

u is

in 4

uur

wee

r op

gela

den.

bde

acc

u he

eft

een

span

ning

van

4 v

olt

cde

acc

u w

ordt

gel

aden

met

4 a

mpe

re p

er u

urd

de a

ccu

moe

t no

g 4

ampe

re s

troo

m h

ebbe

n

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 21

Page 96: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 22

Page 97: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

12

we

rkb

lad

14Al

s je

de

mul

timet

er o

p D

C 0

- 20

zet

, wat

kun

je d

an m

eten

?a

gelij

kstr

oom

span

ning

tot

20

volt.

bw

issel

stro

omsp

anni

ng t

ot 2

0 vo

lt.c

gelu

idst

erkt

e to

t 20

d(B

)A.

dto

eren

tal 0

- 20

.

15W

at k

un je

tes

ten

met

de

span

ning

zoek

er?

(220

vol

t)

ade

acc

u-sp

anni

ngb

de b

ande

nspa

nnin

gc

de s

pann

ing

van

het

elet

ricite

itsne

t (li

chtn

et)

dde

hoe

veel

heid

d(B

)A

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 23

Page 98: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 24

Page 99: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

13

we

rkb

lad

Wer

ktui

gen

en in

stal

lati

esW

erkb

lad

5bi

j opd

rach

t 5 h

oofd

stuk

3Sc

hrijf

de

nam

en b

ij de

hie

rond

erst

aand

e af

beel

ding

en e

n sy

mbo

len.

a=

____

____

____

____

____

_

b=

____

____

____

____

____

_

c=

____

____

____

____

____

_

d=

____

____

____

____

____

_

e=

____

____

____

____

____

_

f=

____

____

____

____

____

_

g=

____

____

____

____

____

_

h=

____

____

____

____

____

_

i=

____

____

____

____

____

_

Kijk

nu

goed

naa

r de

ze la

mpa

anslu

iting

.(fig

. kb.

5.2)

Je k

unt

deze

lam

paan

sluiti

ng h

eel e

envo

udig

tek

enen

met

beh

ulp

van

sym

bole

n.

fig. k

b.5.

2

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 25

Page 100: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 26

Page 101: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

14

we

rkb

lad

Je z

iet

nu d

at d

e ac

cu w

egge

late

n is

en in

pla

ats

daar

van

is er

een

+ li

jn e

n ee

n - l

ijn g

etek

end.

We

gaan

nu

de t

eken

ing

uitb

reid

en m

et e

en s

chak

elaa

r.

Tek

enop

dra

chte

n:

1Te

ken

nu z

elf e

en s

chem

a-aa

nslu

iting

van

een

sch

akel

aar

en e

en c

laxo

n in

fig.

kb.

5.5

2Te

ken

nu o

ok h

et s

chem

a va

n 1

mist

lam

pje

met

sch

akel

aar

en e

en z

eker

ing

in fi

g. k

b.5.

5Sc

hrijf

het

woo

rd “

mist

lam

p” e

r bi

j.

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 27

Page 102: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 28

Page 103: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

15

we

rkb

lad

3Ki

jk g

oed

naar

het

ond

erst

aand

e sc

hem

a (f

ig. k

b.5.

6) e

n vu

l de

antw

oord

en in

.

4D

e ze

kerin

g vo

or d

imlic

ht e

n gr

ootli

cht

is __

____

_ am

père

.

5D

e ze

kerin

g vo

or d

e re

mlic

hten

is _

____

___a

mpè

re.

6Al

s he

t la

mpj

e va

n 1

rem

licht

stu

k is,

bra

ndt

de a

nder

e da

n no

g w

el?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

7W

elke

lam

pen

wor

den

met

een

sch

akel

aar

en e

en r

elai

s be

dien

d?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

8Zi

jn d

e re

mlic

hten

ser

ie o

f par

alle

l ges

chak

eld?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 29

Page 104: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 30

Page 105: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

16

we

rkb

lad

Wer

ktui

gen

en in

stal

lati

esW

erkb

lad

6bi

j opd

rach

t 11

hoof

dstu

k 4

Vrag

en:

1N

oem

3 v

oorb

eeld

en w

aar

je k

oppe

linge

n ge

brui

kt.

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

2In

wel

ke 2

hoo

fdgr

oepe

n ku

nnen

we

de k

oppe

linge

n ve

rdel

en?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

3W

anne

er m

oet

je e

en e

last

ische

kop

pelin

g ge

brui

ken?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

4Bi

j wel

ke o

verb

reng

ing

moe

t je

geb

ruik

mak

en v

an e

en k

ruisk

oppe

ling?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

5W

elke

kop

pelin

g m

oet

je g

ebru

iken

bij

draa

iend

e w

erkt

uige

n di

e ee

n bo

cht

mak

en t

ot 7

0 gr

aden

?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

6W

aarv

oor

dien

en v

eilig

heid

skop

pelin

gen?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

7W

elke

vei

lighe

idsk

oppe

ling

kom

t in

de

land

bouw

het

mee

ste

voor

?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

8W

at m

oet

er g

ebeu

ren

als

tijde

ns h

et w

erk

de b

reek

bout

stu

k ga

at?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

9Aa

n w

elke

voo

rwaa

rde

moe

t he

t ko

ppel

en v

an e

en k

lauw

kopp

elin

g vo

ldoe

n?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

10W

at m

oet

je d

oen

om b

ijvoo

rbee

ld d

e m

aaik

ooi v

an e

en k

ooim

aaie

r te

late

n st

ilsta

an?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 31

Page 106: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 32

Page 107: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Wer

ktui

gen

en in

stal

lati

esW

erkb

lad

7bi

j opd

rach

t 14

hoof

dstu

k 4

Bean

twoo

rd d

e vr

agen

1O

p w

elke

ass

en z

it ee

n di

ffere

ntie

el?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

2D

e ov

erbr

engi

ng v

an p

igno

n na

ar k

roon

wie

l is

een

vert

rag

ing

/ver

snel

ling.

(do

orst

repe

n)

3Bi

j het

nem

en v

an e

en b

ocht

dra

aien

de

sate

liete

n w

el/n

iet.

(doo

rstr

epen

)

4N

oem

het

gro

te n

adee

l van

een

diff

eren

tieel

.

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

5N

oem

een

man

ier

om h

et d

iffer

entie

el o

p slo

t te

zet

ten.

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

6Be

noem

alle

en d

e aa

ngeg

even

ond

erde

len

uit

figuu

r kb

7.1

:

a__

____

____

____

____

____

____

_

b__

____

____

____

____

____

____

_

c__

____

____

____

____

____

____

_

d__

____

____

____

____

____

____

_

e__

____

____

____

____

____

____

_

f__

____

____

____

____

____

____

_

g__

____

____

____

____

____

____

_

h__

____

____

____

____

____

____

_

i__

____

____

____

____

____

____

_

j__

____

____

____

____

____

____

_

17

we

rkb

lad

fig. k

b 7.

1

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 33

Page 108: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 34

Page 109: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Wer

ktui

gen

en in

stal

lati

esW

erkb

lad

8bi

j opd

rach

t 18

hoof

dstu

k 4

Bean

twoo

rd d

e vr

agen

1Ku

nnen

de

rem

scho

enen

van

een

tro

mm

elre

m n

at w

orde

n do

or d

e re

gen?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

2D

e re

mca

paci

teit

verm

inde

rt w

el/n

iet

bij v

ocht

ig w

eer.

(do

orst

repe

n)

3D

e re

msc

hoen

en m

oete

n ee

n dr

aaie

nde

____

____

____

___

afre

mm

en.

4D

e re

msc

hoen

en z

itten

vas

t aa

n de

___

____

____

____

____

____

____

5W

elk

onde

rdee

l van

de

trom

mel

rem

zit

vast

aan

het

wie

l?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

6W

aaro

m is

een

gep

lakt

e re

mvo

erin

g be

ter

dan

een

gekl

onke

n re

mvo

erin

g?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

7W

aard

oor

kom

en d

e re

msc

hoen

en w

eer

teru

g in

de

rust

posit

ie?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

8W

at k

an e

r ge

beur

en a

ls de

rem

voer

ing

van

een

trom

mel

rem

ver

slete

n zi

jn?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

9W

aaro

m m

oet

je n

a re

para

tie a

an e

en r

emci

linde

r on

tluch

ten?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

10N

oem

een

voo

rdee

l van

een

sch

ijfre

m t

en o

pzic

hte

van

een

trom

mel

rem

.

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

11D

e re

msc

hijf

zit

vast

aan

het

___

____

____

____

____

____

____

____

__

12D

e re

mkl

auw

zit

vast

aan

het

___

____

____

____

____

____

____

____

_

13D

e re

mci

linde

r va

n ee

n sc

hijfr

em is

gro

ter/

klei

ner

dan

van

een

trom

mel

rem

(do

orst

repe

n).

14H

oe k

omen

de

rem

blok

ken

van

een

schi

jfrem

ter

ug n

a he

t re

mm

en?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

15W

anne

er m

oet

je d

e re

mbl

okke

n va

n ee

n sc

hijfr

em v

erva

ngen

?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

18

we

rkb

lad

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 35

Page 110: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 36

Page 111: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Wer

ktui

gen

en in

stal

lati

esW

erkb

lad

9 bi

j opd

rach

t 18

hoof

dstu

k 4

1N

oem

3 b

elan

grijk

e fu

nctie

s va

n de

ban

d.

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

2W

aarv

oor

dien

en d

e st

aald

rade

n in

de

hiel

?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

3H

oe k

un je

aan

een

ban

d zi

en o

f er

een

binn

enba

nd in

zit.

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

4H

et s

kele

t va

n he

t m

ense

lijk

licha

am k

unne

n w

e bi

j ban

den

verg

elijk

en m

et h

et

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

5Br

ede

band

en h

ebbe

n ee

n kl

eine

re w

angh

oogt

e. W

aaro

m h

ebbe

n ze

dat

bij

auto

band

en z

oge

maa

kt?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

6Be

lang

rijk

voor

het

ond

erho

ud is

de

band

ensp

anni

ng.

Teke

n de

slij

tage

plek

ken

van

het

prof

iel b

ij te

lage

ban

dens

pann

ing.

7Vo

or t

rekk

erba

nden

is d

e to

tale

hoo

gte

bela

ngrij

k om

dat

deze

ban

d on

der

het

spat

bord

moe

tku

nnen

.Be

reke

n vo

or d

eze

band

( 1

2.4

R 36

) d

e to

tale

hoo

gte.

band

bree

dte

____

____

___

inch

velg

diam

eter

___

____

____

inch

tota

le h

oogt

e __

____

____

_ in

ch =

___

____

____

cm

.

19

we

rkb

lad

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 37

Page 112: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 38

Page 113: 10278 200012 13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 1maken.wikiwijs.nl/bestanden/65554/OC-10278.pdf · 10278_200012_13bw 05-09-2000 16:36 Pagina 12 – In een werkplaats moet altijd een brandblus-apparaat

Wer

ktui

gen

en in

stal

lati

esW

erkb

lad

10 b

ij o

pdra

cht 2

4 ho

ofds

tuk

4

1W

aaro

m g

ebru

ikte

n de

men

sen

vroe

ger

boom

stam

met

jes

om z

war

e ke

ien

te v

erpl

aats

en?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

2W

ente

llich

amen

glij

den

niet

, maa

r __

____

____

____

____

____

____

_

3W

elk

mat

eria

al g

ebru

ik je

voo

r la

gers

chal

en in

een

glij

lage

r?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

4H

oe k

omt

bij e

en v

etpo

t he

t ve

t in

het

lage

r.

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

5W

aarv

oor

dien

en o

lieke

errin

gen.

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

6Is

het

bel

angr

ijk o

m fl

ink

veel

vet

in h

et la

ger

te p

ompe

n en

waa

rom

?

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

____

__

20

we

rkb

lad

10278_200012_13wb 06-09-2000 09:38 Pagina 39